donderdag 8 mei 2025
Home Blog Pagina 58

De Yamaha R9, TRACER 9 GT+ en heel veel andere Yamaha’s komen naar Utrecht!

0

Met meer dan twintig modellen is er meer dan genoeg te zien op de stand (nummer 07.A066) van Yamaha, met onder andere de R9 en TRACER 9 GT+. Daarnaast maak je ook nog eens kans op MotoGP VIP-tickets!

De R9 combineert bewezen, van racen afgeleide technologie en ontwerp met het veelgeprezen driecilinder motorblokplatform dat Yamaha de afgelopen tien jaar revolutionair heeft veranderd. De combinatie van deze beroemde krachtbron met een hoog koppel en Yamaha’s befaamde stuurgedrag, wegligging en wendbaarheid met raceprecisie resulteert in een perfect uitgebalanceerd Supersport-model dat zijn status als vlaggenschip van de R-serie waardig is en dat bruikbare sportieve prestaties op de weg biedt en buitengewone presteert op het circuit. De R9 is een product met Yamaha’s race-DNA op het allerhoogste niveau.

TRACER 9 GT+

De TRACER 9 GT+ is gebouwd op Yamaha’s bekroonde CP3-platform en straalt karakter uit. De 890cc-triple staat bekend om zijn uitstekende koppel en acceleratiekarakteristieken, terwijl het Deltabox-chassis is voorzien van elektronische vering voor een nieuw niveau van comfort en controle. Tot de standaarduitrusting van de TRACER 9 GT+ behoren radargestuurde adaptieve cruisecontrol, remassistentie, Vehicle Hold Control en Yamaha’s Y-AMT-transmissie, waarmee je met één druk op de knop kunt kiezen tussen automatisch en handmatig schakelen. De TRACER 9 GT+ transformeert van ‘sport’ naar ’toeren’ op een manier waar veel andere motorfietsen alleen maar van kunnen dromen, waardoor het een perfecte metgezel is.

Aanwezige Yamaha-modellen MOTORbeurs Utrecht 2025
MT-09 Y-AMT – MT-07 – MT-07 Y-AMT – MT-03 – Tracer 9 – Tracer 9 Y-AMT – Tracer 9 GT Y-AMT – Tracer 9 GT + – Tracer 7 GT (2024) – Ténéré 700 – Ténéré 700 Low – Ténéré 700 Rally – XSR900 GP – XSR900 – R9 – R1 RACE – R7 – R3 – TMAX Tech MAX – XMAX 300 Tech MAX+ – Tricity 300 (2024)
Win MotoGP VIP-tickets voor twee personen!
Bezoek de Yamaha-stand tijdens MOTORbeurs Utrecht en maak kans op een onvergetelijke ervaring! Yamaha geeft exclusieve MotoGP VIP-tickets weg voor twee personen. Dit is jouw kans om de MotoGP van wel heel dichtbij mee te maken!

Rieju’s nieuwe Enduro-modellen met MV-Agusta-genen

0

Rieju introduceert twee nieuwe Enduro’s, de Xplora 557 en 707, die in 2025 in Europa verwacht worden. Beide modellen zijn afgeleid van de QJMotor, die oorspronkelijk bedoeld was als de MV Agusta Lucky Explorer 5.5.

De Spaanse fabrikant Rieju heeft de Xplora 557 en 707 gepresenteerd als nieuwe reis-Enduro’s, die in november 2024 op de EICMA in Milaan te zien waren. Deze motoren hebben een tweecilinder QJMotor-motor en een opvallend rallydesign, geïnspireerd op de nooit geproduceerde MV Agusta Lucky Explorer 5.5. De Xplora 557 zal in 2025 waarschijnlijk op de markt komen, samen met de grotere 707.

Rieju Xplora 557: minder inhoud, meer avontuur

De Rieju Xplora 557, een van de nieuwe modellen, heeft een 554cc-tweecilinder QJMotor-blok dat 48 pk en 51 Nm levert en is geschikt voor A2-rijders. Met 120/70 voor- en 160/70 achterbanden van 17 inch en KYB-vering, is de Xplora 557 goed voorbereid voor lichte offroad-routes.

Deze motor heeft een 7-inch TFT-display met Mirror-Link-technologie voor smartphone-integratie. De zithoogte is 795 mm en het rijklare gewicht bedraagt 218 kg. Verdere specificaties, prijs en lanceringsdatum zijn nog onbekend.

Rieju Xplora 707: meer vermogen en nog meer avontuur

De Rieju Xplora 707, de grotere variant, beschikt over een 693cc-tweecilinder QJMotor-blok dat ongeveer 70 pk en 70 Nm levert. Dit model heeft een betere uitrusting, waaronder verstelbare KYB-vering en Brembo-remklauwen in plaats van J.Juan. De voorband heeft een maat van 120/70 met een diameter van 19 inch.

Net als de 557 heeft de 707 een 7-inch TFT-display en moderne elektronica. De chassis’ zijn identiek, maar het gewicht verschilt met 3 kg, waarbij de 707 een rijklaar gewicht van 221 kg heeft. Ook hier ontbreken definitieve technische specificaties, prijs en lanceringsdatum.

Overeenkomsten met MV Agusta Lucky Explorer 5.5 en Benelli TRK 552

Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen de nieuwe Rieju-modellen en de nooit geproduceerde MV Agusta Lucky Explorer 5.5, die in 2022 werd onthuld. De Xplora 557 en 707 delen veel designkenmerken met de MV Agusta, zoals de voorkant en tankvorm.

Deze gelijkenissen zijn te verklaren door de gedeelde technische basis: alle drie de modellen maken gebruik van motoren van QJMotor, de Chinese fabrikant die ook betrokken is bij Benelli. Rieju lijkt het bestaande concept te hebben aangepast om sneller een nieuwe reis-Enduro-modellen te introduceren, ook in lijn met de Benelli TRK 552.

Test Lambretta-motorscooters: terug van ooit geweest

0
Lambretta

Lambretta is terug! Het Italiaanse scootermerk was jarenlang van de markt verdwenen, maar maakt nu onder Chinese vleugels een comeback. Wij mochten voor de eerste keer van de Lambretta (motor)scooters 2.0 proeven in het typisch Italiaanse… Engelskirchen.

Het Italiaanse Lambretta kent een rijke geschiedenis. Ontstaan in 1933 onder de naam ‘Innocenti’ was het een staalfabriek die aanvankelijk stalen buizen maakte voor stellingen. Pas in 1947 rolde de eerste scooter van de band. Slechts 24 jaar later, in 1971, werd de laatste Lambretta gebouwd. In 2017 maakte het merk een comeback onder hoede van KSR en nu, in 2024, doet Moteo de import van Lambretta in onder andere de Benelux.

Ook Lambretta pakt uit op MOTORbeurs Utrecht

Concurreren met Vespa

Lambretta heeft altijd opgebokst tegen het grote Vespa. Het had een rebelser en jonger imago, waar Vespa’s eerder lief en romantisch waren. Datzelfde geldt nu nog steeds, want hoe ga je anders de strijd aan met Piaggio? Er zijn momenteel drie modelreeksen in het Lambretta-gamma. ‘G’ staat voor de GT-modellen, ‘X’ voor de sportievere varianten en de V-familie wordt geproduceerd door scootergigant Sym. Typisch aan Lambretta’s van toen en nu is de toepassing van een buizenchassis met verwijderbare zijpanelen, zodat je makkelijker bij de (motor)onderdelen kunt. Door die aparte manier van scooterbouw én meteen een uitgebreid gamma, wil Lambretta vol de strijd aangaan met Vespa.

X300: fijn en sportief motorblok

In en rond het mooie Duitse Engelskirchen rijden we de eerste kilometers met de nieuwe Lambretta’s. We concentreren ons op twee modellen: de X300 (€7.299) en de G350 (€7.999). Beginnen doen we met de sportieve X300. Een vrij kleine scooter die er op het eerste gezicht niet heel bijzonder uitziet. Wel mooi en op een manier apart, maar wat… gewoontjes. Dat hoeft zeker geen negatieve commentaar te zijn, want de meeste kopers willen liever geen al te opvallende tweewieler onder hun billen. Het achterlicht is wél opvallend en bijzonder groot. De afwerking is prima, maar zeker niet uitzonderlijk. Ermee rijden is absoluut geen straf. Het 275cc-motorblok – 24,5 pk sterk – loopt fijn en trillingsvrij. Het voelt op een scootermanier zelfs sportief aan en pikt lekker op. Die sportiviteit wordt helaas ook doorgetrokken naar de vering; die is te hard en niet comfortabel. Door zijn kleine gestalte én strakke vering, stuurt de X300 nogal nerveus. Meer rust hopen we te vinden in de G350.

Benelli 750 Sei: Italiaanse lefmotor bestaat 50 jaar

G350: comfortabel en stabiel

Inderdaad, die rust vinden we ook. De Lambretta G350 is voelbaar comfortabeler en fijner afgeveerd. Je hebt meer plaats voor lichaam en benen en je zit op een volwassener product. De hele scooter voelt stabieler aan, wat zich ook vertaalt in betere remmen dan op de X300. Het motorblok vinden we dan weer minder aangenaam. Het is met zijn 330 cc en 26 pk marginaal sterker dan de 300, maar de grotere ééncilinder trilt meer en is niet sneller. De 350 is niettemin een kilo lichter dan de 300, maar toch is hij op een casual sprint op de Duitse heuvelwegen niet sneller. De 300 pikt vooral sneller op, waar de 350 eerder gezapig reageert.

Conclusie

Lambretta knalt de Benelux stevig in, met een uitgebreid gamma aan 50cc-, 125cc-, 300cc- en 350cc-modellen. Daarbij heb je ook nog eens keuze uit drie smaken en drie verschillende designs. Dankzij de hulp van Sym en een ervaren importeur moet Lambretta een vuist maken tegen Vespa. Dat zal geen makkelijke opdracht worden, maar onze eerste testkilometers bevielen prima. Hier en daar ontbreekt er wat verfijning in de afvering of het aandrijfgeheel, maar dat maakt ze zeker niet minder interessant om eens een testrit mee te maken.

Foto’s: Lambretta

MotoMondo brengt QJMOTOR naar MOTORbeurs Utrecht!

0

Wie de motorwereld op de voet volgt, weet dat QJMOTOR enorm hard aan de weg timmert. Ook in de Benelux, want sinds mei 2024 verschijnt het Chinese merk onder de vlag van Geely met z’n eigen modellen in Nederland. MotoMondo – dat we kennen als importeur van onder andere Royal Enfield en Moto Morini – neemt de import van het merk op zich. Op standnummer 07.A036 staan alle nieuwe modellen, met onder andere de hieronder genoemde SRT 900 SX Touring en SRK 800.

SRT 900 SX TOURING

In het toersegment komt QJMOTOR met liefst drie verschillende versies van de SRT SX Touring. En met verschillende versies bedoelen we in dit geval niet met een ander kleurtje, andere sticker of extra bagagerek. Welnee, in een 600-, 700- en 900-variant. Wij zoomen nu in op de laatste, met een 904cc-twin, 95 pk en 90 Nm. Hij krijgt Marzocchi-veren, Brembo-remmen, Metzeler-banden en standaard een driedelige alu-kofferset. Daarnaast heeft-ie ook LED-verlichting, een TFT-scherm, usb-laadpunten, een benzinetank van 24 liter, quickshifter, traction control, cruise control, bluetooth en navigatie.

QJMOTOR SRT 900 SX TOURING.

SRK 800

Ook nieuw is de SRK 800. De RR-versie hiervan kennen we al en nu is er een nieuwe naked-variant. Met een vier-in-lijn, goed voor 95 pk bij 9.000 tpm en een maximaal koppel van 75 Nm bij 8.500 tpm. Er is ook een A2-variant leverbaar die – zoals je mag verwachten – precies 35 kW heeft. Qua uitrusting wordt de nieuwe SRK 800 standaard geleverd met een quickshifter, traction controle en cruise control en ook zaken als Bluetooth en navigatie zijn vanaf de fabriek alvast voor je geïnstalleerd. De SRK 800 is verder uitgerust met een instelbare Marzocchi upside-down voorvork. Voor de achtervering is voor een hydraulisch instelbare mono-schok van eveneens Marzocchi gekozen.

De Pirelli-voorband heeft de afmeting 120/70-17, terwijl de achterband 180/55-17 meet.

Voor de remprestaties zijn er twee 320mm-schijven van Brembo aan de voorkant en een enkele 260mm-schijf aan de achterkant. En met een gewicht van 207 kg biedt deze motorfiets een goede balans tussen stabiliteit en wendbaarheid. Beschikbaar in de kleuren rood en zwart.

Aanwezige QJMOTOR-modellen op MOTORbeurs Utrecht 2025
SRK 921 RR – SRK 800 RR – SRK 600 RS – SRK 800 – SRK 550 – SRV 600 V4 – SRT 600 SX Touring – SRT 700 SX Touring – SRT 900 SX Touring

Yoshi’s Gillet 500 in Mad Max stijl: Tribute to Grandpa

0

Op de meest recente editie van het Caféracer & Classic Treffen te Assenede was er veel aandacht voor de heroïsche laagvliegers uit de afgelopen decennia. Vooral dit door Yoshi Verstraete gebouwde, apocalyptische vehikel op basis van een Gillet kopklepper uit de vijftiger jaren, liep er stevig in de kijker!

Met een tikkeltje heimwee legt Yoshi uit hoe zijn liefde voor het verdwenen Belgische motormerk Gillet begon: “De interesse voor oude motoren kreeg ik letterlijk ingelepeld door mijn grootvader. Hij had een kakigroene, 500 cc zware Gillet Estafette zijklepper, die ooit dienst had gedaan in het Belgische leger. Als achtjarig manneke mocht ik bij hem achterop om leger- en oldtimermeetings te bezoeken. Daar was ik zodanig van onder de indruk, dat de geur van verbrande olie me levenslang zal bijblijven.”

DE BELOFTE

Enthousiast vertelt Yoshi verder: “voor mijn grootvader, die niet zo technisch onderlegd was, werd het steeds lastiger om zijn ploffer te starten. Daarom beloofde hij me dat de Gillet, zodra ik hem op gang kon kicken, van mij zou zijn. Ontelbare pogingen later is het me, rond mijn zestiende, eindelijk gelukt om dat dekselse kreng in leven te schoppen. Na die heuglijke overwinning nam ik het beest mee naar huis om hem terstond uit elkaar te vijzen. Ik mocht er nog niet mee rijden, dus was dat het ideale moment om er aan te werken. De machine was nogal verwaarloosd. Doorheen de jaren was er met een penseel wel zeven verschillende soorten groen aangebracht en het oprukkende roest was met een sponsje bij gedipt. Die machine is thans volledig gerestaureerd en met een rode metallic laag getransformeerd tot ‘burgerversie’. Daar ben ik twee jaar zoet mee geweest en helaas heeft het serieus wat leergeld gekost alvorens alles naar behoren afgewerkt was.

GEEN COMPROMISSEN

Yoshi vervolgt: “Tijdens de werkzaamheden aan het bobbertje, kwam ik toevallig in contact met een Gillet verzamelaar, die een heleboel onderdelen had liggen. Omdat hij zelf niet over de nodige kennis beschikte, vroeg hij me of ik voor hem geen motor kon bouwen uit zijn onderdelencollectie. Als compensatie mocht ik twee bouwvallige, vastgelopen Gillet motorblokken meenemen. Uit deze deal heb ik achteraf één goede kopklepper gedestilleerd. Dat leek me een interessante basis om een eigenwijs caféracertje mee te bouwen. De schaarse tijd die ik als beroepsmilitair over hou, wordt doorgaans met sleutelen ingevuld. Vrienden komen wel eens langs voor het onderhoud aan hun motor, of hulp bij de bouw van een caféracer. Daar geraak ik amper mijn creativiteit in kwijt. Daarom sleutel ik eigenlijk liever voor mezelf. Toen de tijd rijp was ben ik aan mijn eigen caféracer begonnen en deze keer zouden er geen compromissen gemaakt worden. De monoshock vering moest en zou ònder het blok komen. Slijpen, kloppen, lassen. Vier keer ben ik opnieuw begonnen, maar het moest eindigen zoals het in mijn hoofd zat.”

GEMOEDSRUST

Het project werd opgestart met een vreselijk doorroest frame zonder achterbrug, dat al een tijdje buiten lag te verkommeren bij de verzamelaar. Nadat de onbruikbare stukken er van tussen geslepen waren, kon met het overblijfsel het buizengedeelte rond het motorblok afgewerkt worden. Yoshi: “Het selfmade achterframe is vervaardigd uit een rond geplooide buis, zoals het hoort bij een klassiek caféracer kontje. Het voorwiel stamt vermoedelijk af van een Engels mormel uit de vijftiger jaren, dat afgeremd werd door een bedenkelijk trommelstoppertje. Omwille van de gemoedsrust heb ik achteraan een Japanse schijfrem gemonteerd, die had ik nog in de schuur liggen. De remklauw kreeg ik gelukkig van een vriend, want het geld was op! De voorvork was een serieuze uitdaging. Het moest een eyecatcher worden, gemaakt op basis van een girder parallellogram voorvork en twee uitwendige scooterveren. Met de grote metalen platen aan de zijkant heb ik er mijn eigen touch aan gegeven. Om het uitzicht op de vork en het veersysteem niet door een koplamp te laten verprutsen, zit de verlichting weggewerkt in de nep luchthappers aan de zijkanten. Het was niet simpel om de bekabeling in buisjes aan de binnenkant van de tank weg te werken. Met het diep doorgebogen selfmade stuur, dat net boven de ‘koplampen’ uitkomt, wou ik het effect van clip-ons benaderen en de agressieve look extra accentueren. Om de voorkant zo clean en steunenvrij mogelijk te houden zit het VDO tellertje in de tank verwerkt. De naald beweegt tegengesteld, van rechts naar links.”

KETTINGPERIKELEN

De krachtige uitlaatdecibels monden uit in het aluminium caféracer kontje. “Veel van die kontjes blijven nutteloos leeg, maar ik heb er het olietankje in weggewerkt,” verduidelijkt de Oost-Vlaming. “De koperen leidingen die erheen lopen verhogen het Mad Max gehalte aanzienlijk. Ik had nog nooit aluminium gelast en om het te plooien heb ik speciaal een Engels wiel aangekocht. Het is wellicht iets te dun geconstrueerd, maar dat werd gecompenseerd met bijplamuren. De uitlaat zit in een apart compartiment om de hitte te dempen, met een veilige tussenruimte voor het olietankje. Gelukkig zijn de uitlaatgassen al wat afgekoeld voor ze het kontje bereiken. Er is alleszins nog niks verhit geraakt, maar ik heb er ook nog geen wereldreis mee gemaakt,” lacht hij. “De uitlaatbocht is ambachtelijk vervaardigd uit onder de juiste hoek aan elkaar gelaste stukjes. Dat is, mits enige hulp van deskundige raadgevers en in een aantal episodes, uiteindelijk gelukt. De achterbrug is zo naakt mogelijk geconstrueerd, om alle details duidelijk zichtbaar te houden. Achteraf kwam de ketting angstvallig dicht tegen het frame te liggen. Dat heb ik gedeeltelijk opgelost door een systeem met scharnierende punten te fabriceren voor het Yamaha monoshock veerelement. Verder heb ik het achterwiel van een crossmotor gebruikt. Dat heeft een grotere vertanding waarmee de bovenste kettinglijn iets hoger ligt. Voor de onderste lijn wordt de ketting naar boven gemanoeuvreerd door een banaal skateboardwieltje.”

EERBETOON

Afsluitend verteld Yoshi: “Net voor de fotoshoot heb ik het glas van het achterlicht gebroken, waardoor ik halsoverkop op zoek moest naar een alternatief. Het lampje zit nu als low budget noodoplossing in een bescheiden buisje ingewerkt. Het was de bedoeling om het oldskool ‘bare metal’ uiterlijk te behouden, maar ik overweeg toch om de machine alsnog een laklaagje te schenken. Eigenlijk kan je hem moeilijk als caféracer definiëren. De rauwe, ijzeren kunstwerken van de Amerikaanse motorbouwer Maxwell Hazan bezorgen me veel inspiratie. Toen ik in Amerika op training was, heb ik hem opgezocht in zijn atelier te Los Angeles. Die stijl is me op het lijf geschreven. De midden vorige eeuw gebouwde Gillet is door mij omgebouwd tot een futuristisch vehikel, dat klaar lijkt voor de apocalyptische eindstrijd. In de ateliers van Gillet Herstal werden van 1919 tot 1958 motorfietsen geproduceerd. Het historische Belgische motormerk is bij vele mensen onbekend en daardoor heeft mijn creatie onderweg veel bekijks. Gestationeerd tussen exotische patsers en verchroomde Harley’s van tienduizenden euro’s, kaapt hij steevast alle aandacht weg. Je hoort het vehikel reeds van ver afkomen en het gaat zo traag vooruit, dat hij moeiteloos intensief te bewonderen is. Mijn passie voor Gillet motoren is een eerbetoon aan mijn grootvader. Gelukkig heeft hij de restauratie van zijn (rode) Gillet nog meegemaakt, maar de daaropvolgende evolutie heeft hij helaas gemist. Zijn broer had een Gillet uit 1938 en daarmee zat het eigenlijk al een beetje in de familie. Een obsessie voor het Belgische merk hadden ze alleszins niet, ze raakten er in die tijd gewoon makkelijk aan. Dat historisch familieverhaal wil ik keigraag verder zetten.”   

Icoon Wayne Rainey: Van triomf naar tragedie

0
Wayne Rainey

Wayne Rainey leek op weg naar zijn vierde 500cc-wereldtitel op rij, totdat één crash – iets wat hem zelden overkwam – alles veranderde. Niet alleen kwam er abrupt een einde aan zijn racecarrière, maar ook zou de Amerikaan nooit meer kunnen lopen. MOTO73 blikt terug op Rainey’s indrukwekkende carrière, waarin hij in elk van zijn zes 500cc-seizoenen minstens één Grand Prix wist te winnen en altijd in de top drie van het wereldkampioenschap eindigde. Een verhaal over een groot kampioen.

5 september 1993 is een zwarte dag in de wegracesport. De rivalen Wayne Rainey en Kevin Schwantz streden dat jaar om de 500cc-wereldtitel. Het duo had al vele spectaculaire duels achter de rug, zelfs nog voordat ze aan de Grand Prix-carrière begonnen. Hun rivaliteit was intens, maar altijd met wederzijds respect. Hoewel de gevechten op het scherpst van de snede werden gestreden, raakten ze elkaar op de baan zelden tot nooit. Aan het begin van het seizoen 1993 leek Schwantz de overhand te hebben, maar Rainey kwam steeds dichterbij. Tijdens de twaalfde Grand Prix van dat jaar – in Misano – begon de spanning flink op te lopen. Destijds werd er nog in de omgekeerde rijrichting op het circuit aan de Adriatische kust gereden. Rainey voerde de race aan en stond er gunstig voor: bij een overwinning zou hij Schwantz op een serieuze achterstand kunnen zetten. Een vierde opeenvolgende wereldtitel leek binnen handbereik. Drie 500cc-wereldtitels op rij was al een enorme prestatie, maar een vierde titel zou Rainey in een uniek rijtje plaatsen. Alleen legendes als Mike Hailwood en Giacomo Agostini waren erin geslaagd om vier keer op rij wereldkampioen te worden in de 500cc-klasse. Alles leek in Rainey’s voordeel te werken, tot het noodlot toesloeg. In de eerste bocht verloor de Amerikaan plotseling de controle over de achterkant van zijn Yamaha. Hij kwam hard ten val en gleed met zijn rug over de hoge curbstones, die waren aangebracht voor de autosport. Terwijl de teamleden van Schwantz haastig op het pitbord aangaven dat Rainey was uitgevallen – een kans voor Schwantz om een voorsprong op te bouwen in het kampioenschap – veranderde hun enthousiasme al snel in bezorgdheid. Rainey werd per helikopter naar het ziekenhuis vervoerd. Het nieuws kwam als een mokerslag: hij had een ruggenwervelbreuk opgelopen en was vanaf zijn borst verlamd. Zijn succesvolle racecarrière kwam in één klap tot een einde en de motorsportwereld was geschokt door deze tragische wending.

De weg naar de top

Vanaf 1988 reed Wayne Rainey in het 500cc-wereldkampioenschap, maar in 1984 had hij al eens een volledig jaar in de Grand Prix gereden. Ook toen maakte hij deel uit van het team van Kenny Roberts, aan wie Rainey zijn hele carrière trouw zou blijven. Roberts was in 1984 net gestopt met racen en had zijn eigen Marlboro Yamaha-team opgericht. Rainey was op dat moment 23 jaar en had zich in de Amerikaanse competities al ontpopt als een groot talent. De coureur uit Californië kreeg de kans om zich te bewijzen in de 250cc-klasse. Hij liet zijn talent zien, maar wist dit slechts sporadisch om te zetten in topresultaten. Het grootste probleem was de duwstart met de Yamaha. Rainey kwam telkens slecht weg, waardoor hij gedwongen werd tot inhaalraces. Eén keer – uitgerekend op Misano – stond Rainey met een derde plaats op het podium. Na het tegenvallende seizoen keerde Rainey terug naar Amerika. Gedurende de daaropvolgende drie seizoenen won hij veel in eigen land en ontstond er een enorme rivaliteit met een ander Amerikaans talent: Kevin Schwantz. De spanning en rivaliteit tussen de twee liep enorm hoog op. In 1988 begonnen Schwantz en Rainey aan hun eerste volledige 500cc-seizoen in de Grand Prix. Schwantz reed op een Pepsi Suzuki, terwijl Rainey voor Lucky Strike Yamaha uitkwam. In het team van Roberts had vicewereldkampioen Randy Mamola plaats moeten maken voor Rainey en het Australische talent Kevin Magee. Schwantz viel op met spectaculaire acties en uitschieters. Zo won de Texaan de openingsronde in Japan door regerend wereldkampioen Wayne Gardner (Rothmans Honda) te verslaan. Rainey maakte indruk met zijn constante en degelijke resultaten. Deze karaktereigenschappen op de baan zouden Schwantz (extrovert) en Rainey (introvert) typeren gedurende hun 500cc-carrières. Rainey was al 27 jaar toen hij in de 500cc debuteerde, wat heel anders is dan de amper twintigers die tegenwoordig in de MotoGP arriveren. Wat verder opviel bij Rainey waren zijn starts, deze keer in positieve zin. De duwstart had plaats moeten maken voor een start met draaiende motor. Daarmee was de Yamaha-rijder in veel races als snelste weg. Gardner en uiteindelijke wereldkampioen Eddie Lawson (Marlboro Yamaha) waren nog een maatje te groot, maar Rainey eindigde als derde in het wereldkampioenschap van 1988. Hij won dat jaar ook één race, tijdens de twaalfde ronde op Donington Park. In de vierde Grand Prix op Jerez kon Rainey al ruiken aan de zege, maar werd hij in de slotfase nog gepasseerd door Lawson. In 1989 was Rainey vanaf het eerste moment een titelkandidaat. Lawson – overgestapt naar Rothmans Honda – was zijn grootste concurrent, terwijl Gardner vroeg in het seizoen zwaar geblesseerd raakte en zijn kansen op de wereldtitel verkeken waren. In de eerste twaalf races stond Rainey elf keer op het podium en won hij driemaal. Eigenlijk stond de Yamaha-rijder in alle races op het podium, omdat bijna alle fabrieksrijders staakten tijdens de race in Misano. Schwantz was misschien wel de snelste rijder van 1989 met in totaal zes zeges, maar maakte ook (te) veel fouten. De pech voor Rainey was dat Lawson ook erg constant was. Hierdoor had Rainey ‘slechts’ 6,5 punt voorsprong in het wereldkampioenschap toen er nog drie races te gaan waren. Tijdens de race op Anderstorp in Zweden streden Lawson en Rainey om de overwinning en belangrijke WK-punten. Op een recht stuk, bij het opgaan van de voormalige landingsbaan, ging het mis voor Rainey. Hij crashte – zijn eerste van dat seizoen – en verloor daarmee een dure kans op zijn eerste 500cc-wereldtitel.

Kevin Schwantz: ‘Na de crash tijdens de TT Assen in 1992 was onze vriendschap voorbij’

De eerste wereldtitel

Een jaar later was het wel ‘raak’ voor Rainey. Het seizoen 1990 ging de boeken in als armzalig. Het startveld was al niet groot en door veel blessures stonden er soms maar zo’n vijftien rijders aan de start. De oorzaak? De 500cc-motoren waren in die periode onhandelbaar, zelfs voor de grootste iconen. Regerend wereldkampioen Lawson was in 1990 de nieuwe teamgenoot van Rainey bij het team van Roberts. Lucky Strike was als hoofdsponsor vervangen door Marlboro. Lawson raakte vroeg in het seizoen geblesseerd, waardoor hij de helft van de races zou missen. Maar ook Gardner, Schwantz en Rainey zelf bleven niet gevrijwaard van blessures. Zo brak laatstgenoemde een vinger tijdens de trainingen op de Nürburgring, maar wist in de race alsnog als tweede te finishen. Schwantz was in 1990 de grootste concurrent van Rainey, maar een serieuze uitdager voor de wereldtitel kon je hem eigenlijk niet noemen. Daarvoor was Rainey simpelweg te sterk en te constant. Op het circuit van Brno in Tsjechië, de dertiende van in totaal vijftien GP’s, behaalde de Amerikaan zijn eerste 500cc-wereldtitel. Op dat moment had Rainey zeven keer gewonnen en stond hij na elke race op het podium. Een jaar later had Rainey, naast Schwantz, een nieuwe concurrent: Michael Doohan. De Australiër had zich in de voorgaande twee seizoenen, in de schaduw van zijn landgenoot en Rothmans Honda-teamgenoot Gardner, ontpopt tot een topcoureur. Lawson was in 1991 overgestapt naar Cagiva, waardoor hij met minder competitief materiaal niet meer kon meedoen in de strijd om de wereldtitel. Rainey bleek in 1991 een taaie concurrent te hebben aan Doohan. De Honda’s reden met Michelin-banden, die in de beginfase van het seizoen beter presteerden dan de Dunlop-banden waar Rainey (Yamaha) en Schwantz (Suzuki) mee reden. Dit zorgde er mede voor dat Doohan als WK-leider aan de TT Assen begon, de negende race van het seizoen. Ondanks dat Rainey in deze race een kapitale fout maakte, nam hij de leiding in het WK-klassement over en zou die niet meer afstaan. Doohan kwam ten val in de Ramshoek. Rainey leek de race te gaan winnen en had een halve seconde voorsprong op Schwantz bij het ingaan van de laatste Geert Timmer-bocht. Maar Rainey verremde zich, ging door het gras en zag zijn grote rivaal Schwantz profiteren door de overwinning voor zijn neus weg te kapen. In de laatste races van 1991 was de combinatie Rainey-Yamaha-Dunlop niet te stoppen. Dit leverde hem zijn tweede wereldtitel op. De 500cc-races eind jaren 80 en begin jaren 90 zaten vol met spectaculaire duels om de koppositie. Er werd meer ingehaald dan ooit tevoren in de koningsklasse. Gevechten die tot aan de finishstreep werden uitgevochten, waren in die tijd nog vrij uniek. Rainey won in totaal 24 GP’s. Sommige zeges behaalde hij door dominant weg te rijden, maar vaak waren het duels tot in de slotfase. Bij zijn overwinningen moest de Amerikaan het vooral rechtstreeks opnemen tegen Schwantz, Doohan en Lawson.

Kevin Schwantz (links) en Wayne Rainey (rechts); rivalen die niet met, maar ook niet zonder elkaar konden.

Bizarre wending

Het jaar 1992 zou de boeken ingaan als misschien wel het meest bizarre 500cc-seizoen aller tijden. Doohan was oppermachtig in de eerste seizoenshelft. In de eerste zeven races won de Australiër vijf keer. De andere twee keer werd hij tweede. Schwantz en Rainey wisten ieder slechts één race te winnen en stonden een straatlengte achter in de tussenstand. Tijdens de zevende GP in Hockenheim blesseerde Rainey zijn hand en enkel tijdens de trainingen. Hij startte wel in de Grand Prix van Duitsland, maar viel na een paar ronden uit omdat de pijn te hevig was. In Assen reed Rainey zes ronden tijdens de training, maar opnieuw bleek de pijn ondraaglijk. Hij besloot zich volledig op zijn herstel te richten, temeer omdat de wereldtitel toch al verloren leek. Doohan had 130 punten en Rainey slechts 65. En dat met nog slechts zes races te gaan. (In 1992 kregen de eerste drie nog respectievelijk 20, 15 en 12 punten). Bovendien was Rainey geblesseerd. Titelprolongatie leek onmogelijk. Maar alles veranderde op de laatste trainingsdag in Assen. Doohan crashte en liep een zware blessure op. Zijn been kon maar net van amputatie worden gered. Ondanks Doohans blessure kwam de concurrentie niet snel dichterbij. Schwantz crashte samen met Lawson in Assen, en in de daaropvolgende race – op een halfnatte baan in Hongarije – liep Rainey slechts enkele punten in met een vijfde plaats. Met nog vier races te gaan stond Rainey 57 punten achter Doohan. Maar vanaf dat moment sloeg de Yamaha-rijder toe. Twee overwinningen en een tweede plaats brachten hem met slechts twee punten achterstand naar de laatste Grand Prix in Zuid-Afrika. Ondertussen had Doohan zijn rentree gemaakt tijdens de voorlaatste race in Brazilië. Lopen kon hij nog niet. Eigenlijk was het nog te vroeg om weer te racen, maar de Australiër wilde koste wat kost proberen zijn titel – die eerder zo zeker leek – te redden. In de laatste race wist Doohan nog knap zesde te worden, maar het was niet genoeg. Rainey werd derde en veroverde daarmee voor de derde keer op rij het wereldkampioenschap. In 1993 leek Rainey op voorhand de beste papieren te hebben. Doohan was nog niet volledig hersteld en moest wennen aan een nieuwe manier van racen met een duimrem, omdat hij door zijn gehavende been en voet de achterrem niet meer kon gebruiken. Maar dit keer kreeg Rainey te maken met zijn oude rivaal Schwantz, die in 1993 het meest constante seizoen uit zijn Grand Prix-carrière beleefde. Terwijl de Suzuki-coureur veel races won en vrijwel constant op het podium stond, kende Rainey halverwege het seizoen een lastige periode. Op de Salzburgring, Hockenheimring en het TT Circuit Assen kreeg hij zijn Yamaha met Dunlop-banden niet goed aan het werk. De Suzuki’s en Honda’s waren sneller. Toch kwam Rainey in de tweede seizoenshelft sterk terug, terwijl Schwantz zijn momentum enigszins verloor. Een belangrijk moment volgde op Donington Park, waar Doohan zowel Schwantz als Alexander Barros meenam in een crash. Rainey leek de race te gaan winnen, maar werd in de slotfase nog gepasseerd door zijn eigen Malboro Yamaha-teamgenoot Luca Cadalora. De tweede plaats was niet genoeg om de leiding in het WK over te nemen, maar het bracht hem wel tot op twee punten van Schwantz. Vervolgens won Rainey in Brno en ging hij – door de vijfde plaats van Schwantz – met elf punten voorsprong naar Misano. Op dat moment waren er nog drie races te gaan en leek de wereldtitel alsmaar dichterbij te komen. Dit gevoel werd versterkt doordat Rainey aan de leiding reed in Misano, totdat het moment kwam dat zijn leven voorgoed zou veranderen.

Icoon Marco Lucchinelli: Rock & Roll met Crazy Horse

Doorzettingsvermogen

Niet alleen het leven van Rainey en zijn familie veranderde in één klap. Teammanager Roberts overwoog na de crash van zijn pupil en goede vriend zelfs om te stoppen met zijn raceteam. ‘Wayne heeft aangegeven in de paddock te willen werken. Dat is dan ook de enige reden dat ik doorga,’ verklaarde Roberts tijdens de Grand Prix van Laguna Seca, de voorlaatste race van 1993. Tijdens de finale in Jarama werd Schwantz officieel 500cc-wereldkampioen. Rainey eindigde ondanks het missen van de laatste races nog als tweede in de WK-stand. Schwantz vierde zijn wereldtitel ingetogen. Het voelde anders, nu zijn grote concurrent er niet meer bij was. Het ongeluk van Rainey had zo’n impact op Schwantz dat hij nooit meer zijn oude niveau bereikte. In 1995 voerde hij het zelfs aan als een belangrijke reden om te stoppen met racen. En Wayne Rainey? De crash bracht een abrupt einde aan een glansrijke carrière. Maar wat het meest indrukwekkende was, was hoe hij reageerde op deze levensveranderende gebeurtenis. In plaats van zich terug te trekken uit de motorsport, besloot de Amerikaan zijn passie op een andere manier voort te zetten. De drievoudig wereldkampioen begon meteen in 1994 zijn eigen Marlboro Yamaha-raceteam. ‘Ik was nog niet klaar om met pensioen te gaan toen ik mijn ongeluk had en ben blij dat ik op deze manier nog onderdeel kan zijn van de paddock,’ verklaarde hij destijds. Later zou hij ook een eigen 500cc-team managen, wat hij deed tot eind 1998. Daarnaast wilde Rainey zelf blijven racen en dat deed hij in Amerika met een handbediende kart. Later was de voormalig topcoureur ook nauw betrokken bij de oprichting van het huidige MotoAmerica Superbike-kampioenschap. Rainey was een absolute legende in het 500cc-tijdperk, iemand die altijd het maximale uit zichzelf en zijn motor wist te halen. Maar misschien nog belangrijker: zijn vastberadenheid om positief te blijven, zelfs onder de meest uitdagende omstandigheden, heeft sporters over de hele wereld geïnspireerd. Wayne Rainey is veel meer dan alleen een drievoudig 500cc-wereldkampioen!

Foto’s: Henk Keulemans

MOTORbeurs Utrecht: dé aftrap van het motorseizoen

0
MOTORbeurs Utrecht

Van 20 t/m 23 februari 2025 tovert de Jaarbeurs Utrecht zich om tot het kloppende hart van de motorwereld. Ontdek bij meer dan 325 exposanten de nieuwste motoren, occasions, trendy kleding, accessoires en diverse motorclubs. Beleef de meest spectaculaire shows en laat je motorhart sneller kloppen bij de vele activiteiten. Een onvergetelijk spektakel dat al je zintuigen prikkelt!

‘All Brands United’

Dit jaar zijn opnieuw de merken die aangesloten zijn bij RAI Vereniging aanwezig met al hun nieuwe modellen. Maar liefst 25 merken presenteren zich gezamenlijk in hal 7 onder de noemer ‘All Brands United’. Je vindt er ook tal van andere (motor)merken. De beurs biedt niet alleen een breed aanbod aan nieuwe motoren, maar ook een uitgebreide selectie overjarige en gebruikte exemplaren.

Spectaculaire shows en demo’s

Bezoek de Globe of Speed, een spectaculaire en zenuwslopende stuntshow waarin motorrijders met ongekende precisie en snelheid door een stalen gaasbol razen. Of wat dacht je van de Wall of Death? Adrenalinekick gegarandeerd! Op het binnenterrein van MOTORbeurs Utrecht vind je een Supermoto-circuit: een sensationele sport die motorcross, speedway en wegrace combineert, inclusief uitdagende jumps.

Stap zelf op!

Droom je ervan om je motorrijbewijs te halen? Zet de eerste stap bij BOVAG Try the Bike en maak je eerste motormeters. Voor iedereen die al een rijbewijs heeft en een mooie motor op het oog heeft, is er de mogelijkheid om proef te rijden op het Testparcours. Test diverse modellen van onder andere Honda, Aprilia, Moto Guzzi, Piaggio, Vespa, Benelli, BMW Motorrad, CFMOTO, ZEEHO, Harley-Davidson, Moto Morini, Royal Enfield, QJMOTOR en Yamaha.

Kleine motormuis mee?

Breng ze dan naar de Mini Trial! Dé plek waar kinderen hun allereerste motorervaring opdoen.

Adventure Zone

Bezoek de Adventure Zone voor tal van off-road exposanten, of leer hoe je een bandenwissel doet, je rijvaardigheid verbetert en hoe je je motor onderweg leert slepen en tillen. In het Adventure Talks Theater krijg je tips over routes, veilig rijden, inpaktips en inspiratie voor de mooiste motorreizen in Europa.

Nog meer te doen!

Wil je zien hoe professionele zelfbouwers een motor opbouwen of juist afbreken? Bij Men@Work zijn ze hier helemaal in thuis en laten ze jou zien hoe je je motorfiets volledig naar eigen smaak kunt aanpassen. Daarnaast is De Motor Podcast van Peter Kroon en Dennis Kuzee ook weer aanwezig. Vier dagen lang nodigen ze verschillende gasten uit en nemen ze live hun podcast op vanaf MOTORbeurs Utrecht.

Kom luisteren en geniet ook van live muziek op de beurs. Strijk neer bij een van de gezellige cafés en geniet van een koud drankje.

Praktische info

Wanneer?
Donderdag 20 t/m zondag 23 februari 2025
Openingstijden
Donderdag & vrijdag: 10:00 – 22:00 uur
Zaterdag & zondag: 10:00 – 18:00 uur
Avondtickets zijn geldig vanaf 16:30 uur
Waar?
Jaarbeurs Utrecht
Parkeren met de motor
Parkeerplaats 3 (P3) is beschikbaar als motorparkeerplaats.
Meer info: motorbeursutrecht.nl/praktisch
Tickets
Bespaar t/m 19 februari €4,- op je ticket(s)!
Voorverkoop: €17,50
Aan de kassa: €21,50
Meer info: motorbeursutrecht.nl/tickets

Kersverse rijder? Gratis toegang op donderdag 20 februari!

Motorrijbewijs (categorie: A1, A2, A) gehaald tussen MOTORbeurs Utrecht 2024 (25 februari 2024) en MOTORbeurs Utrecht 2025 (20 februari 2025)? Dan krijg je van ons een cadeautje: gratis toegang op donderdag 20 februari 2025!

Check de website voor meer informatie.

Constantijn Buis over de uitdagingen van ouders in de wegrace: ‘Voor de ouder is de leercurve groter dan voor het kind’

0
Constantijn Buis

Constantijn Buis weet als geen ander hoe het is om ouder te zijn van een jonge wegracecoureur. Met zijn zoon Jeffrey begon hij op jonge leeftijd aan een avontuur dat uiteindelijk leidde tot maar liefst twee wereldtitels. Enkele jaren geleden begon Constantijn opnieuw aan deze intensieve reis, dit keer met zijn dochter Melaney. In dit interview deelt hij zijn ervaringen, de uitdagingen waar ouders van jonge coureurs tegenaan lopen en geeft hij waardevolle tips over wat er volgens hem beter kan. Eén ding is zeker: het ouderschap in de wegracewereld vraagt om veel energie, doorzettingsvermogen en mentale weerbaarheid!

Ruim tien jaar geleden stond je met Jeffrey aan de start van de Molenaar NSF100 Cup. Nu begeleid je je dochter Melaney in dezelfde competitie al twee seizoenen lang. Hoe anders is het nu?

‘De coureurs zelf? Die hebben nog altijd hetzelfde plezier in het racen. Langs de baan zie ik echter wél een duidelijk verschil bij de ouders vergeleken met tien jaar geleden.’

Constantijn met een 11-jarige Jeffrey in de Molenaar NSF100 Cup in 2013.

Kun je dat uitleggen?

‘Wat ik in dit interview zeg geldt natuurlijk niet voor iedereen, maar dit is mijn algemene indruk. Vroeger konden ouders en begeleiders wat beter tot tien tellen als er iets gebeurde dat niet in hun straatje paste. Er was net wat meer respect. Die verandering zie ik niet alleen op het circuit, maar in de hele maatschappij. In de juniorcompetities zie ik tegenwoordig veel gefrustreerde reacties bij ouders en begeleiders. Ook als je het gevoel hebt dat je terecht boos mag zijn – doe het niet. Gewoon niet doen. Dit is geen wereldkampioenschap. Zelfs het kleinste incident kan grote gevolgen hebben voor de toekomst van je kind.’

Wat bedoel je met de laatste zin?

‘Denk bijvoorbeeld aan potentiële sponsoren die op dat moment langs de baan staan. Zij kiezen om jonge coureurs te steunen vanwege de gunfactor. Die goodwill moet je zelf opbouwen. Bedrijven willen zich niet verbinden aan negatief gedrag of verkeerde reacties. Daarnaast is de wegracewereld klein; er wordt veel onderling gepraat. Je reputatie is daarom ontzettend belangrijk en die bouw je niet alleen op met de prestaties van je kind.’

Met jouw ervaring: welke tip zou je ouders van beginnende coureurs geven?

‘Als ouder moet je in eerste instantie gewoon bezig zijn met je eigen kind. Focus niet op randzaken of andere rijders, maar werk samen en verleg samen grenzen. Het is belangrijk dat je als ouder en kind goed kunt samenwerken. Lukt dat niet, dan wordt het later ook lastig om samen te werken met een organisatie zoals de Molenaar NSF100 Cup of later met een professioneel raceteam. Een jonge rijder kan alleen groeien als er een goede samenwerking is.’

Carla Molenaar over de Molenaar NSF100 Cup en de FIM Award: ‘Het is een enorme erkenning’

Heb je het daar ook weleens met andere ouders over?

‘Soms wel, maar ik bemoei me niet met conflicten. Wat ik in de loop der jaren heb geleerd, is dat de kinderen veel moeten leren, maar dat de ouders vaak nog veel meer te leren hebben als ze aan deze sport beginnen. Als ouder denk je misschien dat jij je kind moet sturen, maar in werkelijkheid is jouw eigen leercurve in het begin vaak nog veel groter.’

Wat zijn volgens jou de belangrijkste leermomenten?

‘Je kind loopt tegen grenzen aan. Dat kan te maken hebben met onkunde, angst of iets anders, en vaak gebeurt dat op een ongelukkig moment, zoals op een racedag. Als ouder is het dan belangrijk om even een stap terug te doen en samen met je kind te achterhalen wat er precies aan de hand is. Pas als het probleem is opgelost, kun je weer vooruit. Je kind heeft parate kennis nodig om grenzen te verleggen. Wat ik nu zie, is dat ouders de druk juist opvoeren wanneer een kind vastloopt op de motor. Maar dan gaat je kind rijden in een gebied waarin hij of zij nog niet genoeg ervaring heeft.’

Doe je nu dingen anders bij Melaney dan bij Jeffrey?

‘Ja zeker. Ik heb in het verleden met Jeffrey ook die momenten gehad, dat je te fanatiek bent of gefrustreerd raakt. Maar door schade en schande leer je. Nu heb ik veel meer rust en berusting gevonden. Toch was ik ook bij Jeffrey nooit bezig met het idee dat we wereldkampioen moesten worden. Natuurlijk wilden we het beste uit onszelf halen, maar altijd binnen de mogelijkheden. We hebben nooit te grote ambities gesteld, maar alles stap voor stap aangepakt.’

Gaat het in de jeugdcompetities niet te veel over winnen in plaats van ontwikkelen?

‘Ik denk van wel. Er is bovendien nauwelijks begeleiding voor ouders en dat is een gemis. Wat mij bijvoorbeeld stoort, is dat een rijder tijdens een trainingssessie naar binnen wordt gehaald zodra er iemand achter hem rijdt. Puur uit angst dat die ander beter zou kunnen worden. We zouden veel breder moeten kijken. Als een andere rijder beter wordt, kun jij je daar juist aan optrekken. De sport in Nederland is te klein om elkaar als concurrenten te zien. We moeten samenwerken om het algemene niveau omhoog te krijgen. Dat gebeurt nu nog te weinig.’

Met Jeffrey bleef je voornamelijk in Nederland en Noord-Europa voordat hij de stap naar het WK maakte. Tegenwoordig trekken jonge rijders op basisschoolleeftijd al naar Spanje en Italië. Wat vind je daarvan?

‘Als je kind de potentie heeft, jij als ouder de passie voelt en de financiële middelen er zijn, dan zie ik het alleen maar als een aanwinst om Nederlandse rijders voorin te krijgen. Maar je moet er wel klaar voor zijn. Het is eigenlijk zonde dat er niet meer zoiets bestaat als het Dutch Racing Team. Dat bood talenten, die zich hadden bewezen in een betaalbare Nederlandse cup, de kans om begeleid de stap naar het wereldkampioenschap te maken.’

Als ouder van een coureur loop je ook tegen uitdagingen aan. Wat was voor jou de lastigste periode?

‘Voor mij was dat in de beginperiode met Jeffrey in de grasbaan, voordat hij in de Molenaar NSF100 Cup terechtkwam. Toen moest ik alles zelf doen. Ik zal een voorbeeld geven van hoe diep je als ouder kunt gaan door een typische week uit die tijd te schetsen. Maandag na het werk pakte ik de kar uit van het afgelopen weekend. Alles moest schoongemaakt en uit elkaar gehaald worden. Dinsdag was ik weer bezig met sleutelen, onderdelen halen en de motor weer in elkaar zetten. Vaak was het dan al te laat om de motor nog te testen, dus dat deed ik op woensdagavond. Donderdagavond pakte ik de camper en de kar opnieuw in en vrijdagavond vertrokken we naar het circuit voor weer een raceweekend. Dit alles deed ik naast mijn fulltimebaan. Ik pleegde roofbouw op mijn lichaam. Op een gegeven moment viel ik ’s ochtends achter het stuur in slaap op weg naar mijn werk en kreeg ik een ongeluk met mijn bus. Ik was een jaar uit de running en mocht van geluk spreken dat ik het overleefd had. Later kwamen we in aanraking met de Molenaar NSF100 Cup en toen besefte ik pas hoe fijn het is als alles goed geregeld is en de motoren klaarstaan. Ouders mogen echt dankbaar zijn dat er in Nederland zo’n professionele cup bestaat.’

Melaney wordt op het circuit ook regelmatig begeleidt door broer en tweevoudig wereldkampioen Jeffrey Buis.

Poeh, dat was heftig. Maar als ouder krijg je in deze sport ook te maken met budget en andere stressfactoren. Hoe ga je daarmee om?

‘Het budget rondkrijgen blijft altijd een stressfactor. Op de kleine circuits valt het nog enigszins mee, maar zodra je op de grotere circuits komt, lopen de kosten al snel flink op. Dat vraagt veel, zeker als je een gezin hebt met meerdere kinderen. Daarnaast is er altijd de bezorgdheid over de veiligheid. Dat knaagt aan iedere ouder. Wanneer je kind op een hoger niveau komt, zoals het WK, krijg je te maken met meerdere partijen die je deels ontzorgen op financieel gebied. Tegelijkertijd moet je ook leren meer los te laten en dat is niet makkelijk. Je hebt jarenlang intensief samengewerkt en ineens moet je vertrouwen op anderen. Maar het risico blijft altijd aanwezig. Dat is mentaal behoorlijk zwaar, want je laat je kind los in een bijzondere en soms harde sportwereld.’

Jeffrey had in 2024 een heftig ongeluk in Assen, recht voor je neus. Gelukkig liep het goed af, maar ik kan me voorstellen dat onze lezers zich afvragen: is dit het allemaal wel waard?

‘Motorsport is een passie, maar het brengt je kind ook ontzettend veel. Wat je bijvoorbeeld op kleine schaal leert in de Molenaar NSF100 Cup, kom je later in het volwassen werkleven ook tegen. Je leert samenwerken, rekening houden met anderen, doelen stellen en omgaan met teleurstellingen. Daarnaast moet je luisteren naar de leiding van de organisatie. En als je dit alles niet doet, merk je de gevolgen – soms zelfs in de vorm van een crash. Bovendien krijg je al vroeg te maken met sponsoring en het opbouwen van een netwerk. Je leert dat je mensen om je heen nodig hebt en dat je daar actief iets voor moet doen. Al deze ervaringen zijn waardevol.’

Jeffrey Buis pakt voor tweede keer WorldSSP300-wereldtitel

Wanneer zou je serieus moeten beginnen met het zoeken naar sponsoring?

‘Veel ouders betalen in de juniorcompetities het inschrijfgeld en de kosten nog zelf, omdat de bedragen relatief laag zijn. Maar daar gaat het in mijn ogen mis, omdat het dan te makkelijk lijkt. Stel dat je alles zelf hebt bekostigd en je kind wordt kampioen, dan sta je ineens voor een groot probleem. Want de volgende stap kost veel meer geld. Als je op dat moment al een klein draaiboek voor sponsoring hebt klaarliggen, heb je een voorsprong en staan er al mensen om je heen die je kunnen helpen. Ik denk dat het een goed idee zou zijn als ouders en kinderen in de juniorcompetitie samen een simpel sponsorplan maken en dit aan elkaar presenteren. Zo kan iedereen op dat vlak van elkaar leren. Hoe klein ook, je doet waardevolle ervaringen op die je later kunt gebruiken om grotere sponsorbedragen binnen te halen. Probeer altijd – hoe bescheiden ook – iets terug te doen voor een sponsor. Naast het rijden is dit net zo belangrijk.’

De afgelopen jaren waren er veel Nederlandse rijders actief op WK-niveau. Zie jij de toekomst rooskleurig in?

‘Ik ben er vrij zeker van dat er een dip gaat komen. Neem bijvoorbeeld nu Barry en Loris (Veneman), Jurgen en Zonta (van den Goorbergh), of Jurjen en Collin (Veijer) – dit zijn vader-zoon combinaties die samenwerken en enorm veel ervaring hebben. Zij hebben zich inmiddels al bewezen. Maar op dit moment zie ik heel weinig ouders die over diezelfde kwaliteiten beschikken. Daarnaast is het enorm lastig om door te groeien vanuit de jeugdcompetities. Jonge rijders komen al vroeg van de kleine circuits, maar doordat de leeftijdsgrenzen zijn verhoogd, kunnen ze pas op latere leeftijd instromen in internationale competities. Vroeger was de Moriwaki Cup een perfecte – en nog enigszins betaalbare – tussenstap, maar die mogelijkheid is helaas verdwenen. Als rijder en ouder heb je bovendien goede en serieuze mensen om je heen nodig. Mensen die je kunnen adviseren op allerlei vlakken, niet alleen op het gebied van racen, maar ook als het gaat om communicatie en financiën. Als ouder kun je het simpelweg niet alleen; je hebt mensen nodig die een tegengeluid durven te geven en kritisch meedenken. Dat mis ik bij veel mensen. Naar buiten toe wordt vaak gecommuniceerd hoe goed alles geregeld is op jonge leeftijd, maar de vraag is: hoe goed is het écht?’

Constantijn Buis met zoon Jeffrey en dochter Melaney.

Royal Enfield Himalayan Raid: lancering in 2026

1

Royal Enfield werkt aan een meer offroad georiënteerde versie van de nieuwe Himalayan 450. Deze avontuurlijke motor, die eerder gepland was om eind 2026 of begin 2027 op de markt te komen, zal nu veel eerder worden gelanceerd. Volgens de laatste mediaberichten is de ontwikkeling van de Himalayan Raid versneld en als alles goed gaat, kunnen we in 2026 de nieuwe avontuurlijke motor op de Indische wegen zien rijden.

Intern codenummer ‘Project K1X’, wordt de Himalayan Raid ontwikkeld door een gezamenlijke inspanning van het R&D-team van Royal Enfield in het VK en India, samen met het nieuwe raceteam dat in Europa is gevestigd.

Hoewel de details over het project momenteel schaars zijn, zal de Himalayan Raid waarschijnlijk veel onderdelen delen met het standaardmodel. Toch zal er een veel beter offroad pakket en een grotere lijst met capabele uitrusting deel uitmaken van het geheel. De vering zal een geheel nieuwe eenheid zijn, met een langere veerweg en aanpassingen voor compressie en rebound aan beide uiteinden. Om de vering verder te versterken, zullen de vorkbuizen een veel grotere diameter hebben.

De huidige Himalayan wordt verkocht met enkele rally-specifieke accessoires zoals een rally achterkant, rally-zadel, handbeschermers, tubeless spaakwielen en meer. De aankomende Himalayan Raid zal deze onderdelen als standaarduitrusting hebben, samen met meer aanvullingen.

Wat de aandrijflijn betreft, zal de Royal Enfield Himalayan Raid waarschijnlijk worden aangedreven door de bekende vloeistofgekoelde 452cc-eencilinder, die ook wordt gebruikt in de reguliere Himalayan 450. Mediaberichten suggereren dat deze motor enkele upgrades ondergaat, wat naar verwachting de vermogens- en koppelwaarden zal verhogen. Het blijft echter afwachten of deze motor zijn weg zal vinden naar de Himalayan Raid.

Langen LS12 Turbo: de snelste motorfiets ooit

1

Langen kondigt een verbeterde versie van de Lightspeed aan, die recordbrekende prestaties belooft. Het doel? De snelste productiemotorfiets ter wereld produceren.

Langen, een kleine maar ambitieuze motorfietsfabrikant uit Wigan, VK, heeft onlangs zijn nieuwste project onthuld, misschien wel het meest waanzinnige ooit: een turboversie van de Lightspeed die de snelste productiemotorfiets ter wereld moet worden. Met een geschat vermogen van 300 pk in de volledige vermogensuitvoering en 250 pk in de ‘straat’-modus, vertegenwoordigt de LS12 Lightspeed Turbo een kwantumsprong ten opzichte van de huidige versie met 185 pk.

Als we het over turbomotoren hebben, denken we meteen aan de Kawasaki H2R, die niet is goedgekeurd voor gebruik op de weg, en de Langen LS12 Lightspeed Turbo heeft vrijwel dezelfde prestaties. Eng.

Langen Lightspeed LS12: een Engelse spierbundel

De filosofie van Langen is gebaseerd op het herstel van iconische ontwerpen en technische oplossingen, opnieuw geïnterpreteerd met moderne technologieën. We zagen het bij de Two Stroke en we vinden het terug in details zoals de geometrie van de achtervering, geïnspireerd op de Vincent Black Shadow.

De 185 pk sterke tweecilinder van de Lightspeed was niet voldoende: de Britse ingenieurs gaven de motor een boost door er een mooie turbo en een speciale controle-eenheid in te installeren. Deze unit regelt nauwkeurig de vermogensafgifte en de regeling van de pop-off-klep, en de ride-by-wire-gasklephuizen moeten een optimaal vermogen bij lage toerentallen en een soepele overgang naar de boost-zone leveren. Hoe zit het met turbogat? Volgens ingenieurs zorgt de nauwkeurige afstelling van de Lightspeed ervoor dat je optimaal kunt genieten van de pk-injecties van de turbo, zonder dat je last krijgt van vertragingen. Een echte test zou echter alle twijfels wegnemen.

De Langen LS12 Lightspeed Turbo biedt twee bedrijfsmodi: een 250 pk sterke ‘wegmodus’ en een volvermogenmodus die meer dan 300 pk kan leveren. Het project omvat ook een grootschalig gebruik van koolstofvezel- en aluminiumcomponenten die uit massief materiaal zijn vervaardigd.

Het Britse bedrijf heeft bevestigd dat het project zich in een vergevorderd stadium bevindt en dat de praktijktesten al zijn afgerond. De volgende stap is testen op het circuit bij Santa Pod later dit jaar. De productie zal uiterst beperkt zijn en zoals verwacht zal de aangekondigde prijs eveneens exclusief zijn.