zondag 27 juli 2025
Home Blog Pagina 741

Dubbeltest Harley-Davidson FXDR 114 vs. Triumph Rocket 3R: Straatracers

0
Dubbeltest Harley-Davidson FXDR 114 vs. Triumph Rocket 3R

Dubbeltest Harley-Davidson FXDR 114 vs. Triumph Rocket 3R. “Het houden van een wedstrijd op de openbare weg, ook wel straatrace genoemd, is strafbaar gesteld in artikel 10 WVW. De wedstrijd zelf is gedefinieerd als elk rijden met voertuigen ter vaststelling of vergelijking van prestaties (…)”

TestlocatieDe ideale ‘urban’ omgeving
OmstandighedenWisselend bewolkt met een zonnetje tussendoor
Temperatuur20 graden
Testkilometers500 km
BijzonderhedenGeen gedoe met de politie met dit soort machines. Best bijzonder!

Triumph Rocket 3R

Met recht geen Rocket III meer. De klassieke cijfernotatie paste de oude Triumph Rocket wellicht, maar aan de nieuwe Rocket 3R is niets klassiek. Een drag-bike met manieren of een cruiser met machtswaanzin?

Triumph Rocket 3R

Harley-Davidson FXDR 114

Die bizar lange voorvork, het grote voorwiel en het dikke en dichte achterwiel. De Harley-Davidson FXDR 114 is een niet te missen drag-racer met een koplamp. Kan de Amerikaan het driecilindergeweld aan met vette tweecilinderklapen?

Triumph Rocket 3R

Een Triumph Rocket 3R koop je niet alleen voor jezelf. Je koopt hem ook om de ogen van je buurman uit te steken. De lijst van mensen die jaloers zijn bij het zien van jouw Rocket 3R is lang. En dan te bedenken dat nooit enig benul krijgen van z’n kracht.

Danig onder de indruk

Alleen al het uiterlijk van de Triumph Rocket 3R slaat mensen met stomheid. Laag en lang, maar voor het gevoel ook compact. Toch is de Rocket een slagschip, die je niet zo maar in je stadstuintje parkeert. De motor staat dan in de weg en je merkt ook of de tuintegels nog strak liggen. De 150/80-17-voorband ziet er haast komisch uit, maar het lachen vergaat je snel als je stapvoets manoeuvreert. Helemaal behelpen is het niet, leuk evenmin. Slim parkeren leer je dan vanzelf.

Test Triumph Rocket 3 GT: Indrukwekkende spierbundel

Simpel en modern

Slimmigheden zijn de Triumph Rocket 3R niet vreemd. In tegenstelling tot de Amerikaan, is de Brit afgeladen met elektronica. Tractieregeling, rijmodi en zelfs cruisecontrol zit erop. Vergeet ook het dashboard niet. Compact, duidelijk en effectief. Je wisselt eenvoudig tussen twee lay-outs. De een is simpel en modern, de ander meer klassiek. Zeker wanneer het tft-scherm op de avondstand overgaat voor beter zicht, is klassiek het juiste woord. De achtergrond toont een soort geborsteld messing klok. En dan het blok, wie verzint dat, 2458cc verdelen over drie cilinders? Aan de Rocket oogt alles dik. Technisch mooi, uiteraard. Drie pijpen onder de tank vandaan op links vormen de inlaat en aan de rechterkant lopen twee nog dikkere geborstelde pijpen over in een redelijk subtiele uitlaatdemper. Het open wiel blijft daardoor mooi in het zicht. Ziet er machtig uit, net als de cardan. Net als het zadeltje, met zijn zitkuil en opstaand randje in de onderrug.

Triumph Rocket 3R

Niets sneller

Dik is ook het stuur en dat geldt zeker ook voor de klemmen van de koppeling- en rempomp. Dat het tankje veel te klein is, maakt de Rocket meteen ook mooi smal. Het zorgt er ook voor dat je de tank makkelijker met je knieën afklemt. En dat moet, want vanaf het allereerste beetje lossen van de koppeling ontgaat je niet hoeveel koppel een 2458cc-triple produceert. Die overdaad aan trekkracht is heel praktisch, maar natuurlijk vooral heel leuk. Veel te leuk. Toch nog even een dotje gas om dat gaatje dicht te rijden, die auto is nog ver weg. Denken is gaan. Niet per se op topsnelheid – nergens voor nodig. Wel op pure acceleratie. Een tussensprintje hier, vlot bij het stoplicht weg daar. Op de openbare weg komt letterlijk niets sneller van zijn plek dan de Triumph Rocket 3R en dat is een machtig gevoel. Tesla’s zakken een plaatsje in de voedselketen.

Niet helemaal geschikt

Bijzonder genoeg deelt de Rocket 3R een eigenschap met diezelfde Tesla’s. Hoeveel Tesla-bestuurders zijn totaal ongeschikt voor de immense trekkracht van hun elektrische auto on ludicrous-mode? Het uiterlijk van de Rocket brengt je in verwarring. Een cruiser die uit je handen accelereert, verwacht je niet. Ook menig medeweggebruiker onderschat de Rocket. Zij zien ook een dikke, vette cruiser. Maar de Triumph Rocket 3R is veel meer dan dat. En sneller bovenal.

Pluspunten Triumph Rocket 3R

Wat een bizar vermogen. Goed uitgerust, stuurt ook nog en is zelfs bijna comfortabel.

Minpunten Triumph Rocket 3R

Bijzondere/bizarre rijervaring moet je liggen, verbruik is niet mals.

Harley-Davidson FXDR 114

Geloof maar dat Harley-Davidson met de FXDR 114 iets neerzet dat op z’n minst indruk maakt. De rijplaat kraakt onder het gewicht. Langgerekt, lomp en loodzwaar is-ie. De FXDR heeft wel iets met woorden die met een L beginnen. Lanceren bijvoorbeeld.

Geen dragrace-looks?

Als we de spatlap op het achterspatbord verwijderd hebben door vier Torx-boutjes te lossen, is de Harley-Davidson FXDR 114 ineens de knapste van het stel. Een kont-lift was precies wat-ie nodig had. Dan verdwijnt de dragracer en verschijnt een langgerekte flattracker. Wel oogt de achterband om het dichte achterwiel ineens heel obees. De Michelin Scorcher meet net als de Avon Cobra Chrome-achterband van de Triumph 240mm. Wel is het profiel van de Michelin een stuk minder rond en dat merk je in het rijden. Ondanks de luie balhoofdhoek rijdt de FXDR wel als een dragracer. Launch control, stand by.

Dubbeltest 2020 BMW F 900 XR en 2020 BMW S 1000 XR

Voortborduren

Voortbordurend op het Softail-platform is de wegligging zeker niet onaardig. Dat geldt ook voor de remmen en de Showa Dual Bending Valve-vering. En met de lange wielbasis, luie balhoofdhoek en het grote 19 inch-voorwiel – 2” groter dan die van de Rocket – wil de FXDR eigenlijk nog best aardig de bocht om. Net op weg lijkt de Harley-Davidson FXDR 114 zelfs makkelijker te sturen dan de Triumph. Die bolle voorband van de Brit went moeilijker en met het smalle rubber van de Amerikaan ben je snel vertrouwd. Dan is het einde aan de grondspeling snel gevonden. Pas wanneer je de Triumph – en z’n bizarre acceleratie – in de vingers hebt, levert de FXDR z’n voorsprong rap in.

Harley-Davidson FXDR 114: geen slappampus

Met 161 Nm koppel bij 3.500 tpm is de Milwaukee-Eight 114-V-twin bepaald geen slappampus. Met 1868 cc verdeeld over twee cilinders met een relatief lange slag ben je vaak het snelst weg bij het verkeerslicht.

Maar bottompower legt het altijd af tegen triplekracht. De triple van de Triumph mag er uitzien als een stoommachine, maar deelt wel een rechtse hoek uit die de FXDR knock-out slaat.

De Harley-Davidson FXDR 114 is de meest bizarre uit de Softail-lijn, maar is niet de meest hypermoderne op de markt. Maae met die dikke led-koplamp bewijst Milwaukee wel hoe een goede verlichting eruit moet zien; modern, strak en stoer. Om vervolgens uit de bocht te vliegen met achterlicht, richtingaanwijzers en dashboard. Zet het af tegen de kraakheldere tft van de Rocket en het gesprek slaat dood als bier in een vet glas. Maar looks zijn briljant.

Harley-Davidson FXDR 114

Machtige gewaarwording

Een Amerikaanse dragracer die te kakken wordt gezet door een Britse stoommachine? Ach, het zal wat. Met de voeten vooruit zorgt de FXDR voor een machtige gewaarwording. Het V-twin-blok blaast en briest als een racepaard. Bijna alles aan de HD is heerlijk lomp, mannelijk als een moonshiner uit Kentucky. De Triumph heeft meer koppel en pk’s en verpakt dat met tongue in cheek. Maar met die gedrogeerde spierballen heeft de FXDR 114 de grootste bek. En die vallen overal en altijd het meeste op.

Pluspunten Harley-Davidson FXDR 114

Dat blok blijft machtig, zonder spatlap best een knapperd, stuurt echt niet onaardig…

Minpunten Harley-Davidson FXDR 114

…voor een Harley. Dashboard in vergelijking heel karig, verder feitelijk geen elektronica.

Meten is weten

Dat dit soort motoren in de praktijk nog idioter blijken dan ze vooraf op papier al lijken, werd weer eens duidelijk. Zowel de Triumph Rocket 3R als de Harley-Davidson FXDR 114 probeerden eerst de rijplaat van de redactiebus te slopen. Daarna werd een aanslag geraamd op onze weegschaal. Die trok de Harley nog net: 298,8 kg. Drie ons meer en de weegschaal had een error gegeven. De nog zwaardere Rocket 3R hebben we om die reden niet kunnen wegen en van de weeromstuit gaf de Brit opnieuw een probleem: voorband te dik voor de wielklem van de Marolo-testbank van HocoParts. Je verzint het niet. De FXDR laat 154,1 Nm meten en legt daarmee toe op de fabrieksopgave. Toch voelt de Harley niet veel minder dan de Rocket 3R met zijn 221 Nm (fabrieksopgave). En toch helpt het koppel van onderuit de Harley niet, omdat de Triumph veel langer doorloopt. En het verbruik? Valt daarover nog wat te zeggen? Dat van de Harley valt enorm mee, maar de Triumph heeft een drankprobleem.

Harley-Davidson FXDR 114 vs. Triumph Rocket 3R: conclusie

De FXDR is duurder, minder sterk, minder uitgerust en ook de afwerking laat steekjes vallen. Toch wint de Harley-Davidson FXDR 114 een prijsje – en nee, geen poedelprijs. Voor één keer voelt een 114 kubieke inch-blok als de zinnige keuze. De brute acceleratie van de FXDR is niet mis en de looks zijn precies schreeuwerig genoeg. Dat het ook nog gewoon serieus oké stuurt, maakt hem in elk geval zeker niet kansloos. Alleen die Rocket 3R… Triumph ging voor alles of niks. Het blok is briljant en de elektronica zo mogelijk nog genialer. Zo veel power, zo veel zwarte strepen ondanks al die elektronica. De FXDR doet zeker even mee, maar verdwijnt dan rap in de bar-end spiegels van de Triumph. De Triumph accelereert niet zo bruut als de Harley-Davidson, het is abrupter. De eerste versnelling gaat precies tot 105 km/u. Dat zegt genoeg. Het draait om nul-naar-honderd-tijden. En toch is de Rocket 3R geen vermoeiende, nietsontziende straatracer. Je hebt een ruime zit en cruise control, een elektronisch vangnet en een lekker breed stuur. Dat is waar de Triumph Rocket 3R de slag wint. De Harley-Davidson FXDR 114 is wel die straatracer en geen elektronisch vangnet. Die heeft de Rocket 3R wel. Met z’n brute power en comfort blijf je precies remmen voor oranje-verkeerslichten. Om bij het doven van het rode licht aan het gas te draaien… Keer op keer!

Harley-Davidson FXDR 114 vs. Triumph Rocket 3R

Boudewijn Geels: ‘Tank van crashfiets of een cover?’

0
Column Boudewijn Geels

Er was iemand die me probeerde op te lichten via Marktplaats. Er was iemand die een benzinetank voor een Honda Blackbird wist die ‘misschien ook op een X11 zou kunnen passen’ (nee dus, leerde navraag). En er was een mail dat de tank van een gecrashte donorfiets helaas niet meer beschikbaar was – maar allerlei piefjes en palletjes die ik niet nodig heb wel. Tot zover mijn pogingen om een ‘nieuwe’ benzinetank voor mijn trouwe Honda X11 te bemachtigen.

De motor rijdt geweldig, maar die deuken zijn een pain in the ass. In the eye in dit geval. Nogmaals vervloek ik de vorige eigenaar, mijn vriend S., die het ding uit zijn handen had laten glippen. Had hem dan niet gekocht, zeg je nu. Tsja. Technisch is hij prima, hij rijdt geweldig en hij is lekker ‘anders’. Op internet barst het van de enthousiaste reviews. Maar ja, die #*&$! Deukjes!

Opeens krijg ik weer een mail. ‘Ik heb eventueel een nieuwe tankhoes voor je,’ schrijft ene Co. Verroest, niet aan gedacht. That could work!

Drie dagen later meld ik me met mijn X op een bouwplaats in Amsterdam-Noord. Daar is Co aan het werk. Ik maak kennis met een joviale zestiger met een Mokums accent dat de dictie van wijlen André Hazes kakkineus had laten lijken. Mijn eerste vraag in Markplaatseske situaties is altijd: waarom wil je ervan af? Co slaakt een diepe zucht. ‘Mijn zoon vroeg of hij mijn X mocht lenen. Hij had net zijn motorrijbewijs gehaald. Nou, bij zijn eerste rit reed hij hem in de prak. Gewoon veel te veel vermogen. Mijn zoon was gelukkig nog redelijk heel, maar de Honda… Ik heb hem nog wel laten opknappen, maar ik vertrouwde hem niet meer. Dus nu rij ik BMW.’

Verliefd kijkt hij naar mijn X11. ‘Hard gaan ze hè? Ik had de mijne laten chippen. Hij kon 320.’ Stoer vertel ik dat ik ook een powercommander achterin heb, maar Co is niet meteen onder de indruk. ‘Twee of drie?’ wil hij weten. Huh, zijn er ook motoren met twee of drie van die opfokapparaatjes?! ‘Gewoon één,’ antwoord ik. Maar dat bedoelt Co niet: ‘Ik bedoel type 1, 2 of 3. Geen idee? Ok, nou, deze zal ook best hard gaan. Het zijn zulke monsters. Maar je kunt er ook heerlijk relaxed mee rijden.’

Co had nog veel meer aan de zijne laten doen. ‘Ik had hem in Dronten gehaald. Die gozer bouwt ze ook helemaal om. Verlengde assen en dat soort dingen. Ik had ook andere uitlaten. Jij hebt de originele, zie ik. Die zijn geld waard hoor!’

Sparren met Spaan: ‘Helaas zijn we met ruzie uit elkaar gegaan’

Ik vertel dat ik in Duitsland aan de kant ben gezet. De politie stelde teleurgesteld vast dat ik inderdaad de originele pijpen onder mijn X had. Co, met grote ogen: ‘Tjonge, zijn ze zo streng? Ik lees er wel over, maar ik rij daar nooit.’ Waar reed je dán 320, vraag ik me af.

Dan geef ik Co 25 euro en hij mij een hagelnieuwe lederen Bagster-tankhoes, met aan weerszijden in grote letters ‘X11’ erop. Best mooi eigenlijk, constateer ik opgetogen.

Co kijkt me met gemengde gevoelens na terwijl ik nodeloos hard optrekkend huiswaarts ga. Daar check ik op internet wat zo’n hoes nieuw kost. Wauw, 160 euro. Oké Geels, goeie deal. Ik sjor de hoes over mijn gehavende benzinetank. Heeft wel wat, constateer ik tevreden. En geen deukje meer te zien. Maar dan haal ik mijn tanktas uit de kast, met van die handige kleefmagneten. Ik probeer het. Een seconde later staar ik beteuterd naar de grond. Daar ligt mijn tanktas. Damn!

Ik weeg mijn opties: een bijpassende tanktas met gespen kopen, toch de tank maar laten uitdeuken, of… een andere motor?

Vliegles van Axell Hodges – Avondklok-film #36

0
Axell Hodges

Freestyle motorcrossicoon Axell Hodges keert terug met zijn Slayground-videoserie en zoekt daarbij – op een speciaal aangelegde baan in San Diego – letterlijk alle grenzen van het onmogelijke op. Vastgelegd door een fantastische cameraman en een nog fantastischere helikopterpiloot. Waanzin in beeld gevangen. 

Wij plaatsen elke dag, exact op het moment dat avondklok in gaat een interessante video. Deze keer: Vliegles van Axell Hodges

Richard Hammond verkocht motor om wc-papier te kopen

0
Richard Hammond

Om Richard Hammond – de kleine uit Top Gear – hoeft niemand zich druk te maken toch? Het mannetje heeft een geschat kapitaal van zeventien miljoen euro. Toch moest Hammond niet overdreven lang geleden zijn motorfiets verkopen om wc-papier aan te kunnen schaffen.

Tegenwoordig kan Hammond werkelijk iedere motorfiets en auto kopen die zijn hartje begeert. Dat doet hij dan ook regelmatig. Hij heeft een kapitaal aan rollend materieel verzameld en doet daarom verwoede pogingen om daarvoor naast zijn historische landhuis een zwaarbeveiligde schuur te bouwen. Ook een glazen gebouw om zijn motoren mooi zichtbaar te stallen, maakt deel uit van de bouwplannen.

I was beyond broke

Het contrast met de jaren negentig kan niet groter. Toen woonde Richard Hammond in het illustere dorpje Clitheroe. Als medewerker van het lokale radiostation verdiende hij niet de mega-bedragen die hij later als Tv-presentator zo gewoon werd. Ook de kelder waarin hij leefde staat in schril contrast met zijn huidige paleis. Zijn situatie van destijds vat hij in de Mail Online als volgt samen: ‘I was beyond broke.’ 

Echtpaar na 55 jaar herenigd met hun geliefde motorfiets

Maximumbedrag creditcard bereikt

De kleine presentator doet daarmee absoluut niet aan grootspraak. In zijn Top Gear-tijd zetten zijn collega’s hem voor paal, in de negentiger jaren is dat zijn creditcard. Bij het afrekenen van de  boodschappen geeft de creditcard niet thuis omdat het maximum bedrag is bereikt. Hammond heeft geen geld meer voor zijn voedsel en toiletpapier. ‘There’s nothing more’, verzucht hij.

Motor op de pof

Het enige dat erop zit is om zijn motorfiets te verkopen. Al is het technisch gezien niet helemaal zijn bezit omdat hij de motor op de pof kocht. Wat volgt is een rondgang langs de lokale motorzaken om de hoogste inruilprijs te bedingen. Met het geld dat hij voor de motorfiets krijgt kan Hammond eindelijk zijn boodschappen en waarschijnlijk ondertussen felbegeerde toiletpapier kopen.

Nederland kiest de motor van de jaren 10

0
2015 Yamaha MT-09 Tracer
2015 Yamaha MT-09 Tracer

Het is verkiezingstijd – en dan niet die voor het pluche in Den Haag. We hebben het hier natuurlijk over de Motor van het Decennium-verkiezing. Van onze lezers, volgers en fans verwachtten we wel enthousiasme, maar zo’n hoge opkomst hadden wij zelfs niet verwacht. Er kwamen meer dan duizend stemmen binnen om te bepalen wat dé motor van de jaren tien wordt. Hoog tijd voor de uitslag!

Wat was dé motor van het afgelopen decennium?

1 – BMW R1200GS – 2013

Als je van de duikplank springt, is de kans levensgroot dat je nat wordt. En als je een verkiezing uitschrijft, waarbij BMW’s boxer-GS op de kieslijst staat… Je voelt hem aankomen. De Motor van het Decennium-titel kon de BMW R1200GS uit 2013 van meet af al haast niet meer ontgaan. Vanaf 2010 is BMW non-stop marktleider geweest in Nederland, met immer een boxer-GS aan de top. De in 2013 gelanceerde vloeistofgekoelde R1200GS was zoals met iedere grote-GS ervoor meer evolutie dan revolutie. De stemmers roemen de GS om het rijgemak, de souplesse van de boxer en hoe degelijk de motor is. Opvallend veel stemmers geven toe dat ze de GS niet eens zo mooi vinden, maar er toch een zwak voor hebben. De Beierse allroad blijft mateloos populair. En hoe. Met 253 – bijna een kwart van de stemmen – staat de 2013 BMW R1200GS maar liefst 86 stemmen los van nummer-2.

‘Hoe BMW de GS, als ware het de 911 van de motorwereld, maar blijft perfectioneren. Geen grote veranderingen (helaas, want mooi vind ik ‘m nog steeds niet) maar steeds kleine doch belangrijke evoluties’ – Guido van Es, die uiteindelijk toch op de Africa Twin stemde.

‘De beste’ – Rinus Oude Kempers, man van weinig woorden.

‘Rij-eigenschappen alsof je op een brommertje zit, top!’ – R1200RT-rijder Rob Quené

2013 BMW R1200GS
2013 BMW R1200GS

2 – Moto Guzzi V85TT – 2019

Die nummer twee is een stuk verrassender. Met welgeteld 167 stemmen – 16% – gaat de 2019 Moto Guzzi V85TT met het zilver aan de haal. De Guzzi V85TT werd bij de 2019-editie van de Motor van het Jaar-verkiezing verrassend winnaar. Nagenoeg alle redacteuren hadden de Guzzi heimelijk op hun lijstje staan, waardoor-ie op punten won. Dat de Moto Guzzi V85TT niet langer heimelijk geliefd wordt, maakt de tweede plaats meer dan waar. Stemmers benadrukken hoe verfrissend het concept is. Een allroad met retro-kenmerken is blijkbaar een succesformule. Zo vaak als jullie de V85TT dankbaar bestempelen als ‘geen pk-pakhuis’! Jullie hebben duidelijk een broertje dood aan de pk-wedloop. Al is de Guzzi volgens velen meer dan een leuke en laagdrempelige brommer. De praktische onderhoudsarme cardanaandrijving en de beleving van de V2-in-lengterichting wordt ook met lof overladen.

‘Totale verrassing voor vriend en vijand. Ziet er gelikt uit.’ – Gijsbert Goor.

‘Ongelofelijk hoe een redelijk gedateerd motormerk zo’n fraaie motor kan maken die gewoon klopt!’ – Stefan van Vugt, die geen blad voor de mond neemt.

‘Eindelijk geen krachtpatser, maar een buitengewoon mooie en sierlijke motor.’ – Paul van Slooten, rijdt een Super Ténéré 1200 en kan de cardan van de Guzzi ook waarderen.

2019 Moto Guzzi V85TT
2019 Moto Guzzi V85TT

3* – Kawasaki Z900 – 2017

Een keurige derde plaats voor de Kawasaki Z900 – onze Motor van het Jaar 2017. De 125 pk-sterke prijsknaller-naked heeft een grote schare fans. Met 94 stemmen – 9% – drukt de Kawasaki Z900 de Honda Africa Twin van de laatste podiumplaats. Slechts twee stemmen tussen beide. De Z900-liefhebbers zijn een ander soort volk dan Guzzi-stemmers. Zij zijn dol op het krachtige viercilinderblok. Over het design vergelijkbare lof. Het scherpe lijnenspel en de stoere looks zijn voor velen doorslaggevend. Toch is geeft maar één ding voor zo’n beetje iedereen de doorslag; de prijs. Waarbij een groot aantal de nieuwe Z900 met zijn elektronica en tft-dash alweer onnodig aangekleed vinden. Kun je nagaan?

‘Deze motor maakte echt impact in de gehele motorwereld.’ – Frank Zoontjes, Marketing Manager Kawasaki Motors Benelux

‘Simply beautiful and all you need.’ – Henk Salomons, General Manager Kawasaki Motors Benelux

‘Supermooie en fijn rijdende motor voor een scherpe prijs met alles erop wat je nodig hebt en geen poespas waar je niet standaard op zit te wachten.’ – Lennart Meijers, uiterst tevreden Z900-rijder en niet werkzaam bij Kawasaki Motors Benelux

2017 Kawasaki Z900
2017 Kawasaki Z900

4 – Honda CRF1000L Africa Twin Adventure Sports – 2018

Met 92 stemmen komt de Honda CRF1000L Africa Twin Adventure Sports niet in aanmerking voor de titel Motor van het Decennium. Een van de langste typenamen en de vierde plaats zijn een schrale troost. Desondanks kan de Africa Twin op veel lof rekenen. De DCT-versnellingsbak wordt door velen aangehaald als een voordeel, zeker voor de wat oudere motorrijder kan het een uitkomst zijn. En zo pissig als de puristen waren toen de nieuwe Africa Twin met staande tweepitter gepresenteerd werd, is de historische naam volgens jullie duidelijk deel van de aantrekkingskracht. Hoe zo geen echte Africa Twin? Waar de GS- en Guzzi-fans trouwens maar op die cardan blijven hameren, klaagt de Africa Twin-adept eigenlijk niet over de ketting.

‘Motor is geschikt voor zowel de straat als in het lichte terrein. Motor zonder teveel poespas.’ – Ap Duijzer. Stemde als MT-09 Tracer-eigenaar op de Africa Twin.

‘Een prachtige motor om te zien, waarmee je oneindig veel avontuurlijke kilometers kunt afleggen, ook op onverhard terrein.’ – Jan H. Koopman, die zelf een Africa Twin met DCT heeft.

‘Beste allroad van het rijtje. Geen GS, omdat iedereen die heeft.’ – Han de Feijter, XL1000V Varadero-rijder die zich strijdbaar afzet tegen de meute.

2018 Honda CRF1000L Africa Twin Adventure Sports_preview_maxWidth_1600_maxHeight_1600
2018 Honda CRF1000L Africa Twin Adventure Sports

5 – Ducati Streetfighter V4S – 2020

Wellicht dat het collectief geheugen hier een handje helpt. Het is immers de jongste inzending voor de verkiezing. Toch is het waarschijnlijk bovenal de duurste Motor van het Jaar ooit. Desondanks weet de Ducati Streetfighter V4S een top-5 positie veilig te stellen. Met afstand de minst praktische motor in dit gezelschap, maar dat maakt blijkbaar niets uit. De meest gehoorde keuze-uitleg van 88 stemmers is kort maar krachtig: ‘omdat het een Ducati is’. Nog vragen – geen vragen? De brute 208 pk-sterke V4-naked speelt duidelijk tot de verbeelding – voor de meesten helaas uitsluitend verbeelding. Van de 88 stemmen, gaven slechts vier mensen aan daadwerkelijk een Streetfighter V4 of V4S te bezitten. Dat het leeuwendeel er enkel van een afstandje naar kan kijken geeft niks. Je ziet het ook terug in de reacties. Mooi, snel, stoer, imposant. Droommotor of motor om enkel van te dromen – maakt niet uit.

‘Ducati combineert MotoGP-techniek met fraai design en weet dit alles bruikbaar te maken voor op de openbare weg.’ – Toine Berbers, een van slechts twee Streetfighter V4-eigenaren die gestemd hebben.

‘Gruwelijke motorfiets, rijdt super, heeft lekker brute uitstraling en een fantastisch motorgeluid.’ – Gert Jonas, die andere Streetfighter V4-eigenaar.

‘Alle factoren die je moet hebben met motorrijden. En volop technische hoogstandjes.’ – Jeroen van Veen, ook Streetfighter V4-eigenaar, maar dan de S-versie.

2020 Ducati Streetfighter V4S
2020 Ducati Streetfighter V4S

6 – Yamaha MT-09 Tracer – 2015

Volgens jullie past de Yamaha MT-09 Tracer maar één omschrijving: allround. De GS, de Africa Twin en zeker ook de Super Duke GT wordt deze eigenschap ook toegedicht. Toch is de MT-09 Tracer de overtreffende trap – de Volkswagen Golf van de motorwereld. Een middle of the road-machine met praktisch gemak en aansprekend design. Al benadrukken de 83 MT-09 Tracer-stemmers ook vooral de sportiviteit. Eerder een Golf GTI dus. Dat GTI-imago komt voor het overgrote deel op conto van de 847cc Crossplane-driecilinderblok. ‘Prachtig krachtig’, verwoordt een van de stemmers het kort – maar krachtig. Opvallend detail: Yamaha MT-09 Tracer-eigenaren onder de stemmers kozen procentueel het minst vaak hun eigen motorfiets. Als Yamaha nou eens niet elk derde jaar de typenaam om zou gooien… MT-09 Tracer, Tracer 900, Tracer-9…

‘Meest fijne motor ooit.’ – Cor, die onder het kopje Wat rij je zelf? vervolgens het volgende aangaf: ‘Hahahahaha uiteraard de Tracer!!!’. Duidelijk, Cor!

‘Breed inzetbaar als sport-toer machine, driecilinder met genoeg power en ook wel vanwege de ‘looks’.’ – Wim Lange, die de Yamaha koos omdat-ie qua inzetgebied het meest op zijn BMW R1100S lijkt.

‘Deze heb ik en heeft mij heel positief verrast. Stuurt goed, zit lekker, klinkt goed en is verbazingwekkend snel.’ – Sander Scholten, die dus géén MT-09 Tracer heeft, maar een Tracer 900. Zelfs de eigenaren snappen het niet.

2015 Yamaha MT-09 Tracer
2015 Yamaha MT-09 Tracer

7 – BMW S1000RR – 2012

Als enige supersport-machine op de shortlist is de BMW S1000RR best een vreemde eend in de bijt. En dat is geen flauwe verwijzing naar de onorthodoxe schele koplamppartij van de BMW. Zouden we niet durven. Jullie zijn namelijk helemaal weg van de looks van de S1000RR. Van de tien werd-ie met afstand het vaakst als mooi omschreven. Logischerwijs kon het indrukwekkende vermogen ook op lof rekenen. BMW legde de lat immers niet zomaar een klein beetje hoger voor de 1000cc-supersportmotor. Het rijgemak en de innovatieve elektronica maken het af volgens de 77 stemmers. Er zijn misschien minder supersport-liefhebbers tegenwoordig, maar ze zijn wel hardcore!

‘Deze motor was revolutionair als superbike! Had alles en meer. BMW blijft zichzelf vernieuwen en verbeteren.’ – Suzuki SRAD-eigenaar Joris Negerman, die dolgraag een S1000RR voor dagelijks gebruik zou willen.

‘Duitse degelijkheid met de agressie van een Japanner. Top!’ – Cor Brands, die met zijn K1300S ervaring snelle BMW’s heeft.

‘Ik hou van supersport-tourders.’ – Edde Pet, die zelf een Kawasaki ZZR1400 rijdt en de S1000RR als zijn ideale sporttoerfiets ziet.

2012 BMW S1000RR
2012 BMW S1000RR

8 – KTM 1290 Super Duke GT – 2016

Enige in zijn soort, uniek, gedurfd. Het is duidelijk dat de 64 KTM 1290 Super Duke GT-stemmers vooral gevallen zijn voor het bijzondere uiterlijk en concept van de Super Duke GT. Niet veel meer dan de brute Super Duke R, maar dan met een kuip en daarmee wat comfort. Volgens jullie maakt het de Super Duke GT tot de ideale alles-in-een sporttoerder. Niet van alles een beetje, maar van alles vooral heel veel. De elektronica en natuurlijk dat 1301cc-tweecilinderblok krijgen ook veelvuldig een duim omhoog. Kortom, een brute allrounder met manieren – je moet wel van het design houden.

‘Deze KTM maakt dat je schuur ietsje minder vol staat. Hij is geschikt om er rustig mee rond te boemelen, alleen of met zijn tweeën. Je kan er ook de beest mee uithangen op het circuit.’ – uiterst praktisch ingesteld Super Duke GT-eigenaar Johan Deijkers.

‘Stuurt als een naked maar met de actieradius van een toerbuffel en een acceleratie van een sprintkanon. Zwitsers zakmes onder de motoren.’ – Michel Bruijn, al 30.000 kilometer tevreden Super Duke GT-rijder.

‘KTM 1290 Super Duke GT is een heerlijke toerfiets en met veel beleving.’ – Teun van Zutphen is blij met zijn GT: ‘Vooral als de TC uit staat.’

2016 KTM 1290 Super Duke GT
2016 KTM 1290 Super Duke GT

9 – Triumph Speed Triple 1050 – 2011

Als oudste deelnemer zal de Triumph bij velen iets verder weggezakt zijn in het collectief geheugen. Dat hij desondanks niet laatste geworden is, is een troostprijsje. Met 59 stemmen (5,7%) wordt de Speed Triple 1050 uit 2011 zo langzaam al een beetje cult. De stemmers roemen vooral zijn betrouwbaarheid en de bouwkwaliteit. De driecilinder en het rijgedrag worden eveneens regelmatig aangehaald. Jullie wijzen ook opvallend vaak op de ruime zit van de Speed Triple 1050. Het maakt de Triumph een comfortabeler reisgenoot, maar de lange motorrijder is er klaarblijkelijk ook erg over te spreken.

‘Vooral het chocoladeletter vette vermogen, het maar blijven sleuren van het blok. En nog goed sturen ook. Niet te zenuwachtig, niet te giftig, gewoon een beer van een fiets.’ – G.M. de Kok, die zijn oude Speed Triple 1050 nog altijd mist.

‘Mooie motor.’ – Jan Coopmans, man van weinig woorden.

‘De Speed Triple heb ik gekozen omdat ik er zeven jaar een gehad heb en die beviel zeer goed.’ – Johan van Elteren verkocht zijn Triumph anderhalf jaar geleden en kocht een Guzzi V85TT en heeft nu toch weer een Speed Triple RS gekocht. Johan zit niet stil!

2011 Triumph Speed Triple 1050
2011 Triumph Speed Triple 1050

10 – KTM 1290 Super Duke R – 2014

Deze verkiezing levert geen verliezers op. Elk van hen is immers al eens Motor van het Jaar geweest. Toch is de KTM 1290 Super Duke R uit 2014 in deze verkiezing het minst vaak gekozen. Uiteindelijk stemden 46 van jullie op de Super Duke R. Een select gezelschap, maar aan enthousiasme geen gebrek. Het ruige uiterlijk, het nog ruigere blok en tegelijkertijd het gemak waarmee het rijdt, maken de Super Duke R de beste volgens de fanboys. Meerdere stemmers geven aan verliefd te zijn vanaf het moment dat KTM met het The Beast-studiemodel kwam. En dat dat beest ook moeiteloos te temmen valt. En ja, daardoor wordt ook de KTM 1290 Super Duke R een allrounder genoemd. Kun je nagaan.

‘De motor heeft een woeste, rauwe oeruitstraling. Alles aan deze motor schreeuwt: ik wil rijden!’ – Wim Buma, die bovengenoemd enthousiasme vakkundig demonstreert.

‘Vol in de wind, maar toch comfortabel rechtop en niet leunend op mijn polsen. Bruiser en cruiser ineen. Deze motor belichaamt het motorrijden voor mij.’ – aldus een filosofische Jan Slager.

‘Aardverschuiving. Technisch hoogstandje, makkelijk berijdbaar en leuk.’ – Michiel Tossaint vat het kort samen.

2014 KTM 1290 Super Duke R
2014 KTM 1290 Super Duke R
In oranje de uitslag van de Motor van het Decennium-verkiezing. In blauw de vrij keuze-stemmen op de shortlist.
Toen we de shortlist-motoren even weglieten uit de vrij keuze-antwoorden, keken we even verbaasd en tegelijkertijd ook helemaal niet. Opnieuw staat er namelijk een BMW GS bovenaan. Alleen ditmaal de R1250GS. Let wel; dit is zelfs zonder de Adventure-uitvoeringen van beide mee te rekenen. Kijk maar, de R1200GS Adventure staat ook gewoon in de top-10…

*Stop the count!

Je weet anno nu pas dat je als verkiezing echt meetelt als je er sprake is van een mogelijk gekaapte verkiezingsuitslag. Het is een wereldwijd fenomeen. We zijn dan ook dolblij te melden dat de Motor van het Decennium-verkiezing zich tot een groeiend gezelschap van gekaapte verkiezingen mag rekenen!

Met 94 stemmen wist de Kawasaki Z900 een derde plaats te verzilveren, ten koste van de Honda CRF1000L Africa Twin Adventure Sports, die met twee stemmen minder vierde werd. Ware het niet dat de Z900 een ietwat groen gekleurd duwtje in de rug kreeg. Nergens zijn ze zo enthousiast over de Kawasaki Z900 als op Kawasaki’s hoofdkwartier, waarvan akte. Ogenschijnlijk de voltallige Kawasaki-staf stemde en was zodoende goed voor 26 van de 94 stemmen. Overigens gaat het wel maar om 24 bevestigde Kawa-personeelsleden – eentje stemde nog enthousiaster dan de rest zelfs drie keer. Het resultaat van de verkiezing blijft gehandhaafd. Het is niet aan ons mensen uit te sluiten van het democratisch proces, ook niet als ze voor een merkimporteur werken. Voor de journalistieke transparantie toch even de uitslag zonder de stemmen van het Kawasaki-personeel.

De redactie van Motor.NL heeft behalve werknemers van Kawasaki Motors Benelux, geen verdere aan merken of merkimporteur gelieerde stemmen kunnen ontwaren.

Zeeuws-Vlaanderen: Taal & Techniek Toer

0

Wie Zeeland zegt, denkt strand en zee, landbouw en visserij. Maar er zijn ook technische hoogstandjes: de Deltawerken en de Westerscheldetunnel, die is maar liefst zes keer zo lang als de IJtunnel in Amsterdam! Niet alleen voor techneuten, maar ook voor taalliefhebbers en toerrijders blijkt Zeeuws-Vlaanderen een bijzondere bestemming te zijn.

Door de Westertunnel dus, die sinds 2003 het verkeer tussen Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen laat stromen. Bovengronds doemen de nieuwe sluizen op die in Terneuzen worden gebouwd, weer een fraai staaltje Nederlandse techniek.

Ook voor taalliefhebbers valt er hier te smullen. Veel plaatsnaamborden zijn waarschijnlijk met superlijm en heavy-duty klinknagels vastgezet. Want welke Man’s Cave is compleet zonder zo’n blauwe plaat van Boerenhol, Boerengat, Akkerput of Vuilpan?

Hollandse Homerus

De Slijkstraat in Groede heet, ondanks zijn naam, het mooiste straatje van Zeeuws-Vlaanderen te zijn. Langs de kinderkopjes staan oude huisjes, met daarin onder meer huistheater De Twee Duiven, smikkelarij de Bakkerieje, theeschenkerij Schure en museum Vlaemsch Erfgoed. Een tweedehandsboekenwinkeltje verblijdt taalofielen en effent de weg naar het standbeeld van Jacob Cats op het Marktplein.

De Hollandse Homerus, nou ja, uit Zeeland dan. Ooit waren in Nederland de dichtwerken van Cats naast de Statenbijbel de meest gelezen boeken. Cats werd als volksdichter zelfs vergeleken met Homerus.

Wat Homerus en Cats waren voor de wereldliteratuur, is Levien de Blaey voor motorrijders die de mooiste stuurweggetjes van Zeeuws-Vlaanderen willen aansnijden. Al een paar keer eerder leidde Levien ons rond over zijn geboortegrond en ook nu staat de Suzuki-rijder paraat bij de Cats-sokkel op het Marktplein van Groede.

Technische uitvindingen

Bij Cadzand ruiken we de zee. We zien hem niet, want die technische hoogstandjes, de dijken, zijn er om het water uit het land en daardoor uit het zicht te houden. Na corona gaat in Sluis hopelijk Museum Het Bizarium weer open. Het is gewijd aan technische uitvindingen die nooit een succes zijn geworden. Een vijfwielige motorfiets staat nou net niet in de collectie, maar wel een helikopterfiets, een door honden aangedreven auto, een haargroeihelm en een zwemparaplu. Het is de museummensen Ann Geerinck en Marc de Jonghe niet alleen om de lol te doen, ze willen met hun expositie ook eren en inspireren.

Leonardo da Vinci is natuurlijk present, het genie dat al in de vijftiende eeuw een zelfrijdende wagen (‘automobiel’) bedacht. Met een heel andere kijk op het menselijk vernuft stappen wij weer in het zadel op het pleintje voor het voormalige schoolgebouw, waar aap-noot-mies heeft plaatsgemaakt voor hersenkronkels van een heel ander kaliber.

In Sluis kunnen ook taalliefhebbers een vreugdedansje maken, want wie Sluis denkt, zegt Van Dale. Deze grondlegger van het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal staat op een sokkel gegoten samen met zijn geboortejaren ‘1828-1872 te Sluis’

Er staan nogal wat sokkels in Zeeuws-Vlaanderen. De Nederlandse Maagd in Eede is geen creatie à la Carel Willink’s Simeon de Pilaarheilige, maar een gedenksteen voor het feit dat koningin Wilhelmina van Oranje-Nassau hier in Eede, op 13 maart 1945, na een jarenlang verblijf in Engeland weer voor het eerst voet op Nederlandse bodem zette.

Motoren van de Mosselman

In Philippine staat een mossel op een sokkel. Vroeger liep het water van de Braakman tot hier. In 1952 was het door inpoldering afgelopen met de plaatselijke mosselvisserij. Toch noemt Philippine zich trots Mosselstad Nummer Eén.

Is het al lunchtijd? Zo niet, dan verzetten we toch gewoon de wijzers van onze inwendige klok? We parkeren de motoren aan het pleintje met het Mosselmonument, waarvoor, blijkens verklarende tekst, zowaar een heuse Stichting Mosselmonument is opgericht die zich gesteund en gesterkt mag weten door een rij weldoeners uit onder andere industrie, horeca, bankwezen, middenstand en gemeente. Aan tafel! In restaurant d’Oude Haven komen de dampende schotels al snel op tafel.

Ook wie niet zozeer van taal dan wel door techniek is gecharmeerd, wordt in Philippine niet teleurgesteld.

Welkom bij de motoren van de Mosselman. Frans Vermeirssen laat niet alleen mosselliefhebbers het water in de mond lopen in zijn restaurant. Ooit het domein van aap-noot-mies staan de klaslokalen van de voormalige school in Philippine nu in het teken van Ariel – Norton – Mondial. En van andere fameuze historische motormerken uit de verzameling van Frans, met honderd stuks hier op school is de collectie slechts op driekwartsterkte.

Eerst je vinger opsteken, wie vindt er niet dat Vincent het allermooiste motorblok ooit heeft ontworpen (en gebouwd, Bizarium!)? Dat is toch pure poëzie in techniek? Maar ook de Vincent Black Prince waar je het hele betoverblok niet van kunt zien is prachtig, met allerlei kuip- en paneeldelen en afneembare koffers was de techniek van Ome Vincent in de jaren vijftig zijn tijd ver vooruit. En denk nou niet dat die oude techniek hier werkeloos staat te zijn. Op die Vincent rijdt de Mosselman met zijn dochter achterop naar Isle of Man, en als corona geen virussen in de spaken steekt, dan gaan ook andere krasseknarrenfietsen mee op rally’s in Picos de Europa, de Giro d’Italia of naar de Berlare-Houffalize-Berlare-rondrit voor motorfietsen tot 1960.

Industriële revoluties

In de voormalig suikerfabriek van Sas van Gent ruikt het heerlijk naar olie en ijzer. Op verschillende verdiepingen is een fascinerende tentoonstelling over de industriële revoluties, begonnen begin negentiende eeuw met de komst van de stoommachine, gevolgd door de tweede industriële revolutie eind negentiende eeuw (geassocieerd met de komst van de staalindustrie, de ontwikkeling van de verbrandingsmotor en het gebruik van aardolie) en daarna de digitale revolutie (jaja, de computer) en de automatiseringsrevolutie die wij nu beleven. Van dichtbij bekijken we technische hoogstandjes variërend van oude machines tot een moderne windturbine.

Verrassend zijn de kunstwerken van Ton Koops, die onder meer gebruik maakt van oude gereedschappen in een beeldtaal zo helder en ongecompliceerd, dat de relatie met de oorsprong nog duidelijk zichtbaar is. Het zijn niet alleen de zuivere functionele vormen die hem sterk boeien, maar ook de verhalen daar achter.

Ziezo, daar heeft zelfs de meest fervente taalliefhebber wel even genoeg aan. We schoppen de techniek van onze motorfietsen tot leven en steken het Kanaal van Gent naar Terneuzen over. In het oostelijke deel van Zeeuws-Vlaanderen sturen we door een orgie van oude, hoge slingerdijken. Dat heeft Levien goed geregeld, voor motorrijders zijn die binnenwegen veel leuker dan de drukke wegen onder hoge dijken van Noordzee en Westerschelde. De Vogeldijk langs het water van De Vogel pikt Levien altijd mee op een toerrit voor zichzelf, de Zeeuwse Motorrit of nu weer voor Motor.NL.

Hop, daar doemen Westerscheldetunnel en Terneuzensluizen alweer op. In Biervliet staat Willem Beukelszoon op een sokkel, de man die naar wij graag geloven de techniek het haringkaken heeft uitgevonden. Daardoor werd de vis langer houdbaar op de schepen en kon er verder worden gevaren, wat weer goed was voor de economie der Lage Landen. Hulde dus aan technicus Beukelszoon, nu snel verder naar Groede, voor een sundowner op het Marktplein met een biertje van Dutch Bargain, gebrouwen in het voormalige schooltje van Groede voor een afscheid aan taaltovenaar Jacob Catz met een biertje van brouwerijtechneuten.

Natjes & Droogjes

Vanwege de corona verplichte anderhalve meter afstand houden konden we in Groede niet overnachten en ontbijten in de traditionele, maar van moderne slaapkamers voorziene (we mochten wél even kijken!) herberg In de Natte Pij. Geen nood, want aan hetzelfde ‘mooiste straatje van Zeeuws Vlaanderen’ hebben de eigenaars Martin en Mariëlle Plant  ook het pension ’t Overleg, eveneens van moderne en schone slaapkamers voorzien (daar hebben we zelf wél in mogen verblijven). Extra bonuspunten krijgen Martin en Mariëlle Plant voor de heerlijke en alleszins betaalbare gerechten die ze opdissen.

* Eetcafé Pension ’t Overleg, Slijkstraat 9, 4503 BC Groede, tel: 0117-37 13 17, www.het-overleg.nl.

* Herberg de Natte Pij, Slijkstraat 1, 4503 BC Groede, tel: 0117-37 66 33, www.denattepij.nl.

Ook het bezoek waard:

* Museum Bizarium, Sluis, www.bizarium.com.

* Mosselrestaurant d’Oude Haven, Philippine, www.deoudehaven.com.

* Techniek- en Industriemuseum, Sas van Gent, www.industrieelmuseumzeeland.nl.

De Techniek van de Perfecte Mossel

Het Zeeuwse mosselseizoen loopt van juli tot april. Alleen dan kun je Zeeuwse mosselen kopen. Frans Vermeirssen, eigenaar van restaurant de Oude Haven verraadt zijn receptuur niet, maar vertelt wel dat hij weinig extra water toevoegt. Het meeste kookvocht komt van de mosselen zelf. En in de Nederlandse mosselpan worden veel te veel kruiden gegooid. Daarmee vermoord je de smaak van de mosselen.

Als echte Zeeuw eet Levien ook graag mosselen. Zijn recept: zodra het water met de mosselen erin gaat koken, moet je ze opschudden. Dan zet je de pan weer op het vuur, totdat het water opnieuw gaat bruisen, zodat het boven de mosselen komt. Dan haal je de pan wéér van het vuur en schudt je de mosselen nog eens op. Daarna herhaal je de hele handeling. Met drie keer op laten koken en opschudden zijn de mosselen klaar. Als je ze gewoon laat koken worden ze taai.

Download hier de route

Eerste rij-indruk: 2021 Yamaha MT-09

0
2021 Yamaha MT-09

Eerste rij-indruk: 2021 Yamaha MT-09. Om een verkooptopper een verkooptopper te houden, moet een fabrikant zijn stinkende best doen. Heeft Yamaha genoeg gedaan bij de MT-09? Ad zoekt het uit voor je in de eerste testrit.

De MT-09 voelt nog zo’n piepkuiken. Komt het opfrissen niet wat vroeg voor dit model?

‘Euro5 is het toverwoord. Yamaha moet wel. Net zoals het in 2017 moest vanwege Euro4. Alleen is er dit keer wel meer aan de hand dan alleen een minimale aanpassing om aan de strengere emissie-eisen te voldoen. Yamaha zet dat extra stapje graag. Op elke tien in Europa verkochte Yamaha’s is de MT-09 er een.’

Achter de schermen bij het Yamaha MXGP-fabrieksteam

Wat heeft Yamaha allemaal gedaan?

‘Wat heeft het niet gedaan, kun je beter zeggen. De styling is aangepakt waardoor we gelukkig van die afzichtelijke kentekenplaatbevestiging en rare koplamp af zijn. Toch is dat kinderspel bij de rest. De elektronica staat op een flink hoger peil en alle digitale vangnetten werken onopvallend en dus goed. De vering en rijwielgedeelte staan ook weer een niveautje hoger en dat geldt ook voor het blok. En de triple was al zo goed.’

Hoe wordt goed nog beter?

‘Door een drie millimeter langere slag heeft de triple 42 cc extra cilinderinhoud. De vier pk extra die dat oplevert zal wel, maar het koppel profiteert het meest. Het stijgt niet alleen met zes procent, maar – veel belangrijker – de driecilinder geeft het maximale koppel al bij 7000 tpm af. Dat is 1500 tpm eerder dan voorheen. Bovendien houdt de triple het maximale koppel nog ruwweg tweeduizend toeren vast. In de praktijk heb je van 3000 toeren tot aan het rode gebied karrevrachten trekkracht tot je beschikking. Dit blok is serieus gretig en voelt machtig gespierd aan. Laat hem na een trage bocht in zijn tweede versnelling staan en in een lange supersone streep trekt hij je door naar 142 km/u. Dan pas grijpt de toerenbegrenzer in. Romig is nog romiger, krachtig nog krachtiger en soepel tegelijk.’

Hoe zit het met het oude MT-09 kwaaltje?

‘Je bedoelt de te giftige gasreactie? Die is verdwenen. Je hebt vier rijmodi tot je beschikking en de motor luistert prachtig alert naar het gas zonder dat het ook maar een moment ergerlijk scherp wordt. Zoals gezegd: de elektronica is dik voor elkaar. De achterdemper van de eerste generatie MT-09 was ook wel een kwaaltje. Die miste demping en scherpte. Bij de tweede generatie van 2017 is dat al beter en het 2021-model doet het weer iets beter. De onwaarschijnlijke lichtvoetigheid is gebleven. Het is onvoorstelbaar hoe je een 900-cc zware fiets van links naar rechts gooit. Het voelt als speelgoed, in het begin voelt het zelfs iets te lichtvoetig, maar dat gevoel verdwijnt na drie bochten. Dan is het louter genieten.’

Nicky Hayden opgenomen in USA Motorsports Hall of Fame

Yamaha heeft dus genoeg gedaan voor deze verkooptopper?

‘Wat mij betreft wel, de basis was natuurlijk al erg goed. Yamaha heeft meer gedaan dan een model klaarstomen voor Euro5. Met het 2017-model reed ik nooit, maar de 2021 Yamaha MT-09 is beslist beter dan het eerste model waarmee het in 2013 allemaal begon. De goede dingen zijn gebleven: het minimalistische design, de lichtvoetigheid, prima remmen, een heerlijk wendbaar en speels rijwielgedeelte en vooral dat zalige elastische blok. Eerlijk gezegd zie ik zo’n MT-09 wel in mijn schuur staan. Woon-werkverkeer gaat soepel en veilig door de elektronica en goede gasreactie terwijl het ding altijd uitnodigt voor speelritjes.’

Imola 2002 – Avondklok-film #35

0
Imola 2002 1

Imola 2002. SBK-liefhebbers weten dan genoeg en waarschijnlijk de rest ook. Tijd voor de allerbeste SBK-race ooit met Troy Bayliss en vooral met Colin Edwards op een van de mooiste circuits ter wereld.

Wij plaatsen elke dag, exact op het moment dat avondklok in gaat een interessante video. Deze keer: Imola 2002

Valentino Rossi en Petronas SRT: het begin van een nieuw hoofdstuk

0
Valentino Rossi

Op 1 maart zal de negenvoudig wereldkampioen Valentino Rossi officieel toetreden tot het Petronas Sepang Racing Team, waar Franco Morbidelli hem zal verwelkomen. Op deze datum om 10.30 uur onthult het  Petronas Sepang Racing Team de line-ups van drie categorieën – waaronder het MotoGP-team – op motogp.com.

Fans krijgen op 1 maart de kans om negenvoudig wereldkampioen, Valentino Rossi voor het eerst te zien in de kleuren van de Petronas Yamaha SRT, naast zijn teamgenoot en vriend Franco Morbidelli .

Met het ongelooflijke aantal van 89 overwinningen en 199 podiumplaatsen in de koningsklasse, betreedt de Doctor de Petronas SRT, met de vastberadenheid van iemand die deze toch al sensationele cijfers in de MotoGP wil verhogen .

De vice-wereldkampioen Franco Morbidelli, al sinds 2019 betrokken is bij het Maleisische team, zal proberen samen met Rossi op het podium te komen. De Romein zal dit seizoen een van de hoofdrolspelers zijn die strijden om de titel. Maar voor het zover is zal hij, samen met Valentino Rossi, de sluiers van de Yamaha YZR-M1 trekken en de teamkleuren onthullen waarmee ze in 2021 op circuits over de hele wereld zullen racen.

Franco Morbidelli
Franco Morbidelli, Rossi’s nieuwe teamgenoot.

Naast de coureurs die deelnemen aan de koningsklasse, zullen de Petronas Sprinta Racing- coureurs, Xavi Vierge en Jake Dixon ook worden gepresenteerd. Beide gaan op zoek naar roem, overwinningen en de titel in Moto2. John McPhee en Darryn Binder doen hetzelfde in Moto3.

Na twee jaar in de zwaarste categorie heeft het Maleisische team bewezen een speler te kunnen zijn in de MotoGP. Ondanks de korte geschiedenis zijn de statistieken van het Petronas Yamaha Sepang Racing Team indrukwekkend en omvatten ze twee titels voor het beste onafhankelijke team en de beste onafhankelijke rijder, met 6 overwinningen, 15 podia en 12 polepositions op hun naam.

Motoropa valt 25 meter diep, gered door kleinkind

0
motoropa

‘Je krijgt er zo veel voor terug’ hoor je altijd over (klein)kinderen. Kevin Franklin kan daar als geen ander over meepraten. De 75-jarige motorrijder ging onderuit met zijn motorfiets, viel 25 meter lager en werd pas na urenlang zoeken gevonden door zijn kleindochter.

Hoe Franklin ongezien wist te crashen, is net zo wonderbaarlijk als zijn redding. De senior uit Brisbane reed nota bene in zijn vaste motorgroep toen hij de macht over het stuur verloor. Zijn maatjes moeten toch vaker in hun achteruitkijkspiegels kijken want het ongeval was niemand opgevallen. Dat er iets mis was werd pas duidelijk toen Franklin niet op het afgesproken tijdstip thuis kwam.

Diep in het struikgewas

Een grote zoekactie werd op touw gezet vanaf het laatste punt waar Franklin was gezien. De zoektocht begon om drie uur ’s middags. Pas om half een de volgende ochtend werd de onfortuinlijke Frankin gevonden door zijn kleindochter Terri. Zij reed de hele nacht door de berm terwijl een grote schijnwerper voor zicht zorgde. Helaas lag Franklin zo diep in het struikgewas dat ze hem niet direct zag. Pas toen ze iemand om hulp hoorde roepen, vond ze haar opa.

Geen happy end

Daarmee is het avontuur nog niet over want de bosjes waren zo dicht begroeid dat de hulpdiensten er een hele klus aan hadden om Franklin de ambulance in te krijgen. Met een paar gebroken ribben en een gebroken dijbeen viel de fysieke schade mee. Heeft dit verhaal dankzij een doortastende en volhoudende kleindochter een happy end? Dat ook niet. Franklin besloot na zijn crash de motor in te ruilen voor iets met vier wielen.