De 17-jarige Daniel Holgado wist zijn eerste Grand Prix te winnen na een spannende strijd in Portimão.
De Spanjaard Daniel Holgado scoorde de meeste punten in de eerste Moto3-races van 2023. Het werd in Portugal en Argentinië duidelijk dat het deelnemersveld veel kanshebbers voor de wereldtitel heeft.
De seizoensopener in Portimão werd een ware Moto3-klassieker met een grote kopgroep van ruim tien rijders die tot aan de finish bij elkaar bleven. Daniel Holgado pakte zijn eerste grand prix-zege voor David Munoz en Diogo Moreira. De podiumgangers rijden allen hun tweede seizoen in het wereldkampioenschap. Een week later op het Termas de Rio Hondo-circuit in Argentinië was de baan nat en dan staan er vaak andere rijders op. Tatsuki Suzuki – die veertiende was geworden in Portugal – wist alleen naar de overwinning te rijden. Voor de tweede plaats werd er flink geknokt en waren er meerdere valpartijen in de slotfase. Moreira pakte de tweede plaats. Zijn podiumplaatsen waren de eersten voor Brazilië sinds Alexander Barros in 2007. Andrea Migno werd verrassend derde, aangezien de Italiaan als vervanger van de geblesseerde Lorenzo Fellon aan de start was gekomen in Argentinië. Holgado werd vierde en behield daarmee zijn leidende positie in het klassement. Ayumu Sasaki en Deniz Öncü waren misschien wel de snelste rijders in beide raceweekenden, maar scoorden niet de meeste punten. Sasaki stond twee keer op pole position. De Japanner werd in Portimão zesde en ging in Argentinië onderuit toen hij de achtervolging inzette op zijn landgenoot Suzuki. Öncü moest na een technisch probleem vanuit de pitstraat starten in Portugal. De Turkse rijder wist nog knap naar een tiende plaats te rijden. In Argentinië wist Öncü gelijk een voorsprong te pakken, totdat hij in de derde ronde in leidende positie onderuit ging.
Honda breidt haar 500cc-gamma nog wat verder uit. Na de naked bike, supersport, adventure en cruiser, is het deze keer tijd voor een street scrambler. De Honda CL500 mochten we testen in de stad, op het kronkelende platteland en zelfs een stukje offroad in de omgeving van het immer zonnige en warme Sevilla.
Motor.nl: Leuk dat je ons jaloers maakt met je mooie weer. Hier is het vooral wind en regen. Kun je hetzelfde doen met de CL500?
Gijs Gilis: “Als je een modebewuste jonge gast of meid bent, vast wel. De CL500 moet het vooral hebben van zijn stijl. Hij haalt inspiratie uit de CL’s van de jaren 60 en 70 – lang voor de tijd dat die jongeren geboren waren – en vertaalt die invloed naar een moderne machine. Dat komt neer op een hoog stuur, hoge uitlaat, licht offroad gericht, plat zadel, scramblerbanden, en een elegante, afgeronde benzinetank.”
Dus het motorblok en het frame komen van de andere 500cc’s?
“Het motorblok wel, maar het kreeg een andere inlaat en overduidelijk een nieuwe uitlaat. Het hoofdframe komt van de CMX500 Rebel, het subframe is nieuw voor de CL. Verder is deze scrambler uitgerust met volledige ledverlichting, leuke kleurtjes en een rits aan accessoiremogelijkheden. Maar dat had je vast zelf al geraden…”
We hadden zo’n vermoeden. Waarom ziet jouw testmotor er zo offroad uit?
“Dat komt door het Adventure Pack, waardoor de CL500 een dubbel (en hoog) voorspatbord krijgt, handkappen, een miniem schermpje, een zijplaat achteraan en offroad voetsteunen. Omdat die kit enkel in het wit verkrijgbaar is, valt het nogal op. Het geeft zeker iets extra aan de CL500, maar ik vind hem er niet per se mooier op worden. Apart, dat in ieder geval wel.”
Hoe gedroeg de CL500 zich op de weg, in de stad en offroad?
Gilis: “Het is altijd een plezier om op een lichte motor zonder elektronica te stappen. In het zadel, sleutel omdraaien en gas geven. Geen instellingen, geen rijmodi, gewoon rijden. Omdat het zaterdag is, was het erg druk in de stad. Maar net door dat lichte stuurgedrag kun je daar prima van plek. Offroad was een klein stukje. De CL500 kan gravelbanen zeker aan, maar met echt diepe putten in de weg heeft de zachte vering wat moeite. Op de weg begeeft hij zich het liefst. Hij is duidelijk op comfort afgestemd, met een neutraal stuurkarakter, zachte gasaanname en remwerking, en vriend-van-iedereen-karakter.”
Een beetje zoals zijn uiterlijk dus?
“Je haalt de woorden uit mijn droge mond (bestelt ondertussen una cerveza). De ronde vormen en het schattige uiterlijk liggen volledig in lijn met zijn rij-eigenschappen. Let wel; zonder dat het saai wordt, want we hebben ons weer erg geamuseerd, met vooral dank aan de fijne aandrijflijn. Een leuke opstapper dus, waarbij je bij Honda nu wel meer dan voldoende keuze hebt in het 500cc-segment. Wat dat kosten moet? 8.399 euro. Zacht geprijsd, toch?
Als er iemand vernieuwingsdrang heeft binnen de zijspancross, is het wel de meervoudige wereldkampioen Etienne Bax uit Bergeijk. Hij kwam ooit eens met een ‘mini’ Yamaha-zijspan aan de start en in 2023 start hij op een hypermodern Husqvarna-kunststukje, gemaakt in samenwerking met onder andere het Nederlandse WSP Racing van zijspancrosser Daniël Willemsen. Bax wilde dat zijn nieuwe voorvork nog lichter zou zijn en had een as voor in het balhoofd laten maken van aluminium. Tijdens de GP van Spanje kwam men er echter achter dat met een dergelijke aluminium as een hele dag zijspancrossen een utopie is!
Tekst en foto: Emil Bilars
Tijdens de landing op een afdaling brak deze aluminium as namelijk ineens en knapte de voorvork af van de rest van het frame, wat leidde tot een snoeiharde crash in de kwalificatie. Gelukkig geen serieuze verwondingen bij rijder en bakkenist, maar het zijspan lag er als een zwaar aangeslagen paard bij.
Men moest snel op zoek naar een oplossing en vond die bij WSP in Nederland. Daniël Willemsen had al een aantal uren na de crash een nieuwe as vervaardigd van hoogwaardig staal. In allerijl werd er door team Bax een knappe logistieke operatie opgezet. Er werd de hulp ingeroepen van ‘ex’-monteur Robin van der Wijst, die de nieuwe as ophaalde bij WSP en met een last-minute vliegreis van Nederland op zondagochtend naar Madrid bracht. In Talavera was Janis Grinbergs van team Bax op dat moment al vertrokken om de bliksembezoeker uit Nederland van het vliegveld op te halen en naar het honderdvijftig kilometer verderop liggende crosscircuit te transporteren.
De wereldkampioenen Bax en Cermak reden uiteindelijk die zondag toch nog wat onwennig rond met hun stalen as, maar aan het einde van die hectische racedag werd het duo in totaal vijfde en hield zo de schade in WK-punten beperkt. Zo houdt team Bax, door een letterlijk ‘staaltje’ direct oplossend vermogen van jewelste, nog alle zicht op prolongatie van de zijspancross-wereldtitel in 2023!
In de Marche, een heuvelachtig gebied tussen de Adriatische kust en de Apenijnen aan de voet van de 2.476 meter hoge Monte Vettore, liggen veel van de mooiste dorpen van Italië – ‘i borghi più belli d’Italia’. We hebben een aantal van deze veelal middeleeuwse juwelen bezocht met de motor; daarbij gingen we in stijl, met een Moto Guzzi V85 TT Travel.
Tekst en fotografie: Klaus H. Daams
Jesi, gelegen midden in de Marche (op z’n Nederlands de Marken), biedt ons een warme en zonnige ontvangst. Een temperatuur van 22 graden begin oktober is naar Italiaanse begrippen vrij normaal, maar voor Caro en mij is het na een koude, regenachtige heenreis vanuit het noorden een geschenk uit de hemel. Als een geschenk uit de hemel werd op 26 december 1194 overigens ook de kleine Federico gezien, toen zijn moeder op 40-jarige leeftijd van hem beviel. Of zijn geboorte nou plaatsvond in een tent op het marktplein, zoals graag wordt beweerd, of niet: feit is dat deze zuigeling in 1220 gekroond werd tot de Staufer-keizer Friedrich II, nadat hij in 1212 naar Duitsland was verhuisd (al verbleef hij het grootste deel van zijn leven toch in Italië). Al even zeker is dat het hedendaagse Piazza Federico II in het centrum van Jesi je versteld zal doen staan. Het barokke Palazzo Balleani, de kathedraal van San Settimio, de obelisk-fontein, het klooster van San Floriano, het Teatro Pergolesi, het Ghislieri Vecchio-paleis; het is een ware reis door de Italiaanse achitectuurhistorie.
Als je ’s avonds iets wilt eten, kun je dat bijvoorbeeld doen in, of nog beter voor de Rambaldus Cocktail Bar, aan een tafeltje met uitzicht op de romantische pracht eromheen! Ah, bella Italia… Het is allang vergeven en vergeten dat de oude binnenstad van Jesi bij aankomst nogal ontoegankelijk was, er was met de motoren nauwelijks een doorkomen aan in het door een stadsmuur omgeven ‘centro storico’. Daarbij zou de V85 TT Travel met zijn kleuren mooi hebben gepast in het ensemble van de oker- en zandsteenkleurige huizen. Maar dit alles kun je het beste te voet bewonderen, nadat je een onderkomen voor de nacht hebt gevonden.
1 van 6
Wijnvelden-mozaïek
Van Jesi rijden we naar de kustplaats Ancona, naar de drukke vissershaven, waar langs de kademuur een Fiat Cinquecento Sport in giallo ginestra (bremgeel) ons fotografische oog blij maakt, terwijl vlak voor ons op een kotter vers gevangen schaaldieren uit het net worden gehaald, alvorens een houten hamer op ze neerdaalt. We hebben genoeg gezien, go Guzzi go! We laveren door een groen-bruin wijnvelden-mozaïek langs de Riviera di Conero tot aan Sirolo, in 1996 benoemd tot ‘koningin van de Italiaanse stranden’. We slaan het strand echter over, hier in de Marche is er een te grote aantrekkingskracht van de zee van heuvels, met hun kammen die door dorpjes en kerktorens worden gekroond. We laten ons verleiden door de wegenkaart vol aantrekkelijk kronkelende weggetjes tussen Osimo en Macerata, tussen Montegiorgio en Venagrande. Het moet al raar lopen als je daar niet aan je trekken komt. Echter, hoe grandioos de slingerwegen ook zijn, ons verlangen naar het ultieme ‘dorpsplein met café en zonnig terras’ wordt vandaag al evenmin vervuld als het langdurige verlangen van Guzzi-fans naar een moderne incarnatie van de iconische Le Mans.
Het is dus al laat als we Ascoli Piceno binnenrollen en we bijna tot het fenomenale Piazza Populo weten te komen – volgens reisgidsen een van de meest levendige pleinen van Italië, auto- en motorvrij. Het is vast heel leuk voor degenen die zich hier kunnen laten verwennen door de keuken van het historische Caffè Meletti en dan niet ver hoeven te wandelen, danwel zwalken naar hun bed, maar helaas staat ons bed nou niet bepaald op loopafstand. Voor ons is het dus de autostrada op en met gezwinde spoed terug naar Jesi. Leuk feitje: de snelste inwoner van de stad is Giancarlo Falappa, de legendarische Ducati-superbike-coureur die hier onder andere door zijn woeste wheelies bekend werd als ‘il leone di Jesi’, de leeuw van Jesi. Wij herinneren ons hem vooral als ‘Fastlappa’.
Naar het balkon
In Cingoli sieren twee metalen herten de omheining van het Piazza Vittorio Emanuele II, met het Palazzo Comunale. Daarvoor zetten we de adelaar uit Mandello – en klaar is de eerste foto van de nieuwe dag. Die al supergoed begon, met strakblauwe lucht en een ochtendzonnetje dat scherp afgetekende schaduwen van onze motoren op het verse asfalt tekende. We rijden op de SP502, omhoog naar Cingoli, naar het ‘balkon van de Marche’. We komen ook een bord tegen dat wijst naar de crossbaan, waar ook al eens een race van het WK zijspancross werd verreden. Hoezeer Caro’s handen als enthousiaste amateurcrosster ook jeuken: we willen ons niet weer vergalopperen in de tijd, zoals gisteren. We tikken Treia als volgende bestemming in ons navigatiesysteem in. We hobbelen vervolgens over een bijna historisch te noemen wegdek omlaag richting Avenale en vanaf het trotse Treia met zijn oude stadspoorten verder naar Pollenza. En kijk aan: op het Piazza della Libertà vinden we in Caffè Centrale Di Sabina E Tania Verdolini dan eindelijk waar we al zo lang naar zochten: straciatella, amarena en limone. Lekkere ijsjes met dorpse sfeer eromheen.
Op naar de volgende traktatie. In Santa Maria di Pieca loopt vanaf de SP87 een slingerweggetje naar San Lorenzo. Een andere wereld, het begin van klovenjagen in de Sibillini-bergen. Maar wat zien we dan: voor ons duikt het Lago di Fiastra op. Alsof iemand een cocktail heeft gemixt van Blue Curaçao en Waldmeister-Brause, zo’n Duits appelsapdrankje met prik. Het is een stuwmeer waarin je ook kunt zwemmen en dat tevens een vissersparadijs is. Maar in plaats van vissen op forel gaan wij op jacht naar bochten! Eerst langs het skigebied Bolognola, een korte omweg over de gravelwegen aan de voet van de Monte Sibilla en dan slalommen op de SP157 naar Sarnano. Er is meer dan de Stelvio!
Wirwar aan spaghettiwegen
En waar moet je in de Marche verder beslist heen? Laten we vooropstellen dat onze drie dagen ter plaatse eigenlijk veel te kort zijn voor de wirwar aan spaghettiwegen, met alle bergdorpjes die er als parmesaanse kaas over zijn uitgestrooid. Hoe dan ook: een absolute must is Urbino. Deze oude renaissance- en universiteitsstad, tevens geboorteplaats van de schilder Raphael (1483-1520), ligt in het noordwesten van de Marche, van onze uitvalsbasis Jesi gescheiden door – je raadt het al – een wirwar aan spaghettiweggetjes. We buigen ons over de wegenkaart; welke route nemen we?
We rijden via Staffolo, waar tussen de middeleeuwse kerktoren en de klassieke ‘cilindertorens’ van de Guzzi ondanks bepaalde overeenkomsten toch een wereld van verschil ligt. Nadat we bij Serra San Quirico eindelijk de opgang naar de Passo Poggio San Romualdo hebben gevonden, rijden we op de SP14-achtbaan door veel bos, totdat uiteindelijk vlak voor Genga de Grotte di Frasassi ons verleidt tot een bezoek. Deze druipsteengrot behoort tot de spectaculairste natuurmonumenten van Italië en kan vanaf de parkeerplaats met een shuttlebus worden bereikt en bewonderd (à 18 euro). Wij weerstaan echter de verleiding en laten in plaats van stalactieten in de grot slechts ijs druppen uit onze hoorntjes bij het kraampje ter plekke.
Daarna smelten tijd en bandenprofiel weg op de ravijnachtige route naar Arcévia, de ommuurde bergparel op de Monte Cischiano, die er met zijn twee torens uitziet als een schaakspel met enkel witte stukken. En terwijl de vergulde bronzen beelden van Cartoceto di Pergola (een beeldengroep van twee ruiters en twee vrouwen, archeologische vondsten uit de Romeinse tijd circa 40 voor Christus), de harten van kunstminnende museumgangers sneller zullen doen kloppen, wordt op de bochtige SP43 naar Fermignano de hartslag van onze motoren flink verhoogd.
Cafeïne en pizza
Tijd voor cafeïne en pizza in Urbino. Dat is nog niet zo gemakkelijk. Als een soort kuisheidsgordel die het verkeer buiten houdt, omringt een muur deze parel van de Italiaanse renaissance. Je hebt wat brutaliteit nodig om je per motor een weg te banen naar de Santa Maria Assunta-kerk en Palazzo Ducale. Ach, wie in Italië kan er nou echt boos worden op een beschaafd tokkelende Moto Guzzi? Zeker op een dag als deze, als we op het Piazza Rinascimento midden tussen de feestende afgestudeerden van de universiteit ‘Carlo Bo’ terechtkomen. Salute! We brengen buiten het historische centrum op het Piazzale Roma ook een saluut aan de schilder Raphael. ‘Eindelijk eens een grote Italiaan’, grijnst Caro bij de blik op het monument met het meer dan levensgrote beeld van de kunstenaar. En dan toch nog koffie en pizza, in het eenvoudige Caffè degli Angeli aan de Borgo Mercatale, ver onder die hele hoogcultuur van Urbino.
Hoewel de Marche minder bekend is dan het in het westen liggende Toscane en de aan de zuidkant grenzende Abruzzen, is het voor motorrijders een droombestemming. Niet vanwege de stranden aan de Adriatische kust, maar door het heuvelachtige achterland met een onvoorstelbare hoeveelheid bochtige wegen. Daarbij veel middeleeuwse dorpjes, vaak bovenop een bergkam, zodat het elke keer weer verleidelijk is om een pitstop te maken. Met name natuurlijk in de culturele top-3 van de Marche: Ascoli Piceno, Jesi en Urbino – liefst met een overnachting ter plaatse.
Hoe kom je er?
Vanuit Utrecht is het via Luxemburg, Zwitserland (vignet) en Milaan een kleine 1.500 kilometer naar Jesi. Italië heeft tolsnelwegen. Het is in principe in één dag te doen, maar een overnachting ergens in de Alpen maakt de reis een stuk relaxter.
Reisperiode
In Italië is het eerder en ook langer warm dan hier te lande, het motorseizoen duurt zeker van begin april tot eind oktober. Maar: aan de kust kan het in juli en augustus erg heet zijn, en vroeg en laat in het jaar kun je sneeuw hebben in het Sibillini-gebergte. De maanden mei, juni, september en oktober lijken de gulden middenweg te zijn.
Overnachtingen
Je kunt kiezen voor een vaste uitvalsbasis voor diverse dagreizen zonder bagage, of je gaat op rondreis met elke avond een ander hotel. Wij kozen voor de eerste optie, ook al duurde daardoor de terugreis ’s avonds naar bier, pizza en bed vaak langer dan gepland. In elk geval adviseren we sfeervolle après-moto-plaatsjes met historisch centrum rondom het centrale ‘piazza’, zoals Jesi. Wij verbleven in Hotel Dei Nani, dat 1,5 kilometer van het centrum ligt, met parkeerplaatsen achter het hotel en een fitnessruimte. Info: www.hoteldeinani.it.
Frankering van e-mail, de Eiffeltoren weg uit Parijs en belasting op zakgeld. Het zijn drie prachtige voorbeelden van echte goede 1 april-grappen, die hele mensenmassa’s op het verkeerde been hebben gezet. Ook MOTO73 heeft een aantal van dit soort legendarische grappen gehad, met zelfs drie op een rij!
Minder benzineverbruik, zo’n 12 procent vermogenswinst en lage productiekosten, dankzij het Top-Valve Piston System (TVPS), ontwikkeld door Ir. Harm de Vries. MOTO73 noemde het in 1977 zelfs een wereldprimeur, maar met een editie die precies op 1 april verscheen, had je natuurlijk nattigheid kunnen voelen. Dat deden velen niet, want er kwamen heel veel briefkaarten binnen na een oproep, die vooral gericht was op ‘wegrenners en crossers’. Het TVPS-systeem zou namelijk vooral bij wedstrijdgebruik ongekende mogelijkheden bieden. Door een kaartje te sturen naar de redactie in Raalte zou je het complete researchrapport ontvangen, al moest je dat wel snel doen. Heel echt lijkende foto’s – inclusief man in overhemd met ‘Japanse’ tekens – en schetsen van het hele systeem maakten alles levensecht. Maar het genoemde NASA-materiaal Nimonic Imp. S100 bestond helemaal niet. Bovendien zou de zuigerklep bij de minste of geringste vervuiling niet meer sluiten. Hoewel de redactie vaag blijft over wie ingezonden heeft, lijkt het erop dat er grote namen bij zitten. ‘Om riante carrières niet volledig om zeep te helpen, noemen we géén namen’, staat er te lezen in het nummer na de 1 april-grap. En die Japanse tekens op het overhemd? Dat staat in het Chinees voor ‘fijne bami’ en werden geknipt uit een reclame van Conimex.
Overigens zat er ook een serieuze toon aan de grap, want MOTO73 wilde hiermee laten zien hoe gemakkelijk onzin voor techniek kan doorgaan en daar hebben ze uiteraard een punt.
Op de grens van realiteit
Een jaar later, 1978 dus, is het weer raak, want bij één van de twee leeuwtjes op de Amsterdamse Dam hangt een handvol ‘knapen’ rond op 1 april. Hun helmen liggen aan de voeten van de leeuw. Met regelmaat cirkelen motorrijders om het monument, niet wetend dat ze in een 1 april-grap aan het trappen zijn. Opvallend, want het MOTO73-artikel over de nieuwe banden met zuignappen en de aangekondigde beklimming van het Nationaal Monument door Mick Andrews riep al een sfeer van totale onmogelijkheid op. Maar dat had dus niet iedereen door, zo bleek ook uit het grote aantal telefoontjes dat de redactie ontving. Maar helaas, uiteindelijk reed er dus helemaal niemand omhoog tegen het monument op de Amsterdamse Dam…
Honda-kijkers in de boot
Geruchten over een 500cc-Grand Prix-machine van Honda worden in 1979 steeds wilder. Draaiende kleppen, vierkante zuigers, astronomische toerentallen; het kan niet op. De nieuwe Honda houdt ook de redactie bezig en zo ontstaat een 1 april-grap waar meer dan honderd mensen in trappen. Van een zestien jaar oude foto (!) wordt een levensechte zesklepsviercilinderkop ‘in elkaar gefotoshopt’. De nokkenasopstelling en waslijst aan technische gegevens worden vervolgens compleet uit de duim gezogen. Dat het echt een goede grap is, blijkt wel uit het feit dat collega’s uit Engeland, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Spanje bellen. Niet iedereen kan er trouwens om lachen: ‘Heb ik daar dat hele klere-eind voor gereden!’, is de wel begrijpelijke reactie van iemand uit Zwolle, die dus voor nop naar Soesterberg is gereden. Om het leed een beetje te verzachten, worden er vijf MOTO73-abonnementen verloot onder de mensen die de moeite hebben genomen om naar Soesterberg te komen.
‘Aleix Espargaró wordt profwielrenner’
Waar wij 1 april kennen, kennen de Spanjaarden op 28 december ‘Día de los Santos Inocentes’, dag van de onnozele kinderen. Het is daarom eind december altijd goed opletten met Spaanse berichten. Aleix Espargaró zou bijvoorbeeld een droom zien uitkomen. Hij had namelijk een contract getekend als profwielrenner bij het Movistar-wielrenteam. En Dani Pedrosa liet ooit weten over te stappen naar de Formule 1, nadat een test op de Red Bull Ring zo goed was bevallen. En op 28 december 2022 kondigde Alex Rins aan dat het nieuwe AR42-team in 2023 met Suzuki in de MotoGP zou uitkomen. Zoals de foto bij dit kader laat zien, stak Rins er behoorlijk wat werk in. Leuk!
Het lange weekend van zondag 4 en 5 mei 1980 zou de geschiedenis ingaan als een rampweekend in de vaderlandse motorsport. Tijdens de NMB-wegraces op 4 mei kwam Willem Jan Nooteboom in Venhuizen zwaar ten val en overleed een dag later aan de gevolgen daarvan. Op 5 mei werden er in Ammerzoden de internationale KNMV-wegraces gehouden. Helaas was er met de beveiliging van het circuit veel mis. Het publiek (en het hekwerk) stond veel te dicht op de weg en op onveilige plekken. Bovendien waren er, in het geval dat er iets mis zou gaan, op diverse plaatsen geen ontsnappingsmogelijkheden voor de coureurs. Verder weigerde een eigenwijze wedstrijdleider na het eerste ongeluk het publiek op de bewuste plaats te laten verwijderen. Dit bleef helaas niet zonder gevolgen. In de nationale klassen deden zich twee noodlottige valpartijen voor met als gevolg vier doden. Twee coureurs en twee toeschouwers lieten het leven. Om de toeschouwers nog iets te kunnen bieden werd enkel nog de internationale 500 cc-klasse verreden. De kranten stonden bol met grote stukken vol kritiek. Een raceweekend met wel vijf doden was natuurlijk te gek voor woorden. De KNMV legde alle wegraces op stratencircuits stil en wilde dat de NMB dat ook zou doen. De wegraces in Tubbergen en Raalte mochten echter wel doorgaan. De NMB ging toch door met het organiseren van wegraces op stratencircuits, maar nam extra veiligheidsmaatregelen. Dit rampweekend had tot gevolg dat er in 1980 geen nationaal wegracekampioenschap verreden werd en voortaan veel duurdere veiligheidsmaatregelen voor wegraces.
Hoe cool is dit. Indian Motorcyle bouwt 29 Challengers RR, die gebruikt worden in King of the Baggers, om hun kampioenschap aldaar te vieren. Gebouwd volgens de 2022-racespecificaties door dezelfde S&S-handen die aan Tyler O’Hara’s #29 kampioenschapwinnende motorfiets hebben gesleuteld, is elke speciaal gebouwde Indian Challenger RR beschikbaar voor diehard circuitrijders en verzamelaars. De motor is met de hand gemaakt en getuned met dezelfde afstelling waarmee O’Hara zijn tweede King of the Baggers-kampioenschap won. Deze waanzinnige Indian is alleen beschikbaar in Australië, Nieuw-Zeeland, Frankrijk, Duitsland, Engeland en Japan, maar wij vinden ’m te gaaf om jullie niet laten zien.
‘Oorspronkelijk was de gedachte om te gaan racen met baggers voor velen verbijsterend, en zelfs ronduit beledigend voor sommige wegracepuristen. Maar in slechts drie jaar heeft de King of the Baggers zich ontpopt als het populairste in de motorracerij, omdat deze motoren snel zijn geëvolueerd en we dachten dat het geweldig zou zijn om mensen de kans te geven om zo’n motor te bezitten.’
Enig lekker Amerikaans overdrijven zit er wel bij in deze uitspraak van Gary Gray, Vice President – Racing, Technology and Service voor Indian Motorcycle, maar hij heeft een punt want de races met de Baggers zijn nooit saai.
De Indian Challenger Race Replica bestaat – onder andere – uit de volgende onderdelen
BMW Motorrad viert dit jaar, 2023, haar 100-jarig bestaan. Dat gebeurt onder meer met een 100 Years Roadshow langs alle BMW Motorrad dealers.
Van april tot en met september doet de 100 Years Roadshow alle Nederlandse BMW Motorrad dealers aan. Je kan dan rijden op fraaie exemplaren uit de diverse segmenten. Een GS uit het Adventure segment ervaren? Dat kan. Of liever een naked uit het Roadster segment? Ook mogelijk. 15 verschillende modellen maken deel uit van de tour. Ook uit de segmenten Sport, M, Tour en Urban Mobility zijn beschikbaar voor jouw Rit van de Eeuw.
Gelimiteerde 100 Years Edition modellen
Fan van Heritage? Dan is er dit jaar iets speciaals. Dat zijn de BMW R 18 100 Years Edition en de BMW R nineT 100 Years Edition. De BMW R nineT doet met de verchroomde tank en Paint-on-Chrome-techniek aan de BMW R 75/5 van 1969 denken. De BMW R 18 100 Years Edition met de geweldige Big Boxer motor verwijst met de druppelvormige tank naar het design van de BMW R 5 uit 1936. Deze twee bijzondere uitvoeringen zijn beperkt tot elk 1.923 stuks. Een niet geheel toevallig gekozen aantal, zoals je vast en zeker al door hebt. De eerste BMW motorfiets verscheen immers in 1923.
De kracht van boxer
In december 1922 schetste Max Friz, destijds hoofdconstructeur bij BMW, de contouren van de eerste BMW motorfiets. Dat was de BMW R 32, die op 28 september 1923 is onthuld op de toenmalige Duitse Automobilausstellung in Berlijn. Deze motorfiets met een tweecilinder viertakt boxermotor en cardanaandrijving markeert het begin van het succesverhaal dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Nog altijd is dit aandrijfconcept bijzonder door het lage zwaartepunt en onderhoudsarme karakter. De boxermotoren van BMW zijn populair bij motorrijders die houden van lange ritten, motorreizen en avontuur. Niet voor niets prijken de diverse generaties BMW GS-modellen al jaren bovenaan de verkooplijsten.
Sportieve historie
Na de komst van de BMW R 32 in 1923 ging het rap met de ontwikkelingen voor BMW Motorrad. Ook rap in de zin van sportieve hoogtepunten. Rudolf Schleicher was in 1924 verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de motor van de BMW R 37, het eerste sportmodel van BMW Motorrad. Ernst Jakob Henne brak in 1937 op een met plaatwerk ingekapselde BMW 500 Kompressor met 279,503 km/h het snelheidsrecord. Georg ‘Schorsch’ Meier won in 1939 als eerste niet-Brit op een Kompressor BMW de Senior TT op het Isle of Man.
Design-klassieker
Legendarisch in de historie is de BMW R 90 S van designer Hans A. Muth. Het was in 1973 de eerste superbike van BMW Motorrad met een topsnelheid van meer dan 200 km/h en de 67 pk leverende boxermotor. Het is een populaire design-klassieker. De BMW R 100 RS was in 1976 de eerste productiemotor met een in de windtunnel ontwikkelde volle kuip. Die zorgde voor een lage luchtweerstand en goede bescherming tegen weer en wind. Wel beschouwd is de BMW R 100 RS grondlegger van de gestroomlijnde kuipen die vanaf dat moment de norm worden in de motorindustrie.
World Superbike Championship
BMW Motorrad zoekt altijd de grenzen op. Dat tekent de historie, ook nu. Vandaag de dag is het merk actief in het World Superbike Championship met de Nederlandse coureur Michael van der Mark in het team. De machine die hij bestuurt, de BMW M 1000 RR, is één van de modellen in het nieuwe M segment. Het andere model, de BMW M 1000 R, is onderdeel van de Roadshow, eens te meer een reden om snel te kijken wanneer de BMW Motorrad 100 Years Roadshow neerstrijkt bij jou in de buurt. Ga snel naar de website van BMW Motorrad en boek online jouw Rit van de Eeuw op één van de 15 BMW modellen. Dat kan op: www.bmw-motorrad.nl/100-years-roadshow
Jubileumaanbod voor jou!
En heb je tijdens de Roadshow jouw nieuwe BMW motorfiets gevonden? Dan doen we je tot en met eind mei een mooi jubileumaanbod. Voor het symbolische bedrag van 100 euro krijg je bij aanschaf van een nieuwe BMW motorfiets reisaccessoires cadeau. Denk hierbij aan zijkoffers, topkoffer, tanktas, bagagerol, binnentassen, etc. Afhankelijk van het gekozen model kan je voordeel oplopen tot 1.350 euro. Voor alle 32 modellen die het modelgamma van BMW Motorrad op dit moment rijk is doet de BMW Motorrad dealer je graag vrijblijvend een passend aanbod.
Test 2023 Ducati Multistrada V4 Rally. De Ducati Multistrada viert dit jaar zijn 20ste verjaardag. Wat twee decennia geleden een verdienstelijke poging was om het sporttouring segment te betreden, is uitgegroeid tot één van de stakeholders in het Ducati-gamma. Het V4 Granturismo-blok tilde de meest recente uitvoering tot nieuwe hoogten. De Rally-versie van de Multistrada V4 werd vernieuwd en wij testten hem zonder al te veel tegenzin in Sardinië.
Type weg
bochtig, bergachtig
Omstandigheden
Zon
Temperatuur
24°
Fotografie: Alessio Barbanti / Alex Foto
Ducati maakt een foutje als ze stellen dat ze met de Multistrada in 2003 het sporttouring-segment betraden. De ST en ST4 waren immers al Ducati sporttourers avant a lettre. Los daarvan is het zonneklaar dat de moderne Multistrada’s veel méér zijn dan sporttourers. Nomen est omen en jawel, de Multistrada kan zowat elke ondergrond aan. In dat opzicht is de nieuwe V4 Rally misschien wel de ultieme Multistrada. Omdat hij de onverharde pistes ook aankan. En we durven gerust te stellen dat hij dat zonder al te veel moeite kan.
1 van 7
Stevig
Ducati koos een route van 180 km waarvan ongeveer de helft onverhard was. In afstand dan, in tijd uitgedrukt rij je langer offroad dan onroad. En dat was een bewuste keuze. Want de Multistrada V4 Rally moet de ultieme reismotor worden. Eentje waar je letterlijk en figuurlijk alle kanten mee op kunt. Daar hoort dus zeker offroad bij. Ducati won met deze motor al twee keer de Rally van Anatolië, dus het offroad-potentieel staat buiten kijf. Al moet je wel een beetje technisch onderlegd zijn om een mastodont van 270 kilo over hellingen te jagen. Deze test was een uitdaging voor mens en machine.
Ducati geeft als rijklaar gewicht 240 kg op. Ze vermelden er wel bij dat ze de benzine niet hebben meegenomen. En laat het nu net de benzinetank zijn die een belangrijk punt van vernieuwing is op het 2023-model. Uiterlijk valt daar weinig van te merken, maar de mannen uit Borgo Panigale hebben het plastic omhulsel van de standaard Multistrada vervangen door een volledig aluminium tank. Qua buitenafmetingen is er niet veel verschil, maar er gaat nu wel degelijk 30 liter in. Genoeg om zeker 400 kilometer te kunnen rijden.
Zuiniger
Of misschien wel meer. Ander nieuws op de 2023 Rally is immers dat hij zuiniger is én minder CO2 uitstoot genereert. Dat laatste zal wel deels zijn om dat de V4 minder verbruikt, maar toch, het staat mooi op een technische fiche.
Het spreekt voor zich dat een volgetankte Multistrada V4 Rally best wat inertie met zich meebrengt. Er zijn geen wondermiddelen, je voelt dat dit geen lichtgewicht is. Maar het is ook een grote motorfiets, dus het plaatje klopt wel. En dankzij een goede gewichtsverdeling en een doordachte geometrie voelt de nieuwe Ducati nooit alsof hij dat volle gewicht meetorst. Zeker niet op de weg, maar ook offroad valt het nog best mee. Met dank aan de goedwerkende Pirelli Scorpion Rally STR-banden, die het zowel op het asfalt als op de Sardijnse zandwegen goed deden. Die liggen trouwens om spaakwielen, die nu 3,2 kg lichter zijn dan de spaakwielen van de vorige V4S. En wielen… dat is onafgeveerd gewicht. Dit zijn dus belangrijke kilo’s.
Dat gaat vooruit
Het totale gewicht laat zich het best voelen op steile en gladde afdalingen, daar moet je toch wel bij de les zijn om tijdig te remmen. 250 kg +… dat wil wel eens sneller dan jezelf een berg af. Dit is niet eens een punt van kritiek, maar gewoon een vaststelling. Die moet vooral duidelijk maken dat je, afgezien van steile offroad-afdalingen, nooit de indruk hebt onderweg te zijn met een kwart ton onder je zitvlak. De Off Road-modus verlaagt het topvermogen naar 114 pk, maar dat is voor terreingebruik nog altijd veel te veel. Als je aan het gas gaat hangen, schiet de Multistrada Rally vooruit als ware hij door een horzel gestoken. Wie veel offroad rijdt, of gewoon graag de handen wat hoger heeft op de weg, raden we aan om het stuur in de offroad-stand te zetten. Dat biedt meer controle als je rechtop staat. De stand is zelfs op de weg wat ons betreft de beste voor het stuur.
Acht centimeter
Qua zithoogte is er de mogelijkheid om het zadel met acht centimeter te variëren. Standaard is er de keuze tussen 870 of 890 mm, maar met optionele zadels loopt die keuze op tot alles tussen 825 en 905 mm. We reden met het zadel in de 870mm-stand en met onze 1m 80 was dit een correcte hoogte. Ducati heeft bovendien via de elektronica een optie voorzien om de veervoorspanning te minimaliseren bij het op- en afstappen, waardoor de motorfiets een tweetal centimeter kan zakken bij het afstappen. Da’s best handig.
Niet in het minst omdat onze testmotoren uitgerust waren met de zijkoffers. En dan is het afstappen soms een hele klus. Noem de koffers gerust knoerten, want meng testredacteur raakte een paar keer een andere motorfiets of een obstakel met de koffers. Die dingen zijn breder dan het stuur en je moet in het begin echt wennen aan die breedte. Voordeel is dat je er je halve huisraad in kwijt kunt. En omdat ze van aluminium zijn, ogen ze nog goed ook.
Op de slingerwegen langs de zuidkust van Sardinië toonde de Multistrada V4 Rally zich een uitstekende reisgezel. Comfortabel, zéér potent en met een reeks aan instelmogelijkheden. Ga er maar even voor zitten: er zijn vijf rij-modi, met telkens vier vermogensinstellingen. Daarnaast kun je in elke modus ook twaalf parameters instellen. Elk van die parameter heeft tussen de twee en vijf instellingen. ‘Bij de vorige hadden we uitgerekend dat je iets minder dan 400 opties hebt’, vertelde een Ducati-ingenieur ons. ‘We zijn er nog niet aan toegekomen om te weten hoeveel dat nu precies is met de nieuwe Off Road-modus erbij, maar het zal ergens tussen de 400 en 500 instelmogelijkheden zijn.’ Het is daarbij goed om weten dat je één modus of alle modi ook met één druk op de knop naar de standaard instelling kunt brengen. Voor wie door het bos de bomen niet meer ziet.
Reizende ster?
In elk geval vonden we alle modi goed op de openbare weg, met een lichte voorkeur voor de Sport. De Multistrada toont in die modus echt zijn ballen. Je weet onmiddellijk tot wat hij in staat is. En dat is veel. De V4-krachtbron is héérlijk: sterk, lineair en je voelt altijd dat er een tikkeltje brutaliteit in schuil gaat. Hoe hard je op de openbare weg ook gaat, dit blok kan altijd meer. En tegelijkertijd is de motor zeer controleerbaar. Met dank ook aan de elektronische Skyhook-ophanging. De voorvork kreeg een verbeterde sensor, maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we het verschil met de vorige versie niet voelden. Omdat die in ons notitieboekje ook al stond aangeduid als ‘foutloos.’ Koppel daaraan dat de Multistrada in al zijn versies één van de beste quickshifters op de markt heeft en je weet dat de elektronica op deze motor gewoon next level is. De Rally is wat ons betreft de ster van het Multistrada-gamma. Het is geen pure adventure en evenmin een sporttouring. Wat is het dan wel? Het is wel een superieure reismotor.
Conclusie test 2023 Ducati Multistrada V4 Rally
Omdat je altijd voelt dat de Multistrada nog wat meer in huis heeft, krijg je zin om de motor verder te verkennen en ook mét deze motor op verkenning te gaan. Daarom is het zonder twijfel één van de beste reismotoren op de markt. Omdat hij je zin geeft om te gaan rijden. Zin om dagen aan een stuk kilometers mee af te draaien. Niet alleen omdat je het in alle comfort doet, maar ook omdat elke meter een belevenis is. De Multistrada V4 Rally verveelt geen moment en hij is bovendien zo veelzijdig dat het onmogelijk is om je een reis in te beelden waar iets onder de wielen komt dat deze motor niet aankan. Héérlijk ding. Jammer genoeg is de prijs net zo indrukwekkend als de motor zelf. € 31.890,- voor de standaard Radar-versie – met de adaptieve cruise control – is veel geld. En ook al kun je die prijs verantwoorden gezien de uitrusting, het niveau van afwerking en de prestaties, dan nog blijft het veel geld. Dat wordt nog meer als je je hart verpand aan de Travel&Radar-, de Full Adventure-uitvoering of nog meer leuke opties. Die rood gespoten Brembo Stylema-remklauwen bijvoorbeeld. Schitterend. Lichtpuntje hierbij: voor wie geld geen rol speelt of wie er zijn spaarvarken voor wil leegmaken: over de kwaliteit van de motorfiets, het niveau van de prestaties en het rijplezier kun je onmogelijk ontgoocheld zijn.
Het gezelligste motortreffen van Nederland is terug! Help je een handje mee?
De 5e editie van het Mega MotorTreffen zal dit jaar plaatsvinden op zondag 7 mei 2023 in het Autotron in Rosmalen. Het wordt een motorfeest met duizenden motorrijders.
Dit kunnen we niet alleen en we hopen dat je ons hierbij wil helpen. We zijn flexibel en zorgen goed voor onze vrijwilligers. Je kunt zelf bepalen of je in de ochtend of middag een helpende hand kunt bieden (of de hele dag). Het moet vooral een leuke dag zijn. Daarnaast krijg je een T-shirt en worden al het eten en drinken geregeld.
Functie: vrijwilliger algemeen
Op het Mega MotorTreffen hebben we diverse vrijwilligers nodig. Onder andere op de parking, bij de kassa, toegangskaarten scannen bij de ingang, toezicht op het springkussenfestijn voor kinderen, achter de bar in de clublounge en catering voor vrijwilligers. Je staat dus midden in het feestgeruis en geniet met volle teugen van het evenement.
Functie: voorrijder
Het evenement staat onder andere in het teken van proefrijden met nieuwe motoren. Zo’n 15 merken zullen met demo-motoren aanwezig zijn. De bezoekers willen we niet op eigen initiatief de weg op laten gaan. Daarom zijn we op zoek naar ervaren motorrijders die de gehele dag als voor- of achterrijder op hun eigen motor actief willen zijn.
We hebben hiervoor een mooie route in de omgeving van het Autotron uitgezet. Deze krijg je uiteraard als GPX-bestand toegestuurd. Vanzelfsprekend vergoeden we de brandstofkosten die je tijdens het evenement maakt.
Zie je het zitten om een paar uurtjes te helpen en heel veel motorrijders een mooie dag te bezorgen? Meld je dan aan via onderstaand formulier.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.