MOTORbeurs Utrecht is de happening voor motorrijders, aan het begin van het nieuwe jaar. Motorkledingstore pakt daar groots uit. Je kan er niet om heen! 3500 m2 aan motorkleding, accessoires en gadgets. Nieuwe collecties en outlet. Voor iedere motorrijder.
De stand in hal 11 is ruim opgezet met shop-in-shops van de bekende merken. Neem REV’IT!, Alpinestars, Bering, Segura en John Doe. In helmen is de keus ook reus met als grootste presentatie die van LS2. De lijst is te lang om volledig op te noemen. Een kleine kans dat we jouw favoriete merk niet bij ons hebben.
Er staat een heuse MotoGP racesimulator die jou kennis laat maken met het circuit rijden. De instructeurs van Motor Circuit Training delen hun tips en tricks.
Natuurlijk loop je de stand op voor aantrekkelijke beurskortingen. Maar dat is niet alles. Je maakt bij je aankopen namelijk kans op geweldige prijzen. De BMW F 900 R, in samenwerking met BIQER BMW Motorrad als hoofdprijs. Een Cardo Packtalk Pro als tweede, en GoPro HERO13 Black als derde prijs.
Voor kopers van beurstickets via Motorkledingstore staat er op de stand een cadeau klaar in de vorm van de Putoline helmreiniger. Dagelijks staan er bijna 100 teamleden klaar om je te ontvangen en dit feest mee te vieren.
We kunnen het niet voorstellen dat je hier in Utrecht niet bij wil zijn. Maar thuisblijvers opgelet, er geldt ook een beurskorting in de megastores en de webshop. Vanwege de grote operatie is de vestiging in Apeldoorn gesloten tot en met vrijdag 28 februari.
Vanaf vandaag tot en met zondag is het weer tijd voor MOTORbeurs Utrecht. Motor.NL is aanwezig in hal 7, waar je meerdere aanbiedingen kunt verwachten.
Op onze stand hebben we een mooie beursaanbieding, zo scoor je 6 magazines voor maar €10,- ook zijn er unieke t-shirts beschikbaar die je niet wilt missen. Perfect om je passie voor motorrijden te tonen, zowel op de beurs als daarbuiten.
Voor RIDERS-leden en abonnees is er iets extra’s in petto: toegang tot de exclusieve RIDERS Lounge. Dit is een speciale ruimte waar je kunt genieten van live muziek en met andere motorrijders kunt genieten van een drankje. Het is de perfecte plek om te ontspannen tussen de drukte van de beurs door.
Na het ontvangen van positieve feedback en steeds meer erkenning door consumenten en media, introduceert Segway deze zomer twee nieuwe elektrische scootermodellen in Europa: de Segway E150S (L1e-B categorie) en de Segway E250S (L3e-A1 categorie). Deze modellen bouwen voort op het succes van hun voorgangers en bieden een uit te breiden actieradius, nieuwe technologieën en verbeterd rijcomfort.
De E250S biedt een nieuwe definitie van stedelijk woon-werkverkeer. Met een topsnelheid van 90 km/u en een nominaal vermogen van 5 kW is deze eScooter perfect voor dynamische ritten. Met twee accu’s levert hij een WMTC-afstand tot 110 km, en kan met een extra accu worden uitgebreid tot 165 km.
Beide modellen zijn uitgerust met een 5-inch smart TFT dashboard, dat real-time navigatie, meldingen en rijgegevens biedt. Dit gebruiksvriendelijke display is ontworpen voor optimale zichtbaarheid, zelfs bij fel licht.
Veiligheid en comfort
De eScooters zijn uitgerust met een intelligent Battery Management System en geavanceerde remtechnologieën voor maximale veiligheid. Een antislipzadel biedt ruimte voor twee personen en 34 liter opbergruimte. Bovendien zorgt het Airlock-systeem voor gebruiksgemak bij het ontgrendelen en vergrendelen van de eScooter.
Met deze nieuwe modellen zet Segway een belangrijke stap in het verbeteren van stedelijke mobiliteit, waarbij technologie, veiligheid en comfort hand in hand gaan.
Beschikbaarheid
De E150S en E250S eScooters zijn vanaf de tweede helft van 2025 verkrijgbaar in geselecteerde landen in Europa. Meer informatie is te vinden op www.segway.com
In 2025 is het tachtig jaar geleden dat Aprilia opgericht werd, en veertig jaar geleden dat het merk haar debuut maakte in de wegracerij. Ondanks de oprichting in 1945 zou het tot 1968 duren voordat de eerste gemotoriseerde tweewieler in productie ging. In nog geen twintig jaar tijd vestigde Aprilia daarna haar naam als een grote speler op de straat, in het terrein en in meerdere disciplines van de motorsport. Hoe kwam dit tot stand? Wij zochten het uit.
We komen het allereerst uit bij Ivano Beggio, de zoon van Cavalier Alberto Beggio, die in 1945 begon met de fabricage van fietsen. Kwaliteit was zijn paradepaardje en dat wilde hij tot uiting laten komen in de merknaam: Aprilia. Alberto reed namelijk met een Lancia Aprilia (auto). Deze berlinetta aerodinamica was ontworpen in de windtunnel met hulp van de Technische Universiteit van Turijn en Battista ‘Pinin’Farina. Alberto was een echte Lancia-fan en vond dat het merk uit Turijn de beste auto’s ter wereld maakte. Lancia was destijds een heel exclusief merk en Alberto wenste dat ook voor zijn eigen merk Aprilia. Kwaliteit ging voor alles.
Aprilia begon heel klein als een traditionele fietsensmid in Noale, destijds een nog middeleeuws aandoend stadje uit de Noord-Italiaanse regio Veneto. Ivano groeide op met zijn vaders filosofie en werkte van jongs af aan in de zaak. Maar een fiets was voor hem alleen interessant als er een motorblok aanhing, want Ivano had een grote passie voor het terrein. En dat was met een motortje toch een stuk makkelijker te bedwingen als met een fiets.
Al vanaf jonge leeftijd was Ivano niet meer van terreinmotoren af te slaan. Na een aantal motorexperimenten aan het begin van de jaren 60 greep Ivano zijn kans toen hij in 1968 de leiding van Aprilia overnam. Hij liet er meteen geen gras over groeien, de fietsproductie kwam snel tot een einde, de fabriek werd gemoderniseerd en de productie van motorfietsen werd opgestart. Vandaag de dag associëren we Aprilia vooral met zware viertakten, maar in de begintijd van de motorproductie was er geen groter contrast denkbaar.
1 van 7
Ivano Beggio voor de ApriliaRSV1000R.
2De Scarabeo 50 van 1972.
1972.3Alborghetti Gallarate reed in 1976 op de Aprilia MX250.
De Aprilia-fabriek in Scorzè.
De Comet 50 van 1963.
Aprilia John John van 1969.
Aprilia Scarabeo 50 van 1970.
Daniele, Colibri, Scarabeo, Packi, Amico…
Aprilia debuteerde in de motorindustrie met 50cc-motorfietsen. Tijdens brainstormsessies met Ivano en zijn vrienden ontstonden de ideeën voor de eerste Aprilia-modellen. Bijvoorbeeld de Daniela, genoemd naar zijn zus, een bromfiets met 10-inch wielen en een Gyromat 50cc-tweetakt motorblok. Heel anders was de Colibri, een heel sportief model met een Franco Morini 50cc-motorblok. Ook de Packi en de Amico maakten furore. In 1969 was de film Easy Rider uitgekomen en de Amico speelde daar als mini-chopper erg hip op in. De productie groeide pas echt toen Aprilia in 1970 de Scarabeo uitbracht. Deze werd in januari 1970 voor het eerst aan het publiek getoond. De Scarabeo zag eruit als een serieuze terreinmachine, aangedreven door een 50cc-Franco Morini Turbo Star dat een vermogen leverde van 6 pk bij 8.500 tpm. Dit 50cc-motorcrossmodel werd direct heel populair en nam ook met veel succes deel aan terreinwedstrijden. Dat was een vurige wens van Ivano. In 1971 liet Aprilia op de Motorshow van Milaan een 125cc-versie zien. Daarmee was de eerste stap naar zwaardere machines gezet. De Scarabeo zou tot het einde van de jaren 70 een echt verkoopsucces zijn voor Aprilia. In die periode maakte Aprilia naast Franco Morini en Gyromat ook gebruik van motorblokken van Hiro, Sachs en Minarelli.
Alborghetti en de MX125
Het succes van de Scarabeo smaakte naar meer. Ivano besefte in dat stadium van zijn onderneming dat de toekomst van Aprilia in terreinmotoren lag. Hij wilde op nationaal niveau aan terreinwedstrijden deelnemen en concentreerde zich vooralsnog op de motorcross. In 1974 deed hij zijn eerste poging met de jonge Maurizio Sgarzani, maar in 1975 schreef Aprilia historie toen haar eigen Reparto Corse opgericht werd. Deze raceafdeling stond onder leiding van Franco Frison en Maurizo Roman. In 1975 reden ze met een fraai geconstrueerde 125cc-motorcrosser die aangedreven werd door een Sachs-motorblok. Maar in 1976 werd een prachtig opgevoerd Hiro-motorblok in gebruik genomen en kwam een uiterst talentvolle rijder in dienst: Ivan Alborghetti. Er werd keihard gewerkt aan een nieuwe 125cc- en 250cc-crosser voor het seizoen 1977. Toen die klaar waren, streed Aprilia mee in de hoogste regionen van het Italiaanse motorcrosskampioenschap in de 125cc en de 250cc. Ondanks keiharde concurrentie slaagde Alborghetti er toch in om de 125cc- en de 250cc-titel op zijn naam te schrijven. In 1978 eindigde hij in het 125cc WK Motorcross op een prachtige zesde plaats, net voor teamgenoot Göte Liljegren. Destijds was het de hoogste notering die ooit door een Italiaan in deze discipline behaald was. In 1977 eindigde Alborghetti als negentiende in het WK motorcross, de Belg Francois Minne eindigde dat jaar op Aprilia als dertiende.
Hoewel het grootste deel van de Aprilia-productie nog steeds uit bromfietsen en lichte terreinmachines bestond, was er ruimte voor twee nieuwe modellen die rechtstreeks van Alborghetti’s racer afgeleid waren: de MX125 motorcrosser en de RC125 enduro. Het waren serieuze terreinmachines die beide voorzien waren van een Hiro-motorblok. Omdat de gelijkenis met de wedstrijdmotoren groot was, werden beide modellen direct een verkoopsucces waardoor het budget van de raceafdeling flink verhoogd kon worden. Deze machines vonden ook in het buitenland gretig aftrek. Aprilia begon vanaf dat moment echt naam te maken als motormerk. De productie bestond nu grotendeels uit zwaardere terreinmachines, hoewel er ook nog massa’s 50cc-motorfietsen in allerhande uitvoeringen geproduceerd werden. Het ging Aprilia financieel erg goed in die periode.
1 van 8
Aprilia 50 Special van 1979.
1985: Loris Reggiani op de Aprilia 250.
In 1987 vierde Aprilia met Reggiani de eerste winst in de 250cc.
In 1988 werden de Tuareg Wind 350 en 600 gepresenteerd.
In 2004 stond de zeldzame Pegaso 600 ie Tuscan Tibet Raid bij de dealers.
Het Aprilia Racing Department in 1990.
In 1989 nam Aprilia met Allesandro Zanichelli deel aan Parijs-Dakar met de Wind 600 fabrieksracer.
Promotiefoto van de Tuareg Rally van 1990.
1980: wijziging in productiemethode
In 1980 besloot Ivano om de productie van motoren drastisch te wijzigen. Aprilia maakte nog erg veel onderdelen van haar motoren zelf, met name voor het rijwielgedeelte. Dat veranderde snel. Aprilia liet voortaan de fabricage van alle onderdelen en motorcomponenten over aan toeleveranciers. Op zo’n grote schaal zelfs dat het destijds een noviteit was in de motorindustrie. In de jaren 80 fabriceerde Aprilia zowel enduro-, cross- als straatmotoren. Daar kwam in 1981 nog een segment bij toen de TL320 op de markt kwam. Dit was de eerste trialmotor van Aprilia en het zou niet de laatste zijn. Zo won Tommy Ahvalla in 1992 het WK trial op een Aprilia Climber. In 1983 kwam de vloeistofgekoelde ST125 op de markt. Dit was een behoorlijk sportieve straatmotor die doorontwikkeld werd in de sportievere STX, die in 1984 verscheen. De ET50 enduro uit die periode werd ook erg goed verkocht. In die periode nam Aprilia ook met succes deel aan grote rally’s, zoals de Djerba 500, de Rally van Marokko, de beroemde Touareg Rally en de Rally van Sardinië.
In 1985 werd Rotax toeleverancier van de meeste motorblokken. Dat was een bewuste keuze. In de jaren 80 groeide de populariteit van de motorfiets, met name in het middelzware segment. Aprilia wilde daar ook een graantje van meepikken. Daarnaast bouwde Rotax ook tweetaktmotorblokken voor de wegrace en ook in die tak van motorsport wilde Aprilia actief worden. In die periode waren de 125cc- en de 250cc-wegraceklassen erg populair. Ivano dacht dat een racereplica voor op de straat commercieel heel erg interessant zou zijn. Maar daarvoor moesten ze wel eerst een wegracer ontwikkelen en met die klus was Aprilia al in 1984 begonnen.
Aprilia maakte haar formele wegracedebuut op 23 maart 1985. Fabrieksrijder Loris Reggiani ging van start in de 250cc-GP op het circuit van Kyalami in Zuid-Afrika en eindigde de race op een twaalfde plaats. Het was zeker geen verkeerd begin. Aprilia ging vooruitstrevend en innovatief te werk, Regga presteerde snel beter en aan het eind van het seizoen eindigde hij in Rijeka en Imola op een prima derde plaats. Aprilia had haar eerste podiumplaatsen binnen.
Het was een teken van wat komen ging. Zowel op het circuit als op de weg, want in 1986 introduceerde Aprilia de AF1. Dit was een heel sportieve 250cc-straatmachine die vooral qua uiterlijk erg veel weg had van Reggiani’s racer. Het was de eerste ‘racereplica’ die Aprilia op de markt bracht. Naast de AF1 verscheen ook de Tuareg, een offroad die net als Aprilia’s succesvolle woenstijnracers een flinke brandstoftank had.
In 1986 kwam Reggiani weer iets dichter bij de top. Ondanks een seizoen dat gehinderd werd door de gevolgen van een flinke crash, wist hij tijdens de GP’s van Joegoslavië en Oostenrijk als tweede te eindigen. Een teken van wat komen ging, want op 30 augustus 1987 won Reggiani met zijn Aprilia AF1-fabrieksracer de GP 250cc van San Marino op het circuit van Misano. Het was Aprilia’s eerste GP-overwinning.
Maar daar stopte het niet. In 1988 wordt Aprilia ook actief in de klasse. Met Corrado Catalano eindigde de nieuwste Aprilia-telg in zijn debuutrace tijdens de Franse 125cc-GP keurig derde. Dat was het startschot van een bijzonder succesvolle periode. Een tijd waarin veel jonge wegracetalenten de kans kregen zich naar de wereldtop te werken. Namen zoals Max Biaggi, Loris Capirossi, Alessandro Gramigni, Jorge Lorenzo, Manuel Poggiali en Kazuto Sakata zijn niet meer uit de historie van de motorwegrace weg te denken. Dat geldt ook voor de meer dan talentvolle constructeurs die in die vroege periode het merk lieten gloriëren. Met name Jan Witteveen en Jan Thiel mogen wat dat betreft absoluut niet ongenoemd blijven. Overigens werkte ook Ducati’s Luigi ‘Gigi’ Dall’Igna bij Aprilia voordat hij racing director van Ducati werd.
Aprilia maakte snel naam op de circuits, maar ook op de weg. Creativiteit en innovatie werd een speerpunt en stedelijke mobiliteit was een uitgangspunt bij de ontwikkeling van nieuwe modellen. Met name bij de scootermodellen kwam dit tot uiting. Dat bleek vooral in 1990 toen de Amico-scooter op de markt kwam. Al het plaatwerk en heel veel onderliggende onderdelen waren uit kunststof geproduceerd, waardoor nieuwe vormen mogelijk werden en de productie erg efficiënt ingestoken kon worden. De Scarabeo-scooter werd tijdens de Motorshow van Milaan van 1993 geïntroduceerd. Hij viel op door zijn grote wielen. Mede door zijn navenant goede weggedrag werd het een bijzonder groot commercieel succes. Tijdens zijn productiejaren ontstond een heel breed palet aan Scarabeo’s, in cilinderinhoud variërend van 50 tot 500cc, met zowel twee- als viertakt vierkleps motorblokken. Maar het was absoluut niet de enige scooter die Aprilia groot succes bracht. Ook de Leonardo, Gulliver en de SR droegen meer dan hun steentje bij.
Ook in het motorsegment deed Aprilia het heel goed. De Pegaso 600 uit 1990 werd bijzonder goed verkocht. In 1992 ontving dit model zelfs een radiale vijfkleps cilinderkop en groeide uit naar 650cc. Ruimte voor bijzondere projecten was er ook. Aprilia contracteerde in 1995 de wereldberoemde designer Philippe Starck om een motorfiets te ontwerpen. Het resultaat was de Moto 6.5, die al snel in het Museum voor Moderne Kunst in New York kwam te staan.
In 1992 introduceerde Aprilia de Amico LK en de tweetakt Pegaso 125. Beide machines waren voorzien van een katalysator, wat op een tweetaktmotorfiets destijds opvallend innovatief was.
1 van 7
1994: Biaggi, Capirossi en Romboni tijdens de GP250 in Frankrijk.
In 1992 werd Aprilia met Tommy Akvala wereldkampioen Trial.
In 1994 werd Aprilia wereldkampioen 125cc met Kazuto Sakata.
In 1998 wint de RSW250 met Valentino Rossi de Spaanse GP op het circuit van Catalonië.
De Aprilia Caponord 1200 Rally van 2015.
De Aprilia RS GP van Alvaro Bautista en Marco Melandri van 2015.
90s racing
In de jaren 90 ging het ontzettend goed met Aprilia. In de racerij wist het merk een onuitwisbare indruk achter te laten. Met Alessandro Gramigni boekte Aprilia in 1992 haar eerste wereldtitel in de 125cc-klasse. De tweede kwam met Kazuto Sakata, twee jaar later. Met Max Biaggi kwamen de grote successen in de 250cc; hij werd met Aprilia wereldkampioen van 1994 tot 1996. Ook in 1998 ging de titel naar Aprilia. Loris Capirossi versloeg in de laatste race van het seizoen zijn teamgenoot Tetsuya Harada. Door een listige inhaalactie in de laatste bocht voor de finish schreef Capirossi de titel op zijn naam. Ook Valentino Rossi debuteerde op het allerhoogste niveau met Aprilia. Valentino won de eerste twee van zijn negen wereldtitels op Aprilia, de 125cc in 1997 en de 250cc in 1999. De vele successen in de GP-racerij hadden medio jaren 90 ook een fraaie serie uiterst potente RS 125 en 250 ‘racereplica’s’ voor op straat tot gevolg.
In 1994 was Aprilia ook voor het eerst in de GP 500cc actief. Een 250cc V-twin fabrieksracer werd opgeboord naar 380cc, destijds het maximaal haalbare op basis van het bestaande carter. Aprilia dacht dat het lage gewicht en de ongecompliceerdheid van de twin een voordeel op zou leveren tegen de overmachtige Japanse 500cc-big bang V4-tweetakten. Uiteindelijk groeide de twin naar 430cc. Doriano Romboni haalde tijdens de TT van Assen in 1997 zijn hoogste notering: een derde plaats, het was de zwanenzang van deze machine. Dankzij een nieuwe lichting Italiaanse coureurs bleef Aprilia op de circuits in de kleinere klasses aan de top. In 2000 werd Roberto Locatelli 125cc wereldkampioen, in de 250cc-klasse won Marco Melandri in 2002 en Manuel Poggiali in 2003.
Innovatie op circuit en straat
Toen in 2002 de MotoGP haar intrede deed, werden de 500cc-tweetakten opgevolgd door 990cc-viertakten. Aprilia zat vol ambitie en ontwikkelde de driecilinder RS Cube, opnieuw een bijzondere machine. In december 2001 werd hij door Jan Witteveen en Ivano Beggio geïntroduceerd tijdens de Motorshow van Bologna. De RS Cube werd aangedreven door een 990cc drie-in-lijn. Het blok was samen met Cosworth ontwikkeld en kende veel hoogwaardige technieken die tot op dat moment nog niet in de motorwereld gebruikt werden, maar inmiddels niet meer zijn weg te denken in de racerij. Pneumatisch bediende kleppen, ride-by-wire en tractiecontrole, om maar wat te noemen. Destijds werd de RS Cube gezien als de krachtigste MotoGP-racer in het startveld. Het blok ontwikkelde een vermogen van ongeveer 225 pk. Rijders zoals Gary McCoy, Colin Edwards, Noriyuki Haga, Regis Laconi en Jeremy McWilliams probeerden het, maar een doorslaggevend succes werd de RS Cube niet omdat hij simpelweg tekortkwam in vergelijking met de Honda RC211V die wereldtitel na wereldtitel binnenhaalde. Eind 2004 trok Aprilia zich terug uit de MotoGP, financieel werd het te zwaar voor de fabriek uit Noale.
Naast de racereplica’s bouwde Aprilia ook nog andere wegmodellen. Zowel op technisch als stilistisch gebied probeerde Aprilia haar modellen extra aandacht te geven. De Shiver 750 uit 2008 bijvoorbeeld was de eerste seriemotor ter wereld met een elektrisch ride-by-wire gashendel. Of wat te denken van de Mana 850 uit 2007, de eerste seriemotor met een elektrisch geregelde automatische versnellingsbak. Ook de 50cc-DiTech uit 2000 was erg bijzonder met zijn direct ingespoten tweetaktmotorblok. Voor een tweetakt had hij uniek lage emissies.
Daarmee was voor Ivano Beggio het juiste moment gekomen om een nieuw tijdperk in te luiden. Hij wilde dat Aprilia Europa’s grootste en meest toonaangevende motormerk zou worden. In een poging hiertoe nam hij in 2000 Laverda en Moto Guzzi over. Beide zeer traditionele Italiaanse merken met een klassieke naam. Aprilia investeerde veel geld in de heropleving van beide merken. Met name bij Moto Guzzi leidde dit vrij snel tot een nieuwe en aanmerkelijk moderne modellenlijn. Maar de investeringen waren gigantisch. Daarnaast gebeurde er iets dat Ivano niet had kunnen voorzien: de Italiaanse scootermarkt stortte eind jaren 90 behoorlijk in en die trend zette nog harder door in het nieuwe millennium. Aprilia raakte in financiële problemen. Ivano Beggio zag eind 2004 geen andere keus dan zijn troetelkind aan Piaggio te verkopen. Piaggio’s jaarproductie steeg daarmee tot ongeveer 600.000 gemotoriseerde tweewielers per jaar.
Piaggio investeerde flink in haar nieuwe aanwinst. Het wilde van Aprilia de meest complete Europese motorfabrikant maken, met producten variërend in cilinderinhoud van 50 tot 1.000cc. Tussen 2006 en 2009 werd daarom ruim honderd miljoen euro in de ontwikkeling van nieuwe modellen gestoken en veel motoren uit het huidige modellenprogramma, met name in het middelzware en zware segment, werden in die periode geïnitieerd.
Ook werd er flink geïnvesteerd in de raceafdeling van Aprilia. Niet zonder resultaat, want in 2006 won Aprilia maar liefst vijf wereldtitels. Alvaro Bautista werd wereldkampioen in de 125cc, Jorge Lorenzo in de 250cc, Aprilia won twee constructeurstitels en het WK Supermoto viel ook ten prooi voor de fabriek uit Noale. Het jaar 2006 was op dat moment het meest succesvolle racejaar uit de Aprilia-historie. Jorge Lorenzo won de 250cc-wereldtitel ook in 2007. Julian Somon en Nico Terol wonnen de laatste twee 125cc-wereldtitels voordat de Moto3 haar intrede deed. Aprilia zou uiteindelijk niet meer deelnemen aan de lichtste GP-klasses van de motorsport, maar bleef actief in de racerij.
Na een aantal jaren onder de naam ART (Aprilia Racing Technologies) een CRT-machine geleverd te hebben in de MotoGP, maakte Aprilia eind 2014 bekend weer volledig deel te gaan nemen aan de MotoGP met de RS-GP. In 2022 resulteerde dit in een prachtige vierde plaats met coureur Aleix Espargaró in de eindklassering van het MotoGP-wereldkampioenschap. En dat is tot op de dag van vandaag het beste resultaat van Aprilia in de MotoGP.
RSV4: Wereldkampioen Superbike
Aprilia nam tussen 1999 en 2002 deel aan het WorldSBK met de RSV Mille-superbikeracer. Daarna werd het WorldSBK-project stopgezet met als doel de focus volledig te leggen op de ontwikkeling van de RS Cube MotoGP-racer. Maar in 2009 keerde Aprilia terug in het WK Superbike met de RSV4, aangedreven door een nieuw ontwikkeld 1.000cc V4-motorblok. In 2010, 2012 en 2014 wonnen Max Biaggi en Sylvain Guintoli (2014) de WorldSBK-wereldtitel. In 2015 won Lorenzo Savadori de Superstock 1000-titel met de RSV4-RF. Aprilia won dat jaar ook de titel voor constructeurs in deze klasse. Aprilia had toen maar liefst 56 wereldtitels in de boeken staan en heeft nog steeds het hoogste aantal GP-overwinningen ooit behaald door een Europees motormerk.
Maar ook in de grote terreinraces werd Aprilia weer actief en daarvoor hadden ze als wapen de 450c- tweecilinder RXV 4.5 woenstijnracer. Met deze machine won Aprilia in 2009 haar klasse in de Dakar Rally en eindigde als derde overall, een opvallend goede prestatie. Daarnaast won deze machine de Farao Rally in de 450cc-klasse. Aprilia’s 450-modellen waren ook in de Supermoto succesvol. In 2004, 2006 en 2011 werd het WK in deze klasse ook door Aprilia gewonnen.
De nieuwe Superbike-racer uit 2009 was overigens geen heel grote verrassing. Op 22 februari 2008 had Aprilia al het nieuwe, supersportieve RSV4-wegmodel met V4 geïntroduceerd tijdens de internationale conventie van de Piaggio-groep in Milaan. Het was de opvolger van de RSV1000R V-twin.
Het V4-motorblok is nog steeds terug te vinden in de huidige RSV4 en de Tuono. In 2018 overleed Ivano Beggio, hij was 73 jaar oud. Hij zou de introductie van Aprilia’s nieuwe 660cc-paralleltwin modellenlijn niet meer meemaken. In 2019 werd de eerste telg van deze lijn geïntroduceerd op de EICMA in Milaan. Het was de RS660 die direct goed ontvangen werd, gevolgd door de Tuono 660 en de Tuareg 660. Nieuw voor 2024 was de RS457 met een 270 graden paralleltwin viertaktmotorblok.
In 2023 keerde Aprilia terug in de terreinracerij met de Tuareg 660. In zijn debuutjaar won deze machine het Italiaanse Motorally-kampioenschap. In 2024 won een fabrieks-Tuareg 660 ook de Africa Eco race. Dit was de tweede overwinning ooit van een Italiaanse rijder met een Italiaanse motor in een Afrikaanse woestijnrace en hij kwam precies dertig jaar na de overwinning van Edi Orioli met een Cagiva Elephant in de Parijs Dakar rally van 1994.
Foto’s: Archives A. Herl, Aprilia, Piaggio, fam. Beggio, Roberto Pino
De wortels van de CB1300 Super Four gaan meer dan dertig jaar terug. In 1992 presenteerde Honda met het ‘Project Big 1’ een serie die teruggrijpt naar klassieke, krachtige Naked Bikes. Het basisconcept van de CB1300 is in de loop der jaren grotendeels hetzelfde gebleven: een krachtig blok, een klassiek stalen buisframe en een overzichtelijk dashboard met analoge rondinstrumenten. Deze mix van retro-design en moderne techniek maakte de machine populair onder veel rijders.
In Japan en enkele andere landen was de CB1300 Super Four door de jaren heen een vast onderdeel van Honda’s modellenaanbod. In de VS werd deze echter nooit officieel aangeboden, afgezien van enkele grijze importen, en in Nederland is het model al een paar jaar niet meer verkrijgbaar. Nu staat het definitieve einde voor de deur, want Honda heeft een officiële teaser-websitevoor de Final Edition van de CB1300 Super Four gepubliceerd.
Retro-design met moderne details
De huidige versie van de CB1300 blijft trouw aan de klassieke stijl. Het dashboard maakt gebruik van twee analoge rondinstrumenten voor toerental en snelheid, aangevuld met een klein LCD-display voor extra informatie. De verlichting voldoet aan de huidige standaarden: LED-koplampen zorgen voor betere zichtbaarheid.
Ondanks zijn traditionele karakter biedt de CB1300 enkele moderne gemakken, zoals verwarmde handgrepen, een USB-oplaadpunt en praktische, gekantelde ventielen voor eenvoudigere bandenspanningcontroles. Deze details maken de motor praktischer voor dagelijks gebruik, zonder de nostalgische charme te verliezen.
De CB1300 Super Four wordt aangedreven door een vloeistofgekoelde 1284cc-DOHC viercilinder. Honda geeft het vermogen op met 111 pk (82 kW) bij 7.750 tpm. Het maximale koppel ligt op 112 Nm bij 6.250 tpm. De krachtoverdracht verloopt via een zesversnellingsbak.
Voor het onderstel kiest Honda voor een dubbel stalen buisframe in combinatie met een conventionele telescoopvork vooraan en twee schokdempers achteraan. Het remsysteem bestaat uit schijfremmen voor en achter, ondersteund door moderne ABS-technologie.
Het gewicht van de CB1300 Super Four bedraagt 266 kg, terwijl de Super Bol d’Or met zijn kleine kuip iets zwaarder is en op 272 kg komt. Dit maakt het niet de lichtste motor, maar dat past goed bij het karakter van deze grote Naked Bike.
Het einde van een tijdperk
Met de aankondiging van de ‘Final Edition’ komt een traditierijke serie ten einde. Honda heeft nog geen volledige details over de laatste versie van de CB1300 vrijgegeven, maar het is te verwachten dat deze zowel optisch als technisch aansluit bij eerdere modellen.
Of deze machine ooit als verzamelobject zal worden verhandeld, blijft af te wachten. Feit is dat de CB1300 meer dan drie decennia lang een vaste waarde was in het segment van de klassieke Naked Bikes. Met zijn vertrek verliest de markt een van de laatste grote modellen van dit type.
De Spaanse MotoGP-wereldkampioen deelt zijn revalidatievoortgang op sociale media. Jorge Martin doet er alles aan om snel te herstellen en weer de baan op te gaan. Zoals altijd toont hij daarbij groot karakter en vastberadenheid.
Na zijn ongeluk tijdens de MotoGP-tests op Sepang heeft Martin zijn revalidatie gedeeld, wat zijn sterke wil om weer te racen onderstreept. De Moto3-wereldkampioen van 2018 en MotoGP-kampioen van 2024 heeft altijd doorzettingsvermogen getoond en heeft blessures en uitdagingen op het circuit overwonnen. Momenteel is hij een van de meest vooraanstaande rijders in de MotoGP, rijdend voor het officiële Aprilia-team. Ondanks een ongelukkige start van het kampioenschap werkt hij hard aan zijn herstel. Foto’s van zijn revalidatie die hij online heeft geplaatst, hebben zijn fans enthousiast gemaakt. Dankzij zijn vastberadenheid en de steun van zijn team lijkt zijn terugkeer op de baan slechts een kwestie van tijd, mogelijk al tijdens de GP van Thailand.
In de tussentijd heeft Michelin de oorzaak van de highsider van Martin vastgesteld’ “De temperatuur aan de buitenkant van de band was in orde. De sensor aan de binnenkant toont echter dat de temperatuur daar zo’n 15 graden lager was dan de gebruikelijke 90 tot 100 graden. Bij Marco Bezzecchi, zijn teamgenoot, was de binnenkant van de band wel op de juiste temperatuur,’ verklaarde Piero Taramasso, motorsportbaas van Michelin. De reden voor de lage temperatuur aan de binnenkant van de band is nog onduidelijk, hoewel er verschillende mogelijkheden zijn. ‘Het was minder warm dan gebruikelijk en de motorfiets was na een eerdere crash terug naar de pits gegaan. Misschien was er iets mis met de bandenwarmers, maar dat moet nog verder onderzocht worden.’
In 2021 reed Valentino Rossi zijn laatste MotoGP-race, maar ‘The Doctor’ is vier jaar later nog steeds niet vergeten. Ter gelegenheid van zijn 46e verjaardag presenteert zijn hofleverancier Dainese een unieke, gouden racecombi: de Soleluna Vale46 Anniversario-kit. En, wat dacht je? Slechts 46 stuks zijn beschikbaar. Wees snel!
Gouden ‘Soleluna’
Een bijzondere verjaardag vraagt om een bijzondere hommage. Dainese en AGV hebben dat goed begrepen. Ze lanceren een exclusief racepak met helm dat jij – ja, jij! – kunt bemachtigen. Dit gaat om een Demone GP D-air® 3x-pak en de Pista GP RR-helm, beide voorzien van fraaie Soleluna Vale46 Anniversario-graphics. Deze zijn speciaal ontworpen als cadeau voor Vale, met een mix van fluorescerend geel, diep zwart en details in echt bladgoud. Een gouden combinatie voor een carrière die in de annalen van de geschiedenis staat.
In zijn 26-jarige carrière veroverde Vale maar liefst 9 wereldkampioenschappen, waarvan 7 in de koningsklasse (500 en MotoGP). Hij reed 432 GP’s, met 372 races in de hoogste klasse. Daarvan won hij er 115 en behaalde 235 podiumplaatsen. Valentino Rossi was de belichaming van een nieuw tijdperk in de MotoGP.
46
De Soleluna Vale46 Anniversario-kit wordt in 2025 geproduceerd, in een zeer gelimiteerde oplage van 46 stuks – waarvan het serienummer 1/46 alvast geveild wordt voor het goede doel. Alle kopers ontvangen hun set in een op maat gemaakte vitrine, met serienummer en gesigneerd door Valentino Rossi. Een unieke kans voor de grootste fans, maar verwacht wel dat het een flinke investering zal vergen…
In Japan gaan geruchten over een nieuwe retro-Honda met een tweecilinder motor en een design geïnspireerd op de legendarische CB750 Four. Dit zou een nostalgische zet kunnen zijn die zeker aanspreekt.
CB750 Four: Een zware erfenis
De Honda CB 750 Four (zie foto hieronder) was een mijlpaal in de motorfietsgeschiedenis. Gepresenteerd in 1969, was het de eerste serieproductie motorfiets met een viercilinder. Dit verstoorde de markt en maakte de CB750 Four tot een symbool van de jaren 70, waardoor hele generaties van motorfietsen droomden.
Het origineel.
Een grote terugkeer?
Nu, meer dan vijftig jaar later, overweegt Honda mogelijk om deze legende nieuw leven in te blazen. Volgens geruchten van de Japanse website Autoby zou Honda werken aan een CB750, aangedreven door de tweecilinder van de Hornet. Het design zou sterk geïnspireerd zijn op het legendarische origineel, met een druppelvormige tank, een vlak zadel en een verchroomde uitlaat. Bovenaan dit artikel een tekening van hoe de nieuwe CB750 eruit zou kunnen zien. Het idee achter dit project zou zijn om retro-stijl te combineren met moderne technologie, met de tweecilinder die zorgt voor prima prestaties en laag verbruik.
Als Honda dit project daadwerkelijk realiseert, zou het een nostalgische operatie zijn die het hart van veel liefhebbers kan veroveren. De naam CB750 roept onvergetelijke herinneringen op en een moderne herinterpretatie zou vrijwel zeker een hit kunnen zijn. Kortom, de naam is er en de technische basis ligt klaar. We moeten gewoon wachten op meer informatie van Honda om te ontdekken of de CB750 daadwerkelijk terugkomt, mogelijk al tijdens de aankomende EICMA.
In 2025 organiseert de Suzuki Ride Out Roadshow een reeks van 16 evenementen door heel Nederland. Bezoekers kunnen gratis proefritten maken op een breed scala aan Suzuki motorfietsen, waaronder populaire modellen zoals de GSX-S1000GX, GSX-8S, V-Strom 800, en sportieve GSX-8R. Inschrijven kan vanaf 20 februari via de website.
Dit evenement biedt zowel beginnende als ervaren motorrijders de mogelijkheid om kennis te maken met 14 verschillende Suzuki-modellen op een toegankelijke manier. Aanmelden voor een proefrit is eenvoudig en kan snel online.
De V-Strom serie biedt een uitstekende combinatie van comfort, bescherming en wendbaarheid, met modellen zoals de V-Strom 800 en 1050 die uitblinken in avontuurlijke prestaties. Ook de GSX-serie is vertegenwoordigd, met modellen zoals de populaire GSX-8S en GSX-S1000. De Roadshow start op 15 maart 2025 op diverse locaties. Voor meer informatie bezoek www.suzuki.nl/suzuki-ride-out-roadshow.
Alle Suzuki-modellen komen met 6 jaar garantie en 6 jaar mobiliteitsservice, inclusief reparatie of vervanging bij materiaal- of constructiefouten zonder extra kosten, mits onderhoud plaatsvindt bij een officiële dealer.
Sport cruiser. Het lijkt een term die is bedacht in het Centro Stile van Ducati tijdens de ontwikkeling van de (X)Diavel. Maar ook andere merken wagen zich aan dit type motor. De nieuwste speler in dit segment is Zontes. Deze Chinese motorbouwer staat vooral bekend om zijn goedkope en lichte forensenmotoren, maar verkent nu ook nieuwe terreinen. De Zontes 703 V Sport Cruiser heeft een lange wielbasis, brede achterschoen, stoere looks en een krachtige driecilinder onder de kap.
De 703 V is de vierde telg in de driecilinderfamilie van Zontes, naast de 703 RR (racer), de 703 R (naked) en de 703 F (allroad), die we eerder al hebben gezien. Alle modellen zijn uitgerust met dezelfde vloeistofgekoelde 699cc driecilindermotor. Deze heeft verschillende tuning en gearing, terwijl elk model ook zijn eigen frame en rijwielgedeelte heeft. In dit geval gaat het om een lange en lage opbouw, met een zadelhoogte van naar schatting niet meer dan 800 mm en 17-inch wielen voor en achter.
Triple met 100 pk
De 703 V maakt gebruik van dezelfde 95 pk (bij 10.000 tpm) en 75 Nm (bij 7.500 tpm) sterke drie-in-lijn motor met zesversnellingsbak als zijn allroadbroertje. Hij is uitgerust met topcomponenten, variërend van radiale vierzuigerremklauwen van Brembo tot een licht aluminium frame en een voorvork die lijkt te komen van Showa. Verschillende bronnen geven een rijklaargewicht (inclusief volle tank) van minder dan 200 kg aan, met een prijskaartje dat ook aantrekkelijk lijkt. Als we de 703 F als referentie nemen, zou de nieuwe powercruiser voor minder dan 9.000 euro op de markt komen. Een goedkoop, maar spannend alternatief voor de Ducati Diavel? We zijn benieuwd!
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.