Als je de sportverslaggeving in MOTO73 een beetje volgt, zul je weten dat we meestal bij de uitslagen ook de actuele kampioensstanden vermelden. Dat doen we bijvoorbeeld bij de GP’s wegrace, het WK Superbike, maar ook het ONK motorcross. Bij het ONK wegrace ontbreken de standen nagenoeg altijd. Vinden we die niet de moeite van het vermelden waard? Zeker wel, maar het punt is dat die standen vrijwel nooit beschikbaar zijn als wij ze nodig hebben. Neem nou het vorige nummer.
Daarin stond het verslag van de MOTO73 Race of the Champions, de slotrace van het ONK. Daar zou je toch eigenlijk ook wel de eindstanden van de Nederlandse titelstrijd bij verwachten. Die hadden we er inderdaad graag bij gezet, maar helaas zelfs op maandagmorgen was er nog niets te vinden op de site van Mylaps, waar je vanaf de website van de KNMV naar wordt doorgelinkt als je op zoek gaat naar uitslagen en kampioensstanden.
Maar waarom stond de eindstand van de Europese Cup van de Supermono er dan wel bij? Die stand werd door Ap Ruitenbeek van de Europese bond UEM al vrij snel na afloop van de wedstrijd in het perscentrum uitgedeeld. “Ik heb de EK-eindstand eerder dan de uitslag van de wedstrijd”, verzuchtte perschef Fred Lubbers, die ook lang moest wachten op de uitslagen van alle andere klassen.
Neemt de KNMV het ONK wegrace wel serieus? In de afgelopen jaren zijn vanuit de Wegrace Commissie meerdere keren gesprekken gevoerd met diverse partijen over de toekomst van het ONK, maar evenzovele keren leverde dat niets op, mede omdat de voorzitters van genoemde commissie elkaar in hoog tempo opvolgden.
De wegrace is een zorgenkindje in Nederland. De belangrijkste handicap is het gebrek aan circuits. Daarom worden de wedstrijden verreden in Assen, Assen, Assen en nog een paar keer Assen. En daar komen dan Francorchamps en Oschersleben nog bij, evenals de niet bij alle coureurs geliefde stratencircuits van Hengelo en Oss.
Racen op Assen, Francorchamps of Oschersleben is een dure aangelegenheid, omdat er forse huurprijzen moeten worden betaald. Daarom betalen de rijders inschrijfgelden die meer dan 200 euro bedragen, want van uitsluitend de inkomsten van de betalende toeschouwers kan een evenement niet kostendekkend worden georganiseerd. Om verzekerd te zijn van extra inkomsten zijn de organisatoren haast wel verplicht enkele ‘geldmachines’ aan de start te laten komen, klassen die niet in het ONK thuishoren, maar waarvan de inschrijfgelden van de deelnemers zeer welkom zijn.
Daarom zag je tijdens de MOTO73 Race of the Champions een overvol programma met naast de Superbike, Supersport, zijspannen, 125cc en Supermono (door de EK-status een vol startveld) ook nog een Europese 250cc-tweetaktklasse en de 3D Cup, nog wel in twee groepen. De breedtesport moet zo de topsport overeind houden.
Op de zaterdag van de MOTO73 Race of the Champions organiseerde de Stichting Vrienden van het TT Circuit Assen voor haar leden een bijeenkomst in het perscentrum van het circuit. De stichting bracht daar een Masterplan voor de Nederlandse motorsport naar buiten.
Doelstelling is in 2025 – als de TT het honderdjarig bestaan viert – een Nederlandse coureur als winnaar op het podium te hebben. Een loffelijk streven, maar naar mijn mening niet al te ambitieus. 2025 duurt nog veertien jaar. Ik zou liever al eerder een Nederlander op de hoogste trede van het erepodium willen zien. Weet je overigens nog wie de laatste Nederlandse winnaar bij de TT was?
De TT-vrienden willen proberen de motorsport meer maatschappelijk belang te geven. Dat willen ze bereiken door innovatie en duurzaamheid, twee termen die het bij de politiek goed doen. Ze willen inzetten op baanbrekende tweewielertechnologie, die een plaats zou moeten verwerven op en aan het TT-circuit. Vanuit noord-Nederland zal dan mede de toekomst van de internationale motorsport moeten worden bepaald.
Assen en omgeving zal moeten uitgroeien tot een mondiaal centrum voor duurzame en hoogwaardige tweewielertechniek. De voor het eerst op het circuit aanwezige staatssecretaris Henk Bleker (die o.a. innovatie in zijn portefeuille heeft) liet weten dat als er goede plannen zijn er bij het kabinet kan worden aangeklopt voor subsidie, want daarvoor is een bedrag van 1,2 miljard euro gereserveerd.
Ik hoop dat het nog een hele tijd zal duren alvorens we uitsluitend elektrische motoren op de circuits zullen zien. Maar als trainingsmotoren voor jonge coureurs zouden ze best gebruikt kunnen worden. Zonder dat iemand last heeft van geluid kan er worden gereden en kunnen de jonge talenten veel meters maken op een circuit.
Oh ja, als er in 2025 of eerder een Nederlandse winnaar bij de TT komt is hij de opvolger van Hans Spaan, die in 1989 in Assen de 125cc-klasse won.
Jan
