zaterdag 27 september 2025
Home Blog

Wat gebeurt er als ik uitglijd door modder op de weg van een boer?

0

In deze rubriek beantwoorden we wekelijks vragen over motorverzekeringen. Deze week het antwoord op de vraag:

Wat gebeurt er als ik uitglijd door modder op de weg van een boer?

Motor.NL-verzekeringsexpert Maurits van Buren:

“Als je WA + Volledig Casco verzekerd bent, is de schade gedekt op je polis.

Een eventuele schade onder dit gedeelte van je polis gaat wel ten koste van de opgebouwde schadevrije jaren en no-claimkorting, als de schade niet verhaald kan worden. Het is dan ook aan te raden om bij modder op de weg je snelheid aan te passen.

Mocht je toch in de vervelende situatie komen dat je ten val komt, is het goed om zoveel mogelijk bewijsmateriaal te verzamelen, zoals bijvoorbeeld foto’s en video’s van de modder op de weg, eventuele waarschuwingsborden en de plaats van het ongeluk.

Zijn er getuigen die het ongeval hebben waargenomen? Noteer dan ook hun gegevens. Dit alles helpt bij het verhalen van de schade op de veroorzakende partij of de wegbeheerder.”


Hoe goed ben jij verzekerd? Doe hier je polischeck

Voordelig een door jou zelf samengestelde motorverzekering afsluiten. Dat kan! Bij de Motor.NL Verzekering bepaal jij welke risico’s je wel of niet wilt verzekeren. En dit kun je helemaal zelf online regelen via www.motornl-verzekering.nl/premie-berekenen/. Wacht niet langer en bekijk wat Motor.NL Verzekering voor jou kan betekenen!


Voor meer informatie zijn wij van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 te bereiken via 0172-427298. Je kunt natuurlijk ook altijd een mailtje sturen naar info@motornl-verzekering.nl.

Hans van Heesch bouwt driewieler Indian met drie gezichten

0

In 1931 bracht Indian voor garagehouders de ‘Dispatch Tow’ op de markt. Een trike die eenvoudig achter een auto kon worden aangehaakt. Zo kon een auto bij de klant worden afgeleverd en de monteur met de trike terug naar de garage rijden. Dat scheelde geld en tijd, de rit werd nu door één man in plaats van twee gemaakt. Een ‘Traffic Car’ voor verkeersdiensten en een ‘Crash Car’, voornamelijk voor de brandweer die deze in allerlei noodsituaties kon inzetten, volgden snel. Indian liefhebber Hans van Heesch liet zich erdoor inspireren tot een uniek project! 

Ook H-D zag het potentieel van de driewieler en bracht een jaar later de Servi-Car op de markt. Zowel van de Indian als de H-D trikes zijn maar weinig exemplaren gebouwd en het zijn nu echte verzamelobjecten. 

HUBLEY MODELLEN

Hans had al lange tijd een Indian Dispatch Tow (vrij vertaald Wegbreng of Aflever Sleep) in zijn bezit en in 2011 kreeg hij het idee om nog een Indian Dispatch Tow te bouwen. “Ik rijd al jaren een Indian Chief Dispatch Tow uit 1948 met een vierbak en die driewieler is heel geschikt om er lange afstanden mee te rijden. Omdat ik over veel onderdelen beschikte bedacht ik dat het zou moeten lukken om zelf iets te bouwen. Zeker toen ik uit Amerika een DNA achteras met een daar gekochte Chief mee kon laten komen. De keuze voor dit Crash Car model is geïnspireerd op een model van Hubley, een speelgoedmerk wat in de dertiger jaren prachtige gietijzeren modellen van Indian en Harley op de markt bracht. Die modellen zijn nu kostbare en veel gezochte collector’s items. Hubley had destijds een Indian Crash Car en een Traffic Car in het programma.”

Historie MV Agusta: 80 Jaar snelheid, stijl en strijd

SAFETY FIRST

Hans besloot om als basis de Dispatch Tow te nemen en die zodanig te construeren, dat het mogelijk is om in korte tijd het model te wijzigen. Die opzet is geslaagd en hij kan nu in een half uurtje de Indian ombouwen van basismodel Dispatch Tow naar Traffic Car of Crash Car. De Crash Car is de leukste uitvoering en daarom wilde Hans deze voor de reportage gebruiken. Hans koos voor het frame van een Indian Chief 1200 uit de veertiger jaren met een originele Indian voorvork en stuurdemper uit de dertiger jaren. Het 1200 cc blok stamt uit de veertiger jaren en het werd door Ben Huisman geheel gereviseerd, samen met de standaard driebak. “Omdat ik veel met de Indian wilde gaan rijden, koos ik voor de DNA achteras, voorzien van moderne remmen en Monroe schokdempers.” 18 Inch wielen met originele naven en Continental banden houden contact met het asfalt. Aan de voorkant remt de driewieler met de originele trommelrem. “Het mooie is dat de remschijven achter niet zichtbaar zijn. Die heb ik verstopt achter een paar zwarte platen en zo kan ik toch goed remmen. De oorspronkelijke bandrem heeft, netjes gezegd, onvoldoende remvermogen en is in het hedendaagse verkeer ronduit gevaarlijk, vandaar deze keuze. Safety first!”

VEEL BEKIJKS

Het 1937-er model, favoriet bij veel Indian rijders, zou het uitgangspunt vormen. De bak maakte Hans in eigen beheer van hout met een dunne koperplaat op de bodem. De handgemaakte achterspatborden komen uit India. Hans gebruikte van alles om de Crash Car op te leuken, veelal met authentieke spullen. “Er zitten op de motor en de bak veel bijzondere dingen, er is genoeg te zien!”, lacht Hans. “Op  enkele gadgets na, is zo’n beetje alles aan de motor origineel. Ik heb gelukkig veel contacten en beschik over een enorm netwerk, dus om aan de onderdelen te komen bleek niet eens zo moeilijk. De remleidingen heb ik bij LBS Zijspantechniek laten maken en het spuitwerk heb ik uitbesteed. De striping heb ik wel zelf gedaan.” Hans bouwde zijn Crash Car na met behulp van een van zijn Hubley modelletjes en enkele oude, onduidelijke foto’s. “Het is dan ook geen restauratieproject, maar gewoon iets leuks geworden. Ik rijd er veel mee, heb al op diverse shows prijzen gewonnen en heb er altijd veel bekijks mee!”

Fotografie: Onno “Berserk” Wieringa

TECHNISCHE GEGEVENS INDIAN CRASH CAR

ALGEMEEN
Eigenaar:Hans van Heesch
Bouwer:Indian / Hans van Heesch
Merk:Indian
Model:basis: Dispatch Tow Chief (hier in gedaante van Crash Car)
Bouwtijd:2 jaar
MOTORBLOK
Bouwjaar:1939
Bouwer:Indian, revisie Ben Huisman
Cilinderinhoud:1200 cc
Type:337
Carburateur:Linkert M6SA van Indian
Luchtfilterhuis:Indian
Ontsteking:Autolite
Uitlaatsysteem:Starklite headers en eigenbouw delen
Versnellingsbak:Indian 3 versnellingen
RIJWIELGEDEELTE
Frame:Indian Chief
Voorvork:Indian Bladveer
Achterbrug/achteras/differentieel:DNA USA
Schokbrekers:Monroe
Voorwiel:Indian 18 inch, Continental
Achterwielen:Indian 18 inch, Continental
Remmen:voor: trommelrem Indian, achter: DNA (2 schijven)
SPUITWERK
Kleur:zwart-rood
Spuiter:Verweijen, Mill
Special paint / logo’s:Hans van Heesch
Idee en design:Hans van Heesch

GESCHIEDENIS

CHARLES FRANKLIN

Indian hoofdontwerper Charles Franklin tekende de plannen voor een driewielig voertuig gebaseerd op het populaire Indian 101 Scout-chassis, uitgerust met een 37 kubieke inch (cui) of een optionele 45 cui V-twin-motor. De achteras in autostijl was compleet met differentieel. Twee wielen flankeerden een plaatstalen bak en deze werd ondersteund door een enkele bladveer en beugel. Het was deze bak die de Dispatch-Tow zijn unieke lijnen gaf. Het is natuurlijk niet waarschijnlijk dat een driewielige machine omvalt, wat Franklin de kans gaf een trekhaak te ontwerpen die, wanneer hij aan de voorkant van de Dispatch-Tow werd bevestigd, snel en gemakkelijk aan de achterbumper van een auto kon worden bevestigd. Dat betekende dat een medewerker van een autodealer met de Indian Dispatch-Tow naar de locatie van een klant kon rijden, de trekhaak aan de auto kon bevestigen en de auto voor onderhoud naar de garage kon rijden, samen met de Indian. Dezelfde procedure werd gevolgd om de auto weer bij de klant terug te brengen. Dit was uiteraard voordelig, omdat er slechts één werknemer voor het halen en brengen van de auto nodig was.

CONTACT POINTS

Indian’s eigen magazine, Contact Points No. 426, gedateerd 28 april 1931, bevat de eerste aankondiging van de Dispatch-Tow, samen met een andere driewieler, de Dispatch-Car. Contact Points was een nieuwsbrief van de fabriek naar de dealer en in het document benadrukt Indian de verkoopargumenten van hun nieuwe driewieler. ‘De Indian Dispatch-Tow is ontworpen en ontwikkeld om tegemoet te komen aan een grote behoefte op autogebied. De vraag naar dit voertuig bestaat al en wordt elke dag duidelijker’, aldus de nieuwsbrief. ‘Succesvolle autodealers, serviceorganisaties en garages kennen en waarderen de waarde van snelle service aan autobezitters. Steeds vaker eist de autobezitter dat de serviceman bij hem thuis of op kantoor langskomt om zijn auto op te halen, deze voor de uitgevoerde werkzaamheden naar de garage te brengen en hem vervolgens terug te brengen. Dit betekent dat er twee mannen en één auto moeten worden gestuurd om de auto van de klant binnen te brengen.’

NIEUWE TAKEN

Na de introductie kreeg de Dispatch-Tow onmiddellijk de voorkeur en er werden er in het eerste jaar al ongeveer 400 van verkocht. Toch lijkt Indian de Dispatch-Tow alleen voor dat ene jaar te hebben gebouwd. In 1932 verving Indian de 101 Scout door de Standard Scout, in wezen een 45 cui Scout motor in een groter Chief frame. Het lijkt erop dat er tot 1935 geen Dispatch-Tow machines meer werden gebouwd, uitgaande van de modelgegevens en serienummers die op de Indian Motorcycle website worden weergegeven. Dit vermoeden wordt versterkt in het bekende boek van Sucher, ‘The Iron Redskin’. Na verschillende andere modellen uit 1935 te hebben besproken, schrijft Sucher: ‘De Dispatch-Tow, die in 1932 was stopgezet met de teloorgang van de 101, werd weer tot leven gewekt met de Sport Scout, die voor dit gebruik was uitgerust met een blok met lage compressie en lage overbrengingsverhoudingen. Er werden twee modellen gepresenteerd, één met een standaardmaat en een ander met een optionele extra grote bak met een groter draagvermogen.” Zowel de Dispatch-Tow als de Servi-Car vonden al snel aftrek bij andere gebruikers dan autodealers en servicestations. Als bedrijfsvoertuig werden de driewielers voor nieuwe taken ingezet en ze trokken met hun paneelwerk beschilderd als reclamebord zeker de aandacht. Of het nu een politiekorps of een drogisterij was, de driewielers werden aan het werk gezet!

EINDE VAN TIJDPERK

Indian zette de verkoop van de klassiek geconfigureerde Dispatch-Tow voort tot in 1942, toen de productie van de bedrijfsvoertuigen door WO II stopte. Tussen 1950 en 1952 werden opnieuw driewielmotoren gebouwd, voornamelijk voor politiediensten en die werden ‘Patrol’ modellen genoemd. Deze waren gebaseerd op de 80 cui Chief, 45 cui Scout of 30,5 cui Warrior. Na de ondergang van Indian in 1953 werd er een door Royal Enfield aangedreven driewieler onder de Indian naam gebouwd door Pashley uit Groot-Brittannië, die in 1959 slechts één jaar verkrijgbaar was. Hij stond simpelweg bekend als de Patrol Car. Interessant is dat trikes tegenwoordig weer wat aan populariteit lijken te winnen met modellen van Motor Trike, Rewaco, Lehman, Can-Am Spyders en veel meer. Harley-Davidson biedt opnieuw een driewieler aan, maar de tijd dat je een man met een driewieler eropuit stuurt om een auto op te halen en terug te brengen naar de garage is al lang voorbij.

Techniek IMU: drie of zes assen?

0
Techniek IMU

“In het artikel over afkortingen werd een uitspraak gedaan die suggereerde dat de term zes-assige IMU was ontsproten aan het brein van een overijverige medewerker van de afdeling marketing”, zo schrijft Jan van Zeggelaar. “En dat is dus niet zo. Een zes-assige IMU doet wel degelijk meer dan een drie-assige.” Heeft Jan gelijk?

Wie kaatst, kan de bal verwachten. Wat ik letterlijk schreef was: “een zes-assige IMU is een drie-assige IMU van een motorfabrikant, waarvan de marketingman niets van natuurkunde snapt.” De hengel was ingeworpen. Jan bleef aan het haakje hangen, maar hij voelt zelf ook aan waar de schoen wringt, getuige zijn volgende zin: “Hoewel je over de zuiverheid van de term kunt discussiëren.”

Nerds

Ik kom uit een gezin vol nerds, en discussiëren over futiliteiten doen wij graag. Schijnen de lampen van een auto nog als die harder gaat dan de snelheid van het licht? Van die dingen. Ik krijg ook de kriebels als verkopers op Marktplaats.nl schrijven “verkeerd in goede toestand”. Kom op jongens, we hebben toch allemaal lagere school gehad? Stam + t? Ik verkeer, jij verkeert. 80% doet het verkeerd. Dat moet dan wel weer met een ‘d’. Ik krijg ook kromme tenen als iemand het over handvaten heeft, terwijl hij handvatten bedoelt. Ik weet dat zoveel mensen dat fout doen, dat de Van Dale het inmiddels niet meer als fout, maar als minder juist betitelt, maar toch. Voor jongeren onder ons: de Van Dale is geen leuk meisje dat gelijk heeft omdat ze er knap uitziet en een TikTok-kanaal heeft waarop ze complottheorieën of gesponsorde artikelen promoot, maar een boek waarin wetenschappers van elk woord de juiste schrijfwijze, uitspraak en betekenis hebben gezet. Kijk er eens in. Ook word ik wat kriegel als marketingmensen de waarheid geweld aandoen omdat ze er niets van snappen of omdat het beter klinkt. Niet elke tweecilinder-lijnmotor is een paralleltwin en een zes-assige IMU… Tja.

Wat kost motorrijden nu echt? We zetten het op een rij voor je

Blokkeren of niet

Om te beginnen: wat is een IMU eigenlijk? Een IMU is een sensordoos die alle bewegingen van een motorfiets registreert. Ze zorgt dat assistentiesystemen van de motorfiets bochtafhankelijk kunnen functioneren. Assistentiesystemen voor motorfietsen zijn de laatste jaren enorm doorontwikkeld. Het begon allemaal met een antiblokkeersysteem, kortweg ABS. Een conventioneel ABS-systeem meet de snelheid van elk wiel met behulp van een sensor en een tandkrans. Als er een tand langs de sensor komt, verandert het magnetisch veld in de sensor, waardoor deze een spanningspuls genereert. Door het aantal impulsen dat de sensor per seconde opwekt, kan de ABS-computer bepalen hoe snel het wiel draait. Deze computer kan de snelheden van de twee wielen met elkaar vergelijken en kan ook uitrekenen hoe snel de wielen vertragen. Daaruit kan hij concluderen dat een wiel begint te blokkeren. Als dat zo is, zal de ABS-computer twee ventielen activeren: het ene ventiel blokkeert de remleiding van de hoofdremcilinder naar de rem, zodat je niet nog harder kunt remmen. Een tweede ventiel laat remvloeistof uit de leiding naar een accumulator wegstromen, zodat de remdruk daalt en het wiel weer kan gaan draaien. Dan wordt dit aflaatventiel gesloten en het toevoerventiel weer geopend, zodat je weer remdruk kunt opbouwen. Tot het wiel weer blokkeert. Dan herhaalt de procedure zich, waarbij een elektrische pomp de remvloeistof uit de accumulator terugpompt naar de remleiding tussen het blokkeerventiel en de hoofdremcilinder. Dat voel je als het trillen van het remhendel of het rempedaal.

Remmen of sturen

De eerste ABS-systemen remden om de meter, moderne doen het zo snel dat je het niet eens meer merkt. Ze kunnen je laten remmen met een bijna constant slippercentage van een aantal procenten, aangezien banden de meeste wrijvingskracht leveren wanneer ze 10-30% slip hebben. Op die manier haal je dus de kortste remweg. Ouderwetse ABS-systemen hebben echter een nadeel: ze werken eigenlijk alleen rechtuit goed, als je alle beschikbare wrijving voor het remmen in kunt zetten. Ik heb ooit op de kartbaan van Walibi zitten kijken naar de manier waarop de meeste rijders een knijpende U-bocht namen. Ze stuurden te hard en te vroeg in, moesten steeds scherper sturen totdat de kart bijna begon te glijden en als ze dan tot de constatering kwamen dat ze de bocht niet haalden, trapten ze op de rem. Dan gingen ze rechtdoor de bandenstapels in. Want als je alle grip gebruikt om te sturen, heb je niets over om te remmen. Met een motor is dat niet anders. De grip die je over hebt om te remmen, is de totale grip minus de grip die je gebruikt om te sturen.

Grip

Om te voorkomen dat je in bochten te dicht bij de slipgrens komt, zijn motorfiets-ABS-systemen nogal eens ‘voorzichtig’ getuned voor meer marge in de bochten, ten koste van de remweg rechtuit. Een ander probleem is de oprichtneiging. Die ontstaat doordat je in een bocht op de zijkant van de band rijdt, terwijl de stuuras door het midden van de band gaat. Tijdens het remmen werkt de remkracht dus niet netjes in het midden van de stuuras, maar een paar centimeter opzij daarvan, waardoor een draaiend moment op het stuur ontstaat. Die zorgt ervoor dat de motor zich opricht en een wijdere bocht gaat lopen. Dat is ongewenst, zeker als je de bocht toch al nauwelijks haalt.
Voor een ABS-systeem zou het dus handig zijn om te weten hoeveel grip je gebruikt om te sturen. Een maat daarvoor is de hellingshoek, maar die vertelt niet het hele verhaal. Bij keren op de weg kun je een motor behoorlijk plat leggen, terwijl je heel langzaam gaat en niet veel grip gebruikt. De hellingshoek in combinatie met de snelheid zegt iets, maar nog directer is de centripetale kracht. Dat is de kracht die zijdelings op de motor wordt uitgeoefend, naar het centrum van de bochtstraal. De middelpuntvliedende kracht wil de motor naar buiten trekken, de grip van de banden trekt hem naar binnen. Ze zou dus eigenlijk zowel de hellingshoek als de zijdelingse kracht willen meten.

IMU

In 2013 ontwikkelde Bosch voor dit doel de eerste ‘Inertial Measurement Unit’ of IMU, zoals die ook nu nog worden gebruikt. Die IMU had acceleratiesensoren die de versnelling in drie richtingen mat, en een gyroscoop die de hoekverdraaiingen van de motor in elke richting mat. Een moderne(re) IMU doet dat nog steeds. Een acceleratiesensor meet in de rijrichting acceleratie en remkracht. Een sensor meet dwars op de rijrichting zijdelingse versnelling – centripetale kracht dus. In de hoogte meet een sensor eveneens versnelling, die optreedt als je door een kuil rijdt of over een hobbel.
De gyroscoop is de hellingshoeksensor: die meet de hoekverdraaiing over de lengteas, dat is de hellingshoek of ‘roll’ als je door een bocht rijdt. Deze sensor meet ook hoekverdraaiing over de breedte-as, dus als je een wheelie of een stoppie maakt. Dat heet de ‘pitch’. Dan meet hij ook nog hoekverdraaiing over de hoogte-as, wat bijvoorbeeld gebeurt als de achterkant van de motor uitbreekt. Dat heet ‘yaw’.

Techniek Motorfiets verlagen: verbeter je rijcomfort

Bochtafhankelijke systemen

De ECU gebruikt de informatie van de IMU om zowel de remkracht als de remkrachtverdeling van het ABS of de aandrijfkracht van tractiecontrole af te regelen. Bij het bepalen van de toegestane ‘Target Grip’ houdt het systeem rekening met het veranderende contactvlak van de band en de verandering van het zwaartepunt wanneer een motor in de bocht ligt. Het gevolg hiervan is dat het bochtafhankelijke ABS voorkomt dat de wielen slippen als er in een bocht – met een hellingshoek – wordt geremd, dat het de oprichtneiging beperkt als in een bocht wordt geremd en dat het voorkomt dat je over de kop slaat als je te hard remt. Bovendien voorkomt de tractiecontrole achterwielslip als in een bocht gas wordt gegeven en voorkomt het tevens dat het voorwiel te ver loskomt als er fel wordt geaccelereerd. Tegenwoordig zijn er nog meer systemen die er gebruik van maken, zoals hill hold en stoppie control. Tractiecontrole kan tegenwoordig zelfs een bepaalde mate van slip en drift toestaan, waarbij je vaak zelf kunt instellen hoeveel. Ook het interventieniveau van ABS kun je tegenwoordig vaak instellen.

Drie dimensies

Ooit was ik tekenaar-constructeur. In 2D, oftewel, met papier, potlood en liniaal. Ik had maar twee dimensies: lengte en breedte. Wilde ik de hoogte weergeven, dan had ik een ander aanzicht nodig, met de breedte en de hoogte. Of de lengte en de hoogte. Tegenwoordig teken ik hobbymatig in 3D, in Tinkercad. Dat is fraai, want daarin kan ik hoogte, breedte en lengte tegelijk zien. Je kunt daarbij kiezen voor twee verschillende perspectieven. In beide heb ik drie assen: hoogte, breedte en lengte. Dat zijn dus geen zes assen, maar twee manieren om naar drie assen te kijken. U voelt hem aankomen: een motorfiets-IMU meet acceleratie langs de lengte-as, de breedte-as en de hoogte-as. Daarnaast meet hij hoekverdraaiing over diezelfde drie assen. Dat levert zes datasets op waarmee de ECU kan rekenen. Maar al die datasets zijn gemeten op of over één van de drie assen: lengte, breedte of hoogte. Meer smaken zijn er niet. Sommige merken noemen hun IMU een zes-assige IMU, omdat hij zes datasets oplevert, maar mijns inziens is dat niet correct: al meet je 25 datasets, je blijf dat doen over de lengte, de breedte en de hoogte. Dat zijn en blijven drie assen. Een zes-assige IMU bestaat dus niet.

Foto’s: archief

Promotor 08 2025

0

Joey Dunlop’s Honda V4-racers onder de hamer bij Bonhams

0

De aanstaande Bonhams-veiling op 12 oktober brengt twee historisch belangrijke Honda V4-motorfietsen onder de hamer, beide met een directe link naar de illustere carrière van wijlen Joey Dunlop. Deze machines, rechtstreeks afkomstig uit de Dunlop-familie, vertegenwoordigen tastbare stukken racegeschiedenis die motorsportliefhebbers en verzamelaars wereldwijd zullen aanspreken.

25 jaar zonder Joey Dunlop: de ongeëvenaarde straatracer

William Joseph Dunlop OBE: Een Legende in de Motorsport

William Joseph Dunlop (1952-2000), beter bekend als ‘Joey Dunlop’ of ‘Yer Maun’, blijft een icoon in de motorracerij. Deze Noord-Ierse coureur verwierf legendarische status door zijn ongeëvenaarde succes bij de Isle of Man TT, waar hij een verbazingwekkende 26 overwinningen behaalde. Dunlops carrière, die liep van de jaren ’70 tot 2000, zag hem domineren in talrijke internationale wegrace-evenementen.

1988 Isle of Man TT Formula 1 and Senior TT-winnaar, 1988 Honda VFR750R RC30

Zijn langdurige samenwerking met Honda was cruciaal voor zijn successen, waarbij de RC30 en RC45 bijzonder symbolisch werden voor zijn race-erfenis. Dunlops toewijding, vaardigheid en sportiviteit blijven generaties inspireren, en zijn status als een van de grootste wegracers aller tijden staat onomstotelijk vast.

1999 Ulster Grand Prix-winnaar, 1999 Honda RVF750 RC45

Een zeldzame kans

De veiling van deze historische motoren vindt plaats tijdens de Classic Motorcycle Mechanics Show op 12 oktober in het Staffordshire County Showground in het Verenigd Koninkrijk. Bonhams, het gerenommeerde veilinghuis met hoofdkantoor in Londen, verwacht dat elke motorfiets tussen de £80.000 en £100.000 (ongeveer €94.000 – €118.000) zal opbrengen, een weerspiegeling van hun zeldzaamheid en historische betekenis.

Hoe Wayne Rainey’s liefdadigheidsrit €650.000 ophaalde voor soft barriers op racecircuits

0

Wayne Rainey’s erfenis reikt ver voorbij zijn kampioenschapstitels en manifesteert zich in een diepgewortelde toewijding aan motorveiligheid. De drievoudig wereldkampioen, wiens racecarrière abrupt eindigde na een ongeval in 1993 dat hem verlamde, heeft zijn persoonlijke ervaring omgezet in een krachtige drijfveer om de sport veiliger te maken. Zijn inspanningen, met als vlaggenschip het evenement ‘Rainey’s Ride To The Races’, vormen een directe aanpak van de inherente risico’s van motorsport.

Doel van de rit

Rainey’s Ride To The Races is veel meer dan een nostalgische motorrit; het is een strategische interventie voor raceveiligheid. Dit jaarlijkse liefdadigheidsevenement combineert een schilderachtige motorrit met de adrenalinerush van het MotoAmerica-raceweekend op WeatherTech Raceway Laguna Seca. Het primaire doel is het ondersteunen van het Roadracing World Action Fund (RWAF), dat zich toelegt op het installeren van Airfence en Alpina soft barriers op racecircuits – cruciale veiligheidsmaatregelen die levens kunnen redden.

De editie van 2025, de vijfde editie van het evenement, toont de groeiende impact: er werd maar liefst $142.000 (ongeveer €130.000) opgehaald, waarmee het totaalbedrag sinds de oprichting de $650.000 (ongeveer €596.000) heeft overschreden. Deze substantiële som vertaalt zich direct naar tastbare veiligheidsverbeteringen op racecircuits in heel Amerika.

BMW R100 ‘Bolt of Brilliance’: Wanneer Amerikaanse ambitie Duitse erfenis ontmoet

Een emotionele terugkeer naar Laguna Seca

De 2025-editie van het evenement had een bijzondere betekenis, aangezien het Rainey’s emotionele terugkeer naar Laguna Seca markeerde na 34 jaar. Rijdend op een speciaal aangepaste Yamaha XSR900GP met handcontroles, deelde Rainey het circuit met een pantheon aan racelegendes. Namen als Kenny Roberts, Eddie Lawson, Bubba Shobert, Freddie Spencer, Kenny Roberts Jr., Rick Johnson, Doug Chandler en Ben Spies versterkten het prestige en de impact van het evenement. Hun aanwezigheid onderstreepte de collectieve toewijding aan veiligheid binnen de racegemeenschap.

Het Roadracing World Action Fund

De RWAF functioneert als een non-profitorganisatie (vergelijkbaar met een ANBI-status in Nederland) met een scherpe focus op het bevorderen van veiligheid in motorracen. De kernmissie draait om het uitbreiden van het gebruik van zachte luchtbarrières bij race-evenementen. Deze barrières zijn geen luxe maar een kritiek component in het verminderen van de ernst van verwondingen bij motorongelukken.

De financiële levensader van de RWAF hangt af van bijdragen van racers, toegewijde fans en belanghebbenden uit de industrie. Voor degenen die willen bijdragen of meer willen weten, biedt de website roadracingworld.com/actionfund waardevolle informatie.

De mannen van Tubbergen #terugblik

0

Dat de Tubbergen Motorraces ooit groots en immens populair waren, werd eerder dit jaar al uitgebreid belicht hier op Motor.NL. Fabrieksteams en topcoureurs reisden al in de jaren ’50 en ’60 naar Tubbergen, ruim voordat evenementen in Hengelo (GLD) en Raalte internationale aandacht kregen. Hoewel de laatste wegraces in Tubbergen inmiddels 41 jaar geleden zijn verreden (1984), blijft het voormalige evenement in Twente een veelbesproken onderwerp. Een belangrijke reden daarvoor zijn Rob Vennegoor, Theo Bult, Marcel Ankoné, Gerard Schepers en Ben Haarhuis. In 2025 organiseerden zij op tweede pinksterdag de Wematik Classic GP-parade, een klasse die eenmalig onderdeel was van de Historische Motordemo Tubbergen. Dit jaarlijkse evenement vindt plaats op het plaatselijke industrieterrein.

Historie Tubbergen Races: waar de internationale wegraces op een stratencircuit zijn begonnen

De vorige – en tot dan toe enige – GP-parade vond plaats in 2014. Hoog tijd voor een nieuwe editie, vonden de organisatoren, nu de meeste oud-coureurs nog fit genoeg zijn om op de motor te stappen. Dankzij de goede connecties van de organisatie werden zowel nationale als internationale topcoureurs van weleer benaderd. Velen gaven gehoor aan de oproep en kwamen nog één keer naar Tubbergen om daar enkele ronden te rijden. De meeste rijders zijn inmiddels de zestig of zelfs de zeventig gepasseerd, maar stonden nog steeds te popelen om op de motoren van vroeger te stappen. En wie zelf geen motor meer had, kreeg een schitterende tweetakt ter beschikking gesteld – geregeld door, jawel, de mannen van Tubbergen. Alles was tot in de puntjes verzorgd. Een dag voor het evenement vond een Meet & Greet plaats in ’t Oale Hoes, het geboortehuis van Ben Haarhuis. Rijders, familieleden, sponsoren en andere betrokkenen kwamen daar samen voor een gezellig samenzijn en om herinneringen op te halen. De sfeer werd versterkt met een rondrit per bus over het voormalige, iconische stratencircuit van bijna tien kilometer lengte. Er werd gestopt bij de Fleringen Hairpin – een van de bekendste punten van het oude circuit – en bij het monument ter nagedachtenis aan de vijf dodelijke slachtoffers van de Tubbergen-races. Verschillende familieleden van omgekomen coureurs en toeschouwers waren daarbij aanwezig. Tot slot werd Riet Haarhuis in het zonnetje gezet voor haar trouwe zorg voor het monument. Want de mannen van Tubbergen denken aan alles.

Foto: Henk Keulemans

Organisatie Wematik Classic GP-parade 2025. Van links naar rechts: Gerard Schepers, Marcel Ankoné, Theo Bult, Ben Haarhuis en Rob Vennegoor.

Kawasaki presenteert 2026 Z1100 SE: ultieme supernaked

0

Met de komst van de Z1100 en Z1100 SE blaast Kawasaki nieuw leven in een icoon. Voor modeljaar 2026 keert deze begeerde Supernaked terug, sterker, moderner en rauwer dan ooit. De essentie van dit model blijft fier overeind, maar wordt nu gecombineerd met een volledig vernieuwd motorblok en de nieuwste elektronische hulpsystemen.

Het kloppend hart is een 1099cc viercilinder-in-lijn, die dankzij een langere slag meer trekkracht levert dan zijn voorganger. Met vernieuwde gasklephuizen, aangepaste inlaatkanalen en herzien nokkenasprofiel komt het vermogen nu vooral los in de lage en middentoeren. Juist daar ervaar je de brute kracht optimaal. Een verzwaard vliegwiel en aangepaste versnellingsverhoudingen maken het geheel extra plezierig en soepel in gebruik.

 

 

Geavanceerde elektronica tilt de rijervaring verder omhoog. Elektronisch geregelde gaskleppen zorgen voor een directe gasrespons en vormen de basis voor luxe functies als een Quickshifter (op- en terugschakelen), Cruise Control en Traction Control. Met de keuzemogelijkheden Sport, Road en Rain pas je het karakter van de machine eenvoudig aan je omstandigheden aan. Voor puristen is er daarnaast een Rider Mode, waarin je zelfs Traction Control volledig kunt uitschakelen voor de ultieme, rauwe beleving.

Een zesassige IMU zorgt ervoor dat ABS en de Kawasaki Cornering Management Function (KCMF) hellingshoekafhankelijk werken. Dit intelligente systeem optimaliseert remdruk en vermogensafgifte in de bocht, waardoor je de ideale lijn makkelijker en consistenter vasthoudt.

Nieuwe sportieve kleuren voor de Kawasaki Ninja ZX-4RR in 2026

Actieve controle

Qua ergonomie is de Z1100 ontworpen voor actieve controle zonder in te leveren op comfort. Het nieuwe stuur is 22 mm breder en 13 mm verder naar voren geplaatst, wat meer vertrouwen en wendbaarheid oplevert. Voor je neus prijkt een compleet nieuwe 5” TFT-display, inclusief turn-by-turn navigatie en spraakbesturing via de Rideology App. Je kunt kiezen uit twee lay-outs: een overzichtelijke infomodus of een sportieve weergave met hellingshoekindicator.

Het design is trouw aan de kenmerkende Sugomi-stijl: laag geplaatste koplampen met felle LED’s, een agressieve kuipvorm en een dynamisch oplopende kont, alsof de machine ieder moment kan toeslaan. Nieuwe accenten zoals een onderkuip met vinnen en een verbeterd windscherm versterken én beschermen het geheel.

Voor wie alleen het beste wil, is er de Z1100 SE. Dit topmodel herken je meteen aan zijn exclusieve kleurstelling, gouden voorpoten en hoogwaardige Brembo-monobloc remklauwen met staalomvlochten leidingen. Achter zorgt een Öhlins S46-schokdemper met externe afstelling voor ultieme handling.

De nieuwe Z1100 staat vanaf oktober bij de officiële Kawasaki-dealers: de standaardversie vanaf €13.199,-, de SE-uitvoering vanaf €14.999,-.

European Custombike Championship op de CUSTOMBIKE-SHOW 2025

0

De CUSTOMBIKE-SHOW in 2025 belooft veel hoogtepunten, waaronder het European Custombike Championship. De winnaars maken kans op in totaal €12.000 aan prijzengeld!

Zelfs 20 jaar na de eerste editie is de CUSTOMBIKE-Show de grootste beurs ter wereld voor omgebouwde motoren. Bij de Europese kampioenschappen zijn er bijna 300 custombikes te zien en in totaal meer dan 1.000 motorfietsen, wat de impact van het evenement in het hart van Oost-Westfalen onderstreept.

Ongeveer 200 exposanten kunnen niet wachten om hun motoren, onderdelen, kleding en accessoires in Bad Salzuflen te tonen en trends voor de custombike-scene te zetten. Bezoekers uit heel Europa kunnen zich ook verheugen op een spectaculair showprogramma en wereldpremières op het hoofdpodium.

CUSTOMBIKE-SHOW 2024 laat weer het beste van de Duitse customscene zien

Een vaste waarde van de beurs is sinds 2008 de European Biker-Build Off, dit jaar met Harley tegen Harley. In een spannende competitie strijden American Dream Cycles uit Duitsland en Killer Custom uit Litouwen tegen elkaar. Op de grote BBO-podium bouwen ze in drie dagen tijd live voor het publiek twee unieke motoren. De winnaar wordt zoals altijd door het publiek gekozen.

Een iets kleinere, maar niet minder spannende competitie is de tweede editie van de European Moped Build-Off. Hier strijden teams uit Duitsland met hun tweecilinders tegen elkaar. Het team van de Zweitaktkeilers uit Aschendorfer Moor, dat vorig jaar tweede werd, gaat dit jaar voor de titel. Maar ook de uitdager van ‘Sollso Moppeds’ uit Braunschweig, die met een Simson S52 meedoet, heeft grote ambities.

Ook buiten de motoren, benzine en gave bikes is er een primeur. Voor het eerst komt ‘Little Miss Nasty’ met haar wilde Rock’n’Roll-burlesque show de beurs opvrolijken. De crew uit de VS is voor het eerst live in Europa te zien, dat wil je niet missen! Wil je een blijvende herinnering aan het beursweekend? Dan staan de tatoeëerders klaar in een speciale ‘Tä2s’-area.

In 2025 blijft de bikeshow het kloppende hart van het evenement. Als ‘European Custombike Championship’ krijgt het op het hele continent veel aandacht, met winnaars uit meer dan 20 landen sinds de start van de show. Met €5.000 voor de ‘Best of Show’ en €500 voor de winnaars van de 14 andere categorieën is de Custombike-Europakampioenschap in Bad Salzuflen de hoogst gedoteerde customwedstrijd van Europa. Zowel professionals als amateur-sleutelaars kunnen meedoen; elke stijl en motorbasis is welkom.

Wie wil deelnemen aan het kampioenschap, kan zijn omgebouwde motor aanmelden met één of twee sprekende foto’s via european-custombike-championship.de. Het aanmeldportaal is in meerdere talen beschikbaar. Let op: aanmelden garandeert geen startplaats – pas met de uitnodiging van de organisator is je plek zeker. De uitnodigingen met alle info over de European Custombike Championship worden binnenkort verstuurd. Alle deelnemers mogen zich verheugen op een leuk beursweekend met een gezellige bijeenkomst op de avond voor de exposanten, verrassingspakketten en veel custombikes.

De opstelling van de motoren vindt plaats op 27 november 2025. De winnaars in de 15 categorieën worden gekozen door een vakjury. De prijsuitreiking is op zondag 30 november 2025 op het hoofdpodium.

  • Craziest Bike (€500)
  • Best Moped (€500)
  • Rookie of the Year (€500)
  • Best Big Twin Performance (€500)
  • Best Paint Job (€500)
  • Best Roadster (€500)
  • Best Metric (€500)
  • Best Sportsbike (€500)
  • Best Bobber (€500)
  • Best Chopper (€500)
  • Best Cafe Racer (€500)
  • Best Oldschool (€500)
  • Best Engineering (€500)
  • Best Radical (€500)
  • Best of Show > European Custombike Champion > €5.000!

Overigens zijn er nog exhibitor stands beschikbaar voor de CUSTOMBIKE-SHOW in Bad Salzuflen. Voor informatie en aanmeldformulieren kun je contact opnemen met Nikita Bryde van het Messezentrum Bad Salzuflen.

Meer info vind je op custombike-show.de.

Chinese motormerken bedreigen traditionele Westerse en Japanse dominantie

0

Met ‘Made in China 2025’ zette Beijing een koerswijziging in: weg van de rol als goedkope werkplaats van de wereld, op naar een economie die zélf bedenkt, ontwikkelt en produceert. Nu ligt er een nieuw tienjarenplan klaar — nog ambitieuzer, nog dreigender: China wil de wereld domineren met hoogwaardige technologie. De motorindustrie laat zien hoe meedogenloos snel dat kan gaan. In een paar jaar tijd groeiden Chinese merken uit tot serieuze wereldspelers. En precies dát baart Jan Kruithof zorgen.

Wie het boek ‘Apple in China – The Capture of the World’s Greatest Company’ van Patrick McGee heeft gelezen, blijft met een ongemakkelijk gevoel zitten. Verblind door winst en shareholder value creëerde Apple met het Chinese bedrijf Foxconn – verantwoordelijk voor de productie van Apple-producten – misschien bewust een technologisch monster zonder weerga. Vanaf 2015 investeert Apple jaarlijks 55 miljard dollar (!) in mensen, logistiek en ontwikkeling van toeleveranciers. Anno 2025 zijn zo’n 28 miljoen (!) ingenieurs ‘gevoed’ met de holistische werkwijze van het Amerikaanse technobedrijf. Het resultaat mag er zijn: Apple maakt buitengewoon veel winst en ‘China’ maakt met Huawei, Xiaomi, Oppo et cetera betere, maar goedkopere smartphones dan Apple…

Nog maar tien jaar geleden werd ‘Made in China 2025′ door de communistische partij gelanceerd. In plaats van werkplaats van de wereld moest China in 2025 zelf kwalitatief hoogstaande producten produceren. Dat was het plan en dat is in grote lijnen uitgekomen. Door productieprocessen holistisch te benaderen als een technobedrijf worden in China nu elektrische auto’s gebouwd in zogenaamde dark factories. Dat zijn volledig gerobotiseerde fabrieken ‘waar het licht uit kan’. Aan de ene kant van de fabriek gaan de ruwe grondstoffen erin en aan de andere kant rollen de auto’s eruit. Zo worden ook accu’s, zonnepanelen, windmolens, raketten en misschien ook motorfietsen gemaakt. Vergelijk het aantal nieuwe robots dat China installeert (zo’n 278.000 in 2023) met het aantal in Europa (zo’n 93.000 in 2023) en de schrik slaat je om het hart. Meer dan 50% van de robots wereldwijd wordt in China geïnstalleerd, Europa steekt daar schraal bij af met 20%.

Honda CB400 SF-kloon ZXMoto 500 F verschijnt vóórdat Honda zijn eigen opvolger klaar heeft

Is 2025 een kantelmoment?

Wie zijn of haar ogen goed de kost had gegeven dit jaar bij een stand van een Chinees motormerk op MOTORbeurs Utrecht, was verbaasd over de bijna perfecte staat van de afwerking. Hoe dan ook lijkt 2025 een kantelmoment, want het ene na het andere nieuwe Chinese model wordt geïntroduceerd. Voorbeeld: QJMOTOR heeft meer dan honderd modellen in de catalogus staan, modellen die passen bij de behoefte van motorrijders op elk continent. Want wat heb je aan een SRK 921 RR in pak ‘m beet Malawi? Daar heb je liever een lichte, makkelijk te onderhouden 125 cc met veel veerweg. En zou de belangstelling in Malawi toch verschuiven naar racers, dan zou QJMOTOR dankzij het productieproces in korte tijd best een racer kunnen bouwen met heel veel veerweg.

Hoe hebben merken als QJMOTOR, CFMOTO, Loncin, Lifan en Kove zich zo snel kunnen ontwikkelen? We nemen de lancering van het laatste Westerse merk als voorbeeld: het nieuwe Triumph – dat van John Bloor. Triumph deed er zeven jaar over om nieuwe modellen (Trident en Trophy) te ontwikkelen, die in 1990 werden voorgesteld in Keulen. In 1997 moest John Bloor opnieuw diep in de buidel tasten om Triumph te redden van de ondergang. In dat jaar vloog ook de fabriek in Hinckley in de fik en werd er een nieuwe gebouwd die lange tijd hét voorbeeld was van modern motorfietsen bouwen. Pas in 2010 rapporteerde Triumph een operationeel (voor rente en belasting) resultaat van 15,1 miljoen Britse pond. Met andere woorden: een plusje op de jaarrekening – met een beetje hulp van de legacy van het oude Triumph uit Meriden – vergde een heel lange adem, diepe zakken en heel veel lef.

Nog maar twintig jaar geleden bestelden we een 250 cc rechtstreeks uit China. De motor werd in een krat thuis afgeleverd en we moesten ‘m zelf in elkaar schroeven. De lak op de lasnaden liet al los en het chroom roestte. Tien jaar later moesten we lachen om al die Chinese motorfietsen. Ze reden voor geen meter, de afwerking was nog steeds matig en hoe zat het eigenlijk met de afschrijving? In 2023 maakte een onrustig gevoel zich van ons meester. In een column schreven we of we wel zo blij moesten zijn met al die Chinese motorfietsen?

Hoe hebben die ‘Chinezen’ dat dan geflikt? Door het kunstje af te kijken van Westerse en Japanse motormerken, door hun technische hoogstandjes te doorgronden, door joint ventures op te richten zodat ‘we’ ze wel een kijkje in de R&D-afdelingen moesten geven. Dan vraag je je toch af wat er door het hoofd spookte van de CEO van KTM, BMW, Honda, Harley-Davidson et cetera toen de handtekening werd gezet onder het samenwerkingscontract. Was hij ongerust over de toekomst of dacht hij slechts aan de kortetermijnresultaten van het bedrijf? Shareholder value weet je nog?

Wat staat ons te wachten?

Wat staat ons het komende decennium te wachten? China laat zich niet beteugelen. ‘Made in China 2025′ is succesvol uitgerold, het volgende tienjarenplan legt de focus op dominantie in tal van technologische gebieden: auto’s, ruimtevaart, elektronica, motorfietsen… Natuurlijk zal dat niet zonder slag of stoot gaan. We gaan lachen omdat een raket z’n lading op Mars afzet in plaats van op de Maan, omdat een elektrische fiets ineens in de fik vliegt en als blijkt dat de bestelling bij Temu toch een lachwekkend prul is. Had Donald J. Trump dan toch een beetje gelijk met z’n opmerking ‘dat die verdomde computers maar in de USA gemaakt moeten worden’.

Je ziet het al gebeuren. De Italiaanse motormarkt, doordrenkt met de erfenis van iconische merken als Ducati en Aprilia, ondergaat momenteel een ingrijpende verandering. De motormarkt wordt in toenemende mate gevormd door de groeiende aanwezigheid van Chinese fabrikanten. Merken zoals Voge, CFMOTO, QJMOTOR en het elektrische Yadea maken significant terreinwinst en dagen de dominantie van gevestigde Westerse en Japanse spelers uit door middel van agressieve prijsstrategieën en uitbreidende modelaanbiedingen – bron: motorcyclesdata.com

Als je mensenrechten, repressie, werkomstandigheden en al die narigheden die gepaard gaan met een totalitaire staat niet meeweegt, kun je alleen maar respect hebben voor wat China heeft bereikt. China op zijn beurt mag dankbaar zijn dat ‘onze’ technologische wereld de deur wagenwijd open heeft gezet. Zonder een globalistische economie, die ons de afgelopen jaren ook veel welvaart heeft gebracht, zou het China niet zijn gelukt. Een wereldmarkt zonder drempels, het klinkt nog steeds goed mits het level playing field voor alle partijen gelijk is. En dat is een utopie, want aan spelregels hebben naar autocratie neigende landen een pesthekel.

Terug naar ons kleine motorwereldje: moeten we blij zijn met de komst van motorfietsen (en auto’s, en vliegtuigen, en zonnepanelen, en vul maar in) uit China? Als motorrijder wel. De motorfietsen zijn tiptop in orde en niets staat heel veel plezierige ritten in de weg. Kijk je meer met afstand naar China, schrik je je een ongeluk. Weet de vrije wereld met al zijn burgerrechten, inspraakprocedures en mondige burgers nog wel een antwoord te vinden op de ontwikkelingen in China? Dat antwoord moet dan wel komen van de – Europese – politiek. Die moet als de wiedeweerga aan de slag met het ontwikkelen van – heel – lange termijnplannen, het inrichten van financiële steunpakketten en investeringen. Nationaal kunnen we geen vuist maken, omdat de nationale begroting geen ruimte laat. Feit is dat China zich niet laat afremmen. De voorsprong die ze nu hebben, zullen ze verdedigen door de inzet van AI, miljoenen robots, ingenieurs en arbeiders. Als de vrije wereld niet snel optreedt, kan die voorsprong de komende tien jaar zo groot worden dat we ze nooit meer kunnen inhalen.

Gaat het ons lukken? De twijfel is groot. Soms zou je mogen wensen dat de EU zich wat meer als een autocraat mag opstellen. We zijn ons ervan bewust dat dit een gevaarlijke uitspraak is. Maar beslissingsbevoegdheden moeten we anders inrichten, anders worden we overlopen en gebeurt er wat er in Staphorst gaande is. Daar wil Defensie in de Zwarte Dennen – prachtig bosgebied overigens – een enorm bunkercomplex bouwen voor de opslag van munitie. Ondanks de oorlogszuchtige houding van Rusland liggen de omwonenden dwars, terwijl ze weten wat er geopolitiek gezien gaande is in de wereld…