zaterdag 20 april 2024

Eerste test Ducati Superleggera V4 2020

De Pirelli-slicks zijn warm, het rechte stuk lonkt. Voor het eerst de volle 234 paardenkrachten loslaten op het asfalt van Mugello. De Ducati Superleggera V4 hoeft weinig voort te stuwen ook. Slechts 152 kilo aan motorfiets, een rijder a 90 kilo inclusief battledress en zeg tien kilo benzine en andere vloeistoffen. Dit is speciaal. Heel speciaal.

Dromen zijn bedrog?

Ontwikkelingsrijder Alessandro Valia is nog geen kwartier opwarmrondjes aan het rijden als de telefoon van Ducati’s communicatie-opperhoofd Francesco Rapisarda klinkt. De hoe dan ook altijd goedlachse Florentijn lacht nog breder na een ouderwets verhit maar amicaal stukje Italiaans telefoneren. Als hij ophangt legt hij uit, zoals het een beetje professioneel Italiaan betaamt, in grammaticaal goed Engels. Maar met een accent zo zalig dik dat het de Italiaanse kapitein uit de televisieserie ‘Allo Allo’ wel lijkt. Francesco: ‘Dat was een vriend van me. Woont op vijf minuten van Mugello. Hij hoorde wat en vroeg of we op het circuit aan het testen waren met de MotoGP-machine, anders kwam hij even kijken als het mocht.’ Met een nog grotere glimlach verdwijnt de telefoon in de binnenzak en sommeert hij ons dat we moeten aantreden voor de Superleggera V4. Zou bijna vergeten dat ik daarom in Coronatijd kunst- en vliegwerk heb uitgehaald om in Mugello te komen.

Het is nogal wat

De dames en heren in Ducati-shirtjes, polo’s en uiteraard perfect gestreken witte Ducati-overhemden lijken zich zo druk niet te maken. Waarom zouden ze ook; wat is heel die Ducati Superleggera V4 nou eigenlijk? Dat leg ik je even uit… Een motorfiets van 115.000 euro, waarvan er slechts 500 gemaakt worden. Elke koper krijgt op de koop toe de mogelijkheid de Ducati World Superbike Panigale V4R te rijden. Leg je nog 20.000 euro extra neer, mag je zelfs een keer testen met de MotoGP-machine. Dan geldt wel dat wie het eerst komt, wie het eerst maalt. De teller houdt op bij 30 gelukkigen. Overigens maal je al te laat… En laat Ducati tussen neus en lippen door nog even dat ze er met die 20.000 euro nog geld op verliezen. Het gaat om die Italianen om de dromen.

Verwezenlijken van die droom was van meet af de belangrijkste inspiratie voor de Superleggera V4. Ducati stelde zichzelf een uitdaging: een straatmotorfiets met bijna net zo veel vermogen als een volwaardige Superbike, er moest tien kilo af – dat werden er zelfs twaalf – ten opzichte van de toch al lichte Panigale V4 en de downforce moest geavanceerder zijn dan Ducati nu in de MotoGP heeft. Dat is nogal wat. Het is echt allemaal nogal wat, want iedereen die er toe doet binnen Ducati is van de partij. Pandemie of niet. Maar toch… zoals Francesco Rapisarda midden in waarschijnlijk Ducati’s belangrijkste presentatie ooit de telefoon opneemt om even te grappen en te grollen om vervolgens weer door te gaan. Da’s op zijn Italiaans ontspannen.

Racy genen

Het is ook niet vreemd dat die lokale connaisseur de klanken van de Superleggera V4 verwart met die van een MotoGP-Ducati. De uitlaat uit de racekit die Ducati meelevert exploiteert het beste dat de 234 pk en 119 Nm sterke V4-krachtbron te bieden heeft. Dat geluid. Je haat het of je houdt ervan. In de basis wordt de Superleggera aangedreven door de Panigale V4R WK Superbike-homologatiekrachtbron. Maar dan wel verder geoptimaliseerd en verbeterd met bijvoorbeeld anorectisch lichte titanium nokkenassen. Ducati koos haast instinctief voor de 998cc V4 in plaats van de grotere en 1103cc viercilinder uit de standaard V4 en V4S. Weet je nog, de drom? Dat was de ultieme straat-legale racer te maken. Die verrekte racegenen vlak je nou eenmaal niet zomaar uit.

Angstige oogjes

Racy is dan ook precies hoe de Superleggera aanvoelt vanaf moment nul. De zit is hoog, hoger dan standaard. Voor vandaag zijn een 125/70 slick voor en 200/65 achter gemonteerd. De kuip is weer enorm breed. Dat, en het verplichte nummer van de enthousiast rammelende droge koppeling vergt wat souplesse om de boel aan de praat te houden. Eén keer af laten slaan mag, toch? Met lichtelijk angstige oogjes wenk ik de monteur om een duwtje te geven en daar gaan we. Wetende dat ik een maatje 520-ketting heb om 234 pk naar een vederlicht achterwiel te sturen, schakel ik vlug op en rij de baan in. Opvallend: geen racewaardig lange eerste versnelling; gewoon straatoverbrengingen en schakelpatroon voor de Superleggera. Geen tijd voor zenuwen nu, er moet warmte in die Pirelli’s.

Verlengstuk van jezelf

Ook aan de voorzijde hangt een carbon-wiel, voorzien van halfzwevende joekels van Brembo-schijven, die weer aangegrepen worden door de evolutie van de Stylema-remklauw; de Stylema R. In het waas van ‘er moet warmte in die Pirelli’s’ leer je snel dat dit waarlijk ankers zijn. In Bocht een knijp ik de volgende ronde nog wel een keer zo hard. Twee vingers is meer dan voldoende. Heuvelop naar de eerste chicane. Race B is de subtielere instelling van de twee standaard rijmodi. In de eerste en tweede versnelling is de afgifte dan gematigd, zonder dat het ooit voelt alsof er ook maar iets inhoudt. Het is in het omgooien van links naar rechts dat de eerste kennismaking met het rijkarakter van de Superleggera zich echt openbaart. Na deze ervaring wordt het moeilijk welke motor dan ook nog lichtvoetig te noemen. Met de kin over de tank stuiterend over de binnenste kerbs in een rechterbocht, zo onwaarschijnlijk veel gemakkelijker dan verwacht gooi ik de Ducati om van flank naar flank. Alsof het niets weegt. Mugello heeft op zich al fijne lay-out en biedt meteen weer een links-rechts chicane. Ditmaal ga ik er met nog meer overtuiging in. Sturen is net zo moeiteloos als kijken waar je heen wilt. Zelfs de bloedsnelle heuvelaf-combinatie Casanova naar Savelli gaat als vanzelf. Deze Ducati weegt niks en laat zich bewegen alsof het een verlengstuk van jezelf is. Zo openbaart de Superleggera V4 zich.

Hart desondanks in de keel

Ook de rest van het circuit rijgt de Superleggera aan elkaar alsof ik de baan al honderd keer gereden heb. Elke bocht lijkt opeens bekend terrein. Als ik me besef dat de Biondetti-chicane richting de laatste bocht toch meer sturen vraagt dan het op de televisie lijkt, laat het lichte composietrijwielgedeelte zich van zijn beste kant zien. Het staat geheel tot je dienst, moedigt je aan tot meer durf. Terwijl het haast zo gemakkelijk gaat als in een videospel, komt een verprutste bocht enkel en alleen voor eigen rekening. En met dat vertrouwen, het hart desondanks in de keel, doemt het beruchte en bloedjesnelle rechte stuk van Mugello op. Ik heb de apex in zicht en kijk waar ik heen wil. Dan de blik op de horizon gericht en het gas tegen de stuit. En dan…

Testvideo Ducati Superleggera V4

Ferme duw

Wat dan volgt is een acceleratie die zelfs elektrische motoren of motoren met drukvulling doet verbleken. Wanneer het rechtstreeks uit de MotoGP geleende TFT-dashboard bovenin een van oranje naar rood knipperend licht laat zien, is enkel de kleine teen genoeg om de grote en centraal op het dashboard geplaatste drie naar een vier te trappen. Het onderbrekingsmoment van de quickshifter haalt de gang er merkbaar uit, waardoor je heel even voorover lijkt te schuiven. Maar nog voor je het goed en wel realiseert duwt de Superleggera V4 je weer ferm tegen de carbon bumstop op het kontje. En zo nog eens naar de vijfde versnelling. Ik kan het omschrijven als intens, maar dat dekt de lading niet.

In veel opzichten identiek aan de V4-krachtbron uit het V4R-homologatiemodel, maar nog beter afgewogen en afgemeten. Daarnaast kreeg het blok in de SFV4 ook titanium nokkenassen en werd elk boutje mogelijk vervangen door titanium.

Niet zo sexy

Stellen dat het idioot gemakkelijk over Mugello’s bepaald niet rechte of vlakke rechte stuk vliegt, dekt de lading evenmin. Geen straat-superbike voelde ooit zo stabiel en – raar als het klinkt – veilig op zo’n serieus hoog tempo. Afgaand op het schromelijk gebrek aan massa, zou de Superleggera V4 voor het gevoel veel zenuwachtiger moeten zijn. En dat brengt me bij de gigantische en bijna onooglijke vleugelpartij.

Aerodynamica is simpelweg niet zo sexy. Het effect is merkbaar, maar bij gebrek aan veel referentiemateriaal krijg ik er de vingers niet onder. Heel subtiel voel je dat het voorwiel de strijd met de zwaartekracht wint, maar echt loskomen is er ook niet bij. Bij 270 kilometer per uur zou er vijftig kilo extra druk op de voorzijde duwen, zonder dat je echt massa hoeft toe te voegen. Alleen de kuip en de vleugels dan, beide ook uit carbon, uiteraard. Overigens is de kuip wel zo gigantisch breed dat als je in het zadel zit je de vleugels eigenlijk niet ziet. Zet er een perfect gevormd ruitje op en dan kan zelfs een Hollandse jongen als ik met 1,86m zich er goed achter vouwen. Het is dan, met de aanzwellende toeren en decibellen, dat je het geluid van de Superleggera pas echt ervaart. Langs de zijlijn klonk de Ducati hels en trilde het trommelvlies van genot, maar met de knuisten om de clipons is het luid maar niks te.

Filip van Schil: De gelukkigste Belg ter wereld

Verlengstuk

Na een eerste gewenningsrondje – alsof dat heel veel is – leg ik eens echt aan voor die befaamde eerste bocht. De San Donato, waar zich al menig racedrama voltrokken heeft. Geen drama vandaag. Niet dezelfde venijnige handvol, maar een ferme en waanzinnig goed te doseren remvertraging, waarna de Superleggera als vanzelf naar binnen loopt voor de korte klim. Dan weer terug naar die eerste chicane. Links, rechts. De tweede versnelling uitmelken tot het shiftlight ook weer wakker wordt. Die tweede chicane vreet de Superleggera V4 net zo op. Zo maar. Alsof ik de wereldkampioen ben. Mugello wordt een waas, een roes. Het vloeiende en toch gigantisch snelle karakter van het circuit lijkt voor de Superleggera V4 gemaakt. Of andersom. Wat niet veel bezijden de waarheid zal liggen aangezien Alessandro Valia de machine hier vanaf nul ontwikkeld heeft. Zijn ‘eigen’ Superleggera is dan ook niet zo mooi meer. Noem het goed gebruikt. De remklauwen zijn verweerd, het blok is vies en veel boutjes zijn duidelijk meer dan eens los geweest. Zo ook Valia zelf, met een lichte stoppelbaard, een vieze veeg op zijn broek met een paar goed gebruikte sportschoenen eronder. Die Superleggera is het verlengde van Valia geworden, want dat doet de Superleggera met de rijder.

Als vanzelf

Elke bocht, elke keer dat je op het gas gaat, steeds wanneer je de motor veel sneller dan je ooit dacht te kunnen omgooit en telkens wanneer je die briljante rempartij aanspreekt; het gaat als vanzelf. De Ducati Superleggera V4 is dan ook een rijdende tegenstelling. Ducati stelde zichzelf een doel en legde er alles voor in de waagschaal dat doel, die droom te verwezenlijken. Voor zichzelf, maar zeker ook voor de Ducatist. De tegenstelling zit hem erin dat al die gedurfde beslissingen, al die innovatieve ontwikkelingen en bizarre toewijding die in het project zitten, resulteren in een motorfiets die er voor het gevoel niet eens is. Remmen gaat zonder moeite en de acceleratie is bizar bruut en toch berekenbaar. In het sturen lijkt het plots alsof je je verstand en zenuwstelsel ingeplugd hebt in de ECU van de motor. Terwijl datzelfde elektronische brein je constant aanspoort en leidt. Duizenden manuren gingen in Project 1708 zitten en de som der delen kost uiteindelijk waarschijnlijk nog zo veel meer dan wat er op het prijskaartje staat. En zelfs dan zal de droom voor maar weinigen echt haalbaar zijn, terwijl dat een droom als de Superleggera V4 juist zo bijzonder maakt. Als het gemakkelijk was, zou het geen droom zijn. Dan zou Ducati deze motor nooit gebouwd hebben. Maar het was hún droom. En voor de 500 gelukkigen voor wie mogelijk de allergrootste droom uitkomt. Het zal de best bestede 115.000 euro ooit zijn. En dat voor een motorfiets die verdwijnt zodra je erop stapt. 

Plus

De beste straatlegale sportmotorfiets die er is. Punt. Uit.

Min

Al laat je ‘m alleen maar stapvoets omvallen, je bent zowat meteen failliet…

Conclusie

Elk van de 500 met de hand in elkaar gezette Superleggera V4s gaat naar een klant die in elke vezel bovenal motorliefhebber is. Speciale Ducati’s vinden normaliter hoe dan ook wel gretig aftrek bij verzamelaars en mensen die het als investering zien. Alleen hoe leg je een prijs van 115.000 euro voor een motorfiets uit? Het is niet uit te leggen. Hoe goed de Superleggera V4 ook is, het blijft ‘maar’ een vervoersmiddel, alle inherente nadelen incluis. Maar door de  waarde van iets zo exclusief als de Superleggera V4 uit te drukken in euro’s… dan sla je de plank goed mis. Dan heb je iets niet begrepen. De droom die Ducati had toen ze zich als doel stelde de ultieme straatlegale sportmotorfiets te bouwen, is uitgekomen. Daarmee schiep Ducati voor de motorliefhebber een mogelijkheid te dromen één van de 500 gelukkigen te worden. Je krijgt voor dat geld een motor die zo veel meer is dan alleen dat. Afsluiten met een cliché dan? De Ducati Superleggera V4 is pure, onverdunde emotie. En de emotie wint uiteindelijk altijd van de ratio. Maar aan emotie heb je niet genoeg. Euro’s moet je hebben, heel veel euro’s. En daar baal ik van. Wat een motor!

Nick Enghardt
Nick Enghardt
Nick Enghardt, geboren op 14 december 1989. Druktemaker, techniek-nerd, liefhebber van oude motoren en een eindeloze bron van nutteloze (motor)feitjes. Werkt haast net zo lief aan zijn motoren als hij erop rijdt. Behalve dat Nicks motoren niet zelden stuk voor stuk stilstaan. Gelukkig maar dat hij MotorNL-testredacteur is en er dus altijd wel een nieuwe motor te testen valt.

GEBRUIKERSSCORE

Ben jij eigenaar van dit type en jaartal motorfiets? Doe dan mee met de gebruikersscore. Vul onderstaande velden in zodat andere geïnteresseerden nog meer informatie hebben voor dat ze eventueel tot aankoop overgaan.

Deel jouw ervaring met dit model met andere motorrijders

Motorblok
Stuureigenschappen
Vering en Demping
Remmen
Comfort
Afwerking
Uitrusting
Verbruik
Prijs/Kwaliteit

Gebruikers die hun ervaring hebben gedeeld (0)

Er zijn nog geen ervaringen van eigenaren/gebruikers van deze motor.

Laatste Artikelen

Gerelateerde artikelen