donderdag 19 juni 2025
Home Blog Pagina 91

Dakar 2025-conclusie met Henk Hellegers van HT Rally Raid

0
Dakar Rally 2025

Henk Hellegers: “Een van onze rijders heeft bijna dubbel zoveel uren als de winnaar gereden”

Henk Hellegers doet met zijn HT Rally Raid al sinds 2006 mee aan Dakar bij de motorfietsen. Enkele weken geleden belden we hem op om te horen hoe de voorbereidingen verliepen en net over halfweg vroegen we hem voor een update. Nu de Dakar 2025 afgelopen is, luisteren we een laatste keer hoe de finaleweek verlopen is. En wat met zijn Husqvarna’s die op geregenereerde Motul NGEN-olie liepen? Hebben die het ook gehaald?

Team Dakar Rally 2025

Motor.NL: Heb je de rust al teruggevonden, Henk?

Henk Hellegers: “Haha, nog niet hoor. Ik zit momenteel in de auto op weg naar Schiphol om de jongens van het assistentieteam te gaan halen. Zij hebben nog een hele reis van 2.000 km afgelegd naar de luchthaven van Djedda, samen met al het materiaal.”

Motor.NL: Hoe is de laatste week verlopen in de Dakar?

Hellegers: “De tweede week zijn we het zand ingedoken, wat erg zwaar is voor mens en machine. Lange verbindingsritten, vermoeiende dagen en lage nachttempperaturen kosten erg veel energie. We hadden eerder al twee rijders verloren door crashes, maar de andere drie zijn allemaal gefinisht. Nerimantas Jucius is gegroeid in de wedstrijd. Hij begon op de 50e plaats, klom dan op richting de 40e en was op het einde regelmatig terug te zien in de top 30.

Axel Mustad heeft een wedstrijd uit het boekje gereden. Hij was zowel fysiek als mentaal perfect voorbereid en dat heeft zich uitbetaald. Hij heeft een perfecte Dakar gereden. Willem Avenant is ook een bijzonder verhaal, want hij heeft erg veel uren gereden. Bijna dubbel zoveel uren als de winnaar, dus hij heeft eigenlijk twee Dakars gereden. Toch is hij altijd tijdig binnen gekomen, soms ’s nachts, maar zonder straftijd. Willem heeft dat heel knap gedaan. Het was zijn jongensdroom en hij heeft er veel voor aan de kant moeten zetten, maar het is hem dus gelukt.”

Motor.NL: Hoe gaat het met de gecrashte rijders, Aaron Mare en Fabian Von Thuengen?

Hellegers: “Goed. Ze zijn allebei onmiddellijk naar huis gevlogen en zijn volop bezig met de revalidatie. Aaron Mare wil graag de Desert Challenge rijden in Abu Dhabi, maar die is al over een aantal weken. Het wordt dus even afwachten of hij tijdig fit geraakt.”

Dakar Rally 2025

Motor.NL: Was het voor jouw team een succesvolle editie van de Dakar?

Hellegers: “We kijken er als team erg goed op terug. Het was een bijzonder zware editie, met erg koude nachten. Als rijders dan laat binnenkomen, moet het team aan de gang bij vriestemperaturen. Dat werkt niet zo prettig. Ook waren de vertrektijden soms om 03u00, dus dan is het nog koud en donker, wat het er niet makkelijker op maakt. De tweede week liepen de temperaturen gelukkig wat op. Ook de communicatie was niet altijd makkelijke, want de laatste drie dagen hadden we bijvoorbeeld geen internet in het bivak, omdat je daar in het midden van de woestijn zit.”

Motor.NL: Hoe is het afgelopen met de geregenereerde Motul NGEN-olie?

Willem Avenant in Dakar 2025

Hellegers: “Willem Avenant heeft met de NGEN-olie gereden en dat is van begin tot eind absoluut perfect verlopen. Dagelijks werden er staaltjes afgenomen om de olie te controleren in het meereizende Motul-laboratorium, dus alles is van heel dichtbij opgevolgd. Over enkele weken in Abu Dhabi gebruiken we ook NGEN-olie, en na het wereldkampioenschap wordt Willems motor helemaal opengehaald om te kijken of er meer of minder slijtage is. We vergelijken dan ook de andere motoren die op ‘normale’ Motul 300V-olie rijden.”

Motor.NL: Interessant om op te volgen. We zijn erg benieuwd naar het resultaat, op het einde van het seizoen. Veel succes met de voorbereidingen voor de volgende race in Abu Dhabi. Spreek je!

Meer info: ht-rally-raid.com Foto’s: HT Rally Raid en Motul

Op de vrachtwagen met Glenn van Straalen: ‘Dit wordt een cruciaal jaar in mijn carrière’

1
Glenn van Straalen

Ondanks een overwinning in Assen en een achtste plaats in het wereldkampioenschap Supersport, was er geen plek voor Glenn van Straalen bij Ten Kate Racing. Maar de 24-jarige coureur kijkt vooruit en begint in 2025 aan een nieuw avontuur bij het Italiaanse Ducati-team van Davide Giugliano. Wij gingen een dagje mee met Glenn, niet op de motor, maar in de vrachtwagen van het familiebedrijf Van Straalen Transport. Tijdens de rit sprak hij openhartig over de harde realiteit van de motorsport en zijn toekomst, die meer inhoudt dan alleen keihard racen op het circuit.

Om 6:00 uur ’s ochtends – december 2024 – vertrekt Glenn van Straalen met een vrachtwagen van het familiebedrijf Van Straalen Transport vanuit hun vestiging in Hoogkarspel. De bestemming: Bruinehaar in Overijssel, waar hij lelies gaat ophalen. Na anderhalf uur rijden stopt hij om mij op te pikken. Glenn verwelkomt me als een echte gentleman: hij opent de bijrijdersdeur voor me en geeft duidelijke instructies over hoe ik in de hoge cabine moet klimmen. Zodra ik me geïnstalleerd heb, zetten we koers naar het laatste stuk richting Bruinehaar. Eenmaal onderweg vraag ik hem hoe vaak hij eigenlijk nog in de vrachtwagen van het familiebedrijf stapt. ‘In de winter wat vaker dan in de zomer,’ vertelt Glenn. ‘Soms spring ik even bij, vooral voor korte ritjes als een chauffeur al een lange dag achter de rug heeft. Maar complete dagen rijden, dat doen we al ruim twee jaar niet meer. Mijn focus ligt volledig op een professionele carrière in de World Supersport.’

De duels der duels in de MotoGP en 500cc

Heb jij een toekomst in het familiebedrijf?

‘Dat is wel het plan. Afgelopen jaar vierden we een bijzonder jubileum: het bedrijf bestond honderd jaar. Mijn vader vertegenwoordigt de derde generatie. Mijn broer en ik hebben voorgesteld om het bedrijf in de toekomst over te nemen en onze ouders steunen dat idee. We hebben wel besloten om het samen te doen, omdat we het allebei niet alleen willen dragen. Mijn vader werkt nu zeven dagen per week keihard voor het bedrijf. Dat moet ook wel, met zo’n dertig personeelsleden en 25 vrachtwagens. Maar zo willen wij het niet. Als we het samen doen, kunnen we de verantwoordelijkheden delen en wordt de belasting minder zwaar. Daarnaast willen onze partners blijven werken, iets wat ook past bij de huidige tijd. Maar voor nu geven mijn vader en mijn broer mij de ruimte om me te richten op mijn racecarrière. Dat waardeer ik enorm.’

Ben je op de achtergrond al bezig met het overnemen van het bedrijf?

‘Ik heb er altijd al mee te maken gehad, omdat het bedrijf achter ons huis zit. Ik ben niet bezig om al opgeleid te worden. Mijn focus ligt daar op dit moment niet. Als ik het zo vertel, denk je misschien dat ik meer zou moeten leren, maar aan de andere kant pik ik toch veel op. Stiekem ben ik vooral heel druk met de sport, ook in de winter. Dan zijn er veel sponsorgesprekken. Eerder dacht ik gewoon: ik loop een stap harder dan de rest, werk hard, train hard en dan komt het wel goed. Vroeger reed ik ook nog weleens de truck van het team naar het circuit, maar dan zit je een paar dagen stil voor een raceweekend en dat is niet goed. Mede dankzij mijn nieuwe trainer ben ik gaan inzien dat het anders moest.’

Kan je dat verder uitleggen?

‘Met alleen hard werken kom je er niet. Na een dag werken kun je geen fysieke training meer doen op 100%. Rustmomenten zijn net zo belangrijk. Dat was in het begin wel even wennen, want thuis zijn we dat niet gewend. Ik heb het daar ook over met mijn nicht Irene Schouten. Zij komt ook uit een hardwerkend gezin, waar alles om werken draaide. Maar dat valt niet te combineren met topsport. Dat besefte Irene ook in haar carrière. Topsport is ook hard werken, maar op een andere manier.’

Glenn van Straalen Irene Schouten
Glenn van Straalen (links) traint regelmatig op de fiets samen met zijn nicht, voormalig topschaatsster Irene Schouten (rechts).

Je vertelde dat je in de winter druk bezig bent met sponsoring. Onze lezers zouden kunnen denken dat dit niet zo’n probleem is, omdat je al jaren de beste Nederlander in de World Supersport bent.

‘Nee, zo makkelijk is het bij lange na niet. Dat blijft altijd een strijd. Rijders moeten flink betalen om in de WorldSSP te kunnen rijden. Daar ben je de hele winter druk mee en zelfs tijdens het seizoen speelt dat nog een grote rol. Het valt nooit mee. Als je een goed seizoen wilt draaien, heb je in deze klasse ongeveer tweehonderdduizend euro nodig. En er zijn teams die zelfs nog meer vragen. Afgelopen jaar hebben we (bij Ten Kate Racing) een flinke investering gedaan. Dat heeft niet opgeleverd wat we hadden gehoopt en daar krijg je in de winter ook mee te maken.’

Die tweehonderdduizend euro moet in de wintermaanden bij elkaar komen?

‘Ja, deels wel. Twee jaar geleden heb ik mijn acht tot tien grootste sponsoren een driejarenplan gepresenteerd. Het doel daarin was om in 2026 in de World Superbike te rijden. Met zo’n plan kon ik mijn professionele carrière starten en mijn sponsoren een stuk zekerheid bieden. Zo zagen zij dat er een langetermijnstrategie achter zit. Bij sponsoring gaat het vaak om het storten van geld voor één jaar, maar dat wilden wij anders aanpakken. Voor zo’n groot budget heb je ook mensen nodig buiten ons eigen netwerk. Daarom hadden we een plan nodig. Maar ondanks hun steun blijft het lastig om het budget volledig rond te krijgen.’

Hoe zag het plan eruit dat je hebt gepresenteerd?

‘Het plan presenteerde ik halverwege 2023, met daarin de stap naar Ten Kate Racing. Het team vroeg een bovengemiddelde investering, wat begrijpelijk is voor zo’n goed team. We hebben ons daar hard voor gemaakt, met het idee om daar minimaal twee jaar te racen en misschien zelfs samen door te stromen naar de World Superbike in 2026. Helaas kwam dit verhaal al na één jaar tot een einde en moesten we onze plannen aanpassen.’

Dat moet een lastig verhaal zijn geweest richting je sponsoren.

‘Het zijn allemaal ondernemers met andere inzichten. Zeker deze winter waren de gesprekken niet altijd even leuk. De één geeft er een gigantisch positieve wending aan dat ik nu voor Ducati ga rijden, wat de afgelopen jaren toch het sterkste merk in deze klasse was. Maar sommigen zijn ook kritisch, want dit was niet het originele plan.’

Zijn er partijen afgevallen?

‘De steun vanuit Yamaha stopt, maar dat is logisch. Verder gelukkig weinig. De meeste sponsoren steunen mij vanwege wie ik ben als persoon.’

Het gaat om enorme bedragen in deze sport. Geeft dat ook stress?

Ik dacht dat het zou wennen, maar dat doet het nooit. Je kunt er wel iets beter mee omgaan. Toen de contractonderhandelingen met Ten Kate Racing niet naar wens verliepen, probeerde ik zoveel mogelijk informatie te verzamelen om te weten waar ik stond. Want voor mij hangt mijn carrière af van zo’n beslissing. Sommige dingen heb je gewoon niet in de hand en dat is erg lastig.’

Je bent van nature rustig. Kun je dan ook rustig blijven?

‘Voor de buitenwereld wel, maar voor mezelf niet. Gelukkig heb ik mensen om me heen die dat begrijpen. In je eentje hou je het ook niet vol; je moet dingen van je af kunnen praten. Ik ben geen goede prater, daarom hou ik het clubje mensen om mij heen graag klein.’

Het doel blijft nog steeds om in 2026 in de World Superbike te rijden?

‘Ja, dat blijft het doel. Daarvoor zal ik in 2025 een heel goed seizoen moeten draaien. Daarna kijk ik realistisch naar het hoe en wat. Het wordt even wennen om te rijden voor een Italiaans team op een Ducati-tweecilinder, maar ik heb er vertrouwen in. Gezien de resultaten van Ducati in de afgelopen jaren, lijkt het geen verkeerde keuze. Elk jaar is belangrijk, maar 2025 wordt een cruciaal moment in mijn carrière.’

En net op dat moment draait Glenn de vrachtwagen het erf op bij een landbouwbedrijf in Bruinehaar, waar we lelies gaan laden. Terwijl Glenn begint met zijn werk, raak ik in gesprek met een van de werknemers. Hij weet niet dat Glenn een WK-rijder is. Glenn helpt de werknemers van het landbouwbedrijf om de lelies in de vrachtwagen te laden. Het is duidelijk te zien dat hij daar handig in is. Als alles is ingeladen, drinken we een kop koffie in de kantine voordat we beginnen aan het vervolg van de rit. De lelies moeten gelost worden in Oostwoud, nabij Hoogkarspel, waar het Van Straalen Transportbedrijf is gevestigd. Maar eerst zal Glenn me over ongeveer drie kwartier weer bij mijn auto afzetten.

We waren gebleven bij 2025. Je gaat racen bij het Ducati-team van voormalig WorldSBK-coureur Davide Giugliano. Hoe ben je daar terechtgekomen?

Pas bij de laatste race werd duidelijk dat ik niet bij Ten Kate zou racen. Er waren op dat moment weinig plekken over. Er waren nog een paar opties en we hadden het geluk dat Davide Giugliano nog een plek vrij had naast een EK-rijder. Hij had daarom wel interesse om een coureur te contracteren die in de top tien was geëindigd.’

Je hebt altijd in Nederlandse teams gereden. Dat is wel even wat anders, toch?

‘Absoluut, Italianen zijn heel anders dan Nederlanders. Ik ben van mezelf heel direct: weinig praten en heel duidelijk zeggen wat ik wil. Onze toon komt ook heel anders over, veel eentoniger. Italianen praten met veel meer emotie. Wij zijn heel duidelijk en stellen directe vragen. Ondertussen ben ik daar wel iets in veranderd. Van huis uit zijn we heel direct en stellen we weinig sociale vragen. Telefoongesprekken met mijn vader duren zelden langer dan een minuut. Ik heb geleerd om meer te praten, wat helpt in gesprekken en ook van pas komt in de groei van ons familiebedrijf. Niet iedereen vindt het namelijk prettig als je zo direct bent. Daarom vind ik het belangrijk om te blijven racen; ik leer er ontzettend veel van. Zoals afgelopen jaar bij Ten Kate ook.’

Los van de keuze van Ten Kate Racing, had je zelf dingen anders kunnen doen?

‘Natuurlijk denk ik weleens dat ik misschien te veel op vertrouwen afga. Maar het vertrouwen dat ik in het Ten Kate-project had, kwam ook niet uit het niets. Dat het niet verderging, was wel een groot ding, want daardoor had mijn WK-carrière ook zomaar voorbij kunnen zijn. Het is tegenstrijdig, want het was mijn beste jaar tot nu toe. We hadden ingezet op de top-vijf, en dat is niet gelukt, maar ik denk ook niet dat de Yamaha de meest competitieve motor in het veld was. Stefano Manzi werd er wel tweede op. Hij deed dingen op de motor waarvan ik veel heb geleerd. Het plan was zo mooi: een Nederlandse combinatie in de WorldSSP, zoals ook de Italianen en Spanjaarden elkaar helpen. Helaas is het anders gelopen.’

De winter is heel kort, want in februari racen jullie al op Phillip Island. Heb je de knop wel kunnen omzetten?

‘Ja, dat is gelukt. Eind november heb ik al gereden met een Ducati Panigale V2 tijdens de Speedweek van Wilco Zeelenberg. Davide (Giugliano) had in korte tijd een motor voor mij klaargemaakt. Dat gaf mij ook het vertrouwen dat we er samen de schouders onder zetten. Het was wel even wennen op zo’n tweecilinder, want ik heb jarenlang met Yamaha gereden. Toeren, vermogen en schakelen zijn toch anders. Maar ik heb heerlijk in mijn eentje – zonder een heel team – mijn ronden kunnen rijden en de knop kunnen omzetten. Nu kan ik goed voorbereid in januari verdergaan. Dan ga ik praktisch de hele maand naar Spanje om me klaar te maken voor de seizoenstart.’

Je gaf al aan dat 2025 een cruciaal jaar is. Gezien je doel, wordt dit dan je laatste seizoen in de World Supersport, ongeacht hoe het afloopt?

‘Dat gaan we dit jaar zien, maar het zou kunnen. De WorldSBK is erg gewild; er komen veel Grand Prix-rijders terug, en die brengen vaak een groot budget mee. Zelfs rijders die in de top drie eindigen betalen vaak veel geld om te kunnen rijden. Ik vind het een geweldige sport, maar budget blijft een enorme factor. Ieder jaar wordt het lastiger om de motivatie te vinden om dat opnieuw bij elkaar te krijgen. Twee jaar geleden zijn we gestart met het doel om een professionele carrière van minimaal drie jaar op te bouwen. Ik wil er nu alles uithalen, zodat ik daar over een paar jaar geen spijt van heb. Daarom ligt alle focus nu op de sport, maar dat gaat wel ten koste van dingen in mijn privéleven.’

Je bent nu 24. Hoe lang regel je zelf al je sponsoren?

‘Al vanaf het begin. Toen ik net vijftien jaar was en de KTM Cup wilde gaan rijden. Mijn vader wilde wel helpen, maar ik was zelf verantwoordelijk voor het verzamelen van sponsorgeld. Het begon allemaal heel simpel: na schooltijd stapte ik op mijn fiets en ging ik met een eenvoudig boekje langs allerlei bedrijven in de regio. Nu gaat alles een stuk professioneler, maar het draait ook om heel andere bedragen.’

Mocht je de stap naar de World Superbike niet kunnen maken, wil je dan wel blijven racen?

‘Ik heb inmiddels veel ervaring, en het zou zonde zijn om daar niets mee te doen. Het WK Endurance is bijvoorbeeld interessant, maar dan wel alleen als het geen geld meer kost. Want als ik een stap terug zou doen, wil ik niet meer het hele jaar bezig zijn met het verzamelen van budget. In dat geval kan ik me beter richten op de toekomst in ons familiebedrijf.’

Denk je daar weleens over na?

‘Ik besef wel dat ik niet mijn hele leven kan blijven racen. Uiteindelijk zijn we erin gerold omdat het goed ging toen ik jong was en dan ga je steeds een stap verder. Je moet ook realistisch blijven; mijn piekjaren zijn nu. Door wat er afgelopen periode gebeurde, merk je weer wat het met je doet. Het is niet allemaal leuk, de sportwereld is soms keihard.’

Door de komst van Bo Bendsneyder en Loris Veneman ben je in 2025 niet meer de enige Nederlander. Zie je dat als een positieve ontwikkeling?

‘Het maakt voor mij niet zoveel uit of er een Nederlander of een Italiaan voor of achter me rijdt. Uiteindelijk probeer ik de snelste te zijn. Maar met meer Nederlanders groeit de aandacht in ons land voor de World Supersport wel. Doordat Bo uit de Grand Prix komt, zien mensen uit mijn netwerk ook dat de verschillen met de WorldSBK niet heel groot zijn. Afgelopen jaar, na mijn zege in Assen, is die aandacht ook al wel toegenomen.”

WorldSSP(300) Assen 2024: Oranje boven met Glenn van Straalen

Denk je nog vaak terug aan die overwinning?

‘Het komt wel vaak ter sprake. Ik denk al snel aan de dingen die minder goed gaan en soms moet iemand me eraan herinneren wat we hebben bereikt. Het is leuk om reacties te lezen van Nederlanders die mijn overwinning in Assen zien als een van de leukste racemomenten van 2024. Voor het publiek kon het verloop van de race ook niet mooier zijn. Vanaf een zesde plaats werkte ik me steeds verder naar voren. Ik had al vaker op het podium gestaan, maar het gevoel van winnen is toch echt iets anders.’

Glenn van Straalen behaalde in 2024 met Pata Yamaha Ten Kate Racing zijn eerste WK-overwinning in Assen.

Wanneer is 2025 geslaagd en wat moet je daarvoor anders doen?

‘Ik durf in te zetten op de top-vijf. Uiteindelijk moet je daar ook voor gaan. En een overwinning voelt natuurlijk lekker, dus schrijf die ook maar op. Om deze resultaten te behalen, moet mijn kwalificatie beter worden. Sinds vorig jaar vindt die al plaats op vrijdagmiddag, na weinig trainingstijd. Daar moet ik echt in verbeteren. In de races zelf heb ik mij denk ik goed ontwikkeld. Daarnaast hoop ik in Assen weer een mooi evenement neer te zetten. Het is uniek dat ik daar als rijder een eigen hospitality heb. Dat komt voort uit ons ondernemerschap. Het is mooi om de sponsoren iets terug te kunnen geven. In het verleden regelde ik dat allemaal zelf. Tijdens de week van het raceweekend was ik tot diep in de nacht kaarten aan het versturen en reed ik meerdere keren met de truck op en neer om alle spullen te brengen. Ik help nog steeds mee, maar dat wordt nu door anderen gedaan. Dat ik afgelopen jaar in Assen won, is voor mij ook een bevestiging dat deze verandering goed is geweest.’

Vervolgens kletsen we nog wat over koetjes en kalfjes totdat we weer in Ommen zijn, mijn eindpunt van de rit. In een kleine drie uur hebben we het interview afgerond, foto’s gemaakt en heeft Glenn een lading lelies in de vrachtwagen geladen. Hard en efficiënt werken; het zal toch altijd in de genen van Glenn blijven zitten…

Ritregistratie van Glenn
06:00 uur: Vertrek uit Hoogkarspel met lege kratten (Van Straalen Transport).
07:45 uur: Aankomst in Ommen om Asse op te pikken.
08:30-08:45 uur: Aankomst in Bruinehaar.
08:45-09:30 uur: Lelies laden en een welverdiend bakkie.
09:30 uur: Vertrek uit Bruinehaar.
10:00 uur: Terug in Ommen om Asse af te zetten.
12:00 uur: Aankomst in Oostwoud om de lelies te lossen.
12:30-12:45 uur: Vertrek uit Oostwoud.
13:15 uur: Terug bij Van Straalen Transport, klus geklaard!

Foto’s: ANP, Asse Klein

Nieuwe Indian Chief-serie voor 2025 onthuld

0

Indian Motorcycle heeft de Indian Chief-serie voor modeljaar 2025 onthuld, inclusief de nieuwe Sport Chief RT en Super Chief Dark Horse.

De Sport Chief RT is uitgerust met hoogwaardige componenten, een custom ontwerp en verbeterde prestaties, waaronder afsluitbare zijkoffers, een duozadel met hoge rugleuning en een PowerBand Audio Bluetooth®-luidspreker als accessoire.

De Super Chief Dark Horse heeft een volledig zwart uiterlijk met een premium glanzende afwerking.

‘Met de Sport Chief hebben we de standaard voor performance cruisers verhoogd,’ zegt Aaron Jax, Vice President van Indian Motorcycle. De motor biedt uitstekende handling en rijeigenschappen door de toevoeging van premium fabriekscomponenten.

De Sport Chief RT beschikt over weerbestendige zijkoffers met meer dan 37 liter opbergruimte en een nieuw duozadel dat ook op andere Chief-modellen past. De motor heeft een sportieve zithouding en biedt bescherming tegen de wind dankzij de stuurkuip en het windscherm.

Het 101 mm touchscreen met Ride Command maakt bediening met of zonder handschoenen mogelijk en biedt functies zoals muziekselectie en navigatie. De Thunderstroke 116 V-twin-motor levert 156 Nm koppel en de KYB-voorvork zorgt voor dynamische handling.

Daarnaast is er een nieuwe PowerBand Audio Bluetooth-luidspreker als accessoire beschikbaar, en de hoog gemonteerde T-bar zorgt voor extra stabiliteit.

De Super Chief Dark Horse wordt aangeboden in twee uitvoeringen, Limited en Dark Horse, beide aangedreven door de Thunderstroke 116 en uitgerust met premium functies.

Indian Chief Line-up 2025

Chief Dark Horse: Leverbaar in Black Smoke en Sunset Red Smoke      

Chief Bobber Dark Horse: Leverbaar in Black Smoke en Storm Gray

Super Chief Limited: Leverbaar in Black Metallic

Super Chief Dark Horse: Leverbaar in Black Metallic en Moss Green

Sport Chief: Leverbaar in Black Smoke, Sunset Red Smoke en Heavy Metal     

Voor meer informatie over prijzen en beschikbaarheid in Nederland, neem contact op met indianmotorcyclebenelux.com

Nieuwe Yamaha XMax: innovaties voor 2025

0

De Yamaha XMax 125 en 300 krijgen in 2025 een Euro-5+-update, met vernieuwde functies en uitrusting.

De 2025 Yamaha XMAX vertegenwoordigt de premium stedelijke mobiliteit van het Japanse merk. En in 2025 krijgt dit model een Euro-5+-update, met vernieuwde functies en uitrusting. Zoals een geoptimaliseerd tractiecontrolesysteem en een 292 cc viercilinder motor die een beter acceleratie garandeerd, terwijl hij – volgens Yamaha zelf – gemiddeld 1:31 verbruikt.

De 15-inch voorwielen en 14-inch achterwielen zijn uitgerust met Dunlop Scoot Smart-banden. De sportieve voorkant is opnieuw vormgegeven om de aerodynamica te verbeteren en de windgeluiden te verminderen. De Tech MAX- en Tech MAX+-modellen zijn uitgerust met een elektrisch verstelbaar windscherm, met een bereik van 95 mm.

De Tech MAX-modellen krijgen een nieuw dashboard en bestaat nu uit twee delen. Aan de linkerkant bevindt zich een 3,2 inch LCD-scherm dat de snelheid weergeeft, terwijl een 4,2 inch TFT-scherm aan de rechterkant de digitale toerenteller toont. Yamaha Y-Connect is ook beschikbaar, zodat eigenaren hun smartphone met het nieuwe dashboard kunnen verbinden voor extra functionaliteit. Garmin-navigatie is exclusief beschikbaar op de Tech MAX- en Tech MAX+-modellen.

Er is een USB-C-aansluiting toegevoegd, evenals een stuur dat 20 mm verstelbaar is. De richtingaanwijzers zijn geïntegreerd in de voorste kuip, en het gewicht van de nieuwe demper is verminderd ten opzichte van het vorige model.

Uitrusting in het kort

  • Smartphone-connectiviteit, opbergruimte voor twee helmen, traction control, sleutelloze bediening, USB-C-aansluiting, en start-stop-systeem.
  • Basismodellen behouden het 4,3-inch LCD-display zonder extra luxe.
  • Electronisch verstelbare ruit

Technische specificaties

  • XMax 300: 292 cm³, 28 pk, 183 kg.
  • XMax 125: 125 cm³, 12,2 pk, 167 kg.

Kleuren

  • XMax 125 en 300: “Icon Black” en “Tech Kamo.”
  • Tech Max+-modellen: “Ceramic Grey” en “Dark Magma.”

Beschikbaarheid en prijzen

Ook Lambretta pakt uit op MOTORbeurs Utrecht

0

Op dezelfde stand als Benelli staat ook Lambretta en ook dit merk pakt meer dan serieus groot uit. Met onder andere de Lambretta X Serie, wat ons betreft de perfecte combinatie van klassieke Italiaanse flair en hedendaagse technologie. Met zijn strakke, hoekige lijnen en kenmerkende metalen carrosserie zie je overal de nostalgie van het iconische merk, terwijl de X Serie met moderne features zoals LED-verlichting, een digitaal dashboard en krachtige motoropties perfect aansluit bij de eisen van vandaag. En dat in de meest fantastische kleuren!

Over fantastische kleuren gesproken: de X300SR in Yellow Mustard.
Aanwezige Lambretta-modellen op MOTORbeurs Utrecht
V50 – V125 – X300 – X300SR – G350 – X300GP * – X300GT *

* Onder voorbehoud

Organisatiewijziging bij KTM: Gottfried Neumeister neemt het roer over

0

In een tumultueuze periode die wordt gekenmerkt door financiële instabiliteit, heeft KTM belangrijke wijzigingen aangekondigd in de hogere echelons van zijn managementstructuur. De motorfietsgigant, die lange tijd onder leiding stond van Stefan Pierer, bevindt zich midden in een complexe reorganisatie om talrijke uitdagingen het hoofd te bieden, waaronder onverkochte voorraden en insolventieprocedures. Dit artikel gaat in op de leiderschapswissel en de bredere implicaties voor KTM en haar belanghebbenden.

Stefan Pierer, een sleutelfiguur bij zowel Pierer Mobility AG – het moederbedrijf – als KTM AG, stapt over van CEO naar Co-CEO. Deze overstap vindt plaats tegen een achtergrond van financiële problemen, die worden onderstreept door een gerapporteerde omzetdaling van 29 procent voor het boekjaar 2024 en een EBITDA-verlies van ongeveer 300 miljoen euro. De aanzienlijke herstructurering van het bedrijf omvat een inkrimping van het personeelsbestand met ongeveer 1.800 werknemers. Deze ontwikkelingen geven zonder twijfel aan dat KTM zich een weg probeert te banen door een precair financieel landschap.

De nieuwe CEO van Pierer Mobility AG en KTM AG is Gottfried Neumeister, een herkenbaar figuur die eerder naast Pierer co-CEO was. Deze verandering van titel is niet louter administratief; het betekent een strategische herpositionering nu KTM haar activiteiten onder nieuw management probeert te stabiliseren. Gezien de recente insolventieproblemen van het bedrijf en de voortdurende herstructureringsinspanningen, zal de leiderschapsrol van Neumeister cruciaal zijn om KTM door deze turbulente tijden te loodsen.

Terwijl de Oostenrijkse rechtbanken de insolventie van KTM verder behandelen, heeft Pierer Mobility AG bevestigd verschillende investeringsaanbiedingen te hebben ontvangen via een investeerdersproces dat wordt beheerd door Citigroup Global Markets Europe AG. Dit contact met potentiële investeerders duidt op een poging om nieuwe financieringsmogelijkheden te vinden en het broodnodige kapitaal naar de organisatie te brengen. Dit proces zou van grote invloed kunnen zijn op de herstelinspanningen van KTM en een reddingslijn kunnen bieden voor haar belegerde financiële positie.

De timing van de leiderschapswissel lijkt strategisch te zijn afgestemd op belangrijke data in de herstructureringsagenda van KTM. Aankondigingen, zoals de leiderschapswissel en de interesse van investeerders, werden gedaan kort voor een belangrijke deadline voor financiële onderzoeken van KTM’s dochterondernemingen. Hoewel de precieze impact van deze veranderingen in het leiderschap speculatief blijft, vertegenwoordigen ze een aanzienlijke verschuiving die erop gericht is de richting van het bedrijf nieuw leven in te blazen.

KTM’s interne verschuivingen komen op een moment dat de motorindustrie nauwlettend in de gaten houdt hoe deze saga zich ontvouwt. De wijdverspreide invloed en samenwerkingsverbanden van het bedrijf binnen de industrie betekenen dat de uitdagingen verstrekkende gevolgen kunnen hebben buiten de directe activiteiten van het bedrijf, die mogelijk van invloed zijn op leveranciers, dealers en zelfs consumenten wereldwijd. KTM, een merk dat synoniem staat voor high-performance motorfietsen staat op een kruispunt dat zijn toekomstige positie op de markt opnieuw zou kunnen bepalen.

Nieuwe Harley-Davidson modellen voor 2025

0

Harley-Davidson heeft nieuwe en verbeterde motorfietsen onthuld voor de 2025 collectie. De nieuwe Street Glide® Ultra is een volledig uitgerust Touring-model, en de Pan America 1250 ST is een veelzijdig adventure sport model. De Cruiser-lijn voor 2025 bestaat uit zes modellen met verbeterde prestaties en technologie. De Sportster S is geüpdatet met nieuwe vering voor meer rijcomfort. Daarnaast zijn er vier limited-edition CVO-modellen beschikbaar.

Deze nieuwe motoren maken de 2025 line-up compleet. Van Grand American Touring, Cruiser, Sport, Adventure Touring en Trike-modellen, allemaal te vinden op H-D.com en verkrijgbaar bij erkende dealers wereldwijd.

Nieuwe 2025 Cruisers

De vernieuwde Cruiser-collectie omvat zes unieke modellen, elk met nieuwe technologie en verbeterde prestaties, uitgerust met de Milwaukee-Eight 117-aandrijflijn en het Softail-chassis met verborgen monoshock-achtervering. De modellen zijn:

  • Low Rider S
  • Low Rider ST
  • Breakout
  • Heritage Classic
  • Fat Boy
  • Street Bob.
2025 Harkey-Davidson FLHXU Street Glide®Ultra.

Nieuwe 2025 Street Glide Ultra

De Street Glide Ultra biedt een nieuwe ervaring voor lange ritten, met verbeterd comfort en technologie voor rijders die vrijheid en avontuur zoeken. Dit is de meest complete Grand American Touring-motorfiets van Harley-Davidson.

2025 Harley-Davidson Pan America ST.

Nieuwe 2025 Pan America 1250 ST

De Pan America 1250 ST is een veelzijdig adventure sport model, geschikt als dagelijkse motor, voor bochtige ritten of lange reizen. Met een dominante rijhouding en krachtige Revolution Max 1250-motor biedt het comfort en prestaties.

2025 Harley-Davidson Sportster®S.

Nieuwe 2025 Sportster S

De Sportster S heeft verbeterde vering voor een uitzonderlijke rijervaring, met krachtige acceleratie en een lichtgewicht ontwerp. De nieuwe vering biedt meer comfort zonder de zithoogte te verhogen en is volledig instelbaar.

Nieuwe CVO-modellen

De 26ste CVO-collectie introduceert vier gelimiteerde modellen, die de hoogste standaard van stijl en design van Harley-Davidson weerspiegelen. De CVO Street Glide en CVO Road Glide zijn ontworpen voor veeleisende rijders. De CVO Pan America is uitgerust met accessoires voor elke avontuur, zowel on- als offroad.

Vragenvuur: test van de 2025 Kawasaki Z900

0

Kawasaki’s populaire Z900, een van de best verkopende naked bikes van dit moment, heeft een aanzienlijke update gekregen voor 2025. Om te achterhalen of deze update ook een verbetering inhoudt, spraken we met onze redacteur vlak nadat hij een volledige testdag met de motor had afgerond.

Motor.NL: Vertel eens: wat heb je vandaag ontdekt?

Thierry Sarasyn: Ik heb de 2025 Kawasaki Z900 getest in de buurt van Benidorm en ik ontdekte dat deze populaire toeristische bestemming in drukke maanden bijna 550.000 inwoners heeft. In 1970 waren dat er nog maar 12.000. Dat vind ik opmerkelijk.

Motor.NL: Als we demografische gegevens willen, kunnen we beter de universiteit bellen. Wat moeten we echt weten over de nieuwe Z900?

Sarasyn: (zonder enige schaamte) Haha! Het is nog steeds een motor met een geweldige fun-factor, maar op verschillende gebieden is hij, laten we zeggen, wat volwassener geworden. En zie dat vooral niet als ‘braaf’ of ‘saai’, want dat is hij absoluut niet!

Motor.NL: Wederom, als we onduidelijke antwoorden willen, kunnen we beter een politicus bellen. Wat bedoel je precies?

Sarasyn: (onbewogen) Ik heb het over verschillende aspecten: een sterker middengebied, soepel rijden bij hoge toerentallen, verbeterde elektronische ondersteuning en een standaard quickshifter. Daarnaast is er een nieuw, groter TFT-dashboard met meer functies, een ander zadel, een beter achterlicht en een upgrade van de Rideology-app – zelfs met spraakbesturing. Ik kan nog wel even doorgaan. Dit zal ik ook behandelen in de test die morgen verschijnt. Maar wat je vooral krijgt met deze motor zijn de prestaties van een topsporter, de uitrusting van een high-end motor, en dat komt bovenop de speelsheid en het krachtige imago dat de motor al had. Het is dus een zeer compleet pakket.

Motor.NL: Duidelijk. Werkt het ook echt?

Sarasyn: Zeker. We hebben uitsluitend de standaardversie getest. De SE-uitvoering – met onder andere een Öhlins achterschokbreker, volledig instelbare Showa voorvork en Brembo remmen – zal zeker voordelen bieden op sportief gebied, maar daar hebben we nog niet mee gereden. Deze ‘standaard’ Z900 biedt een prima balans tussen comfort en sportiviteit. Hij moedigt je aan om te pushen, maar op plaatsen waar dat minder verstandig is – zoals in een dorp, op een natte weg of op de hotelparkeergelegenheid – blijft het comfort heel goed. De motor presteert zowel bij sportief als ontspannen rijden uitstekend. Enkele collega’s hebben de veervoorspanning aangepast en merkten een verbetering in sportiviteit, maar ook een nerveuzer gedrag dat bij lage snelheden minder prettig was dan in de standaardinstelling.

Motor.NL: Wat is jouw keuze?

Sarasyn: Ik kies voor de standaardafstelling. Dit heeft verschillende redenen. Comfort tijdens normaal gebruik is ook belangrijk. Daarnaast vind ik dat als deze instelling niet voldoende is, je veel te hard rijdt op de openbare weg. Op sommige bergwegen hebben we snelheden en hellingshoeken bereikt die je ook op een circuit zou verwachten. Dat lijkt me genoeg, toch? Het blijft me verbazen dat je met een schroevendraaier in vijf minuten een beter resultaat kunt behalen dan een team van Japanse ingenieurs met veel ervaring, kennis en jarenlang testen. Hoe dan ook, het is heerlijk rijden hier, met ongeveer twintig graden, bijna lege wegen vol bochten en perfect asfalt. Good day at the office.

Motor.NL: Aangezien je nu toch als elke aspirant-hipster Engels door je Nederlands mengt: Any famous last words?

Sarasyn: Yes! Ik vind dat Kawasaki hier veel passie toont. Ze hebben een motor die al als ‘zeer goed’ bekend stond, ingrijpend veranderd. Dat brengt wel een risico met zich mee en alleen bedrijven die passie in hun beleid hebben durven zo’n risico te nemen. Anders blijf je veilig spelen. Kawasaki heeft dat niet gedaan; ze hebben de Z grondig aangepast en – goed voor ons én hen – ook verbeterd. Ik zal dat in detail uitleggen in de test die snel op deze website verschijnt.

Motor.NL: We kijken ernaar uit!

Scabreuze plaatsnamen Kuttekoven: Foef, preut en trutte

0
Kuttekoven

Kan een land emoties oproepen? Ja, dat kan. Het ene land meer dan het andere. Zo laat Duitsland me relatief koud, net als Frankrijk. Mooi, daar niet van. Een tikje saai misschien. Italië daarentegen … geweldig. En België. Geen enkel ander land dat zoveel gevoelens bij me oproept dan België. Van oprechte liefde tot regelrechte ergernis en, jawel, melancholie.

Dat leerde mij het tweede bezoek aan Vlaanderen, in onze never ending queeste naar scabreuze plaatsnamen. Kuttekoven was het doel, met als sidetrips Ternaaien, Rukkelingen-aan-de-Jeker en Jeuk. Tot zover niks bijzonders maar de wisselende gemoedstoestanden die wij onderweg ondergaan – pfff!

Laten we beginnen met de chaos waarin België de argeloze bezoeker soms brengt. Neem de taalgrens. Het ene moment ben je op weg naar Borgworm, het andere moment rijd je Berloz binnen – dat zal vanwege zijn taalkundige verwantschap Borgworm wel zijn maar nee, dat is het even verderop gelegen Waremme. Nergens een bord met de plaatsnaam in zowel het Nederlands als het Frans, toch het minste wat ze kunnen doen om de bezoeker ter wille te zijn.

Scabreus gesproken had het vastleggen van de taalgrens, in 1962, rampzalige gevolgen. Wat verdween bijvoorbeeld van de kaart? Het lieflijke Ternaaien, tegenover het Zuid-Limburgse Eijsden, aan de overkant van de Maas. Dat gaat tegenwoordig door het leven als het seksloze Lanaye. En even verderop in de vallei van de Jeker ligt nu het bleke Roclenge-sur-Geer waar ooit het vrolijke Rukkelingen-aan-de-Jeker floreerde.

Scabreuze plaatsnamen: Groot Homo en Nieuw Homo

Fluit

Iets anders. Een centrum zoals in Nederland, met het daarbij behorende winkelbestand, zul je in een Belgisch dorp niet gauw vinden. Dus is het rondrijden en maar hopen dat je de winkel vindt waar ze verkopen wat je zoekt – wat lang kan duren, in die uitgestrekte straatdorpen. En dan de sluitingstijden, geen touw aan vast te knopen. Zo liepen we op een woensdagochtend tegen twaalven uitgehongerd naar Huis Taha om er bij de voordeur achter te komen dat het restaurant gesloten was. Op woensdag!

Gelukkig is er die andere kant, het België dat ons doet glimlachen. ‘Poepenholleke, krijgt den bompa nog nen dikke kus?’ – als ik dat hoor kun je me oprapen. Gelukkig worden we ook van de zegswijze ‘Waar men gaat langs Vlaamse wegen, overal komt men Maria tegen’. Een waar woord en het toeval wilde ook nog dat we Hilda Poleunus te spreken krijgen, de vrouw die het tot haar levenswerk heeft gemaakt alle Lourdesgrotten van België te inventariseren. Tot slot: als bonus leerden wij nog een reeks variëteiten kennen op het Vlaamse poepen lees neuken, met als toppertje ‘een goei fluit zetten’. Mijn hemel, daar teken je toch voor.

Uit respect voor hetgeen scabreus teloorging, verlaten wij bij Maastricht de A2, om ons langs Ternaaien en Rukkelingen-aan-de-Jeker naar Jeuk te spoeden. Een goede keus want het betekent lekker sturen, over een kleinschalig wegennet met af en toe een pittig klimmetje – kortom, koers, zoals de Belgen zeggen. Eerste merkwaardige ervaring: als we vanuit Wallonië Vlaanderen binnen denderen, doemt er in de leegte een enorm geel verkeersbord op met bovenaan de Vlaamse leeuw, daaronder Vlaanderen en daar weer onder Provincie Limburg. Dat is tot daaraan toe maar even verderop staat een tweede bord met daarop aangegeven de maximumsnelheden in Vlaanderen. Hoezo? Dat regel je toch niet gewestelijk? Dat regel je toch landelijk?

Tenenkrommend

Evenmin verwacht: Huis Taha wordt gerund door een Palestijn. Wat doet die hier in godsnaam? En wat vertelt de enige klant die we op deze dinsdagmiddag treffen, een morsige man die weinig tegenspraak duldt? Dat-ie eerst met een driekwart Italiaanse vrouw heeft verkeerd, toen elf jaar aan een Kroatische bleef hangen en nu met een Filipijnse in bed ligt. Dan ben je dus net geland in Jeuk – een stil straatdorp ergens op de taalgrens onder Sint-Truiden en vlieg je in een paar seconden de wereld over. Wonderlijk.

Een cadeautje, anders kan ik het niet noemen. ’s Middags mogen we langskomen bij Hilda Poleunus, aan de Allendelaan in het nabijgelegen Landen. Hilda Poleunus, de vrouw die samen met haar man zaliger Eric Mathues begon met de inventarisatie van alle Lourdesgrotten in België… En zo’n Lourdesgrot, dat is wat. Natuurlijk, als je er één hebt gezien, heb je ze allemaal gezien: met een suikerzoete Maria hoog in de nagebouwde rotswand en Bernadette beneden, op haar knieën, de handen gevouwen, opziend naar de Heilige Maagd. Een en al zedigheid, tegelijkertijd tenenkrommend, om te lachen én te huilen – zeg het maar. Zelf heb ik een dierbare herinnering aan het Mariapark in Lommel-Werkplaatsen – een subliem voorbeeld van volksdevotie, mooier vind je niet.

Hilda ontvangt ons thuis, in de huiskamer, boordevol spullen maar wat vooral opvalt, is het levensgrote Mariabeeld naast de eettafel. Zo gepositioneerd dat het lijkt of de maagd over de schouder van Hilda meekijkt om te zien wat ze leest – het zal haar geruststellen want Hilda bladert door het tienmaal per jaar verschijnende Maria, middelares en koningin. Waar komt die opvallende verering van Maria in België toch vandaan? Hilda, een rijzige vrouw, tegen de zestig, vriendelijk maar gereserveerd: ‘Eén van de verklaringen zou zijn dat pastoors het bouwen van een Lourdesgrotje in de tuin als een vorm van penintentie zagen, als boetedoening. Liefst in de voortuin, heb ik horen zeggen, zodat anderen het ook konden zien.’

Diepe gevoelens

Veel Lourdesgrotten bevinden zich nabij kerken en kloosters en daar zitten volgens Hilda meer dan alleen godsdienstige redenen achter. ‘Rond 1900 maakte de kerk zich ernstig zorgen over de opkomst van het socialisme, de nieuwe heilsleer. Om de mensen daarvan af te houden, lieten sommige pastoors een grot bouwen, op zondagmiddag, toevallig net het moment waarop de socialisten hun meetings hielden. En dan kregen ze er van de geestelijkheid ook nog een whisky’tje bij!’

Zelf ontving Hilda haar liefde voor Maria van ‘mijn mamma en mijn pappa’. ‘Zij waren allebei heel fel geïnteresseerd in Lourdes. Net als mijn schoonmama. Die is jarenlang actief geweest in de ziekenzorg ter plaatse.’ Toen haar moeder in 2008 kwam te overlijden, zocht Hilda naar een plek waar ‘ik haar nog kon ontmoeten’. ‘Dat werd de Lourdesgrot hier in de buurt, in Trognée waar mijn moeder vandaan komt. Aan die grot heb ik goede herinneringen want daar heeft ze me voor het eerst van Maria vertelt en van Bernadette Soubirous. Hij werd ook de eerste in de inventaris die we vanaf 2008 zijn gaan maken. Nu kom ik mijn familie tegen in elke Lourdesgrot die ik bezoek.’

Schoorvoetend beken ik Hilda dat ik niet (meer) gelovig ben en dat hele gedoe rond Maria beschouw als een onschuldige vorm van katholieke folklore. Het stoort haar niet. ‘Voor mij zijn Lourdesgrotten meditatieplekken. Daar kun je ook als niet-gelovige goed terecht.’ Bladerend in één van de boekjes Lourdes in België die Hilda en haar man hebben uitgegeven, zien we het paar gehurkt voor zijn miniatuur Lourdesgrot achter in de tuin. ‘De grot maakt deel uit van een modelspoorbaan’ staat erbij. En op pagina 18 van hetzelfde boekje lezen wij: ‘Carola is terecht trots op haar mooie grotje.’ Diepe gevoelens overmeesteren mij, van wisselende aard.

Scabreuze plaatsnamen: Reeth, de parel van de Betuwe

Snorretje

Het hoofddoel van ons bezoek aan de streek is natuurlijk Kuttekoven. Daar is het allemaal om begonnen en goedgemutst begeven wij ons vanuit Landen op weg naar Borgloon. Afwisselend rijden hier, eerst over een weidse vlakte, later bij Heks over holle wegen, kedèng kedèng met betonplaten bedekt, en jawel, ook al ontnemen die straatdorpen je het zicht op de ruimte, de ruimte bestaat nog wel. Zeker ook bij Kuttekoven, een authentiek boerengehucht, deels in een schilderachtig valleitje, met nota bene een heus kasteel en een lief kapelletje.

Nu was ons onderweg al opgevallen dat er verkiezingen aanstaande zijn – overal en nergens lachen de kandidaat-politici je vanaf grote billboards toe. Maar op Deneuker Danny hadden we niet gerekend. Deneuker Danny, hoe bestaat het? Hem natuurlijk even gegoogeld en wat blijkt? Danny heeft al een hele carrière achter de rug, was tussen 2012 en 2018 burgemeester van Borgloon waaronder Kuttekoven ressorteert, en deze gemeente valt weer onder de regio Vochtig Haspengouw. Tja, ik zeg niks …

Verder googelend stuiten we nog op een filmpje op YouTube waarin Van Kut Luciënne, Eddy Poep en Deneuker Freddy te kennen geven absoluut niet van plan te zijn hun achternaam op te geven. ‘Ik ben fier op mijn naam’, laat Freddy weten, de meest aandoenlijke van het stel, met zijn honkbalpet en zijn bril en zijn snorretje, staande voor een paar worsten aan de muur – hij werkt in een slagerij. ‘Hoe vaak ik niet te horen krijg “wablief?” als ik mijn naam noem …’

Plan

’s Avonds zijn we te gast bij Jorg Strijbos, voorzitter van de Heemkundige kring Gingelom waaronder Jeuk valt. Want hoe zit het nou eigenlijk met die taalgrens, speelt dat nog? De voorzitter, een jeugdig ogende man: ‘Amper. In Gingelom kun je gerust Frans spreken, dat stoort niemand. En omgekeerd, als een Vlaming in Wallonië iets in het Vlaams bestelt, krijgt hij het.’

Maar verschillen zijn er wel, vindt Jorg. ‘’ne Vlaming heeft z’n zaakjes graag netjes op orde. Een Waal interesseert dat minder. Die zet z’n afgedankte auto achter z’n hof of voor in de tuin en daar blijft-ie dan jaren staan. Dat is echt iets voor een Waal. Het is een andere cultuur, hè, net als de Nederlandse. Bij jullie is alles geregeld, tot en met de kleur van de voordeur en de vorm van de dakpannen. Jullie hebben last van regulitis terwijl wij in België zeggen: “Trek uw plan”.’

Akkoord. Maar vindt hij ook niet dat België met zijn straatdorpen is uitgegroeid tot een puur autoland waar de ruimte langzaam maar zeker verstikt? ‘Aan de straatkant misschien’, nuanceert Jorg, ‘maar achter hun huizen hebben de mensen vrij uitzicht! En al die auto’s, dat is waar, dat is in honderd jaar zo gegroeid, dat verander je niet zomaar. Er wordt nu wel over gesproken, hoe België minder afhankelijk van de auto te maken. Als je een huis koopt, althans in Vlaanderen en Brussel, krijg je er tegenwoordig een Mobiscore bij. Daarin staat hoe goed dat huis is ontsloten, hoe makkelijk je te voet of met de fiets winkels kunt bereiken, de school van de kinderen, het station enzovoort. Hoe hoger de score, hoe beter de prijs voor dat huis.’

De opkomst van de elektrische fiets zou wat dat betreft wel eens het verschil kunnen maken, opper ik waarop Jorg in hoongelach ontsteekt. ‘De fiets … in België … dat is heel wat anders dan bij u. Weet ge hoe ze het fietspad hier noemen? Het dodenstraatje. Er wordt wel veel gefietst in België, maar dan op zondagmorgen, in een sportbroekje, met tien man, van negen tot elf en dan ’n pintje drinken, op café, tot half één want dan staat thuis het eten klaar. Daar verandert de elektrische fiets niets aan. Fietsen doe je hier alleen voor de lol.’

Tijd om terug te keren naar huis. Maar voordat we dat doen, rijden we nog een keer langs Huis Taha. Toch eens kijken hoe het zit met die Palestijn. Opnieuw valt me op hoe stil het is op straat – Jeuk lijkt wel uitgestorven, geen mens te zien. Daarom komt het als een verrassing in Huis Taha liefst vier Jeukenaren te ontmoeten: Rudy Graindor, met zijn blauwe honkbalpet, Eddy Ghoos, gewezen caféhouder en nu sukkelend met zijn gezondheid, Carine Timmermans, aan de gezette kant wat haar er niet van weerhoudt nu al, het is amper elf uur ’s ochtends, een pizza naar binnen te schuiven, en Rohnny Philipaerts, de meest melancholieke van het stel, misschien dat-ie daarom zoveel grappen maakt.

Mestvaalt

Al snel zitten we in een geanimeerd gesprek en als ze vernemen van mijn zoektocht naar scabreuze plaatsnamen, zijn ze me meer dan ter wille. Kut kennen ze in het Vlaams alleen als scheldwoord, leert deze spoedcursus, anders spreken ze van foef, preut, trutte en nog tig varianten. Lul kennen ze helemaal niet of het zou moeten zijn als een vorm van broodbeleg. En waar wij zeggen: ‘Wat een lul, die man’, zegt een Vlaming: ‘Wat een klet, paike’. Of kortweg vortzak.

Als ik mijn verbazing uitspreek dat het plaatselijk eethuis gerund wordt door een Palestijn, kijkt het gezelschap me bevreemd aan. ‘Hoezo? De meeste frituren zijn ook in handen van buitenlanders, Chinezen vooral. Belgen willen dat niet meer doen. Veel te hard werken.’ Inmiddels is Taha erbij komen staan, het bedrijf draagt zijn naam, een klein, bedrijvig mannetje en hij vertelt. Hoe hij in Gaza een restaurant runde, hoe hij vijf jaar geleden wegens bedreigingen het land ontvluchtte en een veilig heenkomen zocht in Zolder, bij Hasselt. Dat hij nu in Jeuk voor zichzelf was begonnen en dat hij hoopte op hereniging met zijn gezin – de helft verblijft nog in de Gazastrook. ‘Zolang je leeft, maak je plannen’, vat hij samen, ‘denk je aan een toekomst.’

Intussen halen de Jeukenaren herinneringen op aan vroeger, aan de jaren vijftig, toen het dorp nog een toneelvereniging had, Onder Ons, en een voetbalclub, Daring Jeuk, en een fanfare, La Goyétoise, toen het nog drie beenhouwerijen telde en wel acht winkels, variërend van de Mariekes tot de Lido en van de Twee Zusters tot de Coöperatief, toen het nog een Pispotstraat kende – Rohnny had er gewoond en zag nog voor zich hoe de mensen ’s ochtends vroeg hun pispot leegden op de mestvaalt voor hun boerderijtjes. ‘Wacht, ik zal je wat laten zien’, zegt-ie, pakt zijn mobiel en toont me een foto waarop hij staat afgebeeld met zijn accordeon. Het is het moment dat ik begrijp ik wat deze mensen delen, de melancholie om een verleden dat is uitgewist. Verslagen zijn ze, zonder toekomst.

Foto’s: Paul Vreuls

Benelli geeft ons de kans de Leoncino Bobber 400 in echt te zien op MOTORbeurs Utrecht

0
De Leoncino Bobber 400 in dessert tan-kleuren is wat ons betreft de favoriet.

De Leoncino-familie is een van de meest iconische uit het Benelli-gamma. En met de komst van de nieuwe Leoncino Bobber 400 breidt de lijn zich uit naar een nieuw concept. De nieuwe Leoncino Bobber 400 van Benelli is een ode aan de klassieke bobber, met een moderne twist. Zijn krachtige V-twin 400cc-motorblok zorgt voor een soepel vermogen en een diepe, karakteristieke sound die elke rit nog onvergetelijker maakt. Het minimalistische design, brede banden en lage zadelhoogte stralen pure retro-charme uit, terwijl moderne technologie het rijplezier naar een hoger niveau tilt. De Leoncino Bobber 400 werd direct zeer positief ontvangen, vooral door iedereen die ‘m al in het echt gezien heeft. Jij krijgt eind februari de kans op standnummer 07.D050.

De Leoncino Bobber 400 in dessert tan-kleuren is wat ons betreft de favoriet.
Aanwezige Benelli-modellen op MOTORbeurs Utrecht
TRK702 – TRK702X – Leoncino 800 – Leoncino 800 Trail – Leoncino Bobber 400 – BKX 300 S – Tornado 550 S