vrijdag 9 mei 2025
Home Blog Pagina 22

WorldSSP en WorldSSP300 Assen: Nederlanders baas in eigen huis

0

Buis en Bendsneyder winnen thuisrace

Favoriet zijn is één, waarmaken is twee. Jeffrey Buis wist in Assen twee zenuwslopende World Supersport 300-races op zijn naam te schrijven met zijn oranjegekleurde KTM. Bo Bendsneyder deed daar nog een schepje bovenop door de eerste World Supersport-race op zijn thuiscircuit te winnen. In de tweede race eindigde hij als derde, nadat zijn MV Agusta kampte met een probleem aan de voorband. Nog nooit eerder klonk tijdens één evenement drie keer het Wilhelmus na een WK-wedstrijd.

Vorig jaar wist Glenn van Straalen de tweede World Supersport-race in Assen te winnen, terwijl Loris Veneman een podiumplaats veroverde in de World Supersport 300. Maar de ‘oranje-lat’ lag voor de editie van 2025 misschien nog wel hoger, aangezien Bo Bendsneyder (WorldSSP) en Jeffrey Buis (WorldSSP300) overwinningen hadden behaald tijdens de voorgaande races in Portugal. Bendsneyder laat sinds zijn overstap naar de World Supersport weer zien waarom hij in 2016 als groot talent in de Grand Prix arriveerde. Tijdens de trainingen voor zijn thuisrace was de MV Agusta-rijder constant razendsnel. In de kwalificatie leverde dat geen poleposition op, omdat Can Öncü een onwaarschijnlijke rondetijd van 1’36.184 liet noteren. Nog nooit eerder reed iemand dergelijke tijden met een Supersport-motor op TT Circuit Assen. Bendsneyder moest ruim een halve seconde toegeven en was nipt langzamer dan Tom Booth-Amos, waardoor hij als derde vanaf de eerste startrij aan de eerste race mocht beginnen. De start is nog altijd een zwakker punt van Bendsneyder, wat ook in de eerste race weer duidelijk werd. De Rotterdammer kwam pas als zevende door de Haarbocht. Gelukkig kreeg hij een herkansing, want in de openingsronde werd de rode vlag gezwaaid vanwege een crash in het achterveld. De race werd hervat, maar ingekort van achttien naar twaalf ronden — iets wat in het nadeel is van Bendsneyder, aangezien hij juist in de tweede helft van races vaak ijzersterk is. ‘Na de rode vlag wist ik dat ik heel agressief moest zijn bij de start,’ vertelde Bendsneyder. ‘Ik wist dat de concurrenten een zachte band zouden monteren, maar die houdt het op onze motor niet een hele race vol. Ik moest er met de hardere band meteen bij zitten.’ Dat lukte uitstekend: Bendsneyder remde extreem laat bij de Haarbocht en reed derde na de eerste bocht achter Öncü en Stefano Manzi. In de openingsronde pakte hij al de tweede plaats ten koste van Pata Yamaha Ten Kate Racing-coureur Manzi. Vervolgens zette hij de achtervolging in op Öncü, die in de eerste ronden een voorsprong van ruim een seconde had opgebouwd. Halverwege de race wist Bendsneyder het achterwiel van de Turkse rijder te vinden. Bij de eerste gelegenheid in de Ramshoek sloeg hij genadeloos toe. De 26-jarige Nederlander zette daarna nog eens flink aan, wist meteen een klein gaatje te slaan en stelde daarmee de overwinning in zijn thuisrace veilig. ‘Het is geweldig om voor eigen publiek te winnen, heel mooi,’ vertelde Bo kort na het podium. Kampioenschapsleider Manzi won uiteindelijk het gevecht om de tweede plaats van Öncü.

Geen herhaling

Zondag reed Bendsneyder na de start op de zesde plaats. In de eerste helft van de race bleef een groep van zo’n tien rijders vooraan bij elkaar, waarbij de MV Agusta-rijder constant op P6 reed. Toen Manzi samen met Öncü en Booth-Amos een gaatje begon te slaan, schoof Bendsneyder op naar de vierde plek. Maar dat kostte tijd, waardoor het leidende trio een voorsprong van anderhalve seconde wist op te bouwen. Door een crash van Booth-Amos kreeg Bendsneyder de derde positie in handen. De Nederlander had niet genoeg snelheid om de twee koplopers nog in te halen. Hij eindigde als derde, wat zijn vijfde podiumplaats op rij betekende. Manzi leek de overwinning voor het Nederlandse Ten Kate Racing binnen te halen, totdat Öncü in de laatste Geert Timmer-bocht een ultieme inhaalactie plaatste. Het tweetal ging kuip-aan-kuip door de chicane. Manzi kwam via de groene strook naast de baan als eerste over de finish, maar omdat hij daarmee de ‘track limits’ overschreed, werd hij één positie teruggezet. Daardoor werd Öncü tot winnaar uitgeroepen. Manzi blijft wel leider in het wereldkampioenschap en heeft nu veertien punten voorsprong op Bendsneyder, die tweede staat in het klassement. Na afloop was Bendsneyder zichtbaar teleurgesteld en dat bleek begrijpelijk: ‘Het was een zware race, want na vijf ronden was de voorband al op. Vanaf dat moment was ik alleen maar bezig om mijn tempo te managen en te zorgen dat ik niet te veel vroeg van de voorband. Gisteren hadden we dat probleem ook al, maar toen kwam het later. Hier moeten we wel een oplossing voor gaan vinden. Het is balen, want we waren het hele weekend heel sterk.’

Glenn van Straalen kon niet imponeren in zijn thuisweekend. De coureur uit Hoogkarspel miste nog ritme nadat hij op Phillip Island een zware hersenschudding had opgelopen. Daarnaast moet hij nog wennen aan de overstap van Yamaha naar Ducati. Gedurende het weekend boekte hij wel progressie, wat resulteerde in zijn eerste WK-punten van 2025 met een veertiende plaats in de eerste race. In de tweede race ging hij onderuit. Wildcardrijder Melvin van der Voort werd negentiende in de eerste race. Loris Veneman eindigde als drieëntwintigste. Na een crash in de kwalificatie vond Veneman zijn ritme niet meer terug. In de tweede race zouden zowel Van der Voort als Veneman uitvallen.

Geniale Buis

Jeffrey Buis had voorafgaand aan zijn thuisronde al veertien World Supersport 300-races gewonnen. Geen enkele rijder is succesvoller in deze WK-categorie, maar de coureur uit Steenwijkerwold had nog nooit zijn thuisrace gewonnen. In de kwalificatie veroverde Buis een positie op de eerste startrij. Hij was duidelijk over zijn strijdplan voor de race: ‘Ik ga proberen vanaf het begin het tempo zo hoog mogelijk te leggen. Dan kijken of we weg kunnen komen of de groep zo klein mogelijk kunnen maken.’ Dat laatste lukte in de eerste race. Buis pakte de kopstart en wist met zijn hoge tempo het veld al in de openingsronde uit elkaar te rijden. Uiteindelijk bleven er zes rijders over die streden om de overwinning. Dat is relatief weinig voor een World Supersport 300-race, waarin het regelmatig voorkomt dat twintig rijders tot in de laatste ronde bij elkaar blijven. Halverwege de race zakte Buis even terug naar een zesde plaats om in de slotfase weer naar de leiding te komen. Een goede slipstream is erg belangrijk in deze klasse. Eigenlijk wil geen enkele coureur aan de leiding rijden in de slotronde door Meeuwenmeer, omdat de kans groot is dat je voor de Ramshoek – vanwege de wind- vanuit de slipstream door meerdere rijders wordt gepasseerd. Dat was ook te zien in de eerste sector van de laatste omloop. Rijders begonnen ruimte te maken voor anderen. Buis besloot van de onrust gebruik te maken en ervoor te gaan. Dit zorgde ervoor dat de KTM-rijder met een kleine voorsprong door Meeuwenmeer ging. In de voorgaande ronden viel hij voor de Ramshoek nog weleens terug naar een vierde of vijfde plaats, maar door de kleine voorsprong kwam deze keer alleen Humberto Maier hem voorbij. ‘Toen ik als tweede door de Ramshoek kwam, moest ik er wel voor gaan in de Geert Timmer-bocht.’ Met een laatste uitremactie passeerde Buis de Braziliaan en won zo voor het eerst zijn thuisrace. ‘Echt geweldig, dit heb ik nog nooit meegemaakt,’ klonk een enthousiaste Buis na afloop, die in Assen de enige Nederlandse deelnemer in de World Supersport 300-categorie was.

0,001 seconde

Een dag later – in de tweede race – ontvouwde zich een soortgelijk scenario. Buis reed veel aan de leiding en was vrijwel constant in de top-vier van de kopgroep te vinden, die uit tien rijders bestond. In de voorlaatste ronde dreigde het even mis te gaan toen de 23-jarige coureur terugviel naar de zevende plaats. Het werd een hectische slotronde, waarbij rijders op sommige momenten met zijn vijven naast elkaar reden. Van De Bult richting Mandeveen sloeg Buis toe en pakte opnieuw de leiding. Met een goede exit uit Duikersloot wist hij de concurrentie tot aan de Ramshoek achter zich te houden. Ook bij het aanremmen van de Geert Timmer-bocht kwam niemand langszij. In de sprint naar de eindstreep kwam David Salvador nog naast Buis. Ze kwamen zij aan zij over de finish, maar Buis ging 0,001 seconde eerder over de lijn. Een dubbele overwinning in de thuisrace en de leiding in het wereldkampioenschap waren een feit. Buis kort na de race: ‘De slotfase verliep net iets anders dan gisteren, omdat ik wat terugviel in de groep. Gelukkig kwam ik goed uit Stekkenwal, waardoor ik veel rijders kon passeren. Bij De Bult ging de leider plotseling helemaal van het gas, omdat hij niet als eerste naar Meeuwenmeer wilde. Dat gaf mij de kans om de leiding te pakken. Ik had nét genoeg voorsprong om als eerste richting de Geert Timmer-bocht te gaan. Daar koos ik bewust mijn eigen lijn, want daar remmen ze meestal niet later dan ik. Richting start-finish schakelde ik nog een keer mis, waardoor het nog spannend werd. Maar bij de eindstreep wist ik meteen dat ik gewonnen had. Het was een droomweekend!’

WorldSBK Assen 2025: geen grip voor Van der Mark en BMW

0

Michael van der Mark had tijdens zijn thuisronde in Assen ingezet op veel betere resultaten, maar mede door gripproblemen bij BMW kwam hij niet verder dan een negende en zeventiende plaats in de hoofdraces. In de natte Superpole Race boekte de Nederlander zijn beste resultaat van het weekend met een vijfde plaats.

‘Het is te lang geleden dat ik in Assen op het podium stond,’ vertelde Michael van der Mark voorafgaand aan zijn thuisrace. Voor een topresultaat heb je wel een motor nodig die perfect aanvoelt, maar zijn BMW werkte niet volledig mee. Door de sterke prestaties en wereldtitel van Toprak Razgatlıoğlu in 2024 moest BMW deze winter – vanwege de concessieregels – terug naar het standaardchassis. Dit zorgt ervoor dat Razgatlıoğlu en Van der Mark niet hetzelfde gevoel hebben als vorig jaar met de M1000RR. Na een technisch probleem op zaterdagmorgen perste de Nederlander er toch een 1’33.451 in de Superpole uit, een rondetijd die bijna een seconde sneller was dan zijn persoonlijk record op het TT Circuit Assen. Dat het maar een dertiende startplek opleverde, gaf aan hoe hoog het niveau in de huidige WorldSBK is. In de eerste race – verreden onder prachtige weersomstandigheden – was Van der Mark in de openingsronden sterk en wist hij op eigen kracht naar een achtste plaats te komen. Door crashes kwam hij naar de vijfde plaats. In de tweede helft van de race zakte zijn tempo flink in en werd hij gepasseerd door meerdere rijders. Hij finishte als negende. ‘In het begin was het tempo beter dan verwacht. Na tien ronden kregen we een enorme drop van de banden. We weten dat dit het karakter van de motor kan zijn, maar dit verval is onacceptabel. Toprak had precies hetzelfde. We moeten een manier zien te vinden om het tempo langer vast te houden.’ Op de vraag of deze problemen voortkomen uit het frame antwoordde hij: ‘Dat is wel bijna het enige wat veranderd is ten opzichte van vorig jaar.’ De race werd op dominante wijze gewonnen door Nicoló Bulega.

Meer problemen

De Superpole Race begon op een natte baan, waardoor vrijwel iedereen op regenbanden van start ging. Dit veranderde de kansen voor de BMW-coureurs. Razgatlıoğlu voelde zich in zijn element in deze omstandigheden en schreef de sprintrace op zijn naam. Bulega reed lange tijd op de derde plaats, maar viel uit met een technisch probleem. Van der Mark reed zich gedurende de tien ronden goed naar voren, maar zijn opmars stokte in een fel gevecht met Locatelli om de vierde plek. Uiteindelijk werd hij vijfde, wat hem een startplek op de tweede rij voor Race 2 opleverde. Maar in die tweede (droge) race viel Van der Mark al snel terug buiten de top tien en eindigde buiten de punten op de zeventiende plaats. ‘We hadden wat dingen aangepast aan de afstelling, maar het gevoel was zelfs slechter dan gisteren. We gingen alleen maar achteruit,’ verklaarde Van der Mark na afloop. Bij Razgatlıoğlu verliep het niet veel beter. De regerend wereldkampioen moest zich tevreden stellen met een achtste plaats. Bulega leek op weg naar zijn tweede overwinning van het weekend, maar kreeg in de voorlaatste ronde opnieuw te maken met een technisch probleem. Daardoor nam Locatelli de leiding over en bekroonde zijn sterke weekend in Assen met zijn allereerste overwinning in de WorldSBK.

Circuitinfo

Circuit: TT Circuit Assen
Lengte: 4,542 km
Superpole: Sam Lowes (GB), Ducati, 1’32.596
Snelste raceronde: Nicoló Bulega (I), Ducati, 1’33.581 (Race 1)

Uitslagen

RACE 1

21 RONDEN = 95,382 km

1. Nicoló Bulega (I), Ducati, 33.08,274; 2. Andrea Locatelli (I), Yamaha, +7,801; 3. Danilo Petrucci (I), Ducati, +14,827; 4. Toprak Razgatlıoğlu (TR), BMW, +17,137; 5. Iker Lecuona (E), Honda, +22,653; 6. Xavi Vierge (E), Honda, +22,865; 7. Dominique Aegerter (CH), Yamaha, +23,248; 8. Remy Gardner (AU), Yamaha, +23,854; 9. Michael van der Mark (NL), BMW, +29,120; 10. Scott Redding (GB), Ducati, +34,607; 11. Alex Lowes (GB), Bimota, +35,959; 12. Tarran Mackenzie (GB), Honda, +39,665, 13: Garrett Gerloff (US), Kawasaki, +40,262; 14. Tito Rabat (E), Yamaha, +40,491; 15: Ryan Vickers (GB), Ducati, +42,096.

SUPERPOLE RACE

10 RONDEN = 45,420 km

1. Razgatlioglu, 17.32,242; 2. Sam Lowes (GB), Ducati, +3,798; 3. Alvaro Bautista (E), Ducati, +6,865; 4. Locatelli, +9,907; 5. Van der Mark, +10,147; 6. Redding, +11,621; 7. Gardner, +12,093; 8. Yari Montella (E), Ducati, +13,099; 9. Tarran Mackenzie (GB), Honda, +14,860.

RACE 2

21 RONDEN = 95,382 km

1.Locatelli, 33.17,693; 2. Bautista, +2,968; 3. Gardner, +4,396; 4. S. Lowes, +4,803; 5. Axel Bassani (I), Bimota, +7,380; 6. A. Lowes, +12,109; 7. Lecuona, +12,928; 8. Razgatlioglu, +13,110; 9. Andrea Iannone (I), Ducati, +13,273; 10. Aegerter, +13,534; 11. Petrucci, +14,558; 12. Vierge, +15,258; 13. Montella, +17,158; 14. Mackenzie, +21,036; 15. Bahattin Sofuoglu (TR), Yamaha, +26.370, 17. Van der Mark, +27.226.

Tussenstand WorldSBK (na 9 races)

Tussenstand WorldSBK (na 9 races)

Plaats Rijder Land Merk Punten
1 Nicolò Bulega I Ducati 136
2 Toprak Razgatlıoğlu TR BMW 115
3 Andrea Locatelli I Yamaha 107
4 Alvaro Bautista E Ducati 86
5 Danilo Petrucci I Ducati 81
6 Sam Lowes GB Ducati 52
7 Andrea Iannone I Ducati 51
8 Scott Redding GB Ducati 41
9 Axel Bassani I Bimota 41
10 Michael van der Mark NL BMW 38
11 Dominique Aegerter CH Yamaha 38
12 Xavi Vierge E Honda 37
13 Iker Lecuona E Honda 34
14 Alex Lowes GB Bimota 34
15 Remy Gardner AU Yamaha 33
16 Yari Montella I Ducati 20
17 Garrett Gerloff US Kawasaki 14

Adventure Bike Experience Center: reisklaar maken van motoren

0

In een woonwijk in het Overijsselse Heeten vind je het Adventure Bike Experience Center van Arnold de Lange. Arnold is specialist in het reis-klaarmaken van motoren. Hoe word je een adventure specialist en hoe bereid je motoren en jezelf voor op wereldreizen? Bart gaat langs op zoek naar antwoorden.

Lambretta X-300 en G350 motorscooters getest in Nederland

0

Lambretta is terug in Nederland! We rijden met twee motorscooters van Lambretta, namelijk de sportieve X-300 en de klassieke G350.

Test Lambretta-motorscooters: terug van ooit geweest

Motor.NL TV 2025 – Aflevering 2

0

In deze aflevering van Motor.NL TV zijn we in Heeten bij Arnold de Lange van Adventure Bike Experience Center, test Gijs de nieuwe Yamaha R9 op het circuit van Sevilla, rijden we met twee motorscooters van Lambretta, namelijk de X-300 en de G350 en motorkleding-expert Pieter praat ons bij over casual sport motorkleding.

Harley-Davidson Euro Festival: Feest van Vrijheid

0

De spanning voor het Harley-Davidson Euro Festival groeit, dat van 8 tot 11 mei 2025 de Franse Rivièra inluidt. Dit iconische evenement verenigt rijders en fans uit heel Europa voor een weekend vol actie, motoren, muziek en de unieke Harley-Davidson ervaring.

Feestelijke line-up

Het festival op Camping de le Plage heeft een indrukwekkende line-up, met Rag’n’Bone Man als hoofdact op zaterdag. Royal Republic opent op donderdag, gevolgd door Eagle-Eye Cherry op vrijdag met zijn mix van rock en soul. Drie winnaars van de Harley-Davidson Music Contest uit Frankrijk, Italië en Spanje zullen ook optreden en gedurende het weekend de Harley Bar verzorgen.

Bij het festival zijn meer dan 70 stands met Harley-Davidson merchandise en accessoires, naast een breed aanbod van eten en drinken. De Harley Bar is de levendige ontmoetingsplek voor entertainment en gezelligheid.

Harley-Davidson opent motorseizoen in Benelux

H-D’s 2025 line-up

Een hoogtepunt is de Harley-Davidson Expo, waar de 2025 line-up, inclusief de nieuwe Cruiser-familie en de Street Glide Ultra, te zien is. Bezoekers kunnen ook de nieuwste modellen, waaronder elektrische Livewire motoren, uitproberen op de schilderachtige wegen van de Rivièra.

De Custom Bike Show op vrijdag 8 mei in Grimaud viert creativiteit en vakmanschap, waarbij unieke Harley-Davidson creaties in de spotlight staan.

H-D Parade

Een van de hoogtepunten is de parade op zaterdag 9 mei door Grimaud en St. Tropez, waar duizenden Harley-rijders samenkomen in een spectaculaire stoet. Het Euro Festival markeert de start van het Europese motorseizoen en belooft een onvergetelijke ervaring vol vrijheid en avontuur.

Het aftellen is begonnen! Voor meer info en tickets, ga naar https://eurofestival-harley-davidson.com/EUROFESTIVAL

Historie Harley-Davidson ééncilinders #1: van Silent Grey Fellow tot Peashooter

0

Door de jaren heen heeft Harley-Davidson verschillende motorblokken gebouwd. Naast de bekende V-twins bouwde H-D o.a. ook eencilinders. De historie van Harley-Davidson begon zelfs met dit motorconcept. In tegenstelling tot de meeste van haar concurrenten uit die tijd bracht H-D meteen een volwassen motorfiets en zeker geen fiets met een motorblokje er in gemonteerd. In twee delen brengen we de 120 jaar lange ééncilinder-historie van Harley-Davidson voor het voetlicht. In dit eerste deel de periode tot de Tweede Wereld Oorlog.

Toen Harley-Davidson in 1903 opgericht werd, stond de motorwereld nog in zijn kinderschoenen. Pas vier jaar daarvoor werden de eerste Amerikaanse motorfietsen in productie genomen door het merk Orient, dat gebruik maakte van Europese ééncilinder motorblokken. De meeste van deze blokken waren nogal groot, lomp en vooral zwaar, omdat ze in eerste instantie ontwikkeld waren voor fietsachtige- drie- en vierwielers. Die zware, grote blokken waren verre van ideaal, omdat ze ook nog eens in (al dan niet verzwaarde…) fietsframes gemonteerd werden die nauwelijks sterk genoeg waren om alle krachten te verwerken. Toen merken als Curtiss, Thomas, Merkel en Indian rond 1901 motoren gingen bouwen, deden ze het anders. Hun blokken waren gebaseerd op het lichtere en kleinere Europese DeDion ontwerp, met een cilinderinhoud van rond de 250 cc. Door het lichtere gewicht en wat lagere motorvermogen van zo’n 1,75 (Indian) – 2,25 (Merkel) pk kon het frame de krachten beter aan en waren ze dankzij hun rijklare gewicht van zo’n 55 à 60 kg relatief snel. Mits de weg het toeliet waren snelheden van 50 tot 60 km/u haalbaar. Toch waren er nog veel fabrikanten die zware blokken gebruikten, zoals Mitchel met hun 38,48 ci (630 cc) eencilinder die destijds als een beest van een machine gezien werd en een top kon halen van bijna 100 km/u.

DE EERSTE HARLEY-DAVIDSON

In 1901 bouwden William ‘Bill’ Harley en Arthur Davidson hun eerste motorfiets met een motorblok dat in een fietsframe gemonteerd werd. Maar het motorblok functioneerde onvoldoende, hellingen konden er niet mee overwonnen worden en het rijwielgedeelte was veel te zwak. Een tweede, geheel nieuwe versie, die in 1902 en 1903 ontwikkeld werd met hulp van hun vriend Ole Evinrude, was beter en opvallend modern voor die tijd. Het motorblok was geen licht eencilindertje, zoals Indian gebruikte, maar een volwassen 24,74 ci (404 cc) eencilinder die licht voorover hellend in het frame gemonteerd zat. Zoals gebruikelijk in die tijd, was de inlaatklep een atmosferisch bediende kopklep en de veel heter wordende uitlaatklep een zijklep. Een versnellingsbak was er niet en het achterwiel werd aangedreven door een leren riem. Het motorblok zat voor die tijd echt goed doordacht in elkaar en bleek bijzonder betrouwbaar. Het slechts 22 kg zware blok werd niet in een versterkt fietsframe gemonteerd, maar in een volledig nieuw type frame dat net zo doordacht ontworpen was als het motorblok. Juist die combinatie maakte dit eerste prototype zo uniek. Bill en Arthur gebruikten een enkelvoudig wiegframe dat zich als een lus rond de onderkant van het motorcarter krulde. Dit zogenaamde ‘loop-frame’ vormde de basis van alle latere wiegframes en kenmerkt zich naast zijn stijfheid ook door de lage positie van het in het frame gemonteerde motorblok. Deze combinatie zorgde voor een uitzonderlijk goede wegligging. De zwart gespoten motorfiets van de twee vrienden voldeed prima, hij woog rijklaar nog geen 63 kg en sprintte vlot naar een topsnelheid van 80 km/u. Vergeleken met zijn concurrenten was het motorblok wat groter qua cilinderinhoud, maar het nieuwe frame kon de krachten prima aan. Daarnaast was de betrouwbaarheid stukken beter dan die van de meeste andere productiemotoren uit die tijd. Het was een volwassen motorfiets en velen zien deze eerste Harley als één van de eerste motorfietsen die in samenhang met al haar onderdelen ontworpen werd. Motorblok en frame waren goed op elkaar afgestemd en geen som van allerhande losse delen. Overal in Milwaukee en ver daarbuiten trokken ze veel bekijks met hun motorfiets en hun werkplaatsje stroomde na werktijd regelmatig vol met mensen die hem wilden zien, horen en… Rijden!

DE EERSTE HARLEY-DEALER

Tot op dat moment was het eigenlijk niet meer dan een hobbyproject geweest van de twee vrienden. Dat veranderde toen hun vroegere schoolkameraad Henry Meyer de motorfiets graag wilde kopen om voor woon/werkverkeer te gebruiken. Hij bood er goed geld voor en dat zette Bill en Arthur aan het denken. ‘Wat als ze hem in serie gingen produceren?’ De motormarkt groeide immers als een raket, want een auto was voor de meeste mensen nog volledig onbereikbaar. Dit leidde tot de oprichting van de Harley-Davidson Motor Company in 1903 en vervolgens de opstart van een serieproductie. In 1904 werden er 1 of 2 gebouwd maar in 1905 waren dat er al 5. De Harley-fabriek zelf ziet daarom 1905 als haar eerste productiejaar. Dat jaar verschenen ook de eerste advertenties in de kranten, kwam de eerste werknemer in dienst (Perry E. Mack) en werd Carl Herman Lang uit Chicago de eerste Harley-dealer, die er direct drie bestelde. Het 1905 model verschilde wat van het prototype uit 1903. De cilinderinhoud was inmiddels ook toegenomen tot 28,84 ci (440 cc) en het carter werd hiervoor iets versterkt. De nieuwe zwart gekleurde Harley stond te koop voor 200 dollar. Vandaag de dag een schijntje, maar een fabrieksarbeider verdiende destijds net geen 50 dollarcent per uur.

Historie: Moto Guzzi 500cc-V8 70 jaar

THE SILENT GREY FELLOW

In 1906 steeg de productie al naar 50 stuks. Opnieuw kende het model wat wijzigingen. Zo kreeg het voorvering in de vorm van een korte Sager ‘Cushion Ride’ schommelarm-voorvork. Voor het eerst was hij ook in een andere kleur leverbaar, ‘Renault grijs’ en kon de uitlaat afgesloten worden met een klepje voor de uitblaasopening. Dat maakte hem tot de stilste motor op de markt en dat was verkoop technisch een meesterzet, want veel paarden in het verkeer werden onrustig of sloegen op hol als een motorfiets langs knetterde. Harley noemde het model in haar advertenties trots ‘The Silent Grey Fellow’, naar zijn stille motorloop en zijn mooie grijze kleur. De naam was een blijvertje en staat tot op de dag van vandaag synoniem voor alle vroege Harley eencilinders, die afstammen van het eerste prototype uit 1903. The Silent Grey Fellow werd zo goed ontvangen dat de jaarproductie in 1907 al steeg naar 150 stuks. Er werden in die periode steeds meer dealers aangesteld en de productie steeg navenant. De Silent Grey Fellow werd steeds verder doorontwikkeld. Het model profiteerde ook van de nieuwe technieken die op Harley’s V-twins toegepast werden. Na een eerste poging in 1909 was de serieproductie daarvan in 1911 definitief opgestart. Langzaam maar zeker namen de V-twins het stokje over van de Silent Grey Fellow eencilinders. De Silent Grey Fellow werd doorontwikkeld naar een volwassen motorfiets van 35 ci (574 cc) met koppeling, versnellingsbak, kettingaandrijving en een motorblok dat legendarisch geworden was door zijn betrouwbaarheid. In 1918, zijn laatste productie jaar, werden er nog 270 van gebouwd. Niet veel naast ruim 26.000 V-twins. De eencilinder werd in eerste instantie opgevolgd door de Sport Twin boxer, die bij lange na niet het succes van The Silent Grey Fellow kon evenaren. Om die reden introduceerde Harley eind 1920 een nieuwe ééncilinder, de 600 cc ‘Model CD’. Het was eigenlijk een V-twin, maar dan zonder achterste cilinder. Het rijwielgedeelte was ook gelijk aan dat van de V-twin. Eind 1922 verdween dit model weer. Tot op dat moment waren er slechts 39 gebouwd. De verkopen vielen zwaar tegen, omdat hij nauwelijks goedkoper was dan zijn 1200 cc V-twin broer.

TT VAN ASSEN

Ook in de racerij waren de Harley singles actief. Ze werden door particulieren, maar ook door de fabriek zelf gebruikt in het tijdperk dat de eerste H-D V-twins hun intrede deden. In 1910 was er voor het eerst een Harley-racer leverbaar af fabriek. Het was de 491 cc Model 6E ‘Factory Stock Racer, 30 ci F head single’. Rond 1915 creëerde H-D’s ingenieur Bill Ottaway een nieuwe 500 cc/30.5 ci single racer door de voorste cilinderpartij van een V-twin racer te demonteren en de krukas hier op aan te passen en te balanceren. Deze zogenaamde ‘blanked off’ H-D Singles waren ruim 10 jaar lang erg succesvol in de racerij. Of de voorste, of de achterste cilinderpartij werd gedemonteerd. In 1915 waren deze Singles voor het eerst leverbaar als ‘Speciality’ models. Het waren de Model 11K4 ‘Track Racer’ en de Model 11K5 ‘Roadster Racer’. Beiden waren F-heads met magneetontsteking. In Nederland was H-D’s blanked off racer ook te zien. Tijdens de eerste TT van Assen in 1925 kwam Bertus van Hamersveld in actie met een blanked off 500 cc Harley-Davidson fabrieksracer. Bertus lag lange tijd op kop tot in de laatste ronde een klepveer brak en Piet van Wijngaarden op Norton de overwinning pakte.

MODEL S ‘PEASHOOTER’

Vanwege de zorgen over de steeds hogere snelheden van de zware V-twin racers en de daarmee gepaard gaande gevaren, organiseerde Amerikaanse AMA motorbond in 1926 een nieuw Amerikaans racekampioenschap voor motoren tot 350 cc. Harley reageerde hier in 1926 op met de 350 cc Model S ‘Peashooter’ ééncilinder kopklep productieracers. Het was een ‘high performance’ machine, die gebaseerd was op de Model AA en BA ééncilinder kopklep straatmachines. Het grote verschil was dat de Peashooter door de ontwikkelingsafdeling van H-D flink opgevoerd was. Hij kon een vermogen leveren van 30 pk en liep standaard op alcohol. De fabrieksmachines reden over de 150 km/u. Dat zijn werkelijk uitstekende waarden voor een 350, zelfs in deze tijd. Als het motorblok liep dan gaf het korte, heftige klappen. Een beetje het geluid van een proppenschieter, oftewel een ‘peashooter’ in het Amerikaans-Engels. Eddie Brinck en Joe Petrali waren bijzonder succesvol met deze machine, die een grote rol speelde in de vroeg Amerikaanse dirttrack historie. Het was tevens de eerste H-D met een bolvormige hemisferische verbrandingskamer.

In de jaren ’30 werd speedway erg populair in Amerika en ook H-D ontwikkelde een speedway racer. In 1934 was hij klaar in de vorm van de Model CAC 500 cc ééncilinder 2-klepper. Tussen 1934 en 1935 werden er slechts negen van gebouwd. Ze reden op alcohol en het motorblok leek verdacht veel op de bestaande Engelse JAP blokken, die bijna onverslaanbaar waren in de speedway. Helaas was de CAC geen succes, waarna Harley’s speedway project in 1935 tot een snel einde kwam.

Tot zover deel 1 van de Harley-Davidson eencilinder historie. In deel 2 laten we de naoorlogse eencilinder modellen de revue passeren.

MOEILIJKE TIJDEN
In 1924 besloot H-D een nieuwe ééncilinder te ontwikkelen. In 1925 was de 350 cc ‘Model A’ klaar en ging die eenpitter in productie als een nieuw model voor 1926. Hij koste de helft van de Sport Twin en werd met name in overzeese gebieden heel populair. Tussen 1926 en 1930 was hij leverbaar als zijklepper (Model A met magneetontsteking en Model B met bobine) en als kopklepper (Modellen AA en BA), die 50 % meer vermogen leverden. De cilinderinhoud was 350 cc, maar er was ook een 500 cc uitvoering (Model C) leverbaar. Tussen 1931 en 1934 waren deze modellen alleen nog als zijklepper leverbaar. Toen viel het doek, want de vraag was in een paar jaar tijd met maar liefst 90% afgenomen. In Amerika door de economische crisis na de Beurskrach, in Europa en het Britse gemenebest door nieuwe, torenhoge importbelastingen voor Amerikaanse motoren. Het zouden moeilijke tijden voor Harley worden, met name omdat juist de singles de fabriek altijd goed draaiende hielden. In totaal zijn er 27.000 (350 cc en 500 cc) ééncilinders geproduceerd tussen 1926 en 1934.

Tekst: Ivar de Gier en Gerard van den Akker
Afbeeldingen: Harley-Davidson, Archives A. Herl

Internazionale brengt ode aan Valentino Rossi met uniek voetbalshirt

0
Valentino Rossi Inter Milan

FC Internazionale Milano, de voetbalclub van Nederlanders Denzel Dumfries en Stefan de Vrij, en Nike hebben een unieke samenwerking aangekondigd ter gelegenheid van de 46e verjaardag van legendarisch motorrijder Valentino Rossi. De nieuwe Away Special Edition jersey is een eerbetoon aan zowel Rossi’s passie voor de Inter als zijn indrukwekkende carrière.

De klassieke jersey van het seizoen 2024/25 is voorzien van iconische elementen uit Rossi’s leven, waaronder het bekende “Sole e Luna” ontwerp. Dit symboliseert de verbinding tussen de werelden van voetbal en motorracen. Bijzondere details zijn onder andere het nummer 46 onder het Nike-swoosh en een label dat vermeldt: “Engineered to the exact specifications of Valentino Rossi”.

Valentino Rossi zelf zei: “Het is een droom die uitkomt, die mijn liefde voor motoren en mijn favoriete team verbindt.” De jersey zal gedragen worden tijdens de wedstrijd tegen Cagliari op 12 april 2025 en is voor de echte fans vanaf nu hier verkrijgbaar.

Long Way Home: McGregor en Boorman verkennen Europa op klassieke motoren

0

De populaire ‘Long Way’-serie van Ewan McGregor en Charley Boorman heeft een nieuw hoofdstuk gekregen met de release van ‘Long Way Home’ vanaf 9 mei 2024 exclusief op Apple TV+. Anders dan bij hun eerdere avonturen, die zich richtten op wereldreizen met moderne BMW GS-motorfietsen of elektrische Harley-Davidson LiveWires, keren de avonturiers nu terug naar de basis met een meer intieme Europese reis op klassieke motorfietsen.

Een andere benadering van motoravontuur

In deze nieuwe serie reist McGregor op een gerestaureerde Moto Guzzi Eldorado uit 1974, terwijl Boorman kiest voor een BMW R75/5 van vergelijkbare leeftijd. Hun reis begint bij McGregor’s huis in Schotland en eindigt bij Boorman’s woning in Engeland, waarbij ze door maar liefst 17 landen rijden. De route voert hen door Scandinavië, voorbij de Poolcirkel, door de Baltische staten en door continentaal Europa.

Waar ‘Long Way Up’ draaide om de uitdagingen van elektrisch rijden en het vinden van oplaadpunten, keert ‘Long Way Home’ terug naar wat de originele serie zo geliefd maakte: kameraadschap, de reis zelf en de uitdagingen van het reizen op motorfietsen – nu met de extra dimensie van het rijden op klassieke motoren die bijna vijftig jaar oud zijn.

Praten met Charley Boorman over de Long Way Up

Terug naar de essentie van motoravontuur

Critici, die een preview van de serie voorgeschoteld kregen, suggereren dat ‘Long Way Home’ goed zal aanslaan bij fans van de originele serie. De terugkeer naar de wortels van avontuurlijk motorrijden en de focus op de vriendschap tussen McGregor en Boorman worden geprezen. Kijkers waarderen vooral de adembenemende landschappen en de charme van de vintage motorfietsen, evenals het tragere tempo en de uitdagingen van het onderhouden van oudere machines tijdens een lange reis.

Sommige critici merken op dat de serie niet dezelfde pioniersgeest heeft als ‘Long Way Round’ vanwege de meer vertrouwde Europese setting. Toch lijkt de serie juist door deze terugkeer naar eenvoud en de authentieke beleving van klassiek motorrijden veel motorliefhebbers aan te spreken.

‘Long Way Home’ bouwt voort op het culturele fundament dat McGregor en Boorman eerder legden met hun avontuurlijke motorreizen, maar voegt een nostalgisch element toe door het gebruik van klassieke motoren en de meer persoonlijke route door Europa.

Toertocht Bourgondië, Frankrijk: niet alleen voor de wijn

0
Toertocht Bourgondië, Frankrijk

Vrienden van het Savoir-vivre zijn dol op Bourgondië, en dat is niet alleen vanwege de heerlijke rode en witte wijnen. De regio heeft zoveel meer te bieden: kastelen in overvloed en prachtige motorwegen, of je nu door de heuvelachtige wijngaarden rijdt of rond Mont Saint Romain en Mont Beuvray. Vergeet ook het betoverende Beaune niet, ideaal voor de après-moto.

Bourgondië. De kenner begint al te zwijmelen bij de gedachte aan de edele druppels van de Pinot Noir en Chardonnay, verbouwd in de 1.247 wijngaarden tussen Dijon en Santenay. En hoewel de band Die Toten Hosen het misschien zo verwoordt: ‘Zonder alcohol zou het dagelijks leven zo grauw zijn’, geldt voor ons: nul promille op de motor. Terwijl Sabine op de Royal Enfield Super Meteor 650 al in de sfeer van het restaurant komt, schittert deze Indische cruiser in Celestial Red, bijna bordeauxrood.

Toertocht Ain, Frankrijk: heerlijke, rustige wegen tussen Genève en Lyon

Kom er maar in

Gisteren zijn we in Beaune, de wijnhoofdstad van Bourgondië, aangekomen en verblijven we in Domaine Baptiste Guyot, dat zowel een B&B als een wijnmakerij is. Vandaag rijden we op een zonnige oktoberochtend naar Château Savigny-lès-Beaune. Er zijn veel kastelen, maar geen zoals deze, met een verzameling zeldzame Abarth-raceauto’s, oldtimers en youngtimers, en zelfs een aantal afgedankte gevechtsvliegtuigen en helikopters in de kasteeltuin. Wauw! Een curiositeit of een cultureel vergrijp? Hoe dan ook, we toeren vrolijk verder. De D2 slingert zich levendig door het herfstkleurige loofwoud naar Bouilland en komt uit op de D18 en D25, die kronkelig de hoogte in gaan. Hier telt geen Newtonmeter, maar baumé – de maateenheid voor suikergehalte in druiven. Het is een genot voor het oog wanneer het bos zich opent en een zee van wijngaarden onthult in geel, oranje en groen, de kleurenpracht van de Hautes-Côtes de Nuits.

De belangrijkste wijnregio in Bourgondië is Château Clos de Vougeot, zetel van de Bacchus-broederschap en ontmoetingsplaats voor feestelijke diner dansants. We cirkelen om de door muurtjes afgeschermde wijngaarden en voegen ons bij de Route des Grands Crus. Deze ongeveer zestig kilometer lange route, de Champs-Élysées van Bourgondië, loopt van Puligny-Montrachet in het zuiden tot Chenôve in het noorden en verbindt gerenommeerde locaties en beroemde wijndorpjes. In Gevrey-Chambertin aan de D122 hebben we nog een late rendez-vous met de blauwe druiven van de Grand Cru-locatie Clos de Bèze. Het hoogseizoen van de wijnoogst is eind september, en dat is inmiddels voorbij – de wijngaarden die als een kleurrijk tapijt de zacht golvende heuvels bedekten zijn verdwenen. In plaats daarvan staan er aan de D31 rotsachtige torens, waarvan de haarspeldbochten naar Quemigny-Poisot niet alleen dappere wielrenners uitdagen. Aan de D35 knipoogt Château Montculot naar ons, verborgen achter het bladerdak. Bij Pont-de-Pany glinstert het flesgroene Canal de Bourgogne, dat uitnodigt om een slokje te drinken langs de oever. En zo varen we ontspannen door het Val d’Ouche, tot in Bussière-sur-Ouche de D33B afbuigt naar Château Commarin.

Heeft iemand daar toevallig ‘Kom er maar in’ gehoord? Niets zou me liever zijn! De motoren geparkeerd bij het smeedijzeren hek, en onder de Ducati-rode parasols van het kasteelcafé hebben we een tafeltje gevonden. Oslo, een Vietnamese straathond, kijkt verlangend naar de lekkernijen op tafel, terwijl Daisy, het hangbuikvarken, tevreden knort in het park van het barok-classicistische waterkasteel. Très jolie. En het wordt nog mooier als we aan de D970 Château Sainte Sabine ontdekken. Heilige Strohsack, wanneer is er ooit een kasteel naar een motorrijdster genoemd? Had ze een adellijke achtergrond? Reïncarneerde ze als rijdster van het Indiase ijzer? Terug in Beaune moeten we voor een bier in restaurant Maison Jules maar liefst 9,90 euro afrekenen. Ja, dat is waarschijnlijk de ‘strafbelasting’ wanneer je in Frankrijk geen vin rouge of blanc bestelt.

Kastelenallee

Typisch Frans is ook het ontbijt met brioche en zelfgemaakte jam in Domaine Baptiste Guyot, voordat de banden weer gaan knarsen en de motoren het grind van de binnenplaats van de wijnmakerij verlaten. Vandaag gaan we naar het zuiden van Bourgondië. Op weg naar Saint-Romain nemen we de D17, een kronkelige opkikker langs geparkeerde bestelwagens en tractoren, terwijl tussen de wijngaarden van de Côte de Beaune de hoofden van ijverige druivenplukkers zichtbaar zijn. En dan begint een ware kastelenexpeditie, waarbij we van het ene kasteel naar het andere trekken.

Het eerste is La Rochepot. Torentjes met kantelen en kleurrijke dakpannen sieren de hoog boven het gelijknamige, niet zo opgeknapte dorp verheven vesting uit de dertiende eeuw. Tijdens de Franse Revolutie zag het er heel anders uit; de vesting werd verwoest en diende als steengroeve. Tot de vrouw van de Franse president Carnot in 1893 de ruïne kocht en in 1895 de herbouw begon. Het eindresultaat: in 2018 werd de Oekraïner Dmytro Malinovsky, sinds 2015 eigenaar van La Rochepot, gezocht wegens fraude en witwassen. Hij werd samen met drie medeplichtigen gearresteerd en in 2021 werd het kasteel met inboedel en al in beslag genomen.

Sprookjesspoor door het Weserbergland

In plaats van ‘Ga direct naar de gevangenis, ga niet over Start’ dan toch liever de vrijheid op twee wielen. Zeker gezien de Bourgondische ‘kastelenallee’, die zes andere adellijke bouwwerken in petto heeft: Dracy-lès-Couches, Couches, Germolles, Sercy, Cormatin en Nobles, allemaal met ‘Château de’ ervoor en met een lange, eigen geschiedenis – waarvoor hier niet genoeg ruimte is. Daarom alleen korte impressies van de tussenstops; bij Épertully een door hagen omzoomd zijweggetje, bijna zoals in Wales; rond Col de Brancion en Mont Saint Romain, Col de la Pistole en Col de la Croix een denkbeeldig Bourgondisch circuit, waar hoogstens wat witte Charolais-runderen je kunsten in het bochtenwerk in de gaten houden. Het is stilte voor de storm.

Cluny, opgericht in 910 als benedictijnenabdij, groeide uit tot het ‘tweede Rome’ met de grootste kerk dat het christendom ooit rijk was. De abdij hield toezicht op bijna 1.500 kloosters en 20.000 monniken in heel Europa. Tot ook hier de Franse Revolutie nauwelijks een steen op de andere liet en lange tijd slechts paarden graasden tussen de overgebleven muren. En terwijl de wederopstanding van de DDR uit de ruïnes slechts veertig jaar duurde, heeft Cluny intussen de status van UNESCO-werelderfgoed bereikt. Van de vroegere pracht is, ondanks miljoeneninvesteringen in de herbouw, relatief weinig te zien, maar dankzij moderne 3D-technologie kon de kerk tenminste volledig digitaal worden gereconstrueerd, zodat je nu virtueel terug kunt wandelen naar en door de twaalfde eeuw. Omne suum tempus postulat, alles heeft zijn tijd nodig. Vooral zo’n bezichtiging! Should I Stay Or Should I Go? Het is geen gemakkelijke beslissing, die vraag werd al behandeld in de onsterfelijke klassieker van The Clash.

Vroeg of laat kom je weer terug in Beaune en daar staat meteen de volgende must-see op het programma: het Hospice Hôtel-Dieu, het ‘Paleis van de Armen’ met zijn opvallend kleurrijke dak. Het ziekenhuis uit 1443 was, toen hier de Honderdjarige Oorlog en de pest woedden, een weldoend fonds. Het is prachtig ingericht en was een van de meest geavanceerde instellingen van het land. Tot 1971 diende het als ziekenhuis; inmiddels huisvest het complex een bejaardentehuis en museum. Maar ach, ver na achten is er niets meer te zien van het kleurrijke dak. Een kleine troost voor de fotograaf: de lichtshow aan de basiliek Notre-Dame, waarop de façade als door een wonder kleurrijke, sacrale motieven laat verschijnen.

Twee prominente figuren

Wie kent niet de romantische komedie ‘Chocolat’ met Juliette Binoche en Johnny Depp? De filmset was een als chocoladezaak omgebouwd huis in Flavigny-sur-Ozerain. En daar rijden we nu naartoe. Het is overigens een echte locatie voor snoepliefhebbers door de anijsbonbonfabriek. Een heerlijke plek, met gelegenheid om alle verschillende dragées te proeven. Verpakt in ovale doosjes met nostalgische afbeeldingen van verliefde stellen, zijn ze het perfecte souvenir voor thuis; en duidelijk goedkoper dan parfum uit Grasse. Het huis uit ‘Chocolat’ staat trouwens al een tijdje leeg – een stille schreeuw om een echte chocoladewinkel in de pittoreske straatjes van het dorp. Een ondernemersidee?

Bezield door grote ideeën en idealen zijn zonder twijfel twee prominente figuren in het hedendaagse Frankrijk, die we, zodra de motoren weer zijn opgewarmd, in Alise-Sainte-Reine tegenkomen: Jeanne d’Arc en Vercingetorix. Het standbeeld van de maagd van Orleans, hoog te paard, staat beneden in het dorp, terwijl het monumentale, bronzen standbeeld van de Arvernervorst bovenop de Mont Auxois prijkt. Wie dieper in de geschiedenis wil duiken, kan het MuséoParc Alésia bezoeken. Wie het kort en leuk houdt, leest ‘Asterix en het schild van de Arverner’. En met heel veel tijd kun je ook nog een uitstapje wagen naar de Morvan, naar Mont Beuvray met het museum van Bibracte en de Keltische opgravingssite. Voor ons is er net genoeg tijd voor een omweg naar Semur-en-Auxois, waar je vanaf de Pont Joly het door dikke, ronde en slanke torens gekenmerkte stadje kunt bewonderen. En waar je in La Cantine de Zan kunt genieten van een geweldige appeltaart. Bon appétit!


Reisinfo

Voor vrienden van edele wijnen is Bourgondië een paradijs, goed beschermd door Bacchus, de beschermheilige van de wijnmakers (en langlopende studenten). En ook motorrijden betekent daar genot, de regio met zijn zacht golvende wijngaarden, charmante kastelen en andere culturele hoogtepunten biedt machtig veel plezier – ongeacht of ’s avonds geldt “In vino veritas” of liever alcoholvrije dranken in het glas zitten.

Heenreis Van bijvoorbeeld Rotterdam is het zo’n 700 kilometer naar Beaune, de wijnhoofdstad van Bourgondië. De route gaat via Antwerpen en Brussel naar Frankrijk, dan via Reims, Troyes en Dijon naar de bestemming.

Overnachten Domaine Baptiste Guyot, 48 Rue du Faubourg Saint-Martin, 21200 Beaune, is een kleine familieonderneming geleid door het jonge wijnmakerspaar Baptiste en Elise, die jaarlijks ongeveer 40000 flessen wijn produceren, zowel rood als wit. Buiten de zomervakantie en de wijnoogst in september worden ook twee kamers op B&B-basis verhuurd, zodat gasten ook een kijkje kunnen nemen in de kunst van het wijnmakerij. Motoren kunnen op de binnenplaats parkeren, tot het charmante centrum van Beaune is het vijf minuten lopen. Voor reserveringen per e-mail, contact@domaine-baptiste-guyot.fr; telefoon 0033/380224655, www.domaine-baptiste-guyot.fr.

Uitstapjes Het hoogtepunt in Château Savigny-lès-Beaune, naast al die verzamelde oude auto’s en motoren, zijn vooral de ongeveer 100 afgedankte gevechtsvliegtuigen in het kasteelpark, www.chateau-savigny.com. De grotten van Blanot leiden diep onder de grond, www.grottes-de-blanot.fr. Dankzij digitale reconstructie kan men nu virtueel rondwandelen door de kloosterwereld van de 12e eeuw in de abdij van Cluny, www.cluny-abbaye.fr. Het Hôtel-Dieu – Hospices de Beaune, ooit ziekenhuis en nu museum, geldt als een juweel van Bourgondië met zijn kleurrijke dak en kostbare interieur. Een heerlijke snoeplocatie is in Flavigny-sur-Ozerain de fabriek voor anijsdragées, www.anis-de-flavigny.de. Een Vercingetorix-standbeeld, opgravingen uit de Gallo-Romeinse tijd en een interactief museum zijn te vinden in het MuséoParc Alésia, www.alesia.com. Ook een tijdreis mogelijk in het Keltendorp Bibracte op de Mont Beuvray, www.bibracte.fr.

Adressen www.bourgondie-toerisme.com, www.france.fr/nl/bourgondie


Download de route Bourgondië, Frankrijk

Reisduur: 3-4 dagen
Afgelegde afstand: 700 kilometer

Tekst en foto’s: Klaus H. Daams