dinsdag 24 juni 2025
Home Blog Pagina 304

Test 2023 Benelli TRK 702 en TRK 702 X: troonopvolger

0
2023 Benelli TRK 702

Slalommend tussen hittegolven en onweer, presenteert Benelli z’n nieuwe TRK 702 en TRK 702 X. Wij mochten in de schaduw van de Mont Blanc, als een van de eersten in Europa, aan de rol met de opvolgers van de TRK 502. De verwachtingen waren hooggespannen voor de grotere broers van de best verkochte motor in Italië. Of die ingelost werden?

TestomstandighedenDroog, maar fris gezien de hitte in Italië
Temperatuur20°C in het dal, rond 10°C in het hooggebergte
TestlocatieValle d’Aosta, Italië

Foto’s: Benelli

Sinds onze laatste visite aan het land van getomateerd bladerdeeg en overmatig gegesticuleer, waren we behoorlijk onder de indruk van de heropleving van Benelli. Onder de vleugels van QJ groeide het merk immers in een klein decennium uit van een ambitieus idee uit het verre oosten tot een oude glorie die een onverhoopte tweede jeugd beleeft. Wie had enkele jaren geleden z’n hebben en houden durven verwedden op het feit dat de Benelli TRK 502 de best verkochte motor van Italië zou worden? Wij niet. Maar kijk aan. Reeds drie opeenvolgende jaren houdt de halveliter-op-stelten elke concurrent – inclusief de onvermijdelijke Beier – op ruime afstand, met meer dan 6.600 verkochte stuks vorig jaar. Ook in 2023 lijkt de opmars van de TRK 502 niet te stuiten ten zuiden van de Alpen.

Dubbeltest Honda XL750 Transalp vs. Suzuki V-Strom 800DE

Kwestie van het ijzer te smeden als het heet is, lanceert Benelli een opvolger voor z’n goudhaantje: de TRK 702 en TRK 702 X. Twee middenklasse hoogpoters, die het gat moeten vullen tussen de TRK 502 en de op til staande 800-versie. Ze komen allebei met een in de basis erg herkenbare 698cc-staande twin en zesbak in het stalen vakwerkframe, potig ogende veerelementen, een opmerkelijke styling, een knap TFT-schermpje met connectiviteit en dubbel USB-laadpunt én een zeer smakelijk prijskaartje. De X wordt in de markt gezet als een meer offroadgerichte versie, met onder meer spaakwielen, meer grondspeling door extra veerweg achteraan, ruwer geprofileerd rubber en aangepaste wielmaten (19-inch voorwiel in plaats van 17”).

Goedkeurend geknik

Als we met de taxi de parkeerplaats van het hotel opdraaien, staan de TRK 702’s netjes opgelijnd op ons te wachten. Nog natikkend van de testrit die de Italianen – een licht chauvinistische primeur, uiteraard – er net mee hebben afgerond, over en door de meest westelijk gelegen alpencols. Het scheiden van helm en kruin bij de respectievelijke rijders levert geglimlach, goedkeurend geknik en opgestoken duimpjes op. Dat kunnen we, bij een eerste aanblik althans, perfect begrijpen. De TRK 702 straalt zowel van veraf als dichtbij in z’n zeer appetijtelijke pels. Van de potige kopsectie met de fors ogende 50mm-UPSD vork en het op een crossbril geïnspireerde frame rond de koplamp, over de brede snavelsectie met LED-verlichting en geïntegreerde richtingaanwijzers, tot de mooie kleurstellingen. Met een extra pluim voor de gespaakte wielen, het ruwe rubber en de gewaagde groen-gele kleurstelling van de TRK 702 X. We zouden het zelfs de doorgewinterde motorrijder vergeven, als hij ‘m op een afstand zou verwarren met Ducati’s Multistrada. Afgezien van het onnodige koolstofvezel-patroon op de plastic spiegelbehuizing, de ietwat overbodige plaats op het spatbord om een ‘actiecamera’ te monteren, de wat iel aanvoelende knoppenwinkel en een verdwaalde ruwe lasnaad op uitlaatbochten en frame, oogt het allemaal prima en verzorgd. Een open doekje voor het Benelli Style Centre en de bijbehorende R&D-afdeling in Pesaro. Ook opvallend: waar andere – eh – heroplevende merken maar al te graag uitpakken met een reeks gevestigde namen op hun machines, lijkt Benelli dat bewust niet te doen. De axiaal gemonteerde remklauwen dragen de eigen merknaam, en de ophanging is volgens de aanwezige ingenieurs dan wel afkomstig van Marzocchi, maar daar vind je geen opvallende merksticker van terug. Uitgaan van eigen kunnen, zo lijkt het wel. Enkel om de wielen treffen we een bekende naam: Pirelli levert zowel de Angel GT’s voor de standaardversie als de Scorpion Trail STR’s op de X. Hoog tijd om dat rubber wat rotatie te bezorgen, niet? Aftrappen doen we op de TRK 702 X.

Mirakels

De TRK 702 X is qua zadelhoogte een stukje hoger dan z’n standaardkompaan, maar de 835 mm is ook voor kleinere rijders behapbaar. De duozit met bijbehorende handvatten en bagagerek zorgen voor een ietwat lastige opstap, maar eenmaal rechtop getroond, steun je makkelijk aan beide kanten met de bal van de voet op de grond, en het brede stuur met instelbare hendels makkelijk in de hand. Die goede steun kan overigens geen kwaad, aangezien de X bij stilstand en traag manoeuvreren best laat merken dat hij 235 kg weegt. Een por op de startknop ontlokt een vrij hees inlaatgeluid en een beschaafde uitlaatnoot aan het blok, waarna we de bak in z’n één prikken en aan de rol kunnen.

We zijn La Thuile – ons gastdorp voor deze perstrip – amper uit gereden, als de eerste verraste blikken tussen de testrijders uitgewisseld worden. Iedere rijder heeft na enkele kilometers al gemerkt dat er toch wat weinig fut in het blok huist – ondanks wat de technische specificaties doen vermoeden. Qua opbouw is dit immers de door Benelli onder handen genomen, afgezwaaide versie van een Japanse staande twin met 180°-krukas, met iets langere slag (+4,5 mm) en een identieke boring, iets meer inhoud (+49cc) en compressie (11,6:1 vs. 10,8:1), grotere gasklephuizen (2 x 41mm vs. 38mm) en 3 pk en 9 Nm extra op het rapport. Maar waar de groene leenheer met de originele opstelling best pittig voor de dag komt, is dat in deze configuratie bizar genoeg niet het geval. Het blok loopt onderin wat ruw, en verrast vooral met een relatief vlakke vermogenscurve en koppelarm verloop van onderin tot net voor de begrenzer. Inclusief een opvallende (homologatie)dip tussen 3.000 en 4.000 toeren in. Je hoeft van de combinatie middenklasse tweepitter en hooggebergte uiteraard geen mirakels te verwachten, maar we hadden stiekem toch op iets meer leven in de brouwerij gehoopt. Vanaf 4.500-5.000 toeren loopt de snelheid gelukkig best vlot op, zij het zonder al te veel sensatie. Alles opgeteld doet het blok z’n werk wel, zonder franjes. Net zoals de ietwat stugge, maar steevast correct schakelende zesbak met slipperkoppeling en de ietwat fletse soundtrack. Het is allemaal niet heel spannend, maar het werkt wel naar behoren.

Marathonmotor Benelli TRK502X: ‘Vrienden verklaarden me voor gek met een Benelli’

X-factor

Wat gelukkig wel prima lukt, is sturen. Zelfs met een 19-inch wiel tussen de vorkpoten laat de TRK 702 X zich makkelijk rond elke haarspeld krullen, en blijft hij ook op snelheid mooi stabiel. Een voetje op de achterrem, inkijken en sturen – geen klachten, edelachtbare! De riadiaal gemonteerde tweezuigers bijten daarbij net voldoende hard in de wave-schijven door om het potige gewicht afgeremd te krijgen, terwijl de ophanging op de weg toch ietwat onderbemeten (vrij zachte in- en uitgaande demping) voelt om de vele lastenwissels op te vangen. Zo gaat de voorzijde onder remdruk nogal snel duiken, richt hij vrij kwiek op bij overgooien in een korte S-bocht, wordt elke acceleratie op wat deining achter onthaald, en wordt ruw wegdek niet al te gefilterd doorgeseind naar je ruggengraat. Achteraan kan je evenwel in de weer met de in- en uitgaande demping, en kan je ook de veervoorspanning aanpassen – dus daar valt wel een mouw aan te passen. Met m’n 67 eigen rijklaarkilo’s ben ik geneigd om de ophanging vooraan onder speels te catalogiseren, iets zwaardere rijders zullen vermoedelijk sneller over limieten gaan spreken.

Nu we het daar toch over hebben: tijdens de ochtendsessie op de X, mochten we ruwweg 75 kilometer volmaken, inclusief een stukje gravel van goed vijf kilometer. Daar botst de TRK 702 X toch behoorlijk tegen z’n eigen grenzen aan. De meest opvallende tegenvaller is opnieuw de niet-instelbare voorvork, die zowel qua in- als uitgaande demping een stuk te zacht staat en bij iets ruwer oppervlak helemaal doorslaat. Anderzijds is het vrij potige gewicht een beperkende factor, evenals het niet-uitschakelbaar ABS achteraan en de erg beperkte bescherming van het oliefilter vooraan. Na amper tien minuten op gravel zien we op die laatste al een tiental putjes door steenslag op verschijnen – dat kunnen we bezwaarlijk offroadwaardig noemen. Uiterlijk klopt de X-factor dus absoluut, maar meer dan het reepje gravel om de hoek hoef je niet te ambiëren. Voorlopig dan toch: tijdens het afsluitende diner hebben we het even over de bedenkingen bij de testrit, waarna de PR-dame alles mooi noteert en ik na enkele dagen een berichtje krijg om te melden dat de R&D-afdeling met dikkere vorkolie en andere veren gaat experimenteren, gaat evalueren of het ABS eventueel uitgeschakeld kan, én of er een betere protectie voor het oliefilter kan voorzien worden. Da’s wat ze noemen snelschakelen. Fijn!

Hannibal

Na de middag mogen we nog even aan de slag met de ‘gewone’ TRK 702. Die is qua blok, frame en remmen (enkel de remschijven wijken licht af) identiek aan de X, maar de 19 mm minder veerweg achteraan en het kleinere voorwiel zorgen voor minder grondspeling, drie kilo minder rijklaargewicht, én een opvallend lagere zadelhoogte. Met 790 mm steunt zelfs dit onderdeurtje met beide voeten vlak op de grond – ideaal voor opstappers en kleinere rijders, dus.

Als we Hannibalgewijs over de Alpen zwalpen, dan valt meteen één verschil op ten opzichte van de X: de voorzijde voelt bij het insturen een stuk strakker aan dan z’n gespaakte kompaan. Dat verschil kunnen we bezwaarlijk aan de voorvork toeschrijven – die is immers identiek aan z’n noppenbroeder – wel door het 17” gegoten alu voorwiel, met bijbehorend straatrubber (Pirelli Angel GT). Waar het iets loggere 19” spaakwiel wel wat flex vertoont bij snel overgooien, stuur je het kleinere wiel makkelijker in, zet je het vlotter op z’n lijn en houd je eenvoudiger een hogere bochtensnelheid aan (eveneens met dank aan de iets bredere 160mm-achterslof). Dat is een absolute bonus als het tempo de hoogte in gaat. De SS26 over de Colle de Piccolo San Bernardo en richting het Franse Bourg-Saint-Maurice ligt immers bezaaid met haarspeldbochten, maar ook met secties waar het gas er even flink op kan. Met het blokje mooi tussen de 5.500 en de 8.000 tpm in komt (afgezien van wat vibraties in het zadel en de tank) het beste uit de krachtbron naar boven, terwijl de slipperkoppeling zich van z’n mooiste kant laat zien bij vinnig terugschakelen naar de volgende asfaltknik. Zolang je in gedachten houdt dat de afvering aan de zachte kant is, waarbij je onder stevige remdruk toch bij de pinken moet blijven, komt alles goed. Zo gaat ‘ie lekker!

Conclusie test 2023 Benelli TRK 702

We hinken een beetje op twee gedachten na deze testdag. Enerzijds is het moeilijk om niet te vallen voor deze knappe, toegankelijke en goed doordachte verschijningen, met hun aangename zithouding, leuke stuurgedrag, makkelijk afleesbare en vlot bedienbare TFT-scherm en uitstekende standaardbanden. En dankzij de respectievelijke prijskaartjes (8.999 en 9.499 euro, vanaf eind augustus bij de dealer) zijn de TRK 702 en TRK 702 X zeker gedegen opties voor budgetbewuste rijders. Anderzijds moet je de afweging maken of je de onderbemeten ophanging, het weinig inspirerende blok en de niet erg offroadwaardige prestaties voor lief neemt, of liever verder spaart voor een iets potenter en spannender alternatief. Want daar zijn er in het drukbevolkte segment van de middenklasse allroads wel wat van…

Minpunten 2023 Benelli TRK 702 (X)

  • Strak ontworpen, gewaagde kleurenkeuzes
  • Aangename zithouding, goed voor kilometervreten
  • Knap TFT-schermpje dat zich makkelijk laat bedienen

Pluspunten 2023 Benelli TRK 702 (X)

  • Blok loopt wat ruw en heeft voelt minder krachtig dan verwacht
  • Vering loopt snel tegen z’n limieten aan
  • X oogt offroadwaardig, maar is het niet
Prijzen2023 Benelli TRK 7022023 Benelli TRK 702 X
Nederlandv.a. € 8.999,-v.a. € 9.499,-
Belgiëv.a. € 7.599,-v.a. € 7.999,-
2023 Benelli TRK 702 X.

Kawasaki maakt specificaties Ninja 7 Hybrid bekend

0
Kawasaki Ninja 7 Hybrid

Recent introduceerde Kawasaki de allereerste Hybride motorfiets. De nieuwe Ninja 7 Hybrid is, door de voordelen van een conventionele verbrandingsmotor en elektrische tractiemotor te combineren in één, een ware ‘’Game Changer’’.

De hybride combinatie wordt gevormd door een gloednieuwe 451cc parallel twin en een elektrische tractiemotor met een gecombineerd vermogen van 59pk (69 pk met E-boost functie) en een koppel van 60.4 Nm vanaf 2.800 tpm. In de volledig elektrische modus is de elektromotor goed voor een constante output van 7kW en een range van 12km afhankelijk van de rijomstandigheden.

Test 2024 Kawasaki Ninja 7 Hybrid: een blik op de toekomst of een imago-kwestie?

Op het gebied van acceleratie en verbruik levert de Ninja 7 Hybrid topprestaties. Acceleratie vanuit stilstand is vergelijkbaar met die van een sportieve 1000cc en een brandstofverbruik dat vergelijkbaar is met dat van de 250cc-klasse. In Sport-modus is een verbruik van 1 op 25km mogelijk, in ECO-modus is dit zelfs 1 op 27.

Bovendien is dit innovatieve nieuwe model uitgerust met een regeneratief systeem, waardoor de vertragende energie tijdens het rijden terug naar de accu wordt geleid wanneer de rijder het gas loslaat. Dit draagt bij aan een grotere actieradius.

Begin 2024 is de Ninja 7 Hybrid beschikbaar bij de Kawasaki dealers. Ga voor meer informatie of een dealer bij u in de buurt naar www.kawasaki.nl.

Volgende week zal redacteur Gijs voor Motor.NL de Kawasaki Ninja 7 Hybrid testen in de omgeving van Barcelona. We houden je op de hoogte!

*Goedgekeurde waarde van WMTC fase 3-test, klasse 3-2

Officieel: Marc Márquez stapt over naar Gresini Racing

0
Marc Marquez wordt – mede door zijn connectie met Red Bull - regelmatig gelinkt aan toekomstige overstap naar KTM.

Marc Márquez, na een roemrijk tijdperk van elf jaar bij Honda en talloze overwinningen, stapt over naar Gresini Racing voor het aankomende seizoen. Zijn jongere broer, Alex, zal naast hem staan als teamgenoot, wat wellicht een fascinerende dynamiek aan hun races zal toevoegen. De zesvoudige MotoGP-kampioen geeft toe dat het verlaten van Honda geen makkelijke keuze was, citerend: “Soms moet je je comfortzone verlaten om jezelf te herontdekken.”

De sensationeelste transfers in de MotoGP. Wordt Marc Márquez de volgende?

Márquez, ondanks het navigeren door een uitdagende periode van letsel en revalidatie sinds 2020, is optimistisch over de transitie en uitdagingen die voor hem liggen met het wennen aan een nieuwe motor en team. Met 59 MotoGP-races onder zijn riem en 101 podiumplaatsen, kijkt de coureur uit naar het aankomende seizoen. Marc houdt zijn vizier strak op de toekomst gericht, terwijl hij zich voorbereidt op de aankomende GP van Indonesië, gevolgd door nog vijf races.

Foto: ANP

Nieuwe kleuren voor de 2024 Honda Gold Wing en Rebel

0

De GL1800 Gold Wing en GL1800 Gold Wing ‘Tour’ en de CMX500 en CMX1100 Rebels krijgen voor 2024 nieuwe kleuren. Een overzicht.

Honda E-Clutch: automatisch systeem voor handmatige motorfietsversnellingsbak

  • Een nieuwe Matt Armoured Green Metallic-kleur voor de GL1800 Gold Wing.
  • De Gold Wing ‘Tour’ ontvangt twee nieuwe kleurenschema’s: Heavy Gray Metallic en Pearl Glare White met Graphite Black-details.
  • Bij de 2024 Honda CMX500 Rebel gaat het zelfs om drie nieuwe kleuren: Seal Silver Metallic, Matt Laurel Green en Pearl Shiny Black voor de ‘S’ editie.
  • De 2024 Honda CM1100 Rebel doet het met twee nieuwe kleuren: Glint Wave Blue Metallic en Iridium Gray Metallic
  • De CMX1100T-versie Rebel blijft beschikbaar in Gunmetal Black Metallic maar staat op nieuwe, bronzen wielen.

Ducati vergroot de Borgo Panigale Experience

0
Ducati curator Livio Lodi
(Foto: Ducati)

Ducati breidt het aanbod van de Borgo Panigale Experience uit, die is ontworpen voor alle liefhebbers die zich willen onderdompelen in 97 jaar aan Ducati-geschiedenis.  

De Borgo Panigale Experience omvat toegang tot het Ducati Museum, waar men de motoren kunnen bewonderen, die de geschiedenis van het bedrijf hebben gemaakt. Daarnaast hoort hier ook een rondleiding door de fabriek bij, waarmee iedereen tussen de productielijnen kan lopen.

2024 Ducati DesertX Rally: nog meer gericht op offroad

Vanaf oktober omvat het bezoek aan de fabriek ook het nieuwe gebouw ‘Finitura e Delibera Estetica’. Hier kunnen bezoekers de laatste fase van het productieproces observeren. Dit bestaat uit de laatste aankleding van de motoren, uitgevoerd door Ducati. In deze fase worden onderdelen zoals kuipen en covers gemonteerd. Ten slotte krijgt elke motor een inspectie, om te zorgen dat deze perfect is vanuit esthetisch oogpunt.

De nieuwe ruimte werd ingehuldigd in december 2022 en beslaat een totale oppervlakte van 4.400 m². Het gebouw is ontworpen met speciale aandacht voor milieuvriendelijkheid en energie-efficiëntie. Bovendien heeft Ducati, dankzij het succes van de Discovery Tours, besloten om extra evenementen te plannen met curator Livio Lodi.  

De nieuwe data voor een bezoek aan het Ducati Museum met de Curator en zijn verhalen zijn gepland voor 21 oktober, 18 november en 2 december. Elke dag is er verder een rondleiding in het Engels en één in het Italiaans.

Test 2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR: krijsen met dat kreng!

0
2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR

Ze worden steeds zeldzamer, de persintroducties van motoren waar we écht maandenlang op voorhand naar aftellen en (spreekwoordelijk, uiteraard) om knokken. Maar die van de 2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR stond al sinds de jaarwisselling met rood in de agenda omcirkeld. De terugkeer van de 400cc-supersport, mét een volbloed vier-in-lijn in het frame? Laat maar doorkomen!

TestomstandighedenZweten geblazen, onder een loden zon
Temperatuur29°C
TestlocatieCircuit van Calafat, Spanje

Foto’s: Ulla Serra, Felix Romero

Toegegeven: ondergetekende hing nog aan moeders tepel toen de eerste Kawasaki ZXR 400 bij aspirant-motorrijders wereldwijd voor een nijpend tekort aan broekruimte zorgde. Die trotse voorzijdemet dubbele kijkers, die vier minuscule zuigertjes die een bloedsnelle riverdance ten berde brengen, het biggetje op de slachtbank – of toch het auditieve equivalent ervan in de uitlaatdemper, kuipwerk als dat van z’n grote racebroer en een uitrusting die deed dromen van sneller en meer. Helaas bleken de 400’jes vaak (te) duur qua productie en stapte de gemiddelde motorrijder door het minimale prijsverschil (en de flink potentere prestaties) destijds vaak meteen over van een lichte instapper naar een 600 cc of litergrote superbike – zonder tussenstap. Een bijzonder betreurenswaardige, premature zwanenzang, zo leek het.

Kawasaki Z-estafette: van A naar B op een Z

Of… toch niet helemaal. Anno 2023 werd het stof opnieuw van het recept geblazen, gooide Kawasaki alle (financiële) logica overboord, en ging het opnieuw voor waar het om draait: niet de zoveelste paralleltwin, maar wel een raszuivere vier-in-lijn in het frame, een gedegen remmenwinkel en ophanging, alle wensbare elektronica en een soundtrack om ‘U’ tegen te zeggen. Dikke grijns achter het vizier gegarandeerd.

Niet zomaar een 400

Een 400cc Ninja? Heeft Kawasaki die al niet in het gamma? Jazeker: als je door de catalogus van Kawasaki bladert, heb je zelfs best een getraind oog nodig om de nieuwe Ninja ZX-4RR niet te verwarren met de huidige Ninja 400. Van de koplampen, naar de (positie van) de richtingaanwijzers, de wielen, de KRT-kleurstelling en de uitlaatdemper: je zou het een leek vergeven als hij zich op een gemarineerde avond vergiste in de tweelingzus. Al zijn er uiteraard verschillen: je hoeft maar naar de uitlaatbochten (vier in plaats van twee, uiteraard), de UPSD-voorvork, de twee schijven met radiale remklauwen vooraan, het meer zichtbare (sub)frame, de Ram-Air-luchtinlaat centraal in de neus en de strakkere staartsectie te kijken om je fout in te zien. Op de keper beschouwd is quasi elk element aan de ZX-4RR ‘volwassener’, dan de evenwel erg fijn rijdende Ninja 400.

De vloeistofgekoelde, 399cc-zestienklepper viercilinder kan immers rekenen op twee lichtgewicht gesmede bovenliggende nokkenassen met grotere kleppen, kaarsrechte tweetraps zandgegoten inlaattrajecten, alu-zuigers met lagefrictiecoating, een vederlicht vliegwiel, wijde uitlaatbochten met balanspijpjes, een slipperassistkoppeling, elektronisch gestuurde 34mm-gasklephuizen en een ECU die in de basis identiek is aan de Z H2. Leuk detail voor nostalgici: met een boring x slag van 57 mm x 39,16 mm is het nagelnieuwe blok met amper (4x) 0,16 mm aan extra slag in totaal slechts 1cc-tje ruimer bemeten dan de ZXR400 (398 cc) van weleer. Alles opgeteld is de viercilinder goed voor 77 pk (80 pk met Ram-Air) en 39 Nm bij respectievelijk 14.500 en 13.000 toeren. Riep iemand daar ‘uitwringen!’? Maar er is meer: het compacte stalen trellisframe is overgenomen van de ZX-25R, het zwaartepunt en de (scharnier)hoeken van onder meer swingarm en balhoofd zijn geïnspireerd door z’n grote WSBK-broer, de voorvork deelt hij met de ZX-6R en de boven de swingarm gemonteerde monoshock met de ZX-10R (andere settings uiteraard, voor beide), terwijl de erg potent ogende, radiaal gemonteerde monoblocs vooraan (dubbele setup) voor de nodige stopkracht moeten zorgen. Weinig compromis, op het eerste zicht.

Atletische hoek

Ook qua ergonomie werd voluit de supersport-kaart getrokken: van de relatief hoge zit (800 mm), naar de clip-ons, het lage en aerodynamische windschermpje, de hoge voetsteuntjes, over de lange en smalle tank, tot de (5-voudig) instelbare rem- en koppelingshendel. Met m’n 1m73 steun ik met beide voeten prima op het asfalt, heb ik ruimte zat om op het zadel in alle richtingen te bewegen, is er verrassend weinig druk op de polsen en worden m’n knieën onder een atletische hoek (45° of minder) geduwd. Wie groter is, hoeft zich niet meteen zorgen te maken: ook concullegae van 1m80 en meer vinden op de ZX-4RR ruim voldoende plaats tussen stuur en stuit.

Languit met je buik over de tank gestrekt, krijg je een prima zicht op de volgende troef van de Ninja ZX-4RR: het 4,3-inch TFT-kleurenschermpje. Daarop lees je de gekozen rijmodus af (Sport, Road, Rain of User), de KTRC-stand (tractiecontrole 1/2/3 of uit), de Power Mode (Full of Low), de indicator van de quickshifter en bluetooth, een heuse Circuit Mode (laptimer, toerenteller en gekozen versnelling prominent in beeld) en verder ook alle doorsnee info. Een ongezien uitgebreid pakket voor ‘maar’ een vierhonderdje.

Een perfecte match

Bijna even belangrijk als de motor zelf, is de bühne waarop je we ‘m kunnen testen. De Ninja ZX-4RR is duidelijk een racertje, dus spreekt een circuit voor zich om de meest dynamische indrukken te verzamelen en bijbehorend beeld te schieten. En hoewel er best wat fut in het vierpittertje schuilt, zou het een inschattingsfout zijn om ‘m over een snelle omloop als Francorchamps of Assen te katapulteren… Enter het zonovergoten, 3,25 kilometer lange Circuito de Calafat, de Catalaanse evenknie van het circuit van Mettet – opgebouwd uit enkele rechte stroken, een hele rits krappe bochten (9 rechts, 7 links), het nodige hoogteverschil en enkele uitdagende (triple) chicanes. Vermogen is dus welkom, maar het is allerminst een must.

Wel belangrijk: een zo hoog mogelijke bochtensnelheid, een zo vlug mogelijke exit en een zo hoog mogelijk toerental om scherpe tijden te realiseren. Want in het 399cc-vier-in-lijnblok zit dan wel een indrukwekkende 77 pk verscholen, je moet het er wel met behulp van je linkervoet uitpeuteren. Correct schakelen, de naald tussen de 10.000 (bij voorkeur zelfs 12.000) en 15.000 toeren in houden en zorgen dat je vervolgens snel opschakelt. Er zit immers weinig extra power verscholen in de laatste 1.000 omwentelingen. En de begrenzer knalt er bij 16.000 tpm genadeloos fors in, als je ‘m eenmaal je hebt aangetikt. Een te hoge versnelling (en dus te lage toeren) of te hoge toeren (en de begrenzer in) en je verliest meteen tientallen meters ten opzichte van je mederijders.

Dubbeltest Kawasaki Z650 vs Z650RS: groentjes onder elkaar

Van onderin is de gasaanname heel zacht, zonder gestotter, maar je voelt het vermogen er pas in komen bij 5.500-6.000 tpm – bij voorkeur maal je zelfs 8.000 toeren of meer. Als we er, helemaal achter de kuip opgevouwen op de rechte lijn alles uitpersen, gaat het varkentje door de (optionele) Akra krijsen als we bij ruwweg 15.500 toeren opschakelen van drie naar vier, om ‘m aan het eind van de pitmuur nog snel in z’n vijf te gooien en in te sturen. Bij een top 203 km/u gooien we ‘m de blinde linkse in, waarna er opnieuw afgeschakeld dient naar twee en de radiale monoblocs vol aan de bak moeten. Met veel gevoel (en twee vingers) rem je de ZX-4RR helemaal op z’n neus, waarna je ze nog even kan laten ‘slepen’ richting apex. Topprestaties, zonder fading of verval.

Vermogen is één zaak, koppel nog een tweede – maar ook dat zoek je helemaal bovenin de toerenschaal: bij 13.000 toeren komt een relatief bescheiden 39 Nm vrij. Constant het gas erop dus, waarbij de up/down quickshifter meteen z’n meerwaarde toont: je hoeft alleen in de remzones even te lossen, anders schakel je gewoon met de gasklep open door, terwijl de autoblipper er een dot tussengas en geplof bovenop doet. Heerlijk!

Voor een ander, niet onbelangrijk vraagstuk moeten we de nieuwe ZX-4RR eigenlijk nog eens een dagje meenemen op de openbare weg. Zo lijkt z’n leukste eigenschap tegelijk ook wel een achilleshiel: je moet het blok echt wel oppoken tot je 8 à 10.000 toeren maakt voor je het vermogen voelt binnenkomen. Dus rest de vraag hoe levendig deze machine reageert als je ‘m door trager stadsverkeer moet loodsen.

Schroevendraaier

Op één onderdeel kunnen we die vraag wel positief beantwoorden: aan het stuurgedrag zal het niet liggen. Je gooit de combinatie van 189 kg rijklaar en een korte wielbasis van 1.380 mm immers doodeenvoudig op zowel hellingshoek als de gewenste rijlijn, waarna je ‘m met gevoel richting volgende bocht kan loodsen. Al hoort daar een ‘maar’ bij. Zelfs met mijn eigen 67 rijklaar voelt de 37mm-Showa SFF-BP-voorvork qua demping toch behoorlijk soepel aan. Kawasaki heeft naar eigen zeggen een compromis gezocht tussen circuitrijden en weggebruik, en dat merk je vooral bij het snellere werk wel: op het gebied van de ingaande demping als je hard in de remmen moet bij ‘t aansnijden van de bocht (en de vork al snel gaat duiken), maar eveneens als je de remmen viert richting apex en uitaccelereert, en de vork wel heel vlot uit de poten trekt. Toch wat te weinig uitgaande demping, daar. Zwelt het tempo aan, dan merk je bij die exit ook hoe de Showa BFRC Lite achteraan steevast gaat pompen. Na de eerste sessie staan de Kawasaki-mecaniciens gelukkig klaar met raad en schroevendraaiers om onze sores te verlichten.

Achteraan gaan we met de ingaande demping (+1) en uitgaande demping (+¾) in de weer, vooraan schroeven we de veervoorspanning helemaal dicht. En – hoewel je de demping daarmee uiteraard niet aanpast, heeft dat heeft wel effect: de neus blijft een stukje stabieler onder remdruk en is nog net iets vlotter door de bocht te mikken. Achteraan kan je meer bijstellen, maar dan groeit de onbalans tussen voor- en achterzijde – en dat wil je uiteraard niet. Dus houden we het, na enkele sessies op onze eerste bijstelling. Wat rest is op zoek te gaan naar de manier om het rijwielgedeelte zo weinig mogelijk uit balans te brengen en de bochten zo vloeiend mogelijk te ronden om de snelheid zo hoog mogelijk te houden. Iets minder ‘hoekig’ rijden dan we normaal zouden doen, dus, wat wonderwel lijkt te werken. Na wat geëxperimenteer hebben we ook een favoriete setting gevonden qua elektronica: rijmodus in Sport, Full Power, ABS uitgeschakeld (net zoals bij iedereen, na de eerste sessie), KTRC in stand 1 (voor de minste tussenkomst zonder ‘m uit te schakelen).

Geen overbodige luxe

Wat de remmen betreft: daar valt helemaal niks op af te dingen. Zelfs na een tiental sessies op het circuit van Calafat valt er nooit verval te noteren, blijven de radiale monoblocs met gevoel bijten in de dubbele 290mm-schijven vooraan, en duik je steevast met vertrouwen richting apex. Loeihard aanremmen voor de bocht, of trailbrakend richting apex? Geen enkel probleem. Enige maar: het ABS kan elektronisch niet uitgeschakeld worden en is net iets te triggerhappy als we het tempo opschroeven. Voor puur circuitgebruik kan je het systeem wel volledig ontkoppelen onder het zadel – een aanrader op een afgesloten omloop, als je het ons vraagt.

Het flink opgewarmde asfalt, de oplopende bandendruk door constant gepook en de pompende achtervering blijkt niet al te goed samen te werken met de banden – die naarmate de sessies vorderen, het steeds lastiger krijgen en zich soms op een zijstapje laten betrappen. De Pirelli Diablo Rosso III’s die we vandaag op onze testmotoren krijgen, zijn evenwel niet de standaardrubbers. Bij de dealer krijg je Dunlop GPR300’s omgesjord – en da’s toch een heel andere klasse band. Eentje die ruimschoots volstaat bij dagelijks gebruik, maar het de bedoeling is om de scherpste tijd op het circuit te rijden, dan zijn er betere opties voorhanden. Gelukkig is het KTRC (standje 1, minst intrusief) bliksemsnel met interventies, waardoor je nooit het gevoel krijgt dat de achterzijde helemaal onder je weg gaat klappen. We horen wel vaker dat tractiecontrole compleet overbodig is op lichte machines, maar het systeem heeft z’n waarde meermaals bewezen op een dag als vandaag. Geen overbodige luxe, niet voor ons en al zeker niet voor circuitdebutanten die op de ZX-4RR hun eerste rondjes zullen malen.

Conclusie test 2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR

Tja, waar beginnen we. Misschien met een open doekje voor Kawasaki, dat ons wel vaker heeft verrast door de waan van de dag door te prikken met een idee dat andere merken te gewaagd, te duur of compleet overbodig lijkt. Superchargers, hybride motoren, prototypes op waterstof… Keuzen van het hart, met lef en technologische kunde als antibioticum tegen de bacteriële infectie genaamd realiteit.

Eerlijk is eerlijk: vooraf had ik schrik dat de combinatie van hooggespannen verwachtingen en nostalgie voor teleurstelling zou zorgen. Maar de verwachtingen werden ingelost en overtroffen: de Ninja ZX-4RR is een hoogtechnologisch pareltje. Van z’n voor deze categorie waanzinnig uitgebreide elektronicapakket, het verrassend potente blok en de bijbehorende soundtrack, naar de strakke KRT-pels, tot de sportieve en toch aangename rijhouding. Maar de Ninja ZX-4RR heeft daarenboven nog één groot voordeel: zowel beginners als laptimerafficionado’s zullen er hun gading in vinden. De gasrespons is boterzacht, de ophanging vergevingsgezind en alle elektronica is aanwezig om eventuele foutjes op te vangen als je je eerste meters op een afgesloten omloop maakt. Dat terwijl doorgewinterde circuitrijders er geweldig schik in zullen hebben om, met de toerentellernaald diep in het rood, veel potentere machines het leven zuur te maken. De ‘kleine’ kàn het, en is, zeker op technische circuits, een absoluut wapen.

Voor de prijs hoef je het ook al niet te laten. Neen, 10.499 euro is geen habbekrats. Maar zoek in de merkencatalogi maar even een motor die er een gelijkwaardig pakket én kwaliteit tegenover zet. Helemaal foutloos is de Ninja ZX-4RR niet – echte laagvliegers zullen de voorvork vermoedelijk laten aanpassen door een specialist, en al snel voor ander rubber kiezen – maar daar houdt het rijtje bedenkingen wel op. Rest jou enkel naar de bank te hollen, 10.499 euroflitsers te pinnen en jezelf bij de Kawasaki-dealer te trakteren op de grijns van het jaar. Krijsen met dat kreng!

Pluspunten 2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR

  • Waanzinnig leuk blok in hoge toeren
  • Veel volwassener dan z’n cilinderinhoud doet vermoeden
  • Stuurt en remt geweldig

Minpunten 2024 Kawasaki Ninja ZX-4RR

  • We missen instelbare in- en uitgaande demping op de voorvork
  • Onderin valt weinig te beleven
  • ABS is iets te gretig
Prijzen
Nederlandv.a. € 10.499
Belgiëv.a. € 9.799

Moto Morini brengt Calibro-cruiser uit

0
(Foto: MotoMondo)

Moto Morini verbreedt zijn horizon met de gloednieuwe Calibro. Dat is een cruiser die is ontworpen voor avontuurlijke motorrijders.

De Calibro heeft een parallelle tweecilinder, die al deel uitmaakt van het Morini-gamma. Deze is herontworpen om soepeler te lopen en makkelijker in het onderhoud te zijn. Dat laatste gebeurt door het gebruik van een aandrijfriem. De voetsteunen zijn verder qua positie aan te passen aan actieve of langere ritten. Het chassis bestaat uit een stevige stalen dubbele wieg, die de aandrijflijn omarmt. De Moto Morini Calibro is ook voorzien van tubeless aluminium velgen van 18 inch vooraan en 16 inch achteraan.

Wintertest: Moto Morini Seiemmezzo SCR

Het zadel is aan de achterkant verwijderbaar en is verfraaid met stiksels. Het zadel bevindt zich op een hoogte van 720 mm boven de grond, wat zowel veiligheid als comfort moet bieden aan rijders van allerlei groottes. De motor beschikt over een analoog instrumentenpaneel, dat is geïntegreerd met een digitaal display.

De Moto Morini Calibro komt in twee smaken op de markt: een versie met vol vermogen en ééntje met een vermogen van 35 kW, geschikt voor het A2-rijbewijs. Beide varianten hebben wel dezelfde motor. De prijzen en beschikbaarheid zijn verder nog niet bekend.

Yamaha brengt verschillende concept-modellen naar de Japan Mobility Show

0
Yamaha Japan Mobility Show

Yamaha Motor neemt deel aan de Japan Mobility Show 2023. Het motormerk gaat hier verschillende conceptmodellen presenteren, waaronder zes wereldpremièremodellen voor motorfietsen, elektrische woon-werkvervoermiddelen, e-bikes en meer.

MOTOROiD2

Als eerste stelt Yamaha zich de filosofische vraag hoe mens-machine interfaces er in de toekomst uit gaan zien. Dit concept is een vervolg op het experimentele model uit 2017 en combineert mobiliteit met intelligente technologieën om die vraag te bestuderen.

Yamaha gaat in China samenwerking met CFMoto aan

De MOTOROiD2 is verder ook een voertuig voor persoonlijke mobiliteit, dat zijn eigenaar kan herkennen. Hij kan zelf opstaan van zijn standaard en zich naast de rijder verplaatsen. Daardoor moet hij niet als motor aanvoelen, maar als een levenslange metgezel. Hij heeft hiervoor een verbeterde Active Mass Center Control System (AMCES) voor houdingsensoren en zelfbalancering. Daarnaast is het beeldherkenning AI-systeem voor het herkennen en reageren op het gezicht en de gebaren van de eigenaar, ook verbeterd. Bovendien beschikt MOTOROiD2 over een nieuwe Leaf-structuur, in tegenstelling tot elke motorfiets voorheen. Hierdoor moet het chassis van het model ‘levendige’ en ‘complementaire’ reacties op de rijder geven.

ELOVE

Naast AMCES heeft Yamaha ook het Advanced Motorcycle Stabilization Assist System (AMSAS) ontwikkeld. Dit systeem moet gebruikers helpen met het rijden bij zeer lage snelheden, met name bij wandeltempo. De ELOVE is een elektrische scooter, uitgerust is met AMSAS. Het standaardmodel op de afbeelding zal te zien zijn, naast een versie met speciale styling. Deze andere versie is namelijk ontworpen door een middelbare scholier uit Okinawa en een professionele rolstoeltennisser.

E-FV

Deze elektrische minibike is als zijproject door een vrijwilligersteam van jonge ingenieurs ontwikkeld. De motor heeft dezelfde krachtbron als de TY-E elektrische trialmotor en moet volgens Yamaha puur gericht zijn op “het genieten van het rijden”. Naast zijn stille werking heeft de E-FV Yamaha’s Active Sound Control-technologie. Hierdoor krijgt de rijder uitlaatgeluiden en dergelijke te horen bij het starten of uitzetten. Hierdoor kan je heel eventjes op een benzinefiets wanen.

TMW

De TMW is bedacht door vrijwilligers van de Motorfiets Testafdeling. Het is Yamaha’s eerste offroad Leaning Multi-Wheeler (LMW). De twee voorwielen bewegen onafhankelijk en bieden aanpassingsmogelijkheden voor verschillende oppervlakteomstandigheden, en de LMW-linkage maakt de montage van een grote drager aan de voorkant mogelijk. Tijdens het leunen en op hellingen moet deze drager horizontaal kunnen blijven. De TMW is verder ook een hybride; elektrische wielmotoren drijven de twee voorwielen aan, terwijl het achterwiel wordt aangedreven door de benzinemotor.

Droomreis Scottish Highlands & Isle of Man: heggen, heuvels en TT-glorie

0
Scottish Highlands & Isle of Man

De Schotse Hooglanden en het eiland Man vormen samen een magische bestemming, een paradijs voor elke motorrijder! Groot-Brittannië staat bekend als een geweldige locatie voor motoravonturen en deze tour neemt je mee naar enkele van de meest adembenemende gebieden, met name de bergachtige streken van Noord-Engeland en Schotland. De reis begint in Liverpool, de stad die de geboorteplaats van de legendarische Beatles is, en vandaar kom je door alles wat Groot-Brittannië zo bijzonder maakt: kronkelende wegen langs eeuwenoude stenen muren en hoge heggen, betoverende landschappen met glooiende groene heuvels, gouden velden en glinsterende blauwe meren. Je zult ook getuige zijn van de ruige schoonheid van de kustlijn en de charme van pittoreske vissershavens. Onderweg kom je gezellige pubs tegen met uitstekend bier en heerlijk (en soms wat speciaal, maar altijd geweldig) eten. Vergeet ook de talloze kastelen niet, die zich majestueus op prachtige locaties bevinden, en boeiende steden, zoals Inverness en Edinburgh. En niet te vergeten, de gastvrije en vriendelijke mensen die je overal zult tegenkomen!

De kers op de taart voor elke motorrijder is echter ongetwijfeld de kans om het eiland Man te bezoeken. Hier kun je over de beroemde wegen van de TT-races rijden en jezelf voelen als een topcoureur.

Lees hier alles over droomreis Scottisch Highlands & Isle of Man.

Tourdatum

22 augustus – 2 september 2024

Tour Blog

Tour Blog lees je hier.

Over Edelweiss Bike Travel

Edelweiss Bike Travel organiseert sinds 1980 motorreizen in stijl. De reizen staan synoniem voor kwaliteit, betrouwbaarheid, deskundigheid en knowhow. Niet voor niets hanteren ze het motto ‘The best ride there is’. Ruim 8.000 motorrijders zullen dat beamen.

Met de V-Strom naar het altaar tijdens recordpoging om de wereld reizen op één motor

0
Suzuki V-Strom wereldreis

Voor niet iedereen is het weggelegd, maar voor sommigen is de drang om het avontuur op te zoeken te sterk. Zo ook het koppel Lavi en Ollie, respectievelijk 31 en 34 jaar oud. Deze twee zijn namelijk meer dan een jaar geleden uit Groot-Brittannië vertrokken, om een nieuw wereldrecord te zetten: jongste paar, die op één motor om de hele wereld reizen.

Suzuki presenteert gloednieuwe Suzuki V-Strom 800

Het paar doet er nu al 403 dagen over en zijn vanuit Europa, via Noord-Afrika en Zuid-Amerika nu in de Verenigde staten beland. De motor die hun helpt dit avontuur te beleven is een gele Suzuki V-Strom 1050XT, genaamd ‘Bumblebee’. Via YouTube houdt het paar verder de hele reis bij en daar kregen kijkers een kleine week geleden iets anders te zien dan mooie natuurshots en vriendelijke locals: Lavi en Ollie zijn namelijk getrouwd in Las Vegas. Bumblebee had op dat moment de twee al 46.499 km gediend. Voor de ceremonie was Ollie’s familie naar Las Vegas gekomen en het paar zijn in de ‘Little Vegas Chapel’ door een Elvis imitator getrouwd.

Afbeelding: still YouTube-kanaal Lavi en Ollie