Een fiks deel van het motornieuws bestaat uit cijfers. Niks mis mee. Behalve als die cijfers vooral bedoeld lijken om lezers te trekken. 23% meer motordoden! 13% grotere kans op motordiefstal! 800 duizend motorrijders! De MAG heeft niks met clickbait en kijkt ‘s naar de gegevens áchter die sensationele gegevens.
Het staat me nog helder voor de geest, die vette kop boven een artikel op een bekende Nederlandse motornieuwssite, een jaar of vier terug. 23% meer motordoden! Dat is nog ’s schrikken. Om hoeveel slachtoffers ging dit wel niet? Het waren er 52. Dat komt neer op één per week. En inderdaad, dat was 23% meer dan de 42 motordoden die er het jaar daarvoor te betreuren waren. Au.
Ander beeld
Maar hoeveel waren het er eigenlijk in de jaren daarvoor? We konden de cijfers terugvinden tot 1996. Als je de blauwe lijn in het eerste grafiekje bekijkt, zie je dat de cijfers per jaar flink op en neer gaan. Beetje vermoeiend om bij elke stijging te schrikken en bij elke daling te juichen, dus je kunt beter naar de grote lijn kijken. Dat deden we door steeds naar het gemiddelde aantal motordoden per vijf jaar te kijken.
Bijna de helft minder
Het resultaat daarvan zie je in de oranje lijn. Die maakt de gestaag dalende tendens in één oogopslag duidelijk. In cijfers: tot 2004 vielen er per jaar gemiddeld 92 motorslachtoffers te betreuren. In de laatste tien jaar zijn het er gemiddeld 47. Nog altijd 47 te veel – maar is het wel bijna een halvering (!) van het aantal dodelijke slachtoffers, bij een nog altijd groeiend aantal motorrijders.
Bij een stijgend aantal motorrijders daalde het gemiddelde aantal motordoden per jaar met bijna de helft.
Motordiefstal
Eerder dit jaar las je in verschillende media dat het aantal motordiefstallen in 2022 met niet minder dan 13% gestegen was. En ja, ook wij schrokken weer. Maar we kwamen wel een heel stuk vlotter op het idee om ook nu te kijken hoe het met de diefstalaantallen in voorgaande jaren zat. En ook nu bleek dat het échte nieuws minder beroerd was.
Niet echt
Het klopte op zich helemaal, hoor, die stijging van 13%. Maar het jaar daarvoor was er een daling van 9%, terwijl er steeds meer motorfietsen kwamen. Dus net als bij het aantal motordoden gaan de cijfers per jaar op en neer. Logisch. Waar het dan om gaat is de grote lijn. In de diefstalgrafiek op deze pagina zie je dat 2022 met “13% meer!” gewoon een gemiddeld jaar was, met een diefstalpercentage van 0,24%. En die stijging was er alleen maar omdat er in 2021 opvallend wéinig motorfietsen gestolen werden…
Het percentage gestolen motoren daalde met meer dan de helft sinds 1995.
Goed nieuws
Hetzelfde grafiekje laat zien dat ook het percentage gestolen motoren flink gedaald is. In 1995 ging het nog om 0,59%. Vanaf 2016 zitten we vrij constant op de 0,24%, met dat ene uitschieter(tje) naar beneden in 2021. Dat mag nog best verder omlaag, maar ten opzichte van dertig jaar terug is het diefstalpercentage dus met meer dan de helft gedaald!
Onderdelen
De terugvindpercentages wisselen jaarlijks vrij sterk, met uitschieters van 17,2% in 2017 tot 23,6% in 1995. Een lijn is hier niet in te ontdekken. De reden dat deze percentages veel lager liggen dan bij auto’s, is simpel: een gestolen motorfiets is in elk schuurtje in no time tot een stapel onherleidbare en goed verkoopbare onderdelen terug te brengen.
Motorverkopen
Over verkopen gesproken: de motorfietsverkopen gaan alweer jaren omhoog. Zelfs het NOS-journaal besteedde er eerder dit jaar aandacht aan: in 2022 werd “het hoogste aantal motoren in veertien jaar verkocht.” Met zulk nieuws zijn we natuurlijk helemaal blij, zeker als we zien dat de stijging in 2023 gewoon lijkt door te zetten.
Oeps
Maar ook aan deze cijfers zit een andere kant. Dat hoogste aantal in 2022 ging om 15.267 stuks. Dat was nog geen 2% meer dan het jaar ervoor. Niks om te juichen. En als dit het hoogste aantal in veertien jaar was, hoe zag het er dan in 2008 uit? Oeps. Toen waren het er bijna 17 duizend. Daar zaten we vorig jaar dus nog een heel eind onder. Maar gelukkig wel in een stijgende lijn!
Motorrijders
Met die verkoopaantallen gaan we serieus richting de 800 duizend motorfietsen, kon je ook in verschillende media lezen. Reden voor motorklagers om het meteen ook over 800 duizend motorrijders te gaan hebben. Of over 1,5 miljoen, want zoveel A-rijbewijshouders hebben we.
Twee of meer
Maar dat klopt allebei niet. Hoeveel actieve motorrijders zijn er dan wel? Wij kijken dan naar het aantal mensen dat één of meer motoren op naam heeft staan. Dat zijn er nu een kleine 600 duizend, dus fors minder dan het aantal motorfietsen. Leuk om te weten: bijna 70 duizend motorrijders hebben twee motoren, bijna 7 duizend hebben er tussen de vijf en de twintig, en 200 mensen hebben er meer dan twintig.
Mooi weer
Ook over de 800 duizend motorfietsen die we inmiddels ‘bijna’ zouden hebben, valt nog iets te zeggen: van de in april getelde 791.340 stuks stonden er op dat moment bijna 95 duizend als geschorst geregistreerd. Nu het zomer is, zal die schorsing vaak ongedaan zijn gemaakt, maar die 800 duizend blijft toch een fiks geflatteerd aantal.
Zijspannen
Wat aan dat aantal nog wel ontbreekt zijn de zijspannen, die wel vaker vergeten worden. Nederland telt rond de 4.300 zijspanbezitters. Bij elkaar hebben ze ruim 5 duizend zijspanconbinaties actief op kenteken staan. Dat zijn er natuurlijk veel te weinig:
met een zijspan voor de deur heb je je auto echt niet meer nodig, en zijspanrijden is echt veel leuker dan je op vier wielen verplaatsen. Is dat ook een feit? Welnee. Maar het is wel waar!
