vrijdag 13 december 2024

MotoGP Maleisië, Qatar en Valencia: Pecco en Ducati prolongeren titel

Na een enerverende strijd, die werd beslist tijdens een dramatische finale in Valencia, prolongeerde Pecco Bagnaia zijn wereldtitel ten koste van zijn enige overgebleven rivaal Jorge Martin. Als de grootste winnaar van het MotoGP-seizoen 2023 kan Ducati worden betiteld, want de Italiaanse motorfietsfabrikant regeerde op indrukwekkende wijze op alle fronten.

Het GP-seizoen 2023, tevens het 75e jaar van het WK-wegracen, duurde van 26 maart tot en met 26 november. Het was niet alleen exact acht maanden lang, maar ook verreweg het meest intensieve ooit met 39 wedstrijden (19 sprints en 20 GP-races) in 17 landen verdeeld over vijf continenten.

Uiteindelijk werd het een tweestrijd tussen de Ducati-coureurs Pecco Bagnaia (26 jaar) en de één jaar jongere Jorge Martin, die zich manifesteerde tot de grootste uitdager van de regerend wereldkampioen. De Italiaan en de Spanjaard staan beiden onder contract bij Ducati maar rijden voor verschillende teams. Ze kennen elkaar door en door omdat ze in 2015 en 2016 al teamgenoten waren in het Mahindra Moto3-team van Jorge ‘Aspar’ Martinez. Ondanks dat ze qua karakter elkaars tegenpolen zijn en er natuurlijk rivaliteit is geweest, kunnen ze altijd goed met elkaar opschieten. Francesco ‘Pecco’ Bagnaia gaat kalm en methodisch te werk en doet alles heel overwogen. Jorge Martin daarentegen is explosief, onrustig en impulsief. Dit leidt tot twee compleet verschillende racestijlen. Bagnaia rijdt met zijn hoofd, Martin met zijn hart. Dit werd vooral duidelijk tijdens de finale in Valencia.

‘Het meest gelukkige ben ik met het feit dat ik naast de titel ook de race won.’ De oude en nieuwe MotoGP-wereldkampioen Pecco Bagnaia (Ducati).

Halverwege het seizoen 2023 leek het erop dat Bagnaia op weg was naar titelprolongatie. Na de sprint van de GP van Catalonië bedroeg zijn voorsprong op de nummer twee in het kampioenschap, Martin, maar liefst 66 punten. Echter, een hevige highsider tijdens die GP zorgde voor een ommekeer. Bagnaia raakte niet alleen geblesseerd, maar ook zijn zelfvertrouwen liep een deuk op. Ondertussen werd Martin steeds sterker en hij werd na de sprint in Indonesië zelfs WK-koploper. Helaas voor hem duurde dat slechts 24 uur, want toen heroverde Bagnaia de leiding in het kampioenschap. Daarna waren de verschillen tussen de twee titelkandidaten minimaal. Dit veranderde tijdens de GP van Qatar, waar Bagnaia tweede werd en Martin slechts als tiende eindigde door een slecht functionerende Michelin-achterband. Na onderzoek meldde de Franse fabrikant dat er niets ongewoons aan de band was ontdekt. Het gevolg was dat Martin met een achterstand van 21 punten naar de finale in Valencia afreisde.

De finale werd historisch en vooral dramatisch. In de training volgde Martin constant Bagnaia als vorm van psychologische oorlogsvoering, maar dit leverde niets op. Hoewel Bagnaia via Q1 naar Q2 moest komen, mocht hij vanaf de tweede startplek vertrekken achter Maverick Viñales (Aprilia). Martin kreeg slechts de zesde startplaats toegewezen. Dit bleek echter niets uit te maken, want in de sprint toonde Jorge Martin zich andermaal de snelste, gevolgd door Brad Binder (KTM) en Marc Márquez (Honda). Het drietal koos voor de zachte achterband, terwijl Pecco Bagnaia de medium-variant koos. Deze keuze bleek foutief, aangezien de WK-leider slechts vijfde werd. Hierdoor bedroeg het verschil tussen de twee rivaliserende Ducati-coureurs voor de 39e en laatste race van dit seizoen slechts veertien punten. Voor Martin betekende dit dat hij moest winnen en afwachten waar Bagnaia zou eindigen om nog kans te maken op het kampioenschap.

Voor een vol huis in Valencia liet de beslissing in de titelstrijd niet lang op zich wachten. In een poging Pecco Bagnaia begin derde ronde in te halen, ging Jorge Martin naast de baan en viel terug naar plaats acht. Daarna volgde een furieuze inhaaljacht die strandde in de zesde ronde toen Martin met zijn voorwiel het achterwiel van Marc Márquez’ Honda raakte. Hierdoor vloog Márquez door de lucht en eindigde Martin zelf in het grindbak. De titelstrijd was daarmee beslist. Bagnaia wist de race te winnen, wat het succes van de Italiaan alleen maar groter maakte. De tweede plaats ging uiteindelijk naar Johann Zarco en Brad Binder eindigde als derde. Het was een fascinerende ontknoping van een lang seizoen met niet alleen een terechte racewinnaar, maar ook een oude en nieuwe wereldkampioen: Francesco ‘Pecco’ Bagnaia op de fabrieks-Ducati!

Een sportieve Jorge Martin komt naar het parc ferme om Pecco Bagnaia te feliciteren met zijn kampioenschap.

Verrassingen

Voorafgaand aan de finale in Valencia, zorgden Alex Márquez en Enea Bastianini in Maleisië nog voor een grote verrassing. Eerstgenoemde won daar de Sprint en door tweede te worden in de GP scoorde de Gresini-coureur de meeste punten op het circuit van Sepang. De winst in de GP-race ging verrassend naar Bastianini, die zo na heel veel blessureleed zijn eerste overwinning als Ducati-fabriekscoureur kon vieren. In Qatar was het vervolgens de tweede Gresini-coureur, Fabio di Giannantonio, die totaal onverwacht de meeste punten scoorde. De Italiaan, op dat moment nog zonder MotoGP-zitje voor 2024, werd in de Sprint achter Jorge Martin tweede. En een dag later versloeg hij in een fantastisch gereden race titelhouder en kampioenskandidaat Pecco Bagnaia. Wie had dit verwacht? Een beter visitekaartje kon de 25-jarige Romein niet afgeven. Dit leidde uiteindelijk tot een éénjarig contract bij VR46-Ducati als vervanger voor Luca Marini, die naar Repsol Honda vertrekt.

Nu het MotoGP-seizoen 2023 erop zit, is het tijd om een analyse per fabrikant te maken.

Honda: compleet de weg kwijt

Dat ’s werelds grootste motorfietsproducent al een tijdje achter de feiten aanloopt, is bekend. Dat er jarenlang veel werd gewonnen, kwam vooral door het ongelooflijke kunnen van Marc Márquez. Want na diens laatste wereldtitel (in 2019) kwamen de tekortkomingen van de Honda RC213V pas echt goed aan het licht. De laatste zege van de zesvoudige MotoGP-kampioen en het Repsol Honda-team dateert alweer uit 2021 en werd behaald op het circuit van Misano. Het is dat Alex Rins op een LCR-Honda dit jaar op verrassende wijze de GP van The Americas wist te winnen, anders zou de Japanse gigant ook in 2023 geen enkele zege hebben behaald. De stagnerende technische ontwikkeling was voor Marc Márquez reden om HRC na elf jaar te verlaten en over te stappen naar Gresini Ducati om daar volgend seizoen met een ‘overjarige’ Desmosedici GP23 te gaan racen.

Zijn laatste optreden op Honda had Marc Marquez graag anders zien eindigen

Ook Joan Mir kende een desastreus eerste jaar in het Repsol Honda-team. De MotoGP-wereldkampioen van 2020, maar dan op Suzuki, moest na een val tijdens de training in Valencia ook de laatste GP aan zich voorbij laten gaan. Mir eindigde uiteindelijk slechts als 22e in het klassement met maar 26 punten.

En Rins? Hij vond dat hij te weinig werd betrokken bij de ontwikkeling van de RC213V, waardoor hij niet de mogelijkheid kreeg om het Kalex-frame te testen. Daarom stapte de Spanjaard na één seizoen weer over naar Yamaha als fabrieksrijder. Niet alleen op technisch gebied is Honda compleet de weg kwijt, dat geldt ook voor het aantrekken van coureurs. Nadat Marc Márquez na de Japanse GP had aangegeven bij Honda te willen vertrekken, stond er niet meteen een opvolger klaar. Dat kwam ook doordat andere rijders al ergens anders onder contract stonden of simpelweg niet wilden uitkomen voor het eens zo machtige en succesvolle Repsol Honda-team. Uiteindelijk slaagde HRC-teammanager Alberto Puig, die niet bepaald slagvaardig handelde en wiens positie binnen Honda onder druk is komen te staan, erin om Luca Marini ervan te overtuigen om toch voor hen te gaan rijden. Samen met de ervaren Johann Zarco, die uitkomt voor het satellietteam van Lucio Cecchinello, zal Marini er alles aan moeten doen om Honda weer op het juiste pad te krijgen en terug te brengen naar de wereldtop. En dat dit tijd kost, is duidelijk.

‘Ten eerste wil ik Pecco feliciteren. Hij heeft de titel verdiend. Maar voor mij is dit een dag om te huilen en eentje om snel te vergeten.’
Jorge Martin (Ducati), die pas in de laatste van 39 races voor de wereldkampioen moest buigen.

Yamaha: zwabberende technische ontwikkeling

Het Japanse merk dat in de laatste race van 2022 met Fabio Quartararo nog streed om de wereldtitel, ging dit seizoen van start met slechts twee coureurs: de wereldkampioen van 2021 en Franco Morbidelli. Maar zij hadden met de YZR-M1 weinig kans tegenover de Europese motorfabrikanten. Yamaha maakte als enige merk nog gebruik van een viercilinder-in-lijn krachtbron in plaats van een V4-motor. Om meer vermogen te krijgen, werd de hulp ingeroepen van de Italiaanse ingenieur Luca Marmorini en zijn team, die bekend zijn uit de Formule 1. Maar tot nu toe heeft dit weinig resultaat opgeleverd. Dat gold ook voor andere technische ontwikkelingen uit Japan. Beide Yamaha-rijders gaven na verschillende tests uiteindelijk de voorkeur aan ‘oudere’ systemen op het gebied van aerodynamica en uitlaten. In eerste instantie was Fabio Quartararo duidelijk ontevreden over alle (tot nu toe mislukte) ontwikkelingen, maar in de tweede helft van het seizoen accepteerde hij zijn situatie meer en klaagde hij minder. Het is duidelijk dat Quartararo als coureur nog steeds razendsnel is. Het feit dat hij in 2023 slechts drie keer derde werd, lag dan ook niet aan hem maar aan zijn motorfiets. De grote vraag is wat Yamaha gaat doen, aangezien ze voor het eerst sinds 2003 geen enkele race hebben gewonnen. Komt er binnenkort alsnog een V4-motor? Of zal die pas komen in 2027 komen, wanneer er nieuwe technische reglementen van kracht worden met als waarschijnlijk grootste verandering het terugbrengen van de cilinderinhoud van 1000cc naar 850cc.

Door fouten te maken zorgden Brad Binder en Jack Miller er voor, dat KTM geen één-twee-zege in de laatste GP van 2023 behaalde.

KTM: meer verwacht

Met het aantrekken van Jack Miller (vijfde in 2022) en een aantal belangrijke Ducati-technici was het streven van KTM dit seizoen om het gat ten opzichte van Ducati te dichten. Maar dat gebeurde niet. Sterker nog, in het zevende jaar dat de Oostenrijkse firma meedeed in de MotoGP, werd er zelfs geen enkele GP-zege geboekt. En dat was teleurstellend na zeven eerdere overwinningen (vijf door Miguel Oliveira en twee door Brad Binder). Wel wist Binder drie Sprints te winnen en stond hij in totaal twaalf keer op het podium. Zo sloot de Zuid-Afrikaan het seizoen keurig als WK-vierde af achter drie Ducati-coureurs. Maar alleen in Jerez, op de Red Bull Ring en in Thailand vormde Binder een serieuze bedreiging voor de oppermachtige Ducati-coureurs wat betreft de winst.

Het eerste KTM-seizoen van Miller was teleurstellend. De 28-jarige Australiër stond volledig in de schaduw van Binder en presteerde alleen goed in Jerez waar hij twee derde plaatsen scoorde voordat hij ver terugviel. Tijdens de finale in Valencia had Miller nog veel kunnen goedmaken, maar hij verspeelde daar een belangrijke zege door onderuit te gaan terwijl hij aan de leiding lag. Een lichtpunt voor het Red Bull KTM-team was ongetwijfeld Dani Pedrosa, de testrijder, die goed presteerde in Jerez en Misano. Het satellietteam van KTM, Tech3 onder de naam ‘GASGAS’, presteerde echter teleurstellend. Dit kwam ook doordat Pol Espargaró tijdens de eerste GP van het seizoen zwaar geblesseerd raakte en maandenlang uitgeschakeld was. Augusto Fernandez deed het als MotoGP-rookie netjes door punten te scoren in veertien van de twintig GP’s, met een vierde plaats als beste resultaat in Le Mans. De vraag is nu of KTM volgend jaar wel Ducati kan verslaan.

Aprilia: te wisselvallig

In navolging van KTM werd er ook van Aprilia in vergelijking met Ducati een grote sprong verwacht. Hoewel het Italiaanse merk als tweede eindigde in de strijd om het constructeurs- en teamkampioenschap, bezorgde Aleix Espargaró zijn werkgever wel drie overwinningen: één in de Sprint (Catalonië) en twee in de GP (Groot-Brittannië en Catalonië). In die laatstgenoemde grand prix zorgde Maverick Viñales ervoor dat er maar liefst twee keer twee Aprilia-coureurs op het podium stonden, met een derde en tweede plaats. Bovendien behaalde Viñales ook tweede plaatsen in de GP’s van Portugal en Indonesië.

Maar ondanks het succes in Barcelona waren de prestaties van de Aprilia-rijders op andere circuits erg wisselvallig. Vooral bij de overzeese grands prix aan het einde van het seizoen was dit merkbaar. De eindresultaten bleven beperkt tot een zesde plaats voor Espargaró en een zevende plaats voor Viñales. Ook leverde het debuut van een satellietteam onder de vlag van Cryptodata RNF niet de verwachte resultaten op voor Aprilia.

Ten eerste bleek de Aprilia RS-GP model 2022 niet opgewassen te zijn tegen het merendeel deel van de concurrentie. Daarnaast had kopman Miguel Oliveira pech, aangezien hij meerdere keren geblesseerd raakte door valpartijen, waardoor hij regelmatig aan de zijlijn stond en slechts punten scoorde in 12 van de 39 races. Bovendien miste Oliveira ook nog de laatste GP van 2023 vanwege een val tijdens de GP van Qatar, waarbij hij zijn rechterschouder brak.

In Valencia werd duidelijk dat het onzekere tijden zijn voor Wilco Zeelenberg nadat de MotoGP Selectiecommissie besloot om het CryptoDATA RNF MotoGP Team geen startplek te geven voor 2024. Eerder moest RNF-baas Razlan Razali ook al het veld ruimen.

‘Ik heb nog nooit om een verandering van de reglementen gevraagd. Wat KTM en Aprilia doen is niet eerlijk.’
De reactie van Ducati Corse-baas Gigi Dall’Igna op het feit dat genoemd twee merken willen dat het dit seizoen oppermachtige Ducati beperkingen krijgt opgelegd.

Ducati: Grandioos goed

De absolute winnaar van 2023 is Ducati. Onder leiding van de bezielende en vakkundige leiding van Gigi Dall’Igna ontwikkelde het Italiaanse merk een machine waardoor niet alleen alle acht Ducati-coureurs minimaal één keer op het podium belandden, maar zeven ervan ook races wisten te winnen. De enige die dat niet deed was Luca Marini. Of het nu een Desmosedici GP23 of GP22 betrof, de machines waren op alle circuits competitief en betrouwbaar.

De overmacht van Ducati blijkt niet alleen uit het feit dat Pecco Bagnaia, Jorge Martin en Marco Bezzecchi als eerste, tweede en derde in de titelstrijd bij de coureurs eindigden. Dat deden de Ducati-teams Prima Pramac Racing, Ducati Lenovo Team en Money VR46 Racing Team ook bij de teams. Natuurlijk ging het kampioenschap bij de constructeurs met 700 punten naar het Italiaanse merk. De voorsprong op nummer twee, KTM, bedroeg maar liefst 327 punten.

17 van de 20 poles gingen naar Ducati-rijders. En wat betreft (podiumplaatsen) gingen er maar liefst 83 naar Ducati (waarvan 33 eerste plaatsen), tegen 15 voor KTM (0 zeges), 9 voor Aprilia (3 zeges), 6 voor Honda (1 zege) en slechts 4 voor Yamaha (0 zeges). Deze indrukwekkende cijfers laten zien dat het logisch is dat op dit moment zo’n beetje elke MotoGP-coureur het liefst op een Ducati van start wil gaan.

De grootste erkenning voor Dall’Igna en zijn team is dat zesvoudig MotoGP-wereldkampioen Marc Márquez, één van de grootste coureurs ooit, in 2024 op eigen verzoek voor hem gaat racen. En dan ook nog eens als niet-fabrieksrijder op een machine van 2023. Zo kan de Ducati-dominantie volgend seizoen nog wel eens groter worden dan die dit jaar al was.

Overigens, een titel die het Ducati Lenovo-fabrieksteam dit jaar niet won, was bij de teams. Die ging door toedoen van Jorge Martin en Johann Zarco namelijk naar het Prima Pramac Team van Paolo Campinoti. En dat was een verdiende pleister op de wonde voor het missen van de titel bij de coureurs.

‘We hebben dit seizoen tenminste nog één record kunnen breken.’ Marc Marquez, die samen met Repsol Honda-teamgenoot Joan Mir 53 keer ten val kwam. Voor Marquez was het met 29 schuivers in één seizoen een nieuw persoonlijk record.

Zwaarder dan ooit

Traditioneel vond de eerste test voor 2024 plaats op dinsdag na de laatste GP van 2023. Alle ogen waren gericht op Marc Márquez, die zijn debuut maakte bij Gresini Ducati. Maar dat niet alleen. Moto2-wereldkampioen Pedro Acosta deed dat op de GASGAS, Luca Marini en Johann Zarco op Honda, Alex Rins op Yamaha, Franco Morbidelli op Ducati en Fabio di Giannantonio op een VR46-Ducati.

Verder zijn er nog vragen: Komen er testbeperkingen voor Ducati en voordelen voor Honda en Yamaha? En wat gebeurt er met het veel bekritiseerde probleem van de luchtdruk bij de Michelin-banden? En niet te vergeten, wanneer begint de transferperiode voor 2025? Aangezien de contracten van de meeste coureurs eind 2024 aflopen. In ieder geval is het nu al duidelijk dat het GP-seizoen van 2024 zwaarder dan ooit zal zijn, met 22 GP-weekenden en dus 44 races. Als laatste kan daarom de vraag worden gesteld: Wordt het allemaal niet een beetje te veel van het goede?

Sprint Maleisië

10 RONDEN = 55,43 KM

1.Alex Marquez (E), Ducati, 19.58,713; 2. Jorge Martin (E), Ducati, +1,589; 3. Francesco Bagnaia (I), Ducati, +3,034; 4. Enea Bastianini (I), Ducati, +3,242; 5. Brad Binder (ZAF), KTM, +3,310; 6. Jack Miller (AUS), KTM, +4,318; 7. Marco Bezzecchi (I), Ducati, +5,307; 8. Johann Zarco (F), Ducati, +5,501; 9. Luca Marini (I), Ducati, +6,420.

Racegemiddelde winnaar: 166,4 km/u

MotoGP Maleisië

20 RONDEN =  110,86 KM

1.Bastianini, 39.59,137; 2. A. Marquez, +1,535; 3. Bagnaia, +3,562; 4. Martin, +10,526; 5. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +15.000; 6. Bezzecchi, +16,946; 7. Franco Morbidelli (I), Yamaha, +18,553; 8. Miller, +19,204; 9. Fabio Di Giannantonio (I), Ducati, +19,399; 10. Marini, +19,740; 11. Maverick Viñales (E), Aprilia, +21,189; 12. Zarco, +23,598; 13. Marc Marquez (E), Honda, +27,079; 14. Augusto Fernandez (E), KTM, +28,940; 15. Pol Espargaró (E), KTM, +29,849.

Racegemiddelde winnaar: 166,3 km/u

Snelste ronde (3e): A. Marquez, 1.58,979 = 167,7 km/u (record)

Sprint Qatar

11 RONDEN = 59,18 KM

1. Martin, 20.52,634; 2. Di Giannantonio, +0,391; 3. Marini, +2,875; 4. A. Marquez, +3,370; 5. Bagnaia, +3,957; 6. Viñales, +4,239; 7. Binder, +5,761; 8. Quartararo, +6,454; 9. A. Fernandez, +8,285.

Racegemiddelde winnaar: 170,0 km/u

MotoGP Qatar,

22 RONDEN = 118,36 KM

1.Di Giannantonio, 41.43,654; 2. Bagnaia, +2,734; 3. Marini, +4,408; 4. Viñales, +4,488; 5. Binder, +7,246; 6. A. Marquez, +7,620; 7. Quartararo, +7,828; 8. Bastianini, +8,239; 9. Miller, +11,509; 10. Martin, +14,819; 11. M. Marquez, +14,964; 12. Zarco, +17,431; 13. Bezzecchi, 17,807; 14. Mir (E), Honda, +18,673; 15. A. Fernandez, +21,455.

Racegemiddelde winnaar: 170,1 km/u

Snelste ronde (22e): Bastianini, 1.52,978 = 171,4 km/u (record)

Sprint Valencia

13 ronden = 52,065 KM

1.Martin, 19.38,827; 2. Binder, +0,190; 3. M. Marquez, +2,122; 4. Viñales, +3,106; 5. Bagnaia, +4,253; 6. Di Giannantonio, +4,400; 7. Bezzecchi, +4,502; 8. A. Marquez, +5,578; 9. Zarco, +5,910.

Racegemiddelde winnaar: 159 km/u

MotoGP Valencia

27 RONDEN = 108,135 KM

1.Bagnaia, 40.58,535; 2. Zarco, +0,360; 3. Binder, 2,347; 4. Di Giannantonio, +3,176; 5. Raul Fernandez (E), Aprilia, +4,636; 6. A. Marquez, +4,708; 7. Morbidelli, +4,736; 8. A. Espargaró, +8,014; 9. Marini, +9,486; 10. Viñales, +10,556; 11. Quatararo, +12,001; 12. Takaaki Nakagami (J), Honda, +21,695; 13. Lorenzo Savadori (I), Aprilia, +43,297; 14. P. Espargaro, op twee ronden.

Racegemiddelde winnaar: 158,3 km/u

Snelste ronde (3), Binder, 1.30,145 = 159,9 km/u (record)

EINDSTAND MOTOGP

1. Francesco Bagnaia (I)         Ducati 467
2. Jorge Martin (E)     Ducati 428
3. Marco Bezzecchi (I)            Ducati 329
4. Brad Binder (ZAF)   KTM    293
5. Johan Zarco (F)       Ducati 225
6. Aleix Espargaró (E) Aprilia 206
7. Maverick Viñales (E)           Aprilia 204
8. Luca Marini (I)        Ducati 201
9. Alex Marquez (E)    Ducati 177
10. Fabio Quartararo (F)        Yamaha          172
11. Jack Miller (AUS)  KTM    163
12. Fabio Di Giannantonio (I) Ducati 151
13. Franco Morbidelli (I)        Yamaha          102
14. Marc Marquez (E) Honda 96
15. Enea Bastianini (I) Ducati 84

Stay tuned

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis nooit het laatste nieuws! Onze nieuwsbrief wordt iedere week op dinsdag (bij veel nieuws) en donderdag verstuurd.


Gerelateerde artikelen