dinsdag 23 april 2024

Triumph Speed Twin 1952 en 2020 – Oud & Nieuw

Er zit op een haar na een halve eeuw leeftijdsverschil tussen de Triumph Speed Twin 1952 en de 2020 versie. Het is overduidelijk familie, maar er gaapt ook een immense generatiekloof tussen dit duo. De ene Speed Twin is een werkpaard, de ander een luxebeestje.

Laten we eerst maar direct een eind maken aan de onzekerheid wie van de twee het werkpaard en wie het renpaard is. De verwarring is begrijpelijk: hier staan toch gewoon twee prachtige luxebeestjes naast elkaar opgesteld? De ene een beeldschone klassieker, de ander een fraaie retro. Om de vraag te beantwoorden gaan we 48 jaar terug. Toen stond de Speed Twin als commuter in de boeken. Werkpaard dus. Dat kan die nieuwe onmogelijk zeggen. Al begon de carrière van de eerste Speed Twin ook niet als werkpaard, integendeel zelfs.

Pikorde

Bij zijn introductie in 1937 op de National Motorcycle Show was de Triumph Speed Twin een sensatie. Stampende eencilinders domineerden sinds mensheugenis de motorwereld en plotseling stond deze elegante halveliter twin- zie ook pagina 74 – in de schijnwerpers. Ontwerper Edward Turner was wel zo slim om de revolutionaire motorfiets een vertrouwd voorkomen te geven. Vanaf de zijkant is de Speed Twin net een eencilinder om geen kopers af te schrikken.

Triumph Speed Twin 1952

Ten opzichte van de gangbare mono’s had de twin alleen maar voordelen. Trillen deed hij veel minder en tegelijkertijd was hij krachtiger en soepeler. Dat kwam in 1937 niet als een verrassing. Andere fabrikanten produceerden eveneens twee- of zelfs viercilinders, maar de Speed Twin was in tegenstelling tot die exoten voor iedereen bereikbaar. Toch was het weldegelijk een raspaard.

Dat de Speed Twin afgleed naar de rangen van werkpaard, klinkt dramatischer dan het in werkelijkheid is. In de jaren na zijn introductie deed de motorfiets telkens simpelweg een klein stapje terug als Triumph een nieuw model uitbracht. De Speed Twin werd ingehaald door de sportievere Tiger- en Bonneville-modellen. Dat die gebruik maken van hetzelfde tweecilinder blok verraadt dat het met de basis van de Speed Twin altijd goed heeft gezeten. Het is ook niet meer dan logisch dat je in de pikorde naar beneden schuift als je van 1937 tot en met 1966 in productie bent.

De huidige Speed Twin gaat zoveel jaren nooit redden. Fabrikanten nemen tegenwoordig makkelijker afstand van modellen en het is maar de vraag of retro ‘here to stay is.’

Korea-oorlog

Even los van het leeftijdsverschil, begonnen deze motorfietsen hun leven compleet anders. Het oudje is een oorlogskindje. In 1952 waren chroom en nikkel schaars door de Korea-oorlog en daarom spoot Triumph het chroomwerk lekker pragmatisch met zilververf en het stuur simpelweg in de rode kleur van de motor.

De huidige Speed Twin is al vanaf zijn geboorte verwend met de mooiste spulletjes. Dat trommelremmen evolueren naar schijfremmen is logisch. Hetzelfde geldt voor een halveliter-blok dat met de jaren groeit naar 1200cc. Natuurlijk is het verwende nest sneller en beter, maar het is ook gebouwd in een tijd dat het niet op kan en dat zie je er aan af. Dit is geen werkpaard, nooit geweest ook. Dit is een hippe vogel voor plezierritjes.

Oud & Nieuw: Yamaha XT600Z Ténéré vs Yamaha Ténéré 700

Deze 52’er Speed Twin heeft de instelling van de nieuweling gekopieerd en maakt vooral plezierritten. Toch heeft eigenaar Jan Verhoeven in de afgelopen 28 jaar ruim dertigduizend kilometer op de Brit gezet. Met hoogwaardige tweecomponentenlak hielp Verhoeven de Speed Twin van zijn oorlogstrauma af. Alles glanst je tegemoet en niets doet denken aan de chroom- en nikkelschaarste ten tijde van zijn geboorte.

Kijk goed en je ziet ondanks de totaal verschillende afkomst ook volop overeenkomsten tussen het oudje en de nieuwkomer. Al decennialang heeft Triumph oog voor details. Edward Turner hield van strakke motorfietsen en dat leverde onder meer de nacelle op. Uit de karakteristieke bekleding van de koplamp steken twee kabels en dat is het. De rest is keurig weggewerkt. Bij de nieuwe Speed Twin is dat niet anders. Kilometers bekabeling zijn uit beeld gemonteerd en je moet goed je best doen om te zien dat het ding watergekoeld is.

Geen demping

Lekker retro heeft de 2020 Triumph Speed Twin stereoschokdempers. Zouden ze in Hinckley puur voor de grap de oplossing uit Meriden hebben overwogen? De 52’er heeft namelijk de beroemde, maar vooral beruchte verende achternaaf. Het concept is verguisd, maar Verhoeven is eraan verknocht. Op kleine hobbels werkt het systeem goed, maar bij grotere prijst hij zich gelukkig met het zweefzadel. En het rijgedrag? ‘Het systeem heeft alleen vering en geen demping. Dan hoef ik niets uit te leggen over wegligging.’

De 2020-Speed Twin heeft de wegligging wel prima voor elkaar. Hetzelfde geldt voor de Brembo-remmen die zelfs overbemeten aanvoelen voor een retro. Van zo’n remwerking kunnen de iele remtrommels van de klassieker slechts dromen. Andersom geldt dat voor het gewicht. Het is onvoorstelbaar hoe licht en klein de 52’er in vergelijking met de moderne Speed Twin is. De sensatie van 1937 komt 83 jaar later over als een Zündappje. De zithouding ook.

Deze twee motoren hebben Britse roots, beschikken over een historisch correcte staande tweecilinder en zijn erg fraai. Alleen is de ene een fiets voor de gewone man die er zijn dagelijkse ritten mee maakt en de ander exclusief speelgoed. Ergens heb ik het idee dat ik daar ergens iets van moet vinden. Dat de eerste sympathieker is. Zoals iemand die vroeger op een XT’tje de monsterrally Parijs – Dakar uitreed, leuker is dan multimiljonair Frits van Eerd die in een luxe bak dezelfde prestatie levert. Alleen vind ik er niets van dat dit de verre nazaat van een commuter een luxebeestje is. Het is zoals het is. Zolang je zo mooi als dit bent, kom je er mee weg.

Triumph Speed Twin 1952

Wat kost de Triumph Speed Twin 1952?

Het vinden van een lelijke Speedtwin uit de jaren 50 valt vandaag de dag niet mee. Je moet eerder denken aan een onderdelenproject. De hele motor, al dan niet compleet, in dozen. De hoeveelheid beschikbare originele onderdelen bepaalt de prijs. Lastig te vinden onderdelen – en dus peperduur – zijn: spatborden, benzinetank, olietank, gereedschapskast en snelheidsmeter. Als je niet voor origineel gaat, vind je heel soms iets rond de € 4.000,-. Een beetje netter zit je gauw rond de € 6.500,-. Een supernet exemplaar als in deze reportage kost 10 mille of zelfs hoger.

Waar op letten bij aankoop?

Triumph-blokken zijn betrouwbaar, maar nog wel eens kapot gesleuteld. Een goed gereviseerde Triumph kan jaren mee en is niet ingewikkeld te onderhouden, maar een beetje technische kennis is prettig. Als je een Speed Twin wilt aanschaffen, geldt altijd het advies; neem iemand mee die er iets meer van weet. Motorisch blijft het een motor van ruim zestig jaar oud. Je kunt natuurlijk altijd informatie inwinnen bij de Triumph Owners Club Nederland (TOCN) waar enorm veel kennis zit gebundeld. De club is de veilige haven voor oude en nieuwe Triumphs. Leden krijgen tweemaandelijks het onvolprezen clubblad Tiger en kunnen deelnemen aan treffens en toerritten. Zie voor alle informatie en inschrijven: www.triumphownersclub.nl. Parkeer de illusie dat jouw toekomstige Speed Twin lekvrij is bij het oud vuil. Een beetje olielekkage was in die tijd de normaalste zaak van de wereld en daarmee moet je leren leven. Met de huidige techniek is het binnen de perken te houden, maar niet helemaal te voorkomen. Koop je een model met magneetontsteking? Rij de motor dan goed warm en kijk of deze na uitzetten weer wil starten. Zo niet, dan moet je magneet onderhanden genomen worden.

Onderdelensituatie Triumph Speed Twin

Onderdelen zijn over het algemeen goed verkrijgbaar. Het meeste wordt weer speciaal gemaakt. Plaatwerk is wel lastig te vinden. Ace Classics heeft vrijwel alles voor de Pre-Unit Triumphs voor 1963. Nederland kent ook verschillende leveranciers voor Engelse motoronderdelen, maar voor Pre-Unit Triumphs kun je het beste terecht bij Mr.Jim Motoren in Castricum of bij Peter’s Classic Bike Parts.

Ad van de Wiel
Ad van de Wiel
Als kind verslond ik al de motorboekjes van mijn vader. Meer dan veertig jaar later is de liefde voor de motorfiets nog net zo groot. Natuurlijk ga ik mijn hele leven al autoloos door het leven, laat mij maar 365 dagen per jaar motor rijden. Of 565, maar dat kan niet.

GEBRUIKERSSCORE

Ben jij eigenaar van dit type en jaartal motorfiets? Doe dan mee met de gebruikersscore. Vul onderstaande velden in zodat andere geïnteresseerden nog meer informatie hebben voor dat ze eventueel tot aankoop overgaan.

Deel jouw ervaring met dit model met andere motorrijders

Motorblok
Stuureigenschappen
Vering en Demping
Remmen
Comfort
Afwerking
Uitrusting
Verbruik
Prijs/Kwaliteit

Gebruikers die hun ervaring hebben gedeeld (0)

Er zijn nog geen ervaringen van eigenaren/gebruikers van deze motor.

Laatste Artikelen

Gerelateerde artikelen