Danne’s dragracer voor de straat: The Project Bike
Als de Zweedse gereedschapmaker Danne Sundström besluit zijn oude vriend Charley Karling te gaan helpen met het maken van onderdelen voor Charley’s 800 pk sterke Top Fuel dragracer, krijgt hij een idee. Van alle belangrijke en superspeciale parts voor Charley’s dragracer maakt hij replica’s om daarmee voor zichzelf een waanzinnige custombike te kunnen bouwen. Goed idee en… Nog beter uitgevoerd!
Danne Sundström houdt zich graag low-profile, maar toch is hij een bekende verschijning binnen de Zweedse custom-scene. Tussen 1974 en 1979 was hij president van de H-D Club Sweden. Hij was ook de allereerste die in Zweden een chopper bouwde rond zo’n fameus Amerikaans Ostrich motorblok. Daarna creëerde de techneut uit Piteå elke paar jaar wel een coole custom. Voor hun mooiste ritten in en buiten Zweden hebben Danne en zijn vrouw Kerstin respectievelijk een Ultra Electra en een V-rod.
BEPERKINGEN
Een ander vroeg lid van de H-DCS was Anders ‘Charley’ Karling die halverwege de jaren 80 begon met dragracen en volop experimenteerde met steeds extremere motortechniek. In zijn voortdurende jacht naar de ultieme motorprestaties stuitte Charley steeds vaker op de beperkingen van de gekochte kant-en-klare onderdelen. Het was allemaal gewoon niet sterk genoeg voor de extreme machines die Charley bouwde en dus besloot hij een beroep te doen op het vakmanschap van een zekere gereedschapmaker in Piteå. “Het begon met een nagenoeg onverwoestbaar carter”, verklaart Danne. “Charley maakte de tekeningen en in freeste de carterhelften in Alumec. Dat is twee keer zo duur als aluminium, maar zo sterk als staal. Hij kreeg blok nummer 1 en ik hield blok nummer 2 voor mezelf. Dat was in 1992 en sindsdien heb ik een stuk of zes andere carters gemaakt, de meeste ook voor dragracers.” De supersterke carters bleken goed bestand tegen de beproevingen van de dragstrip en de vrienden gingen verder met het ontwerp en de bouw van hun eigen cilinders en cilinderkoppen.
VAKMAN
Net als eerder maakte Danne van de gelegenheid gebruik om de onderdelen voor eigen gebruik te kopiëren, zij het wel met enkele aanpassingen. “Charley rijdt zijn dragracer op nitro terwijl ik gewone benzine tank. Dus de compressieverhouding voor mijn blok moet anders zijn en ik heb ook veel meer koeling nodig dat hij, want hij hoeft maar 400 meter.” Danne maakt uiteindelijk ook zijn eigen kruksassen en drijfstangen. Dat niet alleen omdat hij de ‘standaard’ spullen niet goed genoeg acht, maar ook om te ontdekken of hij als vakman inderdaad in staat zou kunnen zijn om met zulke kritische onderdelen het niveau van de gerenommeerde fabrikanten te overtreffen. Dat is hij dus en inmiddels maken de vrienden verreweg de meeste onderdelen voor Charley’s dragracers zelf. De enige onderdelen die nog gekocht worden zijn zaken als de oliepomp, de kleppen, zuigers, tuimelaars, lifters en stoterstangen. “Eigenlijk zou ik die ook zelf kunnen maken”, zegt Danne. “Maar het zou belachelijk veel extra tijd kosten en je moet toch èrgens een grens trekken.”
METAAL
Voor zijn custom koos Danne de vierbak van een Sportster. Dankzij de Alumec steunplaten aan weerszijden van de motor is de aandrijflijn superstabiel. Blok en bak fungeren ook als dragend deel voor het rijwielgedeelte. De met staal omvlochten olieleidingen dragen bij aan het race-imago van de bike. Het smeersysteem van de motor is vergelijkbaar met dat van een standaard Harley. Voor de opbouw van het blok heeft Danne uiteraard het nodige advies van Charley gekregen. De hele machine is opgebouwd uit perfect bewerkt Alumec en Danne liet de oppervlakken precies zoals ze waren nadat ze van de CNC bank afkwamen. Is hij ooit in de verleiding gekomen om het Alumec te polijsten of in de blanke lak te zetten? “Nee, nooit”, antwoordt hij resoluut. “Ik wil juist dat je de kunst in de bewerking van het metaal kunt zien.”
START
Het hele proces van de bouw heeft ongeveer 7 jaar geduurd en hoe meer het op een complete motorfiets begon te lijken, hoe vaker Danne na de reguliere werkuren in zijn werkplaats bleef om aan de bike te werken. Op een dag in de herfst van 2002 was dan eindelijk het moment daar dat de startknop van ‘The Project Bike’ zoals Danne de motor eenvoudig noemt, in te drukken voor een eerste start. Het blok startte meteen, hoewel er natuurlijk ook wat kinderziektes aan het licht kwamen. De plek van de dynamo, op de voorste poelie, voldeed niet en de oorspronkelijke startmotor bleek te zwak. Danne gebruikt nu de 3,5 pk sterke startmotor uit een Chevy V8. Een dynamo uit een onbekende Jap kreeg een alternatieve plek op het blok en de constructie doet nu een beetje denken aan die van een compressor. De prestaties van het blok zijn prima met een vermogen van 150 pk bij 6.500 t.p.m. en een prachtig glooiende koppelkromme met al 180 Nm bij 2.000 t.p.m. en 210 Nm als max. Echt lange ritten doet Danne niet met zijn ‘Project Bike’, als was het alleen al omdat de dorst van het blok bijna een liter per 10 kilometer vraagt en de tank niet groter is dan een litertje of 9.
VERSTANDIG
Maar heeft Danne zijn straatversie van Charley’s Top Fuel dragster al een keer op de dragstrip uitgetest? En zo ja, welke tijd heeft hij dan kunnen neerzetten…? Zijn antwoord is verrassend: “Om eerlijk te zijn durf ik daar niet aan te beginnen”, lacht hij. “Ik ken mezelf en weet dat als ik zoiets zou doen, ik er ook meteen voor de volle 110% voor zou gaan. Iedereen die iets van dragracen weet, weet ook dat het me dan weer enorm veel tijd en bakken met geld zou gaan kosten. Dus laat ik nu gewoon eens een keer echt verstandig zijn en daar helemaal niet aan beginnen…”
Tekst & foto’s: Ulf Forsberg
TECHNISCHE SPECIFICATIES THE PROJECT BIKE
| Bouwer / eigenaar | Danne Sundström, Piteå, Zweden |
| Merk en type motorblok | Eigenbouw door Danne Sundström, watergekoelde V-twin |
| Cilinderinhoud | 2065 cc (126 Cui) |
| Boring x slag | 4,0 x 5,0 inch |
| Compressie | 12,0 : 1 |
| Cilinders | Eigenbouw, materiaal: Impax Supreme staal |
| Cilinderkoppen | Eigenbouw, materiaal Alumec |
| Carters | Eigenbouw, materiaal: Alumec |
| Carburatie | S&S Super D carburateur |
| Luchtfilter | Eigenbouw |
| Uitlaatsysteem | Eigenbouw met 3” Supertrapp collector |
| Oliepomp | Pro-Flow Stage III |
| Ontsteking | V-Thunder |
| Transmissie | Primair: 3” belt, koppeling: Bandit, versnellingsbak: Sportster 4 bak |
| Startmotor | Chevrolet V8 |
| Frame | Eigenbouw, staal |
| Balhoofdhoek | 35 graden |
| Voorvork | Kawasaki Ninja |
| Kroonplaten | Eigenbouw |
| Voorwiel | Eigenbouw, 4 x 16” |
| Voorrem | Dubbele schijfrem, ISR schijven, Tokico zeszuiger klauwen |
| Voorband | Pirelli Demon, 110/90-16 |
| Achterwiel | Eigenbouw, 7,5 x 17” |
| Achterrem | Enkele schijfrem, met Tokico dubbelzuiger klauw |
| Achterband | Michelin Hi-Sport 200/50-17 |
| Benzinetank | 1983 Sportster |
| Stuur | Pull bar |
| Zadel | Eigenbouw |
| Controls | H-D |
| Foot controls | Eigenbouw |
| Koplamp | Bates replica |
| Achterlicht | Lucas |
| Displays | H-D, gemodificeerd |
| Spuiter | Benny Bergvall, Piteå Autolack |
Finaal afgedaan: 11 laatste editie motorfietsen
Aan alle mooie liedjes komt een eind. Ducati brengt met de V2 Superquadro Final Edition misschien wel hun laatste V2-superbike uit. Een mogelijk einde van een tijdperk. Maar wel het begin van een lijstje van motoren waarvan ooit af-fabriek een laatste editie is voorgesteld.
1984 BMW R100 CS/RS/RT Last Edition
De oudste ‘laatste versie’ van een motormodel dat we ons voor de geest konden halen. De R100-modellen werden eind jaren zeventig de reeks vlaggenschepen waarmee BMW goede sier maakte. In 1984 werden de laatste versies van deze modellen ook zo voorgesteld. Het zouden BMW’s laatste luchtgekoelde boxers worden voor ze alles op de drie- en viercilinder-in-lijn van de watergekoelde K-reeksen zouden zetten. Het was dus een model voor pure boxerliefhebbers. De R100 Last Edition kreeg een aparte kleurstelling en had intussen ook gegoten wielen in plaats van de spaakwielen van de eerste edities. Dat de luchtgekoelde boxers nadien alsnog terugkeerden met ondermeer de R100 RT Classic frustreerde de kopers van de vrij dure Last Editions mateloos, waarop BMW elke eigenaar met een gratis helm probeerde te paaien.

1998 Ducati 900SS FE
In 1998 liep Ducati’s Supersport-reeks op zijn laatste benen. Ingehaald door milieunormen die de lucht/oliegekoelde modellen niet meer bijbenen en prestaties (84 pk) die ook niet meer van deze tijd waren. Dus bracht Ducati nog een laatste reeks van 800 FE ‘Final Editions’ uit. Als basis gebruikten ze in Bologna de 900 SL (Super Light) met diens enkele zit, hoge uitlaten en hoogwaardigere Brembo Goldline-remschijven. Het motorblok wijzigde in detail, maar zorgde niet voor wereldschokkende, nieuwe prestaties, wat de paar duizend extra euro’s die een FE moest kosten alleen kon verantwoorden tegenover de echte Ducatisti.

Legendarische modellen: Kawasaki Z1R-TC Turbo
2021 Yamaha SR400 Final Edition
De Yamaha SR400 moet zo’n beetje de langst geproduceerde motor zijn als je de Royal Enfield Bullet niet in ogenschouw neemt. De SR400 verscheen voor het eerst in 1978 in het gamma van het merk met de stuurvorken. In 2021 viel helaas het doek over de SR400, na 43 jaar productie. Tot op het eind van zijn dagen deed de SR400 het zonder elektrische starter, maar vanaf 2010 dwongen milieunormen Yamaha wel tot de montage van een injectiesysteem, nadat er ook al schijfremmen in plaats van trommels waren gemonteerd. De Final Edition werd op 1.000 exemplaren voorzien van een aparte lak en bronzen velgen. Sober, maar zo hoort het bij een motor die altijd zonder toeters of bellen door het leven ging.

2022 Honda CB400 Super Four Final Edition
Een model dat we in de Lage Landen nooit in de etalage hebben zien staan, maar één van die heerlijke, om belastingtechnische redenen op 400cc gehouden specials voor de Japanse markt. De CB400 Super Four zag in 1992 het levenslicht en pas in 2022 kwam er een Final Edition. De 399cc-vierpitter kennen we wel uit een paar grijs geïmporteerde Honda CB-1’s. Door zijn productiejaren heen veranderde er behoorlijk wat. Zo ging de nokkenasaandrijving van tandwielen naar ketting in 1994 en in 1999 monteerde Honda het VTEC-systeem dat we kennen van de VFR’s. Maar in 2022 waren het ook hier milieunormen die Honda aanzetten tot het uitbrengen van een Final Edition.

2017 Ducati Panigale 1299R Final Edition
Wat Ducati nu met de Superquadro Final Edition doet, deden ze eerder al met de 1299R Final Edition. Van 1988 met de 851 tot 2020 met de 1299R Final Edition. In die 32 jaar verdubbelde het vermogen van Ducati’s top V2 (of L2) tot 209,4 pk en een monsterlijk koppel van 142 Nm, voor een drooggewicht van slechts 168 kilogram. De Finale Edition werd dan ook afgeleid van de SuperLeggera (superlicht), met alle elektronische hoogstandjes die in 2020 gangbaar waren (IMU, bochten-ABS, hellingshoekgevoelige tractiecontrole, wheelie controle) en de top van wat veerspecialist Öhlins in de rekken had liggen, maar zonder elektronische sturing. Maar met de komst van de V4 bleek het lot van de V2 beschoren, temeer omdat in het WK Superbike geen vuist meer gemaakt kon worden.

2024 Triumph Thruxton Final Edition
Sinds april van dit jaar is de Triumph Thruxton Final Edition beschikbaar. De naam Thruxton zag het licht in 1964 ten huize Triumph en zestig jaar later leek het Triumph een mooie leeftijd om afscheid te nemen. Althans, voor even schatten we… De 2024 Thruxton Final Edition is een afgeleide van de Thruxton RS, met een aparte groene lak en handmatig aangebrachte, gouden striping en andere details. Elke FE wordt geleverd met een certificaat van authenticiteit, getekend door Triumph CEO Nick Bloor.

2021 Honda CB1100 Final Edition
In 2007 verraste Honda met de CB1100, een luchtgekoelde vierpitter in tijden dat waterkoeling de enige mogelijkheid scheen om de geldende emissienormen te halen. Maar Euro5 bleek ook een brug te ver voor de CB1100, waarmee in 2021 ook definitief het doek over de CB1100 viel. Honda zwaaide z’n retro-naked uit met louter cosmetische aanpassingen, zoals bronskleurige wielen, nieuwe carters en onderdelen in gepolijst aluminium. Dit alles in een bruin metallic of blauw metallic kleurtje. De Final Edition bleef wel alleen beschikbaar voor klanten in Japan of Taiwan. De rest van de wereld kon de CB1100 slechts van ver uitwuiven…

2008 Suzuki GSX1400 Final Edition
In 2001 gooide Suzuki zich op de markt van de dikke retro nakeds, waarbij ze hun Bandit 1200 niet dik genoeg schenen te vinden. Enter GSX1400. Deze knoert was initieel enkel bestemd voor de Japanse en Europese markt, maar verzeilde nadien ook in de V.S. en Australië. Met 106 pk en 228 kg droog aan de haak verraste de GSX1400 niet zozeer op papier, maar wanneer je in het zadel zat, vooruitgestuwd door een schier eindeloos gevoel van trekkracht (althans tot een omwenteling of 7.000) floot je wel anders. Over de Final Edition kunnen we kort zijn, die had een aparte retro-kleurstelling en dat was het wel. Suzuki liet de GSX1400 verder voor zichzelf spreken en dat deed-ie. Met twee woorden…

1994 Suzuki GSX1100S Katana Final Edition
In Japan houden ze graag vast aan hun iconen. Zo ook Suzuki met hun Suzuki GSX1100S Katana. Deze door de Duitser Hans Muth apart gestylede sportmotor verscheen voor het eerst op de motorbeurs van Keulen in 1980. Voor Japan werd een 750cc-versie gebouwd, maar onder druk van kopers werd ook daar de 1100 bij dealers gedropt. De Katana bleef uiteindelijk zo’n dertien jaar ongewijzigd in productie. Om in 1994 de Final Edition aan te kondigen. Suzuki wilde de Katana in stijl laten afzwaaien met een genummerde serie met hoogwaardigere afwerking, zwartgelakt motorblok, betere remmen, tubeless banden om maar wat te noemen. Helaas zakte het vermogen van 111 naar 95 pk en zakte de opgegeven topsnelheid zelfs onder de 200 km/u, waardoor de Katana iets minder scherp hakte dan voorheen.

2016 Kawasaki W800 Final Edition
In 2016 zei Kawasaki de in 2011 geïntroduceerde W800 vaarwel en bij uitbreiding de hele W-reeks die zo’n vijftig jaar eerder werd gestart. De W800 kwam uiteraard voort uit de W650 die quasi instant een cultmotorfiets werd in het retro-segment. De W800 Final Edition kreeg een aparte kleurstelling in Candy Brown met Candy Sunset Orange accenten en een apart Final edition-logo. En zo hoort het ook, want de W800 vergaarde een schare hardcore fans als rechttoe-rechtaan motor voor liefhebbers van retro zonder de bijhorende nadelen van echte oldtimers.

2024 KTM 1290 Super Duke R Final Edition
Dit jaar neemt KTM afscheid van de 1290 Super Duke R. De ‘Beast’ is niet meer nodig in de Oostenrijkse stal nu de 1390 R er geboren is. Met een keizersnede wellicht. De Final Edition krijgt unieke details die ze bij KTM ‘subtiel’ noemen. Het TechPack vol electronica zit erop, evenals een Akrapovic slip-on demper en een Final Edition-oorkonde, kwestie van je geen spreekwoordelijk oor aan te laten naaien wellicht.

Aprilia onthult de RSV4 X ex3ma: de meest geavanceerde RSV4 ooit
Aprilia heeft de RSV4 X ex3ma onthuld, de meest geavanceerde RSV4 die ooit is geproduceerd. Dit is het vierde model van een uniek project dat in 2019 begon met de RSV4 X, gevolgd door de Tuono X, en in 2022 verder ging met de meer geavanceerde RSV4 X Thirty. Deze werkelijk unieke modellen, gemarkeerd met een ‘X’, vertegenwoordigen het toppunt van technologie en prestaties die beschikbaar zijn voor het publiek.
Racetechnologie voor het publiek
Volgens Romano Albesiano, technisch directeur van Aprilia Racing, vertegenwoordigt deze motorfiets de meest extreme evolutie van het programma om geavanceerde technologie rechtstreeks van de raceafdeling aan klanten te leveren. Bij Aprilia Racing is de overdracht van racetechnologie naar het publiek een tastbare realiteit. De ingenieurs hebben iets gecreëerd dat veel verder gaat dan een evolutie van de al uitzonderlijke RSV4.

Baanbrekende aerodynamica
De RSV4 X ex3ma is voorzien van innovaties die normaal gesproken zijn voorbehouden aan een MotoGP-motorfiets. Het is de eerste motorfiets die algemeen te koop is met een compleet grondeffectpakket. De stroomlijn op de flanken van de motorfiets maken gebruik van de luchtdruk tussen de grond en de motor waardoor de grip verhoogd wordt. Het hele pakket, dat bestaat uit de voorvleugel, de ‘spoon’ (ondervleugel onder de achterbrug) en de vleugels op het lagere gedeelte van het voorspatbord. Het pakket heeft vijf keer zoveel downforce als het vorige model in een rechte lijn. In bochten drie keer zoveel.

Geavanceerde elektronica en gewichtsbesparing
Onder de oppervlakte liggen aanzienlijke verbeteringen, te beginnen met de befaamde APX-race-ECU, die uitgebreid is opgewaardeerd om de prestaties en gebruiksvriendelijkheid te verbeteren. Veel componenten, zowel zichtbaar als verborgen, zijn nieuw of geoptimaliseerd om het gewicht te verminderen. Deze motorfiets komt ongetwijfeld het dichtst in de buurt van de rijervaring van een moderne MotoGP-machine.
Iconische Perla Nera-kleurstelling
De speciale Perla Nera-kleurstelling is geïnspireerd op het erfgoed van Aprilia. De glanzend zwarte afwerking en grafische afwerking van de RSV4 X ex3ma is een duidelijk eerbetoon aan een van de iconische motorfietsen in de geschiedenis van de sport, de RS 250, waarop Max Biaggi van 1994 tot 1996 drie opeenvolgende wereldtitels won in de 250cc-klasse.

Ontwikkeld met Max Biaggi
Max Biaggi zelf was betrokken bij de ontwikkeling van het circuit en de laatste afstellingen van de RSV4 X ex3ma: “Deelnemen aan de ontwikkeling van een motorfiets als de RSV4 X ex3ma was als het bijwonen van de testsessies van een echt raceprototype. Het is een beetje als de tests in het voorseizoen, waar het technische grondwerk voor een heel seizoen wordt gelegd. Op dezelfde manier is de toewijding op het circuit onverminderd geweest, met als doel een motorfiets voor te bereiden die zijn gelukkige rijders dezelfde sensaties biedt als een raceprototype.” – Max Biaggi
Indrukwekkende specificaties
De sepcificaties beschrijven een echte racemotor zonder compromissen. De 65° V4-motor, met een cilinderinhoud van 1099 cc, is verfijnd door de motorspecialisten van Aprilia Racing en levert 230 pk bij 13.500 tpm en 131 Nm koppel bij 11.000 tpm. Deze prestaties worden bereikt door specifieke afstemming van de V4, waaronder een hogere compressieverhouding, een zeer doorlaatbaar Sprint Filter-luchtfilter en een SC Project-uitlaatsysteem met titanium spruitstukken en dubbele einddempers.
Geavanceerde elektronica
De ECU die alle actieve elektronische regelsystemen beheert, is de befaamde APX van Aprilia Racing, een exclusief onderdeel en de nieuwste evolutie van het systeem dat wordt gebruikt in de WSBK-wereldkampioenschappen die door Biaggi en de RSV4 zijn gewonnen. Deze ECU bevat dezelfde bedieningsstrategieën als de RSV4-racemodellen en omvat een geïntegreerd data-acquisitiesysteem, dat gebruik maakt van specifieke sensoren die essentieel zijn voor het fijn afstellen van de voertuigdynamiek.
Hoogwaardige componenten
Het aluminium twin-spar frame, al lang een symbool van Aprilia’s meesterschap in het vervaardigen van wendbare en precieze frames en ophanging, wordt versterkt door mechanische Ohlins-vering met een aangepaste setup, inclusief een geavanceerde drukvork.
Het Brembo-remsysteem omvat een 19×16 radiale pomp aan de voorzijde, GP4 MS monobloc remklauwen met Z04 racingremblokken en 330 mm T Drive-remschijven, terwijl de achterremschijf is uitgerust met een remklauw met nikkelcoating.

Exclusiviteit en prijs
Elk van de 30 Aprilia RSV4 X ex3ma-motorfietsen, geprijsd op 80.000 euro in Europa, zal vanaf september exclusief online te reserveren zijn op FACTORYWORKS.APRILIA.COM. Gelukkige kopers krijgen de unieke kans om hun motorfiets op te halen bij Aprilia Racing in Noale, met een exclusief bezoek aan de raceafdeling. Naast hun gelimiteerde en genummerde RSV4 ontvangen ze een Yashi-laptop, een gepersonaliseerde motorhoes, een speciaal tapijt en een race-standaard.
Interview manager Laurens Klein Koerkamp over onder andere Collin Veijer
Laurens Klein Koerkamp was de afgelopen periode druk met de transfer van Collin Veijer naar de Moto2. En daar wilden we natuurlijk alles over weten. Daarnaast vroegen we Laurens hoe het management van zijn andere rijders – onder wie Michael van der Mark – in zijn werk gaat.
We zijn natuurlijk vooral erg benieuwd hoe het hele proces rond de totstandkoming van het Moto2-contract van Collin Veijer is verlopen. Wanneer begint zo’n traject?
‘Dat begon in mei op Le Mans. Dat kwam deels omdat partijen ons benaderden en doordat je zelf ergens begint te praten. En doordat er partijen naar ons kwamen, konden we andere partijen – die wij ook interessant vonden – laten weten dat het nu al begon te spelen. De focus lag op de Moto2 en er waren veel interessante opties moet ik zeggen.’
Om hoeveel geïnteresseerden ging het?
‘Er waren zeker zo’n vijf serieuze opties. Dat hadden er nog meer kunnen zijn, maar sommige richtingen wilden we niet op. Met zo’n drie partijen zijn we serieus in gesprek gegaan. Een aantal partijen toonde veel belangstelling in Collin en probeerde er ook wat druk op te zetten. Het is dan zaak om je eigen visie vast te houden, maar wel correct te blijven. Onze eerste keus was Red Bull KTM Ajo en dat is gelukt.’

Waarom was Red Bull KTM Ajo jullie eerste keuze?
‘We vonden het belangrijk om de relatie met Pierer Mobility, waar KTM onder valt, te behouden. Collin is nog erg jong en als je dan een relatie hebt met een fabrikant die ook in de MotoGP zit, wil je die niet zo vroeg in de carrière al verstoren. Dat gaat om een bepaalde loyaliteit, maar ook een strategie zodat je KTM als het ware niet voor het hoofd stoot. Want mocht Collin de MotoGP halen, is KTM een serieuze optie. Maar eerst zal hij zichzelf moeten bewijzen in de Moto2. Daarnaast heeft Collin een goede band met Red Bull en die konden we op deze manier in ieder geval ook behouden.’
Collin werd ook gelinkt aan SpeedUp Racing van Luca Boscoscuro. Was dat één van de serieuze opties?
‘Daar was zeker belangstelling voor Collin, maar er werd ook gespeculeerd in de media. Dat vind ik geen probleem, want het hoort erbij. Ik heb een persoonlijke band met Luca Boscoscuro en zijn vrouw, mede omdat Collin vroeger in zijn juniorteam heeft gereden. Ik stond begin dit jaar een keer met hen te praten. Dat gesprek ging over de hondjes van de vrouw van Luca, maar sommigen meenden meteen dat ik in gesprek was voor een Moto2-contract.’
Jullie voorkeur lag bij Red Bull KTM Ajo, maar je wilt denk ik niet te vroeg de andere opties al afzeggen. Denk ook aan het Liqui Moly Husqvarna Intact GP team waar Collin nu voor rijdt en dat ook een Moto2-team heeft. Hoe gaat dat in zijn werk?
‘Je wilt graag eerst een handtekening hebben, maar aan de andere kant wil je ook correct zijn. De andere partijen die Collin heel graag wilden hebben, hield ik zeer regelmatig op de hoogte. Ik geef dan op een gegeven moment bij hen wel aan dat het een andere kant op lijkt te gaan. Zo is het ook gegaan bij Liqui Moly Husqvarna Intact GP. We hebben een goede band en een vertrouwensrelatie met hen, dan voel je wel aan dat je ook iets meer open kunt zijn. We hebben eerlijk aangegeven dat we bij Red Bull KTM Ajo nog wat dichter bij de KTM-fabriek kwamen te zitten, dan als we bij Collin’s huidige team zouden blijven. Natuurlijk bestaat er dan de kans dat geïnteresseerde partijen voor een andere rijder kiezen, daarom vragen we wel naar hun deadline. En als ze Collin echt graag willen hebben, dan wachten ze in ieder geval nog wel even op onze uiteindelijk beslissing. Daarnaast hadden we er voldoende vertrouwen in dat het ging lukken bij Red Bull KTM Ajo.’

Hoeveel gesprekken heb je gehad met Red Bull KTM Ajo tussen mei en de handtekening in augustus?
‘Dat de bekendmaking in augustus op Silverstone was, betekent niet dat de handtekening niet eerder gezet kan zijn. In totaal hebben er zo’n vijf officiële gesprekken plaatsgevonden denk ik. Deels met de KTM-verantwoordelijken en Aki (Ajo) samen, maar ook met Aki en KTM-mensen alleen. Ook met Red Bull Oostenrijk hield ik nauw contact. Daarnaast bel en app je met de partijen veel op en neer.’
Wist je in Assen al dat Collin naar Red Bull KTM Ajo zou gaan? En in hoeverre neem je Collin mee in het traject?
‘In Assen had ik er wel vertrouwen in, maar vertrouwen is wat anders dan een handtekening. Vader Jurjen is volledig op de hoogte, Collin gaven we tijdens het traject geregeld een update, maar niet over de kleinste dingetjes. Maar Collin is wel leidend en moet er voor 100% achter staan, anders gebeurt het niet. Het is aan mij de taak om goede opties op tafel te leggen en daarbij de voor- en nadelen kenbaar te maken. Bijvoorbeeld bij een fabrieksteam als Red Bull KTM Ajo komt er meer druk bij kijken, maar Collin is zo gegroeid als persoon en rijder dat dit in onze ogen geen issue is.’
Wat waren nog meer belangrijke onderwerpen in de besprekingen met Red Bull KTM Ajo?
‘Voor Collin is het heel belangrijk dat hij zich goed kan voorbereiden op de overstap naar de Moto2. Daarvoor moet hij gaan trainen op motoren zwaarder dan 600cc. Aki heeft hier veel mogelijkheden voor in Spanje en dat heeft lang niet elk team. Collin heeft het nu ook al perfect voor elkaar met trainers in Spanje en een trainer in Staphorst. Dat moet goed aansluiten op de mogelijkheden en voorbereidingen bij Aki op het Moto2-seizoen. Daarnaast praten we over de contractduur – waar ik voor Collin niet verder op in zal gaan – en het financiële gedeelte. Bij de contractduur zijn in iedere situatie weer andere dingen van belang. Bijvoorbeeld toen Michael (van der Mark) in 2021 bij BMW tekende verliet hij Yamaha. Hij verruilde een fabrikant waarmee hij won, in voor een project dat nog in ontwikkeling was. Dan is het essentieel om een contract voor meerdere jaren te tekenen. Ook praat je over wie de crew chief en data/elektronica-man gaat worden en onderwerpen als persoonlijke sponsoren, logoposities, designs etc.’

Voor Collin ben je dit jaar maanden bezig geweest. Kostte de verlenging van Michael bij BMW voor 2025 weinig tijd?
‘Contractueel wel, omdat de basis al staat. Daarnaast heb je gedurende het jaar telkens contact. Bij Michael is het wel een bijzondere situatie. BMW heeft hem mede gehaald, omdat hij naast zijn rijtalent heel goede ontwikkelingsfeedback kan geven. Dat zag je al aan het einde van zijn eerste jaar doordat de motor steeds beter werd. Door twee seizoenen vol met blessures en het aantrekken van nieuwe rijders die niet eenzelfde bijdrage konden leveren in de ontwikkeling, is er veel tijd verloren gegaan. Het is niet zo dat toen Toprak (Razgatlioglu) kwam, dat de motor direct veel beter was. Vorig jaar was Michael dan nog niet volledig fit, maar kon hij wel helpen om de motor te ontwikkelen. Je kon in de data al zien dat Michael op de goede weg was, al kon hij het nog niet een hele race volhouden. Michael is in mijn ogen van enorme waarde geweest voor het gehele BMW-project en dat probeer je regelmatig bij de BMW-verantwoordelijken te laten vallen. Dat is meer op de achtergrond uiteraard. Ook is de samenwerking tussen Toprak en Michael bijzonder, want het komt weinig voor dat er zo open data wordt uitgewisseld en dat teamgenoten zo intensief samenwerken. Dit helpt Michael, maar ook Toprak.’
Naast Collin en Michael ben je ook de manager van Glenn van Straalen, Garrett Gerloff, Jeffrey Buis en Yuta Okaya. Wat zijn in algemene zin belangrijke punten in een contract?
‘Het hangt er allereerst van af of een rijder moet betalen of niet. Een team maakt de meeste kosten aan het begin van het seizoen. Stel dat een rijder moet betalen, dan is het bijvoorbeeld van belang dat er een redelijke spreiding van betalingstermijnen in het contract staat. is. Een rijder krijgt van zijn sponsoren ook niet al het geld aan het begin van het seizoen. En mocht een team niet leveren wat er is afgesproken, dan wil je niet alles al hebben betaald. Een andere voorwaarde is hoe er mee wordt omgegaan wanneer een rijder geblesseerd is. Moet dan nog steeds alles worden betaald of krijgt hij een deel terug wanneer hij meerdere races mist en er al dan niet een betaalde invaller wordt ingezet? Niemand verwacht vooraf dat je lang geblesseerd raakt, maar wanneer dat wel gebeurt kun je er maar beter wat over hebben afgesproken. En iets wat met name in lagere klassen speelt zijn de kosten voor crash-onderdelen. Stel dat je als rijder nog maar net alles kunt betalen, dan wil je aan het einde van het seizoen niet nog een flinke naheffing krijgen. Daarom probeer je het bedrag van crash-onderdelen in het contract te limiteren, ook daar zijn verschillende manieren voor te bedenken.’

Qua termijn in het contract staat vaak ook iets over opties om te verlengen. Kun je daar wat meer uitleg over geven?
‘Daarover komt veel onzin in de media, mede omdat teams het zelf niet altijd duidelijk (willen) vermelden. Soms wordt er een tweejarige overeenkomst aangekondigd, terwijl het in werkelijkheid gaat over één jaar plus een optie voor nog een jaar. Zo’n optie ligt vaak bij het team en kan op basis van bepaalde voorwaarden worden gelicht. Het is voor een rijder van belang dat de einddatum van de optie niet te laat is. Mocht het team niet doorgaan, dan heeft de rijder nog voldoende tijd om iets anders te zoeken. Vanuit een team kan een optie tot verlenging begrijpelijk zijn. Bijvoorbeeld we waren heel blij dat Collin in 2023 een plek had in de Moto3 Grand Prix en al helemaal bij Liqui Moly Husqvarna Intact GP, wat onze voorkeur had. Teammanager Peter Öttl wilde het risico nemen, maar ook een optie hebben om een jaar te kunnen verlengen wanneer het een succes werd. Dat vorig jaar al zo vroeg bekend werd dat Collin zou blijven, was gewoon een optie in het contract die werd gelicht.’
Wat is het leukste aan je vak?
‘Het is de mix van techniek, commercie en marketing binnen een sport die ik geweldig vind. Dat was tijdens mijn Yamaha-periode al zo, maar nu als freelancer heb ik de vrijheid om mijn eigen projecten te kiezen. Veel mensen hebben een passie voor een bepaalde sport, ik heb het voorrecht om binnen de sport die ik leuk vind te mogen werken. Daarnaast werk ik alleen met rijders met wie ik een klik heb, waardoor ik altijd achter hun kan staan. Dat betekent niet dat je het altijd met elkaar eens hoeft te zijn.’

Je bent bijna tien jaar rijdersmanager en daarvoor heb je leidinggevende rollen bij Yamaha Racing gehad. Over welke competenties moet een goede rijdersmanager beschikken?
‘Het is van belang dat je een zeer goed netwerk binnen de motorsportwereld hebt en dat ook onderhoudt. Ik kan bij veel teams in de Grand Prix en WorldSBK binnenlopen voor een praatje. Dat is essentieel en dat netwerk had ik voor een groot deel al vanuit mijn werk bij Yamaha waar ik ook het merk vertegenwoordigde voor de Superbike en motorcross bij de MSMA (Motorcycle Sport Manufacturers Association) meetings. Zo kende ik de mensen bij Kawasaki Europe al, wat het makkelijker maakte bij de overgang van Garrett Gerloff volgend jaar naar Puccetti Kawasaki. Stefan Pierer en Pit Beirer (KTM) ken ik uit de motorcross en bijvoorbeeld met Davide Brivio, nu Trackhouse MotoGP-teammanager, heb ik nauw samengewerkt toen hij Yamaha’s Superbike Teammanager was, jaren geleden. Ik denk ook dat het van belang is om goed met mensen te kunnen omgaan en bovenal moet je correct zijn. Uiteindelijk is de racewereld een kleine wereld waar je dezelfde mensen altijd weer tegenkomt, soms jaren later en in andere functies.’
Tot slot, zou het voor jou een droom zijn om Collin naar de MotoGP te brengen?
‘Dat zou wel fantastisch zijn. Ik ben betrokken bij Collin sinds zijn twaalfde en het is geweldig om zijn groei van zo dichtbij te mogen meemaken. Maar ik geniet van iedere rijder die het maximale eruit haalt. Ik kon vorig jaar enorm genieten van Jeffrey Buis, die na een lastig begin van het seizoen ongelofelijk sterk terugkwam en zijn tweede wereldtitel behaalde. Of Glenn van Straalen die zijn eerste WK Supersportrace won in Assen. En zoals nu met Michael van der Mark die na al zijn tegenslagen weer zijn ware potentieel laat zien. Het plezier haal je uit de prestaties, dat is waar de sport om gaat. Deze job is voor mij veel meer dan werk. Doen wat je leuk vindt, dat gun ik iedereen.’
Fotografie: Randy van Maasdijk
Olafs Performance Bagger ‘Fuego’ gaat als de brandweer
Olaf Klokman is gefascineerd door de scene waarin met Baggers wordt geracet. De vijftigjarige eigenaar van een schildersbedrijf koos daarom na zijn vorige H-D, een FXDLS Dyna Lowrider, voor deze Road Glide die werd omgebouwd naar Performance Bagger. Olaf lacht; “Ja, de motor gaat nu als de brandweer en daarom besloot ik hem ‘Fuego’ te noemen!”
In 2019 raakte Olaf geïnspireerd door de Bagger Racing League (BRL) met al die snelle en mooie Performance Race Baggers. Hij kocht deze Road Glide bij West Coast Motors in Alkmaar, waar de motor werd opgebouwd door Master Technician, René Kamphuis.
PERFORMANCE AVONTUUR
Olaf: “De Performance Bagger scene was op dat moment nog niet echt levendig in Nederland en het was in het begin best pionieren. Het was veel zelf ontdekken; Waar doe je goed aan en waaraan juist niet qua rijgedrag van de motor? Echt specifieke problemen heb ik niet gehad met de ombouw. Wel heb ik veel verkeerde keuzes gemaakt toen ik de motor net had, onderdelen erop… En er weer af.” Hij vervolgt: “Samen met mijn goede vriend Tom Roozendaal zijn we dit Performance avontuur aangegaan, we reden op dat moment allebei nog een Dyna Clubstyle motor. We wilden meer de performance kant op met een motor die snel is, een goede wegligging heeft en waar je ook nog steeds een langere trip mee kan maken. We maken veel buitenlandse reizen en rijden veel in de bergen, knallen door de bochten en zoeken de grenzen op! In 2022 hebben we Performance Europe (PE) opgericht. We zijn inmiddels een groep van zes gepassioneerde motorrijders, die allemaal Performance Harleys/Baggers rijden en mooie trips maken in het buitenland. We delen ideeën en bedenken nieuwe upgrades voor onze bikes. Daarnaast bezoeken we en staan we ook zelf op beurzen en evenementen met het PE team.
Sacrament: Yamaha Conceptbike door Williams Gómez
GEWICHT
In het begin zaten er treeplanken op de motor, maar als snel bleek dat die steeds de grond raakten. Conclusie; de motor moest hoger om meer grondspeling te hebben voor het bochtenwerk. Voor zijn er 2 inch langere binnenpoten met Öhlins Cartridge gemonteerd en achter een Brock Performance achterbrug met een set Öhlins schokdempers, waardoor de motor nu flink hoger staat. De Öhlins cartridge voor en Öhlins schokdempers achter zijn op maat gemaakt door HK Suspenion. De treeplanken werden vervangen door een midcontrol set van Arlen Ness. “Daarna wilden we gewicht gaan besparen, de spatborden, tank dash en de Road Glide fairing werden door carbon exemplaren vervangen.”
PROJECT 21
Ze reden op dat moment met een illegale uitlaat rond en door de vele roadtrips in het buitenland én in Nederland wisten ze dat het een keer mis kon gaan qua geluidscontroles en een WOK melding ligt dan op de loer. “We kwamen in contact met Sjoerd Ottenheim en Peet Gerards van Dr. Jekill & Mr. Hyde. Zij vroegen ons, in het voorjaar van 2023, om als Performance Europe langs te komen en mee te denken over de vorm en het geluid van het Project 21: De 2 in 1 uitlaat voor de Touring motor waarmee zij volop in ontwikkeling waren. Dat was een geweldige ervaring en het was mooi om een kijkje achter de schermen te krijgen. Een hele eer dat wij als Performance Europe daar een steentje aan bij mochten dragen. Op dit moment zit het Project 21, de 2 in 1 Street Legal uitlaat op mijn motor en de prestatie en de sound zijn fantastisch! De looks zijn helemaal afgestemd op de performance uitstraling van de bike en het vermogen is geweldig. Op het moment levert de motor 151 pk en 214 Nm en dat zijn geweldige cijfers met een street legal uitlaat!
EN VERDER
Tijdens het Harley-Davidson 120th Anniversary event in Budapest stonden wij met Performance Europe op het plein bij Jekill & Hyde. De gebroeders Bobhead wilden even op onze motoren zitten en lekker gassen. Leuk allemaal, maar daarna was er een lekkage ontstaan aan het oliefilter. Toen ik dat ontdekte was Harley-Davidson Budapest dicht. Na een telefoontje met West Coast Motors die mij verwees naar het Harley-Davidson Service Centre op het evenemententerrein, maar waar ik door de drukte niet terecht kon. Ik kwam daar gelukkig Ed Anderson van Harley-Davidson Benelux tegen, die hoorde wat er aan de hand was en hij zei tegen mij; “Hey West Coast Motors, kom morgen maar langs dan gaan we kijken wat het probleem is!” Na de reparatie konden we onze weg vervolgen naar Kroatië en verder en ook dat werd weer een geweldig mooie roadtrip.”
Tekst en fotografie Onno “Berserk” Wieringa – madnessphotography.nl
TECHNISCHE GEGEVENS H-D ROAD GLIDE PERFORMANCE BAGGER
Natuurlijk! Hier is de complete tabel met de sectie “DANK AAN” toegevoegd aan het einde. Je kunt deze code kopiëren en plakken in de HTML-editor van een WordPress-pagina of -bericht. “`html| ALGEMEEN | |
|---|---|
| Eigenaar | Olaf Klokman |
| Bouwer | H-D / René Kamphuis, West Coast Motors Alkmaar |
| Merk | Harley-Davidson |
| Model | FLTRXS Road Glide |
| Bouwtijd | 2020 t/m 2024 en er komen meer upgrades |
| MOTORBLOK | |
|---|---|
| Bouwjaar | 2020 |
| Bouwer | H-D / René Kamphuis, West Coast Motors Alkmaar |
| Cilinderinhoud | 2146 cc |
| Type | M8 Milwaukee 8 |
| Carter | Standaard H-D |
| Krukas | S&S Cycles 4-1/2’’ Stroke |
| Zuigers | Screamin’ Eagle High Compression 131 Zuigers |
| Cilinders | Screamin’ Eagle 131CI |
| Cilinderkoppen | Screamin’ Eagle Extreme CNC Ported Heads |
| Kleppen | Oversized Screamin’ Eagle |
| Nokkenas | 3/4 Starr Race Cam, George Bryce |
| Nokvolgers | H-D |
| Oliepomp | Screamin’ Eagle High Flow |
| Benzinesysteem | EFI |
| Luchtfilter | 1’’ Taller Stealth Air Stinger, S&S Cycles |
| Luchtfilterhuis | Screamin’ Eagle 68mm Throttle Boddy and intake Manifold |
| Ontsteking | H-D |
| Uitlaatsysteem | Dr. Jekill & Mr. Hyde Twenty-One 2-1 Exhaust |
| Versnellingsbak | 6 Speed H-D |
| RIJWIELGEDEELTE | |
|---|---|
| Frame | H-D |
| Voorvork | 2 inch up Gold tubes Arlen Ness/ Krauss Moto Triple Trees Up And Bottom |
| Achterbrug | Brocks Performance |
| Schokdempers | Öhlins |
| Voorwiel | H-D Prodigy 19 inch |
| Achterwiel | H-D Prodigy 18 inch |
| Remmen | Brembo M8 Monoblock met Galfer Brake Discs |
| DIVERSEN | |
|---|---|
| Voorspatbord | Carbon Fiber |
| Achterspatbord | Carbon Fiber |
| Tank Dash | Carbon Fiber |
| Road Glide Fairing | Carbon Fiber |
| Spatbordsteunen | H-D |
| Benzinetank | H-D |
| Dashboard/Tellers | Kraus Moto RG Billet Gauge Bezel |
| Olietank | H-D |
| Stuur | FM Fly Moto Style Bars |
| Stuurverhogers | Kraus Moto Wolf One 10’’ Pro |
| Spiegels | H-D |
| Handvatten | Performance Machine |
| Schakelaarhuizen/rem- koppelingshendel | Oberon Performance |
| Koplamp | BAJA Design en Mishimoto Oil Cooler |
| Achterlicht | Thunderbike Germany |
| Richtingaanwijzers | Custom Dynamics ProBEAM |
| Zadel | Custom Made By Silver Machine Seats Ermelo (3 inch hoger race zadel) |
| Sissybar | H-D |
| Mid controls | Arlen Ness |
| Voetsteunen | Oberon Performance |
| SPUITWERK | |
|---|---|
| Kleur | Amethyst Metallic |
| Spuiter | House of Colours |
| Idee | Naar eigen idee |
| Design | 174 staat voor: 1 voor de maand januari en 74 mijn geboortejaar |
| DANK AAN |
|---|




















