dinsdag 29 juli 2025
Home Blog Pagina 1322

EBR niet terug in Alkmaar

0

Toen Erik Buell nog zijn gelijknamige merk runde onder Harley-Davidson, zat de importeur voor Europa in Alkmaar en ook toen het EBR werd was Alkmaar de uitvalsbasis. EBR’s nieuwe plannen worden vanaf nu uitgevoerd vanuit Northern Classic, Custom & Race AB in Zweden.

NCCR zit in vier uur ten noorden van Stockholm in Delsbo en zij zijn nu de door EBR aangewezen partij om vooralsnog onderdelen en service te verzorgen voor EBR in Europa, maar het belangrijkste doel is eerst om vertrouwen in het merk te herstellen met als tweede doel om aanspreekpunt te zijn voor potentieële distributeurs en landsimporteurs te zijn.

EBR startte afgelopen maart de productie van de 2016 1190SX- en 1190RX-modellen in East Troy in de staat Wisconsin, en nu begint dus de wereldwijde distributie weer kleine stapjes te nemen.

DRIE KEER IS…
Erik Buell zag verleden jaar april zijn tweede poging om een eigen motormerk te starten in rook opgaan toen Erik Buell Racing de bietenbrug op ging. In een eerste vorm was Buell een submerk van Harley-Davidson, maar door financiële hervormingen trok HD de stekker uit het project.

Het heropgeleefde EBR zag er succesvol uit met een aantal modellen en zelfs een World Superbikes-raceteam. Financieel partner Hero MotoCorp was nu alleen degene die roet in het eten gooide en daar ging poging twee.

Deze derde opzet wordt nu doorgezet met geld van Liquid Assett Partners, een investeringsmaatschappij die meer hart voor het merk hebben dan het Indiase Hero. Of drie keer scheepsrecht blijkt, moeten we nog maar zien, maar in Europa zal Northern Classic, Custom & Race AB dus een rol spelen.

Foto: NCCR & EBR

Espargaró en Lowes met Yamaha naar Suzuka

0

Vorig jaar waren het Pol Espargaró en Bradley Smith, die samen met Kats Nakasuga de overwinning pakten tijdens de 8 Uren van Suzuka. Met het vertrek van Smith richting KTM’s nieuwe MotoGP-team valt Yamaha nu terug op Alex Lowes.

De Yamaha R1M bewees de uitputtingsslag van Suzuka prima te doorstaan, en dat bij een eerste poging vanuit Yamaha met de nieuwe machine. Ze pakken het dan ook wel prima op door met een fabrieksteam aan de start te komen. Yamaha’s vaste testrijder Katsuyuki Nakasuga is ook weer van de partij om de eer van het land van de rijzende zon te verdedigen.

Onze WK Superbike-redacteur Marien Cahuzak was verbaasd over de keuze van Yamaha. “Niet Guintoli? Hij is niet de snelste, maar wel heel constant. Die komt alleen binnen om te tanken, precies wat je wilt! Of ze bij Yamaha verwachten dat Guintoli niet op tijd fit is?”

Of de Yamaha R1M voor de tweede keer op rij voor een overwinning kan zorgen voor het merk met de gekruiste stemvorken, is afwachten. Yamaha vaardigt naar het Factory Racing Team ook nog Yamaha Austria Racing Team af, met rijders Takuya Fujita, Kouta Nozane en Broc Parkes.

CONCURRENTIE
Qua concurrentie is Suzuka altijd interessant, want de Suzuka 8 Uren is de race van het jaar voor de Japanse fabrikanten, waar de eer van de vier grote merken verdedigd wordt. Fabrikanten trekken dan ook altijd de beste coureurs van over de hele wereld aan om hun eigen Japanse mensen bij te staan. 

Kawasaki heeft bijvoorbeeld Leon Haslam aangetrokken en het heeft er alle schijn van dat Honda opnieuw beroep zal doen op tweevoudig winnaar Michael van der Mark, waarschijnlijk naast WK Superbike-teamgenoot Nicky Hayden. 

In een rare samenloop van omstandigheden is vervolgens Josh Brookes door Yoshimura Suzuki ingelijfd, ondanks dat hij normaliter met het Milwaukee-team met BMW uitkomt. Verdedigend Moto2-wereldkampioen Johann Zarco zal ook in Yoshimura Suzuki-kleuren uitkomen.

Beide tijdelijke aanstellingen versterken geruchten dat Milwaukee volgend jaar het officiële Suzuki WK Superbike-team zou worden en dat Zarco eventueel de tweede man naast Iannone wordt bij Suzuki’s MotoGP-ploeg.

Foto’s: Yamaha 

De 2013 Kawasaki ZX10R van Sykes winnen?

0

Heb je nou altijd al de kampioenschap winnende Kawasaki ZX10R van Tom Sykes willen hebben? Dat kan! Of ja, kon. Je had er alleen even Tom Sykes voor moeten heten, en acht keer op rij WK Superbike-races op Donington op je naam schrijven hoort ook bij de deal. 

De man uit Huddersfield werd in 2013 kampioen in het WK Superbike en als verrassing had Kawasaki in Engeland de kampioenschap winnende machine klaarstaan. Ze overhandigden de ZX10R als bedankje voor zijn harde werk. “Kers op de taart in op zich al een topweekend!” vertelde Sykes blij na dit weekend opnieuw de dubbel te hebben gepakt in Engeland.

Het team erkent er het werk van Sykes mee, die de indertijd gloednieuwe en onbewezen Kawasaki ZX10R ontwikkelde tot een machine die in staat is kampioenschappen te winnen. In één zin met Sykes noemt men ook zijn Nederlandse crewchief Marcel Duinker, die absoluut mede debet is aan het succes van Sykes en ZX10R.

Biel Roda van het Kawasaki Racing Team benadrukt ook dat de cadeau gedane machine niet enkels als bedankje dient voor dat ene wereldkampioenschap, maar ook als erkenning voor zijn huidge inzet binnen het team.

“Nu nog even kijken of mijn vrouw Amie het goed vindt dat ik hem in de woonkamer zet!” aldus Tom Sykes.

Foto’s: Kawasaki

20 jaar McGuinnes op de Isle of Man TT

0

De allersnelste man ooit op rond het Isle of Man TT-parcours en de rijder met het op een na hoogste aantal TT-overwinningen viert dit jaar zijn twintig jarig jubileum op het Isle of Man. John McGuinnes opent ter ere van het feestje een tentoonstelling met (bijna) al zijn racemachines.

Als je iets twintig jaar lang doet, verzamel je nogal wat. Maar als je twintig jaar lang racet in drie of vier verschillende klasses per jaar, dan gaat het helemaal hard. John McGuinness heeft een dergelijke carrière achter de rug, en is nog niet klaar ook.

Van zijn allereerste Paul Bird Motorsport Honda RS250 uit ’96 tot de opvallende roze-paarse Vimto TSR 250 – waarmee hij in 1999 als teamgenoot van Joey Dunlop voor het eerst won – door tot de 2007 Fireblade waarmee hij als eerste rijder de 130 mijl per uur gemiddeld-barrière doorbrak op Man en de 2015 Fireblade SP, waar hij vorig jaar het ronderecord mee aanscherpte tot over de 132 mijl per uur en ook nog een 23e TT-overwinning op liet tekenen. O, en dat op 43-jarige leeftijd… 

De machines variëren nogal, aangezien het racen in twintig jaar behoorlijk veranderd is. Zo staan er dikke ééncilinders, 250’s, 400’tjes, 600 supersports, stockers, superbikes en ook staan tweetakten zij aan zij met moderner viertaktmateriaal en zelfs de volledig elektrische TT Zero Mugen. Een heel behoorlijk collectie dus.

“Het idee kwam tot leven dankzij Mark Sears van Dunlop, die helaas onlangs overleed, maar toch hebben we het plan doorgezet om de fans iets terug te kunnen geven. Dus nemen we men mee op een 20 jaar durende reis naar de TT, en naast de tentoonstelling prepareren we ter plaatse ook de racemachines voor komende races. Kan men het oude spul zien én zien hoe een raceteam werkt”, aldus John McGuinness.

De tentoonstelling is gedurdende de Isle of Man TT gratis te bezoeken in de Grand Stand Area. Dus als je er toch bent?

Foto’s: Isle of Man TT

 

[justified_image_grid ids=24047,24048,24049,24050]

Top-4: BMW’s van Concorso d’Eleganza Villa d’Este

0

Op het jaarlijkse Concorso d’Eleganza Villa d’Este pakt BMW de afgelopen jaren steevast uit met iets bijzonders. Het kan je ding zijn, of juist helemaal niet. Opvallend en interessant zijn de onthullingen van de laatste vier jaar sowieso. We zetten ze op een rijtje.

Het Concorso d’Eleganza Villa d’Este is een groot festijn voor ‘historische gemotorische schatten’, al zegt de organisatie het zelf. Het is bovenal een feest voor het oog en oog met prachtige oude motoren – en vooruit, ook auto’s – en eveneens veel indrukwekkend nieuws, zoals dus de studiemodellen van BMW. We trappen af.

4. Concept 101 – 2015 – basis: 2015 BMW K1600GT
Een Amerikaans sausje – nee, geen ketchup – over een Duits rasproduct. Dat is de BMW 101 Concept. Ontworpen in Californië bij BMW’s Noord-Amerikaanse designtak. Waarom 101? Twee redenen. De eerste is de ligging van de Californische BMW design studio, op ‘spitting distance’ van de legendarische Highway 101 en alle gevoelens van vrijheid die het oproept. De tweede reden is even zo Amerikaans als genoemde snelweg van faam; kubieke inches. De 1600cc BMW is bemeten in ‘cubic inches’ precies, je raadt het, 101 stuks groot. Naar het schijnt is er inmiddels zelfs een productiemodel in ontwikkeling.
3. R5 Hommage – 2016 – basis: 1936 BMW R5
De enige uit dit lijstje dat geen ‘concept’ in de naam heeft, maar een Hommage is het zeker. De BMW R5 Hommage is een ode aan de luchtgekoelde R5 uit 1936, maar beladen met modern moois in een gebalanceerde mix. Precies modern genoeg zonder af te doen aan de klassieke lijnen, zo zien we het graag. Op een productieversie hoeft niet gerekend te worden, want alleen Euro4 zou een dergelijke machine al het leven zuur maken, maar je weet natuurlijk nooit.2. Concept Roadster – 2014 – basis: 2014 BMW R1200R
Men neme een BMW R1200R, stript er alles af wat niet per se een plaats op de machine behoeft en hangt hem vervolgens vol dik performance materiaal, zoals een brute uitlaat, lichte wielen, race remmen en vering. Kek kleurtje voor het frame en de Concept Roadster zag het levenslicht. Kon op veel positieve geluiden rekenen, maar wij zijn gestopt met onze adem inhouden wat betreft een productiemodel.1. Concept 90 – 2013 – basis: pre-productie R NineT
Dit kon alleen de nummer 1 zijn, want behalve dat deze – door Roland Sands gebouwde – waanzinnige ode aan het veertig jarig bestaan van de R90S er gewoon te machtig voor woorden uitziet, was het Concept 90 ook de voorloper van de R NineT. En laat die R NineT momenteel een van BMW’s absolute bestsellers zijn. Helaas hebben we vooralsnog geen (half)gekuipte R NineT mogen verwelkomen, maar met de R NineT Scrambler als zoethoudertje, hopen we het nog wel even uit te zingen. Dat wil zeggen; waarschijnlijk komt ‘ie volgend jaar.

Foto’s: BMW

[justified_image_grid ids=24003,24004,24005,24006,24007,24008,24009,24010,24011,24012,24013,24014,24015,24016,24017,24018]

Onderweg: Triumph Street Triple 800

0

Hij komt, hij komt. En dan hebben we het niet over de goede Sint. Wel over het slecht bewaarde geheim dat Triumph aan een zwaardere Street Triple werkt, en dan hebben we het hier ook weer niet over de Speed Triple. Nee, we hebben het over een Street Triple 800.

Of ja, ongeveer. Hoe groot het blok precies wordt is nog ongewis, maar de geruchten variëren van 750 tot rond de 800cc. De zwaardere Street is trouwens wel iets bijzonderder dan gewoon het blok van een Tiger 800 in een Street Triple rijgedeelte hangen. De Tiger krijgt zijn extra kubieke centimeters namelijk door een langere slag toe te passen, terwijl bij een model als de Street Triple grotere boring interessanter klinkt. 

Net als bij de vernieuwde 1050cc Speed Triple kunnen we verwachten dat het blok intern behoorlijk op de schop gaat. Grotere boring is één stap naar meer vermogen, maar waarom eigenlijk? De huidge 675 Street is niet superzwaar bemeten, maar in de meeste gevallen volstaan de 106 paardenkrachten best wel prima.

En dat is waar de schoen wringt, want als Triumph de nieuwe Street Triple te sterk maakt, komt ‘ie in het vaarwater van hun eigen 140-pk-sterke Speed Triple, maar vooral moet de nieuwe Street meer longinhoud krijgen omdat hij aan de Euro4 moet geloven. Reken dus op niet heel veel paardjes meer, maar waarschijnlijk wel een aangename toename in koppel.

VIER VERSCHILLENDE
Triumph schijnt ook te werken aan een viertal variaties op de Street Triple, met het zelfde rijwielgedeelte en blok als basis. Waarschijnlijk komt er in elk geval een basismodel en een sportievere versie á la R of Rx, al komt de naam RS ook langs. Uiteraard uitgedost met knapper veer- en remwerk.

Interessanter is de RT-noemer die langskomt in dit verhaal. Dat zou duiden op een soort sportief, half-gekuipt, toermodel in de lijn van de Yamaha Tracer-reeks. Dus wel ietwat offroad-show maar niet per se offroad-go. Vooral een comfortabele rijhouding dus.

Hoe een vierde variatie eruit zou moeten zien, wij weten het niet. Wat we wel weten is dat de Triumph Street Triple een heel fijne middelgewicht naked bike is en dat kleine beetje extra pit en koppel hem erg goed zouden staan.

Foto: Triumph

Yamaha Tracer 700 geprijsd

0

De introductie van de Tracer 700 was een logische, want het veelzijdige blok leent zeg perfect voor het soort sportief toerwerk waar de Tracer 900 ook al op gericht was. Alleen de 700 is lichter in vermogen en gewicht, en nu weten we ook wat ‘ie qua prijs laat optekenen.

Met 8.999 euro heeft Yamaha met de Tracer 700 niet die directe aanslag op het segment kunnen doen. Wij hoopten in een kort specificatie-vergelijk dat de 700 qua prijs lekker dicht op zijn directe concurrenten kon gaan zitten, maar de Kawasaki Versys 650 en de Suzuki V-Strom 650 hebben prijs technisch toch wel een streepje voor op de Tracer.

En nog een best behoorlijk streepje ook. De Tracer 700 is namelijk liefst 700 euro duurder dan Suzuki’s V-Strom en op de Kawasaki Versys 650 verliest de Tracer al 1.000 euro. Fikse bedragen in zo’n zwaarbevochten deel van de markt.

Wat de Tracer wel in de kaart speelt, ondanks die hogere vanafprijs, is dat de V-Strom in deze vorm al meegaat sinds 2012. Kort om, die 700 euro extra levert je niet alleen een veel lichtere motor met meer vermogen op, maar ook wat nieuwer model.

SCHERP
Kijken we vervolgens bij Kawasaki, en dan ligt het meteen al heel anders. De Versys 650 is in de huidige incarnatie vorig jaar pas geïntroduceerd en is dus ook nog een heel stuk scherper geprijsd dan de Yamaha.

Je kunt dus wel stellen dat de Yamaha Tracer 700 goede kaarten in handen heeft, maar desondanks moet hij met die verkoopprijs straks wel behoorlijk aan de bak om het verschil te kunnen maken.

Foto’s: Kawasaki, Suzuki en Yamaha

Icoon: BMW GS

0

Als één motor de belichaming van de ‘doorrijder’ geworden is de afgelopen decennia, dan is het wel de BMW GS. Of het nu de boxertwin, de eencilinder of de staande twin betreft; BMW’s GS is sowieso iconisch. Hoe iconisch? Er rijden er ruim 500.000 stuks van rond, zegt dat genoeg?

De eerste GS was overigens geen GS, maar een G/S. Klein verschil, die schuine streep, maar waar de streep voor staat geeft de doorslag. De allereerste BMW met de letters G en S, was de R80G/S die in september van 1980 op de Intermot gepresenteerd werd. G/S stond voor Gelände/Straße, omdat de R80G/S zowel naast als op de gebaande paden uit de voeten kon. Een trend werd gezet.

Die inmiddels legendarische R80G/S was in de basis een bijzondere cocktail met vooruitstrevende techniek. Zo was het blok een R80/7-motor met wat aanpassingen zoals een lichter vliegwiel en was het hoofdframe gebaseerd op dat van een R65. Alleen aan de achterzijde is waar het interessant wordt; de enkelzijdige cardanaandrijving met monoshock, ook wel de monolever. Door de enkelzijdige ophanging kon het achterwiel eenvoudig gewisseld worden en de enkele schrokbreker was minder onderhoudsgevoelig. Tel er opties als een 32 liter-brandstoftank bij op en je had met de R80G/S een motor waarmee je de hele wereld aankon, die gewoon voor het publiek te koop was. In 1981 zou BMW liefst 6.631 G/Sen produceren, ruim twee keer zoveel als gepland, en dat in een tijd waarin de aantrekkingskracht van de motorfiets grotendeels verdwenen leek.

SCHUINE STREEP
Evoluties van de R80G/S zouden uiteindelijk de schuine streep verliezen. De naam ging van Gelände/Straße naar Geländesport, mede door succes in Le Dakar, waar de GS qua power als zwaargewicht met lichtvoetig rijgedrag prima uit de verf kwam. Eerst kreeg de R80G/S in 1986 gezelschap van de R100GS, die naast een 980cc krachtbron ook de inmiddels bekende Paralever-achterwielophanging kreeg. Het Paralever-principe loste het ‘shaft effect’ op, waardoor de krachten van veerbeweging en de aandrijving gescheiden konden worden. In 1987 kwam de lichtere R65GS en verdween de schuine streep definitief, toen ook de R80G/S een Paralever-systeem kreeg en voortaan door het leven ging als de R80GS.

In 1993 breidde BMW vervolgens de GS-reeks uit met de nieuwe R1100GS, met vierkleps lucht- en oliegekoeld boxerblok met een cilinderinhoud van 1084cc. Ook kwam er de F650 Funduro, die voortborduurde op de sterke punten van de GS-reeks, zonder de GS-naam te dragen. Funduro is duidelijk een woordspeling op basis van Fun en Enduro. De F650 zou in 2000 dan eindelijk ook de GS-noemer aan zijn typenaam toegevoegd krijgen.

Het was in 1999 dan toch de R1150GS die de BMW GS-reputatie onsterfelijk maakte, zeker na de toevoeging van de RS1150GS Adventure in 2001 kon de GS-naam niet meer stuk. Met waanzinnig soepel en vertrouwenwekkend stuurgedrag op zowel verhard als onverhard, werd de GS de motor voor lange afstanden, maar ook in dagelijks gebruik staat de GS zijn mannetje. 

PURISTEN
Later zouden de F650-éénpitters vervangen woorden door de F800GS en F650GS (later F700GS) paralleltwins en evolueerde de R1150GS tot de 1200GS, al waren die toen nog luchtgekoeld. Met name dat laatste was voor de puristische BMW-rijder een cruciaal punt. Want waar de ketting aangedreven éénpits-F650 volgens de echte purist al geen BMW was, kon een ware GS enkel luchtgekoeld zijn. Tot de Intermot in Keulen in 2012, toen BMW vloeistofkoeling aankondigde voor de R1200GS. Godslastering! Overigens zie je hier rechts duidelijk dat de uitlaten nu niet langer aan de voorkant van het blok uitkomen, maar aan de onderkant.

Terugkomend op de godslastering van vocht in het blok, was de vloeistofgekoelde R1200GS inderdaad bijna tien kilo zwaarder dan zijn voorganger, maar hij slingert wel 15 extra paardenkrachten in de cardanas. Alleen het allerbelangrijkste aan de nieuwe R1200GS, is dat ook deze GS gebruik maakt van de sterke punten die de eerste G/S – mét schuine streep – ook al had.

BALANS
En dat is wat de BMW GS-reeks keer op keer zo sterk maakt; balans. De gehele motor is in balans, van voor tot achter. Daardoor kan een vloeistofgekoelde R1200GS makkelijk richting de 250 kilo wegen en toch rijden alsof hij veel lichter is. Mooi voorbeeld van die balans vind je ook terug in de krachtbron, die precies 125 paardenkrachten en even zo veel Newtonmeter koppel uitbraakt.

De truc is balans, en dat is de truc altijd geweest. En ondanks dat je de GS – in welke uitvoering, vorm of uitgave dan ook – op zowat iedere straathoek in ons kleine landje tegenkomt, iconisch is BMW’s GS zeker.

Foto’s: BMW en archief MOTO73/MOTOR Magazine

 

[justified_image_grid ids=23947,23948,23949,23950,23951,23952,23953,23954,23955,23956,23957,23958,23959,23960,23961,23962,23963,23964,23965,23966]

Motoragent duwt verdachte in volle vaart van scooter

0

Een motoragent van het politiekorps van Oost-Brabant moet zich voor de rechter verantwoorden voor het in volle vaart van een scooter duwen van een verdachte in de nacht van 8 juli 2015. De verdachte raakte daarbij ernstig gewond.

Iedereen die ooit Blik op de Weg of Wegmisbruikers gezien heeft, weet dat motoragenten haar op hun tanden hebben en met een tweewieler tussen de benen geboren zijn. En dan weet je ook dat de gemiddelde scooterrijder bij dat programma steevast denkt weg te komen van dit soort ervaren politiemensen. 

Zo dus ook in de nacht van 8 juli toen een motoragent op een melding van een inbraak af kwam. Een verdachte maakte zich uit de voeten op een scooter en toen de agent naast de scooter ging rijden om hem tot stoppen te manen, versnelde de verdachte juist. Op dat moment duwde de motoragent tegen het stuur van de verdachte, waardoor hij hard ten val kwam.

De manier waarop de verdachte tot stoppen gedwongen werd, was volgens een onderzoek van de Rijksrecherche absoluut geen politieprocedure. Vanwege de aard van de verwondingen – meerdere botbreuken, hoofd- en nekletsel – dient de motoragent zich nu voor het gerecht te verantwoorden. Hij wordt verdacht van poging tot doodslag, dan wel van mishandeling of zwaar lichamelijk letsel door schuld.

TE VER GEGAAN?
Aangezien we niet achterop de motor zaten bij de agent is het moeilijk inschatten, maar afgaand op wat we weten; ging de motoragent te ver? Voordeel van een agent op de motor is dat hij zijn armen en benen kan gebruiken om redelijk gecontroleerd in te grijpen, in tegenstelling tot een duwtje van een auto.

Maar als dit de gevolgen zijn? Wat vind jij?

Waarom de samenwerking tussen MV Agusta en Motul van belang is

0

Driewerf hoezee, een teken van leven vanuit MV! Of MV Agusta nog daadwerkelijk in leven was leek inmiddels enkel nog met een stethoscoop te constateren. De fabriek zou stilliggen, (financieel) partner AMG zou de toko over wíllen nemen, maar niet mógen en de stapels onbetaalde rekeningen reiken inmiddels tot het dak. Maar nu is er hoop!

MV Agusta is namelijk een officieel partnerschap aangegaan met de Franse smeermiddelenfirma Motul. Motul gaat alle olie leveren voor de motorfietsen van MV Agusta, maar ook in de productie worden straks Motul-vetten en -smeermiddelen gebruikt. Wat zeker een positief geluid is vanaf de kust van Lago Varese, waar MV huisvest.

Al zijn er nog wel wat hete hangijzers met betrekking tot de heel behoorlijke schulden van het historische Italiaanse merk, want die gaan niet weg met een deal met de olieboer. Alleen zal de olieboer in kwestie niet zomaar in zee gaan met een zinkend schip met Giovanni Castiglioni als kapitein, die zullen de Hare Majesteit MV Agusta graag wel zeewaardig willen zien voor ze tekenen voor een samenwerking.

REDDING NABIJ?
Dat kan erop duiden dat MV Agusta’s redding nabij is, want bij eventuele overname is een deal zoals die met Motul voor de overnamepartner natuurlijk ook een pré. Maar zijn er überhaupt kandidaten die willen dweilen met de kraan open, zoals bij MV een beetje traditie lijkt?

Naar het schijnt komt MV Agusta binnenkort opnieuw in Amerikaanse handen. Polaris uit de Amerikaanse staat Minnesota zou volgens de geruchten azen op MV. Om een aantal redenen klinkt dat logisch, want Harley-Davidson was ooit MV’s baas en met haar merken Victory en Indian is HD de meest directe concurrent. Van MV een succes maken, zoals Harley niet lukte zal zeer doen in Wisconsin.

Daarnaast is Polaris met Victory Racing druk met het uitbreiden van haar race-aspiraties, en ze lopen er nogal mee te koop, maar desalniettemin heeft MV Agusta in het verleden liefst 75 wereldtitels vergaard. Kennis van racen hebben ze dus wel in Varese.

Het zou dan ook goed kunnen dat de samenwerking met Motul het begin is van een nieuw MV Agusta. Het is enkel afwachten geblazen of meneer Castiglioni het tot het zover is uithoudt.

Foto’s: MV Agusta en Polaris