dinsdag 26 augustus 2025
Home Blog Pagina 852

Wat Rij Jij? Occasionmotoren 1.000 – 3.000 euro

0

Wat voor motoren kun je kopen met een budget tussen de 1.000 tot 3.000 euro? Je ziet het in een nieuwe aflevering van Wat Rij Jij? In deze aflevering hebben we een Suzuki GSX600F uit 2004, een Honda Pan European uit 2000 en een Suzuki GSX-R600 SRAD uit 1998.

Motorleven: Richard Huis

0
honda

‘Mijn opa was vroeger altijd al druk met motoren, Honda’s vooral. Die framepjes waren niet super en hij verstevigde dat zelf met vierkante buis! Toen ik klein was heb ik stiekem wel eens op opa’s motor gereden, maar het rijbewijs halen duurde nog wel even. Dat kwam pas toen ik bij rijschool Ronchetti in Zaandam ging werken. Ik gaf autorijles, maar die motoren kriebelde toch. Ik oefende daar op eigen terrein. Toen ik mijn rijbewijs haalde in 2015, heb ik alleen mijn examens betaald! Ik zocht een motor voor woon-werk, dat leek me handig. Waarom ik een Suzuki VX800 kocht, zou ik eigenlijk niet meer weten. Wat een drama-motor was dat. Zoop meer olie dan benzine en het zat voor geen meter. Die werd snel ingeruild op de Yamaha Diversion. Dat was al een hele verbetering!

Motorleven: Niek Mulders

Ik wilde de vering verbeteren, maar kort nadien werd de achterbrug me echt te roestig. Hij moest eruit en er kwam een Kawasaki Z750S. Ik ben een 1.88m, dus de Kawasaki was me eigenlijk net wat te klein. Na een paar keer lullig omvallen met de Kawasaki, wilde ik echt iets anders. Een allroad, maar geld voor een BMW had ik niet. Ik liep eigenlijk tegen de Honda aan, maar met de Varadero had ik plots een grote ruit. Met 180 merk je niks; da’s wel even anders! Ik zit er lekker ruim op en naar verhouding is het nog best luxe ook allemaal. Voorlopig gaat-ie er niet uit ook.’

Paspoort

Leeftijd 49
WoonplaatsVolendam
Rijbewijs sinds1997
MotorfietsHonda XL1000V Varadero
Kilometerstand75.000
In bezit sinds26-6-2015
Aantal gekochte motoren4
Aantal verkochte motoren3

Motoren in mijn leven

  • Suzuki VX800 (eerste motor)
  • Yamaha XJ 900 Diversion
  • Kawasaki Z750S
  • Honda XL1000V Varadero (huidige motor)
Eerste motor Suzuki VX800

Nieuwe Ducati Monster 821 in de maak

0

In goed dertig jaar is de Ducati Monster is iconische motorfiets geworden. Ook al door zijn opvallende vakwerkframe (trellisframe).Maar juist die ontbreekt in de nieuwe Monster 821.

Er waren enkele spionagefoto’s die een lichtmetalen frame lieten zien, maar nu zijn er enkele ontwerpschetsen die het lichtmetalen frame duidelijk laten zien. Een Monster zonder trellisframe is een groot verschil. Daarmee zou de Monster ook meer in lijn komen met concurrenten als de KTM 790 Duke en Yamaha MT-09.

De voordelen van een lichtmetalen frame zijn tweeledig. Ten eerste ziet het er cool uit. Trellis-frames zijn een beetje gedateerd geworden. Die waren cool toen Ducati dertig jaar geleden de Monster introduceerde, maar het ontwerp is verouderd. Een gegoten frame lijkt gladder, agressiever en is goedkoper te maken. Ten tweede is het lichter en stijver, wat voordelen heeft voor de prestaties.

Ducati heeft geen officiële mededelingen gedaan over de nieuwe Monster. Maar de spionagefoto’s en de schetsen die je hier ziet, maken duidelijk dat de nieuwe Monster 821 een ander soort Monster zal zijn. En dat zou een heel goede zaak kunnen zijn.

Wij zoeken restaurants waar motorrijders graag lunchen

0

Dit jaar zijn veel motorrijders binnen de landsgrenzen gebleven en hebben Nederland herontdekt. Veelvuldig hebben die ergens aan de route gepauzeerd voor een lunch. Wij willen graag weten waar je dat hebt gedaan, zodat we voor het seizoen 2021 een hernieuwd online overzicht kunnen publiceren.

Mail je favoriete lunchplek

Kunnen we op je hulp rekenen? Mail behalve de naam van je restaurant ook het adres en de plaats waar het is gevestigd naar redactie@www.motor.nl o.v.v. motorresto.

Luuc Muis bouwt Moto Guzzi V85 TT om tot Vanguard-bike

0

De Moto Guzzi V85 TT heeft veel in huis. Het is een motor met veel karakter, een stevig rijwielgedeelte en een uitstraling die avontuur mixt met retro. Het is kortgezegd een motor die menig hart beroert. Je zult heel wat drempels moeten overwinnen om daar de flex in te zetten. En dat is precies wat Luuc Muis deed.

Vanguard Clotging heeft de laatste jaren aantrekkelijke customs laten bouwen op basis van een Moto Guzzi. Daarvoor doet het kledinglabel min of meer een beroep op bekende en onbekende custombouwers met de opdracht: ontwerp de volgende Vanguard-Guzzi. De mooiste ontwerpen kwamen uiteindelijk in de finale terecht waarin het publiek de mooiste mocht kiezen.

De creatie van Luuc Muis ging er met de prijs vandoor. En al snel had hij een verse V85 TT op de bank staan.  Als parttime bouwer – LM Creations – had Luuc al wat ervaring met het bouwen van unieke motoren. Maar de verbouw vergde zoveel tijd dat hij besloot baan helemaal maar op te zeggen en fulltime met de Moto Guzzi aan de slag te gaan. Met de dirttrack Vanguardbike als resultaat.

Betrapt: Ducati Multistrada V4

0

Het kan niet lang meer duren alvorens Ducati de Multistrada V4 onthult, maar hier zijn de tot nu toe duidelijkste foto’s van de langverwachte Ducati Multistrada V4. De foto’s werden ergens in de buurt van de fabriek van Ducati gemaakt.

De beelden zien er te professioneel uit om door te kunnen gaan als ‘toevallige spionage foto’s’. De shots suggereren ook dat de Multistrada V4 ook wordt aangescherpt richting ongebaande paden. 

Behalve het V4-blok krijgt de Multistrada ook een facelift. Vooral de herziene voorkant, een de tweezijdige achterbrug zullen opvallen. En wat te denken van het conventionele frame. De Ducati Multistrada V4 zal ook zijn vlaggenschipstatus waarmaken op het gebied van veiligheids- en rijdershulpmiddelen. Een blik op de voorkant lijkt te wijzen op een apparaat met een radarontvanger dat tijdig waarschuwt voor aanrijdingen, maar ook voor verkeer in de dodehoek. Als dat geval is, zou de Multistrada een van de eerste modellen zijn die is voorzien van een dergelijk systeem.

Triotest: BMW S1000XR, Kawasaki Ninja 1000SX en Yamaha Tracer 900GT

0

BMW S1000XR

Met een blok dat zijn oorsprong kent in de S1000RR zit het goed met de sportieve genen. Een comfortabel rijwielgedeelte bouwen beheerst BMW als geen ander. Werkt de Duitse mix van sport en toer?

Kawasaki Ninja 1000SX

Net als een Gallisch dorpje houdt de Ninja 1000SX kranig stand tegen een oprukkend leger van hoogpoters. Kawasaki pakte hem voor 2020 aan zodat hij als de laatste vertegenwoordiger van het traditionele sporttoersegment de strijd aan kan.

Yamaha Tracer 900GT

Less is soms more. Op papier is de Yamaha de minste (maar ook de goedkoopste) van dit trio, maar in de driecilinder Tracer schuilt een reuzendoder.

BMW S1000XR
Kawasaki Ninja 1000SX, Yamaha Tracer 900GT en BMW S1000XR

Het sporttoersegment verliest rap terrein aan hoogpoters. Terecht? We zetten een moderne sporttoerfiets tijdens een rondje IJsselmeer af tegenover en lichtere en een zwaardere concurrent op hoge poten.

Een rondje langs de voormalige Zuiderzee is al minstens tienmiljoen keer door tienmiljoen rijders gedaan, maar het blijft een uiterst aangenaam tijdverdrijf en tegelijk een prima testcircuit voor sporttoerders. Een rondje IJsselmeer schotelt je wegen in alle maten en soorten voor en het traject is lang genoeg om iets te kunnen zeggen over toerkwaliteiten van motoren. Sommige delen van het rondje zijn dan weer zo uitdagend dat je iets gefundeerds kunt zeggen over sportieve kwaliteiten. Onder werkelijk perfecte omstandigheden beginnen gastrijders Edwald, Peter en ondergetekende in Hoorn aan onze trip. Laat die kilometers maar komen.

BMW S1000XR

Ruw randje

Een uurtje eerder ontwaakte de BMW S1000XR met een druk op zijn knop uit zijn slaap voor de solo-etappe naar startplaats Hoorn. Een ochtendmens is de BMW niet, de injectie is er nog niet helemaal bij met zijn hoofd. Nukkig reageert het koude blok op de toch zo heldere instructies van de rechterpols. Zelfs het dashboard heeft een ochtendgezicht. Als het motorblok koud is, verschuift het rode gebied naar onderen. Met het stijgen van de olietemperatuur stijgt ook het maximum toerental dat de vier-in-lijn mag draaien. Het is een detail, maar wel een geinig detail.

BMW S1000XR

Iets wat je absoluut geen detail mag noemen is het blok. Allemachtig wat heeft BMW daarmee een krachtige troef in handen. Op papier is de S1000XR al duidelijk het sterkste en de praktijk bevestigt de droge cijfers op indrukwekkende wijze. Onderin beschikt het blok over goede manieren, maar laat het gas wagenwijd open staan en je weet niet wat je overkomt. Dit is sleuren, beuken en knallen in optima forma. Door het extreem goed gevulde middengebied kun je gerust een keer (of twee, of drie) vergeten te schakelen. De (optionele) quickshifter verhoogt de pret bij knalsessies, maar de prijs voor de beste quickshifter gaat naar Kawasaki. Die schakelt ongeacht het toerental met een klein helder tikje op en terug. De quickshifter op de BMW heeft meer toeren nodig om zich echt lekker te voelen. Hetzelfde geldt voor het exemplaar op de Yamaha dat bovendien alleen assisteert bij het opschakelen.

De krachtbron van de BMW is weliswaar een verslavend pk-pakhuis, maar het is er wel een met een ruw randje. Het blok produceert een bijbehorende hoeveelheid mechanische bijgeluiden en vibraties bij hoge toerentallen die het ruwe karakter accentueren. Vaak heeft het wel iets zo’n brute en luidruchtige krachtbron, maar een sporttoerfiets gedijt wat ons betreft bij een gepolijster blok.

Brooks-zadel

Door al het indrukwekkende rollen met zijn spierballen tekent de BMW met 1:16.1 het hoogste gemiddelde verbruik op tijdens dit Rondje IJsselmeer. De Kawasaki doet het met 1:16.9 niet veel beter terwijl de Yamaha zich met 1:18.9 van zijn beste kant laat zien.

Het gemiddelde verbruik uitrekenen is typisch iets voor de toerrijder. De sportieve rijder haalt daarvoor zijn schouders op. Zo lang het blok hem maar RR-achtige sensaties voorzet is het goed. Daarover hoef je niet te twijfelen bij de S1000XR.

Door de elektronische vering sluit het rijwielgedeelte mooi aan bij de scheurneus en bij de trage genieter. Al moet gezegd dat de S1000XR eigenlijk altijd gedijt bij een sportieve veerinstelling. Het maakt hem vanzelfsprekend een stuk strakker en speelser zonder dat het comfort er echt onder lijdt.

BMW S1000XR

Over comfort gesproken: het zadel is extreem voorgevormd en dat is even wennen. Het lijkt eerder op een combinatie van zo’n ouderwets leren Brooks-fietszadel en een motorzadel. Het gebruikte stevige schuim is van grote klasse, maar veel ruimte voor verzitten is er niet. Toch krijgt het hoogst opmerkelijke zadel alsnog een dikke voldoende. In die categorie horen ook de remmen. Hayes-remklauwen zijn goed voor flink wat vraagtekens, maar de werking staat boven iedere verdenking. Topspul met een imposante vertraging.

Wat is er nieuw?

Voor 2020 pakte BMW de S1000XR flink aan. Je ziet het er niet aan af, maar BMW had het druk met onder meer: de nokkenas en uitlaattraject herzien voor meer koppel, gewichtsbesparing, frame rond de taille smaller maken, geïntrigeerde zijkofferbevestiging, slimmere elektronica en het veersysteem.

Plus

Beresterk blok, remmen, comfortabele zitpositie (voor twee)

Min

Nukkig koud blok met (te) ruw randje, maakt (stevig) prijsverschil niet waar

Kawasaki Ninja 1000SX

‘Man, wat gaat het allemaal makkelijk op die Kawa. Met de BMW moet ik echt serieus harder werken om het bij te benen, maar op de Kawa gaat het als vanzelf.’ Het is duidelijk: gastrijder Edwald kan zijn bewondering voor de Ninja 1000SX bij een korte tussenstop onmogelijk voor zich houden.

We zijn nog met twee over. De fotografie zit erop en gastrijder Peter rijdt noordwaarts naar huis terwijl wij zuidwaarts langs de IJsselmeerdijk rijden. Iedereen die de weg tussen Hoorn en Durgerdam kent, weet wat voor een bochtenparadijs het is. Het is er rustig in corona-tijd en daardoor kan het gas erop. Hier gaat het meest sportieve tweetal van deze triotest voor de eer van ultieme scheurbak.

Kawasaki Ninja 1000SX

Hard terug slaan

Het is het stuurgemak en het vertrouwen dat de Kawasaki in riante hoeveelheden schenkt die het verschil maken op deze uitdagende dijkweg. De BMW maakt je het leven echt niet moeilijk – integendeel zelfs – maar op de Ninja gaat het stuurwerk allemaal net iets vanzelfsprekender. Neutraal, voorspelbaar en in balans duik je de ene na de andere bocht in. Met de nieuwe speelsere Bridgestones maakt het niet langer uit of het korte of ruime bochten betreft; de groene sporttoerder neemt ze allemaal even gretig als gemakkelijk.

Ook op hogere snelheden vervolgt de Ninja 1000SX strak zijn weg en dat wekt verbazing omdat de vering op comfort is ingesteld. Soepel filtert de motorfiets alle kuilen en bulten in het asfalt weg, maar tot op hoge snelheid lijdt de wegligging er niet onder. Gaat het nog harder dan mag alles wel wat strakker, maar Kawasaki heeft een mooi compromis gevonden voor een sporttoerfiets. De Yamaha en BMW zijn al even comfortabel afgeveerd. Op de S1000XR los je dat op met een druk op de knop van de elektronische vering, maar de Yamaha voelt al snel te soft.

Op een punt wijkt de Ninja 1000SX flink af van zijn tegenstrevers: de zithouding. De hoogpoters lijken op het eerste gezicht over meer ruimte te beschikken, maar de Kawasaki slaat hard terug. Werkelijk alles valt perfect in de plooi op de machine. Het bovenlichaam is iets meer voorovergebogen, je zit lekker actief dicht op het stuur en de benen hebben meer dan voldoende ruimte. Het is kortom een zitpositie die sport en toer op prima wijze combineert. Juist door het mild sportieve/actieve karakter van de zithouding lopen alle testrijders er tijdens dit rondje IJsselmeer mee weg.

Briljant bullig

Een authentieke sporttoerfiets heeft nog meer voordelen ten opzichte van een toeristisch ingestelde allroad. De rempartij bijvoorbeeld. De Kawa heeft de pech de S1000XR als tegenstrever te hebben, want ook de Duitser remt als vergif. De Yamaha heeft in dit gezelschap de gematigde remmen die kenmerkend zijn voor de meeste allroads. Dan de Ninja; die levert pure remkracht, maar tegelijk ook veel gevoel en doseerbaarheid.

En dan te bedenken dat de rempartij en de uitgekiende zitpositie niet eens de grootste troefkaarten van de Japanner zijn. Die is toch echt weggelegd voor de vier-in-lijn.

Is er iets wat dit blok niet kan? Het blaft net zo makkelijk in een zalige eindspurt naar het rood toe – zoals het een vier-in-lijn betaamt – als dat het met 2000 toeren soepel rondtokkelt. Briljant hoe bullig het blok aanvoelt, hoe alert het bij elk toerental reageert en hoe soepel het draait. Het is Kawasaki gelukt om deze ruwe bolster om te toveren in een blok met goede manieren. Het draait echt mooier, gepolijster en verfijnder rond dan de viercilinder uit Beieren. Vergeleken met de Yamaha beschikt het over meer pure kracht bij elk toerental. Typische viercilindervibraties zijn hem hoog in toeren niet vreemd, maar ze staan sporttoerplezier absoluut niet in de weg. Het blok met zijn twee (aangename) gezichten illustreert de Ninja 1000SX. Het is Kawasaki gelukt om sport en toer te lepelen in een homogene motorfiets.

Wat is er nieuw?

Kleine vernieuwingen pakken groot uit op de Ninja 1000SX die we in 2019 sowieso nog kenden als Z1000SX. Voor 2020 kreeg het model: cruise control, quickshifter, een 15 mm hoger zadel, TFT-dashboard, sportievere Bridgestone-banden, een enkele uitlaatdemper, vier rijmodi, bochten-ABS en ledverlichting rondom.

Plus

SPORTTOER met hoofdletters, uitgebalanceerd, heerlijk blok, comfort, allemansvriend, prijs, compleet

Min

al sla je me dood…

Yamaha Tracer 900GT

Een mens zou nog medelijden krijgen met een relatief kleine driecilinder die het op moet nemen tegen een pk-beul als de BMW en een uitgedokterde sportoerder als de Kawasaki. Als de Yamaha Tracer 900GT slim is, benadrukt hij in dit vergelijk vooral zijn sterke kanten. Met zijn triple beschikt hij over een uniek motorblok, het gewicht is het laagst en dat geldt ook voor de prijs.

Stevige lijnen

Na de eerste kilometers somt gastrijder Edwald echter niet de voordelen van de Yamaha op, maar feilloos de nadelen. De turbulente (toer)ruit krijgt een onvoldoende en hetzelfde geldt voor de vermogensafgifte. In dit potente gezelschap moet de Tracer 900GT toeren draaien om bij te blijven. Niet zo verwonderlijk omdat de driecilinder liefst 50 pk minder produceert dan de BMW en 27 minder dan de Kawasaki, maar het is wel een constatering.

Yamaha Tracer 900GT

Toch is het blok op zich weldegelijk goed voor complimenten. Allereerst is er die onvolprezen triplegrol uit de laagliggende uitlaatdemper. Gelukkig blijft het niet bij decibellen alleen, het blok maakt ook indruk door zijn souplesse en romige karakter. Laten we eerlijk zijn: 115 pk is ook weer geen kattenpis. In het dagelijkse verkeer heb je er meer dan genoeg aan en ook in het sportieve spectrum van het sporttoeren zit je niet verlegen om vermogen. De Tracer 900GT is een ferme knaap, maar heeft de pech in dit vergelijk twee bodybuilders tegen het stevige lijf aan te lopen.

Het is de Yamaha vergeven omdat hij kan pochen met een scherpe verkoopprijs van iets meer dan veertien duizend euro. Zet daar de S1000XR van 24 mille tegen af… Alleen blijft die vermaledijde goede en compleet uitgeruste Kawasaki van zo’n zestien mille qua prijs verdomd dicht in de buurt. Zowel de Yamaha als de Kawasaki bieden serieus waar voor hun geld. Door de recente opfrisbeurt voelt de Kawasaki alleen iets meer bij de tijd dan de Tracer 900GT, die ongewijzigd het jaar 2020 inreed.

Grenzen

Ongewijzigd staat overigens niet gelijk aan gedateerd. De gemiddelde sporttoerder heeft voldoende aan wat de Yamaha hem standaard biedt. De machine beschikt over elektronische vangnetten, quickshifter, zijkoffers in kleur, een fraai TFT-scherm (met verdraaid kleine lettertjes), achttien liter benzine (en het laagste verbruik van dit drietal), verstelbare vering, cruisecontrol en verwarmde handgrepen.

De verstelbare vering is niet van het niveau van BMW ESA, maar ook niet van de Kawasaki. Hoewel de voorvork en achterdemper van beide Japanners vooral op comfort zijn gesteld, gaat dat bij de Kawasaki minder ten koste van het stuurgedrag. Door de soepele voorvork van de Tracer 900GT haakt de machine het eerst af bij een stukje scheurwerk. De BMW en Kawasaki zetten strakker en minder deinend hun weg voort. Het gewichtsvoordeel dat de Yamaha weldegelijk heeft, zet hij niet om in een voordeel bij het enthousiaste stuurwerk. Van dit trio stuurt de Yamaha het minst strak, maar daar weten alle dempingdokters wel raad mee en daarvoor heb je wat geld overgehouden.

De Tracer 900GT is zoals geschreven een uiterst complete motorfiets, al moet een kamperende groottoerist zijn heil zoeken in extra bagagerollen. De koffers zijn smal (aangenaam smal in de file) maar dat beperkt ook hun inhoud. Voor het dagelijkse woon-werkverkeer voldoen ze echter prima.

Langs de IJsselmeerdijk geeft de Yamaha het eerst zijn grenzen aan, maar die grenzen liggen sowieso lekker ver weg en tot die tijd is de Tracer 900GT een heerlijke speelkameraad. Rijden gaat als vanzelf, de triple bulkt van de souplesse en de zitpositie is aangenaam. Als je de turbulentie van het ruitje wegdenkt althans.

Geen winnaar

Het lukt de Tracer 900GT niet helemaal om zijn sterkte punten volledig uit te buiten. Niet omdat hij die niet heeft – zie de lijst met pluspunten hieronder – maar omdat vooral de Kawasaki op alles een gepast antwoord heeft. Dat maakt de Tracer 900GT geen slechte motorfiets, maar ondanks zijn prima prijs-kwaliteitverhouding nog geen winnaar van deze sportoertest.

Plus

Zo’n triple blijft fijn, compleet uitgerust, prijs, gewicht

Min

Voorvork bij sportief gebruik, turbulente ruit

Conclusie

De ooit zo levendige sporttoerklasse tot 1000 cc is op sterven na dood. Waar motorfabrikanten bij de hoogpoters steeds frequenter met een toervariant komen, houdt Kawasaki in zijn eentje de eer van het sporttoersegment hoog. Dat doet het met verve. Sterker nog; door alle vernieuwingen aan het 2020-model gaat de Ninja 1000SX met de winst aan de haal in dit vergelijk.

Is het een krom vergelijk om een authentieke – noem het desnoods old-skool – sporttoerfiets af te zetten tegenover twee ‘allroads’ met een sporttoer-insteek? Wat mij betreft niet. Dit zijn drie motoren die net zo makkelijk een sport- als toerstukje opvoeren. Motoren die net zo’n feest maken van de reis als van de (kofferloze) pretrit op de vakantiebestemming. Of die bij de dagelijkse woon-werkrit net zo goed presteren op de saaie snelweg als op de uitdagende route binnendoor. Het is prima voor te stellen dat je voor dat soort werk twijfelt tussen dit trio. Zelfs met een krap budget koop je een topfiets. De Tracer 900GT doet (bijna) alles goed, maar is in dit gezelschap letterlijk een maatje te klein. Toch kom je – alleen rijdend – niets te kort en is de Yamaha pure waar voor zijn geld.

Bij de BMW knelt daar de schoen. In deze uitvoering kost de S1000XR meer dan 24 mille. Dat zijn er tien meer dan de Yamaha en acht meer dan de Kawasaki. Dat verschil kan hij niet waarmaken. Ja, je hebt absoluut de meeste pk’s en elektronische luxe, maar dat levert nog niet automatisch de beste sporttoerfiets op.

Die eer gaat toch echt naar de enige echte sporttoerder van dit gezelschap: de Kawasaki Ninja 1000SX. Het ding heeft gevoelsmatig alleen voordelen en geen nadelen. Hij is volledig uitgebalanceerd en toch niet saai. Sport en toer gaan net zo harmonieus hand in hand als de winnaars van de Elfstedentocht van 1956. Alle drie testcoureurs van het Rondje IJsselmeer – en we zijn allemaal verschillend – kozen unaniem en net zo hand in hand voor de Kawasaki.

Sporttoer tot 1000 cc is dus nog zeker niet dood. De Ninja houdt kranig stand tegenover de hoogpoters die hem van bovenaf (BMW) en onderaf (Yamaha) aanvallen. Leve sporttoer!

De sport top-3 van week 37

0
Foto: KTM

Alleen afgelopen donderdag was er geen motorsport (tenzij je de persconferentie van de MotoGP wil meetellen) en dus zijn er verhalen genoeg. Of te veel en daarom selecteert onze sportcoördinator Marien Cahuzak zijn eigen top-3 zodat jij een beetje overzicht krijgt.

1. Valentino Rossi

Bijna… Bijna stond Valentino Rossi op het podium en dat had wat geweest op Misano, een circuit waar hij vanuit Tavullia letterlijk op de fiets naar toe zou kunnen gaan. Joan Mir werd door velen als de ‘schuldige’ gezien. Het was immers de Spanjaard die Rossi aan het einde op indrukwekkende manier voorbij wist te komen.

Of was het toch zijn eigen schuld? Rossi vond, met zijn typische humor, van wel: ‘De VR46 Academy was misschien toch niet zo’n goed idee…’ Daarmee doelend op het feit dat racewinnaar Franco Morbidelli en de nummer twee, Francesco Bagnaia, beide uit zijn eigen opleiding komen.

Veel belangrijker dan het net mislopen van zijn 200e MotoGP-podium, is dat Rossi weer echt meedeed en dat was na een aantal lastige GP’s heel hard nodig. Want voor je het weet, krijgt Rossi het gevoel dat hij niet meer kans maakt op een zege of zelfs podium, stopt hij en zien we ‘m nooit meer op Assen als MotoGP-coureur.

Hij heeft nog altijd niet getekend voor 2021 bij het Petronas Yamaha SRT-team… Het is gelukkig voor 99 procent zeker dat hij dit gaat doen en ik hoop van harte dat gisteren onderweg naar net geen podium die ene procent er ergens bij gekomen is.

2. Bo Bendsneyder

Als ik heel eerlijk ben, krijg ik er zelfs een beetje buikpijn van als ik denk aan RW Racing en Bo Bendsneyder op dit moment. Het gaat werkelijk voor geen ene meter. De ontwikkelingstop in de Moto2, de nieuwe Dunlop-banden, een helemaal niet fitte teamgenoot van Bo. Nee, het zit nergens mee.

Maar hoe ga je hier uitkomen? Het lijkt er steeds meer op dat daar een wonder voor nodig is. Dat het intern niet lekker loopt, mag geen verrassing heten maar dat Bo in zowel het persbericht van zaterdag als zondag geen commentaar wilde leveren op zijn rijden, is wel heel bijzonder. En laat aan mij zien dat het echt helemaal niet goed gaat.

Op vrijdag wilde Bo trouwens nog wel wat zeggen: ‘Het was een moeilijke dag. Het gevoel met de voorkant van de motor blijft slecht en we hebben helaas nog niks kunnen vinden om daarin een stap te maken. Hopelijk is het morgen beter.’ Word je inderdaad ook niet echt gelukkig van…

Hoe vaak zou hij afgelopen weekeinde gedacht hebben aan wat precies vijf jaar geleden gebeurde op Misano? Ik denk heel vaak. Toen werd hij er namelijk Red Bull MotoGP Rookies Cup-kampioen. Met acht overwinningen!

3. Jeffrey Herlings

Het verhaal van afgelopen week is natuurlijk de blessure van Jeffrey Herlings. Je kunt daar van alles van vinden, maar ik sluit mij aan bij onderstaand Facebook-bericht van Jeffrey zelf. Hij kan nog lopen en dat is alles wat telt! O ja, en nog gefeliciteerd met je verjaardag.

https://www.facebook.com/Jeffrey.Herlings.84/posts/3284553168247385

Zondagmorgenfilm: waanzinnige hill-climb

0

Je moet het maar durven… Dit geldt natuurlijk voor alle motorsport, maar in het bijzonder voor hill-climb. Omhoog is al een dingetje, maar de motorfiets daarna niet op je zien te krijgen is van een heel ander niveau. Iedereen die naar boven durft, is wat ons betreft dan ook echt een held!

Terugblik: Misano andersom, het had echt gekund…

0

Door corona hebben we in de motorsport ineens te maken met achtereenvolgende races op hetzelfde circuit. Iets dat nog maar een paar maanden geleden volstrekt ondenkbaar was… Het WorldSBK reed onlangs bijvoorbeeld twee keer op MotorLand Aragón en in de MXGP staan zelfs een aantal drieluiken op een – soms in details veranderde – baan gepland. Het meest opvallende aan deze wedstrijd is dat het telkens anders zijn. Soms zelfs met compleet verschillende podiums!

Ook de MotoGP doet mee aan deze rage, met twee keer Misano, een circuit waar tot en met 2006 nog tegen de klok in werd geracet. Hoe briljant was het geweest als ze één van de twee MotoGP’s ouderwets de andere kant op hadden laten gaan. We snappen natuurlijk heel goed dat je dit niet zomaar geregeld hebt, maar dat het kan laat deze prachtige startfoto zien van de allereerste Grand Prix op het circuit van Misano. Verreden op 11 mei 1980 onder de naam ‘GP Nations’, want pas in 1991 werd voor het eerst de aanduiding ‘De GP van Italië’ gebruikt. We zien hier op pole Marco Lucchinelli, Suzuki (10) en verder Kenny Roberts, Yamaha (1), Randy Mamola, Suzuki (15), Johnny Cecotto, Yamaha (4), Graziano Rossi, Suzuki (8), Franco Uncini, Suzuki (5), Wil Hartog, Suzuki (3), Kork Ballington, Kawasaki (11) en Barry Sheene, Yamaha (7). Uiteindelijk won Roberts, voor Uncini en Rossi.

Foto-info

FotograafHenk Keulemans
PublicatieMOTO73
Jaar1980
Editie10
Pagina10/11
Onderwerp500cc Grand Prix Misano

Wetenswaardigheid

Grote afwezige bij deze start was Jack Middelburg (Yamaha). Dat kwam omdat zijn middagdutje te lang had geduurd en hij daardoor te laat bij het hek voor de start kwam. En dat hek wilden de officials niet meer open doen… Het verhaal gaat dat vader Middelburg, Willem, zijn zoon expres niet heeft gewekt, omdat het de zoveelste keer was dat hij niet wilde luisteren!