zondag 16 november 2025
Home Blog Pagina 3

Vergelijkingstest BMW R 12 G/S vs. Triumph Scrambler 1200 XE: zwervers

0
BMW R 12 G/S vs. Triumph Scrambler 1200 XE

Nostalgici verlangen weemoedig naar vroeger: de tijd dat we de weg vonden naar de Côte d’Azur zonder online navigatie, kampeerden in een tent zonder Himalaya-certificaat en een ansichtkaart naar huis stuurden. Het leven was prachtig! Kunnen de BMW R 12 G/S en Triumph Scrambler 1200 XE ons terugvoeren naar die tijden?

Genieten van de goede oude tijd met de technologie van vandaag – een verleidelijke gedachte. Misschien was er vroeger het een en ander wel beter – maar banden, remmen, motoren en vering horen daar zeker niet bij. Tenminste, de ontwerpers van motorfietsen waren toen nog niet opgegroeid met manga-strips. Alle extra functies die de afgelopen decennia zijn toegevoegd – oorspronkelijk om zich van concurrenten te onderscheiden – worden nu als vanzelfsprekend beschouwd. Maar zijn ze onmisbaar of op zijn minst altijd zinvol?

Vergelijkingstest CFMoto 450SR vs. Aprilia RS 457: snelste van de straat

Zonder een paar filosofische basisprincipes komen we bij het bekijken van de twee kandidaten voor deze vergelijking blijkbaar niet ver. Naast de vormgeving van vervlogen tijden – de Triumph roept de jaren ’60 op, de BMW verwijst naar de R 80 G/S van 1981 – willen beide motorfietsen gezien worden als volwaardige rijmachines van vandaag. Dit vereist soms wat fraude met de techniek, zoals de onopvallend verborgen waterkoeling van de Triumph.

Maar vooral wat betreft het onderstel moet meteen duidelijk zijn dat hier geen motoren aan de start staan die doen alsof. Nee, de Scrambler 1200 XE biedt voor en achter respectabele 250 millimeter veerweg, terwijl de BMW nog steeds een genereuze 210 tot 200 millimeter biedt. Bovendien zijn er de smalle 21-inch voorbanden en spaakwielen – dat zijn specs waarmee je vooraan kunt meedoen in een enduropark.

Het blok

BMW begint met de even beproefde als iconische, luchtgekoelde 1170 cc boxer. Het klinkt nu een beetje alsof we woorden als ‘oud’ of ‘van gisteren’ willen vermijden. Feit is dat de motor rechtstreeks afgeleid is van de eerste DOHC-boxer uit 2010. En die was destijds, wereldwijd gezien, al een vrij nostalgische constructie. Maar dat is prima als je de retrogedachte naar voren wilt schuiven.

De Triumph-ontwikkelaars toonden zich iets opener bij het ontwerp van de 1200 cc paralleltwin met 270-graden krukas. De aandrijving moest zo hedendaags mogelijk zijn, passend bij het nostalgische design. Het resultaat is dat de Triumph-twin duidelijk de modernere motor is, maar met lagere sportieve ambitie dan de toch temperamentvolle boxer.

De fluweelachtige loopcultuur en de nauwelijks hoorbare mechanische geluiden kenmerken de verschijning van de paralleltwin. De kracht uit de kelder is echt een kracht om rekening mee te houden; de grote vliegwielmassa duwt de Scrambler uiterst soepel bij verkeerslichten weg. Daarbij komt de soepele versnellingsbak en het redelijk aantrekkelijke brandstofverbruik – de Triumph-aandrijving weet te bekoren.

De keerzijde van het concept is natuurlijk de beperkte draaieigenschappen. En, typisch Triumph, regelt de elektronica passend bij de piekprestaties het motorblok in de lagere versnellingen. Een soft spot die het gevoelige schakelpunt markeert, is er niet.

Het is bijna overbodig om de welbekende BMW-boxer te beschrijven; we beperken ons tot de belangrijkste verschillen met de Triumph-twin. Geluiden van de krukas en kleppen zijn duidelijk aanwezig, niet opdringerig, maar bij een directe vergelijking ook niet te negeren. In de handvatten en voetsteunen voel je het duidelijker; het verbruik ligt ongeveer tien procent hoger. De BMW-versnellingsbak schakelt zelfverzekerd, de cardan gedraagt zich onopvallend en de droge koppeling stinkt vreselijk na een stoplichtsprint. Dus, eigenlijk alles zoals de boxer-fans het graag zien.

Rijprestaties

Triumph en BMW claimen respectievelijk 90 en 109 pk, wat onze testbank bevestigt. Omdat het gewicht van beide bijna identiek is, zou de BMW beter moeten accelereren. Maar op het testparcours is er toch sprake van een gelijkspel. Tenminste in het snelheidsbereik dat voor de weg relevant is en dat moet je maar voor jezelf definiëren.

Dit komt aanvankelijk omdat de dikke Triumph-krukas de Scrambler als een stootram van de startlijn duwt. In dezelfde situatie wordt de BMW vooral mentaal geremd – je wilt tenslotte geen verbrande, droge koppeling. Dit geeft de Triumph een voorsprong op de eerste meters, die de Brit kan behouden tot de snelheid van 100 km/u.

Daarboven gumt de BMW het verschil weg. Bij de acceleratiemetingen doen ze niet voor elkaar onder, ook de ABS-metingen liggen extreem dicht bij elkaar. We willen er wel op wijzen dat de gemeten 41,6 tot 41,9 meter bij een noodstop vanuit 100 km/u voor hoogpotige motorfietsen met smalle voorbanden zeker een compliment waard zijn.

Pas op de snelweg maakt de BMW korte metten en pakt met maximaal 210 km/u de linkerbaan. De Triumph remt de Scrambler 1200 XE al elektronisch af bij 178 km/u. Dit is eerder een politieke beslissing; de Britten maken zich misschien zorgen over shimmen op hoge snelheid omdat het zwaartepunt wat meer achterwaarts ligt.

Vergelijkingstest Honda CB1000 Hornet vs. Kawasaki Z900 vs. Yamaha MT-09

Chassis en remmen

BMW en Triumph monteren voor en achter conventionele veerelementen van de Italiaanse fabrikant Marzocchi. Volledig instelbaar, achter met remvloeistofreservoirs, prachtig afgewerkt, maar zonder elektronische of zelfs semi-actieve snufjes. Wat ook niet echt zou samengaan met retro-motoren.

Opmerkelijke verschillen tonen zich aan de achterkant. Triumph kiest voor twee klassiek gemonteerde schokdempers, BMW monteert een direct aangesloten centrale schokdemper. Dit volgt vanzelfsprekend uit de enkelarmige cardanswing. De langere veerwegen van de Triumph zijn op de weg nauwelijks een nadeel, wat spreekt voor een goede afstemming van de progressieve veer.

BMW oefent met twee eenvoudige, zwevende schijfremmen aan de voorkant in bescheidenheid. De remmen voelen aanvankelijk ook zelfverzekerd aan, maar na de zesde ABS-metingen toont zich het eerste vervagingseffect. Dit zou geen probleem moeten zijn, maar bij pittige bergafritten met twee personen en bagage misschien wel.

Triumph maakt gebruik van Brembo-hardware: twee vast gemonteerde Stylema-remklauwen zouden ook op het superbikeracecircuit een goede indruk maken. Op de Scrambler voelen de dikke monoblokken te veel van het goede, om niet te zeggen overgedimensioneerd.

BMW geeft, zoals zo vaak, een stuurdemper, die echter niet storend opvalt. Misschien dat de Triumph-ingenieurs ook zo’n onderdeel hadden kunnen overwegen?

On- en offroad

‘Het onaangename aan terreinmotoren is dat ze zo hoog zijn.’ Dit citaat komt van een collega van 1,72 meter, die ooit zou zijn omgevallen bij het stoppen. Hij verwoordt het goed: of een zithoogte van 880 (Triumph) of 860 mm (BMW) alledaags is, hangt af van de beenlengte. Met mijn 1,82 meter op mijn identiteitskaart heb ik met beide motorfietsen geen probleem, maar moet ik wel oppassen dat ik bij het stoppen niet met mijn voet in een putje stap.

Als de hoogtevrees is opgelost, zijn beide motorfietsen door hun zithouding zelfverzekerde stadsrijders. Wat betreft tochten met bagage zit de Triumph met zijn stijlvolle zijuitlaat zichzelf een beetje in de weg, want de dubbele uitlaat beperkt het vervoer van koffers aan de linkerkant. Dan kan de G/S-collega alleen maar lachen en aan weerszijden ruime BMW-systeemkoffers bevestigen.

Maar de Scrambler-uitlaat heeft nog meer nadelen. In feite verwarmt hij permanent de rechterknie, en bij staand rijden in het terrein de onderbenen. Bovendien zit en sta je op de motor altijd een beetje scheef omdat de uitlaat in de weg zit. Aan de andere kant is het juist die dubbele uitlaat die de charme van de jaren ’60 zo authentiek onderstreept.

Maar goed, de accessoiresmarkt biedt lager gemonteerde systemen aan. Die zijn alleen niet zo mooi. Wat je je Scrambler echter absoluut moet geven, is een bagagedrager met stevige passagiersgrepen voor dagelijks gebruik. En voor modderig terrein een hoger voorste spatbord.

Offroad wordt de Triumph vaak wat onderschat. In de catalogus staat hij naast de Bonneville-klassiekers, waardoor hij vaak wordt afgedaan als een chique showbike die om fluwelen handschoenen vraagt. Wat natuurlijk onzin is. Zoals we al bij de rijpresentatie in een enduropark hebben gemerkt, is de Scrambler een volwaardige enduromotor die ook sprongen en ruwe oneffenheden makkelijk aankan.

Dergelijke rectificaties zijn voor de G/S natuurlijk niet nodig. De competentie in het terrein staat sinds de Paris-Dakar-inzendingen van de Beierse voorouders buiten kijf. En feitelijk vertegenwoordigt de prachtig gemaakte BMW de uitspraak: ‘Er is niets wat ik niet kan.’

Conclusie test BMW R 12 G/S vs. Triumph Scrambler 1200 XE

Ondanks de extreem verschillende ontwerpen liggen de BMW R 12 G/S en de Triumph Scrambler 1200 XE behoorlijk dicht bij elkaar. In de scoreboard-beoordeling scoren ze zelfs een gelijk aantal punten. Toch hebben de meeste collega’s de G/S voor de test duidelijk als winnaar gezien. En de BMW presteerde echt fantastisch en de zeer goede eerste indruk van de rijpresentatie bevestigd.

Het werd spannend omdat de grof weggezette Scrambler 1200 XE ook echt geweldig presteerde – zowel op asfalt als op grind. Vooral de robuuste terreinambitie van de Triumph, die vaak in de showbike-categorie wordt geplaatst, heeft hier voor velen verrassing gebracht. Wie zonder BMW-bril op over een aanschaf nadenkt, moet zeker twee proefritten maken.

Scoreboard BMW Triumph
Motor55
Rijprestaties54
Verbruik34
Onderstel55
Remmen35
ABS55
Comfort44
Afwerking55
Uitrusting43
Dagelijks gebruik44

Tekst en foto’s: MotorradNews

BMW R12 G/S 2025 versus Triumph Scrambler 1200 XE 2025

Categorie BMW R12 G/S Triumph Scrambler 1200 XE
ProductielandDuitslandThailand
Motor / aandrijvingboxer, lucht-/oliegekoeld, 6-versnellingsbak, elektrische starter, cardantweecilinder lijnmotor, vloeistofgekoeld, 6-versnellingsbak, elektrische starter, ketting
Cilinderinhoud / compressie1170 cc / 12,0:11200 cc / 11,0:1
Vermogen109 pk (80 kW) @ 7.000 tpm90 pk (66 kW) @ 7.000 tpm
Max. koppel115 Nm @ 6.500 tpm110 Nm @ 4.250 tpm
Boring x slag101,0 x 73,0 mm97,6 x 80 mm
Ventielen / cilinder44
KleppensysteemDOHCSOHC
Geluid (stand / rij)88 / 75 dB(A)91 / 76 dB(A)
Smeringwet sumpwet sump
KoppelingÉénschijf droogkoppelingMeerschijf natte koppeling
Framestalen buizenframe, stalen achterframe geschroefdstalen centrale buizenframe, stalen achterframe geschroefd
VoorveringØ 45 mm USD-vork, 210 mm veerweg, stuurdemperØ 45 mm USD-vork, 250 mm veerweg
Achterveringmonoshock, 200 mm veerwegtwee schokdempers, 250 mm veerweg
Banden (v/a)90/90-21 – 150/70R1790/90-21 – 150/70R17
Velgen (v/a)2,15×21 – 4,00×172,15×21 – 4,25×17
Banden in testMetzeler Karoo StreetMetzeler Tourance
Rem voortwee Ø 310 mm schijf, dubbele zuigertwee Ø 320 mm schijf, vierzuiger
Rem achtereen Ø 265 mm schijf, dubbele zuigerØ 255 mm schijf, enkele zuiger
ElektronicaABS, tractiecontrole, 3+1 rijmodi, IMU, cruise control, Bluetooth, TFTABS, tractiecontrole, 5 rijmodi, IMU, cruise control, optionele Bluetooth, TFT met pijlnavigatie
Generatorvermogen660 W400 W
Accu12 V / 12 Ah12 V / 8,6 Ah
Onderhoudsinterval10.000 km / 1 jaar16.000 km / 1 jaar
Klepcontrole10.000 km32.000 km
Prijs (vanaf)€ 19.990€ 18.595 (2024)
Max. laadvermogen196 kg207 kg
Verbruik (test)5,1 l/100 km4,6 l/100 km
Verbruik (WMTC)5,1 l/100 km4,4 l/100 km
Actieradius304 km326 km
Draaicirkel4,4 m5,3 m
Snelheidsmeter bij 100 km/u105 km/u105 km/u
Max. snelheid210 km/u178 km/u
Acceleratie 0-100 km/u4,0 s4,0 s
Acceleratie 0-140 km/u6,8 s7,1 s
Trekvermogen 60-100 km/u (6e)4,1 s4,0 s
Trekvermogen 100-140 km/u (6e)4,6 s4,7 s
Toerental @130 km/u (6e)4.800 tpm4.500 tpm
Remtest 100-0 km/u (gem.)41,6 m41,9 m
Remtest 100-0 km/u (beste)40,5 m41,1 m
Naloop121 mm129 mm
Balhoofdhoek26,9°26,9°
Wielbasis1.580 mm1.570 mm
Tankinhoud15,5 l15 l
Gewicht rijklaar234 kg233 kg
Zithoogte860 mm880 mm

           

Show your bike: “Kill ’Em All” Metal Bike

0

In het Brabantse Waalre woont Jeffrey Ebbers, 38 jaar oud, een trotse familieman en een echte motorliefhebber pur sang. Samen met zijn vrouw Oglaya en hun twee zoons, Jeffrey Jax (8) en Jeffrey Junior (10), geniet hij volop van het leven. Wanneer hij niet met zijn gezin op pad is of ergens in Nederland rondzwerft, is hij te vinden in de schuur; sleutelend aan zijn motor of werkend aan het volgende project.

Jeffrey is al van jongs af aan besmet met het motorvirus. Wat begon met het sleutelen aan brommers, groeide al snel uit tot een serieuze passie voor motoren. Inmiddels rijdt hij al bijna zeven jaar op zijn trots: een Harley-Davidson Dyna FXD Super Glide uit 1998, met een 1340 cc Evolution-blok. Desondanks heeft Jeffry een sterke voorkeur voor unieke machines. “Ik hou gewoon niet van originele motoren. Er zit geen ziel in”, stelt hij. Zijn voorkeur gaat dan ook uit naar old skool bobbers, choppers en van alles op twee wielen wat maar rauw en eigenzinnig is.

HEAVY METAL

Naast motoren is er nog een andere constante factor in Jeffreys leven: Heavy Metal. Al sinds zijn jeugd is hij groot fan van bands als Metallica, Megadeth en Slayer. Tot frustratie van zijn familie, die liever Nederlandstalige muziek draait, knallen bij Jeffrey steevast gillende gitaren uit de speakers. Die muzikale voorliefde bracht hem uiteindelijk op een bijzonder idee: het bouwen van een motor die zijn passie voor Metal weerspiegelt. “Ik liep al heel lang met het idee rond om een Metal-bike te maken. Uiteindelijk besloot ik een ‘Kill ’Em All’ bike te bouwen, naar de titel van het debuutalbum van Metallica, als eerbetoon aan de band.”

Show your bike: Michel’s projectje

OP MAAT

De bouw van deze motor was een intensief project, dat Jeffrey samen met Rick van Vaessen uit Veldhoven realiseerde. De Dyna werd volledig opnieuw opgebouwd, met meerdere custom onderdelen die speciaal op maat werden gemaakt. Het stuur is van het merk Holy Banana en alles wat daarop gemonteerd is, van hendels tot rempomp, komt van Kustom Tech, net als de jockey shift. De carburateur is een S&S Super E, voorzien van een S&S-spruitstuk, terwijl de knipperlichten van Kellerman (3-in-1) zorgen voor een strakke afwerking met moderne functionaliteit.
Verder monteerde Jeffrey een mechanische vervroeger voor de ontsteking en een nieuwe 5 Ohm-bobine, wat de motor een betrouwbare vonk en soepele loop geeft.

OLD SKOOL

Het zadel werd bekleed door Menno Lenting, maar verder deed Jeffrey veel van het werk zelf. Zo nam hij eigenhandig het spuitwerk en de patina-afwerking voor zijn rekening. Ook het elektrische gedeelte en de handgeschilderde teksten zijn door hem zelf uitgevoerd. “Wit is mijn lievelingskleur, Metallica is mijn favoriete band en old skool zit in mijn hart. Die drie dingen moesten samenkomen in deze bike”, verklaart hij. Het resultaat is een machine die niet alleen opvalt door zijn ruige uitstraling, maar ook door de ziel die erin schuilt. Een eerbetoon aan Metallica’s debuutalbum, maar vooral een weerspiegeling van Jeffreys eigen karakter: authentiek en eigenwijs.

GENOT

Rijden op de Kill ’Em All is volgens Jeffrey een pure beleving. De combinatie van de ruwe kracht van het Evo blok, het old skool rijgevoel en de jockey shift, wat wel even wennen was, maakt elke rit tot een avontuur. “Het rijden is een genot. Elke kilometer voelt als vrijheid in zijn puurste vorm”, zegt hij. Of hij nu over de snelweg rijdt, een motorbeurs bezoekt of met zijn gezin een dag op pad is, één ding is zeker: Jeffrey valt overal op met zijn ‘Kill ’Em All’-chopper!

Hoeveel scheelt het op jaarbasis om je motor het hele jaar te verzekeren in plaats van een winterstop?

0

In deze rubriek beantwoorden we vragen over motorverzekeringen. Deze keer het antwoord op de vraag:

Het is nu zo mooi weer dat het zonde is om je motor in de winter niet te gebruiken. Hoeveel scheelt het per jaar om je motor het hele jaar door te verzekeren in vergelijking met een winterstop?

Motor.NL-verzekeringsexpert Thymen Hakkoer: “De hoogte van de korting verschilt per verzekeraar, maar gemiddeld ligt de korting voor een winterstop tussen de 10 en 15 procent. Let op: een winterstop geldt alleen voor een WA + Volledig Casco-verzekering. Bij een WA of WA Beperkt Casco-verzekering is een winterstop niet mogelijk.

Heb je een winterstop op de polis en wil je toch van die ene mooie winterdag gebruikmaken van de motor, dan kan de winterstop op de polis worden gewijzigd. De korting die je ontvangt voor het toepassen van een winterstop wordt verspreid over het gehele verzekeringsjaar. Bij het wijzigen van de winterstop wordt dit gedaan vanaf de ingangsdatum van de geldende polisversie. Over de verstreken maanden betaal je de korting dus terug.”


Hoe goed ben jij verzekerd? Doe hier je polischeck

Voordelig een door jou zelf samengestelde motorverzekering afsluiten. Dat kan! Bij de Motor.NL Verzekering bepaal jij welke risico’s je wel of niet wilt verzekeren. En dit kun je helemaal zelf online regelen via www.motornl-verzekering.nl/premie-berekenen/. Wacht niet langer en bekijk wat Motor.NL Verzekering voor jou kan betekenen!


Voor meer informatie zijn wij van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 te bereiken via 0172-427298. Je kunt natuurlijk ook altijd een mailtje sturen naar info@motornl-verzekering.nl.

Eerste test QJMotor SRV 600 V: intrigerende mix

0
QJMotor SRV 600 V

Als je zowel fan bent van powercruisers als van een V4-configuratie, dan vond je tot voor kort enkel heil in de meest duivelse der catalogi uit Borgo Panigale. Maar vanuit het oosten kwam recent een tweede inzending aanwaaien – zonder een overdaad aan pk’s en newtonmeters, maar met een bescheiden prijskaartje. Maak kennis met de QJMotor SRV 600 V!

Eerlijk is eerlijk: wij hadden al een eerdere date met de SRV 600 V, toen hij iets meer dan een jaar geleden voor ’t eerst uit het krat kwam piepen bij de importeur. Die eerste kennismaking was wat ons betreft een voltreffer – maar helaas veel te kortstondig om er een voldragen test uit te peuren. Een goede eerste beurt maken is één ding, bevestigen is (vaak) een heel ander verhaal – dus gingen wij met plezier en met het nodige voorbehoud een tweede keer (en iets langer) op de koffie voor deze bijzondere V4 cruiser!

Test 2026 Kawasaki Z1100 SE: fikse uppercut

Appetijtelijk geheel

Qua looks heeft QJMotor het op z’n cruisertje – zoals bij nagenoeg elke telg uit z’n gamma – netjes voor elkaar. De SRV 600 V oogt als een volwassen, goed doordachte machine, die prima is afgewerkt. De glanzend zwartgelakte tank, de strakke bilpartij en de opvallende, horizontale ledstrook als koplamp vormen samen een uiterst appetijtelijk geheel, en de messingkleurige accenten op het blok maken het plaatje af. Dat QJ heel goed over de schutting heeft geloerd bij niet nader genoemde Amerikaanse merken mag duidelijk wezen: van de rem- en koppelingshendels, over de knoppenwinkel, tot de koplamp, ballonbanden en richtingaanwijzers toe… Die lijken wel ontwikkeld in Milwaukee. Maar het werkt wel. Beter goed afgekeken dan zelf slecht gemaakt, toch? Oké, het stickertje ‘4 pistons’ op de flanken is zowel overbodig als komisch – alsof iemand ’m zou verdenken van een ontbrekende zuiger – en de plastic afdekplaten over het stalen frame (om het op alu te doen lijken) hebben vooral het effect van een carbonmotiefje op plastic. Maar echt verkeerd is het allemaal niet.

Euro5+

Je kent het gevoel wel. Je gaat op tweede date, en iets springt meteen in het oog: heeft ze iets met d’r haar gedaan? Zat dat moedervlekje de eerste keer ook al op haar bovenlip? Een neuscorrectie, of nieuwe oorbellen misschien? Exact dat gevoel besluipt ons tijdens het obligate rondje vooraf. Tot het kwartje valt: de vier shotgun-uitlaatdempers – twee aan elke kant – zijn anno 2025 vervangen door een enkele, zwartgekleurde demper per zijde. Een tikkeltje jammer, dit. Al laat de importeur weten dat er geen andere keus was dan de uitlaatlijn te herzien, teneinde aan Euro5+ te voldoen. Aan prestaties wordt evenwel niet getornd, belooft de man ons op z’n communiezieltje.

Pareltje

En daar zijn we maar wat blij om. Want de V4 in het vooronder is (nog steeds) een pareltje van een blok. Een 561 cc V4 met een cilinderhoek van 90 graden, goed voor 68 pk bij 10.500 tpm en 54 Nm bij 8.000 tpm. Gretig, toerenhongerig en vooral veel speelser dan je welke andere cruiser ook zou willen. Onderin valt niet al te veel op te rapen – zeker niet wat koppelwaarden betreft – maar draai je het gashendel een tikkeltje verder open, dan kan het plezier beginnen. Van om en bij de 3.500 tot voorbij de 10.000 (!) omwentelingen sleurt het krachthonk door dat het een lieve lust is, en ook qua soundtrack zal je het zelden beter treffen in dit segment. Verwacht geen krachtpatser waar je elke verkeerslichtenspurt mee wint – daarvoor is ’ie onderin net iets te zachtaardig – maar eenmaal aan de kook zet je menig uitdager ongetwijfeld een flinke hak. Het blok reageert boterzacht op het kabelbediende gas en vertaalt elke impuls, met dank aan de riemaandrijving, heel soepel richting achterwiel. De koppeling bedien je makkelijk met twee vingers en schakelen gaat vlot – al is het niet altijd even duidelijk wanneer je geschakeld hebt. Een tikkeltje meer feedback uit de bak was wenselijk geweest.

Onderweg

De zitpositie is precies wat je van een cruiser verwacht: lekker ontspannen en mooi rechtop. Het brede stuur valt goed in de hand, het zadel is best dik gepolsterd en de voetsteunen staan op de juiste plek – geen spat te hoog of te laag. De vering wordt geleverd door Marzocchi – zowel voor- als achteraan – en is niet instelbaar. En hoewel die ophanging aanvankelijk nogal stijf aanvoelt, is het comfort een stuk beter dan je zou denken, en filtert ze de meeste oneffenheden uit het wegdek. De ballonbanden zelf vangen ook een deel van de klappen op, waardoor zowel trage ommetjes als het snellere pookwerk in alle comfort verlopen. Dat de SRV 600 V met z’n 219 rijklaarkilo’s geen vedergewicht is, merk je vooral als je iets snellere bochten aansnijdt. De combinatie van de lange wielbasis (1.580 mm) en de dikke CST-banden is even wennen. De grip is evenwel prima, zowel op droog als nat wegdek, en de remmen laten zich met veel gevoel bedienen. Het ABS komt niet te snel tussenbeide, het aangrijppunt is helder en doseren is kinderspel. Prima punten, hier!

Niet onbeslagen

Op een motor zonder ride-by-wire of IMU hadden we geen overdaad aan elektronica verwacht, maar de SRV 600 V komt toch niet onbeslagen op het ijs. Alles wat er wél op zit, doet z’n werk immers prima. Van het mooie, overzichtelijke TFT-dashboard (met o.a. versnellingsindicator én bandenspanningsmeters!) tot de perfect functionerende tractiecontrole, die op het bebladerde wegdek meermaals gepast tussenbeide komt. Voorts noteren we evenmin een exces aan knoppen: startknop/dodemansknop, tractiecontrole en bedieningsknoppen voor het dashboard rechts, en links alles wat met verlichting en claxon te maken heeft. Enig minpuntje: de schakelaar voor de richtingaanwijzers is niet de handigste in gebruik, waarbij een tweede por op de aangeduide richting nodig is om ’m te doven. Niks mis met een oersaai standaardsysteem, QJ.

Conclusie eerste test QJMotor SRV 600 V

Alles opgeteld is de QJMotor SRV 600 V een intrigerende mix van stijlen, en net daarom interessant voor zowel cruiseradepten als voor wie helemaal niks met die doorgaans logge, laagtoerige dingen heeft. Ik wik en weeg m’n woorden, maar de SRV 600 V is wat mij betreft een verademing in een steeds meer naar eenheidsworst geurend middensegment. Het V4-blok is technisch een stuk interessanter dan de zoveelste paralleltwin, klinkt indrukwekkend potent en is waanzinnig fijn om door de toeren te jagen. Daarenboven mag de SRV 600 V absoluut gezien worden, is hij degelijk afgewerkt én is hij goedkoper dan je in je stoutste dromen had vermoed. Voor 9.599 euro heb je een heuse V4 in je garage.

Foto’s: Pien Meppelink & Andrew Walkinshaw

Technische specificaties QJMotor SRV 600 V

Motor Specificaties

Categorie Details
TypeVloeistofgekoelde V4, DOHC
Cilinderinhoud348 cc
Boring x Slag62 x 48 mm
Kleppen/cilinder4
Compressieverhoudingn.b.
CarburatieEFI elektronische injectie
KoppelingNatte multiplaat
TransmissieZesbak
EindoverbrengingRiem

Prestaties

Maximaal vermogen68 pk (49.9 kW) @ 10.500 tpm
Maximaal koppel54 Nm @ 8.000 tpm

Elektronica

MotorTractiecontrole
RijwielgedeelteTweekanaals ABS, bandenspanningsmeters

Rijwielgedeelte

FrameStalen wiegframe
Vering VoorMarzocchi 41mm UPSD-vork
Stelmogelijkheden/
Vering AchterMarzocchi stereovering
StelmogelijkhedenVeervoorspanning
Veerweg v/an.b.
Rem VoorTwee 300mm remschijf met vierzuigerremklauwen
Rem AchterEen 260mm remschijf met enkelzuigerremklauw
Banden v/a130/90-16, 180/65-16 (CST)

Prijzen

Nederlandv.a. €9.599
Belgiëv.a. €8.499

Algemene Specificaties

Wielbasis1.580 mm
Balhoofdhoekn.b.
Naloopn.b.
Zithoogte720 mm
Gewicht219 kg (rijklaar)
Tankinhoud16,5 liter

GP-Suzuka: Thunderbike Harley-Davidson Softail Breakout 117

0

Het begon voor de custombouwers van Thunderbike in het Duitse Hamminkeln met het idee een nieuwe 117 Breakout een bescheiden facelift te geven. Het spreekt bijna vanzelf dat het daar vervolgens niet bij bleef en het uitgroeide tot een boeiend project dat leidde tot deze GP-Suzuka.

Voor deze ‘GP Suzuka’ deed Thunderbike weer een forse greep in haar eigen assortiment aan customparts. In dit geval werd uiteraard de GP Performance lijn aangesproken.

Knuckle-Pan Speed Chop: Bart en zijn unieke motorblok

AANGEZICHT

Een nieuwe koplamp kan een motor al een heel ander aangezicht geven en het ‘Windshield kit’ van Thunderbike doet dat in dit geval, in combinatie met de extra brede GP Performance kroonplaten en clip-ons, zeker. De zwarte, DLC coated, vorkpoten steken in twee GP onderpoten met venstertjes. Het 23 inch Grand Prix voorwiel is CNC gefreesd uit een massieve plaat aluminium. De bevestigingen voor de imposante 340 mm Streetmaster remschijven zijn geïntegreerd met het wiel. Voor de remcapaciteit zorgen verder twee radiaal gemonteerde Brembo vierzuiger klauwen. Het GRP-GP voorspatbord past er perfect bij. De GP clip-ons zijn uitgerust met non-slip Phantom handvatten met satin afwerking. Daaronder de Stripe knipperlichten en erboven de Motogadget spiegels. De look wordt gecompleteerd met doorboorde bicolor toppers en een (verlicht) Rebuffini keypad. Aan de linkerzijde bevindt zich de ombouw naar hydraulische bediening van de koppeling. De naar voren gemonteerde forward controls komen uit de Phantom lijn van Thunderbike en hebben eenzelfde satin afwerking.

SLAMTAIL

Het GP-style achterspatbord bevat ‘verborgen’ LEDs als achterlicht en zit vastgelast, net zoals de front spoiler. Het GP zadel, voor het achterspatbord, is special ontworpen op de extra brede 260 achterband. De GP aluminium tank benadrukt het sportieve karakter van de Harley. Aan de achterzijde steelt de enkelzijdige swingarm de show, maar zijn ook het 21 inch wiel, de GP-pulley en de perimeter remschijf stuk voor stuk onderdelen die de aandacht trekken. De sidemount houdt het geheel optisch intact en de Slamtail Suspension kit maakt het mogelijk met een druk op de knop de achterkant te laten zakken, net als een Airride. De verschillende covers op de bike zijn afkomstig uit de ‘Drilled’ serie, terwijl de ovale airbox cover weer uit de Grand Prix serie afkomstig is. Dat alles op een blok waarvan de carters een ‘wrinkle black’ finish hebben gekregen. De rest van het spuitwerk kwam voor rekening van Thunderbike’s ‘huisartiest’ Ingo Kruse. Puur voor de looks werd de GP-Suzuka (genoemd naar het fameuze circuit in Japan) door Thunderbike uitgerust met hun GP uitlaatsysteem, dat echter niet straat-legaal is. Maar de uitlaat is dan ook het enige onderdeel dat vervangen zou moeten worden om legaal met deze machine de straat op te mogen. Alle andere parts zijn straat-legaal en… Volop verkrijgbaar voor iedere customliefhebber die zijn motor een Thunderbike-touch wil geven.

Tekst en fotografie: Thunderbike

Gebruikte onderdelen en accessoires Harley-Davidson GP-Suzuka

Thunderbike parts
Grand Prix achterwiel 9.0×21
Grand Prix voorwiel 4.0×23
Streetmaster remschijf
Pulley Grand Prix
Richtingaanwijzer set ′GP 2.0′
Enkelzijdige Swingarm Kit 21′′ Alu
Kroonplaat Kit, Grand Prix 2.0 Performance
Voorspatbord GP Style
Hydraulische koppeling ombouw kit, zwart
Ovale airbox cover Grand Prix
Phantom E handvatten
Custom aluminium benzinetank GP-Style
Richtingaanwijzers Stripe LED
Forward control Kit Phantom
Voersteun set SP-S black
EFI cover zwart wrinkle
Toppers base
Koppelingsdeksel
Timer cover
Achteras covers
Overige leveranciers
Motogadget spiegels
Brembo Monoblock M4 radiale remklauwen
Metzeler Cruisetec achterband, 260/35VR21 83V
Metzeler ME888F voorband, 130/60B23 M/C TL 65H

Techniek: alles wat je wilt weten over motor-winterbanden

0
Motor in de sneeuw
Als je met echt winterweer op pad gaat, kan een winterband extra veiligheid brengen.

Bij auto’s is het heel gewoon om in de winter speciale winterbanden te monteren. Bij motorfietsen wordt dit zelden gedaan. Toch zijn er wel winterbanden te koop. Maar wanneer is een band een echte winterband?

Er zijn twee belangrijke componenten die zorgen dat een band een winterband is. Het eerste is de compound, de tweede het profiel. Dat eerste is zwarte magie, daar zie je aan de buitenkant niks van. Het profiel is wat duidelijker, al komt er nogal wat bij kijken. Je zou kunnen denken dat de codering M&S – modder en sneeuw – een duidelijke clou is, maar dat is niet zo. Een M&S-band kan totaal ongeschikt zijn voor winters gebruik. De M&S-codering geeft namelijk alleen aan dat een band een bepaalde, maximale ‘land/zee’-verhouding heeft, dus een bepaald minimum aan ‘groefoppervlak’ ten opzichte van een maximum aan blokoppervlak, dat wegcontact heeft. Vaak zijn dit soort banden ontwikkeld voor offroadgebruik, met lekkere grote groeven en blokken. De blokken kunnen zich gemakkelijk in de bodem drukken en afzetten, terwijl de groeven zo zijn gevormd dat het zand er ook gemakkelijk weer uit wordt geslingerd.

Asfalt uitgelegd: meerdere soorten met verschillende eigenschappen

Voor sneeuw werkt dat niet. Bij sneeuw is het juist belangrijk dat de groeven vollopen met sneeuw en het vasthouden. Rubber glijdt namelijk gemakkelijk over sneeuw, maar sneeuw tegen sneeuw geeft juist een heel hoge wrijving. Probeer maar eens twee sneeuwballen langs elkaar te wrijven. Dat gaat heel moeilijk, het heeft heel veel adhesie. Dus voor rijden in de sneeuw heb je liever veel groeven die sneeuw vasthouden, dan hele brede, die sneeuw loslaten.

Ook hebben M&S-banden, die voor on- en offroad worden gebruikt, vaak een harde rubbersamenstelling en massieve, stabiele rubberblokken. Dat moet omdat de band anders te veel slijt en beweegt. Een M&S-band die voor ‘allroad’-toepassingen is ontworpen, is daardoor zelfs uitermate ongeschikt om als winterband te dienen. Een band is pas een winterband als deze een rubbersamenstelling heeft die onder de 7° Celsius nog soepel is (minder dan 65 Shore(A)) en die grip biedt bij nat weer dankzij daarvoor ontwikkeld profiel en een rubbercompound met silica. Om onderscheid te maken tussen M&S-banden en echte winterbanden, zijn winterbanden voorzien van een symbool van een sneeuwvlok in een tekeningetje van drie bergtoppen: het Three Peak Mountain-logo.

Motor in de sneeuw.
Als je echt sneeuw tegenkomt, kom je met een straatband niet eens van de plek. Met een winterband wel.

John F. Sipe

Auto-winterbanden hebben niet alleen profielgroeven, maar er zitten ook sleufjes in de profielblokken, die de grip verbeteren. Het belang van die sleufjes in het rubber is al in 1923 ontdekt door John F. Sipe, die ze in zijn schoenzolen maakte om meer grip te hebben. De sleufjes zijn om die reden ook naar hem genoemd. Inmiddels is natuurlijk niet alleen bekend dat deze sipes werken, maar ook waarom. De sipes hebben diverse functies. In sneeuw zorgen ze voor meer grip, doordat ze de rubberblokken laten vervormen. Omdat de blokken in smalle, meer flexibele blokjes worden verdeeld, verbuigen die aparte blokjes zodra er kracht op komt. De blokjes gaan daardoor schuin staan, met de punt op de ondergrond. Tussen de blokjes ontstaan driehoekige holtes, zodat het blok in feite verandert in een sneeuwfrees, die sneeuw wegschraapt. Dat geeft tractie. De sneeuw die zich in de holtes ophoopt, geeft ook behoorlijk wat extra tractie door sneeuw-sneeuw-frictie. En dat komt bovenop de tractie die ontstaat door de wrijving tussen rubber en sneeuw zelf. De sipes hebben daarnaast nog een andere functie wanneer op ijs wordt geremd: door de wrijving, die bij slip tussen ijs en rubber optreedt, kan er ijs smelten en een waterlaagje veroorzaken dat het ijs nog gladder maakt. De sipes kunnen dit water in zekere mate afvoeren, waardoor het rubber erachter toch in contact met het ijs blijft.

Uiteraard is ook de diepte van de sipes van invloed op de grip, omdat de flexibiliteit van de blokken toeneemt als de sipes dieper zijn. Dat verklaart ook waarom winterbanden slechter gaan presteren als de profieldiepte afneemt. Bij een profieldiepte van 4 mm is een autoband zoveel van zijn grip verloren dat hij niet meer als winterband wordt gezien.

Recepten.

Profiel en sipes zijn heel belangrijk voor de grip op sneeuw. De vraag is echter wat je daar als Nederlander aan hebt, want heel vaak sneeuwt het hier niet en als het sneeuwt, zijn de wegen daarna vaak snel weer vrijgemaakt. Waar we wel last van hebben, zijn lage temperaturen. Daar komt de rubbersamenstelling of ‘compound’ om de hoek kijken. Het rubber moet bij lage temperaturen genoeg kunnen vervormen om zich om de microruwheid van het asfalt te plooien en zo een grote wrijvingsweerstand op te wekken. De bandenconstructeur moet daarvoor het juiste recept vinden. De basis van dat recept begint met het rubber zelf. De meeste banden bestaan uit een mengsel van synthetisch en natuurlijk rubber. De mengverhouding ervan bepaalt hoe stug of soepel het rubber is. Het rubber wordt aangevuld met een hele range aan ingrediënten, zoals carbon-black, acceleratoren, silica, activatoren, butadieenrubber, raapolie, MES-olie, harsen, wassen, zwavel, zinkoxide, anti-verouderingstoevoegingen en stearinezuur. Deze zijn ook weer uit verschillende componenten opgebouwd, zodat de samenstelling in feite uit 1.500 verschillende materialen bestaat die de eigenschappen van een compound bepalen.

Spaghetti.

Grof gezien zijn er daarbij vier belangrijke hoofdgroepen. De eerste daarvan zijn de rubberpolymeren. Wanneer styreen-butadieenrubber aan natuurrubber wordt toegevoegd, stijgt de temperatuur waarbij rubber soepel wordt. Het moet dus warmer zijn voordat het rubber ‘werkt’. De verhouding tussen styreen en de hoeveelheid vinylgroepen in dit rubber – dus het soort styreen-butadieenrubber – maakt ook nog uit. Maar voor winterbanden kun je beter butadieenrubber gebruiken. Dat verlaagt het omslagtraject van soepel naar stug, zodat het rubber bij kou beter soepel blijft. Waarbij het ook nog belangrijk is hoe de rubbersoorten aan elkaar zijn gehecht, want ook dat verandert de structuur.

De tweede basiscomponent van een bandencompound is het vulmiddel. Dat kan Carbon Black of Silica zijn. Als je de polymeren als een pan spaghetti ziet, zijn de vulmiddelen de gehaktballen: meer vulmiddel verhoogt de stijfheid en de stabiliteit van de compound bij zijn werktemperatuur, minder vulmiddel verhoogt de flexibiliteit. Carbon Black geeft daarbij een meer mechanische binding van de polymeren (aantrekkingskracht), terwijl silica meer een chemische hechting van de polymeren geeft, wat voor een lagere rolweerstand en betere natweergrip zorgt.

Om het rubber soepel te houden, worden weekmakers als derde groep gebruikt. Het is de tomatenpuree in de spaghetti: het zorgt ervoor dat de slierten goed langs elkaar kunnen glijden en dat het materiaal compressiekrachten kan opvangen, doordat de weekmakers kunnen wegglijden. Als weekmakers worden raapolie en harsen gebruikt. Meer olie zorgt dat het rubber bij een lagere temperatuur al flexibel wordt, terwijl het ook de stijfheid bij werktemperatuur verlaagt. Hars heeft een ander effect, dat verlaagt wel de stijfheid bij werktemperatuur, maar verhoogt de ondergrens van de werktemperatuur.

De vierde exponent die de kwaliteit beïnvloedt is de vulkaniseeragent. Dit zijn stoffen die zorgen dat de rubberslierten aan elkaar verankerd worden, waardoor stabieler, steviger rubber ontstaat. Zwavel is van oudsher een bekend vulkaniseermiddel. Tegenwoordig wordt ook zinkoxide gebruikt. Meer vulkaniseermiddel geeft een stijvere rubbercompound, minder een soepelere.

Techniek bandenreparatie: Lekke band – plakken of niet?

Proeven

De bandenconstructeur heeft dus nogal wat knoppen om aan te draaien en een compound te maken die voor een bepaald doel goed werkt. Een echte ‘multigrade’-compound, die van -40° C tot +40° C soepel blijft, goede grip en hechting biedt en de slijtage binnen de perken houdt, is echter nog niet uitgevonden. Elke rubbercompound heeft een temperatuurvenster waarin het goed presteert. Voor een zomercompound ligt de ondergrens op zeven graden. Daaronder wordt het rubber hard en stug. Het vervormt niet meer en gaat als het ware over de toppen van de asfaltruwheid lopen, waardoor het veel minder contact heeft met het asfalt en veel minder grip biedt. Bij -40° C is het rubber van een zomerband zelfs zo hard dat je het met een hamer kunt versplinteren! Wie bij temperaturen onder de 7 graden veilig wil rijden, zal dus op een band moeten overgaan waarvan de compound is berekend op lagere temperaturen. Een wintercompound heeft een samenstelling die bij lage temperaturen wel soepel blijft. Dat heeft echter weer als nadeel dat de compound boven de 7° Celsius te zacht wordt, waardoor de band instabiel wordt en erg snel slijt.

Keuzes

Voor motorfietsen zijn er op dit moment eigenlijk maar twee merken die winterbanden maken: het Duitse Heidenau en het Turkse Anlas. Heidenau maakt de K60 Snowtex, een winteruitvoering van de K60 allroad M&S-band. Ik heb ze ooit getest, toen ze net uitkwamen. Met de gewone K60 kon ik op koud en nat wegdek 4,4 m/s² remmen, met de K60 Snowtex 7,5 m/s². Die extra grip komt puur van de compound, want beide banden hebben hetzelfde profiel, dus ook zonder sipes. Opvallend was dat we puur uit interesse ook nog een test met de standaard Bridgestone Trailwing hebben gedaan en dat die qua remweg aardig in de buurt kwam van de K60 Snowtex. De verklaring daarvoor is simpel: de TrailWing TW47/TW48 was een op weggebruik gerichte band, de K60 een dual purpose. De TrailWing had dus een andere land/zee-verhouding met veel meer rubber aan de straat. Een groter contactvlak zorgt eveneens voor meer grip op asfalt. In de sneeuw kwam je met de TrailWing echter niet eens van de plek, terwijl je met de K60 Snowtex nog redelijk kon rijden. Rijd je dus alleen op asfalt, dan ben je met een TrailWing net zo goed af. Kom je offroad en/of sneeuw tegen, dan is de K60 Snowtex de veiligste keuze. Dat wil zeggen, als we Anlas buiten beschouwing laten. Ik heb er nooit op gereden, maar als ik naar de Anlas Wintergrip en Wintergrip Plus kijk, zie ik een speciaal winterprofiel met sipes en veel rubber aan de straat, gecombineerd met een sneeuwvlokje en een Three Peak Mountain-logo. Dat zou voor motorfietsen wel eens de beste en veiligste keuze voor de winter kunnen zijn. Voor scooters is er meer keuze, zoals de Metzeler Feelfree Wintec, de Michelin City Grip Winter, Pirelli Angel Scooter Winter en de Continental ContiWinterContact.

Foto’s: Peter Aansorgh, Tjitske Aansorgh en Continental

Nieuwe kleuren voor de 2026 Kawasaki Ninja 1100SX (SE)

0

Kawasaki pakt in 2026 stevig uit met nieuwe kleuren voor de Ninja 1100SX. Na het succes van de lancering vorig seizoen krijgt deze Sport Tourer een frisse uitstraling, zonder iets in te leveren op zijn karakter: brute prestaties gecombineerd met comfortabel toerplezier en praktische bagagemogelijkheden. Dit is de perfecte machine voor sportieve rijders die wat meer gemak willen, én voor toerrijders die snakken naar extra pit en stijl.

Kawasaki presenteert vernieuwde Ninja ZX-10R voor 2026

De 1099 cc viercilinder levert een stortvloed aan kracht, vooral bij lage en middentoeren, en laat zich loepzuiver doseren. De Quick Shifter maakt schakelen razendsnel zonder koppeling, terwijl Cruise Control de lange ritten soepel houdt. De reeks elektronische hulpsystemen met IMU-sturing – van Tractiecontrole tot Bochten-ABS – bewaakt stabiliteit en grip, wat de Ninja 1100SX tot een betrouwbare metgezel maakt in alle omstandigheden.

2026 Kawasaki Ninja 1100SX.

De zitpositie verraadt het karakter van een kilometervreter: hoge clip-ons, comfortabele zadels en genoeg ruimte om de rit vol te houden. Het TFT-display met smartphone-connectie laat alles overzichtelijk zien, en via de Rideology-app regel je instellingen, logs of voertuigdata met gemak.

Qua looks is het pure Ninja-DNA: vlijmscherpe lijnen, geïntegreerde verlichting en een verstelbaar windscherm voor perfecte bescherming. Wie meer wil meenemen, kan kiezen voor optionele Mono-Key koffers met samen ruim 56 liter bagageruimte – strak geïntegreerd in het design.

De SE-versie doet er nog een schep bovenop met Öhlins-vering, Brembo-remmen, stalen remleidingen en verwarmde handvatten.

De 2026 Kawasaki Ninja 1100SX verschijnt in:

  • Metallic Brilliant Golden Black / Metallic Carbon Gray.

De Kawasaki 1100SX SE komt in:

  • Metallic Deep Blue / Metallic Diablo Black
  • Emerald Blazed Green / Metallic Diablo Black

Meer details? Check de Kawasaki-website.

Yamaha Motor markeert 70 jaar met interactieve jubileumactie

0

Yamaha Motor markeert haar 70-jarig jubileum met een bijzondere campagne waarin geschiedenis, innovatie en beleving naadloos samenkomen. Bij alle motorfiets- en marinedealers in de Benelux worden klanten ondergedompeld in een interactieve ervaring die de rijke Yamaha‑traditie tastbaar maakt – een perfecte mix van nostalgie en moderne technologie.

Een ode aan tijdloze prestaties

Wat in 1955 begon met de YA‑1, een stijlvolle 125cc motorfiets die al snel de wereld veroverde, groeide uit tot een merk met wereldwijde impact. Kort daarna zette de P‑7 buitenboordmotor de toon voor grensverleggende maritieme techniek. Deze legendarische modellen vormen het kloppend hart van de jubileumcampagne en symboliseren de voortdurende drang van Yamaha om te vernieuwen en te inspireren.

70 Jaar Yamaha: Iconische kleuren voor de Supersports

Erfgoed in augmented reality

Met Augmented Reality laat Yamaha haar geschiedenis letterlijk tot leven komen. Iedereen kan de YA‑1 en P‑7 in 3D ontdekken via smartphone of tablet, simpelweg door een QR‑code te scannen in de showroom of de website te bezoeken. Zo beleef je het rijke erfgoed van Yamaha alsof het zich in jouw eigen omgeving afspeelt – een innovatieve manier om de passie achter elk ontwerp te voelen.

Beleef het en win

Fans worden aangemoedigd hun creativiteit te tonen: maak een originele foto of video met het virtuele model en upload die via de Yamaha‑site. Iedere maand krijgt de meest inspirerende inzending een prijs van €70. Daarnaast ontvangen deelnemers een bevestiging waarmee ze gratis een exclusieve jubileumposter kunnen ophalen bij hun dealer, zolang de voorraad strekt.

Samen vooruitkijken

Tot en met 30 juni 2026 viert Yamaha Motor niet alleen haar verleden, maar vooral haar toekomst. Het merk nodigt iedereen uit om deel te worden van dezelfde passie voor avontuur, innovatie en vrijheid die Yamaha al 70 jaar drijft. Voor meer informatie en deelname: www.yamaha-motor.eu/70th-anniversary.

Toertocht Nederland: IJstijd aan de IJssel

0
Toertocht Nederland: IJstijd aan de IJssel

De laatste IJstijd schuurde duizenden jaren geleden over het oosten van ons land. Ook de Koude Oorlog liet aan de IJssel sporen na. Toen het IJzeren Gordijn rond 1990 werd opengeschoven leek de Russische beer nog niet zo’n kwaaie peer te zijn. Toen de dooi intrad kwam het ultrageheime project van de IJssellinie aan het licht. Spannende ingrediënten voor een motortocht langs een unieke Nederlandse rivier.

De geboorte van de IJssel vindt plaats in besloten kring. Het punt waar de IJssel zich afsplitst van de Neder-Rijn is verboden toegang voor onbevoegden, zoals motorrijders op zoek naar een geografisch punt. Nah, dan maar voort richting noorden. De meeste, voormalige Hanzesteden liggen aan de rechteroever van de IJssel. Die zijn uitgegroeid tot volwassen steden met verkeersinfarct. Het is dus logisch om de motorroute zo veel mogelijk over de verkeersluwe linkeroever te laten lopen. Maar pontjes maken doelgerichte oversteken mogelijk, zo komt via Olbergen en Brummen het fraaie landschap en het beschermde stadsgezicht van Bronkhorst, kleinste stad van Nederland, toch aan bod.

Toertocht Van Gogh Nationaal Park, Brabant: toeren in de geest van Vincent

De Hollandse vetpotten

Daar kwamen ze. De Sovjettanks. In eindeloze golven vanaf de Russische toendra’s door het IJzeren Gordijn en Duitsland. In een dag of vijf zouden ze hier zijn, aangelokt door de Hollandse vetpotten en roomblanke toppen der duinen. Maar voor het zover was vond het Rood Gevaar de IJssellinie op zijn weg. Een ultrageheim project uit de Koude Oorlog, waar we pas na de Val van de Muur van te horen kregen.

Bij Welsum brengt de pont je naar Olst, waar op de kade al het monument Baken van Overijssel de golven en slingers van de rivier staat te verbeelden. Olst heeft Kasteel de Haere, museum Oud Keukengerei, Salon Natte Neuzen, troubadour Rob Krot, muziekproducent Sugerbeat Music. En Olst heeft de IJssellinie.

In de jaren vijftig grepen Nederlandse strategen terug op een beproefd recept: de waterlinie. Rondom Olst liggen nog diverse overblijfselen daarvan, die zijn vanaf de weg te zien en op bepaalde tijden te bezoeken. Als Joost Sijtsma niet schrijft voor de regionale kranten of op z’n BMW langs de IJssel slingert, is hij als vrijwilliger gids in en rond de bouwwerken van de IJssellinie. Hij leidt rond door hospitaal- en commandobunker en een aantal kleinere beschermende bunkers. Dankzij stuwen hier in de IJssel en stroomafwaarts in de Waal bij Bemmel en de Rijn bij Arnhem zou een gebied onder water worden gezet om de Ivans tegen te houden, zo’n honderddertig kilometer lang en tien kilometer breed. Zeker 400.000 mensen en 80.000 dieren zouden moeten worden geëvacueerd, waarbij was ingecalculeerd dat niet iedereen op tijd voor het water zou kunnen vluchten. Liever dood dan rood. De bevolking wist van niks, maar de Russische geheime dienst wist er alles van. Op staatsbezoek in 2000 bracht de Russische delegatie een stafkaart mee naar Nederland waarop de hele IJssellinie tot in detail was ingetekend. Nou maar hopen dat ze die niet komen terughalen, nu er in de betrekkingen een nieuwe ijstijd is ingetreden.

Zoals de IJssel ontstaat uit de Nederrijn wordt zij onderweg gevoed door waterwegen als het Twentekanaal en de parallel daaraan slingerende rivier de Berkel. Het kon goed zijn dat de Sovjet-tanks langs dit kanaal westwaarts zouden donderen. Het is moeilijk voor te stellen dat op de kerktoren van Alsem de rode vlag met hamer en sikkel zou worden gehesen, zoals in 1945 op de ruïnes van de Duitse Rijksdag in Berlijn. En dat in herberg De Hoofdige Boer rauwe Russische kreten zouden klinken, kracht bijgezet door revolverschoten in het plafond. ‘Vodka, vodka! Bistro! Bistro!’

Eigenzinnige rivier

De Hoofdige Boer is nu een prima pitstop voor overnachting en eten halverwege de IJsselroute en de gelegenheid om naar wens de rechteroever te ontdekken, waaraan de meeste, voormalige Hanzesteden zijn gelegen met hun zichtbaar rijke historie. De herberg ligt naast de kerk van Almen, zonder rode vlag, waaraan de dichter Staring in zijn gedicht De Hoofdige Boer de regels dichtte:

‘’Elk weet

waar ’t Almensche Kerkje staat

en kent de laan

die derwaart gaat.’

En tegenover kerk en kroeg toont het moderne museum STAAL (‘Staring in Almen’) aspecten van de plaatselijke Achterhoekse geschiedenis en van de levensloop van de dichter, rijke landheer en filantroop Staring.

Als een van de eerste schrijvers gebruikte Staring rond 1800 zijn gedichten om satirische kritiek te leveren, zoals later ook Piet Paaltjens en Nescio dat deden. Zo verzon hij het personage Jaromir, een schurkachtige monnik die allerlei streken uithaalde. Hij deed zich voor als de duivel, zodat herbergiers hem gratis lieten eten, drinken en overnachten. Die truc werkt helaas niet meer in de huidige herberg. Maar in Almen kun je nog steeds tot rust komen. Jan Terlouw dichtte over zijn geliefde IJssel:

Uren kan ik kijken, in gedachten vaar ik mee.

Eeuwig draagt de IJssel levend water naar de zee.

Altijd in beweging, van de bergen tot de kust.

In een hectisch leven brengt de IJssel zoveel rust.

De IJssel is een eigenzinnige rivier, zij stroomt als enige van de grote rivieren in ons land van zuid naar noord. En sneller dan die broers en zusters en toch verleidt ze tot onthaasting.

Rijdend langs het rechte Twentekanaal verlang je snel weer naar de kronkelige dijkwegen van de IJsseloevers. Terug met het Olsterveer naar de veilige westoever maar weer. De bochtige dijkweg geeft uitzicht op een landschap dat wereldberoemd is gemaakt door IJsselschilders, met prachtige wolken die in de rivier spiegelen en daar door de vaart van het water vervormen.

De laatste IJstijd schuurde al een tijdje geleden over ons land. Het is moeilijk om je hier in plaats van koetjes en kalfjes een kudde wolharige mammoets of een roedel sabeltandtijgers voor te stellen. Laat staan een horde Russen die met een hamer en sikkel over ons land zwaaien. Maar toch. Bij Veessen scheert de dijk boven de Kozakkenhaven met het standbeeld van de Basjkierse strijder, een krijger op zijn steigerende paard. Begin negentiende eeuw werd de angstdroom van woeste hordes uit het oosten werkelijkheid. In 1813 moest Napoleon zijn Waterloo nog krijgen en staken Russische Kozakken hier de IJssel over om de Fransen uit Nederland te verjagen. Rauw volk was het, dat buiten boten ook eten en sterke drank vorderde en waar je je dochters maar beter uit de buurt kon houden.

Een achterdeurtje

De landschappen, wolkenluchten en lichtval van de IJssel zijn beroemd. Als je langs de rivier slingert, voel je jezelf zo nu en dan als een kloddertje verf op een doek van een IJsselschilder. In het Hanzestadje Hattem zijn er maar liefst twee musea die de kunstwerken van Anton Pieck en van Jan Voermann Senior en Junior huldigen.

Niet met militair vertoon of digitale sabotage. Maar toch is het de Russen gelukt om in Kampen voet aan wal te krijgen. In Nederlands enige Ikonenmuseum hangen eeuwenoude schilderingen die de Slavisch-orthodoxe geloofsbelijdenis verheerlijken. Zo is er altijd wel een achterdeurtje te vinden.

Toertocht Verdon, Frankrijk: dansen boven de afgrond

De uitgang van de IJssel is ook snel gevonden. Bij het einde van haar levensloop, waar de IJssel via Keteldiep en Kattendiep in het IJsselmeer stroomt, mogen wel pottenkijkers aanwezig zijn. Dan rechtsomkeert over de Melmerweg voor het puntje op de i van de IJssel, de kers op de ijstaart. Vlakbij de Kamperbrug ligt de Koggewerf waar je je in een vorige eeuw waant tussen de houten havenloodsen die roeivereniging, museum en een kantine bevatten. Aan de kade ligt de trots van Kampen, van de hele IJssel eigenlijk, de replica van een Koggeschip uit 1340. Voor de bouw werden materialen en technieken toegepast uit de Middeleeuwen.

Download hier de route Toertocht Nederland: IJstijd aan de IJssel

Lengte toer: 286 km, Reisdagen: 2

Foto’s: Michiel van Dam

Boetes stijgen opnieuw: dit betaal je in 2026 voor een verkeersovertreding

0
verkeersboete

Al meerdere jaren zetten we de bedragen van verkeersboetes voor jullie op een rij. Steevast beginnen we met dezelfde boodschap: de boetes gaan weer omhoog. Ook in 2026 zullen de meeste boetes hoger zijn dan in 2025. Dit heeft uiteraard ook gevolgen voor motorrijders. We hebben de meest opvallende bedragen voor je op een rij gezet.

Boete? Deze bedragen kun je aftikken in het buitenland

Dit zijn de tarieven van de verkeersboetes in 2026*

Ongewenst verkeersgedrag en veiligheid

  • Rijden met je telefoon in de hand: € 440
  • Bumperkleven: vanaf € 380 (bij snelheden tot 80 km/u). Bij snelheden boven 80 km/u: beslist het OM
  • Onnodig links rijden op een autoweg of autosnelweg: € 280
  • Verkeerd inhalen (bv. rechts inhalen): € 320
  • Geen voorrang verlenen aan rechts: € 320
  • Onnodig geluid veroorzaken (zoals toeteren): € 320
  • Negeren rood kruis: Hoogte boete wordt vastgesteld door officier van justitie.
  • Afslaan zonder richting aan te geven: € 130
  • Negeren inhaalverbod (verkeersbord): € 320
  • Rijden over een trottoir: € 190
  • Door rood licht rijden: € 320
  • Stilstaan op de vluchtstrook of vluchthaven zonder noodzaak: € 320
  • Stil staan op een trottoir: € 130
  • Een kruispunt blokkeren: € 320
  • Een militaire colonne of uitvaartstoet doorsnijden: € 130

Verlichting

  • Niet-werkende remverlichting: € 190

Parkeren

  • Fout parkeren: € 130
  • Fout parkeren op een algemene gehandicaptenparkeerplaats: € 400
  • Fout parkeren op gehandicaptenparkeerplaats die gereserveerd is voor een specifiek voertuig: € 500

Overig

  • Onleesbare kentekenplaat: € 190
  • Overtreding milieuzone: € 130
  • Te hard rijden: boetes variëren van € 34 voor 5 km/u te hard tot € 520 bij 34 km/u.
    Voor de meeste gevallen boven de 30 km/u geldt er een OM-beschikking.

*Bron: ANWB.nl