donderdag 19 juni 2025
Home Blog Pagina 95

Louis: wintercomfort voor onder 55 euro

0

Rijden in de winter is goed te doen met de juiste kleding, maar vaak zijn het vooral de vingertoppen en tenen die snel koud worden. Bij regen wordt het nog lastiger om handen en voeten warm te houden. Slim kopen kan helpen: de Fastway H-2401 winterhandschoenen en waterdichte laarsovertrekken zijn samen verkrijgbaar bij Louis voor minder dan 55 euro.

Trillend zadel verhoogt veiligheid motorrijder

Handvatverwarming is fijn, maar bij extreme kou blijven je vingers vaak koud. Aangezien je vingers essentieel zijn voor een veilige bediening van de motor, vooral op gladde wegen, is het belangrijk om ze warm te houden. De Fastway H-2401 winterhandschoenen bieden een goede balans tussen kwaliteit en prijs. Ze zijn gemaakt van geitenleer en textiel, ademend, wind- en waterdicht, en geschikt voor smartphonegebruik. De handschoenen zijn niet te dik, zodat je vingers vrij kunnen bewegen. Daarnaast hebben ze knokkelbescherming, versterking in de handpalm en reflecterend materiaal voor zichtbaarheid in het donker. De prijs? Slechts 29,99 euro.

Nooit meer koude of natte voeten

Warme handen? Check! Nu de voeten nog. Water en kou dringen overal door, behalve door de Fastway waterdichte laarsovertrekken. Deze universele beschermers trek je eenvoudig over je motorlaarzen om je voeten droog en warm te houden. Een reflecterend Fastway-logo zorgt voor zichtbaarheid. Deze laarsovertrekken zijn essentieel voor de doorrijder, voor slechts 24,99 euro.

Meer info

Fastway H-2401 Winterhandschoenen

  • Prijs: 29,99 euro
  • Maten: XS tot XXXL
  • Kleur: zwart

Fastway Waterdichte Laarsovertrekken

  • Prijs: 24,99 euro
  • Maten: S tot XXL
  • Kleur: zwart

De eerste Nederlandsche TT – TTerugblik #1

0
Start van de eerste TT met Arie Wuring (1), de winnaar van de 250cc race op een BSA met een gemiddelde snelheid van 67,3 km/uur.

De Drentse hoofdstad Assen telde een eeuw geleden zo’n 17.000 inwoners. In een provincie die vooral armoede kende, waren de Assenaren over het algemeen welgesteld. Mensen die zich een motor konden veroorloven, al zullen dat er vast niet veel zijn geweest. Een aantal van deze motorrijders richtte in 1922 de nog steeds bestaande Motorclub Assen en Omstreken op. Het Nederland van honderd jaar geleden kende nog geen wegraces. Die waren er wel in het buitenland, met als bekendste de TT op het eiland Man, die voor het eerst in 1907 werd verreden. Dat er in 1925 in ons land nog geen wegraces waren, is begrijpelijk, want de Nederlandse wet verbood snelheidswedstrijden op de openbare weg. Pas vanaf 1924, na de invoering van de Motor- en Rijwielwet, kwam er de mogelijkheid om bij de overheid een ontheffing van het verbod aan te vragen. Daar speelden de bestuursleden van de jonge Asser motorclub snel op in, want nadat de K.N.M.V. (de afkorting stond toen overigens voor Koninklijke Nederlandse Motorwielrijders Vereeniging) had gevraagd met initiatieven te komen, kwam na de aanleg van de weg tussen Rolde en Borger een mogelijk circuit in het vizier. Tussen de plaatsen Rolde, Borger en Schoonloo kon een driehoek worden uitgezet met een lengte van ruim 28 km.

Vrienden van het TT Circuit: verenigd door passie, vooruitgang en verbondenheid

Korte banen zoals nu kenden ze destijds niet. Net als nu moest ook toen de baan vooraf worden gekeurd. Maarten Flinterman en Willem Breeman gingen vanuit het westen van het land naar Rolde. Op een smal stukje zandweg (!) raakten ze elkaar en doken een slootje in. Dat was geen beletsel de baan goed te keuren, met wel de restrictie dat op dat stukje niet mocht worden ingehaald. De eerste wedstrijd werd op zaterdag 11 juli 1925 gehouden, aangekondigd als ‘Eerste Nederlandsche Motorsnelheidswegwedstrijd’. Waarom op zaterdag? Om de zondagspreek van de dominee in Rolde niet te verstoren door bulderende motoren! Het werd een traditie die negentig jaar heeft standgehouden. Twee dagen eerder werd er voor het eerst getraind. Daarvoor werd de baan niet afgesloten en moesten de coureurs tussen de – ongetwijfeld zeer spaarzame – overige weggebruikers rijden. Een makkie werd die eerste TT niet, want de 250cc (met twee deelnemers) moest acht ronden rijden, de 350cc (dertien deelnemers) en de 500cc (elf deelnemers) twee meer. Lijkt misschien niet zoveel, maar met een baanlengte van iets meer dan 28 km betekende dit respectievelijk 223 en 285 km! Bij de kwartliters finishte één coureur, bij de 350cc drie en bij de 500cc vier. Gelet op de aard van het circuit was de snelste ronde van 104 km/u van Bertus van Hamersveld met zijn 500cc-Harley-Davidson een geweldige prestatie. En dat was het begin van een evenement dat honderd jaar later nog steeds springlevend is en jaarlijks meer dan honderdduizend toeschouwers trekt. Het is daarom voor mij onbegrijpelijk dat er ondanks allerlei goede plannen in Assen nog steeds geen TT-museum is gerealiseerd.

Jan Boer op de TT

Jan Boer zag zijn eerste TT in 1964. Sindsdien miste hij slechts één keer. In dit jubileumjaar van de Dutch TT blikt hij op Motor.NL in meerdere delen terug op de geschiedenis van Nederlands bekendste sportevenement.
Start van de eerste TT met Arie Wuring (1), de winnaar van de 250cc race op een BSA met een gemiddelde snelheid van 67,3 km/uur.

Foto: NMBA

Marktleider Kawasaki met onder andere nieuwe Z900 en Versys 1100 naar MOTORbeurs Utrecht

0

Met 3.147 registraties is Kawasaki het bestverkochte motormerk in Nederland in 2024 en hiermee dus de nieuwe marktleider. Een belangrijk aandeel in dit grote succes was de Z900. Die eindigde zelfs in de top-3 van beste verkochte motoren in 2024. Op MOTORbeurs Utrecht is op standnummer 07.A008 de opvolger van deze verkooptopper te zien, de gloednieuwe 2025-versie van de Z900. Kawasaki’s grote succesnummer krijgt in 2025 een vernieuwde styling en een verbeterd pakket aan elektronische rijhulpsystemen door de toevoeging van een IMU, up/down quickshifter, elektronische cruisecontrol en een nieuw TFT-display met turn-by-turn navigatie. De beroemde 948 cc vier-in-lijn is grotendeels ongewijzigd, maar krijgt nieuwe nokkenassen voor meer koppel bij lage en middelhoge toeren. Nieuwe elektronische gaskleppen zorgen voor een preciezere gasrespons en maken de toevoeging van de up/down quickshifter en cruisecontrol mogelijk.

De nieuwe Kawasaki Z900.

Kawasaki Versys 1100

Ander groot nieuws voor 2025 is de Kawasaki Versys 1100 en ook deze motor komt naar Utrecht. In drie verschillende versies zelfs: de standaard variant, de S-versie en de SE. Het belangrijkste nieuws is dat de cilinderinhoud van 1.043 cc naar 1.099cc stijgt door de boring en slag met 3mm te vergroten ( 59 mm). Ook de inlaatkanalen werden verlengd waardoor het koppel steeg tussen de 4.000 en 7.000 toeren, de zone van de waarheid. De gaskleppen zijn ook groter geworden en toch lichter, voor een betere respons opnieuw in het middengebied. Daarnaast is ook de Kawasaki Quick Shifter verfijnd, kreeg de elektronische cruisecontrol een update en werden de overbrengingsverhoudingen aangepast aan de nieuwe koppel- en vermogenscurve. Ook het remsysteem kreeg een update terwijl de standaard elektronische rijhulpsystemen bleven behouden. Het SE-model krijgt opnieuw de elektronisch instelbare Skyhook Showa-vering.

Kawasaki Versys 1100.
Aanwezige Kawasaki-modellen MOTORbeurs Utrecht 2025
Eliminator 500
Vulcan S
Z650RS
Z900RS SE
Z900 / SE
Z650
Z H2 SE
Z500 SE
Ninja 500 SE
Ninja 650
Ninja 1100SX / SE
Versys 1100 / S / SE
Versys 650
W800
Meguro S1
Ninja 7 Hybrid
Z e-1
Ninja H2R
Ninja ZX-4RR
Ninja ZX-6R
Ninja ZX-10R

Kawasaki Benelux is ook de importeur van Bimota

Op de Kawasaki-stand (07.A008) zijn de volgende Bimota-modellen te zien: Tera – Tesi – H2 – KB4

Jonge rebellen in de chopperscene: Rein en zijn Honda ‘Brochachi’ VT600

0

De chopperscene vergrijst? Niet als het aan Rein (23) ligt! Samen met zijn maatjes Tristan en Rory heeft hij een vriendengroep genaamd ‘Brochachi Choppers’. Rein rijdt chopper sinds ‘day one’ en hij koos voor een Honda VT600 als donor voor een zelfbouw project.

Je zou haast vergeten waar choppers ooit écht voor bedoeld waren. Geen flitsende trends, geen modegrillen en al helemaal geen catalogi vol kant-en-klare onderdelen om indruk te maken op toevallige voorbijgangers. Nee, de chopper begon als een rebelse expressie van vrijheid, gebouwd door bikers die hun eigen motor wilde aanpassen om harder en verder te kunnen rijden. Deze choppers waren ruig en weerspiegelden de unieke stijl van hun rijders. De avonturen die men onderweg beleefde resulteerden in de nodige battlescars; krassen in de lak en reparatiesporen. Dat de spirit van die oorspronkelijke biker niet uitgestorven is bewijst de 23-jarige Rein, die onderdeel uit maakt van een groepje ‘young guns’ dat onder de naam Brochachi Choppers zelf hun fietsen bouwt.

Rusty Piston: eencilinder Frisco Chop door Razvan en Alain

GEWOON BASIC

Over hoe die naam is ontstaan, vertelt hij: “We zeggen altijd ‘Hé bro!’ en dat is verbasterd naar Brochachi Choppers. Ja, wij zijn de toekomst en de oude garde waardeert het dat jonge gasten nog choppers bouwen volgens de traditie. We hebben veel vrienden in de chopperscene en houden van samen rijden en reizen. Elke dinsdag en vrijdag zitten we in de garage te sleutelen, bier te drinken en te barbecueën. We tatoeëren elkaar als we stomdronken zijn en eten gezellig samen met onze vrouwen er bij.” Het begon met Tristan en Rory die in een loods bij huis choppers bouwden. Rein is al sinds z’n twaalfde hartsvrienden met hen en het was niet moeilijk om hem over te halen om óók het motorrijbewijs te halen! Dat lukte twee jaar geleden… “Om lid te worden van het groepje moest ik uiteraard ook een chopper bouwen. Ik ging voor een Honda VT600. Niet alleen om budgettaire redenen, maar ook omdat je bijna nooit verchopte exemplaren ziet. Mensen nemen de moeite niet omdat er geen Harley op staat. Maar als je deze Honda goed aan pakt kan het fakking vet worden! Ik wilde gaan voor de traditionele chopperstijl. Gewoon basic, dat vind ik vet. Een chopper die doet waarvoor hij gemaakt is.”

FRISCO STIJL

De jongens in de club zijn allemaal handig. Ook Rein is gezegend met twee rechterhanden: “Samen met mijn vader heb ik een bedrijfje in Tiny Houses en boten. Van huis uit ben ik timmerman en van daaruit heb ik natuurlijk wel feeling met techniek en staal. Veel aan de VT600 chopper heb ik ook zelf gelast. Dit is al de derde versie! Toen ik de motor kocht was het een soort van bobber. Ik heb er gelijk een ander tankje op gezet en een sissybar. Het frame begon ondertussen te scheuren en na wat reparatiewerk dacht ik: f*ck it! Ik begin helemaal opnieuw! We besloten het hele frame zelf te maken.”  De heren bouwden in eigen beheer een compact hardtail frame. In de Honda balhoofdplaten werd een Harley voorvork gestoken, die werd verenigd met VT600 onderpoten. De originele spaakwielen en remmen werden ook hergebruikt. Want wat goed is hoef je niet te veranderen! Een Sportster tank werd verzaagd voor de gewenste Frisco-look. Daarvoor is de tunnel ondiep gemaakt en verhuisde de tankdop naar het hoogste punt voor een optimale tankinhoud.

RECHTTOE-RECHTAAN

Wanneer ik de kleur ‘matzwart’ in de mond neem, corrigeert Rein me en zegt: “Hó, het is ‘Actionzwart’ hé! Het beste dat er is!” en hij vervolgt; “Het frame hing in de werkplaats aan touwen toen we het hebben gespoten met spuitbusjes. Tijdens het drogen zijn we bier gaan drinken. Toen brak het touw en tiefte het hele frame door het raam!” Op de tank werd het Brochachi Choppers logo geschilderd. Ook onder het genot van het nodige bier werd een stuur gelast dat door de bouwers wordt omschreven als ‘smal, hoekig en riserless’. De ‘rechttoe-rechtaan’ RVS uitlaat, die de gassen recht naar achteren blaast, past hier goed bij. “Dit is een beetje ons stijltje”, vertelt Rein. Een sissybar mocht niet ontbreken en de nummerplaat vond hier z’n plekje. Het zelfgemaakte zadel is door Rein’s zus, die paardenzadels maakt, gestoffeerd. Een duo-seat! Want als één van de Harley’s van zijn maten het laat afweten, kunnen ze bij Rein achterop de oer-betrouwbare Honda! Rein bewijst met zijn unieke VT600 dat deze motor perfect is te verbouwen tot een chopper. Wanneer de foto’s zijn gemaakt gooit hij er als afsluiter nog even een burn-out tegenaan!

Tekst & fotografie: Floris Velthuis

SPECIFICATIES HONDA VT600

Specificatie Detail
ALGEMEEN
Eigenaar Rein
Bouwer Brochachi Choppers
MOTORBLOK
Merk Honda
Bouwjaar 1991
Type VT600
Cilinderinhoud 583 cc
Carburateur Stock
Luchtfilter Open luchtfilters
Uitlaat Custom RVS
Versnellingsbak 4 bak
RIJWIELGEDEELTE
Frame Custom hardtail
Voorwiel Spaakwiel VT600
Voorband Bridgestone
Voorrem Schijfrem VT600
Voorvork Harley binnenpoten, VT600 onderpoten
Balhoofdplaten Stock
Achterwiel Spaakwiel VT600
Achterband Bridgestone
Achterrem Trommelrem
DIVERSEN
Stuur Custom
Snelheidsmeter Nee
Hendels/hand controls Stock
Handvatten Vans
Koplamp Harley met ledlamp
Foot controls Stock
Benzinetank Modified Sportster tank
Zadel Custom
Achterspatbord Custom
Achterlicht LED-lamp
SPUITWERK
Kleur Action zwart
Spuiter Rein

Harley-Davidson Fat Boy krijgt elektrische transformatie

0

De steeds strengere regelgeving leidt tot de zoektocht naar echt unieke alternatieve oplossingen, zoals die van een Japanse custombouwer die een Harley-Davidson Fat Boy heeft ‘geëlectrificeerd’.

Met de verscherping van de emissievoorschriften in landen over de hele wereld is er een natuurlijke interesse van sommige preparateurs in de omzettingen van verbrandingsmotoren naar elektrische. De ruimtebeperkingen van motorfietsen maken deze omzettingen moeilijk en uitdagend. In Japan, meer specifiek in de prefectuur Tochigi in Utsunomiya, is er al meer dan twintig jaar een custombouwer gespecialiseerd in alles wat met Harley-Davidson te maken heeft.

GP Products BMW M 1000 R SV: ultieme motorfiets-customizing

OZ Motors, dat klassieke auto’s – vooral VW kevers – ombouwt naar elektrische, hebben ze gewerkt aan een prototype EV-conversiekit voor de Harley-Davidson Fat Boy. Opdrachtgever en huidige eigenaar van het custombedrijf High Field, Yuko Ueno, de vrouw van Makoto (de bedenker van het project die te vroeg is overleden), heeft het project als een missie voortgezet, samen met de rest van haar team en OZ.

Om een behoorlijke actieradius te verkrijgen, hebben ze twee accu’s gemonteerd waar normaal de harde zijkoffers zouden zitten, en naar verluidt kunnen ze tussen de 160 en 220 km rijden met een volle lading. Een van de voordelen van deze in EV omgebouwde Fat Boy is dat hij in Japan kan worden gereden door motorrijders die alleen een rijbewijs voor middelgrote motoren hebben.

De prijs van de kit zou tussen de €3.000 en €6.500 liggen.

Circuit de Dakar Baobabs, Senegal: het best bewaarde geheim van Afrika

0
Dakar Baobabs

Wat doet een mens na een uitdagende en zelfs uitputtende motorrit tussen Brussel en Dakar? Uitrusten? Vergeet het maar. Zeker niet als je in de nabijheid bent van een van de best bewaarde racegeheimen ter wereld. Vlakbij Dakar ligt immers het Circuit de Dakar Baobabs, een racecircuit van maar liefst 4,7 kilometer lang dat in 2009 al goedkeuring van de FIA kreeg.

Rijden op het Circuit de Dakar Baobabs is op zijn zachtst gezegd verrassend. Niet alleen omdat onze motorfiets, een Kawasaki Versys 1000 SE, niet echt een circuitmotor is. Maar vooral omdat je tijdens de eerste rondes vaak nog wat stof op de baan hebt, maar ook omdat het nauwelijks te vatten is dat je in de Sahel een racecircuit vindt van internationaal niveau. Baobabs in je linker ooghoek, hutjes in de rechter.

Reportage Brussel – Dakar I: van recordmotor tot woestijnrat

Eigenaar van het Circuit de Dakar Baobabs is de Belg Paul Libens, een man met een hart voor auto’s en motoren. Hij reed in een ver verleden de 1.000 km van Dakar, maar toen de race in de straten van de Senegalese hoofdstad werd stopgezet wegens te gevaarlijk voor rijders én publiek, besloot hij daar iets aan te doen.

Op zijn circuit wordt jaarlijks nog de 1.000 km van Dakar verreden en heel wat Europeanen hebben op het circuit een appartement met garage. Daar staat de auto of motorfiets in geparkeerd en ze kunnen rijden wanneer ze maar willen. En wist je dat er tussen oktober en juni gegarandeerd geen druppel regen valt? Graad of 27, beetje trainen en Afrika leren kennen. Een origineel idee om het seizoen 2025 voor te bereiden?

Vragen? Stuur een mail naar info@wrider.be of check circuitdedakar.com!

Verkocht voor 259.000 euro: Honda NSR500V

1

We betwijfelen of er veel motorrijders zijn die dit lezen en geen enkele droom, hoe groot of klein ook, hebben gehad om een GP-rijder te zijn. En helaas twijfelen wij dat iemand van ons het heeft bereikt. Maar een GP-ervaring is niet buiten bereik als je honderdduizenden dollars te besteden hebt.

Een van Honda’s mid-jaren ’90 privé Grand Prix-motoren, de NSR500V, werd onlangs verkocht op een veiling georganiseerd door Iconic Motorbikes voor €259.800 ($267.607), waarmee het de duurste Japanse motorfiets is ooit op een veiling verkocht. De vorige motorfiets die deze titel droeg was ook een Honda uit de GP-tijd—een RC213V-S die voor €209.263 ($215.660) werd verkocht.

Zeldzame Crocker Twin op veiling in Las Vegas

Een van de vele dingen die dit specifieke model zo gaaf maakt, is dat privé-race teams en motorrijders die genoeg geld hadden, toegang hadden tot de NSR500V, in tegenstelling tot de NSR500 V4, die aan fabrieksteams werd geleend door Honda. De tweecilinder NSR500V produceerde ongeveer 140 pk in vergelijking met de 190 pk van de NSR500 V4, maar was nog steeds competitief met zijn meer woeste broer op bepaalde circuits.

Aangezien de NSR500V beschikbaar was voor het publiek, zijn er andere exemplaren die je op een circuit zou kunnen zien als het geluk aan jouw zijde is. In feite ging een gebruikte NSR500V in oktober 2024 voor $120.727. Maar het exemplaar waar we het vandaag over hebben, bevindt zich in een geheel andere klasse.

Wat deze iconische machine nog specialer maakt, is het feit dat dit model uit 1997 serienummer 001 van twintig exemplaren is en naar schatting twintig jaar in opslag heeft gestaan, voordat het rechtstreeks van HRC werd gekocht.

De vraag is: als je de keuze had, zou je dan liever deze gloednieuwe Honda NSR500V hebben of James Toseland’s WSBK-kampioenschap CBR1000RR uit 2007, die momenteel te koop staat bij The Bike Specialists voor €177.500 (£149.999)?

Harley-Davidson en Dynojet smeden alliantie om King of the Baggers te domineren

0

In een spannende zet die de groeiende levendigheid van de motorracescene onderstreept, met name binnen de ontluikende arena van het baggerracen, heeft het Factory Race Team van Harley-Davidson zijn samenwerking aangekondigd met Dynojet Research Inc. voor het komende 2025 MotoAmerica Mission King of the Baggers wegraceseizoen. Deze samenwerking is niet zomaar een vluchtige associatie; het vertegenwoordigt een meerjarige verbintenis tussen twee iconische entiteiten die beide een diepgewortelde reputatie hebben in de motorfietsgemeenschap. Door deze samenwerking wil Harley-Davidson zijn concurrentiepositie verstevigen en tegelijkertijd de grenzen van prestaties en fanbetrokkenheid in de motorracerij blijven verleggen.

Harley-Davidson en Dynojet: Een strategische synergie

De overname van Dynojet, een gerenommeerd Amerikaans bedrijf dat bekend staat om zijn expertise in het verbeteren van motorprestaties en -efficiëntie, kan worden gezien als een slimme zet van Harley-Davidson. Dynojet is gespecialiseerd in onderdelen, accessoires en diagnoseapparatuur die cruciaal zijn voor het optimaliseren van het hart van elke motorfiets: de motor. Dergelijke technologie is van onschatbare waarde in de veeleisende omgeving van professioneel racen. Door het team formeel het “Harley-Davidson x Dynojet Factory Race Team” te noemen, verstevigen beide organisaties hun samenwerking en benadrukken ze een gedeelde visie op het verbeteren van de prestaties van motorraces.

Prominente Branding en Product Engagement

Een van de opvallende aspecten van deze samenwerking is dat Dynojet aanzienlijke brandingmogelijkheden krijgt. Prominente plaatsing op de onderdelen van het Harley-Davidson Factory Race Team betekent dat deelnemers aan racedagen en kijkers wereldwijd bekend zullen raken met het merk Dynojet. Toch gaat dit partnerschap verder dan alleen esthetiek. Het integreert productontwikkeling, race-day setups en interactieve displays tijdens race-evenementen. Deze praktijkervaringen stellen fans in staat om direct in contact te komen met geavanceerde technologie en uit de eerste hand de apparatuur en methodes te zien die worden gebruikt om Harley-Davidson’s V-twin baggers naar het toppunt van raceprestaties te brengen.

Het competitieve landschap en Harley-Davidson’s toewijding

Het MotoAmerica Mission King of the Baggers-kampioenschap vertegenwoordigt een unieke mix van stilistische zwier en het rauwe vermogen van deze imposante machines, en boort een groeiende fanbase aan die zowel de traditie als de innovatie van Harley-Davidson waardeert. Met de bijdragen van Dynojet is Harley-Davidson niet alleen klaar om zijn racecapaciteiten te verbeteren, maar ook om de algehele toeschouwerservaring te verhogen. De strategische samenwerking zal naar verwachting gebruik maken van Dynojets expertise om de prestatieparameters van Harley-Davidsons racemachines te fine-tunen, zodat ze een voorsprong behouden op de concurrentie in een sport waar elke fractie van een seconde telt.

Verwachtingen voor het komende seizoen

Nu de King of the Baggers-serie aan kracht wint en tot de verbeelding van het publiek spreekt, komt de toevoeging van de expertise van Dynojet als geroepen. Deze samenwerking belooft niet alleen de raceprestaties te verbeteren, maar ook nieuwe maatstaven te zetten voor wat deze grote machines kunnen bereiken op het circuit. De initiatieven voor fanbetrokkenheid en de technologische verbeteringen van Dynojet zullen ongetwijfeld de basis leggen voor wat een transformatief seizoen zou kunnen worden voor zowel Harley-Davidson als de bredere baggerracegemeenschap.

Als het seizoen 2025 begint, zullen motorliefhebbers met spanning volgen hoe deze samenwerking tussen zwaargewichten uitpakt op het circuit.

Wie is Daniel Sanders aka ‘Chucky’, de onverwachte winnaar van de Dakar Rally?

0
Daniel Sanders - aka Chucky

In de wereld van off-road motorrijden, waar de harde hand het vaak moet opnemen tegen de meedogenloze elementen van de natuur, heeft Daniel Sanders zich ontpopt als een onverwachte maar verdienstelijke kampioen van de Dakar Rally van 2025. Binnen de motorwereld wordt Sanders liefkozend “Chucky” genoemd. Zijn razendsnelle opkomst is een verhaal vol veerkracht, passie en een vleugje honingzoete ironie.

Sanders werd geboren op 30 augustus 1994 in het schilderachtige stadje Three Bridges in de buurt van Melbourne, Australië. Zijn reis begon niet op de stoffige paden van Dakar, maar te midden van de weidse landschappen van een boerenfamilie. Ondanks zijn schijnbaar rustige begin was het duidelijk dat zijn roeping op de ruige paden van het motorracen lag. Sanders werd in 2015 ontdekt door KTM. In zijn eerste wedstrijden kwam hij uit in lagere categorieën, zodat hij zijn vaardigheden kon aanscherpen voor de uitdagende terreinen die hij later zou veroveren.

Het beslissende moment in de carrière van Sanders kwam in 2021, toen hij als privédeelnemer van KTM in de schijnwerpers kwam te staan tijdens de Dakar Rally door vierde te worden en de titel “Best Rookie” te verdienen. De daaropvolgende overstap naar een officieel GasGas-team in 2022 was het begin van een legendarische, zij het tumultueuze relatie. Hoewel zijn prestaties zijn reputatie versterkten, werd zijn reis ontsierd door tegenslagen, waaronder een crash en een ongelukkig incident met voedselvergiftiging, die zijn vooruitgang in de volgende edities belemmerden.

Desondanks bleef Sanders ontembare geest duidelijk, want hij keerde voortdurend terug, niet afgeschrikt door de eerdere tegenslagen. Zijn doorzettingsvermogen betaalde zich uit toen hij, in een opwindende wending van de gebeurtenissen, de Dakar Rally-titel van 2025 veroverde en daarmee de tweede Australiër werd die deze prestatie neerzette, na Toby Price. Deze overwinning onderstreepte zijn doorzettingsvermogen en deed de sceptici verstommen die hem eerder als een veelbelovende maar eeuwig ongelukkige deelnemer beschouwden.

Sanders’ portfolio van overwinningen is niet beperkt tot Dakar alleen. Hij won ook het Australische off-roadkampioenschap van 2019 en een overtuigende overwinning in de Outright ISDE datzelfde jaar. Bovendien bouwde Sanders verder aan zijn nalatenschap met overwinningen in de Hattah Desert Race in 2022, de Sonora Rally in 2023 en de Rallye du Maroc in 2024. Elk van deze overwinningen schetste het beeld van een coureur die elk terrein aankon met een elektrische mix van finesse en felheid.

Interessant is dat de bijnaam “Chucky”, vwordt omarmd met genegenheid binnen zijn gemeenschap, tot op het punt van het sieren van potten honing van zijn familiebedrijf. Deze bijnaam vat Sanders bescheiden charme samen met zijn vermogen om te verrassen en te boeien.

Sanders overwinning in Dakar is zowel een overwinning voor zijn team als voor hem persoonlijk. Na de race gaf hij uiting aan zijn oprechte erkenning voor de niet aflatende steun van zijn team en benadrukte hij de geest van samenwerking die essentieel is voor triomfen in de motorsport. “We hebben de Dakar Rally gewonnen! Het is een monumentale prestatie voor mij en het team na een moeilijk jaar en ik kan iedereen niet genoeg bedanken voor hun steun,” jubelde hij, waarmee hij een harmonieuze mix van individuele genialiteit en collectieve toewijding belichaamde.

Dit verhaal van Daniel Sanders dient als inspiratie voor velen binnen de motorsport. De essentie van zijn verhaal – gekenmerkt door doorzettingsvermogen, familiebanden en een onverzettelijke vasthoudendheid – maakt Sanders niet alleen tot een kampioen van het Dakar-zand, maar ook tot een meeslepend figuur wiens reis de grenzen van de racerij overstijgt om talloze liefhebbers over de hele wereld te inspireren.

Toertocht Noord-Brabant: Rijden langs rotondekunst

0

Brabant is kampioen Rotondekunst. Naar het schijnt worden nergens zoveel kunstwerken op rotondes geplaatst als daar. En discussie gegarandeerd: kleuterwerk, weggegooid geld, verkapte kunstenaarssubsidie, gevaarlijk voor de verkeersveiligheid. Afijn, alle reden voor een mooie rit.

Om er meteen goed in te komen begint de tocht met een reusachtige bromtol op een rotonde aan de rand van Oosterhout. Ik stuur de motor er een rondje omheen. Het is nog rustig op de weg dus doe ik het nog een keer. Iets sneller, fijn dat rubber tegen de binnenbocht aan drukken. Om daarna een zijweg te pakken en af te stappen. Oké, een bromtol, da’s duidelijk. Maar waarom?

Hij is bedacht door Piet Hohmann, de bekendste en inmiddels overleden kunstenaar van Oosterhout. Het zou verwijzen naar het verkeer dat om de rotonde heen zoemt. Maar volgens de weduwe van de kunstenaar was Piet gewoon gefascineerd door bromtollen omdat hij die als kind elk jaar eentje kreeg van zijn peetoom.

Toertocht Friesland: Fryske frijheidsrûte

Het is in elk geval een groot, opvallend en duidelijk werk. Goed voor 8.000 kilo. Ik stap op, tik de startknop in, maak nog een rondje en rijd verder. De polder in. De omgeving is mijn achterland en eerlijk gezegd heb ik nooit zo goed naar kunst op rotondes gekeken. Insturen en een lekkere bocht maken. Meer niet.

Als ik het vestingstadje Geertruidenberg passeer – even afstappen op de prachtige markt – vink ik meteen weer twee rotondewerken af: een oud kanon én een abstract kunstwerk van Sjef Voets, dat het samengaan van Geertruidenberg, Raamsdonk en Raamsdonksveer symboliseert.

Brug over, onder de snelweg door en heerlijk over een oude dijk langs de rand van Nationaalpark De Biesbosch. Wie tijd en zin heeft kan vanuit Nieuwendijk naar het MuseumEiland rijden, dat middenin de wildernis ligt. Ik kies voor het oosten. Met iets voor Almkerk een vijf meter hoge installatie op een ruime open rotonde.

Een voorzichtig zonnetje laat de buizen en bladeren glanzen. Kijken en fantaseren. Dansende insecten, bloemzaadjes waaiend in de wind… Wat het ook precies verbeeldt, de natuur heeft er model voor gestaan. Het werk is geïnspireerd op de voortdurend wisselende wolken en landschappen in de polders van Altena.

Terwijl ik de rotonde nog even bestudeer, komt er een naked bike aan die hem in een vloeiende beweging neemt. Linksom…

Net zo geliefd

Ik rijd door een landschap dat voor de meeste mensen niet meteen aan Brabant doet denken. Geen intieme dorpen met cafés op een plein rond de kerk. Het is open land. Polders, wind, lange rijen bomen. Het is grensgebied met Zuid-Holland en Gelderland en in het verleden een streek van godsdiensttwisten tussen het protestante noorden en katholieke zuiden.

Het is er mooi motorrijden. Soms over binnendijken die uitkijken over akkers en weilanden, soms over rivierdijken boven het water. In Dussen (met kasteeltje) en Meeuwen noteer ik weer twee rotondes met een kunstwerk, waarbij die in Meeuwen het meest opvallend is. De fietsen en Olympische ringen vieren samen de rijke carrière van wielrenster Marianne Vos, die een tijd in het dorp woonde.

Ik vraag me af of Ammerzoden, dat zo meteen aan de route ligt, een monument heeft voor voormalig motorcoureur Boet van Dulmen, die samen met Wil Hartog en Jack Middelburg de ‘Grote Drie’ vormde in de jaren zeventig en tachtig. Misschien geen kampioen van het formaat Vos, maar zeker zo geliefd bij de fans door zijn topprestaties zonder fabrieksmateriaal.

De eerste Nederlandse rotondes dateren van de jaren tachtig in de vorige eeuw. Al snel kwam het idee voor kunstwerken op het middenterrein. Dat was behalve mooi, ook functioneel: iedereen snapt meteen dat je om het obstakel heen moet rijden.

Ik zou de brug naar het vestingstadje Heusden kunnen nemen, maar Ammerzoden komt dichterbij. Even voor mijn jeugdidool de grens met Gelderland over. En jawel, hij staat er stoer en vriendelijk op een sokkel. Dat het geen rotonde is, zien we even door vingers. De foto bij het monument toont zijn kenmerkende zithouding op de motor.

Ik start de Suzuki en rijd verder. Net iets vlotter dan voorheen langs een rotonde met Griekse godinnen en eentje met eieren. Het pontje over de Maas wacht. Terug naar Brabant. Er blaast een harde wind die de boot flink doet schommelen. Ik blijf op de motor zitten met beide benen aan de grond. Het water spat hoog op tegen de laadklep.

GPS-tocht Zuid-Limburg/Eifel: holle bergweggetjes en snelstromende watertjes

Spades en batsen

De navigatie stuurt me over de dijk langs Kessel, Lith en Lithoijen. De vergezichten zijn groots. Waterland met boven de kruinen van bomen een verre kerktoren. In Macharen stuit ik op een rotonde met een opvallend kunstwerk. Er steken 28 enorme spades en batsen in de grond. Ze verwijzen naar de eerste boeren die zich hier 5.000 jaar geleden vestigden om de hogere gronden rondom de Maas te bewerken. Landbouw is nog altijd belangrijk in het dorp.

Daar is Oss. Althans, het bedrijventerrein met onder meer Vos Oss, dat je ondertussen wel een instituut in motorland mag noemen. Ook REV’IT! zit in deze plaats, aan de A59. Even die stoplichtenweg overleven en dan rechtsaf naar één van de meest imposante kunstwerken die op een rotonde zijn geplaatst: een acht meter hoge os met horens.

Dat de plaatsnaam Oss niks met het dier te maken heeft maar is afgeleid van een oud Nederlandse uitdrukking voor hoger gelegen grond, doet er weinig toe. De stad heeft de os al lang omarmd als symbool en logo. En het kunstwerk is niet te missen.

Ik rijd een paar rondes over de rotonde en parkeer kort op het binnenterrein om de hoogte eens goed in me op te nemen. De kunstenaar heeft naar verluidt nog met de gedachte gespeeld om een grap uit te halen door twee ijzeren ballen onzichtbaar in de grond te laten zakken zodat het stiekem een stier zou zijn in plaats van een os…

Na dit XXL-formaat lijkt de zonnewijzer van Heesch klein, terwijl hij dat niet is. Ik rijd erlangs en steek door naar Nistelrode en het natuurgebied De Maashorst. Daar is veel voormalige landbouwgrond teruggegeven aan de natuur, rewilding zoals dat heet. Met bos, open velden, water en loslopende Europese bizons.

Oss, grote rotonde, groot kunstwerk.

Reusachtige aardbeien

Vanochtend voelde de wereld om me heen nog een beetje on-Brabants, maar ondertussen rijd ik door een landschap dat je omarmt. Velden, akkers, straten van baksteen of kasseien, sloten met knotwilgen erlangs, kleine dorpen met een pleintje en een café voor een pilske. Kortom, het goede leven. Ook de langgevelboerderijen duiken op. Mooi van eenvoud.

Aan de rand van Uden stuur ik de motor plotseling over een rotonde met drie gigantische aardbeien. Rotondekunst of reclame voor de aardbeien die in deze omgeving geteeld worden? Zeg het maar. Ze zijn gemaakt in opdracht van aardbeienkwekers Jan en Birgitte van den Elzen. Zoals dat wel vaker gebeurt, hebben ze de rotonde ‘gehuurd’. Maar niet om er drie struiken, een boom en een reclamebord in de grond te zetten. Dit is het soort van twee vliegen in één klap. Mooi om naar te kijken, goede reclame voor Jan en Birgitte die het landelijke nieuws al eens haalden met de lange files voor hun aardbeien drive-in.

Het is daarna heerlijk sturen door het Brabantse land. Naar Vorstenbosch en Heeswijk-Dinther. Met molens, kloosters en cafés aan de weg. Naar het oude land rondom Kasteel Heeswijk. En verder richting Sint-Michielsgestel. Den Bosch en Eindhoven laat ik bewust links liggen. Genoeg rotondekunst te vinden, maar in het buitengebied rijdt het nu eenmaal fijner.

Rustig laat ik de motor door het Dommeldal lopen. De 95 kilometer lange rivier komt bij Borkel en Schaft vanuit België ons land binnen en stroomt verderop samen met de Aa en Dieze in de Maas. Het landschap is er fantastisch met lage natte beemden en bolle akkers. Ook telt het verschillende landgoederen. Soms nog in bedrijf. Het water is één van de dragers van het nieuwe Van Gogh Nationaal Park, dat in 2024 een officiële status heeft gekregen.

Prutswerk

Rotondekunst. Daar waren we voor onderweg. Bij Schijndel ben ik er nog een paar gepasseerd. Per ongeluk. De navigatie stuurde me de verkeerde kant op en ook dan kom je vanzelf langs rotondes waar ‘iets moois’ is neergezet. Het ene spreekt wat meer tot de verbeelding dat het andere, maar goed. En discussie is er altijd. Al was het alleen maar over de kosten die soms tot in de tienduizenden euro’s gaan.

Wie de regionale pers een beetje uitpluist, komt regelmatig het betoog van voor- en tegenstanders tegen. Geldverspilling, kinderlijk prutswerk, hoogwaardige kunst, elke cent waard, enzovoorts, enzovoorts. Rijdend op de motor maakt het allemaal niet zoveel uit. Op een rotonde ben je bezig met het zoeken naar de juiste lijn om hem zo netjes mogelijk te ronden. Zeker als hij er leeg bij ligt en je alle ruimte hebt om te spelen.

Het eindpunt is Udenhout. Bij het binnenrijden staat een niet te missen kunstwerk dat verwijst naar de vele schoorstenen van vooral steenfabrieken die in deze buurt stonden. De uiteindelijke vorm zorgde vanaf het begin voor controverse en het werk kreeg al rap een bijnaam: De pik van Udenhout. Ach, zo gaat het met veel kunst, het is maar net wat je erin wilt zien.

Download de route Toertocht Noord-Brabant: Rotondekunst


3 Lekkere stopplekken

  1. ’t Zwaantje, Genderen

Eén van de leukste cafés van Brabant. Al sinds 1920 uitgebaat door dezelfde familie die er een landbouwbedrijf naast heeft. Stond vroeger de gehaktbal hoog op het favorietenlijstje van bezoekers, nu is het de Van Jappeburger.

cafetzwaantje.nl

2. De Kilsdonkse Molen, Heeswijk-Dinther

Goed adres met op mooie dagen een lekker terras. Ook binnen leuk met uitzicht op het water en de rietkragen van de Aa. Hoort bij de gerestaureerde dubbelmolen die zowel op wind als water draait.

kilsdonksemolen.nl

3. Theehuis ’t Haantje, Haanwijk

Aan de rand van het Bossche broek ligt dit gezellige theehuis met serre, onderdeel van landgoed Haanwijk. Onze aanrader: koffie met een Brabants worstenbroodje.

landgoed-haanwijk.nl

Het Rotondologisch Genootschap
Er is in Nederland een Rotondologisch Genootschap dat streeft naar kunst met de hoofdletter K of naar lokale eenvoud. Twee elementen die volgens de club noodzakelijk zijn om het middeneiland interessanter te maken. Nog een aanbeveling: maak het begrijpelijk, zodat het ook ongeïnteresseerde passanten raakt. Er is werk aan de winkel, vindt het genootschap, want te vaak worden de plekken ingevuld met een rommeltje of een reclamebord van de plaatselijke middenstand.

Website: rotondologie.nl
Het succes van de rotonde
De rotonde is een Engelse uitvinding uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Daarvoor bestonden er wel grote ronde verkeerspleinen, maar die hadden niet de functie en de verkeersregels van een rotonde. In Nederland nam met het stijgen van het aantal rotondes het aantal verkeersdoden af omdat gevaarlijke kruispunten verdwenen. Ons land telt er meer dan 5.500.

Tekst en foto’s: Hans Avontuur