woensdag 29 oktober 2025
Home Blog Pagina 212

Test Yamaha Y-AMT (automaat) 2025

1

“Automaat rijden? Da’s niets voor mij! Laat mij maar ouderwets ontkoppelen en schakelen met de voet. Hoe minder elektronica, hoe beter.” Het zijn veelgehoorde stellingen van motorrijders. Bang voor vernieuwing? Het niet los kunnen laten van wat ze gewend zijn? Na het rijden met Yamaha’s Y-AMT-systeem zouden die mensen weleens anders kunnen praten.

Automaten voor motoren zijn behoorlijk in de mode momenteel. Honda gebruikt al sinds 2009 (!) haar DCT-automaten met dubbele koppeling op verschillende modellen. Kawasaki heeft hybride motorfietsen en die zijn uitgerust met een automaat. BMW heeft pas haar ASA-systeem onthuld, net zoals KTM met AMT en nu is daar ook Yamaha met een Automated Manual Transmission. Het grote verschil in de systemen is dat Honda twee koppelingen gebruikt en de andere merken eentje. De basiswerking van zowel de Kawasaki, BMW, KTM als Yamaha-automaat zijn vrijwel hetzelfde. Als alle systemen op de markt zijn, zullen we een gedetailleerde vergelijking maken, maar we gaan hier verder in op Y-AMT.

Yamaha vervangt de versnellingspookbediening door een elektromotor en de koppelingsbediening door een tweede elektromotor. Die twee motoren worden aangedreven door een ECU en het automatisch schakelen kan beginnen. Door de eenvoud van het systeem, weegt het slechts 2,8 kg. Daarbij worden alle tandwiel- en koppelingsactuatoren gemonteerd binnen de bestaande motor- en frame-indeling. Met andere woorden: je motor(blok) wordt er niet breder, langer of groter van. Yamaha koos resoluut voor een enkele koppeling omdat het totaalplaatje dan lichter blijft. Bovendien schakelt Y-AMT in slechts 0,1 seconde, wat te danken is aan de samenwerking met de geïntegreerde derde generatie quickshifter – die al standaard op de MT-09 zit – en een geïntegreerde veer in de schakelstang die de versnellingsbak als het ware gespannen zet om nog sneller te kunnen wisselen van tandwiel.

N-1-2-3-4-5-6

Een koppelingshendel en versnellingspook aan de linkervoet worden overbodig en zijn er dus niet meer. Schakelen doe je met een wipschakelaar aan de linkerhand. Opschakelen gebeurt met de wijsvinger, terugschakelen met de duim. Door de wipwerking van de schakelaar kun je ook kiezen om zowel op als terug te schakelen met de wijsvinger. Beide manieren werken fijn. Belangrijk om te melden is de andere volgorde van de versnellingsbak, waarbij neutraal niet meer tussen versnelling 1 en 2 zit, maar helemaal onderaan. Daardoor krijg je een – in dit geval – logischere bediening: N-1-2-3-4-5-6. Nóg belangrijker om te melden, is dat je Y-AMT ook al het werk kunt laten doen en dus volledig automatisch kunt rijden. Aan de rechterhand is er een knop AT/MT, waarmee je eenvoudig wisselt tussen automatisch of manueel schakelen. Daarbij is er ook een ‘Mode’-knop, die je in de automatische modus laat wisselen tussen D en D+. Een normale rij/schakelmodus en een sportievere variant, waarbij hogere toeren worden opgezocht en de bak sneller terugschakelt. D en S lijken ons makkelijker qua naamgeving, maar goed, misschien komt er later nog een sportievere S-instelling.

Natuurlijke manier

Yamaha heeft ons uitgenodigd in Catalonië, Spanje om vooral de sportiviteit van het systeem te testen. De voorlopig enige motor waarop je Y-AMT kunt krijgen, is de MT-09, dus dan zullen we het daarmee moeten doen. Wat een straf… Omdat we met veel verschillende motoren rijden, hebben we nauwelijks tijd nodig om ons aan Y-AMT aan te passen. Je zet hem in de automatische stand en je moet enkel nog gas geven en remmen. Kinderspel. In tegenstelling tot de DCT van Honda, die zeer snel opschakelt in de D-stand, doet Y-AMT dat beter. De schakelmomenten zijn veel logischer en natuurlijker geprogrammeerd. Je hoort en voelt ook hoe het mechanisme werkt. Een razendsnel klikgeluid met een minimale schok, alsof je quickshift op een hele soepele manier. Eenmaal uit de stad schakelen we over naar D+. De MT-09 blijft nu langer in dezelfde versnelling en schakelt bij hogere toerentallen op. Niet als je traag rijdt, dan blijven de schakelmomenten op een natuurlijke manier verlopen. Maar ga je gas geven en sportiever rijden, weet ook nu Y-AMT wanneer er geschakeld moet worden. Er moet ontzettend veel testwerk gedaan zijn om dit systeem zo goed op punt te krijgen. Terugschakelen tot de juiste versnelling voor de bocht, hoog in toeren blijven hangen in dezelfde versnelling als je vol in een lange doordraaier zit, op de juiste momenten opschakelen zonder het onderste uit de kan te halen… Hij doet het allemaal en het werkt fantastisch. De enige opmerking die we kunnen maken, is dat Y-AMT in de automatische stand niet voldoende snel terugschakelt. Bijvoorbeeld: je rijdt in de zesde versnelling achter een auto en wil die inhalen. Op dat moment open je het gas, schakel je liefst terug naar vijf of zelfs vier en haal je de auto in. Y-AMT blijft dan in zes hangen. Uiteraard kun je altijd manueel terugschakelen met je linkerhand. Maar er is ook een andere manier. Tijdens de test hebben we een trucje gevonden waardoor Y-AMT het ook automatisch kan. Je moet namelijk heel agressief het gas openen en dan schakelt hij wel een of twee versnellingen terug.

Spelen en zingen

Hét grote plezier van het systeem zit hem toch in het manueel schakelen. Vooral op de talrijke bergwegen in Catalonië is het een nieuw soort van genot om je linkerhand al het schakelwerk te laten doen in plaats van je linkervoet. Het grote verschil is te merken in de snelheid van uitvoering. Ja, een quickshifter schakelt bijna even snel, maar de beweging die jij met je voet maakt, duurt langer dan met je duim of wijsvinger. Bovendien verloopt het schakelen veel soepeler en minder agressief. Zo kun je probleemloos een versnelling lager gaan als je onder hellingshoek ligt in een scherpe bocht. De MT-09 geeft dan geen kick en je kunt sneller uitaccelereren. Schakelen wordt met Y-AMT meer spelen dan iets anders. Je kunt de motor zelfs laten zingen, door heel snel (en nutteloos) op- en terug te schakelen. Iedere versnellingswissel is perfect, ook van één naar twee en omgekeerd. Hou bij het afremmen en dus terugschakelen wel rekening met minder motorrem. Die is er nog wel, maar is lang niet zo sterk als bij een normale versnellingsbak. Vind je het trouwens niet zo aangenaam om je stuur vast te houden met slechts drie vingers van de linkerhand, omdat je duim en wijsvinger aan het schakelen zijn, dan kun je er ook voor kiezen om al het schakelwerk met enkel de wijsvinger te doen. Dat werkt net zo fijn en net zo snel en je hebt dan een vinger meer aan de stuurhendel.

Conclusie

Y-AMT is een zoveelste techniek om automatisch te schakelen op een motorfiets. Het is ook een manier om de drempel om te leren motorrijden kleiner te maken. Gas geven en remmen in de automatische stand, dat moet lukken. Dus ook mensen die met een scooter of elektrisch rijden en willen overstappen. Ook iedereen die problemen met zijn linkervoet heeft, of geen knijpbeweging kan maken met zijn linkerhand of… Er zijn talrijke scenario’s waarin Y-AMT zijn nut bewijst. Daarnaast is het bijzonder fijne, relatief eenvoudige en ook nog een goedkope techniek die je optioneel voor je MT-09 kunt bestellen. Er wordt slechts 500 euro extra gevraagd én daarbij krijg je ook nog eens een smart key-systeem. Dat andere Yamaha’s met Y-AMT snel zullen volgen, is vanzelfsprekend. Dat wij zo positief verrast zijn van het systeem, is minder vanzelfsprekend. Het werkt echt geweldig en je moet het zeker een keer proberen, ook al vind je er helemaal niets aan. Sterker nog, behoor jij tot die klassieke, ouderwetse groep rijders die niets moet weten van (semi-)automatisch rijden, probeer het dan zéker een keer!

WK Langbaan Vechta (D) – Crash voor Hummel

0
2024 FIM Long Track World Championship - Round 4 - Vechta

Tegenslag voor grasbaancoureur Romano Hummel tijdens de vierde en voorlaatste langbaan-Grand Prix van het seizoen. In het Duitse Vechta ging Hummel in zijn derde optreden onderuit, waarna een achteropkomende coureur hem niet meer kon ontwijken. Hummel werd aan zijn hoofd geraakt en, na op de baan medisch verzorgd te zijn, naar het ziekenhuis overgebracht. Na onderzoeken en een nacht ter observatie in het ziekenhuis doorgebracht te hebben, mocht Hummel de volgende dag huiswaarts keren. Met het advies voorlopig rustig aan te doen, staat deelname aan de laatste race komend weekend in Roden en kwalificatie voor de WK-serie van 2025 op de tocht. Vijf rijders zijn nog in gevecht voor de vijfde plaats in het WK-klassement. Naast Hummel behoort ook Mika Meijer tot dit vijftal. Meijer bleef na een valpartij in zijn laatste serie in Vechta steken op een elfde plaats. Titelverdediger Martin Smolinski wist ook de wedstrijd in Vechta te winnen. De Duitser verdedigt aankomend weekend in Roden twaalf punten voorsprong op zijn landgenoot Lukas Fienhage. De Britten Chris Harris en Zach Wajknecht kijken ieder tegen veertien punten achterstand aan.

GP zijspancross Rudersberg (D) – Titelstrijd nog altijd niet beslist 

0

De Britten Wilkinson/Millard hebben in het Duitse Rudersberg de Grand Prix gewonnen, maar de eerste heat werd met grote voorsprong gewonnen door Lielbardis. Wilkinson/Millard pakte plek twee, ondanks dat de Fransen Prunier op twintig minuten race even flink aandrongen. Bijna een minuut later kwam Vanluchene/Janssens op vier over de meet. In de tweede heat pakte de Brit Hodges de kop, gevolgd door landgenoot Wilkinson. Bakkenist Bruno Lielbardis viel bijna uit de bak bij het uitkomen van de startbocht maar wonder boven wonder kon hij weer terug het zijspan in klimmen. Wilkinson pakte al snel de kop over van Hodges en reed weg. Dominant kwam de Brit als winnaar over de finish en zo wonnen Wilkinson/Millard niet alleen de tweede heat maar ook hun allereerste Grand Prix. Prunier werd tweede en Hermans pakte de derde plek. Ondanks een harde crash op zaterdag behielden Vanluchene/Janssens stevig de leiding met 392 punten, gevolgd door Lielbardis met 361 punten. De titelstrijd wordt volgend weekend in Italië beslist.

IDC Assen – Maik Duin troeft concurrentie in spektakelstuk af

0

De voorlaatste Supersport-race voor het IDC, die op het TT Circuit Assen werd verreden, was er eentje om in te lijsten. Boerboom besliste de spannende strijd uiteindelijk in zijn voordeel, maar werd als gastrijder niet in de uitslag opgenomen. Met zijn tweede plaats pakte Maik Duin zo alweer zijn vierde zege van het seizoen. Met deze overwinning bouwt de Suzuki-coureur zijn voorsprong in de titelstrijd verder uit. Zijn naaste belagers, Finn de Bruin en Sven Doornenbal, eindigden respectievelijk als tweede en derde in de einduitslag. De Superbike-wedstrijd werd tot twee keer stil gelegd vanwege een valpartij. Na de tweede herstart volgde een sprint over zes ronden. In deze korte wedstrijd was het wederom Milan Merckelbagh die nipt Wayne Tessels wist voor te blijven. Het moet wel heel raar lopen als Merckelbagh zijn eerste titel in deze zwaarste wegraceklasse nog zal mislopen.

Geschiedenis schrijven: 40ste Koperteutenrally

0

De Koperteutenrally werd vroeger altijd in Luyksgestel gereden, maar door organisatorische redenen verhuisde het evenement drie jaar geleden naar Riethoven, bij Eindhoven. Op zondag 5 mei was het weer zover. In totaal zijn er zo’n zestig deelnemers, niet teveel dus, maar daardoor juist weer erg gezellig!

De naam ‘Koperteuten Rally’ verwijst naar de geschiedenis van Luyksgestel, waar dus de oorsprong van de rally ligt. In de 17e eeuw was Luyksgestel een arme, geïsoleerde gemeenschap. De bewoners leefden o.a. van de productie van koperen artikelen die in Denemarken, waar handelsbetrekkingen mee waren, verkocht werden. De koopwaar werd aan een ijzeren haak aan hun leren vest gehangen. De handelaren verenigden zich na enige tijd en vormden streng gereglementeerde gezelschappen die ‘Koperteuten’ genoemd werden. Vandaar de keuze voor de naam ‘Koperteutenrally’!

EERSTE MOTOR

Bij deze veertigste editie van de rally zijn opvallend veel Harleys aanwezig, waaronder de opvallende 350 cc ééncilinder van Michel Bakermans. “Het is een Harley uit 1931, model 1932. Hij is altijd van mijn vader geweest, het was zijn eerste motor”, meldt hij trots. “Het modeljaar 1932 was het enige jaar met dit model spatbord. De bijzondere carburateur activeert ook de oliesmering en het theezeefje is even een tijdelijke oplossing tot ik een goed luchtfilter vind”, zo legt hij uit. De motor, ooit tweedehands gekocht bij een sigarenhandelaar hier in de buurt, is in 1980 opgeknapt en loopt nog steeds als een zonnetje! Er zijn veel zijkleppers aanwezig; WLA’s en WLC’s, maar ook een bijzonder drietal met Ed van Kleef op zijn 36’er, Hiske Wegman op een 35’er en Rink Lycklama à Nijeholt op zijn 36’er Harley-Davidson. Mark rijdt op een prachtige Indian en veel deelnemers komen op ander bijzonder oud spul, waaronder Engelse, Duitse en Italiaanse klassiekers.

VRIJWILLIGERS

De deelnemers aan de Koperteutenrally zijn onderverdeeld in ‘Veteranen’ (t/m 1940) en ‘Klassiekers’ (’41 t/m ’75). De rit wordt gereden onder auspiciën van de Veteranen Motor Club, die al sinds 1981 bestaat. Alles onder de bezielende leiding van Willem van den Broek, voorzitter van VMC De Stoomfiets, die deze rit al ruim dertig jaar organiseert! “Het kan alleen maar dankzij de hulp van al onze vrijwilligers, die zich zo grandioos inzetten om deze rit zo leuk, goed en veilig te laten verlopen”, zo meldt hij. “Deze locatie bij restaurant ‘De Volkoren’ waar wij altijd welkom zijn, is perfect! Er is veel ruimte en er kan gekampeerd worden.” Veel liefhebbers en dagjesmensen maken hun opwachting om het oude spul te zien.

MOOI

De eerste motor gaat van start om 11.00 uur, waarna de rest met tussenpozen volgt. Dit keer zonder tijdschema en het meerijden van klassieke bromfietsen maakt het nog diverser en gezelliger. De route is geheel bewegwijzerd en voert in een dubbele lus door het Brabantse landschap. De twee rondes beginnen en eindigden bij De Volkoren, waar een goede lunch wordt geserveerd en ‘s middags ook weer de afsluiting is. Veertig keer en elke keer weer mooi om mee te maken, de Koperteutenrally schrijft zelf geschiedenis!

Met hartelijke dank aan VMC De Stoomfiets www.vmcdestoomfiets.nl , in het bijzonder Willem v.d. Broek en Piet Heidema

Triumph onthult nieuwe Speed Twin 1200 RS en Speed Twin 1200

0
Triumph Speed Twin 1200 RS

Triumph Motorcycles heeft belangrijke updates aangekondigd voor de Speed Twin 1200, samen met de lancering van een nieuwe Speed Twin 1200 RS, die nog meer gefocust is, nog meer aanspreekt en nog scherper reageert.

De nieuwe Speed Twin 1200, die vanaf december 2024 wereldwijd bij de dealers verkrijgbaar is, is voorzien van upgrades aan het chassis, waaronder een Marzocchi-voorvork en een dubbele Marzocchi-achterveer, die het innemende en dynamische rijgedrag verder verbeteren en waardoor je bochten op een evenwichtige, natuurlijke en vertrouwenwekkende manier kunt nemen.

Dit verfijnde weggedrag gaat gepaard met extra prestaties, met een extra 5 pk piekvermogen voor extra karakter en sportieve sensaties. Nieuwe technologieën, zoals Optimised Cornering ABS en tractiecontrole, zijn naadloos en gevoelig geïntegreerd.

De styling is opgefrist om een heldere, eigentijdse sportstijl te combineren met modern klassiek design-DNA en is voorzien van prachtige designdetails die de uitzonderlijke bouwkwaliteit van Triumph onderstrepen.

Het nieuwe RS-model biedt rijders nog meer. De sportievere ergonomie, dankzij een andere stuurpositie en naar achteren geplaatste voetsteunen, wordt gecombineerd met een uitzonderlijk hoog uitrustingsniveau, waaronder een volledig verstelbare Marzocchi-voorvork, Öhlins-achtervering van topkwaliteit en Brembo Stylema-remklauwen. Een paar Metzeler Racetec RR K3-banden zijn standaard gemonteerd en Triumph Shift Assist is voor het eerst op een Modern Classic gemonteerd.

Triumphs Chief Product Officer Steve Sargent: “De nieuwe Speed Twin 1200 RS is nog meer gefocust, nog meer innemend en met nog scherpere reacties. Hij is ontworpen voor rijders die het allerbeste willen op het gebied van dynamische prestaties, met een klassiek sportief uiterlijk.”

“De updates van de nieuwe Speed Twin 1200 zijn een belangrijke evolutie voor dit geliefde model en zoals altijd hebben we ervoor gezorgd dat we het superieure rijgedrag en de klassieke stijl die iedereen bewondert behouden, terwijl we extra vermogen en technologie introduceren die de rijervaring naadloos verbeteren.”

Eigentijdse klassieke sportstijl

De nieuwe benzinetank is beter vormgegeven, met golvende lijnen en diepe uitsparingen aan de voorkant, en er is een nieuwe opklapbare tankdop. De zijpanelen zijn eenvoudiger en vormgegeven om te integreren in de nieuwe, minimale gasklephuisdeksels met hun afwerking van geborsteld aluminium.

Veel op de klassieker geïnspireerde details zijn verfijnd en bijgewerkt, waaronder nieuwe zwarte motorbehuizingen met poedercoating, die nu slanker en hoekiger zijn. Compactere uitlaatdempers dragen bij aan de tijdloze schoonheid van de ononderbroken uitlaatloop.

De elegante ronde koplamp is nu voorzien van ledtechnologie met een nieuwe DRL-lichtsignatuur, een nieuwe rand van geborsteld aluminium en een stijlvolle afwerking van gegoten aluminium.

Het prachtige eendelige zadel is opnieuw vormgegeven, strakker en beter gevormd, passend bij de sportieve styling, en is smaller aan de voorkant, waardoor rijders gemakkelijker kunnen staan. Het RS-zadel heeft een sportieve en stijlvolle noppenafwerking met uitzonderlijke stiksels.

Nieuwe wielen van gegoten aluminium vullen de nieuwe bodypanelen perfect aan met zeven paar slanke spaken in een sportief turbinepatroon.

Voor de Speed Twin 1200 zijn er twee tweekleurige ontwerpen die het moderne gevoel verder benadrukken, met een opvallende ‘1200’-tankafbeelding die een Crystal White of Carnival Red bovenkant scheidt van een Sapphire zwarte onderkant die een slankere look creëert door de tank ondieper en langer te laten lijken. Er is ook een meer klassiek geïnspireerde Aluminium Zilver optie met discrete ‘1200’-nummering en dubbele zwarte strepen.

De Speed Twin 1200 RS is verkrijgbaar in twee kleuren; fel Baja Orange of subtiel Sapphire Black, beide met RS-stickers in goud die de geanodiseerde ophangingscomponenten aanvullen.

Doelgericht dynamisch rijgedrag

Elk Speed Twin 1200-model heeft zijn eigen specifieke zithouding, wat zorgt voor een uitgesproken gevoel en persoonlijkheid, en wat de keuze voor rijders vergroot.

Voor een ruimtelijker gevoel tijdens het rijden is het stuur van de nieuwe Speed Twin 1200 hoger en verder naar voren geplaatst dan bij het vorige model. De Marzocchi-voorvork met een diameter van 43 mm en de dubbele Marzocchi-achtervering zijn geüpgraded en hebben nu externe reservoirs naast de instelbare veervoorspanning aan de achterkant. Deze verbeteringen aan het chassis vergroten de wendbaarheid van de dynamische Speed Twin 1200, terwijl ze zorgen voor een soepele, hoogwaardige rit in de praktijk. Nieuwe radiale remklauwen van het Triumph-merk, gemonteerd op dubbele 320 mm remschijven, zorgen voor een uitstekende remkracht, samen met de standaard gemonteerde allround Metzeler Sportec M9RR-banden.

Voor rijders die op zoek zijn naar nog dynamischere prestaties en extra sensatie, heeft de nieuwe Speed Twin 1200 RS een meer betrokken en gefocuste zithouding. Met de achterkant van de motorfiets omhoog, neemt de zithoogte iets toe. Het stuur blijft op dezelfde hoogte als bij de vorige generatie, maar schuift verder naar voren, terwijl de voetsteunen iets hoger en verder naar achteren staan.

De vering met topspecificaties past bij de dynamische houding van de RS, met volledig instelbare Marzocchi-vorken en Öhlins-achtervering. Extra finesse wordt geleverd door dubbele Brembo Stylema-remklauwen op 320 mm remschijven en standaard high performance Metzeler Racetec RR K3-banden.

Opwindende sportieve prestaties

Triumph’s indrukwekkende Bonneville 1200 twin met hoge compressie heeft 5 pk meer piekvermogen met nu in totaal 105 pk bij 7.750 tpm. De ontstekingsvolgorde van 270 graden en de krukas met lage massatraagheid zorgen voor een directe respons met duidelijke en karaktervolle vermogenspulsen en een rijk koppel over het hele toerengebied, met een piek van 112 Nm.

Combinatie van nieuwste technologie met klassiek ontwerp

Door moderne prestaties met klassieke persoonlijkheid te combineren, kan de gasrespons aangepast worden met de rijmodi Road en Rain. Bovendien profiteert de Speed Twin 1200 nu van Optimised Cornering ABS en tractiecontrole, die standaard op beide modellen zijn gemonteerd. De gefocuste Speed Twin 1200 RS heeft een extra Sport-rijmodus, die de gasrespons aanscherpt en de instellingen van de tractiecontrole optimaliseert, wat bijdraagt aan het krachtige en dynamische gevoel van de motorfiets.

Een primeur voor het Bonneville-platform, en uniek voor deze versie, is dat de Speed Twin 1200 RS wordt uitgerust met Triumph Shift Assist, een op-en-neer quickshifter die perfect past bij de vermogensafgifte en het karakter van de motorfiets. Door de discrete plaatsing achter de versnellingspook blijft de moderne klassieke styling van de motorfiets behouden.

Nieuwe LCD- en TFT-schermen zijn zorgvuldig geplaatst in een klassieke ronde wijzerplaat, waardoor de zichtbaarheid en functionaliteit zijn verbeterd, terwijl het tijdloze uiterlijk van de Speed Twin behouden is gebleven. Dit maakt compatibiliteit met turn-by-turn navigatie en telefoonconnectiviteit mogelijk, en verbergt ook een handige USB-C aansluiting.

Hoogwaardige afwerking en details

Rijders die beter kijken, worden beloond met voorbeelden van Triumphs scherpe aandacht voor detail. Van de nieuw vormgegeven hielbeschermers en koplampbehuizing tot de versieringen op de nieuwe zijpanelen. Het zijn details die zijn vervaardigd van aluminium met een geborstelde afwerking. De aluminium achterbrug en de nieuwe koplampbeugels zijn blank geanodiseerd om ervoor te zorgen dat de kwaliteitsafwerking nog duurzamer is. De Speed Twin 1200 RS wordt geleverd met de speciale toevoeging van geborstelde aluminium spatborden voor en achter.

Accessoires

Meer dan 70% van de Speed Twin-klanten voegt Triumph-accessoires, die hun persoonlijke stijl weerspiegelen, toe aan hun motorfiets. Daarom is er de optie van meer dan 50 originele accessoires, waaronder clip-on bars, een gewatteerd bullet zadel of een afdekking voor het passagierszadel, voor wie op zoek is naar een moderne café racer.


Prijzen en beschikbaarheid

De Speed Twin 1200 is in België verkrijgbaar vanaf €15295 incl BTW, de Speed Twin 1200 RS vanaf €17595. In Nederland is dat respectievelijk vanaf €16995 en €19495. Klanten kunnen hun eigen motor configureren of meer informatie vinden op triumphmotorcycles.nl of triumphmotorcycles.be De motoren staan vanaf januari 2025 bij de dealers.

 

TankTasTocht #5 Limburg: Toer zonder grenzen

0

Onze Limburgtoer begint in Noord-Brabant. Vierlingsbeek ligt niet ver van de Maas, de grenzen met Limburg en Duitsland. Maar als je op de kaart kijkt, is niets in Limburg ver weg van de Maas of landsgrenzen. Hoe moet je in dit kleine gebied een motorroute over de mooiste weggetjes uitstippelen? Dan roep je de hulp in van een professional. Enter Jos Bosch, die al een kwart eeuw lang lezers en redactie van dit motortijdschrift verblijdt met routes in zijn woongebied Limburg.

Daarbij weet hij altijd weer verkeersdrukte en doorgaande wegen te vermijden. We steken dus via de Vierlingsbeekseweg de A73 over en komen in Overloon. ‘Oorlog hoort in het museum’ is het motto van het Oorlogsmuseum, dat zich vooral richt op de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Op het voormalige slagveld van Overloon staat het grootste en oudste oorlogsmuseum over de Tweede Wereldoorlog van West-Europa. Zo’n 20.000 m² aan oorlogsgeschiedenis, waaronder meer dan 180 militaire voertuigen. Helaas is het museummotto buiten onze landsgrenzen niet overal werkelijkheid.

Overal langs de weg staan in Limburg kapellen en kruisen. Al sinds de Romeinse tijd is Limburg katholiek. Maar beeldenstorm en godsdienstoorlogen, die de rest van Nederland teisterden, gingen aan Limburg voorbij. Ook de Tweede Wereldoorlog ging grotendeels aan het dorp Merselo voorbij en uit dankbaarheid daarvoor bouwden de Merseloërs het fraaie Mariakapelletje waar onze route langs gaat. Maria wordt hier niet alleen als de moeder van Jezus afgebeeld, maar als koningin van alle mensen. Ze staat op een halve bol die de wereld voorstelt en met haar voet vertrapt ze een slang, het symbool van het kwaad.

Taal verbindt

Via Merselo rijden we naar America, dat is op Limburgse en Nederlandse schaal ’n afstandje van niks. Op het plaatsnaambord staat de tekst ‘”hoije wa!’, dat betekent ’tot ziens!’ weet Jos. Ook qua taal zijn in Limburg de grenzen nooit ver weg. De plaatselijke dialecten verbinden alle omringende gebieden, met invloeden uit het Frans en het Duits. Op America volgt Helden. Aan de Molenweg staat een fraai gebouwencomplex dat we eerder in het Franse Versailles of het Duitse Potsdam zouden plaatsen, zo’n fraai paleiskasteel is het. Via koffie met Limburgse vlaai bij Dennenoord in Roggel komen we in Grathem.

Hé die herberg kennen we! Ooit, in de jaren negentig van de vorige eeuw, dook restaurant-café-zaal Geraats al op in een route die Jos had uitgestippeld. Bij dit thuishonk van MC Grathem liggen vijf verschillende motorroutes klaar voor de liefhebbers, op zondagen vanaf mei tot en met september. Gratis en voor niks! ‘”Rij veilig, ontdek de wereld, help elkaar en maak motorvrienden’, is het motto van deze sympathieke Limburgse motorclub. Op de eerste toertocht met Jos zijn heel wat routes gevolgd, maar Jos weet elke keer weer te verrassen met onbekende stuurweggetjes die het motorrijdershart sneller laten kloppen. Met een uitgekiende balans tussen stuurpret, natuurschoon en bezienswaardigheden onderweg.

Grenzstein 309B

Parallel aan de hier slingerende Maas rijden we via Thorn met haar mooie witte huizen Nederland uit en België in. Ligt Maaseik nog op Belgische bodem, in Maasheuvel rijden we alweer op Nederlands asfalt. Is er een ongeluk geweest op die Pater Sangersbrug over de Maas? De reling ziet er verwrongen uit. Maar nee: het is een kunstwerk, genaamd ‘Verbinding tussen de twee Limburgen’, iets met twee paar handen die aan een touw met een knoop erin trekken. Heel symbolisch, verbinding in plaats van verwijdering, over de grens heen, die midden in de Maas loopt. Jos: ‘Ik vind het fijn om ook stukjes België en Duitsland in mijn route op te nemen. Want daar kun je tenminste een beetje doorrijden.’

Grenzen? Vertel de inwoners van Selfkant niets over grenzen. Vanaf 1949 was Selfkant gedurende veertien jaar Nederlands grondgebied. Maar nadat Duitsland netjes de herstelbetalingen had overgemaakt, kregen ze het dorp in 1963 weer terug.

Bij Selfkant markeert een zwerfkei de grens tussen Duitsland en Nederland, alsmede het westelijkste punt van de BRD aldus de tekst die op deze Grenzstein 309B is gebeiteld. Ondanks alle grensverwikkelingen blijven de goede betrekkingen tussen de Selfkant en het Maasland voortbestaan. Het gemeenschappelijke dialect verbindt de bewoners nog altijd. Sinds 1989 zijn de tolhuisjes gesloten en de grenzen open, maar hier in de Selfkant maakt dat eigenlijk geen verschil.

Vanaf Selfkant loopt het smalste stukje Nederland, amper vijf kilometer hemelsbreed, naar de Belgische grens bij Dilsen-Stokkem. En de Duitse Selfkant heeft nog een verrassing in petto, door Jos vakkundig in onze route geweven. Historische stoomlocomotieven en wagons staan liefdevol gerestaureerd en wachten op passagiers op het stationnetje van Schierwaldenrath. We zwieren naar een korte pauze verder over Duitse dreven naar Gangelt, waar we Nederland weer inrijden. We slingeren langs Valkenburg en Simpelveld over smalle en steile weggetjes. Onwaarschijnlijk dat dit in Nederland is, maar toch is het zo. Dan rijden we langs een grijze grenspaal België weer in, voorbij aan het kasteel van Sippenaeken. Henri-Chapelle, Thimister-Clermont, dat klinkt duidelijk naar Wallonië.

Taalgrens

Ook de Voerstreek is door de Belgische taalgrens getekend: op tweetalige plaatsnaamborden hebben vanouds tegenstanders van Vlaamse dan wel Waalse namen de letters daarvan onleesbaar gemaakt met verf. Ten noorden van de N608 is het weer Vlaams wat de klok slaat. Planck, Einde, Schoppen, Schietekamer en Grijzegraaf glijden op de GPS voorbij, dan steken we over de stippellijn die ons weer in Nederland verwelkomt. De maïs in de velden staat hoog als struikgewas in een tropisch oerwoud. Jos: ‘Eigenlijk kun je zo’n route als deze zeker vier keer per jaar rijden. Minimaal. In elk seizoen ziet het landschap er weer helemaal anders uit.’

Vroeger met routerol, nu met GPS. Het landschap waar Jos doorheen leidt lijkt de afgelopen 25 jaar weinig te zijn veranderd.

Maar tweeduizend jaar geleden stonden in Limburg honderden Romeinse villa’s: enorme landerijen in Mediterrane stijl, met woningen voorzien van glazen ramen en vloerverwarming, badhuizen, opslagruimtes, stallen, werkplaatsen, siertuinen en grote akkerlanden. De Limburgse villa’s voorzagen alle bewoners in de regio van graan. Die woonden in steden als Heerlen, Cuijk, Xanten en Keulen. Ook de soldaten langs de limes, de noordelijke grens van het Romeinse rijk, waren klant. Graan werd verhandeld tot in de verste uithoeken van Noordwest-Europa. Dat gebeurde via het uitgebreide netwerk van Romeinse (water)wegen. Toen aan het einde van de derde eeuw de Romeinse macht afnam, zijn de villa’s verwoest, afgebrand en verlaten. Tegenwoordig is er vrijwel niets meer van te zien in het Limburgse landschap.

Zonnekoning

We rijden met een boog om Maastricht heen. Maastricht is internationaal bekend door de gezellige terrassen op het Vrijthof en de concerten van André Rieu. Maar in 1673 stond de stad anders op de kaart die de Franse koning Lodewijk XIV, ook bekend als de Zonnekoning, bij zich droeg. Er is een tekening bewaard van Adam Frans van der Meulen, de veldtochtschilder van het Franse hof. Daarop zijn rookwolken te zien, loopgraven en honderden soldaten. Daarachter lonkte het bolwerk der Nederlanden: de stad Maastricht. Het beleg van Maastricht, persoonlijk geleid door de Franse koning, duurde dertien dagen. Op 30 juni 1673 gaf de stad zich over. Een van de sterkste vestingen van Europa viel in Franse handen. Duitsers, Romeinen en Fransen zijn uit Limburg verdwenen. Gebleven zijn de piekfijne stuurweggetjes die Jos Bosch telkens weer in een nieuwe toertocht weet te vangen.

Bij de Geulhemermolen in Berg en Terblijt komt weer een gedenkwaardige motorrit ten einde. Bedankt Jos, graag tot de volgende keer.

De TTT-toerdag

Omdat we onderweg geen TTT-foto’s meer maken, kregen we regelmatig de vraag of we dan niet minimaal de datum van dé TTT-toerdag wilden uitventen. Wel nu: TTT #5 wordt gereden op 26 oktober.

ONK zijspancross Halle – Hermans/Van den Bogaart verlost van pech

0

Koen Hermans/Ben van den Bogaart hebben in Halle het ONK Zijspan gewonnen. Na alle pech eerder dit seizoen werd het viertakt AMS-motorblok vervangen door de Mega-tweetakt en daarmee kon Hermans uit de schaduw van de pechduivel treden. De eerste heat pakten de broers Leferink de kopstart en gaven de leiding niet meer uit handen. Hermans pakte de tweede plek na een gevecht met Van Werven/Van der Wiel, maar kon nooit meer bij de sterk rijdende Leferink komen. Van Werven werd derde. In de tweede heat pakten de broers Leferink weer de kopstart maar nu kon Hermans sneller aansluiten. Toen Hermans aan het achterwiel zat van de leiders was het ook direct gedaan. Hermans/Van den Bogaart pakten de kop over en legden als vanouds een moordend tempo neer. Hermans pakte zo met een grote voorsprong de heatzege én de dagzege. Leferink werd tweede en werd dat ook in de daguitslag. Prümmer reed sterk en had een tijdje Wijers/Van Hal in zijn nek maar de Duitser bleef koel en pakte uiteindelijk onbedreigd de derde plek en mocht zo als derde naar het dagpodium. Wijers werd dan vierde met hierachter Van Werven, die net het totaalpodium miste met de vijfde plek in de tweede heat.

Test Ducati Panigale V4 S 2025: Klasse apart!

0

Met de volledig vernieuwde Panigale zijn we toe aan de zevende generatie superbikes uit Bologna. Wat in 1988 begon met de 851-tweecilinder groeide uit tot een verhaal vol successen. Om dat verhaal te bestendigen bouwde Ducati een nieuwe Panigale die voor maar liefst 94% bestaat uit nieuwe onderdelen. MOTO73 werd uitgenodigd voor een exclusieve eerste test.

In de MotoGP is de heerschappij van Ducati verpletterend. Onder leiding van ingenieur Gigi Dall’Igna evolueerde de Desmosedici tot een amper te kloppen machine. Het mag dan ook niet verbazen dat Ducati voor de ontwikkeling van de nieuwe Panigale heel gretig gebruik maakte van de technologie die door Ducati Corse zo succesvol wordt toegepast. Vooral op het vlak van aerodynamica was er werk aan de winkel. De vorige generatie van de Panigale werd in de loop van z’n bestaan voorzien van aerodynamische hulpmiddeltjes, maar bij de ontwikkeling van deze nieuwste versie werd de aerodynamica al van bij de eerste potloodlijnen meegenomen in het ontwerp. Daardoor veranderde de aanblik van de Panigale behoorlijk.

Dubbelzijdige achtervork

Ducati werkt volgens het principe “form follows function”, maar ging gelukkig opnieuw voor een combinatie van technisch (aerodynamisch) vernuft en Italiaans design. Zo herken je aan de voorzijde duidelijk de lijnen van de ondertussen 30 jaar oude 916. Die worden gecombineerd met een state-of-the-art aeropakket en een wat vlakkere vormgeving, waardoor de nieuwe Panigale er iets minder gedrongen uitziet dan het uitgaande model.

Heel andere koek is het aan de achterzijde, waar de prachtige en zo typerende enkelzijdige achtervork werd vervangen door een “normaal” dubbel exemplaar. Hier ging functie duidelijk boven vorm.

Meer specifiek zorgt die nieuwe achtervork voor een lager onafgeveerd gewicht, minder laterale stijfheid (-37%), meer tractie bij het uitaccelereren van bochten en vooral meer grip van de achterband bij extreme hellingshoeken. De bandentechnologie is de laatste jaren zo sterk veranderd dat hellingshoeken van 60% en meer mogelijk worden. Bij zulke hellingshoeken komt de werking van de vering ernstig in het gedrang en is de stijfheid (of flex) van de achtervork cruciaal voor een goed contact tussen band en wegdek. Ducati ging echter niet over één nacht ijs, want de enkelzijdige achtervork is samen met de desmodromische klepbediening heel kenmerkend voor de Ducati Superbikes. Bij de talrijke testen op meer dan tien circuits en met veel verschillende testrijders kwam de dubbelzijdige achtervork echter steeds als een grote stap voorwaarts uit de bus. Zelfs een “oude” Panigale met deze nieuwe achtervork bleek gemiddeld een seconde sneller.

Regerend wereldkampioen

Dat er ook onderhuids serieus werk werd geleverd kon je wel verwachten. Want ook deze pk-brakende racemotoren moeten immers voldoen aan de nieuwe Euro5+. Dat is voor een fabrikant best een hele uitdaging. De basis van het blok blijft uiteraard de ondertussen bekende 90° V-vier Desmosedici Stradale, die onder een hoek van 42° naar achter gekanteld de verbinding vormt tussen de nieuwe achtervork en het eveneens nieuwe en nog steeds piepkleine frame (-700 gram). Dat blok levert met z’n 1103 cc nu 216 pk bij 13.500 tpm, een half paardje sterker dan z’n voorganger dus. Het maximum koppel bedraagt 120,9 Nm bij 11.250 tpm. Dat zijn er 2,7 minder dan bij het uitgaande model. Bovendien moet de nieuwe ook 1750 toeren meer draaien en dat is toch wel een behoorlijk verschil.

Benieuwd hoe dat zich gaat vertalen tijdens deze eerste test waarvoor we door Ducati zijn uitgenodigd op de Autodromo Vallelunga Piero Taruffi, vlak bij Rome. Een in motorkringen wat minder bekend circuit, maar door z’n combinatie van uiterst technische stukken en snelle doorlopers ideaal voor deze test. Een exclusieve bedoening, want er zijn slechts twintig journalisten van over heel de wereld uitgenodigd, verdeeld over twee testdagen.

De spanning en de temperatuur lopen samen op in aanloop naar de eerste van zes te rijden sessies. Want een onbekend circuit, een nieuwe topklasse superbike en bovendien een dubbele wereldpremière. De nieuwe Panigale is immers als eerste uitgerust met de nieuwe Hypure-remklauwen van Brembo. Die zijn per set liefst 60 gram lichter (onafgeveerd gewicht, dus extra belangrijk), ze zijn stijver en hebben een betere warmteafvoer. Bovendien hebben ze 15% minder residuele wrijving. Dat is de wrijving tussen de blokken en schijven wanneer er niet wordt geremd. Het gaat er dus redelijke detaillistisch aan toe in deze topklasse van sportmotoren…

De Panigale is de regerend wereldkampioen bij de Superbikes en hoewel Ducati graag verwijst naar de MotoGP is het toch het WSBK waar het hier allemaal om draait. De Panigale gaat dus als een gehomologeerde machine door het leven en hoewel de meeste Panigale’s worden gebruikt op een circuit, besteedde Ducati toch ook wat aandacht aan bijvoorbeeld een “comfortabele” zitpositie. Dat is ook het eerste dat je merkt als je plaatsneemt op de machine. De zit werd wat langer, waardoor je meer ruimte hebt om te verzitten. Ook de nieuwe vorm van de tank merk je direct. Die moet vooral tijdens hard remmen meer steun bieden. Je kunt ook beter wegduiken achter de kuip. Met name voor je voorarmen is er door de nieuwe tank meer plaats. Niet geheel onlogisch is dat de Panigale als éénzitter wordt geleverd. Om je wederhelft tevreden te houden wordt er bij elke Panigale een set geleverd waarmee je in enkele minuten tijd de machine kunt ombouwen naar een tweezitter.

Veel rijhulpsystemen

Het geluid van de beresterke vierpitter is sterk vergelijkbaar met dat van z’n voorganger en dat terwijl we hier toch te maken hebben met een totaal nieuw ontworpen uitlaatdemper. Die kreeg opnieuw een plaatsje onder het blok. Opteer je voor de volledig titanium race-uitlaat (à rato van € 8.812…) dan komen de dempers onder het zadel. Je krijgt dan de look van de fabrieksracers en meteen ook 228 pk ter beschikking.

De licht te bedienen hydraulische koppeling draait in de olie en laat zich perfect doseren. Zodra je in beweging bent kun je daar perfect zonder, want de nieuwe quickshifter is ronduit verbluffend. Ducati werkt niet langer met een druksensor op de schakelstang maar meet nu de verdraaiing van de schakelwals in de versnellingsbak. Daardoor is er een veel directere link tussen de bak en het schakelpedaal en dat resulteert dan weer in een uitermate accurate bediening. De quickshifter werkt onder alle omstandigheden perfect. Dus ook wanneer je met geopende gaskleppen terugschakelt. Vreemd, maar het schakelen krijgt daardoor bijna de status van een noodzakelijke bijkomstigheid. Temeer omdat het nieuwe elektronicapakket nieuwe standaarden zet.

De rijhulpsystemen zijn zo uitgebreid dat hier de ruimte ontbreekt om ze allemaal te bespreken. Maar belangrijk om weten is dat Ducati bij de ontwikkeling van de nieuwe Panigale heel veel aandacht besteedde aan wat je de “driveability” zou kunnen noemen. Voor ervaren racepiloten maar ook voor wie maar af en toe een circuitdagje meepikt moet de nieuwe Panigale een soort van “skillbooster” zijn.

Helemaal nieuw is het DVO (Ducati Vehicle Observer). Dit nieuwe systeem werd ontwikkeld door Ducati Corse in de MotoGP en is als het ware een soort van tweede brein dat je helpt nog beter te presteren op een circuit. Aan de hand van data van tientallen sensoren maakt het systeem een inschatting van de krachten en de belasting die op dat ogenblik werken op de motorfiets en deelt die inschatting met de gegevens van het 6-assige IMU. Samen sturen ze dan de optimale setting door naar de verschillende rijhulpsystemen.

Eén daarvan is het volledig nieuwe Race eCBS. Het is een gecombineerd remsysteem dat de gegevens van de IMU (nu met vier druksensoren in plaats van één) gebruikt om het rijden van bochten te optimaliseren. Bij gebruik van de voorrem geeft het systeem autonoom ook druk aan de achterrem. Op zich niets bijzonders, want ook bijvoorbeeld de Ducati Multistrada beschikt over een dergelijk systeem. Het verschil zit ’m in de manier waarop het systeem wordt gebruikt. Bij deze nieuwe Panigale is het bedoeld om de bochtenlijn te optimaliseren. Net als de toppers uit de MotoGP dat doen, zal het systeem autonoom de achterrem gebruiken om tijdens het rijden van bochten de bochtenlijn te optimaliseren. Daarmee komt een stuk stuurmanskunst van het allerhoogste niveau voor iedereen ter beschikking. Zelfs na het lossen van de voorrem zal het systeem druk leveren aan de achterrem. Deze manier van remmen in bochten vraagt normaal een berg talent, maar dit nieuwe eCBS maakt het toegankelijk voor “iedereen”. Het eCBS heeft zeven instelniveau’s waarvan de eerste vijf bedoeld zijn voor circuitgebruik en de laatste twee voor op de openbare weg. In niveau 5 kan ook “Slide by Brake” geactiveerd worden.

Van een andere wereld

We rijden vandaag met de meest exclusieve versie van de nieuwe Panigale, de V4 S. Die verschilt van de gewone V4 door z’n elektronisch gestuurde Öhlins-vering, lichtere wielen en mede daardoor een 4 kg lager gewicht (187 kg in plaats van 191 kg). Tijdens de eerste sessie gebruiken we onze tijd om de baan te verkennen en middels de handige up-and-downknoppen op de linker stuurhelft door de verschillende niveau’s van de gekozen setting te scrollen. Daarbij geholpen door het nieuwe en extreem duidelijke dashboard.

Meteen valt op dat de nieuwe Panigale wel degelijk anders aanvoelt dan het uitgaande model. De voetsteunen staan een stukje dichter naar binnen en dat zorgt samen met de nieuwe vorm van de tank voor een nog groter eenheidsgevoel met de machine. Ook de wat langere zit is een duidelijke verbetering. Gecombineerd met de betere stroomlijn kun je op de snelle stukken echt goed wegduiken achter de ruit en zit je in een soort bubbel van rustige lucht.

De motorprestaties zijn (nog steeds) overweldigend. Over het hele toerenbereik is de Panigale beresterk en zijn de acceleraties zondermeer indrukwekkend. Dat de motor nu voldoet aan Euro 5+ merk je echt niet. Nog meer worden we van onze sokken geblazen door het gemak waarmee de Panigale zich laat sturen. Vallelunga is een heel veeleisend circuit, zowel voor de fiets als de berijder. Maar ik kan me geen betere strijdmakker indenken dan deze nieuwe Panigale. Het gemak waarmee de machine zich laat sturen is verbluffend. Hetzelfde geldt voor de stabiliteit bij hoge snelheden. Maar het vertrouwen dat de machine schenkt bij het uitaccelereren van bochten of het extreem laat remmen is van een andere wereld. De nieuwe Hypure Brembo’s doen het uitstekend, met heel veel en perfect te doseren remvermogen.

Dat het nieuwe elektronicapakket nieuwe standaarden zet is duidelijk, al merk je daar aan de machine zelf weinig van. Het is pas in de pitbox dat onze persoonlijke data-analyst laat zien wat er allemaal gebeurt tijdens het rijden. Onze machine is immers voorzien van de optionele datalogger die samen met telemetriespecialist en marktleider in deze materie 2D werd ontwikkeld. Overweeg je de aankoop van een Panigale, investeer dan zeker €1210 voor dit systeem, want de informatie die draadloos van je machine naar je laptop wordt verstuurd is bijna te mooi om waar te zijn. Via de ingebouwde GPS zie je op je scherm de gereden lijnen en ontelbaar veel andere gegevens die de 70 sensoren van de Panigale genereren. Denk daarbij aan… zowat alles! Met een waanzinnig aantal grafieken kun je tot op een honderdste van een seconde zien wat er gebeurt tijdens het rijden.

Het vergt natuurlijk een zekere kennis van zaken. Onze data-analyst toont me na elke sessie waar het fout gaat, waar het beter kan, welke interventies van de elektronica er hebben plaatsgevonden en nog veel meer. Hij toont me dat het gas open draaien in je hoofd niet hetzelfde is als in de realiteit. Hij betrapt me zelfs enkele malen op het lossen van het gas om te schakelen en laat meteen zien hoeveel tijd dat soort fouten je per ronde kosten. Door deze info ga je met een ander gevoel de baan op want uit de grafieken blijkt dat de capaciteiten van de nieuwe Panigale zo veel groter zijn en dat het allemaal nog heel veel harder kan. Compleet leeg parkeer ik de nieuwe Panigale na zes sessies in de pitbox. Wat een machine!

Conclusie

Tijdens de voorbije Race of Champions tijdens het World Ducati Weekend in Misano reden alle deelnemers met deze nieuwe Panigale V4 S. Ze reden er voor het eerst mee tijdens de vrije trainingen. Pecco Bagnaia verpulverde tijdens de race z’n eigen ronderecord van 2022 met liefst een volle seconde (1.35,051) en was daarmee slechts 4 seconden trager dan tijdens de MotoGP-race op datzelfde Misano. En daarmee is zowat alles gezegd. De nieuwe Panigale V4 kost € 32.490. Voor de hier geteste V4 S betaal je € 39.990. Dat is een behoorlijke smak geld, maar wat je ervoor krijgt is ronduit indrukwekkend. Een gehomologeerde racemachine die zo geraffineerd, zo sterk en zo mooi is dat we zonder te overdrijven kunnen spreken van een klasse apart.

Technische specificaties Ducati Panigale V4S 2025

Type motor Vloeistofgekoelde viertakt V4
Cilinderinhoud 1103 cc
Boring x slag 81,0 x 53,5 mm
Kleppen per cilinder 4
Compressieverhouding 14:1
Carburatie 2 injectoren per cilinder, variabele inlaatlengte, full ride-by-wire
Koppeling Natte meerplaatskoppeling met slipper-functie, hydraulisch bediend
Transmissie Zesbak
Eindoverbrenging Ketting
Maximaal vermogen 216 pk (158,9 kW) @ 13.500 tpm
Maximaal koppel 120,9 Nm @ 11.250 tpm
Motor elektronica Full ride-by-wire, Ducati Slide Control, Ducati Wheelie Control, Ducati Power Launch, Engine Brake Control, Ducati Quick Shift
Frame Gegoten aluminium “front frame”
Vering voor 43mm-Showa BPF UPSD-voorvork (43mm-Öhlins NPX 25/30)
Stelmogelijkheden voor Volledig instelbaar (Öhlins Smart EC 3.0 elektronische regeling)
Vering achter Sachs (Öhlins TTX 36 (SV))
Stelmogelijkheden achter Volledig instelbaar (elektronische regeling Öhlins Smart EC 3.0)
Veerweg v/a 125 mm / 130 mm
Rem voor Dubbele 330mm-schijf met Brembo Hypure-remklauwen
Rem achter 245mm-schijf met tweezuigerklauw
Banden v/a 120/70-ZR17, 200/60-ZR17
Wielbasis 1485 mm
Balhoofdhoek 24°
Naloop 98 mm
Zithoogte 850 mm
Gewicht 191 kg rijklaar (187 kg droog)
Tankinhoud 17 liter
Prijs (NL) € 32.490 (€ 39.990)
Prijs (B) € 27.990 (€ 34.990)
Website www.ducati.com

WK Langbaan Team Morizes (F) – Medailles buiten bereik van TeamNL

0
2024 FIM Long Track of Nations - Morizes

De Nederlandse grasbaanracers eindigden tijdens het WK voor landenteams als zevende en laatste. Met afmeldingen van Romano Hummel en Dave Meijerink leek titelprolongatie voor TeamNL in het Franse Morizes op voorhand al een utopie. Na het stoppen van Gorredijkster Jannick de Jong bleef enkel Mika Meijer over van het winnende team van vorig jaar. Het Nederlands kwartet bestond naast Meijer en de amper van een polsblessure herstelde captain Henry van der Steen nog uit Rene van Weele en reserverijder Lars Zandvliet. Zij konden lang meestrijden voor een plek in de top vijf, maar een diskwalificatie in het duel met de Tsjechen en een valpartij in de strijd met de Finnen brak hen uiteindelijk op. TeamNL eindigde met drie punten achterstand op de als vijfde geëindigde Tsjechen op de zevende plaats. De titel ging naar het team uit Duitsland dat in de finale afrekende met de gastgevers uit Frankrijk. Het brons kwam in handen van de Britten.