Een route van 230 km die begint bij een goed verstopte, maar gezellige strandtent aan de Haringvliet: de Shamrock Inn bij Hellevoetsluis. Een route die je het mooist kunt rijden bij schemer en duisternis. Zo rond een uur of vijf rijd je de ondergaande zon tegemoet, misschien dat je ‘m veertig kilometer nog net in de zee zien zakken.
Nieuw Nederland
Je bevindt je op het allernieuwste stukje Nederland, op de kustweg van de Tweede Maasvlakte. Het nieuwe stuk Nederland heeft een oppervlakte van 2000 hectare en er was 240 miljoen kuub zand voor nodig om het uit de zee te laten rijzen. Direct aan de kustweg liggen nieuwe duinen met daarachter een prachtig maagdelijk strand. Uniek natuurlijk om hier even af te stoppen en naar de donkere zee te kijken.
Puur mysterie
Nu we toch in de buurt zijn, is ook de Landtong van Rozenburg in de route opgenomen. De doodlopende Noordzeeweg van 10 km lang, middenin de Waterweg, heeft een magistraal einde: de weg beklimt een hoge heuvel. Overdag is het al een curieuze uithoek, maar in het donker is dit puur mysterie. Eindeloos ver kun je hier het licht zien van Noordzeeschepen, containerterminals, het Westland, de petrochemische installaties en Hoek van Holland.
Rock ‘n roll
Echt donker wordt het in de Hoekse Waard. Niet lang, want je stevent af op de volgende zee van licht: Moerdijk. Overdag zou je het misschien overslaan, maar ’s avonds is het rock ’n roll. De meest landinwaarts gelegen zeehaven van Nederland wordt namelijk omgeven door 2500 ha zware- en chemische industrie. En dat geeft ’s nachts een portie licht! Nog even duik je diep in het duister om te eindigen met een grandioze lichtshow genaamd Rotterdam by Night. Je rijdt langs de S.S. Rotterdam, de Erasmusbrug om te eindigen bij de Euromast.
Start: Shamrock Inn, Duinweg 11a, Hellevoetsluis Lengte: 257 km
Ruim tien jaar lang reed ik enkele keren per week richting de Randstad voor mijn werk bij MOTOR Magazine en MOTO73. Een enorm aantal uren verbleef ik op de A2-snelweg en filerijden was een tweede natuur voor me geworden. Collega’s bleven telkens vragen wanneer ik me nu eens ging vestigen in de buurt van onze hoofdstad, maar dat moment kwam nooit. De reden, mijn wereld in de Brabantse Kempen.
In de rubriek Langs het tuinpad onthullen MotorNL-medewerkers op welke wegen zij hun passie voor motoren zagen groeien. In deze aflevering neemt Jarno van Osch je mee naar de Brabantse Kempen.
‘Ik begrijp wel dat je uiteindelijk nooit verhuisd bent. Het is prachtig hier.’ De woorden komen uit de mond van collega Ad van de Wiel, die een zuidwaartse trektocht onderneemt voor een fotoshoot met de Kawasaki Z1000SX. Ad lijkt zich gelijk op zijn gemak in de Brabantse Kempen, gezien het tempo waarmee-ie over het asfalt suist. Enkele maanden later is het de beurt aan Eddie de Vries om mijn regio te ontdekken. Ook hij begrijpt me gelukkig. En om eerlijk te zijn, ik ben ook nooit tot twijfels gebracht om de Kempen te verlaten voor de Randstad. Als je in deze prachtige regio opgroeit, wil je dat niet verruilen voor de drukte van het westen van Nederland.
Het is dan ook heerlijk om een ‘tuinpad-route’ uit te zetten in mijn Brabantse Kempen. Veel van de plaatsen waar je tijdens deze rit doorheen stuurt, zijn door mij ontdekt terwijl ik achterop de BMW van mijn vader zat. Hij maakte me wegwijs in deze regio. En al die locaties heb ik nu aan elkaar weten te rijgen.
Even tot adem komen en genieten van de omgeving.
Willy Neutkens
De route heeft een duidelijk start- en eindpunt gekregen, namelijk MotoPort Veldhoven. De motorzaak bevindt zich in mijn huidige woonplaats en het is dus een logische plek voor mij om de toertocht daar te laten starten en eindigen. Na een bakkie koffie is een snel vertrek vereist, want uiteindelijk staat er een route van zo’n 180 kilometer te wachten. De enorme panden van ASML (zo’n beetje half Veldhoven werkt daar) zijn snel verdwenen als je via de natuurgebieden ‘t Witven en Vlasroot naar Riethoven rijdt. Het is al gelijk lekker slingeren en de weg leidt je uiteindelijk naar het volgende dorp, Westerhoven. Een plaats die voor mij nog altijd in het teken staat van Willy Neutkens. Aan de Dorpstraat (waar nu ‘Bij de Neut’ te vinden is) runde hij een motorzaak en hield er tevens een indrukwekkende verzameling op na. Meer dan honderd BMW-motoren had hij staan, waaronder enkele zeldzame exemplaren waar zelfs het BMW-museum jaloers op was. In 2008 overleed hij op 82-jarige leeftijd en niet veel later werden al zijn motoren geveild. Eigenlijk eeuwig zonde dat zijn collectie niet bij elkaar is gebleven.
Vanuit Westerhoven rijden we door naar het volgende herkenningspunt, het Eurocircuit Valkenswaard. Een iconisch motorcrosscircuit waar de laatste jaren met regelmaat een feestje te vieren was door de zegetochten van Jeffrey Herlings. Hoewel ik meer een wegrace-fanaat ben, kan motorcross me ook zeer zeker bekoren. Overigens is het best vreemd dat asfalt het uiteindelijk van het zand won, want heel mijn jeugd heb ik op slechts enkele kilometers van het circuit gewoond. Als klein jochie was ik ook regelmatig op het circuit te vinden. Waar onze vaders aandachtig naar de wedstrijden keken, waren mijn buurjongetjes en ik druk bezig om eigen circuits aan te leggen voor onze speelgoedmotoren. Inmiddels is het een stuk rustiger geworden op het Eurocircuit, te danken aan de huidige regelgevingen. Het is zeer de vraag hoe vaak er nog een Grand Prix te aanschouwen valt op de Victoriedijk. Ik houd mijn hart vast, want er wordt al veel te lang gesteggeld om het Eurocircuit. Vaak is dat een veeg teken dat er noodweer op komst is.
Historische plek als het gaat om motorcross, maar donkere wolken blijven zich verzamelen rondom het Eurocircuit.In deze contreien vind je veel oude boerderijen die volledig opgeknapt zijn tot woning.
Speciale plek
We duiken nog wat zuidelijker in deze bosachtige streek en belanden zodoende in Borkel en Schaft. Vanuit hier is het slechts enkele minuten rijden om bij de Achelse kluis te komen. Deze abdij is zeer geliefd onder toeristen en dat is gezien de ligging ook niet vreemd. Je bent namelijk slechts enkele stappen verwijderd van de Groote Heide. Een prachtig natuurgebied, maar enkel geschikt om doorheen te fietsen of wandelen. Wij rijden dus verder en bevinden ons kortstondig op Belgisch grondgebied als er een short-cut wordt uitgevoerd richting Budel. De Zinkfabriek is de volgende locatie en is een stukje indrukwekkende industrie. ZKM, oftewel Kempensche Zinkmaatschappij, zorgde zelfs voor het ontstaan van Budel-Dorpplein. Er is nog altijd veel activiteit rondom de Zinkfabriek, dat tegenwoordig het eigendom is van Nyrstar, de grootste marktspeler op het gebied van zink en lood.
Via een lus schieten we weer omhoog en passeren op die manier de dorpen Maarheeze en Sterksel. Onder de rook van Eindhoven landen we in Heeze, een gezellig dorp dat ook nog eens in het bezit is van een kasteel. Sinds 1760 is de familie Van Tuyll van Serooskerken de eigenaar van dit fraaie rijksmonument dat momenteel wordt bewoond door Sammy Van Tuyll van Serooskerken.
Eén van de leukste en gezelligste plekjes in de Brabantse Kempen, de markt van Eersel.Om je nog maar eens te herinneren dat België echt dichtbij is.
Na het kasteelbezoek is het tijd om de zijkanten van de bandjes op te zoeken, want het nodige bochtenwerk wacht ons op. Daarna schieten we onder de A2 door en rijden we dwars door het Leenderbos. De officiële straatnaam van de N396 geeft al gelijk aan naar welk dorp we rijden. Maar via de Valkenswaardseweg rijden we niet in één lijn richting het centrum, maar buigen af naar industrieterrein Schaapsloop. De reden; er liggen hier een paar lekkere bochtjes.
Het centrum van Valkenswaard kan een mooi moment zijn voor een koffiestop (zie kader ‘Lekkers in Brabant’), maar ditmaal blijft de gaskraan geopend. Na slechts enkele minuten bevind je je in Dommelen, toch wel een speciale plek voor mij. Het is mijn geboorteplaats en er ligt ruwweg zo’n 25 jaar aan persoonlijke geschiedenis. Het was overigens altijd heel gemakkelijk uitleggen waar ik woonde, want ik hoefde enkel Dommelsch Bier te noemen. Een ‘ahah’ volgde meestal, maar vlug voegde ik dan altijd de stad Eindhoven toe, zodat ze ook daadwerkelijk de juiste richting te pakken hadden. Uiteraard is de brouwerij opgenomen in deze route, maar tijd om een foto te nemen is er niet. We moeten door!
Lekkers in Brabant
1. Halverwege de route ligt Valkenswaard. Het centrum ken ik maar al te goed, want in mijn jongere jaren was ik hier met regelmaat te vinden. Vrienden, biertjes en goede muziek, meer had en heb ik niet nodig. Sinds enkele jaren zit er ook een leuk koffietentje, Miss Coffee. Dikke aanrader voor een tussenstop.
Adres: Markt 31, Valkenswaard
2. Wil je iets luxer lunchen of dineren? Dat kan uiteraard ook in de Brabantse Kempen. Een mooi etablissement is Restaurant Vandeijck in Riethoven. In een monumentale boerderij geniet je van prachtige gerechten. Online vind je ze op www.restaurantvandeijck.nl.
Adres: Dorpsplein 4, Riethoven
3. Naast restaurant De gouden leeuw in Vessem raad ik ook The Brand aan. Perfecte plek om de fijne motordag af te sluiten met een lekker hapje eten. Het restaurant heeft een uitgebreide kaart, zodat iedereen met een blij gezicht het pand verlaat. Gastheer Vincent van Thiel is trouwens ook een motorliefhebber. Grote kans dus dat je even door hem wordt aangesproken als hij de motoren ziet staan.
Adres: Dorpstraat 27, Veldhoven
Heuveltje klimmen
De weg vervolgt zich naar Riethoven, het kruispunt van deze route. Het is nu tijd om de westelijke zijde van de Kempen op te zoeken, te beginnen met Eersel. Het dorp kent een heel gezellige markt en voldoende terrasjes. Dus is dit ook gelijk een perfect moment om de motor even tot rust te laten komen. Na een goede lunch ontdekken we enkele andere dorpen die samen de Acht Zaligheden (Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre) vormen. Kronkelige stuurwegen brengen je opnieuw naar de Belgische grens, maar ditmaal steken we die niet over. Dat zou ook zonde zijn, want niemand wil de Prins Hendriklaan missen. Deze weg leidt je door landgoed De Utrecht en wekt automatisch het betere vakantiegevoel op.
Ook na dit prachtige landgoed is het nog altijd lekker sturen geblazen. Ondertussen passeren we Esbeek en Baarschot, waarna we vlak voor Westelbeers naar links sturen. Op die manier komen we via de Paardseheide in Middelbeers terecht. Je begrijpt het natuurlijk al, er bestaat eveneens een Oostelbeers. Via dit kleine dorp maken we een flinke omzwerving, zodat we onze volgende locatie vanuit het noorden kunnen benaderen. Vlakbij Eindhoven Airport ligt namelijk De Lansard, een locatie waar elke motorijder wel even een pauze wil houden.
In het weekend is er altijd wel wat te bekijken op de Lansard. Karten, minibikes, crossmotoren, jetski’s… Dat alles is te vinden op deze locatie.
Actie is op De Lansard het sleutelwoord. Op het terrein vind je namelijk een kart- en crossbaan. De nieuwe Jeffrey Herlings of Max Verstappen zou je hier zomaar kunnen spotten. Enigszins verscholen ligt er aan de achterzijde nog een plas water. Klim dus even op het heuveltje bij de motorcrossbaan en wellicht zie je nog enkele jetski’s voorbij scheuren.
Na het kortstondige bezoek aan de Lansard staat er nog een prima eindspurt op het programma. Vanuit het recreatieterrein trekken we namelijk door naar Wintelre en komen opnieuw door een bosrijk gebied. Als je de juiste weg ingeslagen bent, tref je aan de linkerzijde het Grootmeer en Kleinmeer aan. Niet veel later kom je uit in Vessem, waar restaurant De Gouden Leeuw zich bevindt. Een leuke plek waar je prima kunt eten en een lekker lokaal biertje kunt proeven. Op deze locatie wordt namelijk Beerze gebrouwen, dat een behoorlijk rijke geschiedenis kent. Zeker een aanrader. Voor de motorrijders die geen dinerwensen hebben, gaat de route verder naar Zandoerle. Hier bevindt zich het laatste toetje van mijn tuinpad. Op slechts honderden meters van mijn eigen woning liggen nog enkele mooie stukken asfalt met fraaie bochten en deze dienen dan ook als waardige afsluiters van een 178 kilometer lange toertocht door de Brabantse Kempen. Hopelijk heb je genoten, liefst met een hoofdletter G. Die natuurlijk lekker zacht klinkt, zoals het hoort.
Kasteel Heeze is een prima stop om de benen even te strekken.
Perfect uitstapje
Het ligt iets van de route af, maar dit ommetje is meer dan de moeite waard. In Best, onder de rook van Eindhoven, ligt namelijk het Norton Museum van Albert van der Heijden. De liefde voor het Britse merk is in de jaren 70 ontstaan, in de tijd dat Albert deelnam aan trialwedstrijden. Uiteindelijk leidde dat vlak in 2002 tot de opening van zijn eigen museum. Natuurlijk staat het merk Norton centraal en Albert heeft enkele fraaie exemplaren staan. De collectie bestaat uit zo’n veertig motoren, waarbij de 16H Plattanker uit 1926 het oudste lid van de familie is. Verder staan er ook een Manx 350 waarmee de TT van Assen in 1959 werd gewonnen door Bob Brown. Ook de Rotary Classic uit 1988 ontbreekt niet.
Als je dit tuinpad gaat rijden, is het zeker de moeite waard om enkele uren vrij te houden voor een bezoek aan het Norton Museum van Albert van der Heijden. Het museum is elke eerste zaterdag van de maand te bezoeken tussen 10.00 en 16.00 uur. Entree kost vijf euro, inclusief een lekker bakkie koffie of thee. Op afspraak is eveneens een bezoek in te plannen. Voor meer informatie check je www.nortonmuseum-best.nl.
De route
Natuurlijk hebben we de route ook digitaal gemaakt, zodat je met je navigatiesysteem precies die bochten kunt rijden die wij zelf zo graag insturen. Het .gpx-bestand is hier te downloaden:
De indrukwekkende Zinkfabriek werd eind negentiende eeuw gesticht en leidde tot de aanleg van Budel-Dorpplein.Eén van de bekende locaties die vlak over de grens ligt. De Achelse kluis ligt ten zuiden van Valkenswaard en is zeer in trek bij de Nederlanders. Hetzelfde geldt voor de Abdij van Postel, dat dan weer in de buurt van Reusel ligt.Het betere vakantiegevoel ontvang je als de route je door landgoed De Utrecht laat sturen.De sigarenindustrie was zeer levendig in de Kempen, maar dat is de laatste jaren een stuk minder geworden. Ook Royal Agio Cigars is inmiddels overgenomen door een grootmacht.Even nagenieten van een fijne toertocht met een Beerze biertje. Eentje mag, zolang je maar zorgt dat je weer nuchter op de motor stapt.
Royal Enfield assembleert voor het eerst in z’n bestaan motorfietsen buiten India. De nieuwe fabriek staat straks in Campana, ten noorden van Buenos Aires. Het duurt naar verwachting nog zes maanden voor zes verschillende modellen van de band rijden.
De Argentijnse president Alberto Fernández opende in de stad Campana de eerste Royal Enfield-fabriek buiten India. Tot nu toe werden alle Royal Enfields geproduceerd in Chennai. Door de overeenkomst met de Argentijnse groep SIMPA (Royal Enfield-distributeur sinds 2018) worden straks zes modellen (o.a. de Himalayan, Interceptor 650 en de Continental GT 650) in Argentinië geproduceerd.
Belangrijke markten
Het project houdt rekening met een uitbreiding van de productie van andere modellen. De totale investering bedraagt 700 miljoen peso, zo’n 8 miljoen euro. De komende 18 maanden zullen ongeveer 100 banen worden gecreëerd. Het belang van de Latijns-Amerikaanse markten wordt steeds duidelijker. Argentinië is samen met Brazilië en Colombia een van de belangrijkste.
Harley-Davidson brengt The Enthusiast opnieuw uit, zowel in papieren uitvoering als digitaal. Het magazine is bedoeld om zowel de motorcultuur als de motorbike-lifestyle te belichten door de lens van Harley-Davidson. The Enthusiast is van 1916 tot 2008 uitgegeven door Harley-Davidson en zal nu het HOG® Magazine vervangen als de officiële publicatie van Harley-Davidson Motor Company. Het blad zal een nog groter bereik krijgen, onder andere via nieuwe distributiekanalen.
‘Dit is de terugkeer van een geweldige traditie,’ zegt Jochen Zeitz, President & CEO van Harley-Davidson. ‘Wij geloven dat vandaag de dag de titel The Enthusiast relevanter is dan ooit. In een jaar waarin zoveel mensen noodgedwongen binnen hebben moeten blijven, geloven wij heilig in het inspireren van rijders en potentiële rijders om erop uit te trekken en op avontuur te gaan. Juist omdat motorrijden en social distancing prima samen gaan.’
De eerste editie van The Enthusiast verschijnt deze week in de VS, met een coververhaal over Ewan McGregor en Charley Boorman, de sterren van de nieuwe Apple Original serie Long Way Up. De serie gaat op vrijdag 18 september in première op Apple TV+. In de serie volgen we de epische motortrip van McGregor en Boorman; een 21.000 km lang avontuur op twee elektrische Harley-Davidson LiveWire motoren door Zuid-Amerika, Midden-Amerika en Mexico.
Met vier jaarlijkse uitgaven en een oplage van meer dan 500.000 in de VS en 150.000 internationaal is The Enthusiast het motorblad met het grootste bereik wereldwijd. Voor het eerst door Harley-Davidson uitgegeven in 1916, behoorde The Enthusiast tot de eerste gedrukte motorbladen ter wereld. In de VS ging alleen het Duitse Motorrad (1903), het Italiaanse Motociclismo (1914) en Motorcyclist (1909) het blad voor.
Van 1984 tot 2008 bracht Harley-Davidson twee aparte publicaties uit voor eigenaren en rijders, The Enthusiast en HOG Tales magazine. In 2009 werden die samengevoegd onder de naam HOG Magazine. Met de beweging van Motorcyclist naar een digitale uitgave in 2018, is The Enthusiast (de HOG Magazine jaren meegeteld) het langst lopende motorblad in de VS.
Alle Full en Life Harley Owners Group leden behouden een gratis abonnement op The Enthusiast als onderdeel van hun lidmaatschap. Gratis app versies van het magazine zijn beschikbaar voor iOS en Android telefoons en tablets. Harley-Davidson onderzoekt ook nieuwe manieren om de gedrukte uitgave in de VS te distribueren, bijvoorbeeld het verkopen van losse nummers via de H-D® eCommerce site en geselecteerde winkelbedrijven, waaronder Harley-Davidson-dealers en boutique motorzaken.
Ga voor meer info en de geschiedenis van The Enthusiast naar h-d.com/enthusiast.
De release van de Bimota Tesi H2 komt steeds dichterbij. Dus is het geen wonder dat er beeld wordt gelekt dat de supercharged sportmotor in zijn uiteindelijke productievorm laat zien.
Er is niet veel veranderd sinds we de Bimota Tesi H2 voor het eerst zagen op de EICMA in 2019. De basislijnen zoals die in een Italiaanse boutique zijn uitgedacht, zijn in de hele machine gebleven.
De Bimota is gebouwd rond de Kawasaki Ninja H2-blok, met de toevoeging van een beeldbepalend Bimota-ding: de unieke naafbesturing voor. Eindelijk wil Bimota ook praten over de prestaties van de supercharged viercilinder. Wat denk je van 228 pk (170 kW)? En als de Ram Air in werking treedt loopt hrt vermoghen op naar 238 pk (178 kW). Op zich zijn deze cijfers geen verrassing, want het zijn dezelfde vermogenscijfers die ook voor de Kawasaki Ninja H2 worden opgefeven.
Kawasaki-spullen
De Bimota Tesi H2 een interessant om te zien hoe de samenwerking met eigenar Kawasaki uitpakt. In elk geval is alles wat nodig is om de motor te homologeren voor gebruik op straat (bijv. richtingaanwijzers, emissies, enz.) direct door Kawasaki leverbaar. Bimota kan zich volledig concentreren op gedurfde designs. Zo werd Bimota de Tesi H2 ook heel snel op de markt gebracht. En dat is cruciaal voor de heropleving van het merk.
De Tesi H2 wordt in oktober 2020 bij de dealers verwacht. Maar als je er een mee naar huis wilt nemen, heb je €64.000 nodig om hem de deur uit te krijgen.
In het weekend van 11-13 september en 18-20 september, ter gelegenheid van de Gran Prix van San Marino en de Rimini Riviera en de Gran Prix van Emilia-Romagna en de Rimini Riviera van het MotoGP-kampioenschap 2020, zal de Ducati Team Desmosedici GP van Andrea Dovizioso en Danilo Petrucci deelnemen op het circuit van Misano Adriatico met het Motor Valley Association logo op hun kuipen. De speciale kleurstelling wordt op 11 september onthuld aan het publiek, tijdens de eerste vrije training op vrijdag.
Motor Valley is een partnerschap dat alle twee- en vierwielige merken van de Emilia-Romagna ‘Land of Motors’ samenbrengt, evenals privécollecties, internationale circuits (waaronder het Misano World Circuit ‘Marco Simoncelli’) en gespecialiseerde opleidingscentra. De association werd opgericht en werkt in synergie met de regio Emilia-Romagna om de promotie en de waardering van dit enorme erfgoed vanuit het oogpunt van het toerisme te bevorderen.
Met de aanwezigheid van het logo op de kuipen van de twee motoren van het fabrieksteam gedurende het hele weekend van de San Marino en de Rimini Riviera GP en de eerste historische editie van de Emilia-Romagna en de Rimini Riviera GP, versterkt Ducati zijn samenwerking en ondersteuning voor de activiteiten die door Motor Valley worden uitgevoerd, wat al in 2019 is bevestigd door de benoeming van Ducati CEO, Claudio Domenicali, tot voorzitter van de Association.
‘De Via Emilia doorkruist een uniek land, rijk aan geschiedenis, waar emoties thuishoren en met de hand kunnen worden aangeraakt dankzij bedrijven die Italiaanse uitmuntendheid in de wereld vertegenwoordigen en in staat zijn om dromen te verwezenlijken door middel van hun unieke producten. Motor Valley werd opgericht onder het teken van gedeelde waarden zoals competentie, technologische innovatie, liefde voor schoonheid, passie en een sterke band met het gebied. Het is een belangrijke drijvende kracht voor het toerisme in de verbetering en promotie van onze regio’, zei Claudio Domenicali, Ducati CEO en voorzitter van de Motor Valley Association . ‘Dankzij de beschikbaarheid van onze partners hebben we besloten om de kuipen uit te rusten met het logo van de Motor Valley om de aandacht opnieuw te vestigen op de Association, op het systeem van uitmuntendheid dat het vertegenwoordigt en op al haar protagonisten. Des te meer in dit specifieke jaar waarin de Regio haar concrete steun aan de automotive wereld wilde betuigen door een tweede MotoGP-evenement op te zetten in Misano, met de Grand Prix van Emilia-Romagna en de Rimini Riviera, en door de Formule 1 na 14 jaar terug te laten keren naar Imola’.
Tijdens de twee raceweekends zal het logo van de Motor Valley het logo van de regio Emilia-Romagna flankeren op de banner dat op de vluchtroute in de ‘Curva del Carro’ staat en voor de Gran Prix van Emilia-Romagna en de Rimini Riviera zal het ook op de heuvel achter de ‘Curva della Quercia’ staan.
‘Het is echt een sensatie om het logo van het Motor Valley te zien op de Ducati kuipen, een historisch merk dat de ambassadeur van Emilia-Romagna is over de hele wereld’, verklaarde de voorzitter van de Emilia-Romagna regio Stefano Bonaccini. ‘In de afgelopen jaren hebben we hard gewerkt om dit project tot leven te brengen, in de overtuiging dat we een uniek erfgoed aan vaardigheden, traditie en passie in dit gebied hebben. Ik dank Ducati voor de voortdurende winstgevende samenwerking, die we delen met alle merken die deel uitmaken van de Motor Valley. Een intuïtie is nu een zekerheid, een kenmerkende eigenschap van onze regio: een rijkdom, uniek in de wereld, waarin we zullen blijven investeren omdat ik geloof dat er nog veel potentieel is om tot uitdrukking te brengen. Laten we dus genieten van de dubbele afspraak in Misano en de terugkeer van de Formule 1 naar Imola als vertrekpunt, in een jaar waarin de pandemie ons op de knieën had kunnen dwingen. De Sky TV-uitzending is ook een erkenning van onze inzet, een belangrijke uiting die het mogelijk zal maken om een nog breder publiek te bereiken’.
Met hetzelfde doel om het regionale grondgebied en de uitblinkers die het onderscheiden, dankzij de bijdrage van APT Servizi Emilia-Romagna en de synergie tussen de protagonisten van de ontwikkeling van de Motor Valley, te versterken, wordt een nieuwe editie van ‘On the Road Again’ weer uitgezonden. Het televisieformat is verdeeld in acht afleveringen, bedoeld om de herstart en de langverwachte terugkeer naar Italië van de belangrijkste internationale kampioenschappen te vieren. Het programma wordt vanaf 10 september exclusief uitgezonden op Sky Italy MotoGP-kanaal (208). De journalist Guido Meda en de tv-presentator Nicolò De Devitiis rijden op Ducati en Ducati Scrambler motoren om de Motor Valley en haar protagonisten te ontdekken langs de wegen van de legendarische Via Emilia, waar enkele van de mooiste en meest gewenste raceauto’s en motoren ter wereld zijn getest en ontwikkeld. Tijdens de reis zullen de twee kunnen rekenen op de steun van enkele speciale gidsen, zoals de rijder Andrea Dovizioso, tijdens de eerste aflevering die uitgezonden zal worden op donderdag 10 september om 18.30 uur, de Ducati CEO Claudio Domenicali, hoofdpersoon van de tweede aflevering welke zal worden uitgezonden op vrijdag 11 september om 18.45 uur, de zangeres Nina Zilli, de komiek Giuseppe Giacobazzi en de chef-koks Massimo Bottura en Bruno Barbieri.
Tijdens het Indian Motorcycle testevent bij MotorNL in Hilversum konden 8 volgers van MotorNL rijden op verschillende motoren van Indian Motorcycle. De volgende modellen werden er gereden op deze dag:
Baggers, Cruisers en Touring-modellen
– Challenger
– Chieftain
– Roadmaster
– Springfield
Zeg MV Agusta en zeg er viercilinder achteraan. Veel motorliefhebbers hebben de haren op hun armen dan al recht overeind staan. Maar een MV-viercilinder, zoals deze MV Agusta 750 Monza, moet je eigenlijk horen. Zo begon het ooit. De klanken van een MV-viercilinder in rap tempo op weg…
Zo’n druilerige zomervakantie bij je ouders op de achterbank, je kent het nog wel van vroeger. Eén zo’n vakantie begin jaren zeventig werd voor mij opgeluisterd door het opgewonden stemgeluid van mijn pa, die plots het raampje naar beneden draaide. Bijgestaan door de woorden ‘Dit moet je horen, knul! Dit wordt iets speciaals…’. Daar klonk een machtige gemotoriseerde symfonie over de Heads of the Valley Road in Wales. Een hoorbaar dolenthousiaste motorrijder kwam volgas over de heuvel met een MV Agusta 750S. Toentertijd waren motorfietsen veelal een Britse tweepitter of eencilinder, dan wel klein en van Japanse makelij. Een viercilinder was sowieso een paradijsvogel. Een van de buitencategorie zelfs. Dat het ook nog een viercilinder van MV Agusta was… Veel zeldzamer wordt het niet. Dat rode bodywork, die vier dikke pijpen en dat onvergetelijke geluid. MV had geen marketing nodig om mijn hart te stelen. En met mij dat van zovelen.
Geruchten
Eindelijk is de dag gekomen zelf een MV-viercilinder te rijden. Het geduld wordt beloond met een overtreffende trap van zo’n beetje iedere MV ‘quattro cilindri’ zelfs. Deze MV Agusta 750S Monza, met zijn goudkleurige wielen en dat overdreven van koelribben voorziene blok, is namelijk een beetje opgevoerd. Een beetje erg opgevoerd. Enkel de echte MV-kenner wijst de vier matzwarte pijpen meteen aan als een aanpassing, maar zelf de geïnteresseerde leek zal de kettingaandrijving wel opvallen. MV’s werden namelijk niet met een ketting aangedreven. Nee, die waren steevast van een cardan voorzien.
Die uitlaten en de ombouw naar kettingaandrijving duiden op het werk van één man: Arturo Magni. Magni werkte jaren als chefmonteur bij MV in de Grands Prix en werd daarna MV Agusta-specialist in optima forma. Die uitlaten zijn dus haast logischerwijs ongedempte race-pijpen. Die monteer je alleen al om de akoestiek een ferm duwtje in de rug te geven – het extra vermogen heb ik het niet eens over. De ombouw naar kettingaandrijving behoeft iets meer uitleg. Naar het schijnt wilde graaf Domenico Agusta per se een cardan in plaats van een ketting. Een sluitende beredenering waarom is er niet. Geruchten des te meer.
Ondanks dat een cardan geen vettigheid en viezigheid rondslingert, zitten er vooral nadelen aan. Niet vreemd dat er voor privécoureurs keuze genoeg was in ombouwkits. Cardanaandrijving kost namelijk nogal wat vermogen. Elke haakse tandwieloverbrenging zorgt voor ongeveer zeven procent minder aan vermogen door frictie. Je bent dus al veertien procent van je vermogen kwijt met de klok aan de versnellingsbak en de overbrenging in het achterwiel. Tel daar nog even het extra gewicht van de aandrijfas en de overbrengingen bij op, ten opzichte van een veel eenvoudiger en dus lichtere ketting, en je snapt de overweging van Magni bij deze 750 Monza. Naar het schijnt scheelt het bijna twintig kilo aan onafgeveerd gewicht.
Ook voor de betrouwbaarheid is het voordelig. MV had de hoofdlager van de uitgaande as aangemerkt als vervangingsdeel. Zo vluchtig was de slijtage van dat lager. Het lager moet het doen met wat willekeurige spatsmering. Vroeg of laat; allemaal gaven ze de geest. Iets wat zelfs Giacomo Agostini ondervond. De legendarische overwinning van Paul Smart op de Ducati tijdens de Imola 200 in 1972 werd – deels – door een verder feilloos lopend MV-viercilinderblok in de schoot geworpen. Geveld door een droog, rammelend en gierend lager, viel Ago uit.
Nu nog even vlug echt het kaf van het koren scheiden. Als je de rechthoekige Magni-achterbrug al gespot had, mag je jezelf een waar MV-connaisseur noemen. De swingarm was een beduidend steviger alternatief dan het origineel en werd de maatstaf wat MV Agusta 750-achterbruggen betreft.
Geschiedenislesje
Voor wie de geschiedenis van MV’s viercilinders heeft gemist, vat ik het dolgraag even samen. De MV Agusta-viercilinder is terug te herleiden tot de jaren twintig en dertig. Motorontwerper Paulo Remor ontwierp al voor de Tweede Wereldoorlog een vier-in-lijn met dubbele bovenliggende nokkenassen. Uiteraard geënt op de racerij, zou het ontwerp uitmonden in de beroemde Gilera 4C. Tegen 1950 had graaf Agusta meneer Remo weten los te weken van Gilera. Het ontwerp van eerste MV-viercilinders leunde sterk op de laatste Gilera 4C-blokken. Zo sterk zelfs, dat het gros van de blokdelen onderling uitwisselbaar was. Na eerst de leiding over MV’s race-afdeling gekregen te hebben, volgde al snel een straatmotorblok. De beruchte MV Agusta 600 Tourer werd amper verkocht. Niet omdat de techniek niet indrukwekkend was. Nee, nee. De 600 Tourer was spuuglelijk. Met ‘Het zwarte zwijn’ als bijnaam zal dat niet verbazen. Ook niet dat-ie enkel in het zwart te krijgen was, waarschijnlijk.
Opvolgers van de 600 Tourer waren telkens een beetje minder lelijk, met nieuwe opvallende details bij iedere upgrade. Een zo’n detail is de auto-achtige ontstekingsverdeler, die perfect uitgeshimd diende te worden om gelijk te liggen met de cilinderkop uit een deel. Minder opvallend, maar niet minder bijzonder is de krukas. De buitenkant van het blok laat namelijk compleet in het midden waar die ergens zit. De grote bult aan de voorzijde van het blok – die met al die koelribben – is zo extravagant ontworpen dat het wel iets heel bijzonders moet huizen. Toch is het niets meer dan de carterpan. Zo deed MV dat.
Opvolgers van de 600 Tourer waren telkens een beetje minder lelijk, met nieuwe opvallende details bij iedere upgrade. Een zo’n detail is de auto-achtige ontstekingsverdeler, die perfect uitgeshimd diende te worden om gelijk te liggen met de cilinderkop uit een deel. Minder opvallend, maar niet minder bijzonder is de krukas. De buitenkant van het blok laat namelijk compleet in het midden waar die ergens zit. De grote bult aan de voorzijde van het blok – die met al die koelribben – is zo extravagant ontworpen dat het wel iets heel bijzonders moet huizen. Toch is het niets meer dan de carterpan. Zo deed MV dat.
Hoe je het ook wendt of keert, MV’s viercilinders kregen altijd racemotorblokken die net genoeg aangepast waren om dienst te doen voor straatgebruik. Maar dan ook echt maar net. Zodoende zit de dynamo ook niet aan het eind van de krukas, zoals latere Japanse viercilinders wel kregen. Dat gaat in de racerij immers ten koste van de grondspeling. Die dynamo’s – meervoud, dat lees je goed – zitten dan ook rechts achter onder de uitgaande as verstopt. De ene wordt gebruikt om het 12Volt-systeem bij te laden, terwijl de andere dynamo ook dienst doet als startmotor. Een as voor een kickstarter was er niet. Die mochten in de racerij toch niet gebruikt worden. En tsja, nét genoeg aangepast voor straatgebruik, zei ik toch al? Een oningewijde zou de fout vergeven worden te denken dat deze MV niet veel anders is dan de viercilinder ‘Universele Japanse Motorfiets’ van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig. Desondanks is het een grote fout. De MV-viercilinders van weleer waren weinig minder dan volwaardige GP-raceblokken voor op straat. In de jaren vijftig en zestig dan.
Toppunt
De MV Agusta-viercilinder die we hier zien is in feite het toppunt van wat de MV 750 Monza zou kunnen zijn. Origineel met de enige juiste aanpassingen. Aanpassingen op conto van de man die het merendeel van zijn leven sleet met het allerbeste uit MV-racers peuteren. Het legt de lat hoog voor wat me te wachten staat. Teleurstellingen blijven uit met het opstappen en ook het zadel en de zit passen in het plaatje. Degenen die de motor ontwierpen wisten hoe een goede motorfiets moest zitten. De verstelbare clip-ons staan laag, maar niet overdreven. De voetsteunen staan daarentegen wel lager dan verwacht. Het Britse Smiths Instruments leverde het klokkenspel en vervangt het originele Italiaanse dashboard. Erg cliché was de Italiaanse tellerpartij bepaald niet betrouwbaar en bepaald wel breekbaar. Ook de standaard persmetalen stuurknoppen hebben het veld moeten ruimen. Behalve dat de standaard Dinky Toy-achtige knopjes er goedkoop uitzien, lopen ze qua betrouwbaarheid in de pas met de oude tellers. De van Aprilia geleende stuurknoppen wekken een betrouwbaarder indruk.
Al die extraatjes maken de toch al niet goedkope MV alleen maar duurder. En duur was een MV Agusta 750 Monza indertijd zeker. Zwart-wit gezien had MV geen enkele reden om straatmotoren te produceren. Het kostte feitelijk meer dan het ooit op zou leveren. Serieus winst maken was er dan ook echt niet bij. Zelfs quitte spelen kon alleen door de kosten aan de klanten door te berekenen, waardoor er maar weinig klanten overbleven die het überhaupt konden betalen. Als het aan het management lag, werd er niet één tweewieler meer gemaakt. Dan kon de focus tenminste naar de beduidend winstgevender helikoptertak van Agusta verlegd worden… Mijn geluk dat de motormannen binnen het Agusta-concern deze 750 Monza in elk geval nog door wisten te drukken. Hart in de keel. Starten dat ding.
37 sterretjes
Beide kunststof brandstofkraantjes op ‘ON’ en de choke van de Dell’Orto VHB26D-vlakschuifcarburateurs klik ik omhoog. Sleutel in het contact en zoeken naar de startknop. Die hangt wel zo willekeurig aan de stuurbuis, dat je pogingen te starten met de rechterduim snel gestaakt kunnen worden. Toch maar met links. Je kunt er gewoon niet bij als je ook het gas vast wilt blijven houden. Noodzakelijk voor bij een koude start, maar eenmaal warm is zonder een streepje gas starten geen enkel probleem. Al doe je dat toch wel. Zie het maar eens niet te doen als dat streepje gas zo orgastisch klinkt als deze MV-viercilinder met zijn open pijpen.
Meteen word je meegezogen in jeugdherinneringen. Coureurs waarvan je als broekie idolaat was: Agostini, Read, Bonera… Stuk voor stuk vervlochten met die viercilinderklanken. Klanken die even zo één zijn met de racerij. Je hoort en voelt de racenalatenschap. Je ziet het ook, trouwens. Elk van die 37 kleine sterretjes op de tank staat voor een wereldtitel die MV Agusta veroverde. Over lijken gaan is een wat zware uitdrukking, maar MV ging voor niet minder dan goud in de Grands Prix. Dat is duidelijk. Dan gaan wij vandaag ook voor goud. Ter ere van!
Uiteraard laten we de motor eerst even lekker opwarmen. Met het stabiel maar gestaag stationairtoerental hoor je niks dan het donkerbruine uitlaatgeluid. Of ja, dat en het harde werken van de kleppendistributie. Die combinatie klinkt als niets anders, zo goed. Beter nog dan een V4 zelfs. Gorgelend zuigen de vier carburateurs hun eerste beetje brandstofmengsel aan. Duidelijk hoorbaar, omdat een luchtfilterkast ver te zoeken is op deze 750 Monza.
Exemplaren met airbox zijn wel te vinden. MV richtte de pijlen met de Monza namelijk bovenal op Amerikaanse klanten. Helaas bleek de Amerikaanse MV-koper toen haast zo zeldzaam als een MV Agusta Monza nu is. Zodoende werden veel van die ‘Amerikaanse Monza’s’ uiteindelijk toch in Europa verkocht. De wetgeving was hier beduidend minder strikt dan in de Verenigde Staten en zodoende werd die airbox er niet zelden meteen afgesloopt.
Crescendo na crescendo
Koppeling ingetrokken en een trap op het links gemonteerde pookje voor de eerste versnelling. Dat je met links schakelt is nog zo’n verschil ten opzichte van de 750S. MV’s schakelden toentertijd nog steevast met rechts, maar Amerikaanse wetgeving verplichte het pookje links. Met het op laten komen van de koppeling en het beroeren van de schakelpook volgt het ene na het andere crescendo. Elke versnelling weer. Dat geluid, die trillingen, de acceleratie; dit is pure beleving. En pure beleving maakt blijkbaar nogal wat kabaal. Het Engelse graafschap Suffolk krijgt een ongevraagd kunststukje. In Gallarate in Italië gecomponeerd en uitgevoerd door dit 750 Monza-viercilinder symfonieorkest. Geen passant blijft onberoerd, met priemende blikken, openvallende monden en meer dan eens een glimlach of een opgestoken duimpje. Zo’n soort motorfiets is dit. Of de buurman je nog steeds aardig vindt na een paar zondagochtendritjes is een ander verhaal, natuurlijk.
De MV die mijn jongensdroom hier waarmaakt vertrouwt nog op het standaard MV-frame. Zoals al gesteld wel met de Magni-achterbrug, maar een volledig Magni-frame is voor weinigen noodzaak. Het standaardkader volstaat voor het overgrote deel van ons stervelingen echt wel. Het rijwielgedeelte voelt vertrouwd en stabiel, een standaard waar de machines uit de Oriënt pas jaren later aan zouden kunnen voldoen. De uitdrukking ‘rijdt als op rails’ is an sich al een cliché van de bovenste plank. Desondanks dekt het de lading niet eens. De motor klopt gewoon helemaal. Italiaanse motoren van toen stonden sowieso wel bekend als goed sturend.
Daar moet wel de kanttekening bij dat de gemiddelde Italiaanse stuurmachine vaak keihard afgeveerd was. Deze MV? Absoluut niet. De vering voelt stevig, maar niet stug. Het vangt het kwalitatief wisselvallige Britse asfalt onder de Metzelers moeiteloos op en geeft de mate van grip feilloos door aan de berijder. Vooruit, naar moderne maatstaven is het echt de allersnelste motorfiets niet meer, zwaar is-ie ook en eigenlijk was de framegeometrie al bij het aftandse af toen-ie de fabriek verliet. In combinatie met de verrassend afgewogen vering en demping voelt het desondanks scherp en strak. Zelfs naar moderne maatstaven.
Afgezet tegen de concurrentie van toen, zou deze MV weinig overlaten van de Japanse machines. Ook een Ducati van dezelfde periode legt het roemloos af. Wellicht dat een machine met een frame van Rickman of Seeley er nog het dichtst bij in de buurt komt. Toch die racegenen, die diep in het DNA van de 750 Monza zijn geworteld.
Verstandsverbijstering
Wat remmen betreft zie je dat terug in de dikke Brembo-klauwen zowel voor als achter. Betere remmerij ging je indertijd niet vinden, en zo wel dan was het niet te koop. Dat Brembo nog altijd revisieonderdelen levert voor dit soort klauwen is een bijkomend voordeel. Voor een tijdje monteerde MV Agusta op haar motoren voornamelijk remklauwen van het merk Scarab – feitelijk de monoblock-klauwen van toen. Alleen waren die door de bijzondere constructie onmogelijk goed te reviseren. Grimeca’s uit die tijd waren haast net zo onhandig.
Dat de Brembo’s handig zijn als het op revisie aankomt is leuk, dat ze moeiteloos de vertraging inzetten is natuurlijk veel leuker. Zelfs bij afremmen van serieuze snelheden is er weinig spierkracht voor nodig. Al snel had ik een nostalgische vlaag van verstandsverbijstering. Remmen is angst en ik heb die Brembo’s even niet meer bewust aangesproken en me vooral gericht op gang houden. De paden op, de lanen in. Op serieus tempo, welteverstaan.
Echt hard rijden doe je niet zomaar en zeker niet op een jaren zeventig-racereplica met een prijskaartje van dik € 60.000,-. Ik geef de MV de schuld. De vier stampende cilinders onder mijn borstkas manen ertoe. Met alle vertrouwen van de wereld. Voor zo’n zeer zeldzame hand gebouwde is de 750 Monza wel zo enorm goed. Dat terwijl het weinig tot niks verlangt van de rijder. Minimale rijdersinput en minimale inspanning. De versnellingsbak voelt strak en met goede onderlinge verhoudingen. Dat de bak van een beetje Japanner soepeler is, is een open deur die zichzelf haast intrapt. Andere Zuid-Europese machines van toen lust hij qua soepelheid vervolgens rauw. Alleen mocht iemand zijn neutraal gevonden hebben…
Hoe langer ik ermee rijd, hoe indrukwekkender de motor lijkt te worden. Het begint door te dringen dat ik op pad ben met niet veel minder dan een racemotor met kentekenplaat. Die notie was nooit te missen, maar er blijken toch een aantal verwachtingen niet te kloppen. Een racer is voor de openbare weg oncomfortabel en onhandig, toch? Ga fietsen! Dit zadel is heerlijk dik en bewandelt de gulden middenweg tussen stevig en zacht. De clip-ons kennen eenzelfde uitgekiende balans tussen sportief laag en niks te gek laag. Zelfs de beide standaarden – deze MV Monza heeft dus gewoon een middenbok – zijn praktisch in gebruik. Het hoort haast niet te kunnen. Zonder echt de brombeer uit te hangen, is de stuuruitslag wat aan de krappe kant en die prachtig gewelfde tank is ook wel erg breed ter hoogte van het zitje. Iets te breed. Alleen zou ik dan wel echt een brombeer zijn, aangezien dit toch die volbloed GP-racer voor op straat is, en blijft.
Doemscenario
Dan de hamvraag: zou ik er een kopen als ik het geld ervoor had? Volmondig ja, met een even zo volmondige maar. Als ik hem kon kopen, dan zou ik er wel zelf aan moeten kunnen sleutelen. Of ik zou daar iemand voor moeten kunnen betalen. MV-viercilinders zijn niet dol op stilstaan en nog minder dol op moderne ethanolrijke benzine. De Dell’Orto’s moeten dan ook na elke rit afgetapt worden. Zou de MV in kwestie nog zijn cardan hebben, dan ben je gewaarschuwd de lagers en overbrengingen heel goed in de gaten te houden. Dan heb je nog de dubbele dynamo annex startmotor. Die hebben geen eeuwig leven en vervangingsonderdelen vinden is een onmogelijkheid. Heb ik het nog niet over het doemscenario van een blok- of bakrevisie. De meesten van ons die zelf sleutelen, hebben dat geleerd met Japanse motorfietsen. De grootste inherente ergernissen van dat soort blokken zijn vergelijkbaar moeilijk op te lossen als de kleinste klusjes bij een MV-viercilinder. Dan heb je echt professionele hulp nodig. Mogelijk op meer dan een manier.
En toch, die vrij uitgebreide ‘maar’ daargelaten, zou ik er niet lang over na hoeven denken. Het geld heb ik toch niet, maar dromen mag altijd, toch? Zo waanzinnig vertrouwenwekkend als de motor is, zou ik hem alleen al willen hebben. Allicht rijdt elke moderne en sportieve Japanse 750 – en zelfs lichter nog – moeiteloos rondjes om de MV. Het stuurt en remt beter, en sneller zijn ze absoluut. Gigantisch veel goedkoper ook niet te vergeten. Wat je ook vergeet is hoe belangrijk gevoel is bij motoren als dit. Je voelt de Italiaanse racegeschiedenis onder je herlevenals je met de 750 Monza rijdt. En rijden wil je. Die machtige stuureigenschappen en dan dat geluid… Dat geweldige geluid. Absolute klasse dit.
Schijfremmen rondom, dus ook achter. Niks dan het beste voor de MV 750 Monza.Als je de originele uit betrouwbaarheidsoogpunt vervangt voor Smiths, dan zijn de originele wel echt waardeloos fragiel.Opbergvakje voor je shag of een lunchpakketje. Uiteindelijk is het toch een straatmotorfiets.De organisch vormgegeven tank is prachtig. De sterretjes staan voor MV’s 37 (!) wereldtitels.Zo horen pijpen op een MV-viercilinder er toch ook gewoon uit te zien?Bij gebrek aan serieuze concurrentie verliep de blokontwikkeling stroperig. Het gedateerd ogende blok liep desondanks als een kogel.
Het vergeten MV Agusta
Zoals we MV Agusta nu kennen, was het niet altijd. MV was toen al exclusief, maar enkel wat racereplica’s voor de elite bouwen en immer op zoek naar financiële middelen om het hoofd boven water te houden. Echt niet! MV had in de drie decennia voor deze 750 Monza alles gemaakt; van 50cc-tweetakt-minibikes, simpele woon-werkmotoren, driewielige bestelwagentjes en scooters tot zelfs straatscramblers voor de Amerikaanse markt. Met de Motocarro hadden ze zelfs groot succes bij de Italiaanse boer en middenstand. De Motocarro was zo simpel als een laadbak en twee wielen achterop het bijrijderszadel van een 175cc-eencilinder-motorfiets monteren. Later volgde er zelfs een kleine cabine voor de Motocarro en uiteindelijk ook nog allerhande compacte autootjes. Motorblokken varieerden van 300 tot zelfs 1100 cc. Naast benzinemotoren hadden ze zelfs ook dieselblokjes. Als je erover nadenkt, maakte MV Agusta indertijd zo’n beetje elk soort gemotoriseerd vervoersmiddel, behalve ‘echte’ auto’s. Er werden tenminste keuzes gemaakt binnen het bedrijf. En niemand die meer zeggenschap had dan de man aan het roer. Het imago van MV, dat autocratisch geregeerd werd door eigenaar graaf Domenico Agusta, klopte dan ook. Toch remde de graaf de innovatie allesbehalve. Midden jaren vijftig experimenteerde MV zelfs al met een geïntegreerde CVT – je weet wel, een automaat zoals op een scooter – in de 175 CS Sport. Samen met Cambi Idraulic Baldini ontwikkelden ze het systeem specifiek voor de CS Sport. Sportief succes volgde in zowel de wegrace als ook de betrouwbaarheidsritten, wat we tegenwoordig enduro noemen. Ondanks het technisch vernuft, verkocht de MV/Baldini-machine alleen voor geen meter.
Bij een MV Agusta denk je eerder aan viertakten dan aan tweetakttechniek. En toch waren het de 125cc-eencilinders en zelfs een 125cc-tweetakt-twin, bijgenaamd de Zefiro of het Kleine Kikkertje, die voor MV’s definitieve doorbraak zorgden. Een van MV’s eerste echte tweetakt-gangmakers werd ontwikkeld op basis van de 125 TEL Turismo. Dit toeristisch ingestoken forenzenbrommertje werd onder handen genomen, waarna het vermogen van 6 pk toenam tot 10,5 pk. De topsnelheid klom daarmee ook van 85 km/u naar een niet mis te verstane 130 kilometer per uur in racetrim. Dat was toentertijd al een hele opgave, zo veel snelheid uit een kleine tweetakt persen. Blijkt ook wel, aangezien ze met een mengsmeerverhouding van 1 op 8 reden. Die tweecilinder had nog eens drie hele pk’s meer, terwijl de topsnelheid slechts 10 kilometer per uur hoger lag.
De KTM 450 SMR heeft zeven jaar geleden voor de laatste keer een upgrade gekregen. Daarom heeft KTM besloten deze ultieme lichtgewicht supermotokrachtpatser voor 2021 in een nieuw jasje te steken. KTM maakt gebruik van de superieure technische basis van de kampioenschapwinnende KTM 450 SX-F om zijn Supermoto-tak een nieuwe impuls te geven.
Het was al veel te lang geleden dat het supermotomodel over het circuit had gescheurd. Daarom besloot KTM dat het de hoogste tijd was om de 450 SMR nieuw leven in te blazen. Om het gat in zijn racemotorfietsarsenaal op te vullen, heeft KTM met de grootste zorg een gloednieuwe versie van de KTM 450 SMR ontwikkeld voor rijders die hun tegenstanders graag modder laten happen.
De KTM 450 SMR is een pure expressie van de filosofie van KTM: READY TO RACE direct vanaf de dealer en optimaal afgesteld voor prestaties die het racersbloed sneller laat stromen. Dit is de complete supermotoracemotorfiets.
De motor met een cilinderinhoud van 450 cm³ vormt het hart van de KTM 450 SMR van 2021 en maakt de KTM 450 SX-F tot de motocross- and supercross-machine bij uitstek. De nieuwste generatie viertaktmotor levert een vermogen van 63 pk en heeft een gewicht van iets meer dan 27 kg. De motor is heel precies in het frame gemonteerd voor een optimale massacentralisatie. Supermotorijders en -racers willen namelijk maximale controle over hun motorfiets en optimaal contact met het asfalt. Daarnaast zetten ze de compacte vorm van de KTM 450 SMR graag naar hun eigen hand. Onder de SOHC-cilinderkop gaat de lichtgewicht aluminium cilinder met een diameter van 95 mm schuil. De zuiger van 320 gram levert een enorm koppel en de strategisch gemonteerde krukas zorgt voor een optimale massacentralisatie. De hoogwaardige drijfstang draagt bij aan de lange onderhoudsintervallen van 100 uur.
De kracht van de motor wordt in toom gehouden door de versnellingsbak met vijf versnellingen van PANKL Racing Systems. Deze versnellingsbak beschikt over een geavanceerde sensor die specifieke motorinstellingen voor elke versnelling mogelijk maakt. De slipperkoppeling van SUTER verbetert de stabiliteit van het achterwiel. Deze koppeling is onmisbaar voor de echte supermotofan en -racer.
Een speciaal frame van chroommolybdenumstaal dat uiterst nauwkeurig is gelast door een robot, houdt de krachtige motor op zijn plaats en staat garant voor maximale precisie en kwaliteit. De torsie-eigenschappen en flexibiliteit van het frame zijn perfect afgestemd op het gebruiksdoel van de KTM 450 SMR. Rijders zullen niet worden teleurgesteld. Integendeel zelfs: ze zullen vanaf de eerste ronde in hun nopjes zijn met deze afstelling. De rechtuitstabiliteit voor maximale grip en acceleratie wordt gecompleteerd door de soepele besturing, wat voor een veilig rijgevoel zorgt. Het chassis is robuust maar licht, net als het subframe van 900 g. Het frame is door middel van de CNC-gefreesde kroonplaten met een offset van 16 mm gemonteerd. Het stuur kan in drie richtingen worden versteld. Een gegoten monoshock maakt ook deel uit van het ultralichte chassis en zorgt ervoor dat de wielbasis aan elk soort terrein kan worden aangepast.
In de kroonplaat zijn de WP Suspension XACT-voorvorken met een buisdiameter van 48 mm gemonteerd die over AER-technologie met gesplitste demping en middenklepdemping beschikken voor ongekende prestaties. Deelnemers aan supermotowedstrijden willen maximaal contact met het asfalt, maar verwachten ook betrouwbare respons op hobbels en andere terreinomstandigheden van offroadgedeelten. De volledig verstelbare, compacte en lichte WP Suspension XACT-achterschokdemper voldoet zonder problemen aan deze eisen. De veerweg van 266 mm van het achterwiel (285 mm bij het voorwiel) maakt deel uit van het supermotospecifieke pakket en brengt het rijgedrag en de bestuurbaarheid samen met de framekoppeling en de geometrie van de staartset naar nieuwe hoogten.
Remkracht is van fundamenteel belang voor de KTM 450 SMR. Daarom vertrouwt KTM voor de voorrem op de eersteklas vierzuigerremklauw en hoofdcilinder van BREMBO, op een zwevende remschijf voor met een diameter van 310 mm en op een remschijf achter met een diameter van 220 mm. Met deze specificaties zijn rijders verzekerd van maximale balans en een ongekende remkracht.
KTM weet dat details echt het verschil kunnen maken voor de hele motorfiets. De ontwerpers hebben er daarom voor gezorgd dat de KTM 450 SMR een onuitwisbare indruk maakt. De radiator is vervaardigd van stevig aluminium en ontworpen op basis van de numerieke stromingsleer voor maximale efficiëntie. Dit onderdeel is ook dusdanig in het frame gemonteerd dat een optimale massacentralisatie wordt bereikt. Dankzij de Keihin-gasklep met een diameter van 44 mm kunnen rijders rekenen op uiterst nauwkeurig gashendelgedrag. Het geavanceerde Engine Management System van Keihin zorgt ervoor dat de motorinstellingen, de launch control en de tractiecontrole op de individuele eisen kunnen worden afgestemd. Een speciaal ontworpen airbox zorgt ervoor dat de motor de fijngevoelige maar tegelijkertijd felle respons levert waaraan een rijder of racer behoefte heeft. Dankzij de brandstoftank van zeven liter kunnen rijders van langere ritten genieten. Bovendien is de brandstofleiding verder naar binnen verlegd wat het risico op schade verkleint. De lichte Supermoto 16.5/17 ALPINA-spaakwielen met Bridgestone-slicks zonder binnenband brengen de kracht van de motor betrouwbaar over op de ondergrond. De motor beschikt over slank vormgegeven kunststofelementen die geschikt zijn voor racedoeleinden, en een grafisch ontwerp dat als geen ander het eerste jaar van een nieuw decennium inluidt.
Wil je hem online bestellen als losse editie? klik hier. GRATIS thuisbezorgd!
Broedertwist: Ducati Panigale V2 vs Ducati Pangale V4
Geen F1 op Zandvoort, maar wel een MOTO73-test die je van dichtbij had willen meemaken. Twee Ducati’s, door en door bloedrood, maar de ene is 6.000 euro goedkoper dan de andere. Wat doet dat verschil?
Luisteren! Rijles van Michael van der Mark
Ga er maar eens goed voor zitten en luister hoe Nederlands beste coureur je precies uitlegt wat je moet doen in welke situatie. Opvallend: ook recreatieve motorrijders zouden meer met het lijf moeten doen.
En nu allemaal naar Albanië
Ooit was Albanië een gesloten boek. Als je te dichtbij de grens kwam, vlogen de kogels om je oren. Tegenwoordig stuiteren comfortabele allroads over de uiterst slechte wegen. We kijken onze ogen uit, tot de Vervloekte Bergen opdoemen.
Dik 250.000 km op een BMW R1200 GSA
Arno woont in Culemborg en werkt in Utrecht. Dagelijks rijdt hij op en neer, weer of geen weer. Hooguit in de winter neemt hij weleens de trein. Dat doorrijden zie je wel af aan de BMW, die nooit een sopje ziet.
Nakamoto leidt Honda sluw naar het WK 2011
Eind jaren 10 ging het niet goed met Honda. Wereldkampioen worden in de nieuwe 800-GP-klasse was geen uitgemaakte zaak. Hulp werd gevonden in de persoon van Shuhei Nakamoto, Honda’s meest succesvolle projectleider ooit.
Waarom scoort KTM zo ineens in de MotoGP?
Geld van Red Bull geeft KTM vleugels. Bindner rijdt als een dolle en wint, evenals de jonge Oliveira. Mike Leitner heeft in korte tijd – vanaf 2017! – een winnend MotoGP-team gebouwd. Hoe kan dat, waarom is het zo snel gegaan?
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.