Als je deze zomer naar of door Frankrijk reist, moet je op enkele autosnelwegen ‘onzichtbare’ tol betalen. Je moet dan niet meer stoppen bij een slagboom voor een ticket. Betaal je de tol echter niet op tijd, dan krijg je een boete.
Betere doorstroming
De invoering van deze manier van tol betalen is bedoeld om de doorstroming van het verkeer te verbeteren en files te verminderen. De tolwegen zijn niet helemaal onzichtbaar, want langs de weg staan borden met ‘Péage Flux Libre’ en elektronische borden wijzen je erop dat je een tolweg oprijdt. Automatische tolwegen gebruiken sensoren die je nummerplaat registreren of je tolbadge scannen. Je kunt achteraf betalen bij speciale automaten op snelwegparkings, of vooraf of achteraf online. Betaal je niet op tijd, dan riskeer je een boete van 90 tot 375 euro.
Het systeem is niet nieuw. Op de A4 tussen Parijs en Straatsburg zijn al langer geen tolpoortjes meer, en op de A97 tussen Montmarault en Digoin in de Auvergne is er een 88 km lange strook zonder tolpoortjes. Deze zomer schakelt een weg van 210 kilometer tussen Parijs en Normandië over op dit systeem, te beginnen met de A14 in juni. Het tweede deel, de A13, volgt in december.
In deze Wat Rij Jij? drie motorrijders die hun motoren hebben gekocht tussen de 2.000 en 4.000 euro. Jennifer uit Amsterdam heeft een Suzuki GS500F (Pink Edition) uit 2005 gekocht in 2022 voor 2.800 euro. Sam uit Leusden kocht in 2019 een BMW F800R uit 2011 voor 3.950 euro en Iris uit Toldijk heeft een Honda CX500 uit 1984 gekocht in 2020 voor 2.500 euro.
Je nieuwe occasion verzeker je eenvoudig bij Combi Motors Verzekeringen: combimotors.nl
Stel je voor dat Francesco Bagnaia, Marc Márquez, Pedro Acosta en Toprak Razgatlıoğlu met Nederlandse toppers als Collin Veijer, Michael van der Mark, Zonta van den Goorbergh en Bo Bendsneyder met hun officiële motoren in hun eigen raceklasse met elkaar de strijd aangaan tijdens een internationale race op een stratencircuit. Dat is toch niet voor te stellen? Toch gebeurde dit echt in de jaren 70 en 80 toen de absolute wereldtop naar de Luttenbergring in Raalte kwam. Een reconstructie van de gouden jaren van de Internationale Raalte Races, of beter gezegd de Mini-Grand Prix van Raalte.
Barry Sheene, Marco Lucchinelli, Johnny Cecotto, Steve Baker, Teuvo Länsiviuori en Franco Uncini zijn slechts een aantal van de vele Grand Prix-helden die met hun (fabrieks)motor de strijd aangingen met de ‘Grote Drie’ – Wil Hartog, Jack Middelburg en Boet van Dulmen – op de Luttenbergring in Raalte. En dan hebben we het nu alleen nog maar over de 500cc. Ook in de andere raceklassen kwam de absolute wereldtop – denk alleen maar aan Angel Nieto, Toni Mang, Kork Ballington en Carlos Lavado – naar het bochtige stratencircuit in Overijssel. Rijders – zoals Jon Ekerold – gingen zelfs zo ver om te winnen in Raalte, dat ze er een potentiële wereldtitel voor op het spel wilden zetten. Maar hoe kon het evenement zo immens populair worden dat GP-sterren er maar wat graag wilden rijden?
Het racen in Raalte begon niet op de Luttenbergring, maar op Circuit Schoonheeten in 1967, een buurtschap in de gemeente Raalte. Een circuit kon je het eigenlijk niet noemen. De baan van 2,6 km was zo krap en gevaarlijk – met overal bomen vlak langs de weg en er werd deels over klinkers gereden – dat enkel de 50cc- en 125cc-rijders er mochten racen. Om ook voor de 250cc-, 350cc- en 500cc-klasse een nationale race te kunnen organiseren, moest organisator RAM (Raalter Automobiel- en Motorclub) op zoek naar een andere locatie. Deze werd gevonden in het nabijgelegen Luttenberg, een dorpje in de gemeente Raalte. En zo werden in 1970 de eerste races op de Luttenbergring georganiseerd. Een bochtig circuit van 3,1 kilometer. Het bleek een schot in de roos, want de rijders waren vanaf het eerste moment enthousiast. De Monumentenbocht, Bakkersbocht, Hellendoornbocht en Tiesbocht zouden begrippen in de Nederlandse wegracegeschiedenis worden. Ook was het circuit al snel geliefd onder de fans, omdat je helemaal rond de baan kon lopen. En dat deed je, want het circuit kende meerdere spectaculaire punten.
Na twee jaar een nationale wegrace te hebben georganiseerd, kreeg organisator RAM in 1972 een internationale status. Jan de Vries (50cc) en de Zweed Börje Jansson (125cc en 250cc) werden de eerste winnaars van Internationale Raalte Races. Er was een opkomst van zo’n 4.500 toeschouwers, iets wat in de jaren daarna enorm zou stijgen.
Een jaar later stond er voor het eerst een internationale 350cc- en 500cc-race op het programma. Vanaf het eerste moment was het startveld ijzersterk. Bijvoorbeeld: Kent Andersson (125cc) en Dieter Braun (250cc) werden de winnaars van de Raalte Races in 1973 en zouden later dat seizoen tot wereldkampioen van hun klasse worden gekroond. Wil Hartog werd de eerste winnaar van de internationale 500cc-race in Raalte. De Witte Reus zou – ondanks dat de tegenstand ieder jaar sterker en sterker zou worden – tot en met 1978 ongeslagen blijven in de koningsklasse op de Luttenbergring. ‘Ik racete er graag, het was een echt stuurmanscircuit’, vertelde Hartog zelf.
Teuvo Länsiviouri was de eerste 500cc fabrieksrijder die naar Raalte kwam in 1974. In de achtergrond hangt nog een was te drogen.
1974: MOTO73-sticker op de kuip
De races van 1974 waren heel bijzonder, omdat er voor de eerste keer een 500cc-fabrieksrijder aan de start kwam. De Raalter Automobiel- en Motorclub had Teuvo Länsiviouri weten te contracteren. De Fin maakte in 1974 zijn debuut voor het Yamaha-fabrieksteam in de 500cc als teamgenoot van Giacomo Agostini. Länsiviouri zou als derde – inclusief een GP-zege in Zweden – in de 500cc-eindstand eindigen. In Raalte reed de Fin de snelste raceronde, maar de winst ging naar Hartog. Ook voerde de organisatie in 1974 een belangrijke verandering door. In de eerste jaren werd het evenement half augustus verreden, maar vanaf 1974 werden de Raalte Races twee of drie weken voor de TT Assen gehouden. Een strategisch perfect moment om het evenement verder te laten groeien. Rijders en publiek konden de Raalte Races gebruiken als opwarmer voor de TT.
In 1975 stond recordwereldkampioen uit de lichtere klasse – Angel Nieto – eenmalig aan de start. Op een Van Veen Kreidler won de Spanjaard de 50cc. Doordat er zoveel internationale toppers naar Raalte kwamen, werd het evenement door de media al snel gebombardeerd tot Mini Grand Prix.
Vanaf 1976 pakte de RAM helemaal groots uit in de 500cc. Door de groeiende populariteit van het evenement kwamen er steeds meer inkomsten van toeschouwers en sponsoring binnen. De Nederlandse favorieten Hartog en Van Dulmen moesten het opnemen tegen onder andere Länsiviuori, Marco Lucchinelli, Patrick Fernandez, Alex George en Pat Hennen, die later dat jaar de eerste Amerikaanse Grand Prix-winnaar zou worden. Hartog versloeg ze allemaal. Maar om deze rijders naar een stratencircuit in Raalte te krijgen, kwam heel wat regelwerk en een goed netwerk bij kijken. MOTO73 – sinds het begin van het motorblad in 1973 gevestigd in Raalte – speelde een belangrijke rol bij het contracteren van de rijders. MOTO73-hoofdredacteur Coen Verburg had een uitstekend netwerk en werkte goed samen met Henk Aa, die namens organisator RAM rijders mocht contracteren.
De portemonnee was goed gevuld, want de RAM had in de hoogtijdagen – naar eigen zeggen – een budget van 500.000 gulden (zo’n €275.000) om rijders voor het evenement aan te trekken. Aa was een goede zakenman en eigenaar van het in Raalte gevestigde familiebedrijf Beaphar, een fabrikant van geneesmiddelen, verzorgingsproducten en voeding voor huisdieren. Verburg en Aa gingen praktisch ieder jaar naar de Grand Prix van Oostenrijk, die traditiegetrouw vroeg in het seizoen op de kalender stond. Op de Salzburgring deed Verburg de introductie, waarnaar Aa de onderhandelingen met de rijders voor deelname aan de Raalte Races kon voeren. Het bleek een succesformule gezien het grote aantal wereldtoppers die zij in de tweede helft van de jaren 70 en begin jaren 80 wisten aan te trekken.
Ook stonden veel internationale coureurs in de rij om in Raalte te mogen racen. Deelname aan de Internationale Raalte Races – met het liefst natuurlijk een goede uitslag – stond goed op het cv van de rijders. In die tijd waren er namelijk nog geen permanente startplekken in de Grand Prix, waardoor iedereen zich gedurende het seizoen moest blijven bewijzen. In ruil voor de diensten van Verburg werden alle motoren tijdens de Raalte Races voorzien van een MOTO73-sticker. Dit leverde zeker bij het 500cc Yamaha- en Suzuki-fabrieksteam – vanwege commerciële belangen – nog wel eens discussie op. Maar uiteindelijk gingen de rijders toch van start met een MOTO73-sticker op de kuip.
Henk Aa legde in de ‘informatiekrant’ voor de races in 1978 de werkwijze van het contracteren van rijders uit: ‘In gesprek met de rijders gaan zij vaak iets overvragen. De kunst is om een zodanig aanbod te doen, zodat de coureur en de penningmeester van de RAM tevreden zijn. Wanneer een coureur akkoord heeft gegeven, moet er wanneer het een fabrieksrijder betreft nog onderhandeld worden met de teammanager. De coureurs rijden vaak op peperduur fabrieksmateriaal en de kunst is om ook de teammanager te overtuigen. Gelukkig heb ik hulp van MOTO73-hoofdredacteur Coen Verburg, die zijn steentje bijdraagt om de rijder en zijn teammanager sneller zijn ja-woord te laten geven. Na akkoord volgt het invullen van de formaliteiten. Na het opmaken van het contract wordt aan de federatie van de desbetreffende coureur toestemming gevraagd voor de start. De onderhandelingen zijn meestal in het Engels, Duits of Frans. Met Italianen gaat het gesprek vaak met handen en voeten, omdat zij vaak geen andere taal dan Italiaans machtig zijn.’
1 van 2
Moto73 redacteur Frits Overmars plakt een sticker van het motorblad op de kuip van de fabrieks-Yamaha van Steve Baker in 1977..
1977: De geboorte van De Grote Drie
Het startveld werd steeds indrukwekkender. In 1977 kwam de Amerikaan Steve Baker op zijn fabrieks-Yamaha in actie op de Luttenbergring. De Yamaha-fabriek zal deze deelname nog lang bij zijn gebleven, want de Amerikaan crashte hard bij het uitkomen van de Timmerbocht waarbij zijn motor door de lucht vloog. Ondanks een 750cc-wereldtitel en een tweede plek in het 500cc-wereldkampioenschap kreeg Baker geen Yamaha-contract voor 1978. De ‘onnodige’ crash in Raalte en bijbehorende schade zal daar geen positieve bijdrage aan hebben geleverd.
In 1978 staat Baker opnieuw aan de start, maar nu als een Suzuki-coureur in misschien wel het sterkste 500cc-startveld tijdens de Raalte Races. Hij moest het – naast de Nederlandse toppers Hartog, Van Dulmen en Middelburg – opnemen tegen onder andere Johnny Cecotto, Virgino Ferrari, Takazumi Katayama, Christian Estori en Länsiviuri. Maar Hartog was opnieuw het sterkste in beide races, wat tevens zijn laatste overwinningen in Raalte zouden zijn. In de 50cc was er nog een opvallend moment, waarbij de Van Veen Kreidlers’s van Eugenio Lazzarini en Stefan Dörflinger (zie foto’s) bij een gezamenlijke crash compleet werden afgeschreven. In totaal kwamen er rijders uit zeventien verschillende landen aan de start in de editie van 1978.
Een jaar later weet de RAM publiekslieveling Barry Sheene te strikken. In de eerste manche werd Sheene ‘slechts’ derde. Middelburg won voor de eerste keer in Raalte. Hartog werd tweede en Van Dulmen vierde. Middelburg was – net als Hartog en Van Dulmen ook doorgegroeid tot een internationaal topcoureur en daarmee waren ‘De Grote Drie’ geboren. Sheene won wel de tweede race. De overige winnaars Kork Ballington (350cc), Patrick Fernandez (250cc), Hans Müller (125cc) en Dörflinger (50cc) gaven aan hoe sterk en internationaal het startveld anno 1979 was. De toeschouwersaantallen bleven maar groeien. Tijdens de hoogtijdagen eind jaren 70 en begin jaren 80 kwamen er zo’n 35.000 tot 40.000 bezoekers naar het stratencircuit in Raalte. Naast de actie op de baan was het ook uniek dat de fans een kijkje konden nemen in het rennerskwartier dat zich in een weiland bevond. Zo konden de toeschouwers van dichtbij zien hoe er bijvoorbeeld aan een 500cc fabrieks-Yamaha of -Suzuki werd gesleuteld.
1 van 13
De start van 500cc-klasse tijdens de Raalte Races in 1979 met Jack Middelburg (1), Wil Hartog (8), Barry Sheene (7), Boet van Dulmen (12) en Mike Baldwin (14).
Wil Hartog was van 1973 t/m 1978 ongeslagen op de Luttenbergring. De Witte Reus won negen 500cc races.
De crash van Steve Baker tijdens de wegraces van 1977. ..
...Na de crash kan een jonge toeschouwer de schade aan de fabrieks-Yamaha van dichtbij bekijken.
Moto73 hoofdredacteur Coen Verburg (links) speelde een belangrijke rol in het aantrekken van de GP-sterren voor de Raalte Races. Op de foto is hij in gesprek met Marco Lucchinelli (midden) en Teuvo Länsiviouri (rechts).
De Raalte Races – of beter gezegd de Mini Grand Prix van Raalte – waren voor de toeschouwers een unieke kans om de fabrieksmotoren van dichtbij te bekijken.
Johnny Cecotto was ook één van de Grand Prix sterren die in Raalte heeft gereden. De Venezolaan was er in 1978.
Eugenio Lazzarini (achter) en Stefan Dörflinger (voor) kwamen maar kort in actie tijdens Raalte Races van 1978. De twee 50cc Van Veen Kreidler’s eindigden “door midden” na een gezamenlijke crash.
Ook in de andere raceklassen reden er volop Grand Prix sterren in Raalte, zoals viervoudig wereldkampioen Kork Ballington. De Zuid-Afrikaan won de 350cc wedstrijd in 1979.
Barry Sheene - de populairste coureur uit zijn generatie - kwam in 1979 en 1983 naar Raalte. De Brit werd 500cc wereldkampioen in 1976 en 1977.
De stem van Jaap Timmer zal voor eeuwig verbonden blijven aan de Mini Grand Prix van Raalte.
1980: Wheelies langs de hoofdtribune
Het meest legendarische duel in de Raalte Races werd gestreden in 1980. De RAM had Graziano Rossi – de vader van Valentino – gecontracteerd. Nadat Middelburg overtuigend de eerste race had gewonnen, werd de tweede manche voor het publiek fantastisch. Middelburg en Rossi haalden elkaar voortdurend in. En de Italiaan trakteerde het publiek constant op wheelies langs de hoofdtribune. Natuurlijk wilden de rijders graag winnen in Raalte, maar door de organisatie werd er zeker met de buitenlandse 500cc-rijders ook wel afgesproken om er een spectaculaire race van te maken. En dat deed Rossi perfect. Middelburg won tweemaal, terwijl Hartog en Van Dulmen geblesseerd waren. Maar Rossi stal door zijn show de harten van de toeschouwers, zoals zijn zoon Valentino dat later in de Grand Prix ook zou doen.
Dat het niet alleen maar show was, werd in 1981 duidelijk. Anton Mang en Jon Ekerold streden dat jaar voor de 350cc-wereldtitel en kwamen beiden in actie in Raalte. Ekerold was regerend wereldkampioen en wilde aan Mang laten zien wie het sterkste was. De Zuid-Afrikaan reed in de slotfase iets weg, maar ging in de voorlaatste ronde hard onderuit. Mang zag het voor zijn neus gebeuren. Ekerold brak zijn enkel op zeven plaatsen en zijn kansen op prolongatie van de wereldtitel waren verkeken. In de 500cc kwam de latere wereldkampioen Lucchinelli – voor de zoveelste keer – in Raalte aan de start. Het werd een mooie strijd tussen Van Dulmen en de Italiaan. Middelbrug was vanwege een blessure afwezig en Hartog was net gestopt. Van Dulmen won tweemaal van Lucchinelli en zette ook het ronderecord op deze layout van de Luttenbergring. ‘Den Boet’ zou in de jaren 80 veruit de meeste 500cc-races in Raalte winnen, zoals Hartog dat in de jaren 70 had gedaan.
In 1982 stond opnieuw de latere 500cc-wereldkampioen aan de start. Franco Uncini was ook al in 1981 naar Raalte gekomen, maar kon toen niet met de snelste rijders mee. Een jaar later was dat anders. In wisselende weeromstandigheden streed de Italiaan met Middelburg en Van Dulmen voor de dagzege. Middelburg werd de eindwinnaar. De layout van het circuit was voor de editie van 1982 iets aangepast. Er was een extra chicane toegevoegd en de RAM legde daarbij eigenhandig – met toestemming van de gemeente – een parallelweg aan. De AA-chicane – die het circuit wat langzamer maakte – werd vernoemd naar RAM-voorzitter Bernard Aa, de vader van Henk. Daarnaast investeerde RAM jaarlijks flink in het circuit om het veiliger te maken. Denk aan het droogleggen van sloten tot het weghalen van bomen op cruciale punten. De Zwitser Bruno Kneubühler werd overigens de eerste internationale coureur die tien keer zou deelnemen aan de Raalte Races.
1 van 7
Schitterend! Jack Middelburg op weg naar start-finish in 1980.
Het beeld dat de toeschouwers van de Raalte Races in 1980 nog goed zullen herinneren: de wheelies van Graziano Rossi.
Jon Ekerold (2) gaat tijdens de 350cc race in 1981 onderuit en breekt zijn enkel op zeven plaatsen. Zijn concurrent Toni Mang (1) wint niet alleen in Raalte, maar heeft door Ekerold’s blessure ook een vrije doortocht naar de wereldtitel.
Boet van Dulmen (1) en Marco Lucchinelli (2) steelden de show in 1981. In de achtergrond Willem Zoet (4) en Henk de Vries (8).
Het 500cc podium in 1982 met Franco Uncini (links), winnaar Jack Middelburg (midden) en Boet van Dulmen (rechts)
1983: Een ongebroken baanrecord
Toch stond er nog wel een boom in de weg voor Middelburg in 1983. In deze periode was de rivaliteit tussen Van Dulmen en Middelburg door diverse gebeurtenissen enorm. Het duo wilde dan ook niet voor elkaar onderdoen in Raalte. Dat de twee Nederlandse GP-sterren elkaar opjaagden was te zien aan het feit dat Van Dulmen een baanrecord neerzette die nooit meer verbroken zou worden. Zo heeft Van Dulmen – nog steeds – de snelste raceronde van beide layouts op zijn naam. Het duel eindigde in een crash voor ‘Jumping Jack’ waarbij zijn motor via een boom op zijn been belandde. Hij moest de tweede manche laten schieten. Het zou het laatste optreden van Middelburg in Raalte zijn. Op 3 april 1984 overleed Middelburg aan de gevolgen van een crash in Tolbert. Ook Sheene kwam tijdens deze editie aan de start. De Brit zat in de nadagen van zijn carrière en kon zich niet bemoeien met de podiumplaatsen.
In de 125cc won Hans Müller voor de laatste keer in Raalte. De Zwitser voelde zich uitstekend thuis op de Luttenbergring en won vanaf 1977 zes van de zeven 125cc-races.
In de 250cc – die werd gewonnen door Christian Sarron – stonden genoeg wereldtoppers aan de start, maar ging het vooral om de rijders die afwezig waren. Het bleek het begin van het einde van de Mini Grand Prix te zijn. Wereldkampioenen van 1982 Nieto (125cc) en Jean-Louis Tournadre (250cc) waren aangekondigd en stonden zelfs op de startlijst, maar kwamen om verschillende redenen niet naar Raalte. Het werd steeds lastiger om rijders te contracteren. De GP-sterren vroegen steeds meer geld en de fabrieken lieten het steeds minder toe dat hun rijders aan dergelijke evenementen op stratencircuits mochten deelnemen. In 1984 was nog wel Raymond Roche – die later dat jaar derde zou worden in het 500cc-wereldkampioenschap – aanwezig, net als Carlos Lavado – wereldkampioen van 1983 – in de 250cc van de partij. Het werd de laatste editie die als Mini Grand Prix bestempeld kon worden. Het weer viel wat tegen en de publieke belangstelling werd minder. Van Dulmen bleef tussen 1983 en zijn laatste deelname in 1986 ongeslagen in Raalte. Vanaf 1985 had de coureur uit Ammerzoden geen tegenstand meer van toprijders uit het wereldkampioenschap. In de 250cc kwamen nog wel enkele internationale toprijders aan de start, maar dat was niet genoeg om het publiek massaal naar Raalte te laten komen.
Carlos Lavado werd 250cc wereldkampioen in 1983en werd door organisator RAM in 1984 gecontracteerd voor de Raalte Races.
1986: In zwaar weer
De bezoekersaantallen daalden snel. Binnen een paar jaar kwamen er nog ‘slechts’ zo’n 10.000 mensen naar de Raalte Races. De RAM besloot het vanaf 1986 over een andere boeg te gooien. De solo-klassen werden een nationale race, aangevuld met enkele internationale privérijders. De focus werd verlegd naar de zijspannen, waar de grootste tegenstanders van Egbert Streuer en Bernard Schnieders uit het wereldkampioenschap werden gecontracteerd. Het gewenste effect met de komst van combinaties van Rolf Biland en Kurt Waltisperg, Steve Webster met Tony Hewitt en Alain Michel met Jean-Marc Fresc bleef uit. Ook kreeg de organisatie een aantal jaar op rij te kampen met slecht weer.
Na de races van 1989 besloot de RAM te stoppen met de Raalte Races. Een einde van een evenement, dat slechts enkele jaren daarvoor nog bekend stond als een Mini Grand Prix.
In 1997 werd er door een nieuwe stichting – Stichting Wegraces op de Luttenbergring – geprobeerd om nieuw leven in het evenement te blazen. Er werd vanaf dat moment in tegengestelde richting ten opzichte van de gouden jaren gereden. Een aantal jaar werden er races voor het Open Nederlands Kampioenschap georganiseerd. De snelheid van de moderne motoren kwam steeds hoger te liggen, waardoor er ook steeds grotere aanpassingen werden gevraagd om het circuit enigszins veilig te houden. Nadat er al een aantal incidenten waren voorgevallen, ging het in 2003 helemaal mis. De Belg Ivan Batens kwam hard ten val en zou aan zijn verwondingen overlijden. In 2004 was de opkomst qua rijders – door de dalende populariteit van stratencircuits – erg matig en viel het doek voor het evenement.
Toch wordt er tegenwoordig weer gereden op Luttenbergring tijdens de jaarlijkse Classic Race Demonstratie. Sinds 2019 heeft Stichting Behoud Luttenbergring de handschoen opgepakt. Zo blijft de Luttenbergring – een icoon in de Nederlandse en internationale motorsportgeschiedenis – toch behouden. De 2024-editie van de klassieke demonstratieraces staat gepland op zaterdag 15 juni, net zoals tijdens de Mini-Grand Prix; twee weken voor de TT Assen.
Het laatste 500cc-duel met GP-sterren in Raalte. In 1984 kreeg Boet van Dulmen (voor) tegenstand van Raymond Roche (achter). De toeschouwers genieten zichtbaar van de strijd.
Foto’s: Henk Keulemans
Unieke foto-expositie
Tijdens de Classic Race Demonstratie op de Luttenbergring is er een unieke fototentoonstelling over de historie van de Internationale Raalte Races, georganiseerd door Raalter Automobiel- en Motorclub (RAM). De expositie zal vrijdag 14 juni – een dag voor het evenement – feestelijk worden geopend, waarbij de RAM voornemens is om tevens een reünie met internationale en nationale rijders van weleer te organiseren. Tijdens de Stöppelhaene Oogstfeesten in Raalte (eind augustus) zullen de unieke foto’s nogmaals worden geëxposeerd.
Had mij een paar jaar geleden gevraagd hoe de TT-maand juni nog beter zou kunnen worden en ik had geen antwoord gehad. Sterker nog, als je mij vlak voor de aankondiging van ons allereerste RIDERS Festival had gevraagd hoe we deze maand nog beter konden maken, had ik het nog steeds niet geweten. Maar sinds zondag 2 juni, rond een uur of vijf ’s middags, weet ik het zeker: het kan dus echt nog veel beter! Dat was namelijk het moment waarop we de eerste editie van het RIDERS Festival afsloten. En ik durf nu al wel te zeggen dat dit niet de laatste editie zal zijn. Wat er allemaal te doen en te zien was, hoef ik hier niet op te sommen – dat lees je hier. Maar er is één ding dat ik hier wel wil benadrukken: het enthousiasme van onze Motor.NL-abonnees. Ik spreek regelmatig veel van jullie via de mail, maar dat is toch echt niets vergeleken bij een persoonlijk gesprek. Dat bleek begin juni in het Autotron wel. Niets is leuker dan de mensen te spreken die lezen waar wij als team zoveel energie, plezier – en ja, ook tijd – in steken. Hoeveel testritten er ook gereden werden, hoe goed de muziek ook klonk en hoe gezellig het overal was, de gesprekken met jullie hebben mijn weekend echt gemaakt. Dank daarvoor! Beginnen met ons eigen feest en afsluiten met een groot feest op Assen. Dat kan een mens echt gelukkig maken.
Ervaar de sensatie van de MotoGP, met ’s werelds beste en snelste motorrijders. Geniet van heerlijk eten en drinken, bekijk de actie comfortabel vanaf de overdekte tribune of vanaf het zonneterras en maak ook nog eens kans op een exclusieve rondleiding door de MotoGP-paddock.
Boek hier je unieke VIP-arrangement wat normaliter alleen voor relaties en sponsors is voorbehouden. Grijp deze kans en beleef de TT als nooit tevoren.
Als gast van het TT Holland House parkeer je jouw motor (of auto…) al vroeg in de morgen op de VIP-parking nabij de paddock en begin je de dag met een heerlijk ontbijtbuffet. Het TT Holland House is tijdens de Motul TT Assen gesitueerd in de paddock van het TT Circuit. Je staat praktisch op de ‘Oude Veenslang’, een strook die vroeger deel uitmaakte van het circuit waar oud-rijders nog altijd vol ontzag over praten. Natuurlijk is het genieten als de rijders aan je voorbijgaan en jij tussendoor geniet van een uitgebreide lunch en tussendoor van een variatie aan hapjes en drankjes uit het Hollandse assortiment in de Open Bar.
Fantastisch uitzicht
Vanaf de TT Holland House-tribune heb je een fantastisch panoramazicht op onder andere de Veenslang, Stekkenwal, de Bult, Meeuwenmeer en de fameuze Ramshoek. Daarnaast staat er voor de tribune ook nog eens een groot videoscherm waardoor je echt helemaal niets hoeft te missen van de actie op het beroemde circuit van Assen.
De prijzen
De ticketprijzen voor het TT Holland House zijn: vrijdag 28 juni €180; zaterdag 29 juni €275; zondag 30 juni €460; passe-partout (28-30 juni) €685. Genoemde prijzen zijn per persoon en excl. BTW. Check voor alle informatie www.tthollandhouse.com.
The Bikeriders, met in de hoofdrollen Austin Butler, Jodie Comer, Tom Hardy en Norman Reedus, volgt de opkomst van een motorclub uit het midwesten van de Verenigde Staten, de Vandals. Gezien door de ogen van de leden, evolueert de club in de loop van tien jaar van een verzamelplaats voor outsiders naar een meer sinistere bende, die de unieke manier van leven van de oorspronkelijke groep bedreigt.
Heel veel testritten, spectaculaire activiteiten, goede muziek en vooral een fantastische sfeer. Zo kunnen we de eerste editie van het RIDERS Festival op 1 en 2 juni 2024 in het Autotron Rosmalen het best samenvatten. Een editie die naar meer smaakt, veel meer zelfs! En niet alleen bij ons, want met 12.000 motor – en muziekliefhebbers op zaterdag en zondag werd het eerste RIDERS Festival direct een van de best bezochte evenement van de Motor.NL Media Company ooit!
Hoe dichterbij het eerste RIDERS Festival kwam, hoe harder het soms leek te gaan regenen. Of onweren en regelmatig beide. Tot zaterdag 1 juni, de openingsdag van het evenement dat ooit begon als het Mega MotorTreffen. Het bleef de hele dag droog en dat bleek een soort van warming-up voor een nog betere zondag. Het maakte het RIDERS Festival 2024 af. De reacties van bezoekers waren overwegend lovend. Velen gaven aan volgend jaar zeker weer te komen en hoopten zelfs op een nog uitgebreider programma.
Binnenkort volgt meer informatie over de plannen voor RIDERS Festival 2025. Een ding is zeker: deze eerste succesvolle editie smaakt wat ons betreft naar meer, veel meer!
Hoe komt iemand die verknocht is aan het merk BSA ertoe om op een Harley-Davidson te gaan rijden? Ad van Boheemen heeft er een simpele uitleg voor. In 1994, toen hij zijn Harley-Davidson 883 Sportster kocht, was er in zijn optiek niets anders te koop wat aan zijn motorverwachtingen voldeed. De Sportster is volgens Ad desondanks een ‘halffabricaat’.
Ad verbouwde heel veel aan zijn Sportster en is van zijn motor gaan houden. Dat hij de Sportster na dertig jaar en 180.000 km nog steeds heeft zegt genoeg. Maar desondanks is hij toch nog het meest trots op de vier BSA’s die hij ook nog in zijn schuur heeft staan.
Man en motor
Naam
Ad van Boheemen
Woonplaats
Hoorn
Leeftijd
72 jaar
Beroep
gep. bouwkundige
Rijdt sinds
1970
Aangeschaft
1994
Nieuwprijs
circa €9.100
Dagwaarde
n.b.
Rijstijl
toer
Gebruik
allround
Brandstofverbruik
1:22
Olieverbruik
1:2500
Onderhoud
zelf/dealer
Bouwjaar
1993
Kilometerstand
180.416 km
1 van 3
In 1970 ging de nu 72-jarige Ad van Boheemen uit Hoorn op zoek naar zijn eerste motor, maar als middelbare scholier was zijn budget zeer beperkt. De film Easy Rider was een jaar eerder verschenen en dat had zo zijn invloed op motorrijders. Choppers raakten in trek en hij vond er eentje voor 850 gulden (zo’n 390 euro). Een tot chopper omgebouwde H-D Liberator. ‘Ik ben met die motor naar Zuid-Frankrijk gereden, maar vraag niet hoe. Bij de grens tussen België en Frankrijk vroeg de douane wat er in de jerrycan zat die ik achterop had gebonden. Nou, dat was mijn olievoorraad. En dat was nodig ook. Ik startte in Haarlem en moest in Antwerpen al een liter olie bijvullen. Die H-D ging snel weer de deur uit en met het geld dat ik ervoor kreeg kon ik een BSA A7 kopen. Een prima motor al was het aantal rij-uren ongeveer gelijk aan het aantal sleuteluren. Op zich geen ramp, want ik sleutel graag aan oude motoren. Om toch te kunnen blijven rijden kocht ik nog een BSA zodat ik er altijd eentje had die rijklaar was. Later heb ik in mijn vaders VW-busje Nederland afgestruind voor BSA-onderdelen. Op veel plekken waar ik toen kwam, kreeg ik het materiaal gratis mee. Op één plek zelfs een complete motor in onderdelen. Ik raakte steeds meer verknocht aan BSA, zodanig dat ik in 1975 lid werd van de zojuist opgerichte Nederlandse BSA Owners Club. Vervolgens heb ik vijftien jaar, waarvan tien jaar als voorzitter, in het bestuur gezeten.’
Heb jij ook een marathonmotor?
Heeft jouw motor ook een respectabele kilometerstand bereikt en ken je de historie? Meld je dan aan voor een grondige inspectie door onze specialisten! Stuur een e-mail aan marathonmotor@mpsadventure.nl met je contactgegevens en informatie over je motor, zoals merk, type, bouwjaar en kilometerstand. Meer info is te vinden op mpsadventure.nl.
Halffabricaat
In 1994 was Ad naast zijn BSA’s op zoek naar een andere motor. ‘Ik zocht naar een nieuwe of bijna nieuwe twin in “sportstoer”-uitvoering met karakter. Helaas was de keuze niet groot: voor een BMW voelde ik me een halve eeuw te jong, een Ducati was me te sportief en te ingewikkeld met die desmo-koppen, de Guzzi-modellen van begin jaren 90 vond ik te sullig, de (net uitgekomen) Triumph Trident 750 had een cilinder te veel, Laverda en Norton bestonden niet meer en een Japanner kopen was geheel tegen mijn principe. Bleef over: een Harley-Davidson Sportster. Maar zo’n Sportster is in mijn beleving een halffabricaat Je moet er zelf nog een motor van maken. Wie bedenkt het om de nummerplaat zo hoog boven het achterlicht te plaatsen? Die hoort eronder te zitten. Ik vond een bijna nieuwe Sportster van een jaar oud met slechts 3.800 km op de teller. En toch werd ik al de derde eigenaar van deze Sportster. De eerste kwam sneller dan verwacht in aanmerking voor een woning, had geld nodig en verkocht de motor aan een jongedame die na een paar maanden opeens ging verhuizen en ook geld nodig had. Zij zette de Sportster te koop in Bigtwin. Ik heb de motor van haar gekocht. De motor was toen in originele staat. Na een ritje van een half uur op mijn nieuwe aanwinst had ik al pijn in mijn rug op dat rotding. Het stuur was te hoog, de voetsteunen stonden te ver naar voren, het zadel beviel me niet (ik zat met opgetrokken knieën op de motor) en het duozitje leek nergens op. En ik zat altijd met mijn rechterknie tegen het grote luchtfilter aan. Kortom, tijd voor een remake.’
1 van 6
De zijkoffers heeft de eigenaar helemaal zelf gefabriceerd en voldoen 30 jaar later nog prima.
De achterschokdempers zijn meerdere keren vervangen.
De getande aandrijfriem zou volgens het boekje pas na 80.000 vervangen hoeven te worden, maar de praktijk is anders (40.000 km).
Aluminium velgen en rvs spaken van Haan Wheels.
Het grote luchtfilterhuis heeft plaats gemaakt voor een filter van K&N.
Het aangepaste schakelmechanisme is van eigen makelij.
Aangepast
Wat betreft die remake ging Ad zeer grondig en voortvarend te werk. ‘Ik kocht de motor voor 3.000 gulden (zo’n 1.370 euro) onder de nieuwprijs. Ik had de valse hoop dat ik voor die 3.000 gulden mijn motor geheel eigen kon maken. Uiteindelijk kwam ik uit op een veelvoud daarvan. De Sportster moest zijn naam (Sport) eer aan doen. Het stuur ging d’r af en ik monteerde clip-ons en een klein stuurkuipje. Bij Haan Wheels werden nieuwe wielen (aluminium velgen en rvs-spaken) gemaakt, waarbij de originele 19inch-voorvelg en de 16inch-achtervelg plaats maakten voor 18inch-exemplaren. De remmen werden ook flink aangepakt: vierzuiger Billet-remklauw en stalen remleidingen. Voor een betere zit maakte ik in de stijl van mijn BSA’s een nieuw zadel. De positie van de voetsteunen zinde me totaal niet. Ook hiervoor heb ik een oplossing bedacht. Het (laten) maken van een nieuwe tank was een kostbare onderneming. Ik heb zelf een houten voorbeeld gemaakt waarmee tankbouwer Eric Casius aan de slag kon om een metalen exemplaar te maken. En dat is goed gelukt. Zelf heb ik van polyester twee zijkoffers gemaakt die na dertig jaar nog steeds prima voldoen. Wanneer me wordt gevraagd wat ik nog anders zou willen aan mijn motor dan is het antwoord “niets”. Want alles wat ik anders wilde heb ik al aangepast.’
Samen met zijn vrouw, die aanvankelijk ook BSA reed maar in 1996 een Cagiva River kocht, doorkruiste het tweetal grote delen van Europa. En met de komst van twee dochters bracht eerst een zijspan en later een aanhangwagentje uitkomst voor de bagage. ‘Zelfs met twee personen en een aanhanger haalde ik gemakkelijk een verbruik van 1:22. Het olieverbruik van de 883 Sportster is nooit buitensporig hoog geweest.’
1 van 3
De drie verschillende gedaantes van de H-D-Sportster van Ad van Boheemen...
Onderweg
Motorrijden is leuk, maar sleutelen en aanpassingen doen aan de motor vindt Ad van Boheemen misschien nog wel net zo leuk. Geen wonder dus dat Ad het meeste onderhoud aan zijn motoren zelf doet. ‘Mijn BSA-motoren kan ik bijna blindelings uit elkaar halen, maar met de Harley ligt dat toch iets anders. Ik doe wel bijna alles zelf, maar als ik er niet uit kom en onderdelen nodig heb dan ga ik naar Harley-dealer West Coast Motors in Alkmaar, waar ze me altijd prima helpen. Reparaties die regelmatig om de hoek komen kijken zijn kapotte achterschokdempers, kapotte of versleten aandrijfriem en veelvuldig vervangen van de remschijf voor. H-D schrijft voor de aandrijfriem iedere 80.000 km te vervangen, maar ik haal meestal niet eens de 40.000 km. Drie keer is de riem onderweg stuk gegaan. Toen dat in Denemarken tijdens een treffen gebeurde, had ik geluk; er was in de buurt een nieuwe op voorraad. Samen met een vriend heb ik die in drie kwartier gemonteerd, want gelukkig is de riem te monteren zonder dat je aan het frame moet schroeven. Eerder had ik al eens een steentje in de riem gehad, maar wonderwel is de riem toen niet geknapt. Een andere keer knapte de riem net voordat ik thuis was. Eentje meenemen is lastig, maar tijdens een trip door Spanje heb ik dat wel gedaan. Ik heb de riem toen om een van de koffers gebonden. Maar goed ook, want in de buurt van Barcelona knapte de riem.’
Als er problemen onderweg zijn dan weet Ad die meestal zelf op te lossen. Maar bij het ontbreken van de juiste onderdelen lukt dat niet. ‘In het voorjaar van 2005 ben ik een week naar Engeland geweest en kwam onderweg stil te staan door een gebrek aan (accu)spanning. De AA heeft me naar een immens grote Harley-dealer in Stockport gebracht, maar daar wilden ze mij niet helpen met als argument dat ze geen onderdelen op voorraad hadden. Ze wilden niet eens kijken wat er aan de hand was! Er zat niets anders op dan met de sneltrein naar Harwich te reizen. De ANWB heeft mijn motor enige tijd later thuisgebracht. Toen ik op zoek ging naar de oorzaak bleek de spanningsregelaar overleden. Met een nieuwe regelaar en een nieuwe accu had de Sportster er weer zin in. Ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat die sukkels in Engeland dit niet hebben kunnen of willen oplossen. Sindsdien neem ik op een reis naar het buitenland altijd een acculader mee.’
180.000+
Behalve problemen van mechanische aard is het ook wel eens misgegaan met motor en berijder. ‘Ik reed op de A2 bij Breukelen, dat weet ik nog, en werd wakker in het ziekenhuis. Zelf weet ik niet wat er is gebeurd. Ik heb later gehoord dat een paar automobilisten rare manoeuvres uithaalden waardoor ik in de problemen kwam. Met een lichte hersenschudding en drie gebroken ribben kwam ik er goed vanaf. Net als mijn motor, die slechts een deuk in de tank opliep. Omdat de tank toch opnieuw gespoten moest worden, heb ik toen de kleurstelling zwart-oranje, zoals die nu nog is, bedacht.’
De Sportster was voorzien van uitlaten die steeds meer lawaai maakten. Reden voor Ad om op zoek te gaan naar iemand die nieuwe uitlaten voor zijn motor kon maken. Een verbrande uitlaatklep zorgde in 2007 voor een onvoorziene kostenpost. Omdat er wat roest op het frame te zien was, besloot Ad het frame te laten poedercoaten en tegelijk de binnenpoten van de voorvork te vervangen. De laatste, wat grotere ingreep dateert alweer van 2019 toen na een reis van Gibraltar naar Nederland de koppeling kuren begon te vertonen. Met nieuwe koppelingsplaten was het probleem verholpen.
De kilometerteller van de Sportster staat op 77.000 km. ‘Daar moet dan uiteraard een één voor en omdat de teller om uiteenlopende redenen tijdens enkele reizen de geest heeft gegeven, ligt de werkelijke stand ruim boven de 180.000 km. Rijden zonder kilometerteller is lastig, vooral vanwege het plannen van tankstops.’
Harley-Davidson XLH 883 Sportster op de brug
Dat Ad van Boheemen op een frisse ochtend helemaal vanuit Hoorn naar de MOTO73-expert in Volkel moet komen deert hem niet. ‘Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel en handvatverwarming is voor watjes’. Daarmee is de toon gezet. Ad is letterlijk en figuurlijk een doorgewinterde motorrijder, zoveel is duidelijk. Maar rijden in de pekel probeert hij tot een minimum te beperken. ‘Voor het behoud van je motor kun je dat beter zo weinig mogelijk doen’, is de ervaring van Ad.
Na een kort proefritje merkt de MOTO73-expert op dat de motor heel soepel rijdt en dat het schakelen zonder bijgeluiden verloopt. ‘Als de motor koud is, hoor je wel een klik tijdens het schakelen. Maar eenmaal op temperatuur is dat geluid weg’, weet Ad.
Bij licht aanraken van de voorrem trilt de rem een beetje. Dat kan duiden op een kromme schijf, maar dat blijkt na controle niet het geval. Wel is de schijf op de ene plek net iets meer versleten dan op een andere plek. Dat veroorzaakt het trillen. Bij stevig inknijpen van de voorrem verdwijnt het trillen. De balhoofdlagers zijn in orde, net zoals de wiellagers voor en achter. Het motorblok is perfect oliedicht. ‘Ik heb een keer een lekke pakking van het verticaal deelbare carter gehad. Omdat ik nooit eerder een blok van een H-D open heb gehad, heb ik het blok wel zelf uitgebouwd maar voor reparatie toch hulp gezocht bij een motorzaakje in Zwaag. Dat heb ik ook gedaan toen de uitlaatkleppen vervangen moesten worden.’
Wanneer je de speling op het schakelpedaal voor lief neemt schakelt de Sportster soepel. De vering, achter zijn de schokdempers al meerdere keren vervangen, functioneert naar behoren. Roest is nergens te zien, wat natuurlijk komt doordat het frame opnieuw is gepoedercoat.
Voor de volledigheid wordt ook nog even de compressie gemeten. Die is dik in orde. Op elektrisch gebied steekt deze motor heel simpel in elkaar. Twee keer heeft de spanningsregelaar de geest gegeven. Dat leverde een keer een kapotte accu op. Er is technisch gezien niets mis met deze H-D in BSA-outfit.
Net als zijn BSA’s zal Ad deze Harley nooit van de hand doen. ‘Ik heb wel eens gedacht aan inruilen op een Buell S3 Thunderbolt. Reed prima, maar de Sportster heb ik helemaal MIJN motor gemaakt. En wat moet ik met bijna 100 pk? Daar zit ik echt niet op te wachten. Ik ben lid van drie motorclubs: BSA Owners, Sportster Owners en VIM (Vereniging Interessante Motorrijwielen) en ben ook nog actief als freelancejournalist voor een oldtimerblad. Daardoor staat mijn leven voor een groot deel in het teken van klassieke motoren. Dat bevalt me prima.’
Foto’s: Peter van der Sanden
Merkenclub
Er is geen specifieke Sportster-club maar er zijn in Nederland genoeg motorclubs waar je met je Harley-Davidson Sportster welkom bent. Er bestaat wel een Sportster Owners Netherlands forum: www.sportsters.nl.
Reparaties en problemen
4800 km Diverse aanpassingen zoals tank, zadel, schakelmechanisme, stuurkuipje, aluminium velgen en rvs spaken, remklauw en andere kleur 31.800 km Achterschokdempers vervangen 38.650 km Aandrijfriem vervangen 47.100 km Remschijf voor vervangen 68.250 km Remschijf voor vervangen 75.000 km Achterschokdempers vervangen 77.890 km Spanningsregelaar vervangen 78.200 km Aandrijfriem vervangen 93.000 km Verbrande uitlaatklep, remschijf voor en voorvorkpoten vervangen, frame laten poedercoaten 100.400 km Reparatie startmotor 113.400 km Aandrijfriem en spanningsregelaar vervangen 126.400 km Wiellagers voor vervangen 127.600 km Uitlaatkleppen vervangen 141.000 km Remschijf achter vervangen 143.000 km Remschijf voor en achterschokdemper vervangen 146.000 km Achterbruglagers vervangen 162.000 km Aandrijfriem vervangen 166.000 km Koppelingsplaten vervangen 176.000 km Reparatie startmotor
Richtprijzen bij motorzaak
Harley-Davidson Sportster-modellen zijn er in heel veel verschillende uitvoeringen en dan hebben we het nog niets eens over de aanpassingen die bezitters zelf hebben gedaan. Reken bij aanschaf op een bedrag van ergens tussen de 4.500 en 6.500 euro. Dat is relatief weinig voor een Harley-Davidson.
*betreft technische gegevens van een ‘normale’ Sportster, niet van de aangepaste Sportster in dit verhaal
Harley-Davidson XLH 883 Sportster: goed om te weten
De typeaanduiding ‘Sportster’ bestaat al sinds 1957. De letters ‘XL’ in de typeaanduiding verwijzen naar de Sportster. De Sportster-lijn, die de opvolger was van de KH900-zijklepper, hield het vol tot 2020. Vanwege de strengere Euro 5-norm kreeg de Sportster toen een nieuw blok (Revolution Max). De laatste blokwijziging daarvoor dateert van 1986 (Evo-blok). De Sportster is er niet alleen in 883cc-uitvoering maar ook als 1100cc-variant die in 1988 werd opgevolgd door een 1200cc-model. Natuurlijk zijn er vanaf 1957 technische aanpassingen gedaan. In 1967 werd de elektrische starter geïntroduceerd, in 1975 verhuisde de schakelpook van rechts naar links, 1986 nieuw Evo-blok als 883 cc en 1100 cc, 1988 1200cc-model,in 1991 maakt de vierbak plaats voor een vijfbak, in 1993 wordt de ketting vervangen door riemaandrijving, in 2004 een nieuw frame en in 2007 brandstofinjectie.
De weersgoden waren Kramolin in Tsjechië niet goed gezind. Op zaterdag was het circuit te slecht en werden in samenspraak met de FIM en de teams de kwalificaties afgelast.
Zondag begon droog, maar onder een hevige stortbui pakte Prümmer/Lebraton in de eerste heat de kopstart voor Sanders en Vanluchene. Prümmer bleek de koning van de modder, want hij liep uit en pakte glansrijk de overwinning. Hierachter waren het Sanders/Steegmans, die goed reden en hun tweede plek nooit meer weggaven. Achter Sanders kwam Vanluchene op plek drie binnen. WK-leiders Hermans/Van den Bogaart kenden een slechte start in de eerste heat en vielen later zelfs uit met versnellingsbak problemen.
In de tweede heat leek Hermans echter resoluut wraak te willen nemen en pakte een kopstart van jewelste! Hermans liep direct uit en er leek geen vuiltje aan de lucht, totdat er een grote steen klem kwam te zitten tussen het wiel en de voorvork van Hermans! Rondenlang waren ze bezig om de steen te verwijderen en opnieuw scoorde de pechvolle Hermans daardoor geen punten. Lielbardis nam zo de leiding over, met Vanluchene op het vinkentouw. Dit gevecht duurde tot het einde van de wedstrijd en werd in de laatste ronde beslist toen de jonge Lielbardis-broers onder de druk van Vanluchene bezweken. Lielbardis wilde te snel een achterblijver voorbij en raakte dit zijspan waardoor ze crashten! Koren op de molen voor Vanluchene/Janssens, die zo de eerste plek konden overnemen en niet alleen de tweede heat maar ook de Grand Prix wonnen. Lielbardis werd ondanks de crash nog tweede en verliet Kramolin toch tevreden in de wetenschap dat de WK-leiding weer in handen is met drie punten voorsprong op Vanluchene. Hermans is gezakt naar plek vier en heeft een achterstand van 32 punten op de leiders.
WMX Teutschenthal (D): Lotte van Drunen blijft op kop
Ook bij de vierde (van zeven) Grand Prix wist Lotte van Drunen op het podium te komen. De 16-jarige eindigde in Teutschenthal met één punt verschil als derde achter Larissa Papenmeier en Daniela Guillen, die beiden een eerste en een vierde plaats behaalden. De zege ging naar Papenmeier, omdat zij in de tweede manche voor Guillen eindigde. Van Drunen werd derde en tweede. In de WK-stand nam het verschil tussen haar en Guillen af van negen naar acht punten. Viervoudig wereldkampioenen Courtney Duncan moest in Duitsland verstek laten gaan, omdat zij enkele dagen voor de wedstrijd bij een training een knieblessure opliep. Het is nog niet zeker of ze er bij de volgende GP (Maggiora, 15 en 16 juni) weer bij kan zijn.
Een matige start in de eerste manche zette Lotte van Drunen in de beginfase op achterstand. Op de moeilijke en natte baan was ze bij de eerste doorkomst vijfde, maar ze slaagde er niet in aansluiting bij de koplopers te vinden, al wist ze zich nog wel twee plaatsen te verbeteren. De race op zondagmorgen was erg zwaar, omdat het ’s nachts hard had geregend. Ondanks een spinnend achterwiel bij de start wist Van Drunen tweede te worden.
Lynn Valk finishte als vijfde en derde en deelt in de WK-stand de derde plaats met Kiara Fontanesi. De achterstand op de koploopster is 42 punten. Danee Gelissen werd tiende en zesde. Shana van der Vlist werd negende in de eerste manche, maar kwam in de tweede race ten val. Daarbij raakte een schouder uit de kom. Omdat dit al eerder is gebeurd, heeft ze besloten zich te laten opereren.
Ook na de vierde Grand Prix gaat Lotte van Drunen aan de leiding.
EMX 125 en 250 Teutschenthal en Kegums (D-LV): Cas Valk in driestrijd
Na zes van de elf wedstrijden van de EMX250 ziet het ernaar uit dat de strijd om de titel een gevecht gaat worden tussen de Fransman Mathis Valin, Nijverdaller Cas Valk en de Italiaan Valerio Lata. Zij staan respectievelijk op 244, 231 en 225 punten. In Duitsland werd Valk totaal derde achter Valin en zijn landgenoot Maxime Grau. Op de zandbaan van Kegums ging de zege naar Valk, die op zaterdag zijn race won en op zondag derde werd. Hij eindigde één punt voor thuisrijder Karlis Alberts Reisulis, die twee keer tweede werd. Lata werd derde, Valin liet nogal wat punten liggen; hij behaalde dertien punten minder dan Valk.
Ivano van Erp reed een matige wedstrijd in Duitsland (elfde totaal), maar deed het met een derde en vierde plaats uitstekend in Letland. In de EK-stand bezet hij de vierde plaats, met een achterstand van 55 punten op plaats drie. Bradley Mesters voelde zich ook goed thuis in het zand van Kegums en kwam als vijftiende en zesde over de finish.
Ook de EMX125 is over de helft van het seizoen; zes van de elf wedstrijden zijn gereden. In deze klasse bezet Gyan Doensen de tweede plaats met een achterstand van 26 punten op Noel Zanocz. De Hongaar werd tweede en derde in Kegums. Daar stelde Doensen een tiende en tweede plaats tegenover, zodat de Hongaar zijn voorsprong met negen punten wist uit te bouwen. Dani Heitink kon zijn puntentotaal met dertien uitbreiden. Jayson van Drunen werd eenmaal achttiende. Pech was er voor Dex Kooiker die zijn heup uit de kom viel en een pols brak.
Ivano van Erp werd vierde in Kegums en is ook vierde in de EK-stand.
EK Grasbaan Bielefeld (D): helft finalisten bekend
De fikse regenbui kort voor de start van de tweede halve finale van het Europees kampioenschap grasbaanracen in Loppersum was er één te veel. De kleibaan werd onberijdbaar, zo maakten de coureurs na twee heats duidelijk. Er werd nog driftig overlegd, maar motoren kwamen niet meer in de baan. Flink balen voor de vele toeschouwers en de jubilerende MFAC Loppersum, die dit jaar vijftig jaar bestaat.
Met meer regen in het verschiet bleek het verplaatsen van de wedstrijd naar de zondag ook geen optie. De situatie bezorgt de verantwoordelijken bij de Europese motorbond flink wat kopzorgen. De finale staat al over vier weken gepland in het Franse Tayac.
Voor de deelnemers in Loppersum is onzekerheid nu troef. Slaagt de Europese motorbond er niet in tijdig een andere organisator te vinden, dan zal invulling van de resterende startplekken door de landelijke bonden gedaan moeten worden. ‘Dan is het de vraag; hoe veel plekken krijgen we en wie gunnen ze het?’, zegt Henry van der Steen, die samen met Dave Meijerink, Kevin Glorie en Romano Hummel in Loppersum probeerde een ticket voor de finale te verdienen. Regerend Europees kampioen Romano Hummel lijkt zeker van een startplek, maar voor de overige Nederlaners wordt het nagelbijten.
Te meer omdat een week eerder in het in het Duitse Bielefeld de eerste halve finale wel tot een goed eind gebracht kon worden. Daar plaatsten met Mika Meijer (zesde) en William Kruit (negende) al twee Nederlanders zich voor de eindstrijd. Nigel Hummel begon sterk aan de wedstrijd, maar blesseerde zich in zijn derde rit aan de knie. Het neefje van Romano is nu reserve in Frankrijk.
Kort door de bocht
De Hongaarse ronde van het WorldSBL (gepland eind augustus) gaat niet door. Als vervangende wedstrijd wordt van 11-13 oktober in het Portugese Estoril gereden.
Op 75-jarige leeftijd is Wolfgang Srb overleden. De Oostenrijker kwam in 1984 in de Motocross Commissie van de FIM, werd vijf jaar later vice-voorzitter en was van 1989 tot 2014 voorzitter en later directeur. Ook was hij vier jaar vice-voorzitter van FIM Europe en vervolgens vier jaar voorzitter. Onder het bewind van Srb zijn in samenwerking met promotor Giuseppe Lungo de motorcross-GP’s enorm geprofessionaliseerd.
Jan de Troije is op 82-jarige leeftijd overleden. Veel crossers hebben bij hem getraind om hun conditie te verbeteren. Ook begeleidde hij veel Zesdaagse-rijders.
Melvin van der Voort is als tweede en derde gefinisht tijdens de tweede ronde van het Spaanse ESBK Supersport kampioenschap dat werd verreden in Valencia. Na vier races staat de 18-jarige coureur uit Ede op een tweede plaats.
Een dubbele winst voor Jeffrey Buis tijdens de IDM Supersport 300 ronde in Oschersleben. Buis gebruikte het evenement om ritme op te doen voor de aankomende WK-races. Ook was er een podiumplaats voor Ruben Bijman. Twan Smits streed tijdens de IDM Supersport-races in de voorste gelederen, maar kwam tweemaal ten val. Tom Kuil werd met een vierde en zevende plaats de beste Nederlander in de Northern Talent Cup.
YART-Yamaha – met Niccolò Canepa, Marvin Fritz en Karel Hanika – heeft de 8 uurs race voor het WK Endurance op Spa-Francorchamps gewonnen. Milan Merckelbagh eindigde met JMA Racing Action Bike als elfde in de Superstock-klasse. Wayne Tessels streed met ChromeBurner RAC41 Honda voor de winst in de Superstock-klasse, maar viel na vier uur met technische problemen uit.
Stephan Weijers/Han van Hal hebben in Varsseveld verrassend de ONK Zijspancross in Varsseveld gewonnen. In de eerste heat was er kopstart voor Leferink, maar in de tweede ronde ging men kortstondig op de kant waardoor Weijers de eerste plek kon overnemen en de heatwinst wist te pakken. Van Werven/Van der Wiel werden knap tweede en de broers Leferink kwamen alsnog op drie binnen. Hermans/Van den Bogaart zaten ook in de kopgroep, maar vielen uit met een hevig rokende machine. In de tweede heat stelde Hermans orde op zaken. Gestart van plek vier reed Hermans dominant naar de overwinning. Wijers werd knap tweede en pakte hiermee de totaalwinst. De broers Leferink pakten de derde stek en werden in totaal tweede. Kopstarter Van Werven werd vierde en pakte zo in totaal de derde plek.
Willow Springs Raceway, een legendarisch circuit in de Verenigde Staten, staat te koop. Het circuit, dat op ongeveer een uur rijden van Los Angeles ligt, is een belangrijk onderdeel van de motorsportgeschiedenis. Sinds de opening in 1953 heeft het talloze races georganiseerd en diende het zelfs als testcircuit voor de iconische AC Cobra.
Met een lengte van ruim 4 kilometer is de lay-out van het circuit in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Hierdoor biedt Willow Springs een authentieke race-ervaring die teruggrijpt naar het gouden tijdperk van de motorsport.
Naast het hoofdcircuit omvat het complex ook zes kleinere circuits, camperplaatsen, een restaurant, bandenwinkels, garages en een eigen tankstation. Hoewel de exacte vraagprijs niet bekend is gemaakt, wordt geschat dat het circuit voor ongeveer 2,25 miljoen dollar (2,08 miljoen euro) van eigenaar kan wisselen. Gezien de legendarische status en alle faciliteiten is dit een relatief betaalbaar bedrag.
Voor motorliefhebbers met voldoende financiële middelen biedt de verkoop van Willow Springs Raceway een unieke kans om een stuk racegeschiedenis in handen te krijgen. Geïnteresseerden kunnen via de advertentie contact opnemen voor meer informatie.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.