donderdag 18 april 2024

Noorwegen: Lofoten – Thor’s Theater

‘Groene Alpen in de zee’ noemen de Noren de eilandgroep van de Lofoten die uit de Noordelijke IJszee steekt. Ruig, mysterieus en ongehoord mooi. Een ideale reisbestemming als je niet kunt beslissen of je voor vakantie in de bergen of aan zee wilt rijden. Hier vind je ze allebei, afgetopt met de middernachtzon, die tussen mei en juli de nacht tot dag maakt.

Klaus Daams

Een namiddag eind juni in de havenstad Bodø, 80 kilometer ten noorden van de poolcirkel aan de Noorse westkust. Een ongezellig grijze hemel dreigt met neerslag. Snel weg hier. Naar de Lofoten, want die liggen lekker ver buiten op zee en van daaruit blaast de wind altijd het goede weer deze kant op. Er is nog tijd tot de veerboot om 18.30 uur vertrekt naar Moskenes op de Lofoten. Die gebruiken we voor een spontaan gemaakt soepje uit de voorraden van onze kombuis.

Een zekere ongevoeligheid van de maag kan bij de oversteek naar de Lofoten geen kwaad. Want tussen de eilanden Moskenesøy en Mosken trekt de sterkste zeestroming ter wereld. Deze zogenaamde maalstroom is bijzonder verraderlijk wanneer stormachtige wind tegen het opkomende tij botst, en hij is al heel wat schepen kolkend noodlottig geworden. Maar vandaag gaat het er kalmpjes aan toe. En de blik ver naar voren over de boeggolf van de veerboot werkt enthousiasmerend. Niet alleen omdat de donkere hemel openscheurt en de zon door de wolkslierten knipoogt. Het lijken wel de Dolomieten, wat daar op de horizon uit de zee steekt en steeds groter wordt. Een perfect decor voor deel twee van “The day after tomorrow”, als de klimaatcatastrofe na New York ook naar ‘good old Europe’ komt.

Spooklicht

De uit het water oprijzende bergwand is de 120 kilometer lange muur van de Lofoten, die bestaat uit bergen van de verschillende eilanden van deze archipel. Tegen tien uur in de avond worden de passagiers aan land gespuugd. Moskenes ontpopt zich als een kleinood bestaande uit een kerkje, bonte houten huizen en kotters, ingeklemd door rotswanden als door een steeksleutel uit de gereedschapset.

Tijd om de motoren te starten en nog een paar kilometer weg te spoelen in het zadel van de BMW 1200 G S en de Kawasaki KLV 1000. In Moskenes zorgt de middernachtzon van 27 mei tot 17 juli voor een heldere hemel rondom de klok. Verder naar het noorden wordt die periode nog ruimer; op de Noordkaap loopt hij van 13 mei tot 29 juli. Wie kan en wil er dan aan slaap denken? In het vale licht werken de uitgestorven nederzettingen als na een aanval met neutronenbommen. In de spookachtige entourage brengen diephangende witte wolken een beetje beweging, die als overkokende melksoep over de bergruggen schuiven en dan in ultra- slow-motion in de volgende kom vallen, of zich op wonderlijke wijze weer terugtrekken. Ook een hoop wit in Å, de meest zuidelijke plaats op de Lofoten die via de weg te bereiken is. Als een schaapskudde staat daar een kolonie van campers op een kluitje.

Tijd voor ons om in de tent te duiken. Dankzij het allemansrecht (het recht om overal je tent op te zetten) is het zoeken naar een slaapplaats in Noorwegen eigenlijk heel eenvoudig. Evenwel maken de vele mooie plekjes kieskeurig: voor de eerste nacht op de Lofoten moet het een plaatsje op de eerste rij zijn, met fantastisch uitzicht op zee en middernachtzon. Maar hoe later de nacht, hoe bescheidener vandaag de eisen. Zo zijn we blij als we bij Sakrisøy een acceptabel weitje vinden, weliswaar een beetje schuin op de helling, maar mooi wel met uitzicht op de fjord.

Om 10 uur is de wereld weer in orde. Onder ons de Kirkefjord, die een beetje doet denken aan de Königssee bij Berchtesgaden in de Alpen. De vele bergen aan de oevers van de fjord kun je niet over het hoofd zien. Van alle indrukken dan maar de allermooiste: waterdamp die naar vers gezette koffie ruikt. Aan de andere kant van de weg ruikt het heel anders. Op houten droogstellages hangen bizarre viskoppen in lange rijen, de door het klimaat gemummificeerde resten van kabeljauw waarvan stokvis is gemaakt.

Alpien genieten

Op de eilanden van de Noordelijke IJszee is het overal mooi, op veel plaatsen zelfs bijzonder mooi. Zoals bijvoorbeeld in het Unesco-cultuurhistorisch monument Nusfjord. Rond de binnenhaven staat een paar dozijn pittoreske ‘rorbuer’, oude vissershutten op stelten, die inmiddels als edele vakantiewoningen worden verhuurd. Geen wonder dat aan het begin van de bebouwde kom van Nusfjord veel bussen parkeren en de toegang verboden is voor gemotoriseerd verkeer. Een mooie gelegenheid om de draaicirkel van de enduro’s te testen.

De door de tot 90 kilometer brede Vestfjord van het Noorse vasteland gescheiden Lofoten vormen samen met de ten noorden aansluitende Vesterålen een 300 kilometer lange keten van eilanden. Hoogste top is met 1266 meter de Møysalen. Aangezien de bergen direct steil uit zee oprijzen, hebben ze ondanks de relatief geringe hoogte een alpien karakter. Er zijn maar weinig bomen, die er waren zijn al lang omgehakt voor het maken van boten en huizen. De belangrijkste eilanden zijn door bruggen en tunnels met elkaar verbonden. In het zuid-westen ligt Røst, een archipel die uit 365 eilanden bestaat en een tehuis biedt aan een slordige 2,5 miljoen vogels. Dankzij de golfstroom kan de thermometer hier in de zomer boven de 30 graden stijgen, aan de vele stranden bereikt de watertemperatuur maximaal 20 graden. Maar mooi weer is niet gegarandeerd.

Precies 312 kilometer bestrijkt de “eilandsnelweg” E 10 van Å naar Tjeldsund bru, waar een brug terug naar het vasteland voert. E niet alleen voor Europaweg, maar ook voor extraklasse, ergbijzonder en excellent. Wie daaraan niet genoeg heeft, verlaat gewoon de hoofdweg en versterkt zodoende het plezier, niet in de laatste plaats omdat het er naast de E 10 vaak stoffig aan toe gaat op onverharde wegen.

Noch voorwaarts, noch achterwaarts kan een kudde schapen die in de buurt van Valberg aan het Vestfjord op zee in nood is geraakt. De dieren staan dicht op elkaar gedrongen op een minuscule zandbank, waaraan het zoute water likt. Een geluk voor de dieren dat ze zich aan de “tamme” zuidoostkant van de Lofoten bevinden en alleen natte ogen krijgen, voordat ze uit hun penibele situatie worden bevrijd. Een gezellig droog plekje vinden we even later in het Vandrerhjem van Stamsund. De okergele Rorbu-jeugdherberg is “surrounded by natural beauty”, zoals het zo treffend in de brochure staat beschreven. Snel de bagagerollen van de reismakkers laden en dan opnieuw gas geven.

Doel is het eiland Gimsøya om daar bij Kleivan de zon niet te zien ondergaan. Een hoogtepunt komt in Noorwegen zelden alleen en zo heeft Glimsøya nog meer te bieden: met paardenbloemen bezaaide weiden, als molshopen uit het water oprijzende rotsblokken, horizonten die met gegroefde bergketens zijn bezaaid en de met blauw-wit-grijze wolkenschilderijen versierde hemel. Dat alles wordt door de zon op stroboscoopachtige wijze aangefonkeld die, compleet onberekenbaar, een paar miljoen lux in de rondte strooit.

Vis

Terug in Stamsund krijgen we om middernacht op het terras van de jeugdherberg lekkere minestrone met lastige muggen voorgeschoteld. Als toetje nog een portie romantiek bij het uitzicht op de hemel en de baai. Het is goed voor te stellen hoe ooit Thor, vader van alle goden, in de Noordelijke IJszee de rotsen kapot sloeg en zo de Lofoten schiep, waarna hij de brokstukken rechtop zette om beter uitzicht te hebben op de scholen vissen.

Tussen januari en april trekt de kabeljauw uit de Barentszzee naar de Vestfjord om kuit te schieten. Tot in de jaren 50 liet hij daar het water borrelen en de kassa’s rinkelen, totdat genadeloze overbevissing zijn einde leek te betekenen. Vangquota lieten de visbestanden weer groeien. Tegenwoordig wordt per jaar 20 ton kabeljauw uit de zee gehesen. Die is rond de Lofoten en Vesterålen ongeveer 400 meter diep, samen met verwarmende golfstroom de reden waarom walvissen zich hier zo lekker voelen. Dat moesten ze vroeger overigens regelmatig met de dood bekopen. Inmiddels is de walvisindustrie wat vredelievender: walvissafari’s vertrekken met grote regelmaat uit Andenes, Kabelvåg of Henningsvær.

Een laatste ‘sit-in’ met Nescafe en muesli op de houten planken van de Rorbru-jeugdherberg, waarna de zuigers van de vette tweecilinders ons gestaag de nieuwe dag in katapulteren. Gas erop! Eerste bestemming is Henningsvær, dat in de reisgids wordt aangeprezen als ‘Venetië van het Noorden’. Alleen de weg erheen is al een voltreffer. De door de rots geblazen weg beweegt voort naar het zuiden tussen steile bergflanken en een turkoois gekleurde zee. Op het water zilverachtig glinsterende lichtreflexen, bonte vlekken lijken op het graniet van de machtige, bijna 1000 meter hoge Vågekallen te zijn gekladderd.

Je zou het bijna vergeten: de lol van het surfen op de koppelcurve en het nordic walken door de versnellingen. En in de nauwe doorgangen altijd goed op tegenliggers letten. In de namiddag landen we in Henningsvær. We verdoen daar veel tijd met het bestuderen van meeuwen, die vliegacrobatische territoriumgevechten leveren. Als alternatief is er het bezoek van de pub “Finnholmen Brygge”, maar daarvoor schijnt het nog te licht te zijn. Een slok uit de waterfles dan maar.

IJs op een stokje en de tank vol benzine zijn verkrijgbaar in de Lofotenmetropool Svolvær. Daar staat ook de grootste levertraanfabriek ter wereld. In het stadhuis van de 5000 zielen tellende gemeente herinnert een schilderij aan de Slag in de Trollfjord. In 1890 verdreven de nog met roeiboten werkende Lofotenvissres de moderne, van zinknetten voorziene trawlers uit de slechts 100 meter brede en twee kilometer lange fjord. De eerste strijd over de vruchten van de zee, tussen kapitaalkrachtige ondernemers en arme vissers. Na een beslissing van het parlement zijn zinknetten tot op heden verboden, maar alleen in de Trollfjord.

Offroad

Om 16.40 brengt de veerboot Fiskebøl-Melbu ons op de Vesterålen. Die eilanden komen mild en liefelijk over in vergelijking met de zigzaggende kantelen en kammen van de Lofoten. Ook niet slecht. Langs de Eidsfjord, een van de vele kandidaten voor ‘mooiste zeearm van Noorwegen’, drijven we de GS en de KLV vlot richting Nyksund. Weer zo’n onweerstaanbare tip uit de reisgids, die vervallen historie en de morbide charme van een spookstad belooft. Opnieuw is alleen de rit erheen al een voltreffer. De oevers dicht begroeid met een groen-gele zee van hoog gras, daarboven ook hier de krijsende meeuwen, waarvan de schreeuwen in de wind verwaaien. Bij Myre wordt de hemel bedekt met bruin-grijze zwaveldampen, daaronder goudglanzende vlekken op de zee. De landingspoging op spookstad Nyksund en dan over een piste van aangewalste leem, slingerend tussen Prestfjord en de uitlopers van de bijna 700 meter hoge Klotinden. Een prima gelegenheid voor de vette enduro’s om ook offroad in balans te blijven.

Nyksund staat voor een ingrijpende verandering. Huizen worden gerenoveerd, men bekommert zich zelfs al om gasten. Wij kiezen een dichtbij gelegen baai als kampeerplek. ‘s Nachts domineren het ruisen van de zee en het sissen van bierblikjes, de volgende morgen de nevels van Nyksund. Als het ontbijtbestek is ingepakt lacht de zon alweer. Op en neer, over de piste terug naar Myre. Het spelende kind in de motorrijder heeft pret voor tien, want de achtervering van de GS kan ook tijdens het rijden eenvoudig worden ingesteld. In Sortland genieten wij ‘s middags van twee warme halve kippen uit de supermarkt en aansluitend van de E 10 tot aan de brug over de Tjeldsund en weer naar het vasteland. Zit het erop? Vooruit, nog één toegift: de 720 langs de Asta-, Grov- en Gratangenfjord biedt 70 kilometers van de allerfijnste soort en is gesneden koek voor motorrijders, maar ook voor trage schapen en flinke visotters, die vaak plotseling het wegdek kruisen. Bij Gratangen splitst de weg zich: rechts via Narvik terug naar Bodo (of via de afslag naar Kiruna in Zweden), links naar de Noordkaap…

Informatie Lofoten

Algemeen: De eilandgroep van de Lofoten en daarop aansluitende Vesterålen ligt tussen Bodø en Tromsø voor de westkust van Noorwegen. Daarvandaan is de 300 kilometer lange keten van eilanden te bereiken via een brug in het noorden en via verschillende veerverbindingen in het zuiden. De vaak scherp getande van de Lofoten zijn weliswaar slechts 1000 meter hoog, maar ze stijgen direct uit de zee omhoog en hebben daardoor een indrukwekkend alpien karakter. Naast de traditionele visvangst speelt toerisme een steeds belangrijkere rol. Van de Noorse hoofdstad Oslo naar Bodø is de afstand ongeveer 1400 kilometer.

Middernachtzon: ‘s Zomers verdwijnt de zon ten noorden van de poolcirkel zelfs om middernacht niet achter de horizon. Het blijft dag en nacht licht. Hoe verder men naar het noorden komt, hoe langer de midzomernachtzon schijnt. In Bodø duurt deze periode van 8 juni tot 8 juli, op de Noordkaap van 13 mei tot 29 juli. Keerzijde van de lichtende medaille: ‘s winters duisternis rond de klok.

Reistijd: Voor motorrijders zijn juni tot en met augustus de beste maanden, eventueel ook september, maar dan zijn sommige toeristische faciliteiten al gesloten. In mei liggen nogal wat weggedeelten vaak nog onder een dik pak sneeuw en zijn dan afgesloten. Dankzij de warme golfstroom kunnen de temperaturen op de Lofoten ‘s zomers tot 30 graden oplopen. Het weer kan ook heel anders uitpakken: thermo- en regenkleding zijn daarom zeer aan te bevelen in de bagage.

Motorrijden: De hoofdwegen zijn zonder uitzondering geasfalteerd. Maar het wegdek op weg naar afgelegen oorden bestaat vaak uit steenslag of aangestampte aarde. Overtredingen van de maximumsnelheid op de rijkswegen van Noorwegen van 80 km/u kunnen een groot gat in de reiskas slaan.

Overnachten. Met de tent ben je het meest onafhankelijk onderweg in Noorwegen, speciaal ook in de lange nachten tijdens de midzomernacht. De tent mag vanwege het legendarische allemansrecht bijna overal worden opgezet. Alternatieven met een vast dak zijn de hytter die overal te huur staan, houten hutten voor 2-6 personen. Of op de Lofoten de rorbuer, tot vakantiewoningen omgeturnde vissershutten. Goedkoper dan de vaak dure hotels zijn de vandrerhjemen, jeugdherbergen die voor alle leeftijdsgroepen open staan. Op de Lofoten en Vesterålen zijn er in totaal zes van zulke overnachtingsmogelijkheden.

Prijzen: Betaalmiddel is de Noorse kroon. 100 NOK zijn ongeveer € 13,50. Noorwegen staat bekend als het duurste land van Europa. Een liter loodvrije superbenzine kost omgerekend bijna € 2,00.

Info: www.visitnorway.com; www.norwegen.no.

[sgpx gpx=”/wp-content/uploads/gpx/Lofoten.GPX”]

Jan Kruithof
Jan Kruithof
Rijdt al heel lang motor. Is niet zo geïnteresseerd in de motor zelf, maar wel in wat-ie kan. Sterke voorkeur voor allroads, maar hypernakeds zijn ook niet te versmaden. En natuurlijk classics vanwege de techniek én de aaibaarheid. Rijdt zo'n 40.000 km per jaar. Heeft drie motoren, waarvan één woon-werk. Bezit zelf geen auto.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen