De Duitse kunstenaar Alexandra Bircken exposeerde op de Biënnale van Venetië verschillende sculpturen met de motor in de hoofdrol. Doorgesneden motorfietsen, opnieuw gemonteerd en omgebouwd.
Alexandra Bircken werd in 1967 geboren in Keulen. Na haar studie aan het Central Saint Martins College of Art and Design in Londen begon ze haar professionele carrière waarin ze onder andere exposeerde in Keulen zelf, Berlijn, Londen, Wenen en New York. In 2019 was hij aanwezig op de Kunstbiënnale van Venetië, met een aantal van haar beelden die de motor als hoofdthema hebben. De serie heette ‘May You Live In Interesting Times’.
Alexandra Bircken werd populair met haar sculpturen gemaakt met natuurlijke elementen. Later ging ze verder door complete motoren te gebruiken, onderdelen daarvan en gereedschap. De gedachte achter deze werken klinkt als ‘de zorg voor de fysieke perceptie van de transformatie’ Ze vertegenwoordigen zoals de kunstenaar het zelf uitlegt ‘de kracht en de kwetsbaarheid van motorrijders’.
Doorgesneden Aprilia en Ducati
In Venetië waren er verschillende volledig doorgesneden motoren te zien. Er stond een doorgesneden Aprilia en een Ducati Panigale. Andere motoren waren juist getransformeerd of in de lengte doorgesneden. Een racepak hing als een dierenhuid aan de muur. Het maken van deze doorsneden is niet eenvoudig, het vereist chirurgische precisie en het juiste gereedschap. Het is niet bepaald eenvoudig om een krukas te splitsen.
Om dit werk uit te voeren, ontmantelt Alexandra Bircken de motor eerst volledig. Daarna volgt een uiterst geavanceerde strategie waarin elk onderdeel afzonderlijk exact op de juiste plek wordt doorgezaagd. Daar gebruikt de kunstenares technieken als elektro-erosie voor, maar ook verschillende soorten zagen. Bircken over het doorzagen van de Ducati: ‘Het viel me zwaar om een motor als de Ducati door te zagen, her was zelfs pijnlijk.’
Als je de foto’s van haar volledige expositie wilt zien, check dan de link naar haar website.
Geen nieuwe Super Adventure, geen nieuwe Super Duke. Maar wel een back-to-basic 2021 KTM 890 Duke. KTM zei het al, maar motorrijders hopen altijd op meer. Die zijn nu eenmaal veelvraten.
KTM heeft nooit iets anders beweerd. Op 20 januari wordt een basismodel 890 Duke gepresenteerd. Geen woord over Super Adventures met radar-technologie en extreem sterke Super Duke’s. Toch ging het motorvolkje aan de loop met de beelden die in de buurt van Mattighofen weden geschoten. Dat er in potten en pannen wordt geroerd is wel duidelijk, maar modellen met een nieuwe receptuur werden gisteravond niet erkend gemaakt.
2021 KTM 890 Duke
Dus wel een 890 Duke, het tammere derivaat van de 890R. Maar wat heet tam? Omdat-ie een minder verings- en remmenpakket heeft waardoor je minder instelmogelijkheden hebt? Daarentegen deelt de 890 Duke wel veel functies gedeeld met de 890 Duke R. En ook het blok presteert slechts marginaal minder – 5 pk – maar mag er met z’n 114 pk zeker zijn.
De ergonomie van de basis 890 Duke is ook iets anders. De KTM heeft een lagere zithoogte en de driehoek voetsteun, stuur en zadel heeft een meer ontspannen zithouding tot gevolg. Standaard staat de 2021 KTM 890 Duke op Continental ContiRoads-banden. De 890 Duke R heeft Michelins die meer grip bieden.
19 januari 2021 blijft een memorabele datum voor Harley-Davidson. In afwachting van de lancering van de Pan America, de eerste grote enduro van de Motor Co., was het H-D 2021-nieuwsevenement het eerste digitale live Harley-Davidson-evenement ooit.
Voor 2021 heeft Harley-Davidson de hand gelegd op bekende modellen. Er zijn substantiële veranderingen doorgevoerd of verfijningen.
Softails
Het grootste nieuws voor 2021 van Harley-Davidson is de intrede in het gamma van de Street Bob 114. Ook krijgen de standaard modellen in de line-up het Milwaukee-Eight 114-blok, dat meer vermogen en koppel biedt. Die modellen profiteren van de betere prestaties, die officieel niet bekend zijn maar worden ingeschat op 95 pk en 155 Nm. De Harley-Davidson Fat Boy krijgt ook een update, met meer chroom en een nieuw ontwerp.
De Road King, Road Glide en Street Glide Special Touring-modellen zijn vaak beschreven als echte baggers. Voor het nieuwe seizoen zijn er nieuwe kleurvarianten, maar altijd in combinatie met een totaal zwart motorblok. Ook hebben ze de nieuwe Daymaker led-koplamp.
De over the top CVO
De CVO-modellen zijn de enigen die worden voorzien van het Milwaukee-Eight 117-blok. Voor 2021 zitten de wijzigingen vooral in de details dan in substantie. Kopers vinden dat belangrijker als ze overwegen een duurdere CVO aan te schaffen.
Alle CVO’s krijgen ook een nieuw geluidssysteem, met Rockford Fosgate-componenten als origineel accessoire, dat het Boom Box systeem zal aanvullen. Vanaf het tft-display is het mogelijk om de parameters van het Reflex Defensive Rider System, het rijhulpsysteem van Harley-Davidson, te beheren.
En de 2021 Harley-Davidson Pan America?
Harley-Davidson’s zware reis-enduro werd niet voorgesteld. Logisch, want die staat op de rol voor 22 februari.
Onderstaande beelden zullen niet goed vallen. Ook voor stervelingen die geen fan zijn van motorfietsen. Onvervangbare klassiekers – motoren en auto’s – zijn op 18 januari verloren gegaan op de Timmelsjoch na een grote uitslaande brand in het Motormuseum Timmelsjoch.
Het zijn ontmoedigende beelden die zich een dag na de brand opdringen. Het Top Mountains Motorcycle Museum en meer dan 200 vintage motorfietsen die werden tentoongesteld, zijn verwoest.
Brandweermannen zijn erin geslaagd om de brand na uren van hectische activiteit te bedwingen. Wat er overblijft is pijnlijk, zoals duidelijk zichtbaar is in de video en de beelden die door Krone.at zijn verstrekt.
De schuur van Gerard (l) en Peter Duineveld is groot, groter, grootst. Als de broers hun verzameling willen vertien- of zelfs verhonderdvoudigen is dat geen enkel probleem. Dit is alleen de ‘showroom’, hier recht tegenover is het sleutelgedeelte, waar de broers momenteel een 50cc-Kreidler-wegracer opbouwen. Vroeger deden Peter en Gerard op hun Kreidler- en Zündapp-brommers alle circuits in de buurt aan om de racers te zien die ze nu zelf in elkaar zetten. De broers brengen naar eigen zeggen verschrikkelijk veel tijd door in hun schuur. Niet alleen sleutelend aan motoren, maar ook rustig een biljartje leggend. Het immense pand zelf vraagt ook de nodige uren qua onderhoud. Als Peter en Gerard niet hier zitten dan zijn ze wel te vinden in het naastgelegen kantoor, dat het hoofdkwartier is van de lokale klassiekerdag. Gerard zoekt nog een Norton om het rijtje BSA en Triumph compleet te maken. Helaas is een ‘unapproachable’ Norton zo goed als onbetaalbaar. Bovendien beseft Gerard ook wel dat er na een Norton ook een AJS, Ariel, Matchless en ga zo maar door moet komen om een verzameling compleet te maken.
Op de foto:
Achter peter: Peter dekt helaas de Kreidler van Duineveld senior af. Uit wraak of uit schaamte? Ooit reed Peter weggekropen achter zijn tellers 75 km/u op zijn opgevoerde Zündapp toen zijn vader hem buitenom passeerde op de jankende Kreidler.
Motor aan het plafond: Gerard crosste fanatiek in zijn jonge jaren. Als 64-jarige dook hij met deze Honda de woestijn in om Dakartje te spelen. De zandduinen van Marokko brachten hem eerbied en nederigheid bij.
Zwarte motor vooraan: Markplaats bestond nog maar net toen Gerard deze BSA voor een ƒ 1.250,- kocht. Voor dat crimineel lage bedrag mocht hij zich eigenaar noemen van een echte Rocket Gold Star. Al was het eerlijk gezegd wel een wrak en kostte de restauratie centen en energie genoeg.
Finishvlaggetjes die aan de wand hangen: Dankzij hun gunfactor hangen deze vlaggetjes aan de muur van de Duineveldjes. Het zijn originele vlaggetjes, die in de jaren zestig door een dorpsgenoot werden meegenomen als souvenir van de TT op het eiland Man.
Tweede motor van links: Deze Triumph Bonneville markeert de tweede tweewielerfase van Gerard. Na de brommer- en motorcrosstijd slokten het bedrijf en familie jarenlang alle aandacht op. Tot hij op zijn veertigste deze Brit kocht en de motorfiets een prominente plek in zijn leven kreeg.
Benda Motor VTR-300 Turbo: lichte supercharged sportmotor uit China. De geschiedenis herhaalt zich en de motorwereld vormt daarop geen uitzondering. Misschien is dat de reden waarom de Chinese fabrikant Benda Motor besloot een idee af te stoffen dat Honda al in de jaren ’80 had, maar dat nooit in de showroom van de dealers terecht kwam: kleine supercharged motorfietsen.
Heel korte geschiedenis van kleine turbo’s
In de jaren tachtig van de vorige eeuw begon de raceafdeling van Honda te experimenteren met alternatieve oplossingen. Ze zochten naar een blok dat kon concurreren met de 500 cc 2-takten in het wereldkampioenschap. De eerste was een supercharged 250cc 4-takt-tweecilinder. Het blok maakte 20.000 tpm en had een maximum vermogen van 150 pk. Het blok werd door HRC afgeblazen en later nieuw leven ingeblazen voor een roadster, de VT250F Turbo. Maar die werd nooit officieel geproduceerd. En nu staat Benda Motor er met een motor die, naast de knowhow, ook de naam van Honda lijkt te hebben overgenomen: VTR-300 Turbo.
De beelden geven slechts ruwe aanwijzingen, maar afgaand op de naam alleen, kun je vaststellen dat de VTR-300 Turbo een 300cc-supercharged-V-twin blok heeft. VT staat voor V-twin en de R suggereert de sportieve ergonomie van een supersportmotor.
Benda Motor is een relatief jong merk, maar al vrij bekend in China. Het wil na het succes van de vorig jaar gepresenteerde BD300-15, een tweecilinder bobber van 30 pk, een nieuw publiek bereiken.
De plannen van Benda Motor voor Azië gaan ook richting motoren met een grote cilinderinhoud. Dit jaar moet de officiële release plaatsvinden van de LFC-700. Die werd ontwikkeld op basis van de LF-01 concept, een 680cc-viercilinder-motor.
De bijna mythische Honda NR 750 is een zeer zeldzame motor. Zeker deze zwarte uitvoering uit Frankrijk met slechts 8.000 km op de klok.
Zijn er motoren in de wereld die het tijdperk van de vroege jaren ’90 beter vertegenwoordigden dan de limited edition Honda NR 750? De Honds is een heerlijke les in recordbrekende overdaad die geen ander doel had dan de badass te zijn?
Met z’n typische jaren 90 uitstraling denk je aan leggings met luipaardprint, illegale raves met gabbers en met paars geaccentueerde campingsmokings. De NR 750 was meer een voorbeeld van wat Honda kon.
De Honda NR 750 (New Racing) – met zijn vier ovale zuigers, 32 kleppen en geregelde ontsteking – genereerde in de statistieken misschien een vrij bescheiden 125 pk, maar was vederlicht genoeg om in zijn tijd vier snelheidsrecords te verbeteren en reed harder dan 300 km/u. De motor stond ook nog eens bol van 200 patenten.
Zelfs 30 jaar later is de NR 750 nog steeds een van die wegmotoren die het dichtst bij een GP-machine staan. Er werden in 1992 slechts 322 versies van de NR750 gemaakt. Velen verdwenen in verzamelingen en kwamen nooit op de weg. De motor koste destijds zo’n € 45.000,-.
Dus voila, hier hebben we er een die klaar is voor wat rumoer op de weg; een in Frankrijk geregistreerde NR 759 uit 1992. Het is de tweede van de 20 die ooit naar Frankrijk zijn verscheept. De enige eigenaar heeft er slechts 8.000 km op gezet.
Honda NR 750 in originele staat
Alle originele accessoires – sleutels, houder, handleiding en gereedschapsset – zijn aanwezig. En dit exemplaar heeft de haast sluipende zwarte kleurstelling in plaats het jaast obligate rood…
Bovendien herkent Honda de liefde voor zijn klassieke sportmotoren, zodat je er zeker van kunt zijn dat er een werkplaats is die hem graag in topconditie wil houden als-ie ooit verkocht wordt. Maar dat lijkt op korte termijn niet het geval te zijn. De Honda NR 750 is meer een ‘reclame’ waarvan we kunnen genieten. En dat doen we. C’est magnifique!
Nee, 2020 was zeker geen normaal jaar… ook niet voor de motorindustrie. Gewoonlijk worden nieuwe modellen in de herfst geïntroduceerd op grote beurzen in Europa, Verenigd Koninkrijk of Japan. Dit jaar zijn de meeste presentaties te volgen via het internet. Deze maand nog worden verschillende nieuwe modellen geïntroduceerd.
KTM
Vandaag (19 januari) presenteert KTM een 890 Duke. Vorig jaar debuteerde de 890 Duke R al. Een testverslag lees je als MotorNL-abonnee hier. De onthulling van vandaag betreft een nom-R. Misschien interessant, maar niet zo heel spannend. Of KTM moet met nog meer op het plankier tevoorschijn komen.
Wat wel geheel nieuw lijkt, zijn twee modellen die op 26 januari sorden onthuld en waarmee KTM ons een beetje plaagt. Het zou de nieuwe 1290 Super Adventure – in S en R-versie – en de 1290 Super Duke RR betreffen.
De laatste is een opgevoerde versie van de 1290 Super Duke R. En heel misschien wordt er ook een derde model geïntroduceerd. Dat zou dan een opnieuw ontworpen 1290 Super Duke GT moeten zijn.
Harley-Davidson
Harley-Davidson presenteert vandaag vanaf 17.00 uur ook z’n 2021-nieuws. Da’s uniek, omdat Harley altijd een half jaar – na de zomer – voor het nieuwe jaar z’n modellen aankondigde. Daar zijn ze in Milwaukee van afgestapt omdat tegen de tijd dat de nieuwe modellen worden uitgeleverd, veel motorrijders geen idee meer hebben van wat Harley een half jaar eerder had beloofd. Daarom vanavond dus een uniek event, waarvoor je je wel eerst moet inschrijven.
Triumph Motorcycles
Triumph plaagt met de geheel nieuwe Speed Triple 1200 RS. De onthulling daarvan staat voor 26 januari op de agenda. We verwachten een vanaf de grond af nieuw ontwerp van de grote, naakte triple met een cilinderinhoud van 1200 cc. Triumph hoopt hiermee te kunnen concurreren met ’s werelds krachtigste naked bikes.
Kawasaki
Na de logische en niet opzienbarende ‘november onthullingen’ van Kawasaki krijgen we ook op 26 januari misschien wel iets heel nieuws te zien. Een vervanging van de KLR 650. De eenclinder offroad was in Nederland misschien minder populair, maar wereldwijd zeer succesvol. En wat als Kawasaki een KLR tweecilinder brengt a la Yamaha 700 Ténéré en KTM 890 Adventure? Dan zijn bij ons de oren gespitst. In onderstaande video plaagt Kawasaki met drie quads en twee nieuwe motorfietsen. Een daarvan is een pure crossmotor, maar de andere lijkt een dual-sports…
Er zijn drie passen om van Tirol naar Italië te komen. In het oosten ligt de pas voor vrachtwagens, de Brennerpas. De westelijke Reschenpas is al beter, vooral omdat die de aanloop naar de Stelvio vormt. Maar de pas die wij moeten hebben, ligt ertussenin en is bijna net zo hoog als de andere twee bij elkaar. De Timmelsjoch van 2509 m, die ook nog eens wordt ingeklemd door een paar joekels van boven de drie kilometer.
Het is de hoogste grensovergang van de Alpen en ook nog eens een heel erg oude. Bijna zevenhonderd jaar geleden werd er een muilezelpad aangelegd in ‘het gat tussen de gletsjers’. En omdat het hooggebergte vaak de grens tussen het noorden en het zuiden vormde, werd dat pad al snel een smokkelroute. Vooral in de negentiende eeuw gingen er grote hoeveelheden brandewijn en boter overheen.
Mussolini
In de jaren dertig van de twintigste eeuw maakte Mussolini aan de Italiaanse kant van het pad een militaire weg. Maar Hitler had weinig zin om de aansluiting te maken. Ook daarna was er niet echt veel interesse om er iets te maken. Behalve van een ondernemende hotelier uit Obergurgl, Angulus Scheiber. Boven het dorp bezat hij een alm die hij wilde ontwikkelen tot een nieuw skioord. Een weg zou daarbij wel heel goed uitkomen. Uiteindelijk mocht hij die zelf in de jaren vijftig aanleggen. In 1968 kwam de aansluiting met de Italië gereed. De Timmelsjoch was vanaf dat moment een echte pas. Met een tolhokje.
Kassa!
En wie zaten er achter de kassa? De Scheibers. En daar vlakbij, op hun alm, hadden ze al een hotel neergezet. De zaken gingen zo goed dat de alm is uitgegroeid tot een populair wintersportdorpje met een kerk erbij: Hochgurgl. En met een heleboel skiliften, die ook allemaal van de Scheibers zijn.
Vlakbij: Ötztaler Gletscherstrasse
Als je toch in de buurt bent, dan kom je vanuit Sölden langs de afslag naar de Otztaler Gletscherstrasse. Er is één reden waarom je deze weg een keer gereden moet hebben: het is de hoogste bereikbare asfaltweg van Europa. Hij is nog iets hoger dan de Stelvio (2758 m) en Cime de la Bonette (2802 m), namelijk 2829 m. Een mijlpijl dus in je motorleven. Oké, de weg van Pico de Veleta in Zuid-Spanje komt nog hoger, maar is vanaf 2500 m afgesloten. Het is een tolweg en voordeliger dan de Timmmelsjoch: solo €5,50 met duo €9,50. Maar voor de lagere prijs krijg je ook minder. Minder kilometers en vooral een minder spectaculaire weg. In een paar lange rechte halen en een lange rechte tunnel ben je er eigenlijk al. Even voor de tunnel kun je nog afslaan naar de Rettenbachferner, die nauwelijks minder hoog komt. Maar landschappelijk kom je bovenaan wel in een ongekend woeste omgeving met alleen maar kale rotsen, sneeuw en ijs.
En als de zaken goed gaan, hou je ook wat over voor de meer profane geneugten des levens. Angulus zoon Alban kon zich daardoor op de autoracerij storten en zijn tweelingzonen Alban jr. en Attila, die nu aan het hoofd van het Scheiber-imperium staan, zo nu en dan een nieuwe of klassieke motor.
230 historische motoren
Waartoe dat heeft geleid is sinds afgelopen zomer op de plek van het voormalige tolhokje te zien. Daar staat nu een multifunctioneel complex van zesduizend vierkante meter, waarin een nieuwe tolpoort, een restaurant, een skiliftstation én… een motormuseum van tweeduizend vierkante meter zijn ondergebracht. Helaas is dit motormuseum in de nacht van 17/18 januari 2021 volledig afgebrand.
Tweeduizend vierkante meter! Dat is genoeg voor 230 vooral historische motoren. Maar waarom zet je die op 2175 m hoogte neer, een plek waar motorrijders alleen van half juni tot half oktober bij kunnen komen? ‘Als wintersportgebied moet je proberen ook de zomer zo aantrekkelijk mogelijk te maken,’ verklaart Attila Scheiber. ‘En de Timmelsjoch is al een echte motorrijderspas. Per seizoen gaan er bijna net zoveel motoren als auto’s overheen: 80.000 motoren tegen 100.000 auto’s. Nu we het nog veel aantrekkelijker hebben gemaakt, hopen we dat er nog meer motorrijders komen. En dat ze nu ook zullen afstappen.’
Flying Merkel
Dat afstappen lijkt te lukken. Ik moet zelfs even zoeken om een plekje op de motorparkeerplaats te vinden. Het grootste deel van de motorrijders vind ik terug in het restaurant, wat trouwens beter is dan een gewoon wegrestaurant. De rest slentert door de twee verdiepingen van het museum. De collectie omvat ongeveer een eeuw motorhistorie. Er staan vrij veel Indians, Triumphs, Guzzi’s en BMW’s, maar ook motoren van merken die allang niet meer bestaan, waaronder flink wat racers, zoals een Flying Merkel.
Elke motor heeft ongetwijfeld een verhaal, maar dat staat er niet bij. Eigenlijk geeft het museum niet veel meer informatie dan de showroom van een dealer minus de kilometerstand en de prijs. De meelopende gids weet ook niet veel meer te vertellen dan dat die ene Brough Superieur de tweede racefiets was van de Brough himself en daarna in handen kwam van opa Scheiber.
Het museum bevat ook een aantal aandachttrekkende auto’s. Ik hoor een bezoeker zelfs zeggen dat het jammer is dat een paar Guzzi’s het zicht op een klassieke Ferrari belemmeren. Dat is duidelijk geen motorrijder. Geheel vrijstaand staat een Alfa die ooit de Mille Miglia won en een waarde heeft van vele miljoenen. Ter geruststelling: die is niet van de Scheibers zelf. Ook niet alle motoren. Door uitwisseling met andere musea en verzamelaars houden ze collectie fris.
Daar vlakbij: Kaunertaler Gletscherstrasse
Hemelsbreed op maar een kilometer of vijftien van de Ötztaler Gletscherstrasse loopt de Kaunertaler Gletscherstrase. Over de weg is het wat verder: ruim 100 km. Maar die zijn de moeite waard. De Kaunertaler is twee keer zo lang als de Ötztaler, telt drie keer zoveel bochten, is vier keer zo mooi en er zit een leuker meisje achter de kassa. Tol ja, dat dan weer wel: €13 maar liefst. Daar krijg je niet alleen 29 genummerde haarspeldbochten voor, maar ook een stuwmeer met een van de hoogste damwanden ter wereld: 168 m en fabelachtige uitzichten, op onder meer de Glockturm (3355 m). Aan de top ligt een restaurant, net als op de Ötztaler Gletscherstrasse.
Afijn, het kost 10 euro en je bent er niet bepaald aan hele dag aan kwijt. Dat wil je ook niet, want de Timmelsjoch ligt te wachten. Als je tenminste eerst 14 euro betaalt. Of 19 euro als je dezelfde dag teruggaat. Hiervoor krijg je een kleine 25 haarspeldbochten, een paar koeien op de weg, fabelachtige uitzichten en vijf gekke gebouwtjes – pardon, de architectonische sculpturen van een uniek Erlebnisstraßenprojekt. Kunst dus, die iets over de pas wil vertellen.
Onvermijdelijk daarbij is de Smuggler, een huisje, waarin de duistere gestalte van een smokkelaar is uitgehouwen. Ook leuk: Fernrohr, een soort kijkdoos van beton die gericht is op de twee markante drieduizenders die boven een gletsjer uitsteken. Ongeveer hetzelfde idee heeft het Passmuseum – dat de vorm van een verrekijker heeft.
En daar weer vlakbij: Umbrail, Stelvio en dus…
En wat is hier in de buurt? Jawel, de Reschenpas. Als je daar de afslag naar de hoogste pas van Zwitserland neemt, de Umbrail, dan kom je vlak onder de top van de Stelvio uit. En anderhalf uur later sta je alweer aan de voet van de Passo del Rombo. Dat is Italiaans voor Timmelsjoch. Dan heb je dus een schitterend rondje hooggebergte van ruim 400 km aan elkaar geregen. Smeer dat uit over een dag of twee, drie, dan heb je nog tijd voor een mooi motormuseum ook.
Nog voor de Timmelsjoch voor het publiek openging, werd hij al gebruikt voor autoraces – hill climbs met tourwagens of echte racebolides – ongetwijfeld op uitnodiging van de Scheibers. Dat heeft de pas al vroeg een heldheftige klank gegeven. Nog steeds is de pas een favoriet testterrein – zelfs als hij is afgesloten in de winter – voor auto- of bandenfabrikanten. Ook wordt de pas regelmatig gebruikt voor commercials, om het grote rijplezier te benadrukken.
Als je daar dan ook nog een museum met motoren en snelle auto’s bijzet, dan krijg je ongetwijfeld veel echte liefhebbers op bezoek die wel houden van een stevig stukje rijden. In elk geval vandaag. Al snel word ik gepasseerd door een groepje Italianen dat baldadig hard door de bochten gaat. Dus probeer ik baldadig hard aan te sluiten, wat op mijn Yamaha FJR1300 nog best aardig lukt ook. En even later kleven we bumper aan bumper bij een Lamborghini die ook lekker aan het gummen is. Timmelsjoch dus. Ook zonder motormuseum en kunstzinnige gebouwtjes is het een geweldige pas. Misschien wel de meest afwisselende en uitdagendste van Oostenrijk.
Als je van de BMW R18 houdt, maar diep in je hart wenst dat-ie wel wat gestroomlijnder en ‘art decoeristischer’ mag zijn, dan is er goed nieuws. Kingston Custom wordt gerund door Dirk Oehlerking. En die heeft samen met BMW Motorrad de wereld een art-deco-R18 voorgeschoteld.
De BMW R18 in Dirk Oehlerking-verpakking heet de Spirit of Passion en is voorzien van een van Kingston’s herkenbare handgemaakte kuipen. Oehlerking vertelt dat hij een groot deel van de R18 eronder intact heeft gelaten en ook moeite heeft gedaan om het lakwerk en de lijnen van de basismotor te behouden en voort te zetten. In plaats van mrt een schone lei te beginnen en een geheel nieuwe structuur te bouwen, koos Oehlerking ervoor om verder te gaan met de ontwerp-ideeën waaraan BMW oorspronkelijke al was begonnen.
Bijna originele BMW R18
‘De BMW R18 is zo perfect dat ik de techniek heb gelaten zoals die is. Het frame is 100 procent origineel en zo geavanceerd dat er niets aan mag worden veranderd’, aldus Oehlerking in een verklaring. Andere elementen die hij in deze aangepaste R18 heeft geïntegreerd, zijn een zadel uit de accessoirecatalogus, Kellermann-knipperlichten en een led-koplamp die in die schuine voorkuip is geïntegreerd. Oehlerking creëerde voor dit project ook een volledig origineel voorwiel en tank.
Dirk Oehlerking en Kingston Customs hebben een lange geschiedenis van BMW-customs. Tot nu toe zijn 17 custom bikes in samenwerking met BMW gemaakt. in 2018 streek de Kingston Custom White Phantom neer tijdens een speciale tentoonstelling van custommotoren in het Petersen Automotive Museum in Los Angeles, Californië. Oehlerking is al meer dan 35 jaar druk met het customizen van motoren.
De BMW R18 in Dirk Oehlerking-verpakking heet de Spirit of Passion en is voorzien van een van Kingston’s herkenbare handgemaakte kuipen. Oehlerking vertelt dat hij een groot deel van de R18 eronder intact heeft gelaten en ook moeite heeft gedaan om het lakwerk en de lijnen van de basismotor te behouden en voort te zetten. In plaats van mrt een schone lei te beginnen en een geheel nieuwe structuur te bouwen, koos Oehlerking ervoor om verder te gaan met de ontwerpideeën waaraan BMW oorspronkelijke al was begonnen.
‘De BMW R18 is zo perfect dat ik de techniek heb gelaten zoals die is. Het frame is 100 procent origineel en zo geavanceerd dat er niets aan mag worden veranderd’, aldus Oehlerking in een verklaring. Andere elementen die hij in deze aangepaste R18 heeft geïntegreerd, zijn een zadel uit de accessoirecatalogus, Kellermann-knipperlichten en een led-koplamp die in die schuine voorkuip is geïntegreerd. Oehlerking creëerde voor dit project ook een volledig origineel voorwiel en tank.
Petersen Automotive Museum
Dirk Oehlerking en Kingston Customs hebben een lange geschiedenis van BMW-customs. Tot nu toe zijn 17 custom bikes in samenwerking met BMW gemaakt. in 2018 streek de Kingston Custom White Phantom neer tijdens een speciale tentoonstelling van custommotoren in het Petersen Automotive Museum in Los Angeles, Californië. Oehlerking is al meer dan 35 jaar druk met het customizen van motoren.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.