Yamaha heeft een veelbelovend patent gepubliceerd voor een elektrisch ondersteunde turbolader voor motorfietsen. Deze E-Turbo combineert een conventionele uitlaatgasturbo met een elektromotor om een van de grootste nadelen van turbomotoren aan te pakken: de beruchte turbolag. Het systeem verschilt wezenlijk van Honda’s recent gepresenteerde E-Compressor en biedt een andere aanpak dan de mechanische compressor die Kawasaki in zijn H2-modellen gebruikt.
De technologie richt zich op het verbeteren van zowel prestaties als efficiëntie, twee eigenschappen die bij motorfietsen cruciaal zijn. Door een turbolader te combineren met elektrische ondersteuning wil Yamaha de voordelen van downsizing benutten – kleinere motorinhoud met lagere emissies – zonder in te leveren op de directe gasrespons die motorrijders waarderen.
Hoewel het patent alleen de basis van het idee beschrijft, kunnen we beredeneren hoe het systeem zou functioneren. De elektromotor, waarschijnlijk met een vermogen tussen 5 en 15 kW, helpt de turbo sneller op toeren te komen. Dit elimineert effectief de vertraging tussen het openen van het gas en het opbouwen van turbodruк die bij conventionele turbo’s bestaat.
De patenten zijn gericht op de bedrading en de stroom die de turbo van Yamaha zal aandrijven.
De verwachte relatieve druк van 0,3 tot 0,7 bar zou een aanzienlijke vermogenstoename kunnen leveren zonder de motor overmatig te belasten. Voor de constructie zullen waarschijnlijk hittebestendige legeringen zoals Inconel voor de turbineschoepen worden gebruikt, terwijl het huis uit lichtgewicht maar sterke materialen zoals aluminium kan bestaan.
Een van de grootste voordelen van dit systeem is de verbeterde controle en het rijgevoel:
Directere gasrespons zonder merkbare vertraging
Gelijkmatigere vermogensopbouw over het hele toerenbereik
Verhoogde controle door nauwkeurigere regeling van de turbodruk
Daarnaast maakt de E-Turbo effectief downsizing mogelijk. Yamaha zou kleinere motoren kunnen ontwikkelen die dankzij de turbo toch krachtig zijn, maar tegelijkertijd zuiniger en schoner. Schattingen suggereren dat de brandstofefficiëntie met 10-15% zou kunnen verbeteren, terwijl de CO2-uitstoot tot 20% kan dalen.
Potentiële toepassingen in het Yamaha-gamma
Het E-Turbo-systeem zou in verschillende Yamaha-motoren kunnen worden toegepast. Bijzonder geschikte kandidaten zijn:
De tweecilinders uit de MT-07 of Ténéré 700, die aanzienlijk meer vermogen zouden kunnen krijgen zonder veel extra gewicht of complexiteit
De CP3-driecilinder uit de MT-09 of Tracer 9 GT, waar elektrische ondersteuning de respons bij lage toerentallen zou verbeteren
Zelfs de viercilinders uit de R1 of MT-10 zouden kunnen profiteren van verbeterde rijeigenschappen en potentieel lagere brandstofverbruik
Historische context en marktkansen
Turbomotorfietsen hadden in het verleden moeite zich te vestigen op de markt. Modellen uit de jaren 80 zoals de Honda CX500 Turbo, Kawasaki GPz750 Turbo en Yamaha’s eigen XJ650 Turbo leden onder onvoorspelbaar rijgedrag door turbolag en onharmonische vermogensafgifte. De Kawasaki GPz750 Turbo leverde bijvoorbeeld een indrukwekkende 112 pk, maar het onvoorspelbare turbogat maakte hem voor veel rijders moeilijk te beheersen.
Momenteel zijn er geen seriemotorfietsen met turbo’s op de markt, met uitzondering van Kawasaki’s H2-modellen die een mechanische compressor gebruiken – een fundamenteel verschil. Yamaha’s E-Turbo zou een nieuwe kans voor turbomotorfietsen kunnen betekenen.
Of we een verlengd weekend naar Catalonië willen afzakken voor het evenement ‘100 Colls’, waarbij we in 48 uur zoveel mogelijk cols oftewel bergpassen moeten passeren. Ja hoor, heel graag! Vorig jaar deden we ook mee, dus dit jaar moet beter. Vorig jaar kregen we veel te veel regen en slecht weer op onze helm, dus dat moet dit jaar ook beter. Een leidraad, met hoogte- en dieptepunten, wat er goed en wat er mis ging, en wat je zoal meemaakt in zo’n weekend.
100 Colls? Wat is dat eigenlijk?
In het laatste weekend van april komen ongeveer 200 motorrijders samen in het zuiden van Frankrijk en Catalonië. Samen, maar ook apart, want iedere rijder heeft op voorhand een geografische – papier – kaart gekregen waarop een honderdtal cols staan aangeduid. Iedere col heeft een moeilijkheidsgraad (groen, blauw, rood, zwart) en een evenredig puntenaantal. De bedoeling is zeer simpel: verzamel zoveel mogelijk punten van vrijdag 13u00 tot 21u00, zaterdag 07u00 tot 21u00 en zondag 07u00 tot 13u00. Kortom: 48 uur, exclusief de nachten, om het uiterste uit mens en machine te halen. Je moet het maar willen… Los van het competitieverband is er geen enkele verplichting om al die uren ook daadwerkelijk op de motor te zitten. Wil je ’s morgens lekker uitslapen en pas om 09u00 vertrekken? Geen probleem. ’s Middags uitgebreid lunchen? Doe maar. Om 18u00 de motor op de hotelparking zetten? Alles kan.
1 van 3
Met welke motor reden we?
Een hele belangrijke, want ga je voor een lichte naked die makkelijk over de vele bergpassen stuurt, of hou je meer van comfort op een dikke toermotor? Voor ons was het belangrijkste: de actieradius. Dus gingen we naarstig op zoek naar de motor waarmee je het meeste aantal kilometers op één benzinetank kunt rijden. Omdat je geen megavermogen nodig hebt om vlot te kunnen rijden, dachten we eerst aan een lichte tweecilinder zoals een Kawasaki Versys 650 of Yamaha Tracer 7. Maar de actieradius was te beperkt. De Rieju Aventura 500 zou een ideale kompaan geweest zijn, met zijn radius van meer dan 1.000 km, maar is met zijn 47 pk wat onderbemeten voor dit zware werk. En dus kom je al snel uit bij het gebruikelijke rijtje: BMW R 1300 GS Adventure, Honda Africa Twin, Yamaha Ténéré 700 World Raid… Zowel de GS Adventure als de Triumph Tiger 1200 GT Explorer hebben een 30-litertank, wat veel meer is dan de voornoemde Japanse modellen en de BMW verbruikt op papier 0,2 l/100 km minder dan de Triumph. Keuze gemaakt!
Hoe moet je je voorbereiden?
Naast alle obligate dingen zoals goede kledij, regenkledij, een helm die goed zit inclusief headset, een gps die geüpdatet is met de laatste kaarten, en voedsel en drank voor onderweg, is het allerbelangrijkste: de route die je uitstippelt. Dat begint bij het vertrekpunt op vrijdagmiddag. Je kunt overal op de kaart vertrekken, maar in ons geval was het meest logisch om helemaal in het noorden te vertrekken. We reden namelijk 1.300 km van thuis naar dat vertrekpunt, wat wel voldoende is om op één dag te doen. Gelukkig valt dat op zo’n comfortabele GS Adventure reuze mee. Je zit bijna volledig uit de wind dankzij het elektronisch instelbare windscherm, je hebt handvat- en zadelverwarming, cruisecontrol, een comfortabele zitpositie en uren onbeluisterde podcasts en muziek. Eitje, echt waar. Maar terug naar de routeplanning. Die moet namelijk zo efficiënt mogelijk zijn. Zoveel mogelijk cols met zoveel mogelijk punten in zo weinig mogelijk tijd. Het duurt uren en uren om die routes voor iedere dag goed te krijgen, want in de tijd waarin je één zwarte col bereikt, kun je er ook twee blauwe en een groene doen. Maar wat levert dan het meeste punten op? Die strategie is superbelangrijk. Je moet ook zorgen dat je de geplande route kunt uitrijden, want anders heb je de dag erna een probleem. Iedere deelnemer krijgt namelijk een tracker mee die met uitzenden stopt op het eind van de dag. Op exact die positie moet je de volgende dag ook weer vertrekken, anders kun je valsspelen.
1 van 2
Wat kan er zoal mislopen?
Veel. Heel veel! Zo kreeg de winnaar van twee jaar geleden een platte band na twee uur rijden op vrijdag én motorproblemen op zaterdag. Of je komt in de drukte van Barcelona terecht als die avond de Copa del Rey gespeeld wordt en heel de stad in een soort van kramp schiet. Wij maakten het mee. Net als wakker worden op zaterdagmorgen om 05u30 en niet kunnen begrijpen dat er gasten met kasten aan het schuiven zijn in het hotel. Tot je lichtflitsen door de gordijnen ziet en beseft: onweer. We reden er ook letterlijk door, wat je kunt vergelijken met vliegen door onweer, terwijl de bliksem vlak naast je inslaat. Om dan toch steeds hoger te komen richting de col waar je het onweer in een wolk onder kunt aanschouwen. Behoorlijk spectaculair, dat wel, maar je moet er ook weer doorheen bij het afdalen. Goed om één keertje te doen, laten we het daarbij houden. Of het tractiecontrolesysteem van de BMW dat een lelijke highsider voorkwam op een nat zebrapad. Het was behoorlijk schrikken. Net zoals rijden door La Farga de Bebié, een voormalige textielkolonie waar nu officieel nog drie mensen wonen en waar ongeveer alle wegen zijn afgesloten. Ik passeerde er, onwetend, vroeg in de ochtend en zag nergens wegen die mijn gps wel toonde. Tussen twee huizenblokken was het vies, vuil en er smeulde nog een kampvuurtje na. Een aftandse Volvo XC90 met roze velgen en enkele andere wrakken stonden in de berm geparkeerd. Ik voelde me allerminst op mijn gemak. Hier waren duidelijk mensen aanwezig en wellicht nog aan het slapen. Twintig meter verder was de weg afgesloten en moest ik een U-bocht maken, ingesloten door de huizenblokken. De sfeer was er dusdanig akelig dat ik ieder moment een persoon met een geweer uit die huizen kon verwachten. Ik krijg er nog steeds rillingen van.
Los van de spectaculaire uitzichten, het intense rijplezier en de wisselende weersomstandigheden kom je onderweg wel wat tegen. Zo zagen we iedere dag een vos van dichtbij, wat op de top van de Col d’Ares zorgde voor een enigszins intiem moment. De zon was aan het ondergaan, de top werd bereikt, de vos heerste over zijn col. Ik keek hem al rijdend aan, hij keek mij aan en bleef stoer op zijn plaats staan. Een soort van ‘Welkom hier’. Althans, zo voelde het op dat moment. Of ik had al te veel hoogtemeters gedaan, dat kan ook. Daarnaast kregen we ook twee overstekende herten voor onze motor, gelukkig op voldoende afstand, en een adder met doodswens die rustig lag te chillen in een bocht. Los van de dieren ook enkele opmerkelijke mensen, eveneens met een doodswens. Een motorrijder die van de andere kant kwam en helemaal op mijn rijvak zat. Het scheelde een Spaanse moustachehaar. Of twee jonge scooterrijders die exact hetzelfde trucje uithaalden, vlak na elkaar. Gelukkig liep dat ook goed af.
1 van 2
Is dat alles?
Nee hoor, er volgt nog veel meer. Op diezelfde Col d’Ares passeerde een Ducati Streetfighter V4 S me, nadat ik even wat aan het drinken was op de imposante top. Er had me die dag nog niemand voorbijgestoken, dus ik moest in de achtervolging. Flesje water weg, helm op en gas erop. Bergaf ging het tempo flink omhoog, want ik moest nog een dikke minuut goedmaken. Onwaarschijnlijk hoe strak zo’n zware GS Adventure, inclusief compleet gevulde zijkoffers, zich over dit soort wegen laat sturen. Ik vergde het uiterste van de sublieme elektronische vering, intens hard bijtende optionele Sport-remmen en fenomenale Bridgestone T33-banden. Dat je met zo’n kolos zo hard en precies kunt rijden, nota bene in alle comfort, is verbazingwekkend. Het duurde dan ook niet lang voordat ik de Ducati passeerde, die nu op zijn beurt even aan de kant stond en op zijn gps aan het tokkelen was. Hij volgde me en samen reden we tientallen kilometers met een gelijkaardig tempo op, om uiteindelijk na enkele cols afscheid te nemen. Leuk moment.
1 van 2
Is er verder nog iets spectaculairs gebeurd?
Het houdt niet op hoor. We zitten aan het einde van zaterdag, de marathondag, en ik had nog tijd om een extra col te passeren, zodat ik die zondag kon skippen. Van die col tot mijn hotel was een halfuur rijden, maar dat was uiteindelijk in twintig minuten gebeurd. Hoe dan? Nou, op een nog naar nieuw asfalt ruikende kronkelweg door bloemenvelden zag ik in de verte een auto die, net zoals ik, stevig de pees erop legde. Ik probeerde dichterbij te komen, maar dat lukte alleen met moeite (en extra gas). Toen ik op een gegeven moment achter hem hing, bleek het om een eerste generatie Renault Kangoo te gaan. Een wat? Het kleine bestelwagentje was niet zichtbaar getuned en zag er volledig origineel uit, maar de gast die erin zat, reed daar een tempo dat je niet vatten kunt. Iedere bocht sneed hij perfect aan en iedere nieuwe weg kende hij vanbuiten. Ik volgde hem zo kort mogelijk en liet hem mijn turbogids zijn richting hotel. De Spanjaard pushte zijn Kangoo zo hard dat de vonken uit zijn uitlaat vlogen. Ik lachte hardop in mijn helm en genoot van dit spectaculaire einde van de dag. Of nee, want dat was de Copa del Rey tussen FC Barcelona en Real Madrid die in het hotel-restaurant live werd uitgezonden. Wat een uitzinnige sfeer in een simpel Ibis-hotel. De stoelen vlogen nog net niet door de keet na de overwinning van Barca.
Om 13u00 moet je op een centraal punt op de kaart zijn waar iedereen samenkomt. Ben je een kwartier te laat, dan is alle moeite voor niets geweest. Wij moesten nog even op zoek naar een tankstation om 12u50 nadat een gevecht met een jaren 90 Honda Accord een beetje uit de hand was gelopen. Het was gewoon veel te leuk! Gelukkig waren we met nog zeven minuten op de klok netjes op tijd. Wat volgde was een heerlijk diner in een gerestaureerd klooster met alle 200 deelnemers en de organisatie. Uiteraard kon de prijsuitreiking ook niet ontbreken. Daarna ging iedereen weer zijn weg. De meeste deelnemers zijn locals en hoefden niet ver te rijden. In ons geval moesten we nog 1.400 km overbruggen in goed anderhalve dag/nacht. Het is dan pas dat je pijn begint te voelen in billen, nek, rug en knieën. Het was de zwaarste dag, die lange terugrit. Je kunt natuurlijk ook met het vliegtuig reizen en een motor huren, of je motor in je bestelwagen zetten. Ieder vult het in op zijn of haar manier. En dat maakt de 100 Colls zo leuk.
De Motocross of Nations keert in 2027 terug naar het TT Circuit in Assen. Dit evenement, waarin meer dan veertig landen strijden om de wereldtitel, vindt plaats van 9 tot 10 oktober 2027. Dit is aangekondigd door de Infront Moto Racing Group, de organisator van het FIM MXGP Wereldkampioenschap.
Na een succesvolle editie in 2019 komt de belangrijkste motorcrosswedstrijd opnieuw naar Drenthe. Het TT Circuit was al gastheer van de MXGP of the Netherlands en de Motocross of Nations tussen 2016 en 2019. Met de terugkeer in 2027 bevestigt Assen zijn status als locatie voor snelheidssporten, met zowel MotoGP als het WK Motorcross.
David Luongo, CEO van Infront Moto Racing, sprak zijn trots uit over de terugkeer van de Monster Energy Motocross of Nations naar Assen, en benadrukte de rijke traditie van Nederland in de motorcross.
De Motocross of Nations, vaak de ‘Olympische Spelen van de motorcross’ genoemd, biedt een unieke kans voor wereldkampioenen en topcoureurs om elkaar te ontmoeten. Gemiddeld nemen veertig landen deel, met elk drie geselecteerde rijders. Het evenement trekt jaarlijks tienduizenden fans.
Nederland heeft in de 80-jarige geschiedenis van de MXoN al vijftien keer op het podium gestaan, en won in 2019 voor het eerst de titel met Calvin Vlaanderen, Glenn Coldenhoff en Jeffrey Herlings. Tijdens de MXoN in 2024 in Groot-Brittannië behaalde Nederland een derde plaats.
Sinds de start van het wereldkampioenschap motorcross in 1947 hebben Nederlandse coureurs de meeste punten verzameld, met een totaal van 6.915 punten, ver voor Frankrijk en de Verenigde Staten.
Wim Mulder van de KNMV is tevreden dat de Motocross of Nations in 2027 opnieuw in Nederland wordt gehouden en kijkt uit naar de prestaties van de Nederlandse atleten.
De organisatie ligt in handen van de Stichting MXoN Assen, in samenwerking met de Motorclub Assen en andere partners. Het evenement staat op de topsportkalender van het NOC*NSF en krijgt steun van de Provincie Drenthe en de Gemeente Assen, waarmee de regio opnieuw als sportlocatie wordt gepromoot.
Rusty Stitches introduceert Sean: een motorjas die het beste van twee werelden samenbrengt. Klassieke looks geïnspireerd op het verleden, gecombineerd met hedendaagse bescherming en comfort. Sean is ontworpen voor motorrijders die hun persoonlijke stijl willen doortrekken op de motor – zonder concessies aan veiligheid of functionaliteit.
Retro design. Moderne ventilatie.
Sean is een ode aan vintage motorkleding, maar dan met een eigentijdse twist. Dankzij grote meshpanelen biedt de jas maximale ventilatie, perfect voor warme zomerdagen. Het lichtgewicht ontwerp zorgt ervoor dat de rijder koel en comfortabel blijft, ongeacht de afstand of duur van de rit.
Ondanks het casual karakter van Sean, is veiligheid een serieuze zaak. De jas is CE-gecertificeerd op AA-niveau en uitgerust met CE-goedgekeurde schouder- en elleboogprotectie. Een universele pocket biedt ruimte voor het toevoegen van een rugprotector.
Gemaakt voor comfort en gemak
Verstelmogelijkheden aan de taille, polsen en armen zorgen voor een gepersonaliseerde pasvorm. Neopreen inzetstukken in de kraag verhogen het draagcomfort, ook tijdens langere ritten. Vier praktische zakken – waaronder twee extra grote voorzakken – bieden volop ruimte voor het meenemen van uw essentiële gadgets.
Kenmerken in één oogopslag:
Retro uitstraling met moderne ademende meshpanelen
CE-goedgekeurd op niveau AA
CE-protectie op schouders en ellebogen
Pocket voor universele rugprotector
Verstelbaar op taille, polsen en armen
Neopreen inzet in de kraag
Korte verbindingsrits en Snap Claws
4 zakken (2 buiten, 2 binnen), incl. grote voorzakken
Buitenmateriaal: katoen/polyester met mesh
Vaste voering: 100% mesh polyester
Regular fit
Sean is vanaf nu verkrijgbaar bij erkende Rusty Stitches dealers en motorkledingspecialisten. Met deze jas kiest de motorrijder niet alleen voor ventilatie en bescherming tijdens zomerse ritten, maar ook voor een tijdloze stijl die opvalt – op én naast de motor.
Nederlandse overwinningen in de TT zijn zeldzaam, héél zeldzaam. Enkel Wil Hartog, Jack Middelburg, Paul Lodewijkx, Egbert Streuer, Bernard Schnieders en Hans Spaan hebben het Wilhelmus laten klinken op Grand Prix-niveau in Assen. Toch zijn er talloze andere unieke en soms bijna vergeten Nederlandse TT-momenten. Momenten waarop alles perfect samenviel, of juist nét niet. Prestaties die minstens zo indrukwekkend waren als een Grand Prix-zege. Ter ere van het 100-jarig bestaan van de TT in Assen sprak Moto73 met acht Nederlanders die een bijzonder TT-verhaal te vertellen hebben.
Henk van Kessel werd in 1974 wereldkampioen 50cc. De voormalig coureur uit Mill is – ruim vijftig jaar later – nog steeds de laatste Nederlandse solocoureur die een wereldtitel behaalde in de Grand Prix. Van Kessel won zeven GP’s, maar nooit in Assen. Al was hij er wel meerdere keren dichtbij met onder andere twee podiumplaatsen. Samen met Van Kessel doken we in zijn TT-verhalen.
Henk, je reed je eerste TT van Assen in 1971. Kun je je dat nog goed herinneren?
‘Ik was op dat moment pas voor het tweede jaar internationaal coureur. Ik was begonnen bij de NMB en daar kampioen geworden – dat noemden ze vroeger de ‘zwarte bond’. In 1969 ben ik overgestapt naar de KNMV, anders kon ik nooit grote internationale wedstrijden rijden. Dan is het natuurlijk bijzonder om je eerste Grand Prix te mogen rijden. Ik weet niet meer of het tijdens mijn eerste of tweede TT was, maar toen ben ik in het ziekenhuis beland. Ik had vrij goed getraind, maar in Meeuwenmeer ging het mis. Ik had niets gebroken, maar moest wel voor controle mee. Naderhand is dat gelukkig nooit meer gebeurd.’
1 van 3
Henk van Kessel onderweg naar een tweede plaats in de 50cc tijdens het seizoen 1981.
1 minuut voor de eerste TT-start van Henk van Kessel (24) in 1971. De eerste startrij van de 50cc bestond uit Jan de Vries (19), Ángel Nieto (1), Jos Schurgers (20) en Aalt Toersen (21).
In 1974 – het jaar waarin hij wereldkampioen werd – had Henk zijn beste kans om de TT van Assen te winnen. Hij eindigde als tweede.
In 1974 werd je coureur bij Van Veen Kreidler, het team dat met Jan de Vries in 1971 en 1973 de 50cc-wereldtitel had behaald. Hoe kwam je daar terecht?
‘Vanaf 1973 ben ik alle GP’s gaan rijden. Dat ging best aardig met mijn eigen Kreidler en ik scoorde twee podiumplaatsen. Jan de Vries stopte eind 1973. Toen is het balletje gaan rollen en kwam Van Veen bij mij terecht. Waarom bij mij? Niet alleen omdat ik een van de beteren was, maar ook omdat ik altijd al met Kreidler had gereden. Dat was voor Van Veen enorm belangrijk.’
Het seizoen 1974 ging geweldig. Je won zes races en werd 50cc-wereldkampioen. Maar in Assen werd je tweede. Steekt dat nog?
‘Nee, dat heeft mij nooit achtervolgd. Je ziet het vaker: renners die hun thuisrace rijden, hebben het daar niet altijd makkelijk. In 1974 was Assen achteraf gezien wel de beste kans om er te winnen, omdat ik toen echt heel goed materiaal had. Dat zag je ook in de andere races, die heb ik bijna allemaal gewonnen. In Assen merkte ik al vroeg in de race dat ik wat vermogen tekortkwam. Ik was niet het type dat dan koste wat kost alles op alles zette, met het risico op een valpartij. Herbert Rittberger reed weg en ik werd tweede. Een week later liep de motor wél goed op Spa-Francorchamps, maar werd ik opnieuw tweede. Ik reed aan de leiding, maar kreeg op het pitbord door dat het de laatste ronde was, terwijl er in werkelijkheid nog twee te gaan waren. Natuurlijk is het jammer dat ik Assen nooit gewonnen heb – want wie wil dat nou niet? Winnen voor zoveel publiek.’
Naast de 50cc bij Van Veen Kreidler reed je in 1974 ook nog met een eigen motor in de 125cc. Hoe ging dat?
‘In 1974 reed ik naast de 50cc ook als privérijder in de 125cc. Dat kon toen nog prima naast elkaar bestaan. Alleen mocht ik bij Van Veen nooit de motor van binnen bekijken, omdat ze natuurlijk bang waren dat ik – of anderen – hun technische geheimen in handen zouden krijgen. In de 50cc was ik toen dus echt alleen coureur, terwijl ik als privérijder in de 125cc juist veel zelf deed aan de ontwikkeling van de motor. Vanaf 1975 reed ik in de 125cc-klasse met een eigenbouwmotor onder de naam ‘Condor’, gebaseerd op een Bridgestone 125cc-racer van Jos Schurgers. Ook heb ik nog een paar jaar in de 250cc gereden. Er zijn zelfs een aantal seizoenen geweest waarin ik in drie raceklassen tegelijk uitkwam.’
Geconcentreerde gezichten voor de start van de 50cc-race in 1981. Op de eerste startrij van achter naar voren: Stefan Dörflinger, Ricardo Tormo, Henk van Kessel (5) en Theo Timmer.
Na je wereldtitel in 1974 zou je denken dat de kansen voor het oprapen lagen, maar een jaar later was je als regerend wereldkampioen weer privérijder. Dat moet voor jongere lezers onbegrijpelijk zijn.
‘Ja, dat was ook een enorme teleurstelling. Het voelde destijds zelfs een beetje als een afgang. Eerst word je wereldkampioen, en een jaar later haal je hooguit een top-vijf resultaat. Het team Van Veen Kreidler stopte eind 1974 als officieel team en liet daarna tegen betaling andere coureurs op de machines rijden. Van Veen heeft mij nog wel de kans gegeven om de motor over te nemen, maar de financiële middelen had ik simpelweg niet. Dus moest ik opnieuw zelf een motor kopen, maar die was lang niet zo snel als de Van Veen Kreidler. De originele motor werd uiteindelijk geleased door de Spaanse motorbond voor Ángel Nieto. Een tweede machine ging naar de Belg Julien van Zeebroeck.’
Heb je nog aanbiedingen gehad van andere fabrikanten?
‘Nee. We zijn wel op zoek gegaan naar meer sponsoring en dat is gedeeltelijk gelukt, maar niet voldoende om de motor van Van Veen te kunnen kopen. Zo dicht liggen winst en verlies soms bij elkaar. Niet alleen op het circuit, maar dus ook qua financieel en materiaal. Als je tegenwoordig wereldkampioen wordt, is dat natuurlijk een heel ander verhaal. Maar ik spiegel mij daar niet aan. Het was een andere tijd en dat is gewoon niet te vergelijken, op geen enkel vlak eigenlijk. Alleen het rijden zelf nog een beetje, al is dat door de komst van elektronica ook flink veranderd.’
Waren er nog meer TT’s waarin je dicht bij een zege was?
‘In 1976 heb ik in de 125cc nog een paar ronden aan kop gelegen, maar toen ben ik uitgevallen met een kapotte motor. In 1979 reed ik tweede in de 50cc en toen viel ik ook uit. Als ik had mogen kiezen, had ik liever in de 125cc gewonnen, omdat de concurrentie daar groter was en er meer fabrieksteams aan de start stonden. In 1976 had een zege in de 125cc er misschien ingezeten. Ik reed toen met onze eigenbouwmotor – de Condor – en eindigde dat jaar als vierde in het wereldkampioenschap.’
Je vergeet 1981 nog, toen eindigde je voor de tweede keer op het TT-podium met een tweede plaats in de 50cc.
‘Ja, maar in die race had ik geen kans op de overwinning. Die tweede plaats was, gezien het materiaal waar ik toen mee reed, misschien wel mijn grootste prestatie tijdens de TT Assen. Ik had dat jaar ook een beetje geluk: Stefan Dörflinger ging in de laatste ronde onderuit, waardoor ik van de derde naar de tweede plek opschoof. Maar hoe je een resultaat precies hebt behaald, dat weten de meeste mensen later toch niet meer.’
Als je dan tweede werd in de TT van Assen, hoe vierde je zo’n knappe prestatie?
‘Dat deden we eigenlijk niet. We gingen gewoon weer over tot de orde van de dag, want een week later stond er alweer een volgende race op het programma en daar moest alles nog voor klaargemaakt worden. In het jaar dat ik wereldkampioen werd, kon ik de titel al binnenhalen in Imatra, maar toen ging het mis. Na allerlei gedoe op de grid moest ik als laatste starten in de regen. Ik wilde snel naar voren komen en crashte. Bij de volgende race in Brno kon het opnieuw, maar ik had geen champagne of wat dan ook meegenomen. Ik wilde het noodlot niet tarten. Maar daar lukte het wel: ik won de race én het wereldkampioenschap. “Mister TT” Jaap Timmer heeft dat later vaak herhaald: de champagne van Henk bestond uit Fanta in Brno. Terug in Nederland hebben we de wereldtitel wél gevierd. Ik werd vanaf de grens – zo’n 17 kilometer van Mill – al opgewacht. Dat was echt heel mooi!’
In zijn kleine museum aan huis heeft Henk van Kessel – naast tal van prachtige herinneringen – ook meerdere motoren staan, waaronder een Van Veen Kreidler uit 1974.
Naast de 50cc, 125cc en 250cc heb je ook nog drie keer in de 80cc gereden. Je werd zelfs nog een keer vijfde toen je al 39 jaar was.
‘Dat was in de regen in 1985 en een jaar later reed ik mijn laatste TT in Assen. In 1985 werd ik in Le Mans ook nog eens derde. Het kwam toen al niet vaak meer voor dat oudere coureurs op het GP-podium stonden. Ik eindigde achter Nieto en Dörflinger. We hebben toen met z’n drieën uitgerekend dat we samen achttien wereldtitels op het podium hadden staan.’
Wat voor gevoel had je bij de TT van Assen?
‘Er hing altijd wel een bepaalde spanning. Niet vervelend, een gezonde spanning. Ik nam in Assen geen extra risico’s; voor mij was die wedstrijd hetzelfde als in het buitenland. Ik wist: als ik mijn vaste patroon aanhield, presteerde ik het best. Alleen de duwstart was altijd spannend – slaat de motor aan of niet? Dat was wel een dingetje. Ik heb altijd met veel plezier op Assen gereden. Het was een van de smalste circuits in het GP-circus. Qua breedte leek het bijna op een stratencircuit. Dat het zo smal was, werkte in mijn voordeel. Ik heb trouwens altijd wel met een klein beetje reserve gereden, zelfs in de Grand Prix.’
Waarom?
‘Dat leer je op de stratencircuits vanzelf. Daar staan dikke bomen langs de weg en daar wil je echt niet in de fout gaan. Maar ook de permanente circuits waren vroeger veel minder veilig dan tegenwoordig. Het kleinste paaltje kan al funest zijn. En dat hoeft echt niet met 200 kilometer per uur. Dat ik altijd met een beetje reserve reed is er op de een of andere manier gewoon ingeslopen. Ik heb twintig jaar geracet en in die tijd maakte je bijna elk seizoen wel twee of drie dodelijke ongelukken mee. Daar was ik mij heel bewust van. Maar dat heb je natuurlijk niet altijd zelf in de hand. Een motor kan bijvoorbeeld ook ineens vastlopen. Als ik tijdens een race merkte dat het niet ging, dan deed ik het gewoon niet. Dat is ook één van de redenen waarom ik zo weinig gebroken heb.’
Ruim vijftig jaar na je wereldtitel ben je nog steeds de laatste solorijder die dat in de Grand Prix heeft gepresteerd. Word je daar nog vaak aan herinnerd?
‘Dat wordt nog wel regelmatig benoemd, maar het wordt toch wel eens tijd dat daar verandering in komt. Vorig jaar had het gekund met Collin Veijer. Het blijft lastig qua faciliteiten in Nederland, je ziet dat veel jonge rijders al snel naar Spanje gaan. Ik volg nog steeds alle races en dat zal ik ook wel blijven doen. En elk jaar ga ik nog met plezier naar de TT Assen. Er zijn weinig voormalig coureurs in de GP-paddock waar ik zelf nog tegen geracet heb. Ik denk dat Jorge Martínez de enige is. Maar ik vermoed dat hij me niet meer zou herkennen, als coureur had ik namelijk nog een flinke bos haar. Maar goed, alles verandert. En dat geldt niet alleen voor de motorsport.’
Foto’s: Henk Keulemans, Asse Klein
Dominante wereldtitel
In 1974 was Van Veen Kreidler oppermachtig in de 50cc-klasse met coureurs Henk van Kessel en Julien van Zeebroeck. Jan de Vries was gestopt, maar bood als werknemer Van Veen nog wel technische ondersteuning aan het team. Ángel Nieto reed dat jaar niet in de 50cc. Van Kessel kende een bijna foutloos seizoen. Er stonden tien GP’s op de kalender, maar door een staking verschenen er in Duitsland nauwelijks coureurs aan de start. Van Kessel won de eerste twee GP’s, gevolgd door twee tweede plaatsen in Assen en België. Op Spa-Francorchamps leek hij opnieuw te zegevieren, maar vanuit de pits werd een ronde te vroeg aangegeven dat het de laatste ronde was. Na een overwinning in Zweden kon Van Kessel al vier races voor het einde van het seizoen wereldkampioen worden in Imatra. Daar ging hij onderuit in de regen; zijn enige fout dat jaar. In Brno stelde hij alsnog de wereldtitel veilig met een overtuigende overwinning. Als kersvers kampioen schreef hij ook de laatste twee races van het seizoen in Joegoslavië en Spanje op zijn naam.
Wist je dat…
Henk van Kessel heeft bij zijn woning in Mill een ruimte ingericht vol motoren, bekers, foto’s en allerlei materialen uit zijn racetijd. Een prachtig museum waar de passie voor motorsport nog altijd van de muren spat. Ook sleutelt Henk op 78-jarige leeftijd nog steeds met plezier aan oude motoren.
TT-resultaten van Henk van Kessel
Racegeschiedenis
Jaar
Klasse
Positie
1971
50cc
DNF
1972
50cc
DNF
1973
50cc & 125cc
DNF & P10
1974
50cc & 125cc
P2 & DNF
1975
50cc & 125cc
P10 & DNF
1976
125cc & 250cc
DNF & P16
1977
125cc & 250cc
DNF & DNQ
1978
50cc & 125cc
P16 & P9
1979
50cc & 125cc
DNF & P9
1980
50cc & 125cc
P7 & P8
1981
50cc & 125cc
P2 & P14
1982
50cc & 125cc
DNF & DNF
1983
125cc
P14
1984
125cc
P8
1985
80cc
P5
1986
80cc
P11
1 van 4
Twee keer eindigde Henk op het podium tijdens de TT van Assen. Na zijn tweede plaats in 1974 werd de coureur uit Mill (rechts) in 1981 opnieuw tweede in de 50cc. Ricardo Tormo (midden) won de race, Rolf Blatter (links) werd derde.
Zijn overwinningen behaalde Henk in de 50cc, maar hij reed ook jarenlang in de 125cc-klasse zoals hier te zien op de foto uit 1981.
De drie Nederlandse solo-wereldtitels in de Grand Prix vastgelegd op één foto in 2010. Jan de Vries (links) werd wereldkampioen in 1971 en 1973. Henk van Kessel was de beste van de wereld in 1974.
In 1976 reed Henk van Kessel (5) met zijn Condor een aantal ronden aan de leiding tijdens de 125cc-race in Assen. De Nederlander rijdt hier net achter Ángel Nieto (21) en Claudio Lusuardi (19).
Raven wordt officiële partner van de 6DAYS FIM Enduro of Nations. Dit is de eerste keer dat het bedrijf, gespecialiseerd in goggles en motoroutfits, deze rol op zich neemt voor het evenement, voorheen bekend als de FIM International Six Days of Enduro (ISDE).
Ter gelegenheid van deze samenwerking lanceert Raven een Limited-Edition goggle voor de 99e editie van de 6DAYS, die in augustus in Bergamo, Italië, plaatsvindt. De goggle is ontworpen met Raven’s kenmerkende stijl en functionaliteit, en is betaalbaar voor elke rijder.
Raven heeft al bewezen succes, met Leo Le Quéré die de World Trophy won met Team Frankrijk 2024 ISDE, en Lorenzo Macoritto en Enrico Rinaldi die de Club Team titel veroverden. Matteo Cavallo presteerde ook uitstekend, met een 8e plaats in de algemene ranking. Al deze rijders kozen voor Raven goggles vanwege hun prestaties en comfort.
De 6DAYS FIM Enduro of Nations vindt plaats in Bergamo, Italië, van 24 tot 29 augustus. Voor meer informatie, zie fim-isde.com.
De toekomst van stedelijk vervoer draait niet om twee wielen, maar om drie. Met de aankondiging van de vernieuwde Yamaha Tricity 125 voor 2025 zet de Japanse fabrikant in op een combinatie van stabiliteit, moderne technologie en eigentijdse styling. Dit leaning multi-wheel (LMW) voertuig biedt een interessant alternatief voor de traditionele scooter en richt zich op zowel beginnende als ervaren rijders die zekerheid en comfort zoeken in het stadsverkeer.
Techniek en prestaties
De 2025 Tricity 125 wordt aangedreven door Yamaha’s brandstofefficiënte Blue Core motor met Start & Stop-functie. Deze 125cc vloeistofgekoelde viertaktmotor levert 12,2 pk (9,0 kW) bij 8.000 tpm en een koppel van 11,2 Nm bij 6.000 toeren. Het blok is gekoppeld aan een automatische V-snaar transmissie, wat zorgt voor een moeiteloze rijervaring.
Een belangrijk kenmerk van de Tricity is natuurlijk het LMW-mechanisme, dat de twee voorwielen onafhankelijk laat bewegen. Dit zorgt voor een betere grip en stabiliteit, vooral bij het nemen van bochten en tijdens noodstops. De gewichtsverdeling en het lichte frame dragen bij aan de wendbaarheid, terwijl het Unified Braking System (UBS) zorgt voor een evenwichtige verdeling van de remkracht tussen de voor- en achterwielen.
Met een brandstofverbruik van 2,7 liter per 100 kilometer (volgens WMTC-norm) en CO2-uitstoot van slechts 62 g/km is de Tricity 125 ook een milieubewuste keuze voor stedelijke mobiliteit. De tankinhoud van 7,2 liter zorgt voor een aanzienlijke actieradius voordat bijgetankt moet worden.
Technologische vooruitgang
De 2025-editie van de Tricity 125 komt met een groot pakket aan technologische vernieuwingen:
Een 4,2-inch TFT-display dat via Bluetooth verbinding maakt met je smartphone
Mogelijkheden voor turn-by-turn navigatie, gespreksbeheer, e-mail/sociale media-notificaties en muziekbediening
Smart Key-systeem voor sleutelloos starten en verhoogde beveiliging
Start & Stop-systeem dat de motor automatisch uitschakelt bij stilstand, wat brandstof bespaart
USB-Type C aansluiting voor het opladen van apparaten onderweg
Volledige LED-verlichting, inclusief een gestapelde LED-koplamp en horizontale positielichten met een karakteristiek “Y”-ontwerp
Comfort en praktische aspecten
Met een zithoogte van 780 mm en een nat gewicht van 168 kg is de Tricity 125 toegankelijk voor een breed scala aan rijders. De rechtopstaande zitpositie bevordert het comfort tijdens langere ritten, en de telescopische voorvork en unit swing achterwielophanging (beide met 90 mm veerweg) zorgen voor een comfortabele rit, zelfs op minder ideale wegdekken.
De totale lengte van 1.980 mm, breedte van 750 mm en hoogte van 1.210 mm maken de Tricity compact genoeg voor het manoeuvreren door druk stadsverkeer, terwijl de grondspeling van 135 mm voldoende is voor alledaagse obstakels.
Marktpositie en alternatieven
De Yamaha Tricity 125 positioneert zich als een premium-aanbod in het segment van 125cc scooters. De combinatie van drie wielen, hoogwaardige technologie en Yamaha’s reputatie voor betrouwbaarheid rechtvaardigt de prijsstelling tussen €8.000 – €9.000.
Voor wie alternatieven overweegt, zijn er opties zoals de krachtiger Piaggio MP3 300 hpe (€7.000-€8.000), de luxueuze Peugeot Metropolis (vanaf €9.000) of de iconische tweewierige Vespa GTS 125 (€5.500-€6.500). De Tricity onderscheidt zich echter door zijn unieke combinatie van Yamaha-technologie, compacte afmetingen en driewielige stabiliteit.
Beschikbaarheid en uitvoeringen
De 2025 Yamaha Tricity 125 zal naar verwachting in het derde kwartaal van 2025 bij de Nederlandse dealer arriveren. Potentiële kopers hebben de keuze uit drie kleuren: Zen Green, Milky White en Matt Grey.
Met zijn vernieuwde styling, geavanceerde technologie en inherente stabiliteit lijkt de 2025 Yamaha Tricity 125 klaar om een belangrijke speler te worden in de toekomst van stedelijke mobiliteit. Voor wie de zekerheid van drie wielen zoekt zonder in te leveren op wendbaarheid of technologie, biedt deze Yamaha een overtuigend alternatief voor de traditionele scooter.
Donderdag 22 mei ging in theater De Nieuwe Kolk in Assen de film ‘De Magie van de TT’ voor zo’n 800 genodigden in première. Het TT Circuit Assen gaf regisseur Roy Ferwerda twee jaar geleden de opdracht een film te maken ter gelegenheid van het naderende eeuwfeest van de TT.
Ferwerda verzamelde duizend uur beeld uit tal van bronnen in binnen- en buitenland en verwerkte ook nog opnames die toeschouwers hadden gemaakt. En daarna moest hij selecteren en dat resulteerde in een schitterende film van honderd minuten.
‘De Magie van de TT’ brengt het hele weekend in beeld vanaf het moment dat de toeschouwers naar Assen komen tot ze weer huiswaarts gaan en alles daar tussenin. Je ziet beelden van de campings, de TT-kermis, het feest in de stad (ook de rellen uit de jaren ’70 komen in beeld) en natuurlijk alles wat zich op en langs het circuit heeft afgespeeld. Het leuke is dat oude en recente(re) beelden door elkaar zijn gemonteerd. De film is dus geen chronologische opsomming van 1925 tot nu. Je ziet zelfs opnames van de start van de eerste TT in 1925! Ook beelden van de baan die vanaf 1926 werd gebruikt zijn gebruikt. Je ziet de aanleg van de vernieuwde baan in 1955.
Tussendoor komen bestuurders van vroeger en nu aan het woord, zoals Jos Vaessen en Arjan Bos. Er zitten interviews in met Dorna-baas Carmelo Ezpeleta en de coureurs Kevin Schwantz, Randy Mamola, Wil Hartog, Hans Spaan, Egbert Streuer en natuurlijk met Valentino Rossi, ereburger van Assen. Net voor de film gereed moest zijn had Rossi eindelijk tijd om met Ferwerda te praten. Die vloog met zijn cameraman halsoverkop naar Italië en kon uiterst lovende woorden van de tienvoudig winnaar van de TT over het TT Circuit Assen en de TT registreren.
Als je de beleving van de rijders, de bestuurders en de toeschouwers in één woord wilt samenvatten, dan is dat: passie. Die was er een eeuw geleden en is er nog steeds. Voor het buitenland komt er een versie met Engelse ondertiteling. Rossi heeft laten weten daar heel graag een exemplaar van te willen hebben.
Na de vertoning van de film werd regisseur Roy Ferwerda overladen met complimenten. Hoe zou hij die in één woord samenvatten? ’Overweldigend’, zei hij.
De film is natuurlijk in de eerste plaats gemaakt voor de motorliefhebber, maar als je naar de bioscoop gaat neem dan ook je partner, vriend of vriendin mee, want ook voor hen zitten er prachtige beelden in. En na het zien van de film begrijpen ze beter waarom jij eind juni altijd richting Assen wilt.
De film draait vanaf vrijdag 23 mei in tal van bioscopen van Kinepolis en Pathé. Bij films weet je nooit hoe lang ze in het programma blijven, ga dus zo snel mogelijk kijken. In de TT-week draait de film in elk geval op maandag, dinsdag en woensdag in De Nieuwe Kolk in Assen.
Ben je van plan om RIDERS Festival in Rosmalen te bezoeken op 31 mei en/of 1 juni? Zorg dan dat je je ticket vooraf online koopt. We geven je die tip niet zomaar. Daar zijn namelijk twee goede redenen voor.
1. Vermijd lange wachtrijen: Door je ticket online te kopen, voorkom je dat je in lange wachtrijen bij de kassa komt te staan. Zo kun je meteen genieten van alle activiteiten en optredens zonder tijd te verliezen.
2. Goedkoper online: Een online ticket kost slechts €19,50, terwijl de prijs bij de kassa €22,50 is. Door je ticket online te kopen, bespaar je dus €3,00 per ticket!
Kom je met een clubje en kopen jullie je tickets allemaal online, dan heb je je lunchgeld er dus al uit. Dat is toch prettig, dachten we zo. RIDERS Festival belooft opnieuw een waar spektakel te worden voor alle motorliefhebbers. Van rookies tot ervaren motorrijders en -fans. Ook muziekliefhebbers kunnen er hun hart ophalen.
Heb jij je ticket online gekocht? Dan is het een kwestie van scannen bij de ingang en direct het festivalterrein oprijden. Zo mis je geen moment van de spannende stuntshows, de nieuwste motoren en de gezellige festivalsfeer.
Wacht niet langer en koop je tickets vandaag nog hier. Zorg dat je voorbereid bent en optimaal kunt genieten van het evenement zonder gedoe en extra kosten.
Praktische informatie
Waar
Autotron Rosmalen
Wanneer
31 mei en 1 juni 2025 Zaterdag van 10.00 – 17.00u Zondag van 10.00 – 17.00u
Harley-Davidson staat bekend om zijn imposante V-twins, maar lijkt nu een strategische koerswijziging te overwegen. Het bedrijf onderzoekt mogelijkheden om zijn aanbod uit te breiden met betaalbare, lichtere motorfietsen met een kleinere cilinderinhoud. Deze strategische heroriëntatie is ingegeven door de noodzaak om het merk toegankelijker te maken voor een jongere doelgroep en om de internationale marktpositie te versterken.
Kolja Rebstock, Harley-Davidson’s Vice President voor Internationale Markten, heeft erkend dat het merk behoefte heeft aan een “opstapmodel” dat nieuwe rijders kan aantrekken. De recente beslissing om de lichte Sportster-lijn in Europa te beëindigen versterkt de urgentie om dit gat in het productaanbod op te vullen met kleinere, meer toegankelijke motorfietsen.
Een blik op Harley’s recente samenwerkingen geeft inzicht in de richting die het merk mogelijk opgaat. De X440 en X350, ontwikkeld in samenwerking met Aziatische fabrikanten, vormen een duidelijke breuk met de traditionele Harley-filosofie.
Hartley-Davidson X440
De X440, geproduceerd in samenwerking met Hero MotoCorp, beschikt over een 440 cc luchtgekoelde eencilinder die 27 pk levert. De X350 gaat een stap verder met een 353 cc vloeistofgekoelde paralleltwin die 36 pk produceert. Beide modellen zijn uitgerust met moderne veiligheidssystemen zoals ABS en bieden een aanzienlijk lichtere en wendbaardere rijervaring dan de klassieke Harley-modellen.
Harley-Davidson X350
Deze motoren zijn momenteel niet in Europa verkrijgbaar, maar kunnen wel als blauwdruk dienen voor toekomstige Europese modellen. De prijs van de X440 in India, omgerekend ongeveer €2.460, suggereert dat Harley inderdaad mikt op een aanzienlijk lagere prijs dan hun huidige aanbod in Europa, waar de Nightster bijvoorbeeld voor €18.495 in de showroom staat.
Concurrentie en marktuitdagingen
Een entree in het segment van lichtere motorfietsen brengt Harley-Davidson in direct conflict met gevestigde merken die al jaren deze markt bedienen. Modellen als de Honda GB350S, Triumph Speed 400, Royal Enfield Classic 350 en BMW G 310 R hebben een loyale aanhang opgebouwd met hun combinatie van stijl, betrouwbaarheid en betaalbaarheid.
In Nederland liggen de prijzen voor deze concurrenten tussen de €4.500 en €6.500, wat een duidelijke benchmark stelt voor Harley’s potentiële nieuwe modellen. Om concurrerend te zijn, zal Harley-Davidson niet alleen scherp moeten prijzen, maar ook een onderscheidende waardepropositie moeten bieden die het merk differentieert van de concurrentie.
Demografische verschuivingen en toekomstige uitdagingen
Harley-Davidson’s strategie wordt mede ingegeven door demografische veranderingen. De traditionele klantenbase van het merk vergrijst, terwijl jongere rijders steeds vaker kiezen voor kleinere, veelzijdigere motorfietsen. Daarnaast spelen internationale handelstarieven een significante rol in Harley’s strategische besluitvorming, zoals blijkt uit eerdere productieverplaatsingen om Europese importtarieven te omzeilen.
Het succes van deze strategische heroriëntatie hangt af van Harley’s vermogen om betaalbare, aantrekkelijke motorfietsen te ontwikkelen die resoneren met een nieuwe generatie rijders, zonder de authentieke merkwaarden te verliezen die het merk groot hebben gemaakt.
Een keerpunt voor het iconische merk
Voor Harley-Davidson vertegenwoordigt deze mogelijke uitbreiding naar lichtere modellen een fundamentele heroverweging van de merkidentiteit. De uitdaging ligt niet alleen in het ontwikkelen van technisch competente motorfietsen, maar ook in het behouden van de Harley-ervaring in een kleiner, toegankelijker pakket.
De komende jaren zullen uitwijzen of Harley-Davidson erin slaagt deze delicate balans te vinden tussen traditie en vernieuwing, tussen omvang en toegankelijkheid. Voor liefhebbers van het merk en de motorindustrie als geheel blijft dit een fascinerende ontwikkeling om te volgen.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.