dinsdag 19 maart 2024

10 tips: motorrijden met een passagier

‘Wanneer mag ik eens mee op de motor?’ Het is een zin die je als motorrijder vast al veel gehoord hebt. Rijden met z’n tweetjes is een ervaring die voor de passagier meestal positief onvergetelijk is, maar ook voor de rijder is het iets speciaal. Sommige motorrijders vinden het leuk, anderen beginnen dan weer liever alleen aan hun rit. Onder de noemer: nuttig voor ALLE motorrijders, hier 10 tips om te rijden met een passagier.

1. Kies een motor die geschikt is om een passagier mee te nemen.

We weten heel goed dat je niet de keuze hebt uit 15 verschillende motoren om je duorit mee aan te vangen, maar denk er wel eens over na of je motor wel geschikt is om een passagier mee te nemen. Op een supersport houden de meeste passagiers het geen uur uit en op een Honda MSX125 wordt het ook nogal krap. Los van de ruimte voor de passagier heeft een supersport misschien wat te veel kracht voor een eerste rit, en een MSX125 dan net weer te weinig om bijvoorbeeld door de bergen te rijden. Een (sportieve) toermotor of adventure scoren in dit onderdeel het beste.

motorrijden met een passagier

2. Ook je passagier heeft beschermende kledij nodig.

Het is niet verplicht om gekeurde beschermingskledij te dragen, maar raad het je passagier toch aan. Het hoeft geen al te dure kledij zijn als het voor een eenmalig ritje is. Vraag het aan motorrijdende vrienden en ze lenen het met plezier aan je uit. Een oude winterjas en een jeansbroek met daaronder sportschoenen en, oh ja, skihandschoenen kunnen echt niet. Vallen met de motor is nooit aangenaam, maar met dat soort kledij worden het levenslange littekens. Fysiek én mentaal.

Welke 2022-motoren bieden het meest aantal pk’s voor je geld?

3. Stel je vering in.

Een belangrijk iets dat nogal eens vergeten wordt; de instelling van je vering. Niet iedere motorfiers heeft die luxe, maar de ietwat duurdere machines zijn wel instelbaar. Kijk in je handleiding en ga op zoek naar de beste setting aan de hand van het extra gewicht dat je mee moet nemen. Daarbij is vooral de veervoorspanning van je achtervering belangrijk. Al het extra gewicht komt namelijk achteraan te ‘zitten’. Met een simpele platte schroevendraaier en moersleutel kun je de meeste veringinstellingen finetunen. Of in het geval van elektronische vering, een simpele druk op de knop.

4. Verschillende manieren van vasthouden.

Sommige passagiers nemen meteen de handvatten vast, andere hebben liever hun armen om je middel. Vraag aan je passagier waar die zich het comfortabelst bij voelt en leg de verschillende mogelijkheden uit. Zo kan de passagier ook combineren door hem met één hand vast te houden aan het handvat, en de ander rond je middel te slaan. Bespreek het, probeer het en ga op zoek naar de prettigste samenwerking.

5. Meekijken over de schouder.

‘Wat moet ik eigenlijk doen?’ Het is de eerste vraag die je wellicht krijgt als je passagier eenmaal op het zadel zit. Het simpelste antwoord met het beste effect is om mee te kijken over de schouder van de rijder als die een bocht maakt. In een bocht naar bijvoorbeeld rechts kijkt de passagier over de rechterschouder van de rijder zo ver als die kan dóór de bocht. Op die manier gaat de passagier niet over- of tegenleunen. Het is wellicht wat zoeken in het begin, maar in principe mag je als rijder niets actief achterop voelen bewegen. Pas dan weet je dat je een goede passagier bij je hebt. Voor de passagier is het trouwens ook leuk dat hij of zij actief deel kan uitmaken van het bochten maken.

6. Intercomsysteem om te praten.

Met elkaar praten bij stilstand voor een rood licht lukt nog wel met de helm op, maar eenmaal aan het rijden is verbale communicatie vrijwel onmogelijk. Een intercomsysteem is daar een goede oplossing voor. Wellicht zal je het niet gebruiken bij een eenmalige rit, maar als je regelmatig samen rijdt met je partner is het de moeite waard om er een aan te schaffen. Vrij eenvoudige intercomsystemen zijn zeer betaalbaar en doen hun werk prima, zeker als je gewoon wat wilt praten. Saaie stukken snelweg worden op die manier veel leuker. Tenzij het over allerlei tuinklusjes gaat…

Rico Verhoeven, Poke en Nicky Romero: BN’ers worden BD’ers

7. Rij zo soepel mogelijk.

Er is niets zo irritant voor een passagier als een agressieve, hoekige of onvoorspelbare rijder. Je weet dan namelijk niet wanneer je je steviger moet vasthouden of klaar moet zetten voor een harde acceleratie of plotselinge remmanoeuvre. Rij daarom zo soepel mogelijk. Trek rustig op, schakel zo soepel mogelijk en rem, als het kan, zacht aan. Ook bochten snij je liefst met een fluwelen finesse aan, zodat je passagier exact weet wat er te gebeuren staat. Let wel: soepel rijden wil daarom niet zeggen dat je met een slakkengang voortbeweegt. Hoe soepeler, hoe sneller je kunt gaan.

8. Schat de limieten van je passagier goed in.

In navolging op voorgaande tip is het heel belangrijk om te weten waar de (angst)limieten van je passagier liggen. Vindt hij/zij het fijn om snel op te trekken? En zo plat door de bocht, voelt hij/zij zich dan wel op zijn/haar gemak? Communiceer duidelijk met elkaar en laat het als passagier gerust weten dat het iets minder mag. Heeft je passagier té veel schrik, leid de concentratie dan af door hem/haar andere motorrijders te laten groeten. Dat is – in een ongeschreven regel – sowieso al de taak van de passagier. Maar op die manier heeft de duo ook een ‘opdracht’.

9. Stop regelmatig.

Het is niet omdat jouw doorgewinterde achterwerk nog 50 km kan hebben, dat je passagier dat ook kan. Al helemaal niet als het de eerste rit is. Stop daarom regelmatiger dan je gewoon bent om even de benen te stretchen en die druk van je achterwerk te halen. Voorzie daardoor ook dat je niet het aantal kilometers kunt maken dat je normaal wel kunt doen als je alleen rijdt.

10. Draag je verantwoordelijkheid als rijder.

Motorrijden is niet zonder gevaar en wordt dat mogelijk nog meer als je met een passagier rijdt. Dat heeft verschillende redenen: Je bent het niet gewoon. Er komt heel wat extra gewicht bij, dus vooral remmen en bochten voelen anders aan. Je gaat misschien technisch anders rijden dan je normaal doet om het je passagier zo aangenaam mogelijk te maken (zie tip 7). Dus maak het je passagier duidelijk dat je geen onnodige risico’s zal nemen en het rustig aan zal doen. Duo blij, jij blij, iedereen blij. En genieten maar!

Gijs Gilis
Gijs Gilis
Zot ván alles wat op wielen staat, soms zot óp alles wat wielen heeft. Rijdt het liefst met van die tweewielige machines. Licht of zwaar, naakt of aangekleed, traag of snel, als er maar iets leuk over te vertellen is.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen