Een particuliere Oostenrijkse verzamelaar – Toni-Togo – veilt zijn verzameling voertuigen, apparaten en gereedschappen van de Dakar Rally via het online veilingplatform van Troostwijk Auctions. Onder meer de winnende KTM LC4 van Dakar 2006, maar ook een Nissan Patrol GR 3.0 TDI en een MAN L 27 truck verschijnen onder de digitale hamer. De veiling is nu geopend voor biedingen. Op donderdag 26 mei 2022 sluit de veiling om 13:00 uur.
BMW-patent: actieve aerodynamica
BMW heeft een octrooi aangevraagd voor een concept met verstelbare rijwinddeflectoren. De actieve aerodynamica moet de bestuurder beter beschermen tegen de weersomstandigheden. Mogelijk dat het systeem voor het eerst verschijnt op de R1300GS, waarvan al spionfoto’s op het internet zwerven.
Sommige motorrijders zijn wellicht bekend met actieve aerodynamica, die niet wordt gebruikt om meer downforce op het voorwiel te genereren, maar om de rijder een betere bescherming te bieden. Op de laatste EICMA presenteerde Moto Guzzi al de Mandello, die is uitgerust met overeenkomstige onderdelen. Mar het BMW-systeem werkt enigszins anders. Natuurlijk…
Geveerd
Het systeem van BMW is anders dan het systeem van Moto Guzzi; het is namelijk gebaseerd op vering. Bovendien is de manier waarop het werkt ook net het tegenovergestelde. Terwijl bij Moto Guzzi de aerodynamische onderdelen alleen bij hoge snelheid meer windbescherming bieden, zijn bij het veerbediende BMW-systeem de kleppen bij lage snelheid open en bedoeld om bescherming te bieden tegen windvlagen. Hogere snelheden en de daaruit voortvloeiende toename van de luchtdruk doen de kleppen sluiten, waardoor een gestroomlijnd silhouet ontstaat dat geacht wordt meer stabiliteit te bieden bij hoge snelheden.



Door de veren te verstellen zou het mogelijk zijn het BMW-systeem naar eigen wens aan te passen, dat wil zeggen tot welke snelheid de aerodynamica wordt uitgebreid of vanaf welke snelheid de onderdelen worden teruggetrokken.
Of het systeem daadwerkelijk in een productiemotor zal worden toegepast, is nog niet duidelijk.

Valentino Rossi landt in de Metaverse
Valentino Rossi heeft samen met de mediaholding The Hundred een nieuwe fase in de ontwikkeling van VR46 opgestart. Het doel is innovatieve content en meeslepende virtuele ervaringen aan te bieden aan motorsportfans over de hele wereld.
In feite is de negenvoudig wereldkampioen het web opgegaan, met een bedrijf dat unieke inhoud ontwerpt en ontwikkelt in de metaverse gewijd aan het merk VR46. Denk daarbij aan gaming en NFT’s (non-fungible tokens).
The Hundred, zet z’n know-how in om virtuele ervaringen te ontwikkelen voor de vele fans van Valentino Rossi over de hele wereld, motorsportliefhebbers en gamers in het algemeen. De joint venture die leidde tot de geboorte van VR46 Metaverse werd gepromoot door Nicola Volpi, hoofdinvesteerder van The Hundred.
‘Instappen in deze sector is een echt stimulerend avontuur, dat ik samen met partners op een gestructureerde manier wil aanpakken,’ zegt Valentino Rossi. ‘Ik vind het fantastisch om fans over de hele wereld te kunnen bereiken, door hen de sfeer en het enthousiasme van VR46 te brengen via nieuwe technologieën. Ik denk dat dit project een zeer belangrijke stap voorwaarts betekent voor het merk.’
Het project voorziet in een meerjarige routekaart en heeft tot doel eeen wereldwijd platform te creëren dat gewijd is aan de Doctor, het VR46 Racing Team en de Academy. De ‘Yellow People’ en motorsport-fans kunnen hun eigen virtuele entertainment ervaringen beleven door de coureurs te ontmoeten, te chatten met andere gebruikers en zelfs tegen elkaar te racen.
De eerste content van VR46 Metaverse wordt verwacht vanaf 2022 en zal onmiddellijk Rossi’s huidige fanbase en nieuw publiek aanspreken. Volgens het analistenbureau Gartner zal 25% van de wereldbevolking tegen 2025 minstens één uur per dag in de metaverse doorbrengen, op zoek naar nieuwe interesses en nieuwe sociale, recreatieve, educatieve en winkelmogelijkheden.

NW200: Michael Dunlop’s achterband explodeert bij 300 km/u
Michael Dunlop’s achterband explodeert tijdens Race 1 van de North West 200. De coureur wist z’n motor onder controle te houden, ondanks de zeer hoge snelheid.
Dunlop was niet de enige waarbij het probleem zich voordeed tijdens races. Peter Hickman had een soortgelijk voorval. Na Race 1 besloot Dunlop dan ook de levering stop te zetten, waardoor de rijders die deze banden gebruikten met lege handen stonden. Met de Tourist Trophy over twee weken in het verschiet, moeten de zaken zo snel mogelijk worden rechtgezet.
In een sectie waar de snelheid angstaanjagend hoog is, zo’n 300 km/u, kwam de achterband los, waardoor Dunlop een mirakel moest verrichten om niet onderuit te gaan.
De Transformatie: Honda Gold Wing Bobber (1983)
Duizenden uren worden geïnvesteerd om standaard productiemotoren om te vormen tot unieke technische kunstwerken. ‘De transformatie’ laat ze aan je zien. In deze aflevering de transformatie van de GL1100 van Jos van Kaathoven naar een heuse Honda Gold Wing Bobber. Een motor uit de categorie ‘niet omdat het moet maar omdat het kan’. Met creativiteitslust en oog voor detail ging de hele geometrie van de motor ook meteen maar op de schop. Als je toch bezig bent…
Uitbundig elementair
Jos van Kaathoven houdt van Gold Wings. Maar of hij ook van luxe en zware toerbakken houdt – toch het handelsmerk van de Honda Gold Wing – is maar de vraag. Van klassiekers houdt hij zeker wel: zijn GL1000 K1 ging juist daarom de deur uit, ‘want die moet je niet willen verbouwen’. Er kwam een GL1100 voor terug en de klus kon beginnen. Kernwoorden: stoer, minimalistisch, extreem oog voor detail. En vooral mooie oplossingen in de categorie ‘omdat het kan’…
Stamboom Moto Guzzi V7: evolutie van de V7
‘Met de Gold Wing heb ik wel iets’, vertelt Jos van Kaathoven, terwijl hij de motor voor de fotograaf positioneert. ‘Ik had een originele K1 om te restaureren en alhoewel ik er wel plezier van had, bood hij niet wat ik zocht: ik wilde een project waarop ik helemaal los kon gaan. Maar zo’n oer-Gold Wing moet je niet willen verbouwen. Hij ging naar een andere liefhebber en ik ging verder met deze tweede-generatiemotor. Hij was al iemands restauratieproject toen ik hem kocht. De verkoper was ernstig ziek en kon er niet verder mee.’

Een heel ander verhaal dan de vorige motor, deze Gold Wing kon vanaf dit punt alleen maar mooier worden. ‘De mogelijkheden zag ik vanaf het eerste moment. Toen ik hem had staan, lag meteen de eerste avond het achterste er al af. De tank is niet van een Gold Wing maar van een Honda CB750 Custom en licht aangepast. Mijn Honda “drinkt” dus weer op de gebruikelijke manier. Bij de originele Gold Wing zit de tank onder het zadel en moet de brandstof met hulp van de nokkenas naar de carburateurs gepompt worden, dat hoeft nu niet meer.’
Ingenieur gaat los
Van Kaathoven heeft het uiterlijk aangepakt, maar ook veranderingen in de geometrie aangebracht. Doel was om met zo mooi mogelijk oplossingen de uitbundige Gold Wing te veranderen in een elementaire strakke motor. ‘Op een bepaalde manier is hij toch uitbundig, maar dan heb je het over de gekozen oplossingen en het afwerkingsniveau’, vertelt Jos enthousiast. ‘Het is toch de ingenieur in me, hè? Die gaat dan los. Ik studeerde aan de HTS Autotechniek in Apeldoorn. Tegenwoordig werk ik bij Van den Born Carrosserie in Waalwijk. Daar bouwen we speciale transportoplossingen, dus ook daar moet je creatief zijn. Daarnaast kan ik tegenwoordig mijn creativiteit kwijt in motoren. Ik hou van leuke oplossingen maar dat had je waarschijnlijk al begrepen… Een van die oplossingen zijn de carburateurs. Zelfgemaakte spruitstukken voor de Weber IDF40-kopieën, geïnspireerd op Amerikaanse modificaties naar dubbele carburateurs. En als ik het enigszins zelf kan maken, doe ik dat!’

Jos vervolgt: ‘De shocks zijn naar beneden verhuisd. Ze komen van een Harley-Davidson Softail. Dat past natuurlijk niet en daarom heb ik zelf een nieuwe ophanging getekend en gemaakt. In tegenstelling tot veel bouwers maak ik vaak wel eerst een tekening en berekening. Het is een andere aanpak; door mijn vak zit die manier van werken echt in me.’
Dikke buffel

Moeilijk voor te stellen als je de huidige toerbuffel ziet, maar de allereerste Honda GL1000 Gold Wing uit 1975 was toch echt een naked met vier cilinders. Maar het toer-DNA zat er stevig in en zijn talent wordt ook nu nog herkend, getuige het feit dat je best al een stevige prijs betaalt als je een echt mooie je garagebox in wilt rollen. Vier jaar na de introductie van de oer-Gold Wing verscheen de GL1100 en die was er ook als volledig aangeklede Interstate met kuip en koffers. Hij werd op zijn beurt in 1984 afgelost door de GL1200. In 1988 was er spektakel op de motornieuwspagina’s: de GL1500 rolde zijdezacht over de highways met niet minder dan zes cilinders. Hij moest een hele tijd mee, totdat in 2001 de GL1800 arriveerde. Het ietwat obese gewicht van die Gold Wing past met 421 kilo goed bij sommige bewoners van het land waar hij zo gretig aftrek vond: de Verenigde Staten. De nieuwste incarnatie van Honda’s vlaggenschip ging op dieet, maar arriveerde in 2018 evengoed met niet minder dan 1831 cc.
Niet alles is wat het lijkt…
De bediening is super simplistisch, ten eerste zit er niet veel op en ten tweede stuur je alles aan met één enkele klassieke Zündapp-schakelaar. Het hele elektrocircuit is tamelijk… overzichtelijk. De verlichting schakelt automatisch in zodra er oliedruk is. Daarnaast zijn er dan nog remlicht en knipperlicht. Dat is het wel zo’n beetje. Maar qua minimalistische oplossingen kan het nog bonter… Jos: ‘Ik heb een kleine webshop, waarin ik specialistische restauratieartikelen verkoop. Een van de producten is Renaissance Was en die zit verpakt in kleine blikjes. Ik stond na te denken over een oplossing voor het asje in het verlengde van de nokkenas. Die was vroeger nodig om brandstof vanuit de laaggelegen Gold Wing-tank omhoog te stuwen naar de carburateurs, maar dat hoeft door de hoge CB-tank dus niet meer. Die as draaide dus maar wat rond in het luchtledige. Toen stond ik nog eens naar mijn blikken potjes te kijken… Gepolijst… en nu zit er eentje op als cover!’

We moeten toegeven dat je er niks van ziet. Of juist wel, het ziet er prachtig uit en zonder deze wetenschap hadden we nooit gedacht dat we naar iets keken dat in feite ‘een blikje’ is. Jos : ‘Ik heb nog zo’n verrassing: de filters boven de kelken? Theezeefjes van de Xenos! Natuurlijk hebben die ook een uitgebreide behandeling gehad. Ik kies dit soort oplossingen niet om geld te sparen, want dat verlies je qua uren altijd. Het gaat me echt om de sportieve uitdaging: krijg ik dit voor elkaar?’

Gooi- en smijtfiets
‘Eigenlijk is deze motor een totaal contrast met wat je van een Gold Wing verwacht. In zijn huidige ranke en veel lichtere vorm is het echt een gooi- en smijtfiets geworden!’, vertelt Jos. ‘Alleen de banden, en ik vind deze toch wel heel erg mooi staan zo, zijn een beperking. Het is ook wat andere zaken betreft geen reisfiets meer. Hij is superleuk om mee te rijden, een heel “kort” sturende motor. Maar je zit wel met je knieën tegen de carburateurs aan. Maakt mij niet uit, het is vooral een showbike en ik rijd er hooguit korte stukjes mee. Zit je op het zadel, dan hangen je oren recht boven die kelken, en dat is vrij luid… Maar dat is ook niet waar het allemaal om gaat. Het draait om het tonen van vakmanschap en iets bouwen dat mooi is en een bepaalde mate van perfectie benadert. Vaak hoor ik van anderen dat ze het ook mooi vinden en dat maakt het natuurlijk nog leuker. Missie geslaagd.’










MOTO73 editie #9 2022
Wil je MOTO73 editie #9 2022 als abonnee digitaal lezen? Klik hier.
Test Ducati Streetfighter V4 SP
De meest ongebreidelde, onaangepaste en schaamteloze schoonheid is altijd de Ducati Streetfighter geweest. Zonder snelheidsbeperkingen dwong de motorfiets je als het ware om alles uit de kast te halen. Met het magistrale V4-blok én de SP-configuratie is de nieuwe Streetfighter V4 SP zet Ducati een messcherpe motorfiets neer, die velen zal bekoren.
Test Zero SR
Een elektrische motorfiets? Nooit van mijn leven! Geen geluid en nauwelijks actieradius. Het zijn inmiddels platgeslagen argumenten. Daarom: bekijk het eens vanuit een ander perspectief, die van relaxen, genieten en onthaasten. Met de Zero SR reden we door het Vlaamse Scheldeland en maakten van het tussendoor opladen een zeer aangename bezigheid.
Kawasaki Versys 650 test
Eén motorfiets, vijf Rider Club-leden, vijf meningen. Een testrit op de nieuwe Kawasaki Versys 650 maakt na afloop de tongen los. De een valt als een blok voor de middenklasse allroad, de ander heeft zo zijn twijfels. Maar iedereen had grote schik op de 650.
Triumph Tiger 1200 GT vs. BMW R1250GS
Eens moet er een eind komen aan de dominantie van de BMW R1250GS. Het kan niet zo zijn dat creativiteit, innovatie en doorzettingsvermogen geen antwoord kunnen vinden op deze ontiegelijk goede motorfiets. De Triumph Tiger 1200 GT doet meer dan een poging.
Michael van der Mark vertelt over Nicky Hayden
De 12-jarige Michael van der Mark wordt rond 2003 fan van Nicky Hayden. Toen kon bevroeden dat beide in 2015 teamgenoten werden bij Ten Kate Racing. Michael kijkt terug op twee jaar vriendschap met een bijzondere wegracer.
We gaan het veen in!
Pakweg een eeuw geleden nog draaide de economie op turf, niet bepaalt een brandstof die lekker combineerde met ‘Het Klimaat’. ‘t Is maar goed dat we aan het gas zijn, maar dat terzijde. Duizenden hectares veen werden met de hand tot handzame brokken gestoken in het noordoosten van Nederland. Wij starten in Veendam en eindigen in Emmen.
MOTOREN & RIJDEN
- Eerste Versnelling
- Column: Boudewijn Geels
- TEST: Royal Enfield Scram 411
- Op zoek naar de fijnste kniehoek
- Haal de meeste pk’s uit je euro!
- Marathonmotor: Yamaha XTZ 1200 Super Ténéré
- TOERISME: Vijf bestemmingen die weer kunnen
- OCCASION: BMW S1000RR
SPORT
- Sportfoto
- MOTOGP: Frankrijk
- In gesprek: Pepijn Bijsterbosch
- MXGP Maggiora & Riola Sardo
- NL-Wereldtoppers
- Terugblik: Gennady Moiseev
Rico Verhoeven, Poke en Nicky Romero: BN’ers worden BD’ers
Welke tv-zender je ook aanzet, je wordt altijd en overal overspoeld met BN’ers. Tot in den treure aan toe zou je haast zeggen… Het is zelfs zo erg dat inmiddels iedereen weet dat we met deze afkorting het over Bekende Nederlanders hebben. BD’ers is nog niet ingeburgerd, maar als het aan Rico Verhoeven, DJ Nicky Romero en rapper Poke ligt, weten we straks allemaal dat dit voor Bekende Ducatist staat.
foto’s: Ducati en Affetto Ducati (Poke)
Rico Verhoeven
Nadat we ’m eerder al op een Suzuki voorbij zagen komen, is Rico Verhoeven tegenwoordig een echte Ducatist en trotse eigenaar van een 2022-Diavel 1260 S in de nieuwe kleurstelling Black & Steel. De Diavel is uiteraard sowieso een motor die perfect past bij de King of Kickboxing, een naam die hij als geen ander verdient, want vanaf 2013 is hij ongeslagen en al acht keer Glory Heavyweight World Champion Kickboxing geworden. Dat Rico eerder op een Diavel in volledig matzwart reed, is dan ook niet meer dan logisch.


Nicky Romero
Oudere lezers zal deze naam niet veel zeggen, maar de jongeren onder ons weten direct dat we het hebben over een wereldberoemde succesvolle DJ/producer. Daarnaast is hij al jaren enthousiast Ducatist en mag zich zelfs ‘friend of the brand’ noemen. Nieuw in zijn garage is de Hypermotard 950 SP in de nieuwe kleurstelling. Hoewel hij na twee rustige coronajaren weer de hele wereld overvliegt, gaat hij naar eigen zeggen geregeld tijd vrijmaken om op pad te gaan met zijn nieuwe Hypermotard en daar kunnen we ’m alleen maar groot gelijk in geven.
Waardevaste motoren: investeren én verdienen aan motorfietsen
Poke
De bekende rapper Poke kon onlangs bij Affetto Ducati zijn 2022-XDiavel Dark Stealth afhalen. Deze Ducati werd met input van Poke gecustomized naar ‘Black on Black’. Poke geniet steeds meer bekendheid met zijn laatste singels ‘Oké, Oké’, ‘Konsentra’ en ‘Complimento’. Sinds eind 2020 is de rapper ook al ‘friend of the brand’, nadat hij een, in volledig satijn zwart gewrapte, Streetfighter V4 S aanschafte. Nu dus een XDiavel in Dark Stealth met heel veel extra’s. Poke least deze Ducati trouwens via My Lease Motor, ook een optie uiteraard.




Benelli Leoncino 800 2022 test
Bart test in de omgeving van Amsterdam de 2022 Benelli Leoncino 800. Deze Chinees/Italiaanse motor is uitermate geschikt voor in en rond de stad.
Eerste indruk: Yamaha Ténéré 700 World Raid
Meer dan 330 km onder verzengend hete temperaturen, waarvan de helft offroad. En toch had German Ooms nog de kracht om onmiddellijk na de test zijn bevindingen door te geven over de Yamaha Ténéré 700 World Raid.
Verlos ons uit ons lijden: is de World Raid een cosmetische upgrade of echt een andere motor dan de Ténéré 700?
‘Er is effectief een groot verschil tussen de twee versies. De basis is natuurlijk dezelfde, maar de uitwerking van het concept van de T7 is duidelijk geëvolueerd. Iedereen was al onder de indruk van de Ténéré 700, maar met de grotere tank, betere vering, betere elektronica, klop alles nu nòg meer. We hadden het niet zo meteen gedacht, maar het standaard model lijkt plots toch voor verbetering vatbaar.’
Da’s een krasse uitspraak. Maar ook goed nieuws natuurlijk..
‘Yamaha Europa heeft een groot deel van de ontwikkeling van deze motor op zich genomen. En dit is één van de fabrikanten waar dat echt bij opvalt: dat ze input uit de markt halen, commentaren van hun klanten verwerken, naar social media-commentaren luisteren… En dus zijn ze gaan werken op de punten waar al eens op gewezen werd. Zo is er nu méér actieradius, een betere ophanging, betere elektronica, een ander uiterlijk,… dit is grondig anders dan de standaard en zelfs de Rally en het staat op een nog hoger niveau.’
De Goed Nieuws Show dus?
‘Ja, hele goede motor. Met daarbij de opmerking dat het CP2-blok alle lof verdient die hij al kreeg. Maar je voelt nu wel dat dit concept aan zijn limiet bereikt. De motor weegt 16 kg meer en heeft een groter frontaal oppervlak. Bij hogere snelheden voel je dat het CP2-blok hard moet werken. Reken daar optioneel nog een passagier en bagage bij en je komt logischerwijs in de buurt van wat haalbaar is. Maar haalbaar is natuurlijk nog altijd oké, hé!’

Ik zag een foto van je met de ingenieur, Katsumitsu Wasamatsu. Wat had die nog te vertellen?
‘Weinig, want hij spreekt niet zo goed Engels en mijn Japans lijkt nergens op. Maar ik heb wel begrepen dat we geen adventure op basis van de CP3-driecilinder moeten verwachten. “De markt is al zo verzadigd in die klasse, dat Yamaha daar niet instapt”, zei hij. Of misschien vroeg hij gewoon de weg naar het hotel. Nogmaals, mijn Japans is niet zo goed…
Hoe dan ook: domo arigato voor dit gesprek German San!
Lees de volledige test van de Yamaha Ténéré World Raid donderdag op deze fijne website!


Test 2022 Ducati Streetfighter V4 SP
Een bizarre circuitpresentatie was het vorige week in Italië. PR-manage Giulio opende immers met de woorden ‘Welkom iedereen, maar jullie zijn allemaal te laat om de 2022 Ducati Streetfighter V4 SP te testen’. Pardon? Enkele tellen later wisten we dat we niet zozeer dienden te berichten of de SP de hooggespannen verwachtingen waar maakt – want het ding is intussen hopeloos uitverkocht. ‘Zie het als een soort viering van onze motor, geniet ervan. Maar eh, wees voorzichtig, dit zijn de laatste twee onverkochte stuks, de derde is een preproductiemodel.’ Onverkocht, als in: nog steeds op z’n minst 37.490 euro per stuk. Slik.
Fotografie: Alex Photo
Tja, die SP. ‘t Doet iets met een mens. Die twee letters – kort voor Sport Production – doen mij vooral denken aan de prefixen op de gouden plaatjes in ons dorp: Dr. Delanoye bij de huisarts, of Ir. Huppeldepup bij de ingenieur-architect om de hoek. Stuk voor stuk mensen met flink wat aanzien in onze negorij. Als je in Borgo Panigale met een dergelijk brandmerk van de band rolt, valt je een gelijkwaardige eer te beurt. Niet geheel onterecht.
Testlocatie | Circuit van Cremona, tussen Parma en Milaan in Italië |
Testomstandigheden | Verschroeiend heet, blakende zon |
Temperatuur | 29 graden en meer |
Testkilometers | Vijf sessies van 20 minuten, ‘t ging te snel om de rondjes te tellen |
Bijzonderheden | De overtreffende trap van Ducati’s Streetfighter V4, de S, moet zelf nederig het hoofd buigen voor de waanzinnig uitgedoste Streetfighter V4 SP. |
Waarom rijden we de 2022 Ducati Streetfighter V4 SP?
Omdat we gek zouden zijn om deze uitnodiging af te slaan. Negen man, wereldwijd, krijgt de kans om deze hyperexclusieve bolide tot op z’n limiet te testen. Waaronder ondergetekende.








Genummerd
Want als de in 2020 gepresenteerde Streetfighter V4 al beslist geen pannenkoek was, met de Desmosedici Stradale V4 in het vooronder die er maar liefst 208 pk en 123 Nm uitbraakt, dan is de S al diens overtreffende trap. De S kreeg er nog eens 2 kg rijklaargewicht af, kreeg Brembo Monobloc Stylema M4.30’s aangemeten, Marchesini alu-wielen, een elektronicapakket om ‘u’ tegen te zeggen en een volledige Öhlins (NIX30 + TT36) ophanging met semi-actieve sturing. Goed voor een prijskaartje van 28.690 euro.
Test 2022 Ducati Panigale V4 S
Voeg je echter nog een ‘P’ toe aan dat recept, dan krijg je exact hetzelfde blok en identieke elektronica. Maar ook de ‘Winter Test’-kleurstelling (zwart, met rode details en een geborstelde alu-tank), een STM-EVO SBK droge koppeling (enkel voor circuitgebruik), Brembo Stylema R’s met geventileerde zuigers en een Brembo MCS 19.21 rempomp, in carbon uitgevoerde wielen, voorspatbord en winglets, een lithium-ion accu, verstelbare alu-voetsteunen, identieke Öhlins veercomponenten als die op de Panigale V4 (MY21) én een in het stuur gegraveerd serienummer. Geen gelimiteerde, enkel een genummerde versie. Munt slaan uit een vlot verkopende exclusieve editie – je hoeft het de dames en heren uit Bologna niet te leren. Tellen we bovenstaand lijstje even voor je op, dan valt een gewichtsbesparing van liefst 5 kg te noteren ten opzichte van de V4 en 3 kg ten opzichte van de V4 S. Maar ook je portefeuille wordt respectievelijk 13.000 en 8.800 euro lichter.

Opwarmen op de S
Aftrappen doen we op een V4S, kwestie van gewenning aan het circuit, maar ook even acclimatiseren met die knoert van een V4 onder de bips, kan geen kwaad… De zes testmachines (drie V4S’en, drie V4SP’s) staan netjes opgebokt in de pitbox, met bandenwarmers om het kakelverse Pirelli-rubber. De standaard Diablo Rosso Corsa 2’s zijn voor de gelegenheid ingeruild voor SC-1 slicks, en – kwestie van het zekere voor het onzekere nemen – wordt de eerste laag er even afgefietst door niemand minder dan Alessandro Valia. Ex-Superbike-racer en vaste testrijder van Ducati, dus komen de rubbers al snel volledig op temperatuur. Nog voor ik m’n tengere lijf in het zadel hijs, bekruipt me een zeldzaam gevoel van nervositeit. Tussen de tronies die me van achter hun vizier aanstaren, zijn amper namen die niet op z’n minst enkele strepen hebben verdiend in de racerij: van deelnemers aan de TT Isle of Man, Duitse Supersport-racers en een Spaanse Endurance-kampioen tot de Ex-MotoGP-racer uit Oostenrijk, Martin Bauer. Mijn race-ervaring is beperkt tot twee deelnames aan de No Budget Cup. Eh, ja. Heel even voel ik me een aardappelboer op een rijstakker. Maar veel tijd om daarover na te denken is er niet: de crew wenkt, de Streetfighter V4S staat luid roffelend in de pitlane en mijn handen jeuken. Avanti!
Circuit Cremona
Ergens tussen de mode- en hamstad in, ligt het wonderlijke circuit van Cremona verborgen. Niet enkel de favoriete omloop van de locals, ook Ducati is fan van de recent hertekende omloop: de laatste generatie Panigale V4 werd hier ontwikkeld en gefinetuned. Dat hoeft geen wonder te heten, want over 3,7 km liggen zeven linker- en zes rechterbochten verspreid – met lichte hoogteverschillen, veel technische stukken, een blinde insteek, enkele haarspelden en een kleine chicane. Maar ook een lang recht stuk van bijna een kilometer. Ideaal om de Streetfighter SP even uit te persen tot we bij 280 km/u flink in de remmen moeten om niet op het kerkhof te belanden. Dat mag je letterlijk nemen, aangezien het kerkhof van Ca’ de’ Soresini amper 50 meter verderop ligt. Een welgemikte highsider weg van de – eh – finish.

2022 Ducati Streetfighter V4 SP ultieme straatmotor
Vertrekken doen we in Sport-modus – de middelste van de drie rijmodi (Road laten we voor deze circuittest even achterwege). Daarbij is de gasrespons erg vloeiend opgebouwd, met een iets vroeger binnenkomend koppel. Voorts bouwt de V4 z’n vermogen gewoon prachtig lineair op, zonder daarbij ooit het gevoel te krijgen dat je de boel niet meer onder controle hebt. Het klinkt haast ongeloofwaardig, maar de 208 pk voelt warempel te temmen aan. De quickshifter laat zich bij elke acceleratie van z’n beste kant zien, met erg vlugge en soepele overgangen tussen de versnellingen. We vatten de eerste sectie van het circuit – met een pak korte rechte stukjes en vijf van de dertien bochten – wat lager in de toeren aan, daarna duiken we nog zelden onder de 10.000 omwentelingen. Tussen 7.000 en 9.500 toeren zit immers al een flink wat pit verscholen, maar dit blok is zo krachtig dat het loeihard én quasi-lineair doorloopt tot het bij 14.500 omwentelingen in de begrenzer draait. Haast ongemerkt spurt de SF V4 in z’n twee richting 175 km/u, waarna we in enkele seconden door de versnellingen heen zijn, en bij 13.000 toeren in zesde – en een potige 270 km/u – hard in de ankers moeten.
Dubbeltest: Aprilia Tuono 660 vs. Yamaha MT-07
De Öhlins-ophanging is daarbij door de aanwezige mechaniciens een stuk sportiever gedraaid dan standaard – Ducati ziet de V4S zelf als de ultieme straatmotor, die bij gelegenheid perfect als circuitwapen kan dienen. En dat is te merken. Want hoewel we over comfort allerminst te klagen hebben op deze machine, is de vering en demping perfect toegesneden op het snellere werk. Het remhendel laat zich met veel gevoel bedienen, de remkracht is overdonderend – ook als we ‘m net helemaal hebben uitgeperst over de rechte lijn op Cremona. quickshiftend van 6 naar 2, twee gespierde vingers die de voorremhendel net niet tegen het stuur trekken en een achterhand die gecontroleerd richting de volgende linker stuitert. De V4S laat zich erg gewillig op hellingshoek brengen, de SC-1’s bijten in het asfalt en de acceleratie bij de minste draai aan het gas stuwt ons richting de trage chicane voor de pitlane. Heerlijk hoe makkelijk deze knaap zich laat sturen – en onwaarschijnlijk hoe mak de Streetfighter zich laat mennen, ondanks de bakken koppel en vermogen. Stond het streetfighterstuurtje iets lager gemonteerd, dan schuurden we in quasi elke bocht op deze omloop met de elleboog over het asfalt. Zó makkelijk en vol vertrouwen laat de SF zich dirigeren – ook door minder ervaren piloten als ondergetekende.

Bochten kleven
Groot is dan ook de verrassing wanneer we overstappen op de 2022 Ducati Streetfighter V4 SP-versie. Niet enkel staan de voetsteunen nog een stukje hoger gemonteerd – waardoor je warempel een superbike-gevoel krijgt bij de eerste meters – ook de open, droge koppeling overklast de uitlaatnoot qua geluid. Héérlijk, dat geratel. En wat een pareltje is deze machine uiterlijk geworden, m’n z’n copieuze hoeveelheid carbon, de knappe kleurstelling en de reeks kwaliteitscomponenten aan boord. Het identieke blok en elektronica ten opzichte van de V4S zijn vanaf de eerste meters een geruststelling, het prijskaartje en het feit dat deze machines eigenlijk al besproken zijn, wekt minder vertrouwen. Gelukkig toont de nog strakker afgeveerde (stijvere veren, aangepaste kleppen en hydraulica in de vorkpoten) SP zich een uitmuntende danspartner op het circuit. De ophanging is daarbij één factor, maar de carbon wielen zijn de absolute troef op deze machine: ongelofelijk wat voor verschil de – eigenlijk ‘amper’ 1,4 kg – lichtere velgen maken. Waar ik op de V4S een late insteek verkoos om ‘m op z’n hardst door de bocht te loodsen, kan je op de SP erg dicht bij de curbs insteken en er tegenaan blijven kleven tot de apex, om vervolgens even snel opnieuw op hett gas te kunnen. Je rond de bochten zoveel strakker, absurd hoe groot het verschil is ten opzichte van een op zich ook al uitstekende stuurfiets als de V4S. Ook de manier waarop de SP accelereert voelt niet enkel sneller aan – het ís ook sneller – we ronden Cremona tot twee seconden sneller, volgens de laptimer. Minder draaiende massa om in beweging te brengen, resulteert sowieso in een kwiekere rotatie, en dus een snellere acceleratie. Die verlaagde inertie verklaart ook bovenstaand stuurgemak, uiteraard. De Brembo MCS-rempomp zorgt daarbij voor een nog veel fijner gevoel aan de voorzijde, de Race-modus is warempel nog een stuk vloeiender in het middengebied (waar we net een piekerigere vermogensafgifte hadden verwacht), waardoor je elke bocht aanvalt alsof er een trofee te verdienen valt. Steeds later remmen, met steeds meer lef ‘kappen’ in de kortere bochten en nog eerder op het gas om de Streetfighter tot een voorzichtige drift te verleiden, en ‘m vervolgens in geen tijd richting begrenzer te jagen. Wat een machine. Racen op een naked voelde zelden zo aan als rondetijden klokken op een superbike. Hulde.
Conclusie 2022 Ducati Streetfighter V4 SP
Zelden een motor bereden met zoveel vermogen en koppel, die zo vertrouwenwekkend aanvoelde vanaf de derde bocht, als de Streetfighter – zowel in V4S- als V4SP-versie. Geweldige remmen, fenomenaal stuurgedrag, een soundtrack waar m’n broek niet droog door blijft en een blok dat werkelijk elke verwachting overtreft. Tja, dan heb je een uitstekende machine gebouwd. Welke we zouden kiezen van deze tweeling? Van de snellere acceleratie, tot het nog veel wendbaardere aanvoelende stuurgedrag, tot de opgevoerde bochtensnelheid… Hadden we het geluk er nog eentje te vinden, dan gingen we zonder de minste twijfel voor de SP-versie. Ook al moeten we daar de eerstkomende tien jaar voor afbetalen…
Pluspunten 2022 Ducati Streetfighter V4 SP
- Sturen als een malle
- Onvermoeibaar, krachtig blok
Minpunten 2022 Ducati Streetfighter V4 SP
- Alleen voor het circuit
- Prijskaartje
- Voorlopig uitverkocht(?)
