woensdag 9 juli 2025
Home Blog Pagina 113

Lewis Hamilton en MotoGP: Mogelijke samenwerking met KTM in 2025

0
Lewis Hamilton (foto: ANP)
Lewis Hamilton (foto: ANP)

Lewis Hamilton, de zevenvoudig wereldkampioen Formule 1, overweegt een investering in het MotoGP-team van KTM. KTM kampt met financiële problemen en heeft onlangs de ontwikkeling van hun MotoGP-motoren stilgelegd. 

Pit Beirer, hoofd van KTM’s motorsportafdeling, bevestigde gesprekken met Hamiltons management: “Het is geen geheim dat Lewis Hamilton interesse heeft in MotoGP en nadenkt over een eigen team. Er zijn concrete gesprekken gaande.”

Een mogelijke uitdaging is de sponsorrelatie; KTM werkt nauw samen met Red Bull, terwijl Hamilton verbonden is aan Monster Energy. Beirer stelt echter dat dit geen obstakel vormt in de huidige onderhandelingen. Daarnaast is er al rumoer dat Lewis Hamilton, die in 2025 als coureur bij Ferrari zal aantreden, zich voorbereidt om zijn langdurige samenwerking met sponsor Monster Energy te beëindigen.

Hamilton heeft eerder interesse getoond in MotoGP en werd eerder dit jaar in verband gebracht met een mogelijke overname van het Gresini Racing-team. 

Hoewel er nog geen definitieve overeenkomsten zijn, zou Hamiltons betrokkenheid bij KTM een significante impact kunnen hebben op zowel het team als de MotoGP-competitie in het algemeen.

Bronnen: TalkSport, The Race
Foto: ANP

Triumph Thruxton 400: nieuw model voor 2025?

0

Triumph werkt aan de Thruxton 400, een motorfiets die het 400cc-segment moet versterken. Recentelijk is hij gespot in India, vrijwel in definitieve vorm. De Thruxton 400 deelt veel onderdelen met de Speed 400 en Scrambler 400X, maar heeft ook invloeden van de Thruxton 1200 met een sportieve uitstraling.

Het stalen buizenframe, 17″ wielen en een voorvork met upside down maken het ontwerp klassiek. Verwacht wordt dat de motor dezelfde specs heeft als de Speed 400, met een 398cc-eencilinder die 40 pk levert. De komst naar de Lage Landen roept nieuwsgierigheid op, gezien de groeiende belangstelling voor kleinere motoren.

2024 terugblik: Collin Veijer eerste Nederlandse podiumplaats tijdens de TT Assen sinds 1994

0
Collin Veijer Assen 2024

Het scheelde slechts een halve wiellengte of Collin Veijer had zijn eigen GP op ‘ons’ Assen gewonnen. De 19-jarige Staphorster kreeg het Nederlandse publiek daarmee wel op de banken, maar zorgde ook voor een heftige crash in de kwalificatie, reed vervolgens een ijzersterk Moto3-race en scoorde met zijn tweede plek de eerste Nederlandse podiumplaats tijdens de TT Assen sinds 1994. ‘Het was een mooie show denk ik’, zei Collin na afloop. Dat was het zeker!

TT Dagboek Collin Veijer: 0,012 seconde verwijderd van een historische TT-zege

Foto: ANP

Dwars door Noorwegen: motortrip naar de Noordkaap

2
roadtrip Noorwegen

Mythische bestemmingen en motorrijders: het zijn twee handen op één buik. We beschouwen elke verre uithoek, extreme punt, hoogste top of laagste dal als perfecte aanleiding om onze tweewieler op te blinken, de koffers aan te binden en op avontuur te trekken. En zo komt het dat ik na een stevige voorbereiding en maandenlang reikhalzend uitkijken op een vroege zaterdagochtend gepakt en gezakt de eerste versnelling aantik, bestemming Noordkaap.

Etappe 1: Antwerpen – Kiel – Oslo

It’s not about the destination, it’s about the journey. Een waarheid die klopt als een bus als je met de motor een mystieke bestemming als de Noordkaap opzoekt. Maar vooraleer die journey echt memorabel begint te worden, moeten we toch eerst kilometers vreten. Reisgezel Joris zal de trip ondernemen met een Moto Morini X-Cape 650 uitgerust met de driedelige kofferset. De X-Cape heeft – behalve een toepasselijke titel voor deze onderneming – z’n plaats als oerdegelijke, betaalbare allroader intussen opgeëist in dit drukbezochte segment. Geen overdreven kracht of bijzonderheden, gewoon souplesse, veelzijdigheid en comfort. Ik krijg voogdij over de Suzuki GSX S1000GX sport-touringmotor uitgerust met het Touring-accessoirepakket. Voorzien van makkelijk hanteerbare power, een droom van een automatische ophanging en een comfortzadel. We spreken voor vertrek alvast af dat ik nooit zelf mag beginnen over zadelpijn.

Twee verschillende karakters, dus (en dan doel ik vooral op de motoren), maar met hetzelfde doel. De snelweg brengt ons opvallend vlot vanuit het mondaine Ekeren tot aan het Duitse Kiel. Daar betreden we ’s anderendaags omstreeks 14u het autodek van de Color Fantasy: ’s werelds grootste cruiseschip dat ook voertuigen kan vervoeren. Dankzij deze strategie vermijden we een flink aantal uren aan saaie kilometers, staan we de volgende ochtend meteen in Noorwegen én hebben we meteen een overnachtplek. Win-win-win. Helaas was dat laatste niet van toepassing tijdens het obligatoire casinobezoek aan boord van het schip. Maar goed. Een biertje op het zonnedek, een cocktail met een magnifiek uitzicht op de ondergaande zon en een laatste blik op de reisplannen doen ons alleen maar nog meer zin hebben in wat gaat komen. Tijd om de kajuit op te zoeken.

De Color Fantasy brengt ons meteen naar Oslo. Nu begint de reis écht.

Nieuwe veerverbinding Eemshaven-Noorwegen onderzocht

Etappe 2: Oslo – Bergen – Geiranger

Eens aangemeerd in Oslo, rijden we zonder omkijken naar Bergen. Het eerste deel van deze etappe leidt ons door een landschap dat we nadien eigenlijk niet meer zullen tegenkomen. Waar we de komende dagen om de oren zullen geslagen worden met staalblauw fjorden en machtige watervallen, brengt deze weg ons over plateau’s en door de bergen naar, wel, Bergen.

Al staat ons onderweg wel een wake-up call te wachten. Na een ruime bocht zien we plots enkele auto’s stilstaan op de weg met naast de weg een stomende Tesla met de airbags open geplooid en het koetswerk naar binnen. De wagen was slechts ettelijke minuten voor onze passage in de berm beland. De inzittenden, twee jonge kinderen en hun grootouders, waren nog maar net bevrijd met de hulp van omstaanders. De ogenschijnlijk rustige bergpas stond al snel vol met auto’s en passanten die hielpen waar kon, en omdat onze aanwezigheid iets te hard op ramptoerisme begon te gelijken besluiten we om door te rijden. Aan halve snelheid, weliswaar.

Etappe 3: Bergen – Geiranger

Ter hoogte van Bergen gaat onze route nu écht noordwaarts. En daarmee begint ook het ferryhoppen. Autoferry’s moeten zowat de belangrijkste variant van openbaar vervoer zijn in west-Noorwegen, en gelukkig betekent dat ook dat het hele overzetbotensysteem bijzonder soepel verloopt. Zeker in het eerste deel van de trip moeten we nooit meer dan 20 minuten wachten op een overzet. Bovendien mogen we meestal de wachtende campers voorbijsteken – al is dat afhankelijk van het humeur van de ferry-medewerkers. Via de app FerryPay hebben we op voorhand onze nummerplaten ingegeven, zodat elke vaart achteraf gefactureerd wordt en je aan boord je betaalkaart niet telkens moet bovenhalen.

Tijdens een van de overzettochtjes slaan we een praatje met een Noorse collega-motorrijder. Na de standaard “Where’re you from-babbel, vertellen we hem over onze plannen de komende dagen. “You’ve heard the news about Trollstigen, right?”, vraagt de man ons. “Hoezo?”, is op ons gezicht af te lezen. Blijkbaar is de befaamde Trollenweg, een toeristische route langs indrukwekkende uitzichtpunten en met als apotheose een steile kronkelweg met 11 haarspeldbochten, erg recent afgesloten voor alle verkeer. Door meerdere rotsverschuivingen besliste de overheid omwille van veiligheidsredenen de route af te sluiten voor de rest van het jaar. Damn. Deze legendarische motorweg stond natuurlijk bovenaan onze must do’s tijdens deze trip. We plotten tijdens de rest van de vaart een alternatieve route uit. Dat is snel gebeurd – er is er maar één – dus we rijden opnieuw even enthousiast als voordien de ferry weer af.

Vervolgens brengt onze route ons langs de Gamle Strynefjellsvegen. Deze historisch belangrijke weg (weetje: Gamle is Noors voor “oud”) is een echte toeristenroute, want je vermijdt hiermee de moderne en snellere maar saaiere tunnelweg. In de plaats rijd je (zelfs in juni) langs zomerse sneeuwhoopjes en krijg je een prachtig uitzicht over meertjes en watervallen. Bovendien word je als motorrijder getrakteerd op leuke bochten en uitdagende gravel. Kolfje naar de hand van de X-Cape. De GSX S1000-GX is op papier minder in z’n sas op zulke ondergrond, maar laat zich – zelfs volgepakt – allerminst uit z’n lood slaan.

Toertocht Italië: geweldig motorrijden in Toscane

Van het ene hoogtepunt naar het andere – letterlijk. Want deze weg eindigt ongeveer waar je kan afdraaien richting de Dalsnibba: een bergweg die je naar een hoogte van 1.500 meter brengt tot op een onwaarschijnlijk uitzichtpunt op het Geirangerfjord. “Klinkt mooi.”, hoor ik jullie luidop denken. “Maar waar zijn de foto’s?”, Wel, eens we de start van de Dalsnibba indraaiden werden we verwelkomd door een tolpoort en de mededeling dat we 170 Noorse kronen (zo’n kleine 15 euro) per motorfiets mochten ophoesten om door te mogen. De vele (gratis) uitzichtpunten en overige prachtige natuur en dito wegen die ons nog te wachten stonden in het achterhoofd, leek het ons niet de moeite. Mogelijks een vergissing, maar eerlijk gezegd waren we het al snel vergeten. Temeer door het ongelofelijke decor dat onze weg naar Geiranger sierde en waardoor we ons in het videospel Red Dead Redemption waanden – op een stalen ros, weliswaar. En met minder bandieten en vrouwen van lichte zeden in de struiken. En minder beschonken.

Eens in de buurt van Geiranger wordt het tijd om onze tenten op te zetten. We rijden langs een aantal prachtige, enorme tuinen die uitkijken op het water. De ultieme tentplek-voor-een nacht, daar zijn we het meteen over eens. In de Scandinavische landen geldt het allemansrecht, wat voorschrijft dat je zelfs op particuliere grond voor één nacht je tent mag opzetten in de natuur. Eén van de voorwaarden, echter, is dat je minstens 70 meter verwijderd moet blijven van woningen, en liefst ook toestemming krijgt van de eigenaar. Daarom bellen we aan bij enkele huizen om toestemming te vragen. De derde eigenaar die we de vraag stellen, een iets oudere man, ziet er geen graten in, dus we rijden opgewekt zijn tuinpad op en zoeken een geschikt plaatsje. Niet veel later zien we in de verte een jong koppel-met-hond dat enigszins driest naar ons toe komt gewandeld. Het wordt al snel duidelijk dat ze niet zo blij zijn om hier motorfietsen te zien, maar alleszins hebben we toestemming van de eigenaar, toch? Niet dus. Het jonge koppel blijkt de echte eigenaar van de grond te zijn, en de oudere heer die we aanspraken de vader van de jongeman. Die was blijkbaar gewoon toevallig op bezoek, en vond het wel lollig om ons op bezoek te hebben. Zoonlief blijkbaar iets minder. Een vorm van Noorse humor? Of een oprecht misverstand? Alleszins, geen tijd meer om een nieuwe wildkampeerspot te vinden, dus rijden we braaf verder naar een camping.

Etappe 4: Geiranger – Trondheim

De weg naar Trondheim is bezaaid met ellenlange tunnels – zelfs met rotondes erin – en fraaie bruggen. We rijden via de Atlantic Road en de befaamde glooiende Storseisundet-brug richting Kristiansund en vervolgens Trondheim. Daar verblijven we wat langer om even rust in te lassen. We nemen er intrek in een Airbnb beheerd door enkele Noorse studenten om eens een deftig bed en een wasmachine te hebben na enkele dagen kamperen – geen overbodige luxe.

Trondheim zelf verrast ons. Het is er aangenaam zonnig en omdat het weekend is, bruist het Noorse hipsterstadje met livemuziek en een marktje met streekproducten. De elandenworst die we niet konden laten liggen zag er goed uit, maar z’n smaak was het helaas niet. Tijdens deze onvoorziene citytrip plotten we op een zonovergoten terrasje, en in het gezelschap van een – uiteraard – veel te dure pint, de rest van onze route meer in detail.

Etappe 5: Trondheim – Tjøtta

We nemen afscheid van Trondheim en zetten koers richting het Hoge Noorden. In plaats van de snelle maar weinig spannende E6-snelweg, doen we dat via Route 17. Of meer sprookjesachtig: Kystriksveien, wat zich laat vertalen naar Kustweg. Absoluut een must als je deze trip onderneemt. Een 650 kilometer lange, perfect onderhouden en kronkelende weg vlak naast de Noorse zee. Je rijdt er langs vissersdorpjes en hun magnifieke witte zandstranden, door bossen en over bruggen en langs fjorden en bergen die in geen woorden of foto’s te bevangen zijn. We kijken ons de ogen uit het hoofd, en de gesprekken via ons Cardo-communicatiesystemen gaan niet diepgaander dan “Wauw” en “Kijk daar!” en “Zie die waterval eens”.

Met maar liefst zes overtochten op twee dagen bereikt het ferryhoppen hier een hoogtepunt. De boottochtjes zijn telkens een uitgelezen gelegenheid om even uit te rusten en wat te eten.  De uitgestrekte gebieden tussen de ferrykaaien door zijn dan weer de perfecte omgeving om optimaal het allemansrecht te genieten. Het lijken wel eilandjes. Wanneer de avond valt zetten we in de buurt van het dorpje Tjøtta de motoren aan de kant en gaan te voet op prospectie in een weide. Het is regenachtig, maar we vinden een perfecte heuveltop om onze tenten op te zetten: beschut onder de bomen buiten het bereik van mogelijke stroompjes door de regen. Maar geraken de motoren er wel… Slechts één manier om het te ontdekken. Om de heuveltop te bereiken moeten we eerst een redelijk diepe gracht door en vervolgens over het natte gras naar boven rijden. Ook hier: het ideale terrein voor de X-Cape, die er dankzij z’n hoge veerweg en robuuste allroadbanden fluitend doorheen komt. Tijd om de sport-tourer uit z’n comfort zone te halen. Ik neem een korte aanloop over het asfalt en rijd de gracht schuin in, in het spoor dat de Moto Morini voor me prepareerde. Het natte gras doet de straatgerichte achterband even doorspinnen, maar die vindt gelukkig snel weer voldoende grip. Zonder aarzelen en in een constant tempo rijd ik verder de heuvel op en verbaas ik me over de GSX-S1000GX en hoe lichtvoetig die zich blijft gedragen. Zelfs aan lage snelheid, volgepakt met bagage en op een uitdagende ondergrond.

Eens boven zetten we onze tenten op naast de motoren. De afgelopen dagen werden we verwend met uitzonderlijk mooi weer. Deze avond, daarentegen, verdringen regenwolken de zon. We laten het niet aan ons hart komen. Zeker niet omdat we plots het bezoek krijgen van een kudde schapen die poolshoogte komt nemen van de vreemde bezoekers op hun territorium. De confrontatie blijft gelukkig bij argwanende blikken (dat geldt voor beide partijen) waardoor we met een min of meer gerust gemoed de slaapzak inkruipen.

Van de Noordkaap naar de Zuidkaap: 30.000 km in het zadel

Etappe 6: Tjøtta – Bodø

Ik zou willen zeggen dat we bij het krieken van de dag onze weg verderzetten, maar dat gezegde past in deze regio eigenlijk niet. In de zomer is er hier in het hoge noorden namelijk àltijd zonlicht, waardoor de dag aldus 24 uur lang blijft krieken. Alleszins: we ruimen de natgeregende tentjes en ons afval op en rijden verder langs onze intussen geliefde Route 17. Tijdens de ferry-overtocht tussen Kilsboghamn en Jektvik varen we officieel de noordpoolcirkel (Arctic Circle) binnen. Niet dat het eindpunt al binnen handbereik is: een blik op Google Maps leert ons dat het via onze route nog zeker 1.300 km rijden is tot aan de Noordkaap.

Aan de ferrykaai van Jektvik houden we een koffiestop in een lokaal winkeltje. Een fietstoerist lijkt problemen te hebben met zijn betaalkaart bij het afrekenen van z’n ontbijt en geraakt duidelijk wat geënerveerd. In de hoop goede karmapunten te scoren voor de rest van de reis, stel ik voor om hem zijn koffie en ontbijtkoek te trakteren, waar de man dankbaar op ingaat. We geraken aan de praat en zo leer ik dat de beste kerel eigenlijk een waanzinnige trip aan het maken is: een hele tijd geleden vertrok hij met zijn fiets in Sicilië aan het meest zuidelijke puntje van Italië met als doel: de Noordkaap. Hij had geen bijzonder uitgestippeld plan, en geen concreet schema. De ultieme vrijheid. Zijn route bracht hem onder andere door Brussel en wielermekka Oudenaarde, en nu was zijn eindpunt eindelijk in zicht – of toch bijna. De Italiaan was er niet rauwig om dat z’n queeste bijna ten einde was, zoveel was duidelijk. We nemen afscheid en vervolgen op onze respectievelijke tempo’s onze weg naar Bodø.

Helaas volgt de regen ons ook. Mijn Vanucci-regenpak en laarzen bieden uitstekend weerwerk en houden mijn motorpak en voeten kurkdroog en mijn lichaam warm. Maar wanneer we een plek voor de nacht zoeken, lijkt het er echter op dat de regen – alweer – niet meteen zal stoppen. De meeste van onze spullen zijn nog doorweekt van de vorige nacht. Het vooruitzicht op algemene klammigheid en gedoe met het opzetten van de tentjes in een stortbui maakt ons niet meteen warm. Gelukkig bieden de meeste campings in de regio trekkershutjes aan die voor een erg schappelijke prijs droog onderdak bieden. Piepklein, maar op z’n minst voorzien van een kleine keuken en een bed. En een dak. We zijn snel overtuigd. Het blijft vakantie, nietwaar! Het biedt ons ook de kans onze natte spullen een nachtje te laten luchten. Kwestie van de komende dagen ons goed humeur niet te verliezen.

Etappe 7: Bodø – Alta

De allerlaatste Noorse ferry wacht ons ’s anderendaags in de namiddag op in Bodø. Het is een lange vaart deze keer, want de aankomst ligt in Moskenes. Dat is één van de meest zuidelijke dorpjes van de Lofoten. De bekende eilandengroep heeft de reputatie wondermooi en onmisbaar te zijn in een roadtrip door Noorwegen. En de geruchten blijken te kloppen. Niets is te vergelijken met het landschap dat dit stukje Noorwegen ons biedt. We hebben hier een extra dag uitgetrokken waarbij we de motoren even geparkeerd laten en we de tijd kunnen nemen de natuur te voet op te nemen. We beklimmen een wandelroute van 3.000 treden die ons trakteert op een werkelijk onbeschrijflijk uitzicht over de Lofoten. Het is een stralende zomerdag, wat zorgt voor een helder overzicht van de verschillende eilanden. Een jaloeziewekkend schouwspel. Hoezo kan één land al deze natuurpracht behelzen?

’s Anderendaags is het tijd om de regio weg met de motor te verkennen. De leuk kronkelende route brengt ons van het ene feeërieke decor naar het andere, en we komen ogen te kort om alles goed in ons op te nemen. Aan een bocht zien we een groepje wandelaars en fietsers staan, turend naar de zee. Dat kan maar één ding betekenen. We parkeren de motoren en kijken mee naar de horizon. En inderdaad: in de verte zien we de onmiskenbare rugvinnen van een school orka’s af en toe het wateroppervlak doorbreken. Met vier zijn ze, denken we. Op zoek naar lekkers in de baai van één van de vele vissersdorpjes. Het duurt niet lang of we zien een toeristisch bootje hun kant uitkomen om de dieren van naderbij te kunnen bekijken. Onze motoren hebben vooralsnog geen waterski’s, dus wij zullen de rest met onze verbeelding moeten invullen.

Voor we het goed en wel beseffen, liggen de Lofoten al achter ons. We volgen verder de enige route naar het noorden. De komende dagen is het kwestie van kilometers branden. Het landschap blijft even indrukwekkend, maar wordt eentoniger. Het is vreemd, maar zelfs overweldigende natuurpracht went, blijkbaar.

Etappe 8: Alta – Noordkaap

De laatste stop voor ons ultieme einddoel bevindt zich in Alta. Daar brengen we de nacht door in een typisch Scandinavische chalet pal in een bos. Ruim voor we die bereiken stopt het asfalt en moeten we een stevig stukje gravel en bosgrond door. Een kleine navigatiefout zorgt daarbij voor extra avontuur, met name smalle singletracks en zelfs een riviertje dat we moeten doorwaden. Na intussen zo’n 3.500 kilometer kennen we onze motoren al best goed, dus deze uitdagingen zijn welgekomen afwisselingen met de voorbij honderden kilometers.

Aangezien we hier twee keer zullen overnachten, stelt deze tactisch gelegen boshut ons in staat om zonder bagage de laatste kilometers naar de Kaap te doen. Nog zo’n 300 stuks, zijn het. En het moet gezegd: deze laatste stretch verraste ons. Zowel wat het landschap betreft, als de route. Bergen en fjorden maken stilaan plaats voor weidse vergezichten en weilanden. Bomen verdwijnen. Een maanlandschap komt op. En de weg erdoorheen is niet recht, maar kronkelt, glooit en past zich nederig aan zijn omgeving aan.

Een gevoel van voldoening maakt zich van me meester tijdens de laatste klim naar Het Einde van de Wereld. Toegegeven: deze trip is lang niet zo avontuurlijk meer als pakweg twintig jaar geleden, toen 5G-straling enkel in de buurt van microgolfovens te vinden was en het aantal horeca- en benzinefaciliteiten onderweg half zo talrijk als vandaag. En toch. 4.176 km lang waren de Suzuki en ik onafscheidelijk, net als Joris en zijn Moto Morini. Door regen en wind, op asfalt en gravel, door gras en bos. Niets bracht de X-Cape en de GSX-S1000 GX van de wijs. En weldra zou dat zijn hoogtepunt bereiken.

Eindbestemming: Noordkaap

It’s not about the destination, it’s about the journey, schreef ik hierboven. Een platitude die enkel op applaus onthaald wordt bij de Bond zonder Naam. Maar met een onomwonden waarheid erin. Natuurlijk: het monument op de Noordkaap spreekt tot de verbeelding en het werkelijk eindeloze uitzicht over de woeste zee krijgt een extra dramatisch sausje dankzij de laaghangende wolken. Maar toch. Je krijgt het pas te zien nadat je zes euro betaalt om de parking op te mogen rijden, en als je die betreedt zie je wel honderd campers, motoren en auto’s die terzelfder tijd hetzelfde doel bereiken. What’s the point?, zou een cynicus durven denken. Gelukkig ben ik dat niet. Want de weg naar dit ultieme reisdoel is wat telt. De eigenzinnige mensen die je ontmoet. De unieke landschappen die je doorkruist. De verhalen die je nadien kan vertellen. Dus betaal ik met plezier m’n parkeergeld en neem ik deze toeristische attractie er vol overgave bij. Want zonder destination is er natuurlijk ook geen journey. En wat dat laatste betreft: er rest ons nu nog zo’n 3.000 kilometer huiswaarts. Gelukkig.

Tekst: Mattijs De Lee
Foto’s: Quinten Ruelens & Tobias Lory

Dakar 2025-interview Henk Hellegers, HT Rally Raid: ‘Dakar begint weer als je thuiskomt van de vorige’

0

Henk Hellegers is met zijn HT Rally Raid een ervaren rot in de rallywereld. Zijn eerste Dakar, toen nog vanuit Parijs, beleefde hij in 1994, en sinds 2006 doet Hellegers mee met zijn eigen motorfietsteam. We bellen hem op net voor hij op het vliegtuig stapt richting Saudi-Arabië voor enkele vragen waar we mee zitten.

Dag Henk. Leuk dat je in deze drukke periode nog even tijd voor ons wil vrijmaken. We kunnen ons voorstellen dat er nog heel wat last-minute dingetjes moeten gebeuren.

Henk Hellegers: “Dat valt best mee, want al het materiaal is al onderweg naar Saudi-Arabië, dus daar kunnen we toch niets meer aan veranderen. Als het weg is, is het weg. Gelukkig weten we dankzij al die jaren ervaring al heel goed hoe we dit het best aanpakken. Met de planning zijn we een heel jaar bezig. Qua logistiek komt daar dus heel veel bij kijken. Dit jaar nog extra veel, omdat alles na de Dakar naar Abu-Dhabi moet voor de tweede ronde van het WK. Na dat evenement gaat alles naar Zuid-Afrika voor de derde WK-ronde.”

We krijgen er nu al hoofdpijn van. Hoe pak je zoiets in korte lijnen aan?

“De Dakar begint weer als je thuiskomt van de vorige. Eerst moeten de motoren aangekocht en gebouwd worden, want wij beginnen altijd met nieuwe motoren aan de Dakar. Alle onderdelen, banden en accessoires moeten besteld worden en daar zit dijkwijls vertraging op. We spenderen anderhalve week per motorfiets om alle aanpassingen te doen die wij willen. Ze worden helemaal uit elkaar gehaald en weer opgebouwd zodat alle kabels goed zitten en we exact weten hoe de machines gemaakt zijn. Voor het transport naar Saudi-Arabië moeten eerst alle vrachtwagens, voertuigen en motorfietsen naar Barcelona, waar alles op de boot gaat. Eenmaal in Barcelona kun je niets meer toevoegen of bijproppen. In Djedda halen we vervolgens alle voertuigen uit de haven en van daaruit rijden we nog 600 km naar het eerste bivak waar we enkele dagen blijven staan tot de start van de Dakar.”

Voorbeschouwing Dakar 2025: twee weken afzien

Wat moet er dan zoal allemaal mee?

“We hebben gelukkig een relatief klein team, dus alles in wel behapbaar. Vorig jaar hadden we negen motoren, dit jaar vijf stuks. We steken alles in twee vrachtwagens. Eentje is een mobiele werkplaats waar ook alle onderdelen in zitten, de andere is ingericht voor de rijders om in te slapen. Er zijn acht bedden, een douche en keukentje. Voor het vervoer van de monteurs en crew gaat nog een 4×4-bestelwagen mee. Daarnaast hebben we ook een aparte camper voor een rijder.”

Kun je ons wat meer vertellen over je rijders en de crew?

“Voor 2025 hebben we drie rijders die voor de eerste keer deelnemen aan Dakar. Ze hebben wel al kwalificaties voltooid en minstens twee wedstrijden gereden, waarmee ze voldoende punten hebben gescoord om nu mee te kunnen doen. Voor onze GP-rijder, wat de hoogste klasse is, Aaron Mare mikken we op top 10. Dat is hoog, als je weet dat er een twintigtal fabriekspiloten rijden en wij een privéteam zijn. Naast de vijf rijders zijn er zes assistenten, één verantwoordelijke voor de onderdelen, drie monteurs, één fysiotherapeut en een mental coach.”

“Als je Dakar uitrijdt, heb je al gewonnen. De motivatie van ons team is om alle rijders naar de finish te brengen. We proberen ze zo goed mogelijk te ontlasten, zoveel mogelijk info en goed materiaal te geven, zodat ze zo goed mogelijk geconcentreerd kunnen blijven op snel en veilig motorrijden. Als dat allemaal lukt, zijn we heel tevreden.”

De komende Dakar gebeurt er iets speciaal, want jullie gaan rijden met geregenereerde olie van Motul. Hoe zit dat?

“We rijden al sinds jaar en dag met Motul. Het is voor mij de beste olie die er is. Met name in de Dakar moet je geen compromissen sluiten op kwaliteit. De vraag kwam van Motul om te rijden met NGEN geregenereerde olie en daar willen we graag aan meewerken. Het mooie is dat Motul ook aanwezig is tijdens de Dakar. Je kunt elke avond een oliemonster brengen dat zij ter plaatse analyseren in een mobiel labo en waarop je onmiddellijk de uitslagen en feedback krijgt. Twee van onze rijders gaan met NGEN-olie rijden. Die zal ook vergeleken worden met de normale 300V-olie die we gebruiken in de andere drie motoren. Ik ben dus heel benieuwd hoe dit zal uitdraaien, maar ik heb er alle vertrouwen in.”

Het is in ieder geval bijzondere en interessante technologie. Veel succes met alle voorbereidingen en een fantastische Dakar gewenst.

Foto’s: HT Rally Raid

Meer info: ht-rally-raid.com

Interview MX2-wereldkampioen Kay de Wolf: ‘Volgend jaar nog beter worden’

0
Kay de Wolf

Op zijn twintigste verjaardag behaalde Kay de Wolf in het Spaanse Cózar de wereldtitel MX2. Hij werd daarmee de zesde Nederlandse wereldkampioen motorcross in een soloklasse. Zijn team Nestaan Husqvarna Factory Racing heerste dit jaar in de MX2 dankzij Kay de Wolf en zijn teamgenoot Lucas Coenen.

Merkentrouw in de motorsport is geen natuurlijk gegeven. Sommigen veranderen geregeld van team (en als gevolg daarvan veelal ook van merk), anderen blijven hun team en merk lang trouw. Dat geldt zeker voor Kay de Wolf, die zich in 2019 verbond aan Nestaan Husqvarna, of beter gezegd: toen viel het oog van het team op De Wolf. Het jaar ervoor eindigde hij op een KTM als tweede in de eendaagse wedstrijd van het EK85cc. Op Husqvarna stapte hij over naar het EMX125 en werd na een serie van zeven wedstrijden zesde in de eindstand. In 2020 ging hij in het door corona gekenmerkte jaar van start in het EMX250, dat hem de vierde plaats opleverde. In 2021, hij was zestien toen het seizoen begon, was hij rijp voor het wereldkampioenschap. Met als beste resultaat een tweede plaats achter Jago Geerts in Lommel, sloot hij zijn debuutjaar af op de zevende plaats. Ondanks het missen van drie GP’s halverwege het seizoen eindigde hij in 2022 één plaats hoger. In Lommel scoorde hij met Geerts de meeste punten; de GP-zege ging naar de Belg omdat die in de tweede manche voor De Wolf finishte. Ook in 2023 kon Kay de Wolf geen volledig seizoen rijden. Hoewel hij een rugblessure had probeerde hij het toch in Lommel, maar die GP leverde slechts vijf punten op. De volgende vier GP’s (waaronder Arnhem) moest hij laten schieten, waardoor hij de leiding in het WK verspeelde en opnieuw zesde werd in het WK. Hoogtepunt van het jaar was de GP van Letland waar hij de maximale score behaalde door op zaterdag de kwalificatierace te winnen en op zondag in beide manches te zegevieren. En toen volgde het seizoen 2024, een jaar dat niet beter had kunnen verlopen. Kay de Wolf won de Argentijnse GP en mocht met de rode nummerplaat aan de volgende GP beginnen. Die won hij in Spanje en hij was vervolgens ook op Sardinië de beste. De reeks overwinningen werd niet voortgezet (al won hij later in het seizoen nog wel drie GP’s), maar de inwoner van Eersel eindigde wel steeds hoog, waardoor hij GP na GP weer de rode plaat kreeg. Na de laatste GP in het Spaanse Cózar werd het zelfs een gouden plaat, want Kay de Wolf was wereldkampioen geworden.

Oranje boven in Spanje; Kay de Wolf is wereldkampioen!

Het hele jaar op kop, maar toch pas de beslissing in de laatste manche. Was je zenuwachtig?

‘Nee, in het geheel niet. Ik voelde me zelfverzekerd. Ik heb het hele jaar laten zien dat een plek bij de eerste vier altijd realistisch was, zelfs als ik halverwege de manche nog niet bij de eerste tien zat. Meerdere keren reed ik in de slotfase alsnog naar de vierde of derde plaats. Ik had daarom het volste vertrouwen bij de eerste vier te kunnen finishen. In Cózar reed ik op zaterdag niet zo goed. Ik had in de eerste manche een slechte start en de baan was erg nat doordat er heel veel gesproeid was. Ik heb in de beginfase voorzichtig gereden. Er was slechts één lijn. In de tweede manche was ik wel een beetje nerveus, want het blijft natuurlijk een mechanische sport, waarin altijd iets kan gebeuren.’

Je ging vanaf de eerste Grand Prix aan de leiding. Hoe heb je dat ervaren?

‘De eerste drie GP’s winnen was natuurlijk erg cool. Op dat moment dacht ik nog niet direct aan de wereldtitel, maar het gaf me wel een goed gevoel dat ik steeds een comfortabele puntenvoorsprong had. Het verschil was meestal zo’n zestig punten. Later in het jaar maakte ik me geen zorgen meer over de titel.’

Carla Molenaar over de Molenaar NSF100 Cup en de FIM Award: ‘Het is een enorme erkenning’

Als crosser opgegroeid in het Nederlandse zand is het logisch dat jij snel bent op zandbanen. Net als Kees van den Ven in zijn tijd is er in het zand niemand die jou kan bijhouden. Het valt me op dat je dit jaar op de harde banen behoorlijk sterker bent geworden. Heb je je op dit seizoen anders voorbereid dan in voorgaande jaren?

‘Dat gaat al twee jaar terug, sinds Ruben Tureluren bij het team is gekomen. We zijn afgelopen winter meer in Frankrijk geweest dan in eigen land. We gingen geregeld twee keer per week op en neer naar Frankrijk om op harde banen te trainen, drie uur heen en drie uur terug. Vorig jaar heb ik in Frankrijk in de kwalificatieheat al laten zien dat ik snel kon zijn op een harde baan. We hebben erg veel tijd gestoken in het trainen op harde banen en dat heeft zich dit jaar uitbetaald.’

Je noemt Ruben Tureluren. Deze Belg heeft een lange staat van dienst opgebouwd bij Jeffrey Herlings. Hij was aanvankelijk monteur van Jeffrey (maar werd later meer coach) en zette zich zo in dat het hem zijn huwelijk kostte. Tureluren raakte in een spagaat toen het niet langer goed ging tussen Jeffrey en Stefan Everts in het KTM-fabrieksteam, want zijn zus Kelly is getrouwd met Stefan. Tureluren koos toen voor Herlings en dat kwam de verstandhouding met zijn zwager niet ten goede. Inmiddels zijn de verhoudingen weer genormaliseerd. Tegenwoordig is Ruben Tureluren geen monteur meer, maar is hij begeleider en coach.

‘De komst van Ruben naar het team was een grote verandering en is heel belangrijk geweest voor mij. Als ik train is Ruben er altijd bij. We doen veel trainingen samen. We hebben op mountainbikes gereden bij min acht. Het ijs zat op onze neuzen. We hebben veel tijd samen op de fiets doorgebracht. Ik merk dat Ruben heel veel ervaring heeft. Onze samenwerking verloopt erg goed. Soms lijkt het wel of hij in de toekomst kan kijken. Dan maakt hij op weg naar het circuit opmerkingen en dan gaat het precies zoals hij zei. Dat is vaker dan eens gebeurd. Dan zie je wat ervaring waard is.’

Je teamgenoot is je belangrijkste tegenstander. Dat wordt in de sport veel aangehaald. Uiteraard wil iedereen het altijd beter doen dan zijn teamgenoot, in jouw geval Lucas Coenen. Maar als dan ook nog eens die teamgenoot in de loop van het seizoen je belangrijkste titelrivaal wordt, verandert dat dan onderlinge verhoudingen?

‘Vanuit mijn kant is er niets veranderd. Hoe het voor hem was weet ik niet. We hebben steeds fair met elkaar gestreden. Lucas was voor mij één van de rijders in het veld. Ik wilde winnen voor mijzelf. Het was voor het team geweldig zoveel races te winnen, we wonnen zestien van de twintig GP’s.’

Je zit al lang in het Nestaan Husqvarna-team. Je moet je daar wel heel erg thuis voelen?

‘Al die tijd zijn de monteurs er al bij betrokken. Ze werken erg hard. Het voelt echt als familie. Dat geeft me een heel fijn en veilig gevoel. Er heerst een geweldige sfeer. En dat merk ik elke keer weer als ik de werkplaats in kom.’

Na de MXoN, waar je met het Nederlandse team derde werd, trainde je een tijd in Amerika. Is het denkbaar dat je ooit overstapt naar daar?

‘In de komende jaren speelt dit zeker nog niet.’

Het GP-seizoen duurt erg lang. Je begint in maart en pas eind september zit het erop. Ik zou me kunnen indenken dat er in die periode het een en ander aan je motor verandert. Is dat inderdaad het geval?

‘We hebben kleine aanpassingen doorgevoerd. Ik klaag nagenoeg nooit over de motor als het een keer wat minder gaat. Dat overkomt iedereen. Ik kijk dan eerst naar mijzelf. In Lommel hebben we de vering iets harder gezet en dat was een verschil van dag en nacht.’

Moet je altijd op 100% rijden om wereldkampioen te worden?

‘Ik heb altijd een beetje de veilige kant aangehouden. Ik heb me nooit over de kop willen rijden. Ik heb geprobeerd zo lang mogelijk op twee wielen te blijven staan. Dat was zeker in de laatste races het geval. Eerder in het jaar heb ik tegen het eind van de races wel helemaal voluit gereden. Ik geloof dat het met mijn lichamelijke fitheid wel goed zit.’

Het hoogtepunt tijdens het seizoen had de Nederlandse Grand Prix in Arnhem moeten worden. Jij was daar torenhoog favoriet, ook omdat je enkele weken eerder in Lommel alle Belgen had verslagen. Maar in Arnhem won je teamgenoot Lucas Coenen de GP, omdat jij in de tweede manche het tempo iets moest laten zakken vanwege een mechanisch probleem.

‘Met mijn snelheid zat het wel goed, maar er gebeurde iets in de tweede race. Iets waar ik zelf de hand in had, want het was het gevolg van een val van mij. Ik had uiteraard graag mijn thuis-GP willen winnen, maar met de tweede plaats zag het totaalplaatje er nog altijd goed uit.’

Rob Hartog stopt met racen: ‘Veel mooie momenten, maar ook een raar einde’

Wat staat er komende winter op het programma?

‘Gewoon verder gaan, hard werken en proberen volgend jaar nog beter te worden.’

Het nieuwe seizoen start in het eerste weekend van maart in Argentinië. Dan verdedigt Kay de Wolf, die vanwege zijn haarkleur de bijnaam ‘The Red Hurricane’ heeft, zijn wereldtitel. Enige dagen na afloop van het huidige seizoen zei hij nog niet te weten in welke klasse hij in 2025 zou aantreden. Gezien zijn postuur zou een overstap naar de MXGP voor de hand kunnen liggen, maar dat gaat niet gebeuren. Wel maakt zijn teamgenoot van dit jaar Lucas Coenen (nog maar achttien jaar als het seizoen begint) die overstap. Hij keert van GasGas weer terug naar KTM De Carli Racing. Liam Everts is de nieuwe teamgenoot van Kay de Wolf.

Foto’s: Husqvarna

Jaar Klasse Rijder
1986 125cc Dave Strijbos
1987 125cc John van den Berk
1988 250cc John van den Berk
1993 125cc Pedro Tragter
2012 MX2 Jeffrey Herlings
2013 MX2 Jeffrey Herlings
2016 MX2 Jeffrey Herlings
2018 MXGP Jeffrey Herlings
2021 MXGP Jeffrey Herlings
2022 WMX Nancy van de Ven
2024 WMX Lotte van Drunen
2024 MX2 Kay de Wolf

Voorbeschouwing Dakar 2025: twee weken afzien

0
Voorbeschouwing Dakar 2025

Vanaf 3 januari wordt de 46e editie van de Dakar Rally verreden. Net als de vijf voorgaande keren is ook nu Saoedi-Arabië weer het land waar de rally zich afspeelt. Er is ruimte zat en bovendien kan de deelnemers een zwaar parcours worden geboden.

Hoewel Dakar al heel lang niet meer de finishplaats is (in de beginjaren werd vrijwel elk jaar van Parijs naar de Senegalese hoofdstad gereden) staat de naam ‘Dakar’ nog altijd garant voor ’s werelds zwaarste rally. Niet alleen vanwege de lengte van twee weken, maar ook vooral door de keuze van het terrein. Zoals onafzienbare vlaktes met duinen, na elke duintop wacht weer een nieuwe duintop. Voor de motorrijders op eencilinders van maximaal 450cc is het nog zwaarder dan voor de deelnemers op vier of meer wielen, want zij moeten hun blik gericht houden op het terrein, maar ook op het routeboek.

Net als dit jaar zal er ook in de komende Dakar geen Nederlandse deelname zijn, althans niet bij de motoren. Belangstelling om deel te nemen is er wel in andere landen, want op de deelnemerslijst prijken 136 namen. Een klein gedeelte van hen zijn rijders verbonden aan een fabrieksteam, daarnaast zijn er rijders die deel uitmaken van een team en zoals altijd zijn er ook weer de eenlingen, die met beperkte steun willen proberen de finish te halen. Na een lange dag rijden gaan ze bij binnenkomst meteen sleutelen, even eten en daarna weer aan hun motor werken om die te prepareren voor de volgende etappe, de zogenaamde kistrijders. De organisatie neemt hun materiaal mee naar elke finishplaats.

Terugblik crossjaar 2024: ongekend succesvol jaar voor Nederland

De fabrieksteams

Voor de ereplaatsen mag op voorhand worden gerekend dat daar slechts de fabrieksrijders voor in aanmerking komen. Van de Japanse fabrikanten doet uitsluitend Honda mee. De belangrijkste Europese inbreng komt van KTM. Verder zetten uit ons continent Sherco en Fantic fabrieksteams in. Uit China komen Kove en Hoto. Verder is er nog het Indiase Hero, dat dit jaar uitstekend voor de dag kwam met de uit Botswana afkomstige Ross Branch (38), die tweede werd. Branch: ‘In de Dakar op het podium komen is altijd mijn doel geweest en die droom werd in de laatste editie bewaarheid. Het is fantastisch om te zien dat het harde werken van het team tot resultaat leidt. Ik prijs me gelukkig dat ik deel uitmaak van deze gepassioneerde familie.’ Branch heeft als teamgenoten de Spanjaard José ‘Nacho’ Cornejo (30), die aan zijn tiende Dakar begint en de Duitser Sebastian Bühler (30). Cornejo: ‘Helaas kreeg ik dit jaar in de Dakar technische problemen, waardoor ik teruggeworpen werd naar de zesde plaats in het klassement nadat ik drie etappes had gewonnen. Daarna verruilde ik Honda voor Hero. Het hele jaar heeft in het teken gestaan van het wennen aan de Hero. Ik ga mijn best doen om mijn beste resultaat tot nu toe – vierde in 2020 – te verbeteren.’

Winst was er dit jaar (en eerder in 2020) voor de Amerikaan Ricky Brabec (33), die ook nu weer de kopman is van Monster Energy Honda HRC. Zijn voorbereiding lijkt niet optimaal, want in oktober liep hij een knieblessure op in de Rally van Marokko. Brabec zelf ziet het anders: ‘Als we 100% in orde zijn trainen we soms zo hard dat we min of meer opgebrand zijn als de rally begint. De Dakar een tweede keer winnen was geen gemakkelijke opgave. Een derde keer zal dat zeker ook niet zijn, want iedereen wil je verslaan.’ Honda komt met een team van maar liefst vijf rijders. Naast Brabec rijden ook de Chileen Pablo Quintanilla (38), de Spanjaard Tosha Schareina (29), de Amerikaan Skyler Howes (32) en de Fransman Adrien van Beveren (33) voor Honda. Quintanilla gaat voor de dertiende keer van start in de Dakar. Dit jaar leek hij op een hoge klassering af te stevenen, maar raakte door een lege tank ver achterop. ‘Ik probeer nu geen fouten te maken en ga er elke dag voor 100% tegenaan. Mijn doel? De overwinning!’ Van Beveren heeft twee wedstrijden die hij graag wil winnen: de strandrace van Le Touquet en de Dakar. Le Touquet won hij in 2014 en de twee jaren daarna. Hij startte negen keer in de Dakar en kan bogen op prima resultaten: zesde bij zijn eerste deelname in 2016, daarna vierde, vervolgens haalde hij vier keer de finish niet, maar daarna werd hij achtereenvolgens vierde, vijfde en derde. Van Beveren: ‘Ik ben begonnen in het zand, maar nu kan ik op elke ondergrond meestrijden. Ik hou ervan risico’s te nemen, maar probeer de zaak wel onder controle te houden. Ik wil nu winnen, maar als je achteraf kunt zeggen dat je het beste uit jezelf hebt gehaald, dan is je Dakar een succes geweest.’

KTM vertrouwt op de Australiër David Sanders (30) en de Argentijnse broers Kevin (35) en Luciano Benavides (29). Sanders won in oktober de Rally van Marokko voor Schareina, Luciano Benavides, Van Beveren, Cox en Branch en werd dit jaar achtste in de Dakar. Sanders: ‘Na mijn dijbeenbreuk was het nog onzeker of ik in de Dakar van start kon gaan. Het was een risico om mee te doen. Marokko verliep goed, een zege voor mij en natuurlijk voor het hele team. Dat geeft aan hoeveel werk er de laatste maanden in is gestopt.’ Kevin Benavides zegevierde in 2021 op Honda en in 2023 op KTM en was dit jaar vierde. Hij kijkt uit naar de editie van 2025: ‘Mijn broer zit nu in hetzelfde team als ik (dit jaar kwam hij uit op Husqvarna; red.). Dat is een geweldige motivatie voor mij, nu ik dit jaar langdurig geblesseerd ben geweest na een trainingsongeluk in mei. Als ik me goed voel zullen de resultaten zeker komen.’ Luciano Benavides: ‘Voor het eerst samen met mijn broer in één team. Marokko verliep goed, maar toen was ik nog niet op het niveau waar ik wil zijn. Bij de start straks zal ik 100% fit zijn. Ik moet proberen goed geconcentreerd te blijven. Mijn doel is de beker.’

De route

Zo lang als de Dakar wordt verreden zijn er onderweg problemen geweest tussen motoren, auto’s en trucks. Het gebeurde met enige regelmaat dat de motorrijders amper de ruimte werd gegund en vaak hadden ze last van de grote stofwolken die de auto’s en de trucks opwierpen. Problemen zullen er dit jaar minder zijn, want in vijf van de twaalf etappes is er een afzonderlijke route voor de motorrijders.

De 46e Dakar begint in Bisha op 3 januari met een korte proloog over hard terrein. Vanuit dezelfde plaats begint etappe 1, die na ruim 400 km ook weer in Bisha eindigt. Er wordt over tal van verschillende ondergronden gereden, met uitzondering van zand. Halverwege wordt er veel gevraagd van de navigatiekunsten van de deelnemers.

De dit jaar ingevoerde 48 uurs-etappe krijgt in 2025 een vervolg. In twee dagen moet ruim duizend kilometer worden gereden. Onderweg zijn rustpunten ingesteld. Vanaf vijf uur ’s middags moet men bij het eerstvolgende rustpunt overnachten. Daar gaan de rijders kamperen. Vanaf het krieken van de dag wordt de etappe vervolgd. Er wordt beide dagen (met gescheiden routes) ten noorden van Bisha gereden over een gevarieerd terrein. De duinen zijn niet angstaanjagend. Per dag zitten er zo’n honderd kilometer duinen in de route. Na deze twee dagen is de finish opnieuw in Bisha. Deze plaats wordt verlaten op 7 januari als er een lange etappe van 848 km (waarvan 350 km verbindingsroute) naar het noorden op het programma staat naar Al Henakiyah. Het terrein biedt niet veel moeilijkheden. Er kan veel volgas worden gereden.

De grootste moeilijkheid van de etappe naar Alula zit bij binnenkomst in het bivak. Na een dag door vulkanisch terrein te hebben gereden, mag er in het bivak geen assistentie door serviceteams worden verleend. Anderhalf uur krijgen de rijders de tijd om aan de motoren te werken om die goed te prepareren voor de volgende dag. Het is toegestaan om elkaar te helpen. Na een snel begin begint het zand, gevolgd door steenachtig terrein richting de finish in Hail. Daar kunnen de rijders op adem komen, want vrijdag 10 januari is een rustdag.

Op 11 januari staan twee ‘specials’ van samen iets meer dan 600 km op het programma. Daartussen een verbindingsroute van 172 km. In de tweede geklokte route bestaat de kans zich vast te rijden in het zand. Tijdens vier van de vijf volgende dagen is er een aparte route voor de motorrijders. Vanuit Haradh wordt koers gezet richting ‘Het Lege Kwartier’ (Rub al-Khali), een – zoals de naam aangeeft – totaal verlaten, zanderig gebied. Na elke duin is het een verrassing wat er dan weer te wachten staat. De volgende dag wordt er nog steeds in Het Lege Kwartier gereden. Deze dag is er ook voor de trucks een aparte route uitgezet. Etappe twaalf op 17 januari begint in Shubaytah met een massastart. Op deze laatste dag van de rally wordt na 132 km weer op dezelfde plaats gefinisht en is bekend wie de winnaar van de komende Dakar zal zijn. Wie de Dakar elke dag wil volgen kan terecht bij RTL7 en Eurosport.

Foto’s: ASO, KTM, Honda

Routeschema DAKAR 2025

Datum Etappe Van Naar Proef Totaal
3-01 Bisha Bisha 29 79
4-01 Bisha Bisha 412 500
5/6-01 Bisha Bisha 958 1006
7-01 Bisha Al Henakiyah 496 848
8-01 Al Henakiyah Alula 415 588
9-01 Alula Hail 428 491
10-01 Rustdag
11-01 Hail Al Duwadimi 606 829
12-01 Al Duwadimi Al Duwadimi 460 724
13-01 Al Duwadimi Riyadh 485 731
14-01 Riyadh Haradh 357 589
15-01 Haradh Shubaytah 117 636
16-01 Shubaytah Shubaytah 321 553
17-01 Shubaytah Shubaytah 62 132

Deze 10 toermotoren zouden wij graag willen rijden in 2025

2

2024 zit er bijna op, 2025 komt steeds dichter. We tellen af naar het nieuwe jaar met een wekelijkse top 10. Deze week stellen we onze top 10 toermotoren 2025 voor. Niet zozeer de populairste, coolste of sterkste machines, maar wel de motoren waar we het hardst naar uitkijken om mee te rijden.

10: BMW F 900 XR

Los van al het R 1300 GS en S 1000 XR-geweld, zou je bijna vergeten dat BMW ook nog een middenklasse-toermotor aanbiedt. Die is zelfs vernieuwd voor 2025. De F 900 XR, met een 105 pk sterke paralleltwin, krijgt volledig verstelbare UPSD-vorken, lichtere wielen en een totale gewichtsbesparing van 3 kg. Daarnaast is er ook qua elektronica een tandje bijgestoken met nu standaard de rijmodus Dynamic, Dynamic Traction Control (DTC), motorkoppelregeling, bochten-ABS en Dynamic Brake Control (DBC). De F 900 XR profiteert tenslotte van een nieuw ontworpen windgeleider, standaard handbeschermers, Headlight Pro, usb-C-laadpoort en verwarmde handgrepen. Een hele boterham, waardoor de kleine XR een interessant model blijft voor zij die geen S 1000 XR kunnen betalen, maar toch een tour-BMW willen rijden.

9: Moto Guzzi Stelvio Duecento Tributo

Een nieuwe motor is de Moto Guzzi Stelvio zeker niet, maar omdat de Duecento Tributo zo geslaagd is, wilden we hem toch in deze lijst zetten. De Stelvio houdt het midden tussen een adventure en een toermotor, zoals wel meer motoren in deze lijst. De Duecento Tributo is een speciale editie die een eerbetoon brengt aan de Stelviopas. Hij is gelimiteerd tot slechts 2.758 exemplaren, een verwijzing naar de hoogtemeters van de pas. De Stelvio is al geen motor die je dagelijks ziet, maar in deze kleurstelling zouden wij dat wel graag willen. Italianen en design, ze doen het keer op keer. De Duecento Tributo heeft verwarmde handvatten, een verwarmd zadel voor zowel de bestuurder als de passagier, middenbok, bandenspanningmonitoringsysteem, quickshifter en het Moto Guzzi MIA multimedia platform. Een reportage met deze Guzzi op de Stelvio? We kijken wat mogelijk is.

Top 10 adventure motoren voor 2025

8: Kawasaki Ninja 1100SX SE

Een 2025-model dat we in 2024 al reden. De Kawasaki Ninja 1100SX SE is een sportieve toermotor die in geen enkel toerlijstje mag ontbreken. Supersport-looks met het comfort, de windbescherming en de bagagemogelijkheden van een toermotor; dat is in essentie de SX. Een dijk van een motor die voor 2025 meer cc’s krijgt, maar wel wat aan kracht moet inboeten. Dat allemaal ‘dankzij’ de nieuwe uitstootregels. Gelukkig weten ze bij Kawasaki hoe ze goede motorfietsen moeten bouwen en stelt de nieuwe Ninja 1100SX SE allerminst teleur. Redacteur Gijs Gilis zei dan ook na de Eerste Test: “De Kawasaki Ninja 1000SX was een goede motorfiets en de 1100SX is dat nog steeds. De SE-versie is de grote nieuwigheid, met topmateriaal van Öhlins en Brembo. Kawasaki blijft een sterke vuist maken tegen alle sportieve hoogpoters en wegafgeleiden van adventure bikes. En dat kunnen we alleen maar toejuichen.”

7: Honda NT1100 DCT ES

Ook de Honda NT1100 DCT met Electronic Suspension (ES) reden we al in 2024. Honda’s toermachine is volledig onder handen genomen, waarbij de ingenieurs goed geluisterd hebben naar feedback van klanten. Zo krijgt de NT1100 een scherpere styling, prestatieboost, meer comfort dankzij een makkelijk verstelbaar windscherm, meer elektronica en een optionele elektronische ophanging van Showa. Dat laatste is hét grote nieuws, waardoor Honda flink investeert in de NT1100. Redacteur German Ooms zei na de Eerste Test: “Meer comfort en windbescherming, betere vering, bochtenafhankelijk ABS, een soepeler werkende DCT en een verbeterde motorkarakteristiek maken van de 2025 Honda NT1100 een breed inzetbare en aangename machine. Bijgevolg mogen we spreken van een zeer geslaagde update.”

6: Yamaha Tracer 9 GT

Wat Honda kan, kan Yamaha ook, dus krijgt de Tracer 9 heel wat nieuwe updates en technologieprimeurs voor 2025. Interessant is dat de Tracer 9 nu optioneel met Y-AMT kan uitgerust worden, ofte Yamaha’s automaat. Die past helemaal op een toermotor, dus dit kan weleens een pak nieuwe klanten voor Yamaha opleveren. Al zeker zo interessant is dat de GT-versie debuteert met Matrix LED-koplamptechnologie. Dit systeem is gekoppeld aan een camera, waarop de technologie automatisch rekening houdt met verkeer, natuurlijke lichtbronnen en weersomstandigheden. Een nachtrit met de nieuwe Tracer 9 GT? Die staat al gepland.

5: QJMotor SRT 900 SX Touring

QJMotor maakt niet alleen verrassende modellen, maar komt ook met vreselijk veel nieuws in vrijwel alle segmenten. Dat ze daar in China erg hard aan het werk zijn, mag duidelijk zijn. In het toersegment komt QJ met drie versies van de SRT SX Touring, in een 600-, 700- en 900-variant. Die laatste, met een 904cc-twin, 95 pk en 90 Nm is wellicht de interessantste. Hij krijgt Marzocchi-veren, Brembo-remmen, Metzeler-banden en standaard een driedelige alu kofferset. Daarnaast ook ledverlichting, een tft-scherm, usb-laadpunten en een benzinetank van 24 liter. Als je die helemaal opgereden hebt, moet je wel 263 kg meester kunnen. We zijn vooral benieuwd hoe snel QJMotor stappen maakt ten opzichte van vorige modeljaren.

4: Moto Morini Corsaro GT

Een motor waar we nog heel weinig over weten, maar die ons wel hebberig maakt naar een testrit. De Moto Morini Corsaro GT staat gepland voor de tweede helft van 2025, maar uit eerdere ervaring weten we dat lanceringsdata bij Moto Morini nogal ruim genomen worden. De Corsaro GT geeft ons Multistrada-vibes, wat wellicht aan het design en de rode kleur te wijten valt. Hij krijgt een verstelbaar windscherm, ruim zadel, ledkoplampen en een 7-inch digitaal scherm met navigatie en bluetooth. Voor de aandrijving zorgt een 750cc V-twin die goed is voor 96 pk. We zijn al heel blij dat er niet weeral een paralleltwin gebruikt wordt. Heeft de Multistrada trouwens ook geen V-twin?

3: Ducati Multistrada V2 S

Een heel nieuwe V2 krijgt de Multistrada V2 (S). De 890cc 90° V-twin met variabele inlaatkleptiming levert 115 pk en 92 Nm koppel, met een totaalgewicht van 54,9 kg. In combinatie met een nieuw frame zorgt dat ervoor dat de nieuwe Multistrada V2 18 kg lichter is geworden. Dat is een serieus dieet! Net zoals de Moto Guzzi Stelvio is ook deze Italiaan een mengeling van een adventure en toermotor. Maar omdat de meeste Ducati-klanten enkel met hun Multistrada op de weg rijden, kan hij niet ontbreken in deze lijst. Naast aanpassingen aan het rijwielgedeelte en de ergonomie, steekt Ducati de Multistrada V2 tjokvol elektronica: een nieuw 5″ tft-scherm, vijf rijmodi, vier Power Modes, bochten-ABS, tractiecontrole, wheelie control, engine brake control en cruisecontrol. Het blijft natuurlijk een Ducati.

2: Triumph Tiger Sport 800

Maar goed dat Yamaha de Tracer 9 geüpdatet heeft, want anders zou die zo in zijn nek gegrepen worden door de hijgende Triumph Tiger Sport 800. De Britten komen met een 800cc-driecilinder die 115 pk en 84 Nm levert, exact in het vaarwater van de Tracer 9. Hier houden we van! De Triumph krijgt instelbare Showa-vering, radiale remklauwen, gegoten aluminium wielen en het gekende elektronicapakket met rijmodi, tractiecontrole, quickshifter en bochten-ABS. Het windscherm kan met één hand versteld worden. De benzinetank slikt tot slot 18,6 liter. Een duel tussen de Tracer 9 en Tiger Sport 800, vraagt u? Wij zijn even benieuwd als u.

1: KTM 1390 Super Duke GT

Hoe sportief wil je een toermotor hebben? KTM weet het antwoord wel. De nieuwe 1390 Super Duke GT ziet er niet alleen superagressief uit, hij belooft op papier ook zo te rijden. De GT is altijd al een fantastische reismotor geweest, waarbij de temperamentvolle V-twin gedeisd wordt gehouden door een geweldig frame en behoorlijk wat comfort. Voor 2025 krijgt de GT hetzelfde LC8 1.350cc V-twin blok en chassis als de 1390 Super Duke R EVO. Goed genoeg voor 190 pk en 145 Nm, dus dan begrijp je waarom de nieuwe snoet zo scherp getekend is. Sterke remmen zijn een must op dit soort beesten, dus maar goed dat KTM kiest voor Brembo Stylema’s. Naast de nodige elektronica, is het 8,8 inch TFT-touchscreen dashboard opvallend. Letterlijk en figuurlijk. Een Front Radar zorgt voor Adaptive Cruise Control, Brake Assist, Distance Assist en Group Riding. Hou vol, KTM! Dit willen we niet missen.

Harley-Davidson en Joan Pedrero starten weer in Africa Eco Race

0

Met trots kondigt Harley-Davidson aan dat het merk dit jaar weer deelneemt aan de Africa Eco Race, een van ’s werelds meest veeleisende rally-raids. Joan Pedrero, Dakar-veteraan en elite adventure-racer, zal Harley-Davidson opnieuw vertegenwoordigen op de baanbrekende Pan America 1250™.

De Africa Eco Race 2025 begint op 28 december 2024 en voert rijders en teams over een epische 5.903 kilometer door de ruige landschappen van Afrika, voordat deze op 12 januari eindigt bij het legendarische Lac Rose in Dakar. Dit is het tweede opeenvolgende jaar dat Harley-Davidson meedoet aan de race, voortbouwend op een historisch debuut in 2024. Pedrero en de Pan America 1250™ verrasten vriend en vijand door de eerste plaats op te eisen in de Maxi-Trail-klasse en als 25ste overall te eindigen.

Dakar-coureur Pedrero schrijft geschiedenis met Harley-Davidson

De motorische prestaties van deze prestatie zijn te danken aan de Harley-Davidson Pan America 1250™, een revolutionaire adventure-motorfiets die de iconische legacy van het merk combineert met geavanceerde technologie. Aangedreven door de Revolution® Max 1250-motor, leverde de Pan America 1250™ uitzonderlijke prestaties en betrouwbaarheid tijdens de editie van 2024. Met minimale aanpassingen onderging de bijna standaard machine de slopende omstandigheden van de rally probleemloos, wat zijn capaciteiten als echte adventure bike onderstreepte.

Joan Pedrero stapt dit jaar weer op dezelfde Pan America 1250™, wat de reputatie van de motor qua duurzaamheid en betrouwbaarheid onder extreme omstandigheden verder versterkt. De Africa Eco Race 2025 daagt deelnemers uit met een verscheidenheid aan ondergronden en omstandigheden, van rotsachtige bergpaden tot uitgestrekte woestijnduinen.

Voor Harley-Davidson is dit meer dan een race: het is een bewijs van het vermogen van de Pan America 1250™ om indrukwekkende prestaties te leveren en tegelijkertijd trouw te blijven aan de spirit van vrijheid en avontuur van het merk. Adventure-liefhebbers en Harley-Davidson-fans kunnen Joan Pedrero’s opwindende race door Afrika volgen via de socials van Harley-Davidson, waar updates, highlights en behind-the-scenes-content van de Pan America 1250™ in actie worden gedeeld.

Avonturieren op een 70’s stijl Shovel Chopper

0

Rijden! Dat is waar het allemaal om draait bij Joost en zijn vrienden van de ‘Shifting Gears & Drinking Beers’ crew. Na een tijdje op een Kawa te hebben gereden, kocht Joost een Shovelhead hardtail die werd getransformeerd tot een 70’s stijl chopper. Joost vertelt ons over de avonturen die hij onderweg beleefde. 

We zitten heerlijk in de zon onder een afdakje achter een woning in het Limburgse dorpje Baexem. De vriendengroep ‘Shifting Gears & Drinking Beers’, ofwel de SG&DB crew, strijkt hier vaak neer om te sleutelen, bier te drinken en te barbecueën. Joost vertelt: “We zijn met een groepje van zes man en de meesten van ons rijden chopper. We hebben eens per jaar een eigen SG&DB ‘chopperfeest’ waar mensen uit heel Nederland, België en zelfs Duitsland komen. Ik vind de chopper community heel leuk en hecht. Iedereen kent elkaar en het wereldje is heel relaxed. We hebben net een trip van 1700 km achter de rug door de Eifel, de Vogezen en langs motorcamping High Chapparal in Luxemburg. Deze keer vrijwel zonder panne, maar dat was vorig jaar wel anders!”

VERTROUWEN

Joost reed hiervoor een Kawasaki chopper met plunjervering; een motor die wel wat aandacht kon gebruiken. “Wilde ik het goed doen, dan moest er serieus geld in worden gestopt. Maar dat vond ik de motor niet waard en bovendien stuurde hij gewoon niet lekker. Toen zag ik op Internet een Shovel chopper te koop. De bike was door de vorige eigenaar met luxe componenten gecustomized. Maar de stijl was behoorlijk gedateerd. Echt zo’n jaren ‘90 chopper met een bananentank en veel billet onderdelen. De motor stond al een tijdje stil. Tijdens de proefrit stotterde het blok als een gek en er spoot olie uit. Maar we hadden er toch wel vertrouwen in en de prijs was goed.” Het blok bouwde veel te veel oliedruk op. Dennis, de techneut van de club, kan met zijn ogen dicht sleutelen aan een Shovelblok, maar toen dit blok werd geopend, was het niet bepaald feest van herkenning! De Shovel bleek door een bedrijf te zijn opgebouwd met allerlei vreemde componenten. Het blok werd zo goed en kwaad als mogelijk was weer in elkaar gezet en nagekeken door Flathead Mick. Die heeft er voor gezorgd dat het blokje weer perfect liep, zonder olielekkage. Een supersmal Lowbrow tankje uit Amerika – eigenlijk bedoeld voor Dennis’ chopper – werd op Joost’ bike gemonteerd.  Het zadel werd vervangen door een Le Pera exemplaar en bij de Roadside Repair Shop werd een Rabbit Ear stuurtje besteld. Joost’ gedateerde 90’s chopper werd zo door Niels en Dennis van de ‘Choppergarage’ in een mum van tijd verbouwd tot een gave oldskool fiets. Nét op tijd klaar voor een tripje richting La France!

FIJNE COMMUNITY

Wie heeft niet gehoord van Murphy’s Law? Joost en zijn maten hebben, tijdens een roadtrip een jaar eerder, aan den lijve ondervonden wat deze wet betekent. Bij vertrek naar de eerste stop bij High Chapparal bleek Joost’s motor niet bij te laden. Spanningsregelaar kapot! Nadat dit gefikst was reden de heren verder, tot Dennis’ tank begon te lekken. Drie kwartier later stonden ze weer stil… Joost’ ontsteking gaf er de brui aan! Joost werd afgesleept naar een camping bij de stad Luxemburg, terwijl Dennis ergens een nieuwe ontsteking wist te vinden. De volgende dag zou de tocht verder gaan richting de Vogezen. Dennis hoorde iets vreemds aan zijn motor en het bleek dat de bagageband een kabel van het achterlicht had kapot geslagen. Met als gevolg dat door kortsluiting o.a. de accu kapot was. “We waren dus gestrand in Metz na een tocht van maar liefst 60 kilometer. Dat was een leuke stad, dus een meevallertje”, wordt er gelachen. Dennis kon een vervangende auto mee krijgen zodat ze op tijd bij de 1000 Hills Run in Berlijn waren. Maar eh, wat bleek? De leenauto had een lekke band! “Dit was wel het dieptepunt”, verzucht Dennis. Via een kapotte uitlaat en een bobine die allebei onderweg werden gerepareerd, kwamen de heren aan bij de 1000 Hills Run, waar ze gigantisch feest hebben gevierd. Op de terugweg gaf Joost’s bobine de geest… “We reden met een ploegje chopperrijders die we op de Run hadden ontmoet en één daarvan had een reserve bobine bij zich. Deze hebben we ter plaatse samen op de chopper ge-Macgyverd en zo ik kon weer verder. Ze hielpen allemaal om de motor weer te starten. Dàt is voor mij chopperrijden in een notendop. Het is een fijne community en iedereen helpt elkaar.”

Dolbagg: de Sportster Bagger van Dolores

SEVENTIES RICHTING 

Joost heeft zo nog een jaar rondgereden tot het tijd werd voor een volgende stap. De motor werd gedemonteerd en bij de Choppergarage werden mooie onderdelen zoals de sissybar gemaakt. De olietank werd optisch verlengd en de spatborden werden aangepast. Joost bedacht de vierkantige koplamp, waarvan het glas geel werd gemaakt. Hij vertelt: “Het is daardoor een Seventies richting in geslagen, maar dat was niet bewust. De chopper is organisch ontstaan.” Blok en bak werden naar Bart’s Bike Shop gebracht. Ondertussen mocht de verftovenaar Frank ‘Inca’ Stienen zich buigen over het frame en het plaatwerk. Joost: “Ik wilde het qua kleuren simpel houden. Geïnspireerd door oude Amerikaanse trucks wilde ik er strepen op zonder schaduwen en tierlantijnen. Gewoon eh… gewoon!” De SG&DB is een prachtige crew en ze zitten alweer te dromen van de volgende roadtrip die zeker langer zal zijn dan de vorige. De heren hebben inmiddels allerlei trucs bedacht om dit thuis bij hun vrouwen te verkopen. Hoe? Dat schrijven we niet in Bigtwin, want de dames lezen mee… 

Tekst & fotografie: Floris Velthuis

SPECIFICATIES SHOVEL CHOPPER

Specificatie Detail
ALGEMEEN
Eigenaar Joost Bonten
Bouwer Niels en Dennis van de Choppergarage
MOTORBLOK
Bouwjaar 1979
Merk Harley-Davidson
Type Shovelhead
Cilinderinhoud 1200 cc
Ontsteking Dynatech
Carburateur CV
Luchtfilter TC Bros.
Uitlaat Custom made RVS
Versnellingsbak Ratchet top 4 speed
Primaire aandrijving BDL beltdrive
RIJWIELGEDEELTE
Frame Santee
Voorvork H-D, geshaved en gepolijst
Balhoofdplaten Custom made
Voorwiel 21″
Voorband Avon Speedmaster MKII
Voorrem Harrison Engineering ‘Billet’
Achterwiel 16″
Achterband Continental K112
Achterrem GMA
DIVERSEN
Stuur Roadside Repair Rabbit Ear
Snelheidsmeter Moto Gadget
Hendels/hand controls K-Tech
Handvatten Onbekend
Koplamp Bates
Olietank Onbekend en aangepast
Foot controls Onbekend
Benzinetank Lowbrow Narrow Sporty Frisco
Zadel Le Pera Signature II
Achterspatbord Onbekend en aangepast
Voorspatbord FX spatbord, aangepast
Achterlicht Prism Supply the Box
SPUITWERK
Kleur Bonten Special
Spuiter Frank ‘Inca’ Stienen
DANK AAN
Monique, Ties en Crit Niels, Dennis en de rest van de SG&DB crew, Peet Wolters, Johan Donkers, de Choppercoach.nl, Frank Stienen