zaterdag 9 augustus 2025
Home Blog Pagina 1340

Hoogste motorfietsmuseum van Europa

0

Het waarom ontgaat ons ook, maar met de bouw van een nieuwe skilift op 2175 meter hoogte, leek het men ook wel leuk om naast een uitkijkpunt en restaurant een motorfietsmuseum toe te voegen. En inderdaad, waarom niet?

Immers is het berggebied tussen het Oostenrijkse Tirol en Zuid-Tirol in Italië een populair stukje onder motorrijders, en wanneer je nu dus de Timmelsjoch-pas neemt, kun je dus ook een stop bij het Top Mountain Crosspoint ingelasten.

Overigens wilde de ontwikkelaar wel even duidelijk maken dat het geen halfbakken plan was, dus nodigde hij niemand minder dan Giacomo Agostini uit om de eerste schop in het zand te steken. Het afgeronde museumterrein beslaat meer dan 2.600 vierkante meter en staat boordevol bijzondere tweewielers met onder andere exemplaren van Moto Guzzi, Brough Superior, MV Agusta, Zündapp en natuurlijk Harley-Davidson. 

Mocht je Duits op niveau zijn, dan valt er ook nog wat te maken van de gesproken tekst in onderstaande video, zo niet dan kun je in elk geval vast een kijkje nemen!

Frits Selling overleden

0

Op 30 maart 2016 is motorsportman van de eeuw Frits Selling in zijn woonplaats Amsterdam overleden. De zoon van Henk Selling, oprichter van de bekende Amsterdamse motorzaak, werd 84 jaar oud.

Frits Selling heeft de nodige faam opgebouwd als motorcrosser, ook geïnspireerd door zijn vader die gek was op motorrijden. Frits reed zijn eerste zesdaagse in 1956 op een Zündapp, waar de toenmalige motorzaak het dealerschap van had.

In 1956 werd hij gevraagd voor het “Vaas Team” en won daarmee de Zilveren Vaas. En dat was niet het laatste succes van de Amsterdamse motorliefhebber. Hij werd zes maal Nederlands kampioen motorcross, zeven maal Nederlands kampioen betrouwbaarheidsritten en won tien maal een gouden medaille in de Internationale zesdaagsen. Daarvoor werd hem zowel in 1957, 1961 en 1962 de Hans de Beaufort beker toegekend en is hij in het jaar 2000 uitgeroepen tot de Nederlandse motorsporter van de eeuw.

Nieuwe TT Zero-machine van Mugen

0

Mugen is klaar voor de Isle of Man TT Zero-race. Met coureurs John McGuinness en Bruce Anstey al bevestigd kon men nu ook de machine waarmee het moet gebeuren aan de wereld tonen: de Mugen Shinden Go.

Overigens hebben ze in Japan duidelijk maling aan de uitdrukking ‘never change a winning team’, want Mugen mag dan wel al sinds 2014 de elektrische TT-races domineren, stilstaan doet de ontwikkeling allerminst. De nieuwe Shinden oogt niet alleen lichter, hij is het ook. Zaken als de accupakketten, het frame en de elektromotor werden allemaal geheel opnieuw ontworpen.

Met name het nieuwe monococque-frame zou een grote stap voorwaarts moeten brengen, omdat ze mede daardoor de accu’s nu in het frame weg kunnen werken, wat naast gewichtsbesparing ook een betere massacentralisatie oplevert.

120-MIJL-PER-UUR-BARRIERE
Verleden jaar wist McGuinness de Shinden Yon naar een gemiddelde ronde van 119,279 mijl per uur te rijden, voor teamgenoot Anstey die net onder de 119 mijl per uur uitkwam op 118,857. Voor dit jaar is het doel van het Mugen-team dan ook om de 120-mijl-per-uur-barrière te doorbreken. Mocht dat lukken dan onderstrepen ze de enorme vooruitgang die de elektrische racer gemaakt heeft de afgelopen vier jaar.

In 2012 lukte het Michael Rutter aan boord van de MotoCzysz E1pc eindelijk dat illustere gemiddelde van 100 mijl per uur te rijden. Sterker nog, hij kwam tot 104,056 en reed dus in 21 minuten en 45,33 seconden het Mountain Course-circuit. Ga maar na dat McGuinness er verleden jaar maar 18 minuten en 58,743 seconden voor nodig had, en je snapt dat de TT Zero inmiddels echt wel serieus genomen kan worden.

De TT Zero-race vindt plaats over één ronde op woensdag 8 juni om 17.20 uur, Nederlandse tijd.

[justified_image_grid ids=23588,23589,23590,23591]

‘Je mag niets verwachten van Bo’

0

Rotterdam lijkt inmiddels hofleverancier geworden te zijn van de Nederlandse wegracerij. De grote beloften op WK-niveau komen namelijk beide uit de Zuid-Hollandse havenstad. Met inmiddels al wat jaartjes ervaring in de wereldkampioenschappen, laat Michael van der Mark zich uit over zijn stadsgenoot, Bo Bendsneijder.

“Ik ken Bo nu al een tijdje en we hebben ook lang samen getraind bij Frans van Leeuwen. Hij is nog een stuk rustiger dan ik ben, maar als het erop aankomt, zie ik eenzelfde type naar boven komen drijven. Bo gaat nu gewoon zijn eigen ding doen en dan komt het echt wel goed. Hij laat zich niet zomaar uit het veld slaan, waardoor ik ook wel verwacht dat hij om weet te gaan met de druk die op hem afkomt. Hij moet alleen wel blijven beseffen dat hij als Nederlander nu de beste kans krijgt om te presteren. Dat heeft hij ook verdiend. Je weet alleen dat er uiteindelijk resultaten moeten komen, maar dat is ook niet meer dan logisch. Dat weet hij zelf natuurlijk ook wel, dus daar zal het dan ook niet aan liggen. Het is alleen niet vanzelfsprekend dat je in zijn positie ook gelijk mooie resultaten boekt. Kijk maar naar zijn voorganger bij Ajo, Karel Hanika. Je mag daarom niets verwachten van zo’n jongen, zeker in het begin niet. Het is altijd een paar races afwachten hoe je omgaat met een nieuwe situatie. En daarnaast: racen is zeer onvoorspelbaar. Hoe ga je om met veranderingen, want er komt veel op je af als je een overstap maakt. Heb je een klik met het team, hoe bevalt de motor en kun je blijven doorgroeien? Allemaal vragen die het lastig maken om vooraf iets zinnigs te melden over de prestaties van een talent.” 

Meer experts spraken hun ideeën uit over Bendsneyder, zoals Aki Ajo, Livio Loi en zijn eigen vader. Dat alles en meer lees je in MOTOR Magazine 3 van 2016, dat nu in de winkels ligt. Niets meer missen? Even gauw een abonnementje nemen, wat je hier doet, overigens.

Twee Husqvarna Vitpilen onderweg!

0

Het hing al heel lang in de lucht, maar in KTM AG’s jaarverslag werd ook bekend gemaakt dat dochtermerk Husqvarna een tweetal Vitpilen in 2017 in productie gaat nemen. En de champagne werd ontkurkt!

Als er de afgelopen jaren een ontwerpstudie de gemoederen bezighield, dan is het wel het retroduo 401 Vitpilen en 401 Svartpilen van Husqvarna. De Zweedse firma kwam met het conceptduo tijdens de EICMA in 2014 en meteen werd duidelijk dat de banden tussen het nieuwe moederbedrijf KTM en Husqvarna behoorlijk aangehaald worden. De 401-concepts zijn namelijk meteen herkenbaar als KTM 390 Dukes.

Maar niet enkel KTM’s 390’jes kregen een Husqvarna retrobehandeling, want afgelopen november voegden ze ook nog een 701 Vitpilen toe, die op zijn beurt op de KTM 690 Duke gebaseerd is. En die 701 werd misschien nog wel warmer ontvangen dan de 401, zo zeer zelfs dat het concept een designprijs in de wacht sleepte.

PRODUCTIE
Welke Vitpilen we op korte termijn kunnen verwachten van Husqvarna wordt in het verslag alleen niet duidelijk. Men spreekt van twee Vitpilen, maar of ze daarmee de 401 en 701 bedoelen blijft ongewis. De lichte KTM Dukes delen allemaal dezelfde basis, dus als Husky het wil kan het ook de 125 in een Vitpilen-jasje hijsen. Dan heb je het technisch gezien ook over twee modellen, maar liever zien we natuurlijk de grote ook al in productie gaan. Een eventuele 101 Vitpilen nemen we in dat geval wel op de koop toe!

Naast de komst van de café racer-geïnspireerde Vitpilen wordt er overigens maar weinig verteld over de scrambler van het duo; de Svartpilen. Zeker als je bedenkt hoe goed de scrambler-modellen van Ducati het doen, is het logisch dat Husqvarna ook die doorzet.

Exacte data worden niet genoemd, maar wel spreekt men ervan dat ‘de segment herdefiniërende Svartpilen en Vitpilen integraal onderdeel zijn van het plan van Husqvarna om de op twee na grootste motorfietsfabrikant van Europa te worden’. Achter BMW en moederbedrijf KTM dus. Maar eerst maar die twee Vitpilen!

Staande twin van KTM op komst

0

KTM heeft in hun jaarverslag aangegeven te werken aan een ‘revolutionaire staande twin’. En dat is feitelijk het hele nieuws. Vanaf hier rest enkel speculaties en gedegen giswerk.

Want met enkel de notie een staande twin in de pijplijn te hebben, kom je natuurlijk niet ver. Hoe groot wordt de twin dan? Wat voor type motorfiets wil KTM het in hangen dan? En ga zo nog maar even door. Gelukkig kun je op basis van KTM’s huidige modellengamma een goede gok wagen over het wat en hoe van deze mysterieuze en revolutionaire krachtbron uit Mattighofen.

Als je alle modellen van KTM namelijk op een rijtje zet, zie je dat er nogal een flink gat zit tussen de 690 SMC- en Duke-eenpitters en de 1050 Adventure-tweecilinder zit. Logischerwijs is dat waar je een eventuele nieuwe twin zou plaatsen. Dus qua cilinderinhoud moet je denken in de regionen van 800 à 900cc; niet te zwaar, maar ook zeker niet te licht. En vooral die uitgekiende compromis maakt het een ideaal platform om op verder te gaan. Een 890 Adventure, dat klinkt zo verkeerd niet, toch? 

PLATFORM
Het woord platform valt al, want KTM houdt ervan; één klein aantal goede motorblokken toepassen in breed scala aan motorfietsen. Een dergelijke nieuwe krachtbron zou dan ook prima volstaan in een Duke (denk eens aan de Husqvarna Nuda 900, zo iets doen herleven zullen maar weinigen afkeuren), maar ook een RC890 zou eventueel kunnen, zeker omdat er her en der al testvoertuigen gespot zijn die te groot waren voor een RC390-opvolger, maar ook te compact voor een nieuw soort RC8. 

Zet daar alleen wel tegenover dat KTM-opperhoofd Stefan Pierer verleden jaar nog zei geen ‘superbikes voor op straat’ meer te gaan maken, omdat ze te gevaarlijk zijn. Een gematigde sportmotor à 800 of 900cc met een cilindertje of twee zou wellicht beter aansluiten in dat plaatje, denk je ook niet?

Nota bene. Ja, de hoofdafbeelding is inderdaad gewoon een LC8-blok. Dat is niet nieuw. Gaat al mee sinds zeker 1999.

Mijlpaal voor Rossi

0

Het is vandaag precies 20 jaar geleden dat Valentino Rossi op 17-jarige leeftijd debuteerde tijdens de Grand Prix van Maleisië. Hij reed dat jaar op een door AGV gesponsorde Aprilia RS125. Het seizoen leverde hem met vijf keer uitvallen misschien niet helemaal op waar hij op gehoopt had, maar met een podium in Oostenrijk en een eerste GP-overwinning twee weken later in Brno, legde Rossi wel meteen een fundering voor een carrière van formaat.

Het jaar erop domineerde hij de lichtste GP-klasse door met 11 overwinningen uit 15 races wereldkampioen te worden. In de jaren die volgden kwamen daar nog eens acht wereldkampioenschappen in de Grand Prix-racerij in de 250cc-, 500cc- en MotoGP-klasse bij. Het totaal aantal GP-overwinningen liep op tot 112 uit 330 racestarts. 

Verder noteerde hij 61 pole positions, eindigde hij 211 keer op het podium en verzamelde hij in totaal liefst 5441 WK-punten. Zijn moeder noemde hem Valentino, maar velen noemen hem de GOAT; Greatest of all time. 

De Isle of Man TT-startnummers zijn bekend

0

De startnummers van de top-20 voor de Isle of Man TT zijn inmiddels bekend, en het is John McGuinness die opnieuw als eerste mag beginnen aan de Superbike-race, aan boord van de Honda Fireblade SP. De huidige ‘King of the Mountain’ gaat met liefst 23 overwinningen op zijn naam opnieuw op jacht naar het record van Joey Dunlop, die met 26 TT-overwinningen veruit het vaakst won op Man.

Met startnummer 2 zien we Bruce Anstey straks starten, die eerder eigenlijk altijd voorkeur gaf aan nummer 5. Met uitzondering van 2004 – toen hij de nummer 1 toegekend kreeg – reed hij vanaf 2004 met de 5 voorop de kuip. Achter de Honda Fireblade van Anstey treffen we vervolgens James Hillier met nummer 3 op de Quattro Plant Muc-Off Kawasaki ZX10R. Na Hillier is Ian Hutchinson (Tyco BMW) aan de beurt, die nummer 4 terugkrijgt. Terug omdat de Bingley Bullet in 2010 ook al met 4 reed en het hem toen een ongehoorde vijf overwinningen uit vijf races opleverde. Ansteys oude nummer 5 gaat dit jaar naar Peter Hickman. De Engelsman doet pas voor de derde keer mee aan de TT, maar heeft al een heel behoorlijke indruk achtergelaten, zeker nadat hij afgelopen november de Macau Grand Prix won.

Of Hickman zijn talent verzilveren met een TT-overwinning is maar de vraag, want achter Hickmans Kawasaki ZX10R vinden we de Hawk BMW S1000RR van niemand minder dan Michael Dunlop, die weer met nummer 6 start. Een nummer waarmee hij in 2013 en 2014 geen windeieren legde. Beide edities schreef hij liefst vier TT-overwinningen op zijn naam. Of hij dat in 2016 kan evenaren? Het veld is zwaarbevochten.

Want ook verder naar achteren vinden we grote namen: 7. Gary Johnson (BMW S1000RR), 8. William Dunlop (Kawasaki ZX10R), 9. Michael Rutter (BMW S1000RR) en 10. Conor Cummins (Honda Fireblade SP). Op nummer 11 zien we een oude naam terug, herenigd met Craig Wilson Honda; Cameron Donald. De Australiër liet voorgaande jaren het leeuwendeel van de races aan zich voorbij gaan omdat hij in dienst van Norton enkel de Superbike en Senior TT verreed, maar nu dus terug op Honda-materiaal.

De daarachtervolgende nummer zijn als volgt:

12. Dean Harrison (Silicone Racing Kawasaki ZX10R)

13. Lee Johnston (East Coast Racing BMW S1000RR)

14. Dan Kneen (Mar-Train Racing Yamaha YZF-R1)

15. David Johnson (Norton Factory V4)

16. Ryan Farquhar (Tyco BMW S1000RR)

17. Dan Stewart (Wilcock Consulting Honda Fireblade)

18. Martin Jessopp (Riders Motorcycles BMW S1000RR)

19. Steve Mercer (Jackson Racing Honda Fireblade)

20. Ivan Lintin (Devitt RC Express Racing Kawasaki ZX10R)

Overigens gelden deze startnummers in principe enkel voor de Superbike TT en Senior TT. Bij raceklassen waar bepaalde rijders niet aan de start komen, schuiven diegenen erachter door. McGuinness staat bijvoorbeeld zijn nummer 1 af aan de man achter hem, maar aangezien dat in dit geval Anstey is die ook niet aan de start

Anthony West (waarschijnlijk) toch naar Assen!

0

Anthony West begint inmiddels een waar soort cultheld te worden. Hij heeft nu bijna alles rond om als wildcard in het World Supersport-kampioenschap te starten op het TT-Circuit komende maand. Zeker met zijn resultaten op het Drentse circuit in het achterhoofd, is West een extra interessante toevoeging aan het het WSBK-circus.

Verleden jaar kwam plots een abrupt eind aan de GP-carrière van de Australiër toen het QMMF Speed-Up-team hem de laan uitstuurde wegens tegenvallende resultaten. En dan te bedenken dat hij met het team won op Assen het jaar ervoor. Een geweldige prestatie als je bedenkt dat hij vanaf plek 23 moest starten. Eerder won hij op een doorweekt Assen al zijn enige andere Grand Prix, in 2003 op de Aprilia RSV250.

Zijn zwaarbevochten last-minute deelname aan de World Supersport-race begin dit jaar bracht hem niet het gehoopte vaste zitje in het kampioenschap, ondanks voor langere tijd de race geleid te hebben en met een podiumplaats Phillip Island te verlaten. Met de race op Aragon al gauw onhaalbaar, richtte hij zijn pijlen op Assen, het circuit dat hem eerder ook succes bracht. West hoopt dan ook opnieuw voor de overwinning te kunnen vechten om zich in de picture te rijden voor dat felbegeerde vaste zitje.

Denk trouwens maar niet dat West stilzit ondertussen, want dit weekend viel hij nog in in de Australische Superbike-klasse, waar hij twee tweede plaatsen wist te noteren. Beide achter teamgenoot en regerend Australasian-kampioen Troy Herfoss, dus wellicht speelden teamorders ook wel mee in de volgorde waarmee de heren over de streep kwamen. Op het moment reist hij af naar Azië om deel te nemen aan het Asian Road Race Championship. Genoeg te doen voor West dus!

ASSEN
Voor het World Superbike-weekend op Assen heeft West nog wat extra financiën te regelen en hij hoopt ook nog een veringsmonteur te strikken. Van een niet nader bekend Nederlands team leent hij een truck om zijn spullen te vervoeren en als slaapplek en in Duitsland heeft hij een dealtje kunnen sluiten om een Yamaha R6 te huren.

Via crowdfunding zouden de laatste knaken op de bank moeten komen om het rond te krijgen, maar de deelname en bandenrekening zijn betaald. Nu die laatste loodjes nog en hij is erbij het weekend van 16 en 17 april.

 

Gerucht: Honda CBR’s aan de DCT?

0

In Engeland heeft de motorpers er lucht van gekregen dat Honda werkt aan een DCT-versnellingsbak voor de sportmodellen, zoals de CBR600RR en CBR1000RR Fireblade. Een revolutionaire stap, maar misschien niet eens geheel kansloos. Een van de belangrijke mensen achter de Dual Clutch Technology zou een boekje open gedaan hebben.

Volgens Tosaku Takahashi, hoofd van Honda’s DCT-ontwikkeling, zou het DCT iedere motor sneller maken. Hij zou zelfs gezegd hebben dat ze het DCT-systeem toegepast hebben op twee identieke sportmachines en de machine met een dubbele koppeling significant sneller was. Nog mooier is de uitspraak dat een MotoGP-machine met DCT dankzij het volledig naadloos schakelen ook flink sneller zou zijn. Laten we zeggen dat Takahashi-san nogal vertrouwen heeft in zijn eigen product.

Grootste nadeel van het DCT is het toegevoegde gewicht en de omvang. Het DCT-systeem weegt in z’n geheel zo’n tien kilo extra door de dubbele set koppelingsplaten en bijbehorende elektronica. Daarnaast wordt het blok door de bijkomende koppelingsdelen ook flink breder.

KRITISCHE NOOT
Honda kreeg eerder al enorm veel kritiek toen het in 2009 als eerste ABS introduceerde op een sportmotorfiets met de CBR1000RR Fireblade. De purist walgde van het idee en deed het af als schier onnodig, een gimmick en iets wat de interactie tussen rijder en motor zou verstoren. In de zeven jaar tussen toen en nu is ABS de norm geworden, ook voor de dikke duizends. Zaken als tractieregeling en ride-by-wire volgden en zelfs hellingshoek-afhankelijke ABS kwam er achteraan. Inmiddels hoor je er zonder rijdershulpmiddelen niet meer bij.

Het zou dan dus ook best goed kunnen dat Honda opnieuw de meute voor is. Al geeft meneer Takahashi ook wel aan dat in elke vergelijking de motoren van vergelijkbaar gewicht dienen te zijn, dus voor een sportmotor met DCT zich echt kan laten gelden, zal Honda er eerst achter moeten komen hoe ze het aantal extra kilogrammen flink omlaag kunnen krijgen.

Maar wie weet, Michael van der Mark straks met een DCT-Fireblade in het WK Superbikes?