zaterdag 20 april 2024

Boudewijn Geels: ‘Opgeheven – maar niet heus’

Mijn idee over geslaagd zijn in het leven was altijd dat je dan geen goedkope, studentikoze Ikea Billy-boekenkasten meer in je huis zou hebben. Maar helaas, het enige dat qua formaat in de hoek van mijn Amsterdamse appartementje past is… jawel. Dus tuf ik op mijn vijftigste toch maar weer zuchtend naar de bekende blauwe doos in Mokum-Zuidoost.

Halverwege kijk ik altijd automatisch even naar links. Daar bij MotoPort Amsterdam ruilde ik ooit mijn brave Suzuki Bandit in voor een Yamaha V-Max; mijn rugwervels zijn nog steeds ontwricht door de beestachtige power van dat ding. De eerste dag dat ik hem had, had ik hem in een ommezien leeggeaccelereerd en mocht de Wegenwacht me komen redden. Eigen schuld. Lullig was dan weer wel dat het motorblok een stuk ouder bleek dan de rest van de motor. Dat werd dus een knarsmomentje toen ik dat aan de MotoPort-balie kwam melden. Ik kreeg nul op het rekest. Maar ach, dat is allemaal water onder de brug. Hebben we niet meer over.

Jan Kruithof: ‘Lang genoeg geduurd’

In april van het afgelopen jaar parkeerde ik mijn iets (dus niet veel) minder dorstige Honda X11 op de stoep, voor een interview met eigenaar Rolf Selling, voor Het Financieele Dagblad. Op dat moment dachten we allemaal dat er iets van Bijbelse proporties op ons afkwam. Een Chinees virus – volgens sommige dwaallichten was dat virus ‘Chinees’ noemen ‘racistisch’, maar het wás toch Chinees? – dat ons allemaal het hoekje om zou helpen. 

Bij Selling kwam nauwelijks een klant meer binnen. Zijn showroom stond zo tjokvol dat je op geen enkele motor meer spontaan kon gaan zitten. Weg aanschafprikkel. Selling vreesde extra financiering nodig te hebben om te kunnen overleven. In België en Duitsland was recreatief motorrijden verboden. Als dat ook in Nederland zou gaan gebeuren, zou dat zijn branche voor een flink deel nekken, verwachtte Selling.

Ik schreef een artikel voor de krant dat achteraf bezien te somber was. Want na een forse dip trok de verkoop weer sterk aan. Maar nu zie ik een enorm geel bord met zwarte letters op Sellings voorgevel: ‘Opheffingsuitverkoop’.

O jee, dus toch?!

Ik wil niet op koopjesjacht, want dan voel ik me een aasgier. Hoewel, met een mondkapje op herkent geen mens me. Maar nee, ik wil vooral Rolf Selling spreken. Bezorgd meld ik me aan de kassa. ‘Opheffingsuitverkoop? Heb je het uiteindelijk toch niet gered?’ De kale ondernemer, gekleed in een rode trui, kijkt me met een brede grijns aan: ‘Niks aan de hand. We gaan het vanaf half december gewoon een beetje anders doen, onder de naam Selling Motorbikes. Dan zijn we dus geen onderdeel van MotoPort meer.’

Ja maar… er staan ‘opheffing’. Dat klinkt als collectieve ontslagen en rouwkransen op de stoep. Wat heft Selling dan precies op? ‘Alleen de samenwerking met de MotoPort-keten. Puur een bedrijfseconomische kwestie. Met ons gaat het verder hartstikke goed. We mochten open blijven, mensen mochten blijven motorrijden, en we hebben een hele nieuwe groep klanten aangeboord doordat mensen niet meer het openbaar vervoer in wilden. Je zag een enorme run op betaalbare motoren, nieuw en tweedehands. Op 21 november hebben we voor het eerst in ons bestaan de 400e motor verkocht. Gemiddeld deden we er altijd 220. Vorig jaar was al een heel goed jaar met 330 stuks.’

Oké, Selling is dus niet zielig. Dan ben ik ook geen aasgier als ik eindelijk een nieuwe motorjeans koop. Na drie kwartier passen en twijfelen – ‘Jezus, je lijkt wel een wijf!’, zei een geliefde daar ooit over – heb ik er een uitgezocht die met 30% korting opeens wél betaalbaar is.

Leermoment van de maand: opheffingsuitverkopen zijn een feest. Soms dan.

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen