woensdag 9 juli 2025
Home Blog Pagina 213

De motorverzameling van Robbie Prinsen: Classic Klasse!

0

In het oosten des lands brengen we een bezoekje aan Robbie Prinsen, met zijn prachtige WL de trotse winnaar van de Classic Klasse tijdens de Bigtwin Bike Show 2022! Maar, er is méér…

“In Emmen heb ik een bedrijfje, genaamd ‘Krokettenkunst’, waar we ambachtelijke kroketten maken voor horeca en particulier”, zo steekt hij van wal. Hoe heerlijk ze ook zullen smaken, we komen niet voor de kroketten, maar voor Robbie’s motoren. Na de koffie stappen we dus snel naar zijn garage, annex museum, annex werkplaats. Daar staat een verzameling motorfietsen waar je gewoon heel blij van wordt!

Gallery Aaldering Motoren

SKYWAY BLUE

Als we om de motoren heen lopen, vertelt Robbie uitgebreid over zijn collectie, te beginnen bij de blauwe WL, de Bigtwin Bikeshow prijswinnaar dus. Robbie weet uit ervaring; “Het rijden op een oude motor is en blijft fantastisch. ‘t Gaat misschien niet zo snel als met een moderne machine, maar het genieten is toch net even wat anders. Wat ik altijd voor ogen had voor de WL was de blauwe kleur genaamd ‘Skyway Blue’. Oorspronkelijk was hij volledig zwart en daardoor vielen veel mooie details niet op. Dus heb de betreffende onderdelen naar de spuiter gebracht om deze kleur aan te laten brengen. Daarna beleefde ik een klein drama met het spuitwerk. Vaak hoor je dat ‘het eerste krasje het zeerst’ doet en dat beleefde ik in het kwadraat. Ik wilde een leuke foto maken van de WL in zijn nieuwe kleur, maar terwijl ik wegliep was de motor al bezig met een middagdutje en ging op zijn kant… Ik heb toen wel wat woorden gebruikt die eigenlijk niet kunnen… Er was veel lak van het voorspatbord af, een handgreeprubber gescheurd, het zadel beschadigd, de koplampring verbogen en de valbeugels flink gekrast. Die hebben gelukkig wel de tank en het achterspatbord beschermd. Dus ‘n paar dagen later stond ik weer bij de spuiter, die gelukkig nog wat die blauwe verf overhad. Daarna heb ik nog wat kleine onderdelen, zoals de tankemblemen en de trims op de spatborden, erbij gezocht. Ook heb ik nog een originele set zadeltassen gevonden. Mijn eerste lange rit met deze motor was om het Gardameer in Italië. En om de Faakersee in Oostenrijk tijdens European Bike Week. Ik was daar met de oudste motor en had flink wat bekijks. De motor verkeert grotendeels in originele staat met originele onderdelen. Wat aangepast werd, dient om het rijgenot te verhogen of het onderhoud te verminderen. Zo is bijvoorbeeld de koplamp voorzien van ledverlichting voor de veiligheid. De primaire ketting is vervangen door een belt. Dit zorgt voor minder geluid en minder onderhoud. De ontsteking is nu elektronisch.” Het is een behoorlijke waslijst aan veranderingen, maar Robbie is er nu dan ook erg blij en tevreden mee!

DE GROENE WLA

Na onze aandacht voor de prijswinnende blauwe WL bekijken we natuurlijk ook zijn tweede, de groene WLA. Na verschillende legervoertuigen te hebben gerestaureerd, wilde Robbie overstappen op wat kleiners. “Ik wilde graag een originele Harley-Davidson WLA aan mijn verzameling toevoegen. Maar toen ik die prijzen zag, kon ik dat wel vergeten. In plaats van een leger-WLA volgden een Ural en een BSA. Beide motoren kon ik goed verkopen en dit opende alsnog de deur naar een leger-WLA. Ik hoefde maar één berichtje te sturen met de vraag wie er nog een project WLA had staan en een dag later was er al een antwoord uit Frankrijk. Ik ging meteen kijken of dit mijn nieuwe project zou kunnen worden. Deze motor uit 1945 was opgeknapt door Larry Elias en er hoefde niet veel aan te gebeuren. Ook was het wel handig dat de onderdelen onderling uitwisselbaar zijn. Als je ze naast elkaar ziet staan, kun je ook mooi de verschillen zien tussen een burger- en een legeruitvoering. Grote verschillen zijn bijvoorbeeld dat het leger overstapte op 18” wielen, omdat dit beter rijdt. Ik kan dit bevestigen. De spatborden zijn meer open, zodat er geen modder in vast kan blijven zitten, wat ik ook kan bevestigen!”, zegt Robbie met een lach. “De verlichting van de legerversie is aangepast, zodat er ook bij verduistering gereden kan worden en zijn er munitiekisten en een geweerdrager aangebracht op de voorvork. Het luchtfilter in nu een gesloten systeem van het oliebad type. Een half jaar later kon ik dus weer naar de RDW, waar ze me ondertussen al kennen, hahaha. Met deze motor heb ik ondertussen op evenementen gereden in Frankrijk, België en Nederland. Het rijden op een motor met tankschakeling en voetkoppeling is heel bijzonder, maar het went snel en kan soms ook handig zijn. Dit ondervond ik in Frankrijk, toen ik op een modderig landweggetje kwam vast te zitten. Het frame zat aan de grond en de wielen hadden zich ingegraven. Na veel geworstel had ik de oplossing; met draaiende motor, zette ik de motor in zijn eerste versnelling en liet de koppeling op komen. Omdat dit een schommelkoppeling is blijft hij in de gewenste positie staan. Dus met slippende koppeling kon ik afstappen om de motor te duwen. Dit werkte en toen hij los kwam moest ik er alleen nog snel als een cowboy op zijn paard op springen. In het dorpje, wat ik toen binnen reed, werd wel erg verbaasd naar me gekeken toen ik volledig onder de modder met zo’n klassieke Harley uit de bossen kwam gereden!”

SHOVELHEAD

Na de groene WLA stappen we langs een Shovel chopper. “Dat deze motor in mijn schuur staat is meer een gelukje dan gepland”, zegt Robbie. “Een oldschool chopper spookte al wel een poosje door mijn hoofd, dus toen ik de kans kreeg er een aan te schaffen, heb ik niet lang geaarzeld. Ik ga deze dan ook verder verbouwen en er een hardtail van maken. Ik laat het wel even weten als hij helemaal klaar is!

HERITAGE SOFTAIL

Tenslotte belanden we bij zijn Heritage Softail uit 1993.  “Mijn moderne motor, althans zo noem ik ‘m omdat dit de nieuwste is”, verklaart Robbie. “Om het gevoel van het cruisen te ervaren, ging ik op zoek naar een modernere Harley. Ik had mijn zinnen gezet op een Evo, omdat ik hier veel goede verhalen over had gehoord. Een beetje een vintagekleurtje vind ik wel stoer en binnen de Classic Evo lijn zijn er veel bijzondere combinaties. Maar eentje sprong er voor mij uit: Scarlet Red met zwart en gouden pinstripe. In heel Nederland stond er maar één te koop op dat moment. Dus snel de trip gemaakt naar Divmo motoren in Rijen om de motor te bekijken en testen. Daar aangekomen bleek dat ik de tweede eigenaar zou kunnen worden en er nog een papieren kentekenbewijs bij zat. De complete onderhoudgeschiedenis zat erbij en daarin kon je zien dat er ook wat updates waren gedaan, zoals betere nokkenassen. Na een korte proefrit wist ik genoeg en kon mijn Evo-avontuur beginnen. Een paar dingen moest ik direct gedaan hebben om het naar mijn smaak te maken. Als eerste de white wall banden op de toen nog 16” velgen. De zadeltassen werden aangepast en ik heb een setje Barebacks van Cycle Vision geïnstalleerd. Door een handig systeem kan ik de tassen in twee minuten monteren als ik een kampeertripje heb. Toen volgden er de wat serieuzere updates, zoals eerst nog een beachbar en vervolgens 12” apes. Dankzij de Zodiac voucher, die ik op de Bigtwin Bikeshow gewonnen had, kwamen er andere richtingaanwijzers van Zodiac op en een verlagingssetje van Progressive. De motor staat nu voor en achter 2 inch lager. Voor wat meer remvermogen heb ik een Performance Machine 6-zuigerklauw en een 13” remschijf gemonteerd. En als klap op de vuurpijl de DNA Mammoth Big Spokes van Motorcycle Dynamics met ook weer white wall banden om de klassieke look te waarborgen. Dat ik er later achter kwam dat ik nog aanpassingen moest doen om de Twin Cam wielen op de Evo passend te maken, was alleen maar weer een leuke uitdaging. Omdat bij de Evo de speedodrive op het voorwiel zit moet je dit deel afdraaien. Ook de naafdiameter is wat anders. Het probleem met de remschijven was makkelijk op te lossen door de grotere te kopen van een Twin Cam, maar de aandrijfriempoelie moest ook uitgedraaid worden. Op de Bigtwin Bikeshow in Houten heb ik mijn La Pera zadel opnieuw laten bekleden door Tijger Leathers. En met wat kleine aanpassing aan mijn achterspatbord, kon ik het grote jaren 80/90 achterlicht vervangen door een mooie Tombstone. De lak laat ik zo, niet alleen omdat ik hem speciaal daarom gekocht heb, maar het blijft leuk dat waar ik er ook mee kom, ik altijd de vraag krijg: ”Dat is een 93-er of niet?” Dit omdat het een ‘one year only’ kleurtje is en de kenners weten dat.

Tekst: Robbie Prinsen en Onno “Berserk” Wieringa
Fotografie: Onno “Berserk” Wieringa

Red Bulls 350 km/u-drone gaat live registraties van races extreem veranderen

0

Er is geen twijfel over dat het zien van de waanzin van extreme sporten cruciaal is voor de populariteit pf zelfs het voortbestaan van deze sporten. Maar, zoals vaak, raken we gewend en immuun voor het gevoel van snelheid dat we al zo lang zien. Pas als we echt naar een MotoGP- of Formule 1-race gaan, zeggen we: ‘Wow, dat is zoveel sneller dan het op tv lijkt.’ Nou, dankzij een samenwerking tussen Red Bull Technologies en het Nederlandse Drone Goden, zouden we wel eens dichter bij de actie kunnen komen dan ooit voor mogelijk werd gehouden. En dat is allemaal te danken aan de ontwikkeling van de snelste cameradrone ter wereld.

De drone en F1

Deze drone is het resultaat van een samenwerking tussen Red Bull Technologies en Drone Goden. Het doel was om een drone te maken die in staat was om een ronde een Formule 1-auto, bestuurd door Max Verstappen, bij te houden. Het resultaat: een first-person view (FPV) cameradrone die in minder dan vier seconden van 0 naar 300 km/u gaat en een topsnelheid van 350 km/u haalt.

De volgende uitdaging

Nadat Drone Goden alle problemen hadden overwonnen, die het volgen van een Formule 1-auto met zich meebracht, was het tijd voor een nieuwe uitdaging: het bijhouden van Moto3-spec KTM-motoren op het circuit van Jerez in Spanje, terwijl de rijders zich voorbereiden op de Red Bull MotoGP Rookies Cup.

Je zou denken dat dit makkelijker lijkt dan het volgen van een Formule 1-auto. Maar deze nieuwe uitdaging betekende dat de dronepiloot moest navigeren in een raceklasse met veel close wheel-to-wheel-actie, fysiek contact en intensiteit. Wat heel gewoon is voor de Moto3. En het lijkt erop dat Shaggy, de FPV-dronepiloot, de kans greep om een echte MotoGP-motor bij te houden. Hier is wat hij daarover te zeggen heeft:

‘De motoren hebben een langere remweg dan de Formule 1-auto, maar ze accelereren uit de bocht veel sneller – ik moest me daar letterlijk middenin aanpassen. We moesten ook de camerahoek vaak veranderen tijdens de vluchten, omdat we steeds dichter bij kwamen, onder bruggen door gingen en het circuit zelf zeer dynamisch is, van lage snelheid tot hoge snelheid.’

MotoGP blijft in Assen: MotoGP en WorldSBK tot en met 2031 gegarandeerd op TT Circuit Assen

De toekomst van live-uitzendingen?

Het creëren van deze drone is geen technische oefening. Het doel is om de manier waarop tv-zenders technologie gebruiken om de kijkersvaring te verbeteren en aantrekkelijker te maken opnieuw uit te vinden. Dat zou noodzakelijk zijn voor de groei van MotoGP.

Laten we eerlijk zijn, Dorna heeft ons onlangs wel wat interessante graphics laten zien, waaronder een nieuw geïntroduceerde dual-rider-leunhoek- en snelheidsgraphic. En ook de achteruitkijkcamera werd opnieuw geïntroduceerd. Maar graphics en introductie van eerder gebruikte camerastandpunten gaan het niet doen. We kunnen niet wachten om te zien hoe deze technologie zich ontwikkelt. Het zou wel eens de grootste sprong voorwaarts kunnen zijn sinds videocamera.

The Last Survivor: Janton XS650 Yamaha Chopper

0

De Nederlandse choppergeschiedenis is rijker dan menigeen vermoedt. Zo was de firma Janton uit het oosten van het land fabrikant van een grote lijn motoraccessoires, maar bouwde ook kleine series choppers. Marc’s Janton XS650 Yamaha Chopper is daar eentje van.

Het chopperwereldje is maar klein, zo blijkt weer als goede kennis Marc Ockerse mij laat weten een van mijn oude choppers gekocht te hebben. Jaren geleden deed ik hem met pijn in het hart van de hand. Na allerlei omzwervingen kwam de XS via een handelaar bij Marc terecht, die daarmee een jeugddroom in vervulling zag gaan.

Jeugdsentiment

Marc vertelt: “Toen ik vijftien jaar was heb ik deze chopper voor het eerst gezien bij Janton in een schuurtje, ik meen in Gaanderen. Op de brommer ben ik daar heen gegaan om te kijken. Volgens mij was dit nummer 1 van de 3 door hen gebouwde Yamaha choppers.” De motor bleek in matige staat te verkeren, maar Marc zag daar geen probleem in. “Het was jeugdsentiment. Toen al vond ik die slanke lijn en het radicale ontwerp supermooi!” De motor is nog ongeveer 90% origineel. “Er zat een volledig kenteken bij, waarop dus ook vermeld staat: Janton Chopper Yamaha XS650. Hij liep niet, de bedrading was een zooitje en vooral de carburateurs en de ontsteking hadden veel aandacht nodig.” Het spuitwerk is een niet alledaagse kleurstelling in blauw met roze. Het lijkt origineel ooit zo geleverd te zijn, misschien op verzoek van de toenmalige eerste koper? We weten het niet…

Veertig jaar geleden

Een bezoek aan Jan Jansen – een van de oprichters van Janton – brengt geen uitsluitsel. Hij kan zich weinig meer herinneren van de Yamaha in kwestie, want het is inmiddels alweer ruim veertig jaar geleden en er werd vroeger nauwelijks iets gedocumenteerd. Jan vertelt dat er, naast racemotoren inderdaad ook kleine series choppers werd gebouwd, zoals deze Yamaha. Daarnaast stond ook een serie met Kawasaki’s op de planning, maar die is waarschijnlijk nooit gebouwd. Janton was in de jaren zeventig het bedrijf van Jan Jansen en Ton Engbers. Later gingen zij elk hun eigen weg, Jan Jansen begon Catapult Metaal en Ton Engbers werd Motoport Zelhem. Zij maakten veel spullen voor de racerij en waren actief in de sprint- en dragrace, endurance- en zijspan races. Er werden onderdelen geproduceerd voor alle merken en typen motoren, van race-uitlaten tot sturen. Voor de chopperliefhebbers werden vooral sissybars, Invader stijl wielen en dergelijk gemaakt. Er werden ook veel frames gebouwd, one-offs en seriematig, zoals ook voor de Janton XS serie. Waar de Girder voorvork en de Diamond Coffin benzinetank vandaan komen, is onduidelijk. Waarschijnlijk ook bij Janton gemaakt, maar kan ook van een toeleverancier komen. Het is helaas niet meer te achterhalen, maar zij werden wel standaard op deze serie gemonteerd en de motor werd compleet met kenteken geleverd.

Enige ‘survivor’

Wat betreft de geschiedenis van Marc’s XS: ondertekende kocht hem twaalf jaar geleden van een goede bekende, Hans uit Haulerwijk. Hij had ‘m jaren daarvoor in een schuur gevonden en wist toen gelijk om welke motor het ging, de Janton! Naar zeggen is er omstreeks 1981 een serie van drie stuks gebouwd, waarvan eentje afgebrand en eentje in onderdelen verkocht. Dat betekent dit de enige ‘survivor’ is.

TECHNISCHE GEGEVENS – JANTON XS 650 YAMAHA CHOPPER
ALGEMEEN
Merk: Janton
Model: XS 650
Bouwjaar: +/- 1981
Eigenaar: Marc Ockerse
MOTORBLOK
Merk: Yamaha
Type: staande twin
Cilinderinhoud: 650 cc
Luchtfilter: K&N
Ontsteking: puntjes
Uitlaatsysteem: eigenbouw door Marc
Versnellingsbak: standaard
RIJWIELGEDEELTE
Frame: Janton
Voorvork: Girder met Koni schokdemper
Achterbrug: Janton
Schokbrekers: 30 cm Koni
Voorwiel: Janton
Achterwiel: Janton
Remmen: Brembo
SPUITWERK
Kleur: roze / paars
Spuiter: onbekend

Ducati’s route naar MotoGP dominantie

0
In 2023 maakte Ducati de dienst uit in de MotoGP. Tijdens de laatste Grand Prix konden enkel Ducati-rijders Francesco Bagnaia en Jorge Martin nog wereldkampioen worden.

Ducati is momenteel het toonaangevende merk in de MotoGP, maar het was een lange en hobbelige weg om tot deze dominantie te komen. In 2022 behaalde Francesco Bagnaia – in het twintigste jaar van Ducati in de MotoGP – ‘pas’ de tweede wereldtitel voor de Italiaanse fabrikant. MOTO73 zet de hoogtepunten, maar ook het diepe dal van Ducati in de MotoGP op een rij.

De hoogte- en dieptepunten van Molenaar Racing in de Grands Prix

Start MotoGP project (2001 & 2002)

Ducati was sinds begin jaren 70 niet meer actief in de Grand Prix, maar daar kwam begin deze eeuw verandering toen de nieuwe MotoGP-klasse werd geïntroduceerd. In 2001 kondigde Ducati zijn deelname voor 2003 aan met Filippo Preziosi als technisch manager. Tijdens de Italiaanse Grand Prix van 2002 werd de Ducati Desmosedici gepresenteerd waarmee Loris Capirossi en Troy Bayliss in 2003 zouden gaan racen. Desmosedici is de Italiaanse afkorting van de desmodromische distributie met zestien (schotel)kleppen die gebruikt werd in deze motor. Ducati had in het WK Superbike veel successen behaald met dit kleppensysteem en daar werd op voortgeborduurd in de MotoGP. Het grote verschil was dat de fabrikant uit Bologna in het WK Superbike niet met een viercilinder, maar met een tweecilinder met acht kleppen reed.

De Desmosedici GP3 tijdens presentatie op Mugello in 2002.

Route naar de eerste wereldtitel (2003 t/m 2007)

De Ducati GP3 bleek zich gelijk te kunnen meten met de Honda’s en Yamaha’s die op dat moment het MotoGP-veld aanvoerden. Capirossi behaalde een podiumplaats bij het debuut tijdens de eerste Grand Prix van 2003 in Japan. In de zesde race was het al ‘raak’ en scoorde Capirossi in Barcelona de eerste MotoGP-zege voor Ducati. Met een vierde plaats van Capirossi en zesde plaats van Bayliss in de eindstand van 2003, kende het roemruchte merk uit Borgo Panigale een stormachtige entree in de MotoGP-wereld. In 2004 en 2005 kon Ducati deze prestaties niet verbeteren. In 2006 werd de stijgende lijn weer gevonden. Capirossi won drie races en was met zijn constante, goede resultaten absoluut een titelkandidaat. Een blessure, doordat uitgerekend zijn teamgenoot Sete Gibernau hem bij de start van de Catalaanse GP van de motor tikte, zorgde ervoor dat de Italiaan niet voor de MotoGP-wereldtitel kon strijden. Capirossi werd derde in de eindstand.

In 2007 was er een grote verandering in de MotoGP toen er niet meer met 990cc- maar met 800cc-motoren werd geracet. Daarnaast voerde Ducati zelf nog meer veranderingen door. Het Australische talent Casey Stoner werd gecontracteerd en de Italiaanse fabrikant switchte van Michelin- naar Bridgestone-banden. Ducati had gezien hoeveel energie en geld Bridgestone stopte in hun ontwikkeling. Terwijl veel fabrikanten en rijders worstelden met de nieuwe 800cc-motoren, bleek Stoner met Ducati en Bridgestone een gouden combinatie te zijn. Ook Stoners teamgenoot Capirossi had moeite om de GP7 onder controle te houden. Maar de Australiër had daar – tot verbazing van velen – totaal geen problemen mee. Stoner won tien races en werd overtuigend MotoGP-wereldkampioen met Ducati. Voor beide partijen was het tevens de eerste titel in de koningsklasse van de wegracerij. Bovendien ging ook het constructeurskampioenschap voor het eerst naar het Italiaanse merk.

Het dal in (2008 t/m 2012)

Casey Stoner startte in 2008 met het trotse nummer 1 op zijn Ducati. Hoewel de Australiër zich constant vooraan in het veld wist te handhaven, werd de Ducati Desmosedici een steeds lastigere motor om mee te rijden. De situatie was vergelijkbaar met wat er de afgelopen jaren bij Honda gebeurde, waarbij Marc Márquez lange tijd de mindere presentaties van de motor verbloemde.

Toen Stoner eind 2010 vertrok naar Honda werd pas echt duidelijk welke achterstand Ducati had opgelopen. Het Italiaanse merk trok hun Italiaanse droomcoureur, tevens negenvoudig wereldkampioen, Valentino Rossi aangetrokken als Stoners vervanger voor 2011. De verwachtingen waren torenhoog, maar die kwamen er totaal niet uit. Rossi zou niet eens winnen met Ducati en slechts enkele podiumplaatsen scoren. ‘The Doctor’ had samen met zijn crew chief Jeremy Burgess het ene na het andere succes bij Honda en Yamaha behaald, maar het duo slaagde er niet in om de Desmosedici uit het dal te trekken. De combinatie Rossi-Ducati werd geen sprookjeshuwelijk, maar een drama. Voor 2013 keerde #46 terug naar Yamaha. Er moest wat veranderen binnen Ducati. Dat gebeurde ook. Want Preziosi, die tot dat moment op technisch gebied nog steeds de baas van Ducati Corse was, moest na het ‘Rossi debacle’ vertrekken.

De ontwikkelingen van Dall’Igna (2013 t/m 2017)

Ducati-directeur Claudio Domenicali had zijn pijlen al langere tijd gericht op ingenieur Gigi Dall’Igna, die in zijn technische rol bij Aprilia veel successen in de 125cc, 250cc, Superbikes en in 2012 als beste CRT-machine (Claiming Rule Teams) in de MotoGP had behaald. Omdat Dall’Igna bij Aprilia – onderdeel van het machtige Piaggio-concern – niet het budget kreeg om te doen wat hij wilde doen -het construeren van een volwaardige MotoGP-machine – wist Domenicali hem eind 2013 eindelijk aan Ducati te binden. De motor voor 2014 was op dat moment al ontworpen, maar de Desmosedici GP15 was de eerste Ducati waar Dall’Igna de eindverantwoording voor droeg. Rossi’s vervanger Andrea Dovizioso bleek met zijn analytische werkwijze de ideale coureur te zijn om Ducati naar voren te helpen. Tijdens de openings-Grand Prix van 2015 in Qatar waren er voor het eerst de inmiddels welbekende winglets op de Ducati te zien. Het was een revolutionaire ontwikkeling die Dall’Igna en zijn team tijdens de presentatie en wintertests verborgen hadden gehouden. Ducati ging zich, mede door uitstekend testwerk van Casey Stoner en Michele Pirro, langzaamaan weer bemoeien met de winst. Tijdens de Oostenrijkse Grand Prix van 2016 behaalde Andrea Iannone de eerste Ducati-zege onder leiding van Dall’Igna. Het werd zelfs een een-twee voor Ducati, want Dovizioso finishte als tweede. Op dat moment waren er al meer vleugels op de Desmosedici zichtbaar en de andere fabrikanten probeerden Ducati daarin te kopiëren. In 2017 zou Dovizioso met zes zeges als tweede achter Marc Márquez (Honda) in het wereldkampioenschap eindigen.

Racen om de prijzen (2018 t/m 2022)

Ook in 2018 en 2019 was Dovizioso de enige die de oppermachtige Márquez over een heel seizoen enigszins partij kon geven, waardoor de Italiaanse coureur drie vicewereldtitels op rij behaalde. Maar dat was voor Dall’Igna & co niet genoeg. Dus zette Ducati ook in op een andere troef. Dat was drievoudig MotoGP-wereldkampioen, maar dan op Yamaha, Jorge Lorenzo. Voor vele miljoenen werd de Spanjaard voor de seizoenen 2017 en 2018 aangetrokken. Net op het moment dat Lorenzo in zijn tweede seizoen in dienst van de Italianen begon te scoren en te winnen, had Ducati-directeur Domenicali al besloten om het contract – met het riante salaris – niet te verlengen.

In het coronajaar 2020 viel het eindresultaat van Dovizioso (vierde) tegen. De Italiaan bleek zeer waardevol in de terugkeer van Ducati, maar niet de afmaker die ze zochten. De Desmosedici bleef op technisch ontwikkelingen vooroplopen. Andere fabrikanten konden hun tempo nauwelijks bijbenen. Ondertussen had Dall’Igna zijn visie, die hij had geleerd bij Aprilia van de Nederlandse ingenieur Jan Witteveen, doorgevoerd bij Ducati. Dat was namelijk proberen om zoveel mogelijk motoren op de grid te brengen. Dit zorgt ten eerste voor meer data om mee door te ontwikkelen en ten tweede meer kans om te winnen. Een belangrijke rol was de samenwerking met het satellietteam Pramac Racing, die steeds verder werd geïntensiveerd. Vanuit dit team werd de jonge Francesco Bagnaia voor 2021 overgeheveld naar het Ducati-fabrieksteam. In zijn eerste seizoen als lid van ‘Ducati Corse’ kwam het Italiaanse talent al in de buurt van de wereldtitel, maar eindigde hij uiteindelijk als tweede achter Fabio Quartararo (Yamaha). In 2022 wist de Italiaan de Fransman wel te verslaan en bezorgde Bagnaia Ducati de tweede MotoGP-wereldtitel.

Francesco Bagnaia in 2022.

Absolute dominantie (2023, 2024 en toekomst)

Ook VR46 Racing en Gresini Racing gingen racen met Ducati-motoren, waardoor vanaf 2022 ruim een derde van het veld uit Desmosedici’s bestond. In 2023 domineerde Ducati, dat van 2020 tot en met 2023 tevens de constructeurstitel veroverde, in de MotoGP. Uniek was dat Jorge Martin uitkomend voor het satellietteam van Pramac Racing tot de laatste racedag kon strijden voor de MotoGP-wereldtitel. Daarin was nog geen enkele MotoGP-fabrikant geslaagd. Zowel in het rijderskampioenschap als in het teamkampioenschap werd de complete top-drie bezet door Ducati’s. Slechts drie van de twintig GP-races werden niet door een Ducati-rijder gewonnen. Dit alles zorgde ervoor dat zelfs zesvoudig MotoGP-wereldkampioen Marc Márquez voor 2024 maar wat graag zijn miljoenencontract bij Repsol Honda wilde inruilen voor een plek in een Ducati-satellietteam (Gresini Racing) met een aanzienlijk lager salaris en een overjarig model (GP23). En zo kan ook Márquez dit seizoen met de beste fabrikant van dit moment weer de strijd aangaan voor de MotoGP-wereldtitel. Al moet de Spanjaard wel zeven even sterke merkgenoten zien te verslaan, want daar heeft Gigi Dall’Igna – gelukkig voor de fans – wel voor gezorgd.

Foto’s: Henk Keulemans

Louis: Don’t skip leg day!

0

Wie ooit wel eens in de fitness is geweest, kent het adagium ‘don’t skip leg day’ – sla ‘benendag’ niet over(*). Anders krijg je een gespierd bovenlijf bovenop tandenstokers van beentjes – en dan klopt het plaatje niet. Maar eigenlijk geldt die leuze ook voor motorrijders: een helm, handschoenen en een motorjas draagt nagenoeg elke rijder, maar daaronder spotten we helaas vaak een standaard jeans en doodgewone sportschoenen. Een plaatje dat evenmin klopt, noch veilig is. Nochtans zijn er talloze motorjeans en -sneakers op de markt, die bij een crash of ongeval een wereld van verschil maken, zonder een fortuin te hoeven kosten…

Vanucci VUT-7 motorjeans

Neem nu de Vanucci VUT-7: onze nieuwste motorjeans wordt in Italië vervaardigd uit T-REX PRO, dat een hoge rekbaarheid combineert met een slijtvastheidsfactor van 4.2, voorzien is van (verwijderbare) Super Shield-protectoren (level 2) op zowel knieën als heupen, en trots zijn AAA-keurlabel draagt. De VUT-7 pakt voorts uit met vijf zakken, een gedeeltelijke voering (tot net onder de knie) en een comfortabele plooizone rond de knie waardoor de protectoren nooit storen. Deze revolutionaire motorjeans is verkrijgbaar in de maten 31 tot 40 (lengtematen 32 of 34) in zowel zwart als blauw, voor de prijs van 299,99 euro.

Voorlopig is er enkel een herenversie beschikbaar, maar er volgt binnenkort een alternatief voor vrouwen. Die zal gemaakt zijn in een comfortabelere T-STRETCH, en een AA-label (versteviging én protectoren op knieën en heup) krijgen – de iets lagere rating is te wijten aan het gebruik van iets meer stretchstof.

Vanucci VUB-2.1 AIR-motorschoenen

Op zoek naar bijpassende motorsneakers? Zoek niet verder! De Vanucci VUB-2.1 AIR is dankzij z’n royale airmesh-inzetstukken perfect toegesneden op een lente- of zomerrit, heeft een anatomisch gevormde Ortholite-binnenzool, een handige ritssluiting aan de zijkant, een toplaag van leer én is zo knap gestyled dat je ‘m prima zou kunnen dragen als dagelijkse schoen. Maar bovenal: deze sneakers zijn zo veilig als maar kan, dankzij de forse enkelversteviging en een ingewerkte reflector op de hiel. Ademend, comfortabel, veilig én een knappe verschijning? Dan zijn er geen excuses meer om geen motorsneakers te dragen, nietwaar? De VUB-2.1 AIR is enkel in zwart beschikbaar, in de maten 39 t.e.m. 47, en moet 179,99 euro kosten. Meer info via deze link!

Toertocht Wales: groen Wales zonder regen?

0
Toertocht Wales

Het bergachtige landschap van Snowdonia, de stranden en badplaatsen aan de Ierse Zee, een fijnmazig netwerk van met heggen omzoomde motorwegen en een eigen, tongbrekende taal – wie Wales kiest, krijgt een heel bijzonder stuk Groot-Brittannië.

Tekst en foto’s: Klaus H. Daams

Wow, wow, wow! Wales verwelkomt ons met open armen. De uitgestrekte ‘armen’ hier bestaan echter uit hoge heggen aan beide zijden van de kronkelige landweg. Dit beperkt het zijwaartse zicht, maar richt de blik op de verte, waar de bergen van Snowdonia al zichtbaar zijn. Alsof iemand een lading deurmatten heeft verloren, zoals je ze voor de voordeur ziet liggen, met vaak een vriendelijke welkomstgroet erop, rijden we op rode markeringen, waarop in grote witte letters ‘ARAF’ staat; en om ervoor te zorgen dat iedereen het begrijpt, staat er ook, voor de zekerheid, de vertaling: SLOW. Ja, het Welsh, een belangrijke bron van nationale identiteit en zelfstandigheid in het Verenigd Koninkrijk, is een onderwerp op zich. Dat merk je ook wanneer je de navigatie eerst van Engels of Schots omzet naar Welsh, om bijvoorbeeld het Royal Oak Hotel in Betws-y-Coed te vinden – onze adellijke verblijfplaats voor drie nachten en bagagevrije toertochten.

Panoramische weg

Vrijdagochtend. Terwijl we bij een uitgebreid full Welsh breakfast het gewicht van de motorfietsen straks weer geleidelijk doen toenemen, hebben we ruim de tijd om de dag te plannen. Collega Klaus wil dolgraag zijn Kate bezoeken, bekend als de Princess of Wales. Als alternatief komt haar zus Pippa in aanmerking, bekend geworden door haar gewaagde outfit bij het huwelijk van Kate en William. Maar ach, beide dames wonen nu met hun families in het verre Londen en MOTO73 is geen Libelle of Story. Dus nog een hapje black pudding, daarna wat sinaasappelsap om mee weg te spoelen, en dan in plaats van naar de blauwbloedige high society, op naar het groene binnenland.

In Betws-y-Coed, in het Nederlands ‘Gebedshuis in het bos’, slaan we af over de eeuwenoude stenen Pont-y-Pair Bridge met uitzicht op een kleine schuimende waterval, naar de B5106 – Kate en Pippa zijn al vergeten, nu draait alles om, sorry, de pracht van de natuur. Onder een dicht loofdak slingert de weg zich naar Gwydyr Castle en slaat daar scherp rechtsaf naar de volgende eeuwenoude brug, de Pont Fawr, in het levendige marktstadje Llanrwst. Waar ze vroeger te paard of met kruiwagens de Conwy overstaken, krijgen buschauffeurs tegenwoordig het zweet op hun voorhoofd als ze daar moeten invoegen, het is echt millimeterwerk. Gelukkig is de Himalayan zelfs met aluminium koffers niet zo breed en heeft hij nu een relatief vrije rit op de A548 naar Abergele, terwijl trekkers en vrachtwagens keer op keer de dichte heggen en overhangende takken moeten afscheren. In Llangernyw brengt een weelderig bloemrijke bloempot wat afwisseling in het groenoverwicht. En een oude jagerspub genaamd The Old Stag, dagelijks geopend vanaf 17.30 uur, behalve op dinsdag en in het weekend al vanaf 12 uur. Tegenover de pub is de dorpswinkel, dé de plek voor de laatste roddels, en waar vandaag de dag drie halfvolwassen kinderen in een auto twee keer per week naartoe gaan om boodschappen te doen. Ze krijgen eindelijk eens iets ongewoons voorgeschoteld met de twee vreemde motorrijders in het anders zo doodstille dorp.

Toertocht Belgische Ardennen: Le Grand Tour des Ardennes

Tot ziens Llangernyw, hallo Llandudno. De grootste badplaats in Wales, niet te verwarren met de gelijknamige wijk in Kaapstad, ligt op een schiereiland tussen Colwyn Bay en Gonwy Bay. Het heeft aan de oostkant een lang halvemaanvormig strand en een brede boulevard, en een pier die ver in zee steekt met diverse kiosken en winkels zoals op de kermis. Zo ver, zo kleurrijk. Bijzondere traktatie in Llandudno: op een panoramische weg kun je ook nog rondrijden met de motorfietsen, rond de Great Orme. Links steile rotsen, diep onder je de zee, bezaaid met 160 offshore windturbines van Gwynt y Môr. Aan de ringweg staat het The Lighthouse, sinds de tijd dat de gloeilamp werd uitgevonden, omgetoverd van massieve vuurtoren tot een geweldige accommodatie. Slechts een luciferlengte verwijderd van het Rest & Be Thankful, een gezellig café met houtkachel en heerlijke taart.

Vier kastelen staan vandaag op onze ‘to-look-list’: Conwy, Penrhyn, Beaumaris en Caernarfon. Ze blijken allemaal behoorlijk camera-shy te zijn. Terwijl het imposante Conwy Castle, een belangrijke vesting van de door Edward I gebouwde ‘Iron Ring’ aan de Welshe kust, en het niet minder indrukwekkende Caernarfon Castle hun beste kant alleen vanaf zee tonen, is Beaumaris Castle, een onvoltooid waterkasteel, buiten openingstijden volledig gesloten. En Penrhyn Castle? Het herenhuis ligt verborgen in een groot bosrijk park bij Bangor en maakt het echt spannend. We zijn nog niet ver de oprit op gereden als de parkwachter, die naar huis wil, ons tegenhoudt. Hij was van plan de zware ijzeren poort bij de ingang nu sluiten, maar maakt onmiddellijk een uitzondering voor ons. Oeps en bedankt. Vlug nog wat foto’s en we geven snel het commando full speed ahead naar de machinekamers.

Wie wil er nou onder de bomen slapen in plaats van in de hemelbedden van de Royal Oak? Maar er is nog wat tijd voor een uitstapje naar ‘St. Mary’s Church in de luwte van witte hazelaars bij de snelle draaikolk en Tysilio-kerk nabij de rode grot’ – of voor wie het liever het origineel leest: lanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. Dankzij de langste plaatsnaam in Europa is dit ooit zo onopvallende stadje een toeristische trekpleister geworden; waar Mount Snowdon, met 1.085 meter de hoogste berg in Wales, waarschijnlijk alleen maar glimlachend zou knikken. Zonder marketinggeprevel zou deze streek ook populair zijn, want het is een paradijs voor wandelaars. Tussendoor trakteert het ons op de A4086, die ons langs de meren van Llanberis leidt en over de Pen-y-Pass, in het hart van het Snowdonia National Park. We krijgen een majestueus berglandschap voorgeschoteld, met dramatische wolkenformaties en een gouden zonsondergang. Daardoor zijn we bijna te laat in Betws-y-Coed voor ‘Abbasi’s Indian Cuisine’, het reddende adres voor de late trek.

Stijlvol strandrestaurant

Zaterdagochtend. Het regent pijpenstelen bij het ontbijt. Geweldig, want wat zou groen Wales zijn zonder een flinke dosis neerslag? Maar als de regen voortduurt, droom je al snel van bella Italia en o sole mio. Zeker als je over de grijze B4406 rijdt naar Pontmeiron, een exotisch en absurd ensemble van kleurrijke huizen, als een piazza en een campanile, kunstmatig aangelegd alsof het een miniatuurversie van Portofino aan de Italiaanse Rivièra is. Auto’s en motorfietsen zouden het plaatje alleen maar verstoren en moeten buiten blijven, natuurlijk. Voor de minder actieve motorrijders is het nabijgelegen Criccieth een betere keuze, met ‘Dylan’s Criccieth’, een stijlvol strandrestaurant met een gevarieerd menu, trouw aan de eigen filosofie: Dathlu cynnyrch lleol, cymeriad a harddwch naturiol Gogledd Cymru – vertaling: We vieren de lokale producten, het karakter en de natuurlijke schoonheid van Noord-Wales. Na een verwarmende pompoensoep hebben we tijdens de verkenning van het Lleyn-schiereiland via Aberdaron en Nefyn ook ruimschoots de gelegenheid om het waterdichte Gore-Tex membraan te testen; en verlangen we na verloop van tijd spatwaterdichte kragen in ons motorpak!

Toeristische tsunami

Zondagochtend. We maken wat praatjes met een oude zeebonk voor de Royal Oak. Hij vertelt ons over zijn Triumphs, niet die uit Hinckley maar uit Meriden! Dan vertrekken we naar het zuiden, de Black Mountains in. Onderweg in Beddgelert is er een overdaad aan bloemen, hangende bloembakken bij de Tanronnen Inn. Daarna kronkelen we over de smalle A4085 over de Pass of Aberglaslyn. In Harlech staat een kasteel dat we comfortabel vanaf een bankje bewonderen. Aan de kust bevinden zich uitgestrekte campings met witte vakantiehuisjes, die bijna net zo wit zijn als de golven die het strand op rollen. In Barmouth komen we bij de prehistorische houten spoorbrug over de monding van de Mawddach terecht in een toeristische tsunami. In Dolgellau maken we een tussenstop bij de Torrent Walk, een bar in een kelder met een plafond vol bierviltjes. Vol vertrouwen dat Pluvius morgen de kraan dichtdraait én enorm opgelucht dat motorelektronica tegenwoordig waterdicht is, bereiken we uiteindelijk over de A470 naar Brecon de B&B Swn yr Afon – genoemd naar het geluid van de rivier. Gastheer Tony en zijn zwarte Cocker-Mix Alice staan ons al op te wachten.

Briljante bochten

Maandag, Eerst het voedzame ontbijt nuttigen dat door Tony wordt geserveerd en dan de beste routes door het Brecon Beacons National Park verkennen, een heuvelachtig en vaak verlaten landschap dat door het Britse leger wordt gebruikt voor survivaltraining. Als opwarmertje liggen er eerst een paar ontspannen bochten op de B4520 tot Upper Chapel, vervolgens gaan we richting Newbridge on Wye, een ‘valkuil’ zoals de Nürburgring, want ergens in een heg ligt een gloednieuwe Renault in stabiele zijligging, gelukkig zonder persoonlijk letsel. Door de B4358 komen we aan in Llanwrtyd Wells, een dorp dat bekend staat om zijn ondeugende spellen zoals het wereldkampioenschap modder snorkelen. Tenslotte rijden we van Llandovery via de A4069 naar Brynamman, een bergweg door de Black Mountains die slechts tot 493 meter hoog gaat, maar motorrijders dolenthousiast maakt door z’n briljante bochten.

Keep England out. Tony maakte van zijn Welshe hart geen moordkuil. Waarom zouden we onze sympathieke gastheer tegenspreken? Toch willen we wel langs de ‘groene’ grens met het ongeliefde buurland rijden. Als beginpunt kiezen we voor de B4560, ten oosten van Merthyr Tydfil. De weg zigzagt over kale heuvels naar beneden naar Llangynidr. De pittoreske brug over de levendige Usk is een test voor te brede motorfietsen. In Abergavenny, de gastronomische hoofdstad van Wales met in september het Food Festival, rijden we de A465 richting Hereford. En dan snel, voor je het over het hoofd ziet, linksaf naar Hay-on-Wye, het wereldberoemde en licht excentrieke boekendorp. Ooit werd er een paard premier, maar tegenwoordig ontmoeten boekenwurmen elkaar tijdens het literatuurfestival eind mei. En wat vinden we hier, midden in juli, tussen de hotspots voor lekker eten en lezen? Een smal slingerweggetje dat letterlijk op groene grens met Engeland ligt. In Llanthony, waar de Fox and Hound elkaar welterusten zeggen, is ook een plek waar Homo sapiens in het knusse Half Moon Hotel kan verblijven. En eten.

Nergens in Wales troffen we separatistische leuzen aan zoals in Catalonië. Bovendien bijna geen verkeer – precies goed om te toeren met de eencilinder uit India. Die dan in the middle of nowhere, op de Gospel Pass, surprise surprise, een behoorlijk jong familielid tegenkomt, een Scram 411. Ten slotte is het tijd om de dag af te sluiten in Brecon in The George Hotel. Aan de bar tappen ze tientallen soorten bier en op de tv volgen we het debat tussen Rishi Sunak en Liz Truss. De laatste zal zoals bekend winnen, maar ook sneller dan een krop sla van het toneel verdwijnen. Heel anders dan het onvergetelijke Wales.

Reisinformatie

Hoewel Wales misschien in de toeristische schaduw staat van Engeland en Schotland, is dit deel van het Britse eiland een droom voor motorrijders. Vooral vanwege de kronkelende bergwegen in het Snowdonia National Park en het Brecon Beacons National Park. Als alternatief lokken de stranden langs de 1.200 kilometer lange kust.

Reizen: De kortste verbinding tussen het Europese vasteland en Groot-Brittannië is de veerboot van Calais naar Dover. Vanaf daar is het ongeveer 400 kilometer naar Brecon in het zuiden van Wales via de zuidelijke ringweg van Londen en Bristol. Wie, zoals beschreven in de tekst, begint in het noordelijke Betws-y-Coed, kan ook de populaire nachtboot van Rotterdam naar Kingston upon Hull nemen. Daarna heb je nog 300 kilometer te gaan via Leeds en Manchester.

Overnachten: Royal Oak Hotel, Holyhead Rd, Betws-y-Coed LL24 0AY, Verenigd Koninkrijk, Tel. 0044/1690/710219, www.royaloakhotel.net; een mooi driesterrenhotel, strategisch gelegen voor dagtochten rond de Mount Snowdon. Swn yr Afon, Hawthorn Ln, Brecon LD3 7ND, Verenigd Koninkrijk, Tel. 0044/7974/328437; een vijfsterren B&B, gerund door Tony, voorheen eigenaar van een Kawasaki Z900 en tegenwoordig meester in het bereiden van een full Welsh breakfast.

Kaarten: Een geschikte wegenkaart is de Michelin 503 ‘Wales, England Süd-West, Midlands’ schaal 1:400.000. Iets gedetailleerder is de ‘Road Map Britain 06 Wales’ van A.A. Publishing op schaal 1:250.000

Adressen: www.visitwales.com

Download de route Wales

Mutt DRK-01: een 125cc neo-retro scrambler met een strak design

0

De Engelse motorfietsenmerk Mutt Motorcycles, gespecialiseerd in lichte motoren met vaak een retro-stijl, heeft haar gamma uitgebreid met een nieuwe scrambler, de DRK-01. Deze is in het Verenigd Koninkrijk leverbaar als 125cc-model, maar er is ook een 250cc-versie verkrijgbaar. Op de Nederlandse Mutt-site komen we de DRK-01 nog niet tegen. Daarom hebben we ook nog geen prijs.

De DRK-01 is sinds 2022 in ontwikkeling en is meer dan alleen een nieuwe accessoireset op een bestaand technisch platform, zoals bij andere Mutt-modellen. Het bedrijf heeft hier een nieuwe 125cc-eencilinder met dubbele nokkenasen en vloeistofkoeling geïntroduceerd, een primeur voor het merk. De motor levert 13,6 pk en 11 Nm.

RIDERS Festival: RIDERS-leden krijgen gratis toegang op 1 en 2 juni in Rosmalen

Het stalen buizenchassis is vrij klassiek, maar de DRK-01 ziet er modern uit met zijn grote usd-voorvork, twee verstelbare schokdempers, een radiaal voorremklauw die bijt op een 320mm-schijf en spaakwielen van 18 inch met terreinbanden.

Met een drooggewicht van 140 kg en 156 kg volledig volgetankt (16 liter), blijft het gewicht goed beheersbaar. De zadelhoogte van 795 mm past bij het segment.

In lijn met de terreinbanden en de voorvork, heeft de DRK-01 een moderner design dan gebruikelijk bij Mutt, met een LED-koplamp, rechte spatborden, radiatorbehuizingen, een motorbeschermer en een stijlvol tank- en uitlaatdesign.

RIDERS Merchandise op RIDERS Festival: van hoodies tot T-shirts en caps

0

Op 1 en 2 juni mag alles even wachten. Van werk tot andere typische verlichtingen van het volwassen leven. Want dit weekend gaan we genieten van hét motorfestival van Nederland.

Dit speciale weekend trappen we de zomer af te Autotron Rosmalen met RIDERS Festival. Heel veel beleving, muziek en gezelligheid. Én motorrijders! Kijk je ogen uit, luister naar de beste tribute bands en test misschien wel jouw droommotor. En scoor gelijk een nieuwe hoodie, T-shirt of cap.

Tribute festival; waarom je als muziekliefhebbers bij Riders Festival wilt zijn

Die shop je bij de merchandise stand van RIDERS. Daarmee haal je niet alleen een tof item in huis, maar ook een herinnering aan dit mooie weekend. En laat je zien dat jij erbij was.

Heb jij je ticket(s) al gescoord? Weet zeker dat je erbij bent en scoor je tickets hier in de voorverkoop. Want.. vol=vol! 

Hoe Yamaha wielerploeg Team DSM-Firmenich PostNL helpt met veiligheid

0
Yamaha wielersport

Motorrijden en wielrennen hebben behoorlijk wat gemeen. Onder andere dat een ongeluk(je) altijd in een klein hoekje aanwezig is. Zich bewust van de risico’s die fietsen op de openbare weg met zich meebrengt, zochten zowel Yamaha als Team DSM-Firmenich PostNL naar een oplossing om de veiligheid van de wielrenners te vergroten. En die is gevonden in de Yamaha Tricity 300, zoals de foto bij dit bericht al enigszins heeft verraden. De Tricity wordt ‘strategisch geïntegreerd in de teamtrainingen’ en zorgt op deze manier voor een veiligere omgeving, voor zowel de wielrenners als het ondersteunend personeel. Dat klinkt heel ingewikkeld, maar dat valt allemaal wel mee. De Yamaha Tricity 300 is uitgerust met amber-lichten en creëert tijdens trainingen een soort van beschermende bufferzone waardoor (potentieel) gevaar wordt beperkt en er tegelijkertijd ook nog eens genoeg reservebanden zijn.

MotoGP blijft in Assen: MotoGP en WorldSBK tot en met 2031 gegarandeerd op TT Circuit Assen

MotoGP blijft in Assen: MotoGP en WorldSBK tot en met 2031 gegarandeerd op TT Circuit Assen

0
TT Circuit Assen

In een historische overeenkomst heeft het TT Circuit Assen zijn contract met de MotoGP verlengd tot en met 2031. Deze deal garandeert niet alleen de toekomst van de iconische TT Assen, maar versterkt ook de positie van Assen als een van de meest gerenommeerde motorsportlocaties ter wereld.

Een Nauwe Samenwerking

De nieuwe overeenkomst is het resultaat van de langdurige en hechte samenwerking tussen het TT Circuit Assen en de MotoGP. Arjan Bos, voorzitter van het TT Circuit Assen, verklaart: “We zijn ontzettend blij met deze contractverlenging, vooral nu de MotoGP zich sterk aan het ontwikkelen is. Het bevestigt de status van de TT Assen als een van de hoogtepunten op de MotoGP-kalender. We zijn er trots op dat we samen met MotoGP kunnen blijven bouwen aan de toekomst van de motorsport.”

TT Circuit Assen: iedere bocht zijn eigen historie

WorldSBK ook tot en met 2031 op Assen

Naast de verlenging van het MotoGP-contract is ook overeengekomen dat het TT Circuit Assen tot en met 2031 een vaste locatie zal blijven voor de MOTUL FIM Superbike World Championship. Motorsportliefhebbers kunnen dus blijven genieten van topactie op zowel MotoGP- als WorldSBK-niveau op het historische circuit in Assen.

Mijlpalen en Maatschappelijk Belang

Dit jaar viert de MotoGP zijn 75-jarig bestaan, terwijl volgend jaar het honderdjarig jubileum van de eerste TT Assen plaatsvindt. Deze mijlpalen onderstrepen de rijke geschiedenis van de TT Assen en benadrukken de betekenis van dit evenement voor de wereldwijde motorsportgemeenschap. Bovendien is het TT Circuit al bijna een eeuw lang van groot maatschappelijk belang voor Assen en de provincie Drenthe.

“De TT Assen is niet alleen een sportief hoogtepunt, maar ook een evenement dat mensen samenbrengt en de regio op de kaart zet. We zijn verheugd dat we deze traditie kunnen voortzetten en kijken uit naar nog vele memorabele races in de toekomst.”

Arjan Bos, voorzitter TT Circuit Assen