De ‘Bunker Imprint’ CL250 van het Turkse Bunker Custom Cycles (@bunkercustomcycles) is uitgeroepen tot winnaar van de 2024 Honda Customs.
De 2024-competitie bouwde voort op het succes van voorgaande jaren en zette de CL500 en 250 in de schijnwerpers – twee motoren vol scrambler-stijl en suggestieve ontwerpdetails van voor tot achter. Ontwikkeld onder het leidende principe ‘Express Yourself’, zijn de CL’s ideale basismodellen voor de competitie, omdat het open uitnodigingen zijn voor klanten en professionele customizers om hun creativiteit, zelfexpressie en individualiteit maximaal uit te leven.
De winnaars:
P1 Bunker Imprint – Turkije
Met 9.383 stemmen – 37% van de in totaal 25.558 uitgebrachte stemmen – op hondacustoms.com heeft Bunker Imprint de hedendaagse retro café racer-stijl gebruikt en een draai van 180 graden gemaakt ten opzichte van de scrambler-roots van de CL. Het Bunker-team gebruikte een standaard CL250 en voegde een op maat gemaakte met glasvezel versterkte Nylon FDM 3D-geprinte halve kuip, nieuwe zijpanelen, een zelfgemaakte belly pan met ingesloten uitlaat, een nieuwe kont en een herzien zadel toe.
Dat de Turkse Bunker Imprint de meeste stemmen behaalde is sprekend voor de groeiende interesse in en vraag naar motorfietsen en scooters in het land. In 2023 was die markt goed voor 530.000 stuks – een cijfer dat overeenkomt met 38% van de 1,3 miljoen geregistreerde verkopen in de rest van Europa. Dit cijfer toont een exponentiële groei, waarbij de markt bijna verdrievoudigt ten opzichte van het voorgaande jaar (190.000 in 2022) en bijna vier keer zo groot is als in 2021 (140.000).
1 van 5
Wheels and Waves - Bunker Imprint
Wheels and Waves - Bunker Imprint
Wheels and Waves - Bunker Imprint
Wheels and Waves - Bunker Imprint
Wheels and Waves - Bunker Imprint
Çetin Kardeş, hoofd van het motorfietsdepartement van Honda Turkije, vertelt: “Het is een genoegen voor ons om deze prijs te winnen. Dit project weerspiegelt dan ook perfect onze visie op de gezonde en unieke motorfietscultuur in Turkije die we willen uitdragen. Het moedigt ons aan om te blijven streven om de motorwereld in de maatschappij verder aan te moedigen en uit te breiden. Ik wil mijn oprechte dank uitspreken aan al onze collega’s die hebben bijgedragen aan dit succes.”
Wheels and Waves – Oceans Track
P2 Ocean’s Track – Frankrijk
Tijdens het stemmen was de Franse ‘Ocean’s Track’ hard op jacht naar de overwinning. Gemaakt door Oceane Motos (@Oceane_motos_officiel), introduceert de motor een Amerikaanse flat track stijl, gemixt met een vleugje stuntmotor om een oogverblindend visueel spektakel te creëren. De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de standaard CL500 zijn het rode frame en de achterbrug, de goudkleurige wielen, het superbrede stuur compleet met spiegels aan het stuuruiteinde, de dubbele LED-projectorkoplampen uitgelijnd in het voorste nummerbord en het solozadel.
Wheels and Waves – Silver Surfer
P3 CL Surfer – Duitsland
Het podium werd dit jaar vervolledigd door de CL Surfer van Duitsland. Die liet zich inspireren door de prachtige stranden en de relaxte surfsfeer van Biarritz, de thuisbasis van het Wheels and Waves-festival. De CL Surfer is gemaakt door het team van Honda Centre dealers in Frankfurt (@hondamotorrad_de) en past helemaal in de sfeer met zijn metallic zilverkleurige brandstoftank en voor- en achterspatborden (met de kenmerkende blauwe streep), plus een clip-on stuur, nieuwe uitlaat en kenmerkende bruin leren zadel.
Wheels and Waves – Alpina 500
P4 Alpina 500 – Zwitserland
De top vijf gaat verder met de verbluffende Alpina 500, gebouwd door Meister Engineering (@meisterengineering) en de Enduro 500 van het Spaanse Stil Moto.
De Alpina 500, die 50 jaar Honda Zwitserland viert, is gebaseerd op Honda’s rijke erfgoed en refereert aan details zoals de CB-stijl brandstoftank, het gestripte subframe en het minimalistische zadel.
Wheels and Waves – Enduro 500
P5 Enduro 500 – Spanje
De Enduro 500 belichaamt de scrambler-stijl van de CL en is ontworpen om harten te raken door herinneringen op te roepen aan een prachtig, gouden tijdperk van de motorgeschiedenis. De Enduro 500 is het geesteskind van dealer Stil Moto (@stilmotohonda) in San Sebastian en is voorzien van een opvallende tanklak, een hoog gemonteerd voorspatbord, een gazen koplampkap, op maat gemaakte nummerborden, een verscheidenheid aan handgemaakte onderdelen en een Arrow-uitlaatdemper.
De enorm verschillende kleurenpaletten, ontwerpdetails en esthetiek van deze vijf CL’s zijn een bewijs van de veelzijdigheid van het platform als basis voor aanpassingen en een duidelijke manifestatie van het ontwikkelingsthema ‘Express Yourself’.
Hondacustoms-cijfers
Dit jaar bezochten 25.558 mensen tijdens de zomer de www.hondacustoms.com website om hun stem uit te brengen – een stijging van 18% ten opzichte van vorig jaar, waarbij bijna 7.000 mensen de custom wallpaper van hun gekozen motor downloadden.
Voor degenen die alle 16 aangepaste motorfietsen van dichtbij willen bekijken, is de Honda Customs-pagina nog steeds beschikbaar in het Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans en Portugees. Gebruikers kunnen nog steeds een wallpaper van hun favoriete motor downloaden voor desktop of mobiel en hun favoriete motor delen op hun sociale mediakanalen.
Na Nancy van de Ven twee jaar geleden, heeft Nederland opnieuw een wereldkampioen in de WMX. Lotte van Drunen ging met een aardige puntenvoorsprong naar Turkije, reed een verstandige wedstrijd en wist met succes de eerste plaats vast te houden.
Na haar fantastische optreden in de Nederlandse Grand Prix in Arnhem, waar ze haar leidende positie verstevigde door beide manches te winnen, kon Lotte van Drunen vol vertrouwen afreizen naar de laatste GP in het Turkse Afyonkarahisar. Het verschil met Guillén was opgelopen tot zeventien punten. Van Drunen hoefde daarom niet aan te vallen, ze hoefde er slechts voor te zorgen niet al te ver achter de Spaanse over de finish te komen.
Afyon, zoals de plaats meestal kortweg wordt genoemd, beschikt over een keiharde baan, die zondagmorgen modderig was door overvloedig sproeien. De minder ervaren rijdsters hadden er duidelijk moeite mee en al binnen een kwartier werden de eersten gedubbeld. Ook zaterdag op de droge baan waren de snelheidsverschillen groot, misschien wel te groot.
Lotte van Drunen op weg naar haar eerste wereldtitel
Geen risico nemen
De twee rivalen Van Drunen en Guillén stonden in beide manches naast elkaar achter het starthek. Beide keren was de Spaanse sneller weg dan Van Drunen. Geen enkel probleem, want Van Drunen hoefde slechts Guillén in de gaten te houden en haar het liefst niet uit het oog te verliezen. Courtney Duncan, viervoudig wereldkampioene, leidde in de eerste manche van start tot finish. Guillén was derde bij de eerste doorkomst achter Duncan en Kiara Fontanesi, zesvoudig wereldkampioene en moeder van twee kinderen. Guillén kwam later op de tweede plaats terecht door Fontanesi voorbij te steken. Achter dit drietal reed Lotte van Drunen op een eenzame vierde plaats. Ze bevond zich een eindje achter de derde, maar ruim voor de vijfde. Met Guillén als tweede en Van Drunen als vierde werd het puntenverschil teruggebracht van zeventien tot dertien. Nog altijd geen reden voor bezorgdheid.
Fontanesi had kopstart in de tweede manche, verreden als eerste race op zondagmorgen. De Italiaanse bouwde een voorsprong van een aantal seconden op Guillén op. De derde plaats was in handen van Duncan en Charli Cannon was vierde. Cannon is een Australische, die in Afyon haar eerste GP van dit jaar reed. Lotte van Drunen reed op de vijfde plaats, geen enkel risico nemend. In de laatste ronde maakte Fontanesi een foutje, waarvan Guillén en Duncan profiteerden. Voor Van Drunen maakte het niet uit hoe de volgorde voor haar was, zo lang zij er maar voor zorgde minimaal negende te worden bij winst van Guillén. Ze kwam als vijfde over de finish en dat was voldoende om als jongste ooit wereldkampioene te worden.
Lotte van Drunen reed in Afyon twee bekeken manches
Lotte over haar tweede manche: ‘Ik wist dat de vijfde plaats genoeg was. Ik heb gecruised. Geen fouten maken, niet vallen, daar ging het om. Vooraf was ik niet zo zenuwachtig, maar na de start toch wel een beetje.’
Trots
Zeven wedstrijden telde het WK voor de dames dit jaar. Feitelijk waren er het slechts zes-en-een-half, want vanwege overvloedige regenval werd in het Italiaanse Maggiora de eerste manche afgebroken. De hellingen waren zo glad dat vrijwel niemand erin slaagde omhoog te komen. De martelgang voor de dames werd na drie ronden beëindigd en er werd geen uitslag opgemaakt.
Met een totaal van dertien manches is het zaak in elke race goed te scoren en er vooral voor te zorgen geen enkele keer uit te vallen of door een blessure een wedstrijd te moeten missen. Dat is de basis van het succes van Lotte van Drunen, Daniele Guillén en Kiara Fontanesi. Naast het feit dat ze in elke manche punten scoorden, scoorden ze ook telkens goed. Van Drunen heeft een zesde plaats als slechtste klassering, Guillén een vijfde en Fontanesi een zevende. Van Drunen won vijf manches, Guillén vier en Van Drunen kwam in negen van de dertien manches als eerste of tweede over de finish. Lotte van Drunen: ‘Het is voor mij een geweldig seizoen geweest. Ik ben nog maar zeventien en nu al wereldkampioen. Ik wil iedereen bedanken, mijn moeder, mijn broers, mijn vrienden en familie, mijn trainers, iedereen die me heeft gesteund en vooral mijn vader. Hij is de man achter mijn succes. Dit seizoen had niet beter kunnen gaan en ik kan trots zijn op mezelf.’
Een champagnedouche als de nieuwe kampioene Lotte van Drunen over de finish komt.
Van drie naar vier
Voor Lynn Valk liep de Turkse GP uit op een grote teleurstelling. Ze viel in de eerste manche uit, terwijl ze op de negende plaats reed. De tweede manche leverde haar de zesde plaats op. Door het sterke rijden van Fontanesi wist de Italiaanse haar achterstand op Valk van twaalf punten meer dan goed te maken en ging het WK-brons naar haar en niet naar Valk. De door voormalig 125cc-wereldkampioen Alessio Chiodi begeleide Danée Gelissen finishte als negende en achtste. In de WK-eindstand bezet zij de achtste plaats. Shana van der Vlist, die door een schouderblessure niet naar Turkije afreisde en ook de Nederlandse GP had moet missen, is twaalfde geworden in het WK.
1 van 2
WK-eindstand
1. Lotte van Drunen, Yamaha, 282; 2. Daniela Guillén (E), GasGas, 278; 3. Kiara Fontanesi (I), GasGas, 232; 4. Lynn Valk, KTM, 219; 5. Courtney Duncan (NZ), Kawasaki, 199; 6. Larissa Papenmeier (D), Honda, 193; 7. Sara Andersen (DK), KTM, 180; 8. Danée Gelissen, Yamaha, 142; 9. Malou Jakobsen (DK), KTM, 140; 10. April Franzoni (F), Honda, 115; 12. Shana van der Vlist, Yamaha, 89; 22. Britt Jans-Beken, Yamaha, 30; 27. Nancy van de Ven, Yamaha, 15.
Nee, dit is geen Harley-Davidson! Op een paar onderdelen na is alles zelfgemaakt door de Poolse techneut Stanislaw Szydelko uit Breslau. Meer dan twaalf jaar bouwde hij aan zijn droom, maar kon helaas het resultaat niet eens zelf rijden. Stanislaw overleed kort voor de voltooiing van de motor, maar gelukkig maakte kleinzoon Tomasz het Monster af. Lees het verhaal over een indrukwekkende zelfbouw motorfiets, gebouwd in de tijd van het IJzeren Gordijn.
Het is augustus 1979 als in Milwaukee de FLT Tour Glide wordt gepresenteerd. Het is de eerste serie Harleys met een op het frame gemonteerde kuip. De Tour Glide stond natuurlijk in persberichten omschreven als hèt nieuwe topmodel. Maar die persberichten bereikten nooit Oost-Europa, want het IJzeren Gordijn zat potdicht voor informatie vanuit het Westen. We weten dus niet hoe en wanneer Stanislaw Szydelko de foto’s van de FLT Tour Glide in handen kreeg, maar ze maakten zo’n enorme indruk dat hij begin 1980 besloot zelf zo’n motorfiets te bouwen. De mogelijkheid om in Polen een nieuwe Harley-Davidson te kopen was destijds even onwaarschijnlijk als een reis naar de maan in een zeepkist.
Met de foto’s als voorbeeld maakte Stanislaw nauwgezet een tekening op schaal. Veel onderdelen moesten min of meer op de gok gemaakt worden, want lang niet alles was op de foto’s te zien.
IMPROVISATIE EN BURENHULP
Het jaar 1980 vormde een keerpunt. Polen is dan nog steeds een satelietstaat van de communistische Sovjet-Unie. Het leven is zwaar, want de voedselprijzen zijn hoog en de lonen laag. Het volk komt in opstand en de onafhankelijke vakbond Solidarnosc, onder leiding van Lech Walesa, roept op tot stakingen. Dit zint de communistische machthebbers niet en in 1981 wordt de staat van beleg afgekondigd, waarbij alle onafhankelijke vakbonden worden verboden.
Inmiddels was Stanislaw Szydelko begonnen aan het hart van zijn ‘Polski-Harley’. Hij had al eerder motorblokken gebouwd, maar voor de FLT miste hij de details, om nog maar te zwijgen over de benodigde onderdelen. Improvisatie en burenhulp kenmerkten echter de (schaduw)economie in het hele Oostblok, dus liet hij zich niet ontmoedigen. Integendeel!
VIERCILINDERCONFIGURATIE
Omdat er in Polen auto’s onder de naam Polski Fiat in licentie werden gebouwd, waren ook de onderdelen redelijk verkrijgbaar. Bijgevolg bouwde Szydelko dus zijn motorblok met een aantal van deze onderdelen. Omdat de Polski Fiat zijn cilinderinhoud van 652 cc verdeelt over twee cilinders, koos Stanislaw voor een viercilinderconfiguratie en een grotere slag. De drijfstangen met Fiat-zuigers zitten op een zelfgemaakte krukas met NSU-contragewichten. De zuigers lopen in speciaal gemaakte gietstalen cilinderbussen, die zijn verkoperd vanwege een betere warmteoverdracht. Het vierdelige aluminium gegoten carter kan verticaal worden gedeeld. Het deel tussen de cilinders kan tevens horizontaal worden gedeeld om de krukas te kunnen monteren. De originele vormen werden eerst van hout gemaakt, daarna omgezet in mallen, gegoten en bewerkt. De cilinderkoppen bestaan uit een zelfgemaakte constructie met halfronde verbrandingskamers en kleppen van een Poolse Star vrachtwagen. Zelfgemaakte tuimelaars en aangepaste nokkenassen van Polski Fiat bedienen de kleppen. De aandrijving gebeurt via een tussenas aan de rechterkant van de motor. De riem van de krukas naar de tussenas (1:2) komt van FSO Polonez en de tandriem naar de nokkenassen van een Fiat 132.
1 van 6
Het ontstekingssysteem is afkomstig van een Polski Fiat 126p, terwijl de dynamo van een 125p is overgenomen. Later verving de kleinzoon van Stanislaw de oorspronkelijke twee MZ 250 carburateurs door moderne Keihins van Harley-Davidson en daarmee verbeterde de ademhaling aanzienlijk. Het motorblok heeft een cilinderinhoud van 1680 cc met veel koppel bij lage toeren. Hoewel de Monsterfiets ruim 400 kg weegt, kun je ook in de 2e of 3e versnelling wegrijden. Het bruikbare toerental eindigt bij ongeveer 5.000.
VINDINGRIJKHEID
Er was geen geschikte oliepomp beschikbaar voor de dry-sump smering, dus ontwikkelde Stanislaw zijn eigen pomp, inclusief het complete circuit en oliekoeler. De koppeling en primaire ketting lopen in een oliebad en de versnellingsbak is afgeleid van die van een Fiat 125p. De duplex ketting aan het achterwiel is eigenlijk overkill, maar de bouwer heeft het nu eenmaal zo ontworpen. Het zal geen verrassing zijn dat Stanislaw ook zelf het frame en alle bijbehorende chassiscomponenten heeft ontwikkeld en gebouwd. Ook de achterbrug, voorvork en remsysteem zijn volledig zelfgemaakt. Om het resultaat zo dicht mogelijk bij een Tour Glide te laten komen, is ook de V-4 van het Monster in rubber opgehangen. Een ander voorbeeld van vindingrijkheid zijn de wielen. Als je denkt dat een paar gegoten Harley-wielen uit de vroege jaren ‘80 op de een of andere manier hun weg naar Breslau hebben gevonden, dan heb je het mis! Stanislaw heeft voor de wielen zelf de mallen gemaakt en bestaan elk uit vier delen, die met bouten aan elkaar bevestigd zitten. Na het chassis, het motorblok en transmissie werden natuurlijk ook alle deksels, behuizingen en kappen zelf gemaakt. De tank en het spatbord zijn uit dik staalplaat gehamerd en ook de op het frame gemonteerde aluminium kuip werd met de hand geklopt. In de kuip zitten tevens twee afsluitbare bagagecompartimenten. Voor de dubbele koplampen zijn wederom Fiat onderdelen gebruikt. Het achterlicht is een combinatie van twee MZ achterlichten en delen van een autoachterlicht. Ook de zijkoffers zijn uit aluminium geklopt en hebben hun eigen vergrendelingsmechanisme.
1 van 6
NOODLOT
De jaren gaan voorbij als in 1985 Michail Gorbatsjov in Rusland aan de macht komt. Met zijn glasnost en perestroika komt er een eind aan de Koude Oorlog en leidt uiteindelijk in 1989 tot de val van de Berlijnse Muur. Eindelijk was Oost-Europa bevrijd van het communistische juk.
Terwijl de eerste vrije verkiezingen worden gehouden werkt Stanislaw aan de laatste details van Het Monster en zijn ook de carrosseriedelen gespoten. Alles is klaar om de machine in het voorjaar van 1993 op de weg te krijgen, net op tijd voor de 90ste verjaardag van Harley-Davidson. Maar dan slaat het noodlot toe: Stanislaw Szydelko overlijdt in december 1992, zonder ooit op het resultaat van zijn twaalf jaar werk gereden te hebben.
EERBETOON
Jarenlang stond Het Monster ergens in een schuur te verstoffen, totdat Stanislaw’s kleinzoon Tomasz niet alleen de machine afbouwde, maar ook nog eens door de Poolse keuring kreeg. Tomasz heeft daarna duizenden kilometers met Het Monster gereden. Hij bezocht Super Rally’s, evenementen en beurzen. Het was een grote eer om Het Monster ook op de Bigtwin Bikeshow van 2023 te mogen ontvangen. En het was ook meer dan welverdiend dat Tomasz een grote prijs mee naar huis mocht nemen.
Of je hem nu mooi vindt of niet, dit is toch wel het absolute summum van zelfbouw! “Een droom is waargemaakt”, verklaart Tomasz. “Het is een eerbetoon aan mijn opa die Het Monster bouwde!”
Het realiseren van deze motorfiets is indrukwekkende prestatie, waar Stanislaw en zijn kleinzoon Tomasz enorm trots op mogen zijn!
HARLEY’S TOP SECRET V-4 NOVA-PROJECT 1976 – 1985
Terwijl Stanislaw Szydelko vanaf 1980 werkte aan de realisatie van zijn Harley-droom, had Harley-Davidson zelf ook plannen voor een nieuwe motorfiets: In 1976 besloot het management om de ontwikkeling van een moderne motorreeks van watergekoelde V-2, V-4 en V-6 motoren bij Porsche Engineering in Weissach te beginnen. Er waren slechts vage geruchten over het NOVA-project totdat het tijdschrift Supercycle in mei 1985 foto’s van testmachines en motordetails publiceerde. Pas in augustus 2002, na meer dan twee jaar (en een jaar na de introductie van de V-rod), zette het tijdschrift American Rider de V-4 Harley op de cover en publiceerde het een deel van het verhaal in een artikel van 9 pagina’s dat nu ook op internet te vinden is. Dit verhaal is niet alleen spannend omdat het al bijna 25 jaar niet openbaar gemaakt is, het wordt ook verteld door iemand wiens visitekaartjes in de jaren 80 in de persmappen van het bedrijf zaten en die daarom tenminste een deel van de waarheid kent: Buzz Buzzelli.
Dat de betrokkenen niet graag praten over het ‘NOVA’-project, komt misschien ook omdat er zoveel werk en passie in deze machine is gestopt. Om nog maar te zwijgen over het geld: Harley-Davidson zou in tien jaar tijd 15 miljoen dollar in de ontwikkeling van deze motorfiets hebben gestoken, volgens de huidige waarde iets meer dan 40 miljoen. Doelstelling was een complete lijn van V-2-, V-4- en V-6-motorfietsen die, als hij volgens plan in 1981 was uitgebracht, technologisch state-of-the-art, zo niet revolutionair zou zijn geweest. Hoe dicht de NOVA bij de productie was, is nog steeds alleen bekend bij de betrokkenen. De V-4-versie zou worden gepresenteerd voor het modeljaar 1982. In 1980 had het project 30 motorblokken en 12 functionele prototypes opgeleverd waarmee al 100.000 testkilometers zouden zijn afgelegd. Een van de prototypes zou zelfs voldoen aan de strenge Californische emissienormen. Het verhaal weerlegt ook de populaire legende dat AMF niets heeft geïnvesteerd in de toekomst van Harley-Davidson.
In 1980 veranderde het management van AMF en Tom York veranderde de koers van de groep radicaal: Naar verluidt heeft AMF ook bezuinigd op de NOVA-begroting die de terugkoop van Harley-Davidson door zijn eigen managers heeft veroorzaakt. De echte reden kon echter nooit worden gegeven. Feitelijk lag het project toen voorlopig ‘on hold’, omdat de ‘Buy Back’ (de terugkoop) en de herstructurering, alle financiële middelen opslokten. Nadat de situatie verbeterde en de verkoop van Harleys weer aantrok, werd geprobeerd de ontwikkeling voort te zetten en zelfs de productie uit te besteden aan andere landen. Berlijn stond ter discussie als vestigingsplaats. Uiteindelijk was hier ook de productie van BMW-motorfietsen gevestigd. NOVA is een Harley-hoofdstuk waaraan nog veel onderzoek kan worden gewijd, vooral omdat Harley-Davidson de kans kreeg om op het gebied van technologie voorop te lopen in de ontwikkeling van motorfietsen. Terwijl de droom van Stanislaw Szydelko in 1985 vorm kreeg, werden de NOVA-prototypes diep in de archieven verborgen en werd alle betrokkenen nadrukkelijk opgedragen er voor altijd over te zwijgen.
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET MONSTER
Categorie
Detail
Beschrijving
Algemeen
Naam
Het Monster
Eigenaar
Tomasz Szydelko
Locatie
Wroclaw / Breslau, Polen
Bouwer
Stanislaw Szydelko
Bouwperiode
1980 – 1992
Motorblok
Bouw
1980 – 1992
Bouwer
Stanislaw Szydelko
Blok
Zelf gemaakt, op basis van WLA behuizing
Krukas
Zelfgemaakt, met NSU-contragewichten
Cilinders
Zelfgemaakt, gefreesd en vervolgens met de hand bewerkt
Zuigers
Polski Fiat 126p
Cilinderinhoud
1.680 cc
Drijfstangen
H-D WLA-serie
Cilinderkoppen
Zelf gemaakt
Kleppen
Star vrachtwagenmotor
Stoterstangen
Eigenbouw met stelschroeven
Nokkenassen
Polski Fiat 126p, gewijzigd
Carburateurs
2 x 43 mm Keihin CV van Harley
Luchtfilter
Zelfgemaakt
Ontsteking
Omgebouwd van een Polski Fiat 126p met eigen nokkenasaandrijving en twee dubbele bobines
Uitlaat
Zelfgemaakt van roestvrij staal
Transmissie
Bouwjaar
1980 – 1992
Type
Zelf gemaakt, gebaseerd op Polski Fiat 125p
Versnellingen
5
Bediening
Voetschakeling, zelfgemaakte schakelstangen
Primaire aandrijving
Zelfgemaakte duplex ketting
Koppeling
Zelfgemaakt
Secundaire aandrijving
Zelfgemaakte, duplex ketting
Rijwielgedeelte
Frame
Zelfbouw van stalen buis, frame met dubbele loop
Bouwjaar
1980 – 1992
Achterbrug
Zelfgemaakt van stalen buizen
Schokbrekers
Onbekend
Vork
Zelfgemaakt van roestvrijstalen buis en eigen gietstukken
Voorwiel
16” zelfgemaakt gegoten wiel gebaseerd op een Harley-Davidson model, naaf en spaken: Stanislaw Szydelko
Band
Dunlop Touring whitewall
Remschijven voor
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Remklauwen voor
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Achterwiel
16” zelfgemaakt gegoten wiel gebaseerd op een Harley-Davidson model
Band
Dunlop Touring whitewall
Remschijf
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Remklauw
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Diversen
Risers
Zelfgemaakt, stuurrubber gemonteerd
Stuur
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Spiegels
Motoraccessoires
Fittingen / handgrepen
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Voetsteunen
Zelfgemaakte treeplanken door Stanislaw Szydelko
Tank
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Zadel
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Olietank
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko, onder zadel
Spatborden
Zelfgemaakt door Stanislaw Szydelko
Overig
Koffers en topkoffer handgeklopt aluminium, opbergvakken in kuip
Koplampen
Van Polski Fiat, nacelle: zelfgemaakt uit aluminium door Stanislaw Szydelko
Achterlicht
Zelfgemaakt op basis van MZ
Richtingaanwijzers
Zelfgemaakt op basis van MZ (achter) en auto-onderdelen (voor)
We houden vaak vast aan ‘die goede oude tijd’. Toen motorfietsen nog niet zo ingewikkeld waren en toen eigenlijk alles nog wel mocht en kon. Soms omdat we ook niet beter wisten. Maar tijden veranderen. Soms ook ten goede, want door onderzoek en wetenschap weten we nu meer. Zo ook over windruis en schade. Wist je dat bij een snelheid van 100km/u op de motor de blootstelling aan geluid gemiddeld al op 95dB ligt? Na langer dan 15 minuten is het al schadelijk voor je gehoor.
Motoren en geluid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Echter, het geluidsniveau bij motorrijden overschrijdt vaak de grens waarop gehoorschade kan ontstaan. Dit geldt voor zowel recreatief motorrijden als motorsporten op twee- en vierwielers, ook voor toeschouwers. Naast het geluid van de motor – waar we natuurlijk gek op zijn – heeft een motorrijder ook te maken met schadelijke effecten van windruis. Bij hoge snelheden of lange ritten kan het geluid en de windruis leiden tot vermoeidheid en hoofdpijn, en op lange termijn kan dit tot gehoorschade leiden.
De oplossing? Oordoppen! Een kleine moeite, waar veel winst uit te behalen valt. NOIZEZZ weet daar alles van, en is ook dit jaar weer aanwezig op de Bigtwin Bikeshow & Expo om jou er alles over te vertellen.
NOIZEZZ heeft speciale oordoppen ontwikkeld, zodat je optimaal kunt genieten van motorrijden zonder je gehoor te beschadigen. Met de motor oordoppen blijf je het omgevingsgeluid horen, terwijl je gehoor beschermd blijft. De oordopjes steken niet uit, zodat je ze comfortabel onder je helm kunt dragen. Op deze manier kun je onbezorgd van onze prachtige hobby genieten.
Bescherm je gehoor en ga voor oordoppen op maat. Met de filters wordt je gehoor beschermd terwijl je gesprekken goed blijft verstaan.
De voordelen van NOIZEZZ oordoppen:
Kies uit meer dan 12 verschillende kleuren
Beschikbaar in 4 verschillende dempingniveaus
De oordoppen behouden een goede spraakverstaanbaarheid
Speciaal voor de Bigtwin Bikeshow & Expo 2024 komt NOIZEZZ met een beursaanbieding. Laat jij oordoppen aanmeten op de Bikeshow? Dan krijg je €20,- korting. Je koopt dan een setje motor oordoppen op maat voor €104,- i.p.v. €124,-. Kom bij ze langs op de de stand en laat je informeren.
HEB JIJ JE TICKET(S) AL IN HUIS?
De ticketverkoop staat live. Koop je ticket(s) nu in de voorverkoop, waardoor je meteen voordeel opdoet. Aan de deur zijn ze namelijk duurder! Ook voorkom je dat je aan de deur in de kou moet wachten, want we weten uit ervaring dat de wachtrijen best op kunnen lopen. We hopen natuurlijk op goed weer op 1, 2 en 3 november, maar je weet het nooit..
We leven in een mooie tijd. Het samenspel tussen hoge prestaties en goede wegligging op de motoren van nu wordt steeds beter. Frames, vering, banden, elektronica; de fabrikanten doen er alles aan om het motorvermogen netjes, beheerst en strak op de straat te brengen. Alle ingrediënten zijn aanwezig voor een lang en gelukkig huwelijk tussen motor en rijder. De meeste motoren sturen en remmen niet alleen goed, ze blijven er ook lang heel en worden nog verkocht met garantie ook. Pure luxe. Hoe anders kon dit vroeger gaan. Neem Kawasaki, in de seventies…
Stel je bent een motorfietsfabrikant in de seventies en je hebt de reputatie van een echte powerhouse. Alles lijkt te kloppen, tot je de weg op gaat. Dan lijkt het frame in lastige bochten en bij hoge snelheden te flexen, de vering deint vrolijk op en neer en werkt dapper samen met het frame om de zaak nog net even wat minder beheersbaar te maken. Als je besluit te remmen, dan duurt het een tijdje voordat het voortdenderende gevaarte ook echt vertraagt. Er zullen behoorlijk wat sportieve motorrijders uit de seventies zijn die dat beeld herkennen. Niet alleen Kawasaki-rijders overigens.
Psychotisch
Als je vervolgens als motorfabrikant merkt dat de concurrentie qua motorvermogen in de buurt komt van je topmodel en tegelijkertijd een betere wegligging op de straat brengt, dan kun je op verschillende manieren reageren. Onder het mom ‘de dood of de gladiolen’ is de meest impulsieve reactie luid uit te roepen dat het motorvermogen direct flink omhoog moet, zonder enig vraagteken te zetten of je ook niets aan het hopeloze rijwielgedeelte zou moeten doen. Als jij ook die mening bent toegedaan, dan zijn er twee mogelijkheden. Je werkte in 1978 bij Kawasaki Amerika of je hoort werkelijk exact tot de doelgroep die ze voor ogen hadden toen ze dat jaar de Kawa Z1R-TC op de Amerikaanse markt introduceerden. Spraken we eerder nog van een lang en gelukkig huwelijk tussen motor en rijder, de rijbeleving van deze machine is hetzelfde als samenleven met een voortreffelijke maar werkelijk volslagen psychotische minnares. Je weet nooit hoe en of je wakker wordt, maar toch ga je ervoor…
Zo’n machine was de 1000cc Z1R-TC Turbo die in 1978 en 1979 in twee iets van elkaar verschillende oplages van 125 stuks geproduceerd werd. Het was een extreme machine. Het was alsof zijn levenselixer gebrouwen werd uit maar één hoofdingrediënt: hels en bruut motorvermogen. Hij werd straatlegaal verkocht, ook dat was her en der nog mogelijk in die tijd. Maar wel zonder garantie en om dat gemis weer goed te maken kreeg je een ‘Do & don’t’-lijstje mee als je de Kawasaki bij de dealer afhaalde. En voor de zekerheid stonden ze ook nog in het instructieboekje afgedrukt.
Het was een lijstje dat je maar beter serieus kon nemen, powershiften onder turbodruk zonder koppeling werd afgeraden: ‘You may ruin the engine’ staat er letterlijk te lezen. De turbodruk te hoog instellen zonder het motorblok te versterken kende een nog veel ernstigere waarschuwing: ‘You will destroy it’. Ook werd afgeraden het motorblok niet het rode gebied in te jagen, de compressieverhouding niet omhoog te brengen en je niet te druk te maken over vlekken op het chroom van de uitlaten: ‘Heat beyond the capabilities of the chrome is part of turbocharger performance’. De montage van nokkenassen met meer lift werd afgeraden tot de speciale Kawasaki-nokkenassen leverbaar werden met een specifiek voor deze motor ontwikkeld turbo-profiel. Ook voor detonatie werd flink gewaarschuwd, het was het eerste bewijs dat het turbomotorblok dreigde te oververhitten. Turbo-motorfietsen in serieproductie waren helemaal nieuw. Als one-off kon je ze bij een enkele specialbouwer wel bestellen, maar als regulier serieconcept van een grote fabrikant was Kawasaki met de Z1R-TC toch echt de eerste. Voor velen was het ook helemaal nieuw dat je een koude Z1R-TC niet stationair warm mocht laten draaien!
Dat laatste was een bijzondere tip, want hoewel het voor het motorblok wellicht uiterst prettig was, dachten de buren daar waarschijnlijk helemaal anders over want de Z1R-TC was voorzien van een volledig open uitlaatsysteem. Al vrij snel na zijn introductie werd de Z1R-TC omschreven als een psychotische bruut, een compromisloos pk-monster. Een waar beest.
Turbo Cycle Corporation
De geschiedenis van de Z1R-TC begon bij de Amerikaan Alan Masek. Hij werkte als manager bij Kawasaki Amerika toen Kawa de 903 cc Z1-viercilinder in 1972 introduceerde. Deze bijzonder krachtige machine declasseerde de Honda CB750 en was de eerste voorganger van de Z1R-TC. De Z1 evolueerde uiteindelijk naar de fameuze 1015cc-Z1R die in 1977 geïntroduceerd werd. Het was een wat hoekig gestijlde motorfiets, voorzien van een stuurkuip met daarin een erg uitgebreide tellerpartij. Het plaatwerk was van fiberglas en gietwielen waren standaard. Het was een voor die tijd erg modern ogende motorfiets. Het motorvermogen van de Z1-R lag aanvankelijk op 90 pk @ 8.000 tpm, later werd dit verhoogd naar 94 pk. Door de pers werd deze 246 kg (droog) zware geweldenaar heel erg enthousiast onthaald. Maar de verkopen bleven achter bij de verwachting en in 1980 werd hij weer van de markt gehaald. In de tussentijd kwam Honda met de CB900 die nagenoeg hetzelfde vermogen leverde en de CBX-zescilinder met 105 pk gaf de Z1R vervolgens definitief het nakijken. Dit beviel Kawasaki niet, maar Alan Masek had een oplossing. Een vrij waanzinnige oplossing.
Handig
Medio jaren 70 verliet Masek Kawasaki en richtte het bedrijf Turbo Cycle Corporation (TCC) in Californië op. Hij verkocht turbo-montagekits van het merk American Turbo Pak. Het waren de hoogtijdagen van de seventies-superbikes en turbo’s waren het simpele maar absoluut übercoole middel om in Amerika je motorfiets van meer motorvermogen te voorzien. Masek realiseerde zich dat en deed heel erg goede zaken. Hij wist dat het Kawasaki niet beviel dat hun powerhouse-reputatie onder druk stond. Hij besloot contact te zoeken met zijn oude werkgever en deed hen een opvallend voorstel waar beide partijen groot voordeel uit konden halen. Zijn idee was om een serie nagelnieuwe lichtblauwe Z1R’s naar TCC te brengen en daar een American Turbo Pack op te monteren. Vervolgens zou die machine onder de naam Z1R-TC door het Amerikaanse en Canadese Kawasaki dealernetwerk als regulier Kawasaki-model verkocht gaan worden. Kawasaki Amerika zag dit wel zitten. Want de Z1R was geen verkoopsucces, velen bleven staan in de dealershowrooms. De kern van Masek’s idee was het feit dat de Z1R-TC een special zou zijn die door TCC gebouwd werd, niet door Kawasaki zelf. Via deze constructie hoefde TCC zich niet te houden aan de emissie en geluidseisen die de Amerikaanse overheid voertuigfabrikanten oplegde. Kopers kregen standaard ook nog een juridische vrijwaring voorgelegd waarmee ze verklaarden geen gebruik te maken van garantiebepalingen of aansprakelijkheid naar Kawasaki, TCC of de dealer die de motor verkocht had. Met andere woorden, Kawasaki’s powerhouse-reputatie werd gigantisch opgekrikt zonder enige zorg over de technische en juridische consequenties van een dergelijke ingreep. Handig, probeer dat vandaag de dag nog maar eens voor elkaar te krijgen.
De turbo en zijn relevante delen werden gewoon op de motor geschroefd. Een nieuw uitlaatsysteem werd gebouwd, de 4 in 1 uitlaatbochten kwamen uit in een Rajay-turbo die vlak achter de cilinderkop gemonteerd zat op de plaats waar normaliter de carburateurs zaten. Een regelklep in de wastegate zorgde ervoor dat de turbodruk instelbaar was. Een inlaatspruitstuk met een enkele 38mm-Bendix carburateur was voldoende om de verbrandingsgassen onder druk de cilinderkoppen in te jagen. De brandstofpomp die deze carburateur voedde nam de plaats in waar normaliter het boordgereedschap zat. Het setje werd daarom niet meegeleverd met de Z1R-TC. De regelklep op de wastegate van de turbo kon je eenvoudig zelf instellen met een schroevendraaier. Het resultaat kon je mooi aflezen op de drukmeter, die deel uitmaakte van de tellerpartij. Een schitterende en tegelijkertijd desastreuze mogelijkheid…
Explosief
Dat was het. Hiermee werd de koper dus losgelaten. Zijn belangrijkste hulpmiddel was toch echt het do’s & don’t-lijstje… Afgezien van de turbo en het nieuwe in- en uitlaatsysteem bleef het motorblok van de Z1R geheel standaard. Er kwamen twee TC (Turbo Charged) stickers op de zijdeksels en het gewicht steeg van 246 kg naar 254 kg. Belangrijker was de stijging van het motorvermogen. Met een medium turbodruk steeg het vermogen van 90 pk naar 130 pk @ 8.500 tpm. Inderdaad, een winst van 40 pk door een klein slagje met een schroevendraaier. Niet alleen was de stijging van het vermogen spectaculair, datzelfde gold ook voor het rijgedrag. Het frame kon de krachten werkelijk niet aan en bij echt sportief gebruik was de wegligging bloedlink. Tot een toerental van 4.000 – 4.500 tpm voelde de Z1R-TC nog aan als een standaard Z1R, daarboven brak de hel volledig los en werd het echt spannend. Het voelde aan alsof je werd gelanceerd, de naald van de toerenteller schoot als een komeet door naar het rode gebied. Maar dat brute motorvermogen had wel z’n prijs. En dat is nu net wat het rijden met de Z1R-TC zo heerlijk psychotisch maakt.
Omdat het standaard motorblok nooit ontworpen was voor een dergelijke explosieve vermogensstijging is de kans op motorschade bij deze machine ontzettend groot. Je begrijpt al snel waarom Kawasaki je handtekening als vrijwaring nodig had voordat je de weg op ging. Voorbeelden? De turbodruk kon naar eigen inzicht ingesteld worden. Zat je iets te hoog, dan ging het heel erg snel bergafwaarts met de betrouwbaarheid. Binnen een paar honderd kilometer was de kans groot dat de zuigerveren braken en je zuigers simpelweg smolten in de cilinders door de enorme hitte die vrijkwam. Dodelijk was het als je misschakelde tijdens het accelereren, want kwam je iets te ver boven de 8.500 toeren dan was het afgelopen met de pret. De kans werd dan supergroot op zwevende kleppen, waar de zuigers vervolgens hard mee in aanraking kwamen met enorme motorschade als gevolg. Boven de 6.000 tpm schoot het motorvermogen vreselijk hard en explosief omhoog. Dat kwam mede door de turbo-lag, de beruchte vertraagde reactie van een turbo die even op snelheid moet komen voordat hij zijn echt goed werk doet. Dit effect wordt op de Z1R TC verhevigd door het feit dat de turbo op een volledig standaard motorblok gemonteerd was… Je moet echt ontzettend goed opletten als je met deze Kawasaki op stap gaat. Geloof het of niet, zwevende kleppen en smeltende zuigers waren stukken zeldzamer dan torderende krukassen en torderende drijfstangen. Dat merk je bijna altijd als het echt helemaal te laat is.
Vaak is het een combinatie van problemen waardoor je onderweg stil komt te staan. Kawasaki Z1R-TC-rijders kunnen door het gas open te draaien sneller tot stilstand komen dan door te remmen. En dat is eigenlijk toch wel het meest bijzondere kenmerk van deze motor.
Abrupte eindes
De pers, dat waren de echte geluksvogels destijds. Hun testmotoren kregen namelijk de modificaties die bij de standaard Z1R-TC’s als extra optie leverbaar waren. Inwendig versterkte carterhelften en een doorgelaste krukas waren de meest noodzakelijke extra opties die destijds een waar vermogen kostten. Om detonatie/oververhitting en brekende zuigerveren tegen te gaan, kon je ook de compressie laten verlagen en werd er een nieuw ontstekingssysteem met een aangepaste, verlaat ingestelde ontstekingskromme gemonteerd. Ook noodzakelijk. Deze testmotoren waren betrouwbaarder dan de standaard modellen die in de showroom stonden en ze doorstonden de meeste testkilometers zonder al te veel problemen.
Het feestje met de Z1R-TC eindigde abrupt in 1980. In veel Amerikaanse staten, waaronder Californië, mochten geen nieuwe voertuigen meer verkocht worden met een aangepast uitlaatsysteem. De samenwerking tussen TCC en Kawasaki resulteerde niet langer in een straatlegale motorfiets. Hiermee kwam een abrupt einde aan de Z1R-TC. Dat was dan wel weer passend, want abrupte eindes waren ook echt hét specialisme van de TC…
1 van 5
Met dank aan Alan Masek
Foto’s: Archieven A. Herl, Sadaichi Saito, Corey Levenson
Op zondag 1 september vierde Triumph Motorcycles de 50ste verjaardag van Evel Knievel’s iconische Rocket Jump in Twin Falls, Idaho. De festiviteiten bestonden uit een motorparade en een evenement ter ere van deze gedenkwaardige stunt.
Triumph leidt de parade
Aan het hoofd van de parade reed Knievel’s zoon Kelly op een speciaal beschilderde Bonneville T120, vergezeld door stuntrijder Robbie ‘Maddo’ Maddison op een opvallende, op maat gemaakte Rocket 3. Deze custom Rocket 3 was een eerbetoon aan de unieke Skycycle X-2 Rocket die Evel gebruikte bij zijn originele sprong. Ook zesvoudig X Games-gouden medaillewinnaar Colby Raha koos voor een Triumph en reed mee in de parade op een Speed 400.
De custom designs van de motoren waren geïnspireerd op Evel’s originele Bonneville T120-TT ‘Color Me Lucky’, waarmee hij zijn legendarische sprong van 141 voet over de fonteinen van Caesar’s Palace in Las Vegas uitvoerde op 31 december 1967. Hoewel de crash-landing hem ernstig verwondde, bevestigde deze stunt Evel’s status als de ultieme durfal.
Evel Knievel’s band met Triumph
Evel Knievel gebruikte Triumph-motoren voor vele van zijn stunts in de jaren ’60, waaronder de beruchte sprong bij Caesar’s Palace. In 1972 gebruikte hij ook een Bonneville T120 om zijn ambitieuze Canyon-vlucht te promoten, waarbij hij de motor voorzag van vleugels om ieders verbeelding te prikkelen.
1 van 7
De beruchte Rocket Jump
Evel’s meest gedurfde stunt was zijn poging om in september 1972 met een ‘raket’ over de Snake River Canyon in Idaho te springen. Na moeilijkheden met vergunningen werd de locatie verplaatst van de Grand Canyon naar de Snake River Canyon, een kloof van een kwart mijl breed en meer dan 500 voet diep.
Om de sprong over de Grand Canyon te promoten, werd een prototype ‘jet aangedreven’ Triumph Bonneville T120, uitgerust met vleugels en genaamd de ‘Skycycle’, aan de pers getoond. Luchtvaartingenieur Doug Malewicki werd vervolgens ingeschakeld om een echte ‘raket aangedreven’ motorfiets te ontwerpen en te bouwen om over de Snake River Canyon te springen.
De Skycycle X-1 was gebaseerd op een zwaar gemodificeerd motorfietsframe en werd aangedreven door een stoommachine, gebouwd door de voormalige NASA-ingenieur Robert Truax. Na een testvlucht, die resulteerde in de crash van de X-1 in de Snake River, werd besloten om de wielen volledig te verwijderen en in plaats daarvan meer als een raket dan als een motorfiets op te stijgen en te vliegen.
De uiteindelijke X-2 Rocket, met Knievel binnenin, werd gelanceerd in de Snake River Canyon op 8 september 1974. Tijdens de lancering werd de remparachute voortijdig geopend. Hoewel de X-2 het een deel van de weg over de canyon naar de noordelijke rand maakte, zorgde de tegenwind ervoor dat het terug naar het zuiden dreigde te drijven, de canyon in, en landde het slechts enkele meters van het water waarin Evel zeker zou zijn verdronken, vastgebonden in het voertuig.
Desondanks, samen met zijn sprong bij Caesars Palace, verzekerde de sprong met de raket over de Snake River Canyon, ondanks het uiteindelijke falen, Evels reputatie als de koning van de stuntmannen.
De 50ste verjaardag van Evel Knievel’s Rocket Jump was een passend eerbetoon aan een van de meest iconische en gedurfde stuntartiesten aller tijden.
De Chinese motorfabrikant Benda verrast met de Dark Flag 500, de eerste V4-motorfiets uit China. Deze Bobber levert 54 pk bij 10.000 tpm en is zelfs uitgerust met luchtvering. Vanaf juli 2024 is de nieuwe modelvariant Commander verkrijgbaar, met upgrades en updates.
Klassiek ontwerp met moderne elementen
De Benda Dark Flag 500 is een cruiser of Bobber met een exotische V4-motor en luchtvering, wat opvallend is voor een motorfiets in deze klasse. Het ontwerp is klassiek, maar bevat ook moderne elementen. De nieuwste modelvariant, de Commander, wordt geleverd in een elegante witte kleur (“Shadow White”) met lichtbruine kunstleren zadel als chique contrast. Ook introduceert Benda met deze variant een nieuw TFT-display, inclusief modellspecifieke startanimatie, in een klassiek rond huis.
V4-motor
De V4-motor van de Benda Dark Flag 500 heeft een cilinderinhoud van 496 cc, verdeeld over 4 cilinders met een boring van 53,5 mm en een slag van 55,2 mm. Ondanks de lange slag is hij graag toeren draaien: het maximale koppel van 42 Nm wordt pas bij 7.500 tpm bereikt en het piekvermogen van 54,5 pk (40 kW) bij maar liefst 10.000 tpm. Dankzij de 6-versnellingsbak haalt de Dark Flag 500 een topsnelheid van 165 km/u.
Luchtvering en moderne componenten
Een andere bijzonderheid van de Benda Dark Flag 500 is de luchtvering met elektronisch geregelde stereo-dempers achter, waarmee de zithoogte kan variëren tussen 670 en 700 mm. De voorvork is een upside-down exemplaar. Verder zijn er fraai ontworpen aluminium gietwielen, schijfremmen met ABS en een 16-liter tank. Het totaalgewicht bedraagt 241 kg.
Verkrijgbaarheid en prijzen
In China is de Benda Dark Flag 500 al vanaf juli 2024 verkrijgbaar vanaf 33.800 Yuan, afhankelijk van de versie, componenten en uitrusting. Er zijn 3 kleuropties en 2 verschillende uitlaatdesigns. Benda heeft verkooppunten in Nederland, maar prijzen en beschikbaarheid voor de nieuwste versie zijn nog niet bekend. De eerste BD500 versie werd aangeboden vanaf € 7.790.
Voor Gert-Jan Laseur is de Lowrider S is een van zijn favoriete Harleys als dagelijkse ride. Genoeg grondspeling, prima vering, strakke stuureigenschappen, goede remmen en de fijne M8 motor met maar liefst 117 ci. aan cilinderinhoud. Toch heeft een van zijn klanten met zo’n Lowrider S nog wat te wensen; Meer power!
Rob, de eigenaar van deze Lowrider, had al een Screamin’ Eagle nokkenas laten monteren en wat lawaai dempers, maar hij was niet erg onder de indruk van de extra prestaties. Hij wilde wat meer. Nou dat kan.
Rob wil niet altijd lawaai, dus een mooi uitlaatsysteem met een klep is dan de perfecte oplossing. De keuze was snel gemaakt toen hij de 21, twee-in-een uitlaat van Jekill and Hyde zag. Met wat kleine aanpassingen was deze uitermate geschikt voor zijn wensen. Veel power, maar het onderblok er gewoon inhouden. Mijn keuze viel op een 132 cilinder- en zuigerkit van S&S. De boring van de cilinders is 4.32 inch en dat is momenteel de maximale boring die nog past op het standaard onderblok van een 114 of 117 M8. Normaal zal de compressie uitkomen op 11 op 1. Dit kunnen we verhogen door de verbrandingskamer van de koppen wat kleiner te maken. We monteren onze Level 2 koppen met een kleinere kamer, waarvan wat de in- en uitlaat kanalen CNC gefreesd zijn. Ze zijn daardoor groter en beter van vorm en er gaan 2 mm grotere kleppen in. Meer lucht is meer vermogen. De klepveren zijn een set van Star met titanium schotels. De tuimelaars worden vastgezet met tapeinden van ARP en er worden sterkere kopbouten van S&S gemonteerd.
De koppen, zuigers en cilinders zijn gedemonteerd. Bij het kopen van onze snellere koppen houden wij de jouwe.
Recht toe recht aan
Het originele inlaat spruitstuk van kunststof wordt vervangen door een CNC nagewerkt aluminium exemplaar van Screamin’ Eagle en de elektronische gasklep word ook vervangen door een grotere met 64 mm diameter. Ook worden de standaard injectoren vervangen door grotere 6.8 injectoren. Het luchtfilterhuis van de Lowrider is prima en ik vervang alleen het luchtfilter zelf. Als nokkenas gebruik ik de Star 3/4 cam omdat die het gewoon lekker doet in alle toerentallen. We willen geen racemotor, maar een motor waar je dagelijks mee kan touren en, als je wil, ook even flink mee aan het gas kan hangen. De Harley tappets gaan eruit en deze vervang ik voor een set van S&S. Ik gebruik ook een setje tappet cuffs van Star i.p.v. de originele kunststof versie. De standaard stoterstangen worden vervangen door een set verstelbare stoter stangen van S&S. De standaard oliepomp en cam support plate zijn prima op de laatste typen M8 modellen, dus die gaan er zo weer in. Het monteren van de zuigers en cilinders is recht toe recht aan en er hoeven ook geen extra checks te worden gedaan m.b.t. de klep tot zuiger afstand of iets dergelijks. Dit omdat de Star 3/4 cam makkelijk in de kop past qua kleplift.
Mapping
De mapping maak ik met Diag4bike en als de motor weer in elkaar zit start ik hem een paar keer met de computer eraan vast om te controleren of de waarden kloppen met zoals ik die wil zien. Daarna gaat de motor op de Dyno voor een mapping. Niks kant- en-klare mapping, maar gelijk tunen zoals het hoort en niet gokken. Ik kan nog steeds niet begrijpen dan mensen een kant en klare mapping nemen zonder het na te meten op een bank.
Sterk en soepel
Als de motor klaar is kan de klant er mooi rustig aan zo’n 1000 tot 1500 km op zetten met twee olie beurtjes. Daarna dan nog een paar pulls op de bank met wat kleine correcties. Het motorblok is sterk en soepel en maakt deze lichte Lowrider S tot een fantastisch rijdende motorfiets!
1 van 7
Tekst en foto’s: Gert-Jan Laseur
Onderdelenlijst
S&S 132 kit S&S tappets Star tappet cuffs Laseur Level 2 koppen, CNC gefreesd met 2 mm grotere in- en uitlaat kleppen Star klepveren met titanium collars Star 3/4 nokkenas Timken nokkenas lager Tapeinden voor de tuimelaars S&S kopbouten S&S stoterstangen CNC inlaatspruitstuk, 64 mm 64 mm Throttle Screamin’ Eagle Ness air cleaner insert, extra dik 6.8 injectoren Dr. Jekill and Mr. Hyde 21 uitlaatsysteem
Jeffrey Buis won vorig jaar tweemaal op Magny-Cours, wat een belangrijke slag betekende richting zijn tweede World Supersport 300-titel. Ook deze keer kende de regerend wereldkampioen een uitstekend weekend in Frankrijk. In de eerste race, op een opdrogende baan, eindigde de KTM-rijder net buiten het podium als vierde. Een dag later, en op een droge baan, was Buis duidelijk het sterkste in de grote kopgroep en won voor de eerste keer na zijn heftige crash in Assen. Buis steeg van de zevende naar de vierde plek in de tussenstand. Loris Veneman verloor zijn leidende positie in het WK-klassement, maar doet nog steeds volop mee in de strijd om de wereldtitel. De MTM Kawasaki-coureur eindigde als achtste en vierde. Met nog vier races te gaan, staat Veneman op een tweede plaats in het wereldkampioenschap met een achterstand van 12 punten op Aldi Mahendra. Buis heeft 53 punten minder dan de Indonesiër en is nog niet kansloos. Ruben Bijman scoorde geen punten in Frankrijk. De eerste World Supersport-race werd vanwege hevige regenval op zaterdag uitgesteld naar zondagmorgen. Ook op dat moment waren de omstandigheden verraderlijk. Op de opdrogende baan bleken slicks de beste bandenkeuze te zijn. De Fin Niki Tuuli ging hier het slimst mee om en bezorgde het Nederlandse EAB Racing Team de overwinning. Ook Glenn van Straalen reed een sterke race en kwam als derde over de finish. Het betekende zijn tweede podiumplaats in dienst van Pata Yamaha Ten Kate Racing. In de tweede race finishte Van Straalen als zesde. Zijn teamgenoot Stefano Manzi eindigde als tweede, nadat de Italiaan in de eerste race ten val was gekomen. De Spanjaard Adrian Huertas leidt nog in het wereldkampioenschap. Van Straalen staat in de tussenstand op een achtste plaats.
Met de ondersteuning van Voxan heeft de Ohio State University vier nieuwe wereldsnelheidsrecords voor motorfietsen gevestigd.
De Ohio State University (VS) heeft onlangs vier wereldsnelheidsrecords gevestigd met een elektrische motorfiets ontworpen en gebouwd door haar studenten. De in Monaco gevestigde Venturi Group, via het merk Voxan, speelde een belangrijke rol door significante bijdragen aan dit project te leveren.
De Ohio State University (Columbus, VS) en de Monegaskische Venturi Group werken sinds 2009 samen aan het ontwerp en de vervaardiging van voertuigen voor snelheidsrecords. Het vijftienjarig jubileum van hun samenwerking werd gemarkeerd door een nieuwe reeks prestaties tussen 25 en 29 augustus 2024 op de Bonneville Salt Flats (Utah, VS).
De universiteit zal binnenkort vier certificaten, uitgereikt door de FIM (Fédération Internationale Motocycliste), kunnen toevoegen aan haar eregalerij voor wereldrecords in de categorie elektrische motorfietsen onder de 150 kilogram:
Zonder kuip:
• Vliegende start, 1 km: 168.712 mph – 271.515 km/h
• Vliegende start, 1 mijl: 168.593 mph – 271.323 km/h
Met kuip:
• Vliegende start, 1 km: 180.065 mph – 289.787 km/h
• Vliegende start, 1 mijl: 180.035 mph – 289.738 km/h
Om deze prestaties van wereldklasse te bereiken, heeft de Ohio State University College of Engineering samen met haar Buckeye Current Team een uitzonderlijke elektrische motorfiets ontworpen: de Ohio State RW-5 Voxan. De ingenieursafdeling van de Venturi Group, eigenaar van het merk Voxan, heeft expertise geleverd op verschillende gebieden: ontwerp, vering, accu, transmissie en optimalisatie van instellingen en stabiliteit.
In 2020-2021 ontwierp, vervaardigde en ontwikkelde het Monegaskische Team, onder leiding van Gildo Pastor, de Voxan Wattman. Op het Kennedy Space Center-circuit (Florida, VS) vestigde deze hoogwaardige machine 24 records in zijn categorie. Twee rijders deelden de controle: 500cc vice-wereldkampioen Max Biaggi en Venturi’s hoofd van engineering Louis-Marie Blondel. De Franse ontwerper van de Wattman zette zelf zes records neer met dit voertuig.
Met deze dubbele ervaring ondersteunde hij de studenten tijdens de ontwerpfase samen met technisch directeur Franck Baldet. Vervolgens nam hij de controle van de machine om elk record te vestigen met de steun van de mechanische teams van Voxan, die kwamen helpen.
“Vier nieuwe wereldsnelheidsrecords is een fantastisch cadeau ter gelegenheid van de 15e verjaardag van onze samenwerking! Ohio State University en Venturi Group hadden al vijf records (*), en we staan nu op negen. Tot de tiende!”, Aldus Gildo Pastor, President van Venturi Group
(*) Waterstofcategorie: 2009 – Venturi VBB-2: 487,631 km/h (303,025 mph)
(*) Elektrische categorie: 2010 – Venturi VBB 2.5: 494,069 km/h (307,905 mph) / 2014 – Venturi VBB-3: 341,180 km/h (212,615 mph) / 2015 – VBB-3: 386,243 km/h (240,320 mph) / 2016 – Venturi VBB-3: 549,211 km/h (341,133 mph)
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.