donderdag 25 april 2024

Van lachertjes naar het beste pakket; de succesformule van Aleix Espargaró en Aprilia ontrafeld

Coureurs als Valentino Rossi, Jorge Lorenzo en Marc Márquez winnen altijd en overal, hoe anders is dit bij Aleix Espargaró. Hij had er maar liefst 283 Grand Prix-starts voor nodig! Het verhaal van Aprilia in de MotoGP is hieraan min of meer gelijk, maar toch kunnen ze met Espargaró zomaar wereldkampioen worden dit jaar. Hoe dit kan en waar het gaat eindigen? Tijd voor een grondige analyse.

Fotografie: 2Snap, Emil Bilars

Met Valentino Rossi, Casey Stoner, Jorge Lorenzo en Marc Márquez werd de MotoGP tussen 2007 en 2019 geregeerd door haast buitenaards goede coureurs en ook recente kampioenen Joan Mir en Fabio Quartararo zitten in de categorie bizar goed. Het contrast met Aleix Espargaró hierin kan haast niet groter. Jarenlang was hij een hardwerkende coureur, die onderdeel uitmaakte van het MotoGP-veld. Maar meer ook niet. En dan Aprilia… Drie tot vier jaar terug werden er grote vraagtekens gezet bij wat de kleine fabrikant uit Noale te zoeken had in de MotoGP en waarom ze niet lekker in het WorldSBK waren gebleven. Soms werden ze zelfs uitgelachen en ook daarin zitten er parallellen met Aleix. Aprilia bleef stug doorontwikkelen aan de RS-GP en dat deed Espargaró ook met zichzelf. Met succes, want na elf MotoGP-races dit seizoen gaat Aprilia Racing aan de leiding in het teamkampioenschap en staat Aleix tweede in het kampioenschap met 21 punten achterstand op Quartararo. Bovendien loopt Aprilia tegenwoordig voorop in de technische ontwikkelingen!

Om de huidige succesformule tussen Aleix en Aprilia beter te begrijpen, is het goed om in te zoomen op het verleden van de rijder en de fabrikant.

De geweldige inhaalactie van Aleix Espargaró in Assen, waarbij hij niet één, maar twee rijders passeert voor het aanremmen van de laatste Geert Timmer-bocht. Brad Binder en Jack Miller dachten al laat te remmen, totdat ze de Aprilia-coureur onderdoor zagen komen.

Broederliefde + meer gestructureerd werken = MotoGP-doorbraak

Aleix Espargaró kende een rumoerige beginfase van zijn carrière. Zijn eerste GP reed hij al in 2004, maar na een aantal Grand Prix-seizoenen in de 125cc en 250cc kwam Aleix in 2009 zonder plek te zitten, doordat het team dat hem had gecontracteerd zich plotseling terugtrok. Broertje Pol – die werd (en wordt) gezien als een groter talent – bracht uitkomst. Aleix: ‘Pol betaalde mijn salaris en nam mij mee naar de races. Dit zorgde ervoor dat ik datzelfde jaar mijn MotoGP-debuut kon maken als invaller.’ Dat deed hij bij Pramac Racing op Indianapolis en hij deed dat zo goed dat hij er een jaar langer mocht blijven. Vervolgens reed Aleix nog een jaar in de Moto2 om vervolgens terug te keren in de CRT en Open klasse van de MotoGP. Terugkijkend op die periode noemt Aleix zichzelf ongestructureerd, en is het Pol die zorgde voor meer stabiliteit: ‘Zijn Moto2-kampioenschap in 2013 heeft mij geholpen om mijn mindset te veranderen. Ik zag wat hij er allemaal voor deed en huilde als hij een duel verloor. Dit zorgde ervoor dat ik ook meer gestructureerd ging trainen en er alles aan ging doen om mijn doel te bereiken.’

Interview Piet, Jurgen en Zonta van den Goorbergh: Drie generaties in de TT

Aleix ging nog harder werken, waarbij hij zich vooral focuste op het wielrennen. De Spanjaard werd daarin zo goed dat hij tegenwoordig traint met bekende profwielrenners als Primoz Roglic en José Joaquin Rojas. Aleix had volgens hen zelfs profwielrenner kunnen worden! Na ook opvallend goede resultaten op het asfalt, met Forward Yamaha in 2014, ging de droom van Aleix in vervulling: hij kreeg een fabriekscontract bij Suzuki in 2015 als teamgenoot van Maverick Viñales. Aleix: ‘De eerste dag als fabrieksrijder was na de geboorte van mijn twee kinderen de mooiste dag uit mijn leven.’ Suzuki maakte in 2015 zijn comeback in de MotoGP en de Spanjaarden bleken een goed duo te zijn. Samen maakten zij de motor beter, waardoor Viñales, maar later ook Alex Rins konden winnen en Joan Mir in 2020 uiteindelijk wereldkampioen kon worden.

Maar Aleix moest heel hard blijven werken. Zo werd in 2016 Michelin de nieuwe bandenleverancier en hij kon daar niet aan wennen. Hierin is goed te zien dat Aleix niet een natuurtalent is, maar iets meer tijd nodig heeft dan de anderen. Samen met onder anderen Sete Gibernau bleef Aleix trainen om zijn hellingshoek te verhogen, iets wat gevraagd werd om met deze banden harder te gaan. De progressie kwam te laat, want Aleix werd bij Suzuki voor 2017 vervangen door Andrea Iannone. Een gênant detail: dit hoorde de Spanjaard niet van de teamleiding, maar van een aantal teamleden van Suzuki. Uiteindelijk bleek het echter allemaal perfect te passen, want zo belandde Aleix Espargaró uiteindelijk op een Aprilia, al was dat toen meer een straf dan een zegen…

– twee stappen + drie stappen = 1 stap vooruit

Aprilia was in 2015 teruggekomen in de MotoGP met zijn RS-GP. De Italiaanse fabrikant had nog weinig opvallende resultaten gescoord toen zij voor 2017 Aleix Espargaró aantrokken. Aleix: ‘Na 2016 dachten velen dat ik klaar zou zijn, maar ik geloofde in het Aprilia-project, alleen duurde het wel veel langer dan gedacht. In 2019 dacht ik er zelfs aan om te stoppen bij Aprilia en op zoek te gaan naar een andere uitdaging in bijvoorbeeld het WK Superbike. Ik was 29 jaar en ik kwam iedere maandag na een raceweekend huilend thuis. Mijn gezin maakte mij uiteindelijk wel gelukkig en dat heeft ervoor gezorgd dat ik bij Aprilia bleef. Daarnaast heeft ook het vertrouwen dat Aprilia mij altijd heeft gegeven een cruciale rol gespeeld.’

2019 Was ook het jaar dat Massimo Rivola werd aangetrokken als CEO van Aprilia Racing. Een opvallende keuze, omdat zijn achtergrond voornamelijk in de Formule 1 bij onder andere Ferrari lag. Dit bleek het begin van het succesverhaal. ‘De komst van Massimo zorgde voor een hele verandering binnen Aprilia. Daarvoor moest Romano Albesiano alles doen van ontwikkeling aan de motor, de organisatie binnen het team tot het praten met de sponsors. Dat is niet te doen’, aldus Aleix. Dat eerder Gigi Dall’Igna vertrok naar Ducati hielp uiteraard ook niet. Rivola zorgde voor meer structuur in het team. Aleix: ‘De Italiaanse gezelligheid bleef, maar we gingen net zo georganiseerd werken als de Japanners. Daardoor zijn we in mijn ogen het beste team in de paddock geworden. Daarnaast kon Romano zich focussen op waar hij goed in is: het ontwikkelen van de motorfiets. En dan zie je wat er kan gebeuren. Eind 2020 begon ik het licht aan het einde van de tunnel te zien. De 2021-motor was een compleet ander verhaal. Na de eerste test van dat jaar huilde ik in mijn helm, zo blij was ik met de motor. En nu in 2022 hebben we misschien wel de beste motor op de grid.’ Dat Aprilia veel minder last had van de ontwikkelingsstop in de MotoGP, een noodgreep door corona, speelt hierbij zonder twijfel ook een belangrijke rol.

Aleix Espargaró rijdt met nummer 41 vanwege Youichi Ui. De Japanner en Aleix hadden in de beginfase van hun carrière dezelfde manager. Daarnaast hielp Ui – die zelf twee keer vicewereldkampioen 125cc werd – hem zowel op als naast de baan met allerlei zaken.

Vertrouwen + stabiliteit = succes

Aleix is misschien wel de meest gepassioneerde rijder van het huidige veld. Wanneer de Spanjaard maar iets meemaakt onderweg of na een race, zal hij altijd pure emoties tonen. Ook durft hij zich uit te spreken over situaties richting het team, maar ook naar de wedstrijdleiding. Maar ondanks dat Aleix zelfverzekerd overkomt en in de MotoGP racet, is hij ook een mens van vlees en bloed. Net als ieder ander persoon presteert ook Aleix beter wanneer er vertrouwen in hem wordt uitgesproken. Aprilia en vooral Rivola zagen dit perfect, is Aleix van mening: ‘Massimo begrijpt mij en zorgt voor stabiliteit. Hij geeft mij zoveel vertrouwen door bijvoorbeeld altijd te zeggen dat ik kapitein van Aprilia ben. Hij wordt ook niet boos als er iets mis gaat, maar probeert mij altijd aan het denken te zetten. Ik krijg applaus van het team als ik na een race terugkom in de box. Zij hebben mij altijd behandeld als een Valentino Rossi of Marc Márquez. Ook toen het minder goed ging. Dat geeft zoveel vertrouwen, dat is onbeschrijfelijk.’

TT-Assen 2022: Interview Luca Marini

Aleix Espargaró heeft ook het hart op de tong als hij hoort dat zijn goede vriend Viñales het in 2021 niet naar zijn zin heeft bij Yamaha. Aleix pusht de Aprilia-leiding om met Viñales zijn management te gaan praten en het Italiaanse team weet uiteindelijk de Spanjaard aan te trekken. De Italianen konden snel schakelen, omdat testrijder Lorenzo Savadori op dat moment als tweede rijder fungeerde. Ondanks de komst van een MotoGP-winnaar, laat Aprilia gelijk duidelijk merken dat zij Aleix als kopman (kapitein) zien om de onderlinge verhoudingen duidelijk te maken. Achteraf een sterke zet van Aprilia wat ongetwijfeld meespeelt in het succesverhaal van 2022. Voor het huidige seizoen werd Aprilia een onafhankelijk fabrieksteam, nadat ze tot die tijd onder de vlag van Gresini Racing hadden gereden.

Overleggen + samenwerken = teamplayers

Toeval of niet, net nadat Viñales werd aangetrokken door Aprilia, pakte Aleix het eerste MotoGP-podium voor Aprilia op Silverstone. Vanaf het begin van 2022 kan Aleix met de besten mee en na elf races heeft hij naast één zege al vijf podiumplaatsen gescoord. Dat hadden er zeker één of waarschijnlijk zelfs twee meer kunnen zijn, wanneer Aleix in Barcelona niet één ronde te vroeg was gestopt en in Assen Quartararo niet was tegengekomen. Ook zien we het vertrouwen dat Aprilia in hun rijders heeft dit jaar voor de Grand Prix van Mugello terug, waar bekend werd gemaakt dat beide rijders hun contract tot eind 2024 hebben verlengd. Van Espargaró niet verrassend, maar van zijn teamgenoot wel, die op dat moment slechts één keer zevende is geworden. ‘Qua racetempo verschillen Maverick en ik niet veel, maar hij moet alleen nog iets beter worden met een verse band’, gaf Aleix toen al aan. Toch lijkt het vertrouwen van Aprilia zich opnieuw uit te betalen, gezien de recente progressie van Viñales en zijn podiumplaats in Assen. Ook is het samenwerken van de twee teamgenoten een kracht geworden. De twee rijders overleggen veel en motiveren elkaar in de box, maar ook op de baan steunen ze elkaar. Mugello was een mooi voorbeeld waar Viñales een bijdrage leverde aan het podium van Aleix. In de trainingen had Aleix het in een paar bochten moeilijk, maar door Viñales te volgen vond hij de oplossing en pakte in de race een derde plaats.

Viñales is ondertussen zelfs zo snel dat hij wellicht nog een rol kan spelen in de strijd om het kampioenschap. ‘Ik zal Aleix zeker helpen in de races als dat nodig is. Ons doel is om Aprilia wereldkampioen te maken’, vertelde Viñales na de race in Assen. Quartararo kan van zijn teamgenoot Franco Mordidelli waarschijnlijk weinig tot geen hulp verwachten in de resterende races, dus daarin heeft Aprilia wel een voorsprong. Maar nog steeds belangrijker: in de tussenstand heeft Quartararo 21 punten voorsprong op Aleix met nog negen races te gaan. Vanaf 2023 zal Aprilia zelfs vier motoren op de grid brengen, wanneer RNF Racing het satellietteam wordt. Maar in de tweede seizoenshelft van dit jaar gaan we eerst zien of de succesformule tussen Aleix en Aprilia gaat leiden tot een unieke wereldtitel.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen