Al meer dan 40 jaar distribueert Motorcycle Storehouse (MCS) onderdelen voor het customizen van motoren vanuit het hoge noorden van Nederland naar dealers over bijna heel de wereld. Dat er af en toe een motor gebouwd moet worden om te etaleren wat MCS allemaal te bieden heeft spreekt voor zich. Het meest recente MCS project is een brute perfomance bike op basis van een Harley-Davidson Street Bob FXBB.
Al vanaf het prille begin bouwt MCS motoren om tentoon te stellen op beurzen en evenementen. Dat maakt het voor een eventuele dealer of eindconsument veel makkelijker om een indruk te krijgen van wat er verkrijgbaar is en wat de onderdelen doen met een motorfiets. Performance baggers en clubstyle motoren zijn in Amerika al jaren hot en ook in Nederland en de rest van Europa blijft deze trend niet achter. De zichtbaar stijgende interesse in performance onderdelen maakte al een tijdje duidelijk dat vooral veel jonge rijders kiezen voor een snelle en goed sturende Harley. Bij MCS hoefden ze dan ook niet lang na te denken over het thema van hun nieuwste project. Het moest een motor worden met een veel betere overall performance dan een standaard Harley-Davidson.
1 van 14
WERKPLAATS
Productmanager Jarno Koster, een man die werkelijk ieder moertje en boutje uit de MCS catalogus kent, sloeg de handen ineen met collega Yorick Woudstra, die op zijn beurt al jaren in de performance scene rondhangt, om een motor te ontwerpen die aan zou sluiten bij de performance-trend. Een perfect duo voor dit project. Als basis werd gekozen voor een Street Bob. Het idee was om er een clubstyle motor van te maken in Lowrider ST stijl. Ondertussen hadden ze bij MCS in hun showroom een volledige werkplaats gebouwd. Hier kon de Street Bob mooi zijn metamorfose ondergaan. De technische regie? Die was in handen van Jarno’s vader. Met zijn bakken ervaring was hij de aangewezen man voor het betere sleutelwerk. Toen het hele concept echt vorm begon te krijgen werden meerdere leveranciers betrokken bij de bouw. Grote namen als Arlen Ness, Le Pera en Performance Machine deden graag mee.
De ergonomie en het rijgedrag van de Street Bob werden stevig onder handen genomen met onder andere performance onderdelen van Kraus. Een van de in het oog springende onderdelen is de Kraus SX5 upsidedown voorvork; Een combinatie van CNC-gefreesde balhoofdplaten en Öhlins FF voorvorkpoten. Achteraan zorgt een Fox Factory monoshock voor extra controle en comfort. Boven de voorvork vinden we de Kraus Pro Kit terug met kick-back risers en ODI stuur in motocross-stijl. Ook deze kit is volledig uit billet aluminium vervaardigd. Stuur en risers samen zorgen voor een effectieve stuurhoogte van zo’n 12 inch. Hierdoor laat deze Softail zich veel stabieler en comfortabeler rijden dan een standaard Street Bob. De chin- en backframe spoilers van Killer Custom voegen een hoop toe aan het racey uiterlijk en alsof dat nog niet genoeg is, zorgen de Brembo 484 remklauwen in combinatie met MotoGP-stijl remhendels ervoor dat je ook nog op tijd stil staat. Een mooi extraatje was de uitlaat. De mannen van Vance & Hines regelden deze 2 in 1 Supersport, nog voordat hij officieel op de markt was!
1 van 4
PRIVATE LABEL
Toch was het niet allemaal easy bolt-on actie in de werkplaats van MCS. Zo liepen ze tegen problemen aan met de originele Street Bob tank. Die zag er te klein uit voor de gewenste ST look. Daar ging uiteindelijk toch een OEM tank op. Ook het achterspatbord gaf wat tegenslag. Het Street Bob achterwiel dat standaard een 130 band heeft, zou vervangen worden voor een wiel met 180 achterband zoals een ST ook heeft. Na wat tegenwerking van beschikbare aftermarket spatborden werd toch gekozen voor een OEM achterspatbord. Leuk detail is dat de zowel de ST kuip als de koffers uit de ‘Private Label’ lijn van MCS zelf komen. Toch paste dit in eerste instantie ook niet direct op de Street Bob. Mike Hermsen van Dominator Motorcycles was nauw betrokken bij het ontwerpen van een set brackets die de kuip geschikt maakte voor de Street Bob. Deze bracket sets zijn dan ook direct opgenomen in het assortiment van MCS. Ook de versnellingsbak en koppeling moesten eraan geloven. Jarno had in Japan eens gezien hoe een koppeling hydraulisch gemaakt was, maar nu met een Brembo mastercilinder op het stuur en hij wilde iets vergelijkbaars doen op de Street Bob. Met een combinatie van de hydraulische koppeling van Brembo en een deksel van Performance Machine op de versnellingsbak werd ook deze klus geklaard.
SHOWSTOPPER
Bijna veertig jaar lang waren de motoren die MCS neerzette zwart. De filosofie hierachter was dat het om de onderdelen ging. Bij MSC ziet men zichzelf meer als distributeur van onderdelen dan als custombouwer. Toch liet MCS met hun voorlaatst gebouwde motor al zien dat kleuren geen taboe meer zijn. Deze, door Royal Jack gespoten, Road King ging voornamelijk gehuld in de huiskleuren van MCS; geel en zwart. Royal Jack mocht ook voor de Street Bob het verfwerk voor zich nemen. Er werd gekozen voor een wilder kleurenpallet, want de opdracht was simpel. Het moest een echte showstopper worden! ‘Make it racey, but make it pop!’ De aluminium Rim Y-Spoke wielen van Arlen Ness werden in een warme goudtint gespoten. De nummerplaathouder van DMP werd op verzoek van MCS goud geanodiseerd door DMP zelf, zodat de goud tint precies hetzelfde was als die in het spuitwerk. Dit sluit allemaal weer mooi aan bij het goldleaf dat op het voornamelijk witte plaatwerk is gebruikt. De binnenkant van de koffers en het dashboard werd gespoten in een paarse flock. Dit materiaal wordt ook gebruikt voor dashboards in racewagens omdat het de zon niet in de ogen van de berijder reflecteert. Dit paars komt ook weer terug in andere details. Ook de zwarte race-strepen over de kuip en koffers maken helemaal duidelijk dat deze motor niet is gebouwd om erg braaf mee te rijden.
INSPIREREN
Deze MCS Street Bob is gebouwd om te inspireren. Om elke Harley rijder te laten zien dat een Harley naar elke persoonlijke wens te customizen is. En dan wat MCS betreft natuurlijk het liefst met producten uit hun catalogus. Want met de meer dan 70.000 leverbare onderdelen is de keuze enorm!
Fotografie: Polina Krasnova
Gebruikte Onderdelen
Categorie
Onderdelen
Rem/koppeling
Brembo ‘484’ Front Radiale remklauwen
Performance Machine 4 zuiger remklauw (achter)
Brembo ‘RCS19’ Radiale rem- en koppelingscilinders en handles
Galfer ‘Cubiq’ remschijven
Al in mei 2023 heeft autofabrikant General Motors patenten ingediend voor een elektrische motorfiets met een scrambler/offroad ontwerp. De patentaanvragen tonen een tweewieler met een opvallend robuust uiterlijk, semi-noppenbanden en een ontwerp dat duidelijk gericht is op dual-purpose gebruik. Deze ontwikkeling markeert mogelijk GM’s eerste serieuze stap in de markt van volwaardige elektrische motorfietsen.
De patentschetsen laten een relatief eenvoudig ontwerp zien met enkele opvallende technische kenmerken. De motorfiets lijkt te worden aangedreven door een in het wiel geïntegreerde elektromotor (hub-mounted) en is voorzien van een aanzienlijk batterijpakket. Het chassis wordt ondersteund door cartridge voorvorken en aan de voorzijde is ook een schijfrem zichtbaar, wat wijst op een functioneel maar niet revolutionair onderstel.
Niet GM’s eerste elektrische tweewieler
Dit is niet GM’s eerste verkenning van het elektrische tweewielersegment. Eerder lanceerde het bedrijf al de Hummer EV e-bike, hoewel dit in essentie een omgelabelde Recon Power Bike betrof. De patentaanvragen voor deze motorfiets suggereren echter een meer ambitieuze benadering, waarbij GM een volledig eigen elektrische motorfiets zou kunnen ontwikkelen.
Zoals gebruikelijk bij patenten ontbreken concrete technische specificaties. Er worden geen details vrijgegeven over het vermogen van de motor, de capaciteit van de batterij, het bereik of de laadtijden. De hub-mounted elektromotor constructie wijst mogelijk op een kostenefficiënte aanpak, maar zonder verdere gegevens blijft dit speculatief.
Stilte na de patenten
Opvallend is dat GM sinds het indienen van de patenten in 2023 geen verdere mededelingen heeft gedaan over eventuele productieplanning. Er zijn geen prototypes getoond, geen aankondigingen gedaan en geen verdere details vrijgegeven. Deze stilte roept vragen op over de serieusheid van GM’s plannen met betrekking tot elektrische motorfietsen.
Het indienen van patenten betekent niet noodzakelijkerwijs dat een product daadwerkelijk wordt ontwikkeld. Grote autofabrikanten beveiligen regelmatig intellectueel eigendom zonder concrete productieplannen. Of GM werkelijk van plan is om de markt voor elektrische motorfietsen te betreden, zal de tijd moeten uitwijzen.
Een aardverschuiving in het WorldSBK-kampioenschap: vanaf 2027 zal Michelin de rol van officiële bandenleverancier overnemen van Pirelli. Deze beslissing, genomen door promotor Dorna, markeert het einde van een tijdperk dat begon in 2004, toen Pirelli onder leiding van de toenmalige promotor Flammini Group de exclusieve bandenleverancier werd.
De strategische beslissing van Dorna lijkt vooral ingegeven door de wens om niet volledig afhankelijk te zijn van één enkele bandenfabrikant. Door Michelin voor de Superbike te kiezen en Pirelli voor andere kampioenschappen houdt Dorna relaties met beide bandengiganten in stand, wat zowel economische als strategische voordelen biedt.
Het monobandenconcept: een Pirelli-erfenis
Sinds 2004 heeft Pirelli als exclusieve leverancier een belangrijk stempel gedrukt op de Superbike-competitie. Het monobandenconcept was destijds revolutionair en heeft sindsdien model gestaan voor talloze andere motorsportkampioenschappen. De formule zorgde voor gelijke kansen tussen teams door de zogenaamde “bandenoorlog” te elimineren, die vaak nadelig uitpakte voor kleinere teams met beperktere middelen.
Voor Pirelli vormde de SBK een waardevol openluchtlaboratorium. De raceomgeving bood ideale testomstandigheden voor de ontwikkeling van hoogwaardige banden die later beschikbaar kwamen voor motorrijders wereldwijd. Deze wederzijds voordelige samenwerking heeft beide partijen goed gediend, maar Dorna acht de tijd nu rijp voor verandering.
Technologische uitdagingen en aanpassingen
De overstap naar Michelin betekent meer dan alleen een verandering van logo op de banden. Michelin en Pirelli hanteren verschillende constructiefilosofieën, wat gevolgen zal hebben voor het rijgedrag van de motoren. Teams en rijders in de SBK, Supersport en Sportbike-klassen zullen hun machines en rijstijl moeten aanpassen aan de karakteristieken van de Michelin-banden.
Michelin brengt weliswaar uitgebreide ervaring mee uit andere prestigieuze kampioenschappen zoals MotoGP, maar staat voor de uitdaging om een productlijn te ontwikkelen die specifiek voldoet aan de eisen van op productiemodellen gebaseerde racemotoren. De Franse fabrikant zal moeten voortbouwen op wat Pirelli’s succesfactor is geweest: continue ontwikkeling en verbetering van bandenperformance en veiligheid.
Voor Dorna betekent deze wissel minder afhankelijkheid van één leverancier en mogelijk betere commerciële voorwaarden. Teams zullen initieel kosten maken voor het testen en aanpassen aan de nieuwe banden, maar kunnen op termijn mogelijk profiteren van verbeterde prestaties.
Pirelli verliest weliswaar zichtbaarheid in het SBK-kampioenschap, maar kan zich nu concentreren op andere raceklassen en de verdere ontwikkeling van consumentenproducten. Vanaf 2027 is Pirelli de exclusieve bandenleverancier van MotoGP. Voor Michelin biedt deze overeenkomst een uitgelezen kans om haar technologische capaciteiten te demonstreren en merkbekendheid in de superbike-wereld te vergroten.
Een nieuw hoofdstuk voor superbike
Het eindigen van het Pirelli-monopolie luidt een nieuw tijdperk in voor het World Superbike Championship. De komst van Michelin voegt een frisse dynamiek toe aan de competitie, waarbij teams en rijders zich moeten aanpassen aan nieuwe bandeneigenschappen die mogelijk de machtsbalans in het kampioenschap kunnen veranderen.
Terwijl de details van het contract tussen Dorna en Michelin niet openbaar zijn gemaakt, is één ding zeker: de technologische uitdaging en de strijd om prestaties te optimaliseren met nieuwe rubbersamenstellingen zullen het kampioenschap verrijken met een extra laag van strategische complexiteit en technische innovatie die fans van motorsport zal aanspreken.
In mei 2024 ontstond er veel opwinding in de motorwereld toen een samenwerking werd aangekondigd tussen Jason Momoa’s “On The Roam” en de Japanse helmmaker TT&Co. Het moest een vintage-geïnspireerde motorhelm worden die Momoa’s kenmerkende “haaientanden”-motief zou integreren, gebaseerd op zijn Hawaiiaanse tatoeages. Nu, een jaar later, is er echter nauwelijks iets bekend over deze helm, en rijst de vraag of het product überhaupt wel bestaat.
De aankondiging was veelbelovend: een samenwerking tussen de Aquaman-acteur en een gerenommeerde Japanse fabrikant die sinds 2015 bekend staat om haar klassieke en vintage motoruitrusting. De teaser toonde een open helm in een wazig beeld, met de belofte van een release “in de nabije toekomst”. Die toekomst lijkt echter nog altijd niet te zijn aangebroken.
Concrete details over de samenwerking zijn frustrerend schaars. Sommige bronnen suggereren dat de helm in zeer beperkte oplage is uitgebracht, maar officiële specificaties, prijzen en algemene beschikbaarheid blijven onbevestigd. Het is alsof de helm in het niets is verdwenen na de initiële aankondiging.
Aangezien specifieke informatie over de helm nauwelijks te vinden is, kunnen we alleen kijken naar de algemene kenmerken van TT&Co.’s vintage-stijl helmen. Deze worden gemaakt van fiberglas met een EPS-voering (Expanded Polystyrene) en vaste padding, vaak met leren afwerking. De riemen hebben meestal een D-ring sluiting en de helmen zijn verkrijgbaar in maten van XS tot XXL.
Een belangrijke kanttekening: niet alle TT&Co. helmen voldoen aan DOT- of ECE-veiligheidsnormen. Sommige worden verkocht als “novelty” helmen, bedoeld voor display in plaats van daadwerkelijke hoofdbescherming.
De prijskwestie
Ook over de prijs bestaat grote onduidelijkheid. TT&Co. helmen kosten normaal gesproken tussen de €130 en €370. Informatie over Nederlandse of Europese prijzen is volledig afwezig, wat suggereert dat de helm misschien nooit bedoeld was voor de Europese markt.
Alternatieven voor de vintage-liefhebber
Voor wie toch verlangt naar die vintage uitstraling maar de Momoa-helm niet kan vinden, zijn er gelukkig goede alternatieven:
Davida Helmen: De Rolls Royce onder de retro helmen. Premium materialen, onberispelijk vakmanschap en een bijpassend prijskaartje (€370 – €925+).
Biltwell Helmen: De toegankelijke retro-keuze. Stijlvol, betaalbaar en gemakkelijk verkrijgbaar (€93 – €230).
DMD Helmen: Een solide middenweg. Vintage esthetiek met moderne veiligheidscertificeringen (€185 – €370).
Marketingstrategie of verdampte plannen?
TT&Co. bedient een nichemarkt van vintage-liefhebbers. De samenwerking met Momoa leek erop gericht om die aantrekkingskracht te verbreden, maar de beperkte informatie doet vermoeden dat het mogelijk een promotionele stunt was in plaats van een volwaardige productlancering.
Het is onduidelijk of het een bewuste strategie was, of dat er sprake was van onvoorziene productieproblemen. Misschien is het project simpelweg op de achtergrond geraakt in Momoa’s drukke agenda. De zeldzame updates en het volledig ontbreken van recensies versterken het mysterie.
De zoektocht gaat door
De “On The Roam x TT&Co.” samenwerking is een schoolvoorbeeld geworden van wat in de technologiewereld “vaporware” wordt genoemd: aangekondigde producten die nooit werkelijkheid zijn geworden. Het gebrek aan beschikbare informatie een jaar na de aankondiging suggereert een zeer beperkte release of een promotie-item dat nooit echt van de grond kwam.
Denk je ook wel eens “Ah joh, dat duurt nog even” en voor je het weet is het ineens zover?! Wij wel! De weken lijken voorbij te vliegen. En dat betekent goed nieuws: nog ‘heel even’ en RIDERS Festival 2025 barst los!
We toveren Autotron Rosmalen om tot hét motormekka van Nederland. En daar valt van alles te doen. Van live-muziek door bekende bands tot testrijden, stuntshows en het testen van jouw eigen vaardigheid op de motor. Hoe laat je wat waar kunt doen, beleven, luisteren of zien? Dat ontdek je hier!
Tijdschema programmering RIDERS Festival 2025
Zaterdag 31 mei 2025
Testrijden: de gehele dag
Demo’s in BERRT Adventure Arena: de gehele dag
Tijd
Activiteit
10:00 – 14:00
Bigtwin Bikeshow
10:30 – 11:00
Street Twin Battle Dynojet Shootout
11:00 – 11:45
BERRT GS Trophy
11:00 – 12:00
Spiet, Stoned and Frenz
12:00 – 12:30
Abacus Theater
12:00 – 12:30
Street Twin Battle Dynojet Shootout
12:00 – 12:45
Motorcycle Storehouse & Dunlop Freestyle Show
13:00 – 14:00
Slash N’ Roses
14:00 – 14:15
Uitreiking Bigtwin Bikeshow Winnaars
14:00 – 14:30
Abacus Theater
14:00 – 14:45
Motorcycle Storehouse & Dunlop Freestyle Show
14:30 – 15:00
Street Twin Battle Dynojet Shootout
15:00 – 15:30
Uitreiking Street Twin Battle Winnaars
15:00 – 15:45
BERRT GS Trophy
15:00 – 16:00
Brothes of Blues
16:00 – 16:30
Abacus Theater
16:00 – 16:45
Motorcycle Storehouse & Dunlop Freestyle Show
Zondag 1 juni 2025
Testrijden: de gehele dag
Demo’s in BERRT Adventure Arena: de gehele dag
Evenementen Schema
Tijd
Activiteit
10:00 – 14:00
Bigtwin Bikeshow
10:30 – 11:00
Street Twin Battle Dynojet Shootout
11:00 – 11:45
BERRT GS Trophy
11:00 – 12:00
Midnight Mojo
12:00 – 12:30
Abacus Theater
12:00 – 12:30
Street Twin Battle Dynojet Shootout
12:00 – 12:45
Motorcycle Storehouse & Dunlop Freestyle Show
13:00 – 14:00
Status Quotes
14:00 – 14:15
Uitreiking Bigtwin Bikeshow Winnaars
14:00 – 14:30
Abacus Theater
14:00 – 14:45
Motorcycle Storehouse & Dunlop Freestyle Show
14:30 – 15:00
Grande Finale Street Twin Battle Winnaars
15:00 – 15:30
Uitreiking Street Twin Battle Winnaars
15:00 – 15:45
BERRT GS Trophy
15:00 – 16:00
The Clarks & Cesar Zuiderwijk
16:00 – 16:30
Abacus Theater
16:00 – 16:45
Motorcycle Storehouse & Dunlop Freestyle Show
Tickets en meer informatie
Maak je dus op voor een weekend vol goede rock n’ roll, blues, funk, motoren, eten en drinken en vooral heel veel fun. Meer informatie over de programmering, wat iedere activiteit precies inhoudt? Dat check je op ridersfest.nl.
Wil je er alvast zeker van zijn dat je toegang hebt tot het evenement? Op 31 mei of 1 juni, of gewoon het hele weekend?! Scoor dan nu alvast hier je ticket(s).
Praktische informatie
Waar
Autotron Rosmalen
Wanneer
31 mei en 1 juni 2025 Zaterdag van 10.00 – 17.00u Zondag van 10.00 – 17.00u
Recentelijk publiceerde De Telegraaf een artikel over de toename van fraude bij het theorie-examen van het CBR. Tussen 2022 en 2025 is het aantal kandidaten dat betrapt werd op het gebruik van technische hulpmiddelen, zoals camera’s en oortjes, bijna verdubbeld. CBR-baas Alexander Pechtold noemt deze ontwikkeling zorgwekkend en merkt op dat dit mogelijk slechts het topje van de ijsberg is.
De opmars van kunstmatige intelligentie en andere technologieën heeft niet alleen invloed op het onderwijs, maar ook op de examenpraktijk. Studenten geven aan dat ze geregeld gebruikmaken van AI om hun studies makkelijker te maken. Dit roept vragen op over de authenticiteit van diploma’s en de eerlijkheid van de toetsen. Het CBR heeft inmiddels maatregelen getroffen om deze frauduleuze praktijken tegen te gaan, maar de gevolgen voor de verkeersveiligheid zijn aanzienlijk.
Heb jij gefraudeerd bij je motor-theorie-examen?
Wij van Motor.NL willen graag van onze lezers horen: heb jij ooit gefraudeerd bij je motor-theorie-examen? Ook als je niet gefraudeerd hebt horen we het graag. Het kan anoniem. Deel jouw verhaal met ons via het onderstaande formulier.
De motorraces in Tubbergen waren jarenlang het grootste internationale wegrace-evenement op een stratencircuit in Nederland. Tot op de dag van vandaag is de Grote Prijs van Twente een begrip in de regio en terecht. Grote internationale sterren en fabrikanten verschenen aan de start op het lange parcours tussen Albergen, Tubbergen en Fleringen. De nostalgie herleeft op 9 juni 2025 wanneer de Wematik Classic GP-parade in Tubbergen wordt georganiseerd. Nationale en internationale helden uit het verleden komen dan opnieuw in actie. Motor.NL dook in de rijke geschiedenis van het Circuit Tubbergen, dat naast talloze prachtige momenten ook een aantal trieste kende.
Bij grote internationale wegraces op stratencircuits denken velen al snel aan Raalte of Hengelo (gld). Maar ver voordat deze evenementen hun hoogtijdagen beleefden, kwam de wereldtop al samen in Twente bij de Tubbergen Motorraces. In de jaren 50 en 60 groeide dit evenement na de TT van Assen uit tot het grootste wegrace-evenement van Nederland. Het was Jaap de Wit uit Zenderen die in 1939 het driehoekige parcours ontdekte. Vanwege de Tweede Wereldoorlog kon het circuit pas in 1946 voor het eerst daadwerkelijk worden gebruikt. In de jaren na de oorlog vonden op meerdere plekken in Nederland wegraces plaats, maar geen enkele kreeg de iconische status die Tubbergen zou verwerven. En nog steeds – ondanks dat de laatste race al veertig jaar geleden werd verreden – zijn de Tubbergen Motorraces springlevend in de herinnering van de regio. Dat blijkt uit de grote belangstelling voor de jaarlijkse historische motorracedemo. In 2025 wordt het extra bijzonder, met een speciale GP-parade waarbij nationale en internationale topcoureurs uit het verleden samenkomen. Meer daarover is te lezen in het kader bij dit artikel.
De eerste ‘Grote Prijs van Twente’ werd gereden op 28 september 1946, op een 9,230 kilometer lang stratencircuit tussen Albergen, Tubbergen en Fleringen. Alle drie de dorpen maken deel uit van de gemeente Tubbergen. Een jaar later verplaatste de start naar vlak na de ‘Albergen hairpin’, een plek die tot en met 1981 dienstdeed als start- en finishlocatie én waar het rennerskwartier was gevestigd. Tubbergen was één van de langste stratencircuits van Nederland en het was bloedsnel. Tijdens een recente verkenning met lokale fotograaf Ben Haarhuis viel direct op dat het parcours enorme lange rechte stukken kende. Juist dat maakte het circuit aantrekkelijk voor fabrieksteams, die in de jaren 50 en 60 graag in Tubbergen hun motoren kwamen testen. Vanaf 1950 kregen de races een internationaal karakter. Ruim twintig jaar lang trokken wereldtoppers naar Twente. Ondanks de lengte van het circuit, maakte de enorme inzet van organisator Stichting Circuit Tubbergen Twente het mogelijk voor toeschouwers om via de buitenkant het hele parcours rond te lopen. Uiteraard was er bij start-finish veel publiek, maar de Fleringen Es was misschien wel de populairste plek van het circuit. Vanuit Tubbergen ging het razendsnel over een kronkelend traject met subtiele hoogteverschillen richting Fleringen. De sectie had de straatnaam Fleringen Es. Vervolgens reden de coureurs dwars door het kleine dorp Fleringen, waar ze eindigden bij een spectaculaire hairpin, waar er op het laatste deel geremd moest worden op klinkers. Daarna volgde een linker- en rechterbocht en een lang recht stuk richting Albergen, waar nog een hairpin wachtte. Langs de hairpins, de Fleringen Es en op vele andere plekken stonden de toeschouwers rijen dik. In de hoogtijdagen kwamen er zo’n zestigduizend (!) mensen naar de races in Tubbergen. En velen gingen maar wat graag een kijkje nemen bij de fabrieksmotoren en topcoureurs in het rennerskwartier. In de jaren 50 werd het circuit een paar keer aangepast. De lengte kwam uiteindelijk net onder de 9 kilometer te liggen, maar de basis van het parcours bleef hetzelfde.
GOUDEN JAREN
Heel wat mensen hebben zich jarenlang met hart en ziel ingezet om van de Tubbergen Motorraces een daverend succes te maken. Eén van de sleutelpersonen was zonder twijfel Gerrit Kolenbrander, burgemeester van Tubbergen van 1946 tot en met 1967. Het organiseren van een grote wegrace op een openbaar stratencircuit vroeg om volledige medewerking van de lokale overheid en die kregen ze in zijn ambtsjaren in overvloed. Burgemeester Kolenbrander toonde zich een warm voorstander van het evenement. In 1954 stemde hij er zelfs mee in om de race te verplaatsen van een zaterdag – waarop doorgaans minder verkeer was – naar tweede pinksterdag, een nationale vrije dag. Zo konden nóg meer mensen komen kijken. Het bleek een gouden zet. Tot en met 1972 groeide de Tubbergen Motorraces uit tot een ware klassieker op deze feestdag. Kolenbrander stond ook bekend om zijn legendarische uitspraak: ‘Als jullie voor goede races zorgen, zal ik erop toezien dat het weer goed is.’ En het leek te werken, want op tweede pinksterdag was het opvallend vaak zonnig in Tubbergen.
Een andere sleutelfiguur voor de groei van het evenement was Bennie Pinners. Dankzij zijn nauwe banden met rijders wist hij wereldtoppers naar Tubbergen te halen. Later zou hij ook rijders contracteren voor de races in Raalte. Begin jaren 50 begon het met een aantal Engelse, Zwitserse en Duitse rijders naast de Nederlandse top, maar al snel wisten ook de fabrieksteams hun weg naar Twente te vinden. Merken als Gilera, NSU, Mondial, CZ-Jawa, DKW en MZ verschenen met hun fabrieksrijders aan de start. Het machtige geluid van deze motoren was in de wijde omtrek van Tubbergen te horen, iets wat onder de bezoekers van destijds nog altijd tot de verbeelding spreekt.
In de jaren 50 en 60 werden de 500cc-, 350cc- en 250cc-klassen voornamelijk gedomineerd door buitenlandse rijders. Maar begin jaren 60 kwam er een nieuwe lichting Nederlandse talenten op in de lichtere klassen, met namen als Jan Huberts, Cees van Dongen, Paul Lodewijkx, Aalt Toersen en Jan de Vries. Cees van Dongen is recordhouder met zeven overwinningen in Tubbergen. Tegen het einde van de jaren 60 begonnen ook twee lokale talenten op internationaal niveau indruk te maken in de zwaardere klassen: Theo Bult uit Lonneker en Marcel Ankoné uit Oldenzaal. Bult begon pas in 1967 met racen, maar was in 1970 al een internationaal coureur. Zijn thuisrace in Tubbergen was zijn absolute favoriet, een circuit dat hij als toeschouwer al jaren kende als zijn broekzak. Na zeges bij de nationalen maakte Bult in 1970 zijn internationale debuut in Tubbergen. Hij werd tweede in de 250cc achter Paul Smart en won de 350cc. Een jaar later domineerde hij beide klassen volledig, een prestatie wat de populariteit van het evenement alleen maar versterkte. De 500cc in 1971 werd gewonnen door topcoureur Alberto Pagani (Italië) voor John Dodds (Australië), Nederlander Rob Bron en Jack Findlay (Australië) om nogmaals aan te geven hoe sterk en internationaal het rijdersveld was. In deze jaren kwam bijvoorbeeld ook Barry Sheene – toen nog coureur in de lichtere klassen – aan de start in Tubbergen. In 1972 zou Piet van der Wal – een specialist op stratencircuits – voor Nederlands succes zorgen door de 500cc race op zijn naam schrijven.
1 van 6
Het programmaboekje van de allereerste Grote Prijs van Twente in 1946.
Een overzicht van het driehoekige stratencircuit van bijna 9 km tussen Albergen, Tubbergen en Fleringen.
De Japanner Takazumi Katayama (62) wordt in de 350cc-race van 1976 op de hielen gezeten door lokale held Marcel Ankoné (6).
De 50cc-race in 1966 met Aalt Toersen (27) voor Cees van Dongen (3). Van Dongen won in totaal zeven races in Tubbergen en is daarmee recordhouder.
De start van de 500cc-race in 1978 met Jack Middelburg (1), Tom Herron (54), Alex George (19), Boet van Dulmen (10), Piet van der Wal (6) en Franz Rau (56).
Een blik in het rennerskwartier van Tubbergen in 1974.
ZWARTE BLADZIJDE
In 1972 was de carrière van Bult vanwege een blessure plots beëindigd wanneer er een inktzwarte editie van de Tubbergen Motorraces plaatsvond. Tot dat jaar waren er al drie dodelijke slachtoffers gevallen op het stratencircuit in Twente. Tragische incidenten die, hoe pijnlijk ook, in die tijd vaker voorkwamen bij races op openbare wegen. Eén van die slachtoffers was een 11-jarige jongen, die in 1961 werd geraakt door een Duitse 250cc-coureur na een valpartij. Op tweede pinksterdag in 1972 kwamen er meer dan 60.000 toeschouwers naar Tubbergen. Al vroeg op de dag ging het mis. Een tribune, geplaatst aan de binnenzijde van het circuit bij het rennerskwartier, stortte in. Er vielen gewonden, maar wonder boven wonder geen dodelijke slachtoffers. In de 250cc-race ging het wel vreselijk mis. In de derde bocht na de start kwam Leo Commu in aanraking met een andere rijder. Het naastgelegen weiland lag meters lager dan de weg. De 25-jarige Commu – een veelbelovend talent – raakte bij zijn crash een boom en maakte een fatale val naar beneden. Later die dag overleed hij in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. In diezelfde race ging het ook mis met de Zuid-Afrikaan Mike Grant. Hij keek achterom op een snel gedeelte van het circuit, raakte van de baan en kwam in het gras terecht. Zijn motor crashte dwars door de vangrail en raakte een 61-jarige toeschouwer, die het ongeval niet overleefde. Het was de meest tragische dag in de geschiedenis van de Tubbergen Motorraces.
De dodelijke ongevallen leidden tot felle kritiek in de media en het hele evenement kwam onder een vergrootglas te liggen. Mede hierdoor besloten de lokale autoriteiten om in 1973 geen vergunning te verlenen voor een race op tweede pinksterdag. De officiële reden was dat het afsluiten van de wegen het recreatieve verkeer in de regio te veel zou hinderen. Maar het drama van het jaar ervoor speelde ongetwijfeld ook een rol in die beslissing. Hoewel het evenement op een andere dag wél mocht doorgaan, verwachtte men een fors lagere publieke opkomst. Bovendien kon Stichting Circuit Tubbergen Twente in de overvolle wegracekalender geen geschikte alternatieve datum vinden. En zo kwam er in 1973 geen wegrace in Tubbergen.
In 2012 werd in Tubbergen een monument onthuld ter nagedachtenis aan de vijf mensen die tijdens de Tubbergen Motorraces het leven lieten: J.J.A. Colpaert (coureur – 1954), Henk Vlutters (toeschouwer – 1961), John Bacon (coureur – 1965), Leo Commu (coureur – 1972) en B.W. te Kiefte (toeschouwer – 1972). Bijzonder was dat bij de onthulling ook familieleden van de slachtoffers aanwezig waren. Het monument wordt nog altijd liefdevol onderhouden, vaak voorzien van verse bloemen door Riet Haarhuis. Riet was in de jaren 70 een bekend – en populair – gezicht voor vele coureurs tijdens de wegraces toen ze werkzaam was bij Café Haarhuis in Albergen. Het monument staat naast een rotonde die is voorzien van passende kurbstones, als blijvend eerbetoon aan de motorracegeschiedenis van Tubbergen.
1 van 4
Het monument bevindt zich op een rotonde in Tubbergen, volledig gewijd aan de motorsport.
Het monument ter nagedachtenis aan de vijf dodelijke slachtoffers van de Tubbergen Motorraces werd onthuld in 2012.
De voormalige locatie van start/finish anno 2025.
De Fleringen Hairpin – tot en met 1972 onderdeel van het circuit – zag er destijds ook zo uit. In het laatste deel moesten de coureurs afremmen op klinkers.
WERELDTOPPERS WEER NAAR TUBBERGEN
In de twee jaar waarin Tubbergen na het drama in 1972 twee jaar geen wegrace organiseerde, werden zij voorbijgestreefd door Raalte en Hengelo (Gld), die met hun internationale wegraces enorm in opkomst waren. In 1975 keerde het spektakel dan toch terug naar Twente, maar de glans en ongeëvenaarde sfeer van vroeger zouden niet meer in volle glorie terugkeren. Ook werd er tot 1979 niet op tweede pinksterdag gereden. Wel was het parcours, dat nog altijd 8,7 kilometer lang was, beter beveiligd. Er werden twee nieuwe chicanes toegevoegd om de snelheid wat te temperen. Daarnaast werd het deel door het dorp Fleringen, inclusief de karakteristieke hairpin, uit het circuit gehaald.
Toch betekende dit allerminst het einde van de Tubbergen Motorraces. De publieke belangstelling bleef groot en het evenement wist nog altijd internationale topcoureurs aan zich te binden. Tussen 1975 en 1981 verschenen rijders als Takazumi Katayama, Chas Mortimer, John Ekerold, Anton Mang, Pentti Korhonen, Alex George, Bruno Kneubühler, Alan North, Dieter Braun, Stefan Dörflinger, Raymond Roche en Mike Baldwin aan de start. Maar in deze periode waren het vooral de Nederlandse ‘Grote Drie’ die de zeges op hun naam schreven: Wil Hartog, Jack Middelburg en Boet van Dulmen. Ook Marcel Ankoné wist in 1976 zijn thuisrace te winnen door met zijn Suzuki de 500cc-klasse te veroveren; een prestatie van formaat.
Als het gaat om lokale helden, mag ook de naam Gerrit Filart niet ontbreken. Als monteur en mede-initiatiefnemer van M.R.T.T. (Motor Racing Team Twente) was hij jarenlang van onschatbare waarde voor talloze coureurs uit Twente. Het raceteam M.R.T.T. werd in 1973 opgericht en is voortgekomen uit de fanclub van coureur Willie Stamsnieder. Het raceteam – waar veel bekende Twentse coureurs voor hebben gereden en dat een kwart eeuw heeft bestaan – liep als een rode draad door de geschiedenis van de racerij in Tubbergen.
Eind jaren 70 schreven Middelburg en Van Dulmen de overwinningen in de koningsklasse op hun naam. Tijdens de laatste twee edities van het evenement, in 1980 en 1981, ging de dagzege in de 500cc – verreden over twee manches – naar Willem Zoet. En dat terwijl zowel Van Dulmen als Middelburg in 1980 gewoon aan de start verschenen. In 1980 reed Van Dulmen wel het absolute ronderecord met een tijd van 2’59.01, wat neerkwam op een gemiddelde snelheid van 175,9 km/u. Daarmee bewees hij dat het circuit, ondanks de extra chicanes, nog altijd razendsnel was. In 1981 stond hij opnieuw aan de start, maar viel twee keer uit met technische problemen.
Begin jaren 80 werden de veiligheidseisen voor motorsport op stratencircuits steeds meer aangescherpt. Dat maakte het steeds moeilijker om het langgerekte parcours van Tubbergen aan de normen te laten voldoen. De meeste andere stratencircuits in die tijd waren hooguit half zo lang. Voor Tubbergen moest liefst veertien kilometer aan wegen worden afgezet om het evenement – inmiddels weer op tweede pinksterdag – veilig te kunnen laten plaatsvinden.
1 van 4
De start van de 250cc-race in 1957, in het tijdperk van de ‘badkuipen’. De race werd gewonnen door MZ-fabriekscoureur Horst Fügner.
Vijfvoudig wereldkampioen Toni Mang reed ook in Tubbergen.
Henk van Kessel maakt zich klaar voor de start. De 50cc-wereldkampioen van 1974 won eenmaal in Tubbergen.
De Zwitser Bruno Kneubühler en de Fin Pekka Nurmi aan de start, met volgepakte tribunes in 1977. Beide rijders wisten in Tubbergen te winnen.
EENMALIGE TERUGKEER
Het oude circuit – dat in de basis al sinds 1946 werd gebruikt – bleek uiteindelijk simpelweg te lang en voldeed niet meer aan de strengere veiligheidseisen. In 1981 werd daarom voor het laatst gereden op het iconische stratencircuit van Tubbergen. De sterk verjongde organisatie ging op zoek naar een alternatief, maar dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Het duurde uiteindelijk tot 1984 voordat er opnieuw in Tubbergen geracet werd. De nieuwe locatie werd gevonden tussen Tubbergen en Geesteren en stond bekend als het ‘Knoefbakker-circuit’, met een lengte van 3,750 kilometer. Ondanks dat de organisatie alles uit de kast had gehaald om een zo veilig mogelijk circuit neer te zetten, viel het bij de rijders niet in de smaak. Volgens velen was het traject nog steeds veel te gevaarlijk – en wie het in 2025 met de auto rijdt, begrijpt waarom. Op sommige stukken ontbraken uitloopstroken volledig en de bomen stonden akelig dicht bij de baan.
De gekozen datum – eind april 1984 – kwam ook op een slecht moment. Slechts enkele weken eerder was Jack Middelburg verongelukt in Tolbert. Stratencircuits lagen daardoor al onder vuur. Coureurs Theo Timmer en Henk de Vries besloten niet van start te gaan in de nationale race. Veel andere toppers gaven na afloop toe zich te hebben ingehouden. Van Dulmen noteerde weliswaar de snelste raceronde, maar gunde de overwinning aan zijn teamgenoot Rob Punt, die op dat moment streed voor de Nederlandse 500cc-titel. Ondanks de kritiek en het onveilige karakter, verliep het evenement in 1984 zonder ernstige ongelukken. Toch bleek dit het laatste hoofdstuk van de Tubbergen Motorraces. De KNMV verleende in 1985 geen vergunning meer. De organisatie, Stichting Circuit Tubbergen Twente, onderzocht nog de mogelijkheid van een doorstart op een semipermanent circuit in de regio van Reutum, maar dat bleek financieel niet haalbaar.
In 1988 viel definitief het doek voor de stichting. In totaal werden er 37 edities van de Tubbergen Motorraces georganiseerd. Jarenlang trok het evenement tienduizenden toeschouwers en stonden talrijke wereldtoppers én nationale helden aan de start. De motorraces in Tubbergen groeiden uit tot een begrip in de regio en zijn dat nog steeds. Die magie zal waarschijnlijk nooit verdwijnen. En wie de sfeer van vroeger nog eens wil proeven, is ook dit jaar welkom in Tubbergen op tweede pinksterdag. Tijdens de Wematik Classic GP Parade herleven de gloriedagen opnieuw. Niet meer op het bloedsnelle stratencircuit van weleer, maar op bedrijventerrein De Haar in Tubbergen. Daar zullen de sterren van toen demonstratieronden rijden, zoals vanouds – met ronkende motoren en – hopelijk – rijen dik publiek.
1 van 7
In 1984 werd eenmalig een ander circuit gebruikt. Hier de allerlaatste 500cc-start in Tubbergen, met op de eerste rij Boet van Dulmen (19), Rob Punt (2) en Maarten Duyzers (9).
Gerrit Filart betekende veel voor de Twentse motorsport. Hier staat hij naast MRTT-coureur Gerard van der Wal.
In 1981 kwam Jack Middelburg vanwege financiële problemen niet in actie in Tubbergen. Hier krijgt hij symbolisch een steuntje in de rug van motorcoureurs Mar Schouten, Rob Punt, Klaas Hernamdt, Peter Looijenstein, Peter Lemstra en Rinus van Kasteren.
De vele toeschouwers zien de 250cc-rijders vertrekken in 1964.
Anton Mang voor Mar Schouten en Alan North in de 250cc-race van 1981.
De PR-commissie van de Tubbergen Motorraces was bijzonder actief. In de regio Twente heeft vrijwel iedereen van de races gehoord.
Paul Lodewijkx (9) won in 1968 met een Jamathi de TT van Assen in de 50cc. Een jaar eerder zegevierde hij in Tubbergen in de ‘borrelglaasjesklasse’.
Indrukwekkende startlijst voor Wematik Classic GP Parade
Het evenement op tweede pinksterdag – maandag 9 juni 2025 – belooft een unieke herbeleving te worden van de legendarische motorraces in Tubbergen, met deelname van een groot aantal voormalige internationale en nationale toprijders tijdens de tweede editie van de Wematik Classic GP Parade. Onder hen grootheden als Bruno Kneubühler, Alan North, Juliaan van Zeebroeck, Philippe Coulon, Pentti Korhonen, Neil Tuxworth en Eero Hyvärinen, die in de jaren 70 en 80 uitblonken in Tubbergen. Ook nationale motorsporthelden geven acte de présence. TT-winnaar Wil Hartog zal in actie komen op een 125cc CR93 Honda, terwijl de lokale legende Theo Bult eveneens aan de start verschijnt. Bult gaat rijden met de 500cc-motor waarmee Jack Middelburg in 1980 de TT Assen won. Daarnaast wordt het deelnemersveld versterkt met voormalige Nederlandse GP-coureurs zoals Cees Doorakkers, Loek Bodelier, George Looijesteijn, Henk de Vries, Dick Alblas, Aalt Toersen, Theo Timmer, Bert Smit, Albert Siegers, Adrie Nijenhuis en vele anderen. Een bijzonder hoogtepunt is de deelname van Barry en Loris Veneman. Vader en zoon rijden samen in de parade, een inspirerende manier om de rijke motorsportgeschiedenis door te geven aan de volgende generatie.
Initiatiefnemer en organisator Rob Vennegoor, die ook de eerste Classic GP Parade in 2014 organiseerde, kijkt er enorm naar uit: ‘Dit is een unieke herbeleving van de Tubbergse motorraces. We brengen samen met de Historische Motorstichting Tubbergen een uniek motorsportevenement met diverse demoritten gedurende de dag. Diverse rijders brengen we samen in de Classic GP Parade, die ook op Tubbergen hebben gereden, aangevuld met voormalig Nederlandse Grand Prix-coureurs. Het wordt een feest van herkenning voor alle motorsportfans, een uniek stukje motorgeschiedenis komt terug naar Tubbergen!’ Het evenement begint om 10:00 uur en de entree bedraagt 5 euro.
Buell, een naam die bij veel motorliefhebbers nostalgische gevoelens oproept, staat op het punt een grote comeback te maken. Het Amerikaanse merk heeft aangekondigd dat de Buell Supertouring in de herfst van 2025 daadwerkelijk in productie gaat. Deze nieuwe sport-tourer, die gezien kan worden als de spirituele opvolger van de Hammerhead 1190, zal vanaf 1 juli 2025 te bestellen zijn. Potentiële kopers die snel beslissen, krijgen een aantrekkelijke early-bird aanbieding: wie vóór 31 augustus een aanbetaling van 50 dollar doet, betaalt 22.495 dollar (ongeveer €20.725) in plaats van de reguliere prijs van 23.995 dollar (ongeveer €22.115).
CEO Bill Melvin toont zich enthousiast over de lancering van de Supertouring, die zelfs prioriteit krijgt boven de langverwachte Super Cruiser. Voor Buell is deze motorfiets niet zomaar een nieuw model, maar een cruciale test voor de geloofwaardigheid van het merk dat na een bewogen geschiedenis opnieuw de markt wil veroveren.
Indrukwekkende specificaties en techniek
De Supertouring is gebouwd rond een 1190 cc ET-V2 twin-cilinder motor, afgeleid van Rotax, die maar liefst 185 pk bij 10.600 tpm en 138 Nm koppel bij 8.200 tpm levert. Deze krachtbron is gemonteerd in Buell’s kenmerkende aluminium perimeter frame dat tegelijkertijd dienst doet als brandstoftank, een innovatieve constructie die het merk al jaren kenmerkt.
Met een drooggewicht van slechts 199 kg belooft de Supertouring een uitstekende vermogen-gewichtsverhouding, waarmee het zich kan meten met de beste sport-tourers in deze klasse. De motorfiets is uitgerust met Fox-veringselementen en Brembo-remmen op EBR-schijven. Opvallend is dat Buell afstapt van de perimeter-remmen die op eerdere modellen zoals de Hammerhead te vinden waren. De 17-inch wielen zijn voorzien van Dunlop Sportmax Q5A banden.
Een van de meest onderscheidende eigenschappen van de Supertouring is het modulaire ontwerp. Volgens Buell kunnen de harde zijkoffers in minder dan tien minuten verwijderd worden, waardoor de motorfiets snel transformeert van een volwaardige toermachine naar een sportieve naked bike. Dit concept speelt in op de behoeften van motorrijders die één motor willen voor verschillende gebruiksdoeleinden.
Standaard wordt de motorfiets geleverd met een beschermend kuipwerk en een comfortabel zadel, maar de zijkoffers (ongeveer €1.380) en quickshifter (ongeveer €455) zijn optioneel verkrijgbaar. Dit kan als een gemis worden gezien voor een motorfiets die zich als tourer positioneert.
Positionering
De Buell Supertouring betreedt een competitief segment waar gevestigde modellen als de Ducati Multistrada V4, BMW S 1000 XR, KTM 1290 Super Duke GT en Kawasaki Ninja 1000SX de dienst uitmaken. Buell hoopt zich te onderscheiden met een gunstiger vermogen-gewichtsverhouding, het modulaire concept en een meer betrokken, sportieve rijervaring.
Wat betreft de elektronische uitrusting en rijhulpsystemen is er nog weinig bekend. In deze prijsklasse verwachten we moderne features zoals ABS, tractiecontrole en verschillende rijmodi, maar hierover heeft Buell nog geen details vrijgegeven.
Beschikbaarheid in Europa onzeker
Terwijl de productie voor de Noord-Amerikaanse markt in het najaar van 2025 start, is er vooralsnog geen informatie over de Europese lancering. Dit is teleurstellend voor Europese liefhebbers die nieuwsgierig zijn naar deze Amerikaanse uitdager in het sport-tourer segment.
Voor Buell is het cruciaal dat de productie en levering van de Supertouring volgens planning verlopen. Na jaren van veelbelovende prototypes en beperkte productieruns moet het merk bewijzen dat het ideeën kan omzetten in daadwerkelijk leverbare motoren die aan de verwachtingen voldoen.
De Buell Supertouring lijkt op papier alle ingrediënten te hebben om een serieuze concurrent te worden in het sport-tourer segment.
Volgens berichtgeving van Australian Motorcycle News werkt Kawasaki aan de ontwikkeling van een nieuwe Z1100 roadster die in 2026 op de markt moet verschijnen. De motor zou strategisch gepositioneerd worden als een prestatiegerichte naked bike boven de huidige Z900 in het Kawasaki-gamma. De basis voor deze nieuwe Z1100 wordt gevormd door de recente Ninja 1100SX, wat suggereert dat Kawasaki bestaande technologie slim hergebruikt voor een nieuw marktsegment.
De eerste aanwijzingen voor dit nieuwe model komen uit documenten van de California Air Resources Board (CARB), waarin technische specificaties staan die overeenkomsten vertonen tussen de Z1100, Ninja 1100SX en Versys 1100. Deze administratieve documenten zijn vaak betrouwbare voorboden van nieuwe modellen die fabrikanten ontwikkelen.
Als de Z1100 inderdaad de krachtbron van de Ninja 1100SX overneemt, kunnen we een indrukwekkend pakket verwachten. De viercilinder zou dan een cilinderinhoud van 1099 cc krijgen met een vermogen van ongeveer 134 pk bij 9.000 tpm.
De chassis-basis zal waarschijnlijk bestaan uit een aluminium twin-spar frame, vergelijkbaar met dat van de Ninja 1100SX, maar mogelijk aangepast voor het naakte karakter van de Z1100. Voor de ophanging valt te denken aan een 41 mm USD Showa-voorvork met instelbare compressie- en rebounddemping, en een horizontale achterschokdemper met verstelbare veervoorspanning.
Het rijklare gewicht zal naar verwachting iets lager liggen dan de 234 kg van de Ninja 1100SX, dankzij het ontbreken van een stroomlijn en andere overbodige elementen die bij een naked bike niet nodig zijn.
Kawasaki Ninja 1100SX.
Elektronische uitrusting op hoog niveau
In de huidige markt is geavanceerde elektronica een vereiste, en het is aannemelijk dat de Z1100 een indrukwekkend pakket aan rijhulpsystemen zal meekrijgen:
Kawasaki TRaction Control (KTRC)
Kawasaki Cornering Management Function (KCMF)
Kawasaki Intelligent anti-lock Brake System (KIBS)
Verschillende rijmodi en vermogensinstellingen
Elektronische cruise control
Quick shifter voor op- en terugschakelen
TFT-instrumentenpaneel met smartphone-connectiviteit
Volledig LED-verlichting
USB-C aansluiting
Of Kawasaki hierbij nog innovaties zal toevoegen, zoals radartechnologie die sommige concurrenten al aanbieden, blijft vooralsnog onbekend.
Competitieve markt
De Z1100 zal moeten concurreren in een uitdagend segment met gevestigde namen zoals de Honda CB1000R, Yamaha MT-10, Suzuki GSX-S1000, BMW S1000R en Triumph Speed Triple 1200 RS. Om succesvol te zijn zal de Z1100 een duidelijke identiteit moeten hebben en een onderscheidende propositie moeten bieden.
De vraag naar krachtige, betaalbare naked bikes is groot, zoals het succes van de Honda CB1000 Hornet laat zien. Hoewel Kawasaki al de Z900 in het gamma heeft met een viercilinder van 948 cc die 123 pk levert, zou de nieuwe Z1100 het gat moeten vullen boven dit model.
Een historische naam keert terug
De naam Z1100 draagt historisch gewicht en roept herinneringen op aan Kawasaki’s luchtgekoelde Z1000-modellen uit de jaren ’80 – motorfietsen die hun tijd definieerden met hun rauwe karakter. De nieuwe Z1100 heeft de kans om die nostalgie aan te boren en tegelijkertijd een moderne rijervaring te bieden die aansluit bij de verwachtingen van hedendaagse motorrijders.
Of de Z1100 werkelijk een heroïsche comeback zal maken of slechts een van de vele deelnemers in een vol segment zal zijn, hangt af van hoe gedurfd Kawasaki durft te zijn met dit model.
New partnerships set to enhance Honda Adventure Roads 2025
De vijfde editie van Honda Adventure Roads belooft een indrukwekkende onderneming te worden die rijders door acht landen voert. De negendaagse reis van 2.500 kilometer begint in Rome en eindigt in Istanbul, waarbij deelnemers op hun Honda CRF1100L Africa Twin een veelheid aan terreinen en rijomstandigheden zullen tegenkomen. Voor deze editie heeft Honda nieuwe partnerschappen aangekondigd met Dunlop en Honda Pro Oils, die specifieke producten leveren om de prestaties van de motorfietsen tijdens deze veeleisende reis te optimaliseren.
Strategische partnerschappen voor optimale prestaties
Voor de 2025-editie heeft Honda twee belangrijke partnerschappen gesloten die de prestaties van de motorfietsen moeten verbeteren:
Dunlop Trailmax Raid banden
Elke Africa Twin zal uitgerust worden met Dunlop’s Trailmax Raid banden, hun eerste 50/50 on/off-road band die speciaal ontwikkeld is voor avontuurlijk rijden. Deze banden zijn gekozen vanwege hun veelzijdigheid en vermogen om een breed scala aan terreinen aan te kunnen, van geasfalteerde bergwegen tot ruige offroad trails. Het agressieve blokpatroon is ontworpen voor grip op losse ondergronden, terwijl de band tegelijkertijd stabiliteit biedt op verharde wegen.
Als exclusieve smeermiddelenleverancier voor het evenement zorgt Honda Pro Oils voor optimale motorprestaties onder veeleisende omstandigheden. Honda Pro-oliën en -smeermiddelen zijn specifiek ontwikkeld voor Honda-motoren en versnellingsbakken, en optimaliseren de prestaties door wrijving te verminderen. Voor de Africa Twin is de Honda Pro GN4 of de volledig synthetische Honda Pro HP4S het meest geschikt, beide voldoen aan API SL en JASO MA-normen.
Een ware test voor mens en machine
Honda Adventure Roads 2025 biedt meer dan alleen een schilderachtige tocht; het is een ware test voor zowel rijders als hun Africa Twins. De combinatie van veeleisende routes, verschillende terreinen en lange afstanden zal de veelzijdigheid van Honda’s vlaggenschip avonturenmotor demonstreren. Met de strategische partnerschappen met Dunlop en Honda Pro Oils lijkt Honda alles in het werk te stellen om rijders de best mogelijke ervaring te bieden tijdens deze epische reis van Rome naar Istanbul.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.