zaterdag 22 november 2025
Home Blog Pagina 1785

Getest > Suzuki GSX-R750

0

Je ziet ze nauwelijks meer: 750 cc sportmotoren. De Suzuki GSX-R750 vormt hierop gelukkig al jaren een uitzondering. Deze eenzame strijder is zelfs voor sommige duizends een maatje te groot, ondanks zijn heerlijk compacte formaat.

Wilde je eind jaren tachtig een GSX-R, dan kon je kiezen uit twee smaken: een zware van 1100 cc of een lichtere 750. In 1992 kwamen er ook zeshonderdjes bij, maar die waren even zwaar als een 750 en leverden slechts 106 pk, een topvermogen waarvoor je ze helemaal moest uitwringen tot bijna 13.000 tpm. Inmiddels zijn de kleine GSX-R’s veel bruikbaarder geworden en bijten ze ook in de lagere toerenregionen flink van zich af, met een topvermogen dat op het niveau ligt van de eerste GSX-R750 uit 1985. Die rijpte op zijn beurt verder uit en overklast nu de eerste GSX-R1100, uit 1986. De grootste troef van de 750 is zijn bruikbaarheid. Voor gebruik in Nederland is het de gulden middenweg. Een 750 levert in vergelijking met een zeshonderd meer koppel van onderuit en in het middengebied. En je hebt misschien niet het topvermogen van een GSX-R1000, maar het blijft een beest van een motor!

Suzuki heeft met het nieuwe model gekozen voor evolutie in plaats van revolutie. Het rijwielgedeelte, met de ietwat ingekorte wielbasis ten opzichte van het vorige model, beweegt lichtvoetig over het asfalt. De nieuwe BPF-voorvork van Showa speelt daarin een belangrijke rol. De fiets zelf is flink afgeslankt, want met een rijklaargewicht van 190 kilogram is hij maar drie kilo zwaarder dan een zeshonderdje. Zaken die echt in het oog springen zijn de nieuwe uitlaat, het prima afleesbare dashboard, de volledig instelbare voorvork, de nieuwe neus met de staande koplamp, Brembo-monoblocs en het kuipwerk, dat nog steeds de onmiskenbare GSX-R-look heeft, maar wel is verfrist en een stukje moderner oogt. Nieuw in alle facetten dus, deze Suzuki. Wil je de beest uithangen, dan kun je vertrouwen op de standaard aanwezige slipperclutch én stuurdemper, die de boel in het gareel houden bij respectievelijk insturen en uitaccelereren van een bocht. Deze hulpmiddelen zitten ook op de zeshonderd, maar die heeft ze alleen nodig tijdens circuitgebruik. Op de 750, met zijn grotere motorrem en flink hoger vermogen (een verschil van 16 pk op de testbank), zijn ze ook op straat meer dan welkom.

Ondanks het pittige vermogen voelt ook deze middelzware supersporter nog veilig in de regen. Het 750-blok biedt weliswaar meer sensatie, maar blijft goed te doseren. De vermogenscurve is zo mogelijk nog strakker dan bij de zeshonderd, met een lekkere piek rond 6000 tpm en een krachtig eindschot vanaf 9500 tpm. Het inlaatgeluid draagt met zijn aanzwellende diepe brom nog eens verder bij aan de beleving en de emotie.
Vragen de weersomstandigheden om een bedachtzame rechterpols of wil je het toch wat rustiger aan doen, dan kun je evenals bij zijn broertje het motormanagement temmen door de flipper aan de linkerstuurhelft in stand ‘B’ te zetten. Het rijwielgedeelte sluit hier moeiteloos op aan: makkelijk, lichtvoetig en vol vertrouwen. Alsof je op een zeshonderdje rijdt, met prestaties die niet zouden misstaan op een dikke duizend van tien jaar terug. Het eerder vermelde lage- en middengebied is op straat natuurlijk goud waard. Hetzelfde geldt voor de lichtvoetigheid, ergonomie en windbescherming. Met de voetsteps in de meest comfortabele stand hebben je benen redelijk de ruimte, terwijl het zadel erg veel bewegingsvrijheid naar achteren biedt, en daarbij niet al te hoog oploopt, waardoor je weer met je kop in de wind zou komen. Al met al is deze Suzuki een dure jongen, want de zestien extra pk’s die wij hebben gemeten kosten zomaar 1500 euro bovenop de toch al niet misselijke € 13.499 van de GSX-R600. Maar dan heb je ook een bruikbare én spannende supersporter!

Het inlaatgeluid draagt met zijn aanzwellende diepe brom nog eens verder bij aan de beleving en de emotie.

Gemaakt voor
Mensen die niet tevreden zijn met een zeshonderdje. Wil je nog wat extra power, dan kun je een sportief uitlaatsysteem of slip-on-demper zonder dB-killer overwegen. Arrow werkte voor ons goed.

Motor
Veel gevoel voor drama en prima prestaties. Suzuki claimt 150 pk, maar wij halen er standaard 133 pk uit. Dat is nog altijd zestien meer dan de 117 testbank-pk’s die het zeshonderdje ophoest…

Klip en klaar
Het dashboard is goed afleesbaar en de duidelijke versnellingsindicator is een echt pluspunt. Wil je er echt comfortabel bijzitten, overweeg dan een verhoogd kuipruitje. Kost je maar 100 euro extra.

Horex bouwt met Duitse gründlichkeit

0

Binnen nu en een aantal weken begint het herrezen Duitse Horex met de start van de productie van de Horex VR6 Roadster. Deze geschiedt volgens het traditionele ‘één man, één motor’-principe. Kortom: één monteur is verantwoordelijk voor de bouw van een complete machine. Hij draait het eerste boutje in het frame en wijkt niet meer van de zijde van de motorfiets totdat hij ’m hoogstpersoonlijk op de testbank heeft beproefd.

Iedere handeling wordt zorgvuldig in de computer gedocumenteerd; Duitse gründlichkeit zogezegd. Onderdelen die van toeleveranciers worden betrokken, komen overwegend van Europese fabrikanten en het motorblok wordt geheel vervaardigd door Weber. Er wordt slechts op bestelling gebouwd en de productie zal niet meer dan een paar motorfietsen per dag zijn.

Getest > Suzuki GSX-R600

0

Een grote hond in een klein lichaam, zo kun je een chihuahua het beste omschrijven. Het beestje transformeert om het minste of geringste in een mini-vechtmachine. Suzuki’s lichtste GSX-R zit ook in een ander lichaam, namelijk dat van de GSX-R750. Die overigens van zichzelf al verbazingwekkend klein is. Is de GSX-R600 een bijtertje of een schoothondje?

Onderhuids is het eigenlijk alleen de cilinderinhoud die de 600 doet verschillen van de 750. Zet je de twee naast elkaar, dan is er qua rijwielgedeelte weinig nieuws onder de zon. Nou ja, wél in vergelijking met de ‘oude’ GSX-R600, zoals die in 2010 in de showroom stond. Een nieuw frame, een flink ingekorte wielbasis, nieuw en vooral lichter kuipwerk en misschien wel het belangrijkste: een beduidend sterker middengebied. Althans, dat laatste claimt Suzuki…  Over claimen gesproken: zoals een hond eerst een boom besnuffelt voordat hij er tegenaan plast, zo lopen wij ook altijd nieuwsgierig een rondje rondom een motor voordat we die bestijgen. Dus ook met de Suzuki GSX-R600, waarbij diverse details onmiddellijk in het oog springen. We noemen bijvoorbeeld de uitlaat, het goed afleesbare dashboard met duidelijke versnellingsindicator, de BPF-voorvork van Showa, de neus met de staande koplamp, Brembo-monoblocs en het kuipwerk, dat nog steeds de onmiskenbare GSX-R-look heeft, maar frisser en een stukje moderner oogt.

De GSX-R mag dan totaal vernieuwd zijn, we kunnen eerder spreken van een diepgravende doorontwikkeling dan van een totale revolutie. Zo heeft bijvoorbeeld het blok aan topvermogen niets gewonnen, maar is er gericht gesleuteld aan het middengebied. Een trend die we eigenlijk alleen maar toejuichen; topvermogen is belangrijk, maar het moet wel in verhouding staan tot de prestaties bij lagere toerentallen. Op straat lijkt de Suzuki ongenaakbaar en is hij bovendien uitermate goed te berijden. Het vermogen van de vier-in-lijn bouwt mooi lineair en dus voorspelbaar op. Dit gaat gepaard met een bruut inlaatgeluid waar je ú tegen zegt! Dat is wat we karakter noemen en het maakt het toch ietwat ontbrekende eindschot een beetje goed. Want terwijl de Suzuki in het lage- en middengebied opzien baart, blijft de GSX-R qua topvermogen achter bij de concurrentie. Als compensatie kun je tijdens het racen heerlijk wegkruipen achter het ruitje. De GSX-R biedt een behoorlijke windbescherming, terwijl de zithouding goed is.

De eerste echte tegenvaller openbaart zich wanneer je op het scherp van de snede wilt gaan rijden. Nu er Brembo-monoblocs aan de voorvork hangen om het geheel tot stilstand te brengen, koesteren we de stille hoop dat Suzuki nu eens afrekent met het jarenlange manco van de zompige rempartij. Dat lukt echter maar tot op zekere hoogte. Het eerste remgevoel is heus wel goed en de rempartij werkt keurig samen met de radiale Nissin-rempomp, maar dit gevoel neemt flink af naarmate de remmen meer hitte vasthouden. De remhendel verlangt dan veel meer trekkracht en het gevoel is beduidend minder. Jammer!

Iets harder insturen dan maar? Geen probleem. Het rijwielgedeelte, met de ietwat ingekorte wielbasis ten opzichte van het vorige model, beweegt lichtvoetig over het asfalt. De nieuwe BPF-voorvork van Showa speelt daarin een belangrijke rol, terwijl de afslankkuur van negen kilo natuurlijk ook belangrijk is. En wel nodig ook, want met een rijklaargewicht van 187 kilogram plaatst de GSX-R zich gewoon tussen de concurrentie.
Suzuki pakt punten terug met de standaard aanwezige stuurdemper en de slipperclutch. Deze laatste houdt de boel in het gareel wanneer je al instuurt, terwijl het toerental nog met hoge nood terugzakt richting goed te aanvaarden waarden. Twee ingrediënten, waarvan de Suzuki op het circuit duidelijk profiteert. Toch is hij vooral in zijn element op straat, de plek waar de Suzuki in zijn klasse echt een topscore neerzet.

Het vermogen van de vier-in-lijn bouwt mooi lineair en dus voorspelbaar op. Dit gaat gepaard met een bruut inlaatgeluid waar je ú tegen zegt!

Gemaakt voor
Jekyll & Hyde. Hard knallen op het circuit waarderen we ten zeerste, maar je moet er óók een rondje mee om de kerk kunnen rijden! Hopelijk zijn de heren J. en H. ook tweeverdieners, want € 13.499 is niet voor de poes…

Motor
Het lage- en middengebied is op straat goud waard. Wanneer het blok wordt opgewonden en naar lucht begint te happen, buldert de inlaat met een zwaar grommende ondertoon. Gaaf! Het uitlaatgeluid valt erbij in het niet.

Goed gedaan, jochie
Het rijwielgedeelte is makkelijk, lichtvoetig en vertrouwenwekkend. Zeker wanneer het flink begint te regenen voelen we ons op de Suzuki zeker van onze zaak. Het blok is lineair en heeft een vriendelijk en goed te doseren karakter. Mocht dat nog niet genoeg zijn, met de flipper aan je linkerstuurhelft zet je ‘m in standje ‘B’ van ‘braaf’, ‘berustend’ of ‘barmhartig’.

Getest > Suzuki GSX650F

0

Als rechtgeaard crimineel ga je natuurlijk geen bank beroven in je zondagse pak. Sommige mensen denken er anders over, maar een vermomming doet wonderen. Suzuki heeft dat ook begrepen. Tenminste…

Wanneer Suzuki een eenvoudige motor aankleedt als supersporter zie je dat niet direct. De GSX650F oogt door zijn kleurstelling en de van een GSX-R1000 geleende koplamp (en kuip) als een serieuze sportfiets. Maar laat je niet in de luren leggen door deze aangeklede Bandit, de Suzuki heeft net zo weinig op een circuit te zoeken als een tot superbike omgebouwde Honda Cub. Sportprestaties zitten er echt niet in. Als je eenmaal aan dat idee bent gewend, kan de eigenlijke proefrit beginnen. Eens kijken, wat er dan wél in zit! De Suzuki is geen circuitbeest en je zit dus niet opgevouwen, maar het eenvoudige zwarte stuurtje voorkomt het gevoel van thuiskomen. De uiteinden staan te ver naar achteren gedraaid, waardoor ze storend in de handpalmen drukken. Je kunt het stuur naar voren of achteren zetten, aan de vorm verandert dat niets. Dat je vanaf 7000 tpm typische viercilindertrillingen in het stuur voelt, kun je het stuur zelf onmogelijk kwalijk nemen. Maar vervelend is het wel. Naarmate het toerental stijgt, nemen de trillingen gelukkig niet evenredig toe. Voor de rest vind je een prima plekje aan boord. De benen plooien in een aangename hoek door de lage positie van de steps. De vulling mag iets harder, maar het zadel zelf is breed genoeg om een gerieflijk plekje te vinden.

De Suzuki-rijder heeft uitzicht op een sportief dashboard, waarbij de toerenteller een dominante plek in het gezichtsveld opeist. Hetzelfde klokkenwerk vind je terug in de GSX-R1000 K7; dat verklaart de centrale plek van de toerenteller. De eveneens prominent aanwezige schakellamp belooft nog meer sportiefs. Helaas grijpt de toerenbegrenzer op dit exemplaar eerder in dan de lamp oplicht. Het sportieve kuipwerk kennen we van de K5 GSX-R1000. Juist die herkenbare vormen geven de voormalige Bandit zijn bedrieglijk snelle uiterlijk. Parkeer hem onder de juiste hoek op z’n jiffystand voor een terras en je houdt iedereen voor de gek. Nutteloze luchthappers creëren de illusie van een ram-air-systeem en de kuipvorm geeft het idee van een hogesnelheidstrein. Jammer dat die schone schijn verdwijnt zodra je naast de motorfiets staat. De zij- en achterkant zijn namelijk wel erg Bandit.

Het is overdreven om de sportkuip op de GSX toercapaciteiten toe te dichten, maar je vindt een prima plekje achter de transparante kunststof. Ook hier krijg je af te rekenen met een windstroom, maar die raakt het vizier zonder storende turbulentie. Het maakt niet uit in welke versnelling en bij welk toerental je aan het gas draait van de GSX, altijd spint het motortje er vloeiend vandoor. De dubbele gaskleppen in de inlaatkanalen sluiten perfect aan bij het zachte karakter. Aan/uit-reacties blijven uit en de injectie vertaalt elk millimetertje gas naar een doseerbare elastieken acceleratie. Natuurlijk kijkt iedereen door de vermomming van de Suzuki heen. En wat zien ze dan? Ze zien een vriendelijke motorfiets met acceptabele prestaties, een elastieken motorblok en een aanlokkelijke prijs. Spannend kunnen we hem echter moeilijk noemen. De Bandit, pardon GSX650F, moet eens in de leer bij een jeugdcrimineel. Een beetje vernieuwing kan geen kwaad.

Parkeer hem onder de juiste hoek op z’n jiffystand voor een terras en je houdt iedereen voor de gek.

Gemaakt voor
Gevoelige types. De zachte GSX650F poetst rimpels op het geasfalteerde oppervlak heerlijk weg, maar door alle beweging is de balans ver te zoeken. Als je een minirotonde driekwart rondt, dreigt de Suzuki steeds naar binnen te vallen. Een beetje druk op de binnenste stuurhelft lost dat op.

Motor
Geheel in tegenstelling tot het weggedrag tekent het Suzuki-blok lineaalstrakke lijnen. Vanaf 3500 tot 9000 tpm beschik je over nagenoeg het maximum koppel van 61,5 Nm. Op de weg ervaar je dat als een zeer gelijkmatig opbouwend vermogen. Maar bij 9200 toeren is de koek op.

Goed voor de conditie
Even steppend vanuit het zadel de motorfiets draaien gaat gepaard met de nodige sportieve inspanning van de bovenarmen. Een correcte bandenspanning en wat meer veervoorspanning achter helpen wel, maar het sturen blijft nog altijd onder de maat.

Met de bus naar de beurs

0

Na het succes van vorig jaar rijdt de motoZoom bus ook tijdens de MOTORbeurs 2012 tussen de winkel in Utrecht en de iets zuidelijker gelegen Jaarbeurs. Er is keuze uit twee pakketten. Het standaard MOTORbeurs-pakket bestaat uit een lunch, koffie en de busrit en kost 5 euro. Bij het pluspakket zit er ook een toegangskaart voor de MOTORbeurs bij. Voor dat pakket betaal je dan ook 16 euro. Beide pakketten zijn online te bestellen of in de winkels te Amsterdam en te Utrecht te reserveren. Meer informatie via www.motozoom.nl.

Speciale NCR van Affetto Ducati

0

Geïnspireerd door de NCR New Blue heeft Affetto Ducati een standaard Ducati Classic Sport op bijzondere wijze omgetoverd tot een, ehhh, bijzondere motor. Dit project duurde de hele winter maar dan heb je ook iets. De motor is onder andere voorzien van een Alcantara buddy, een ‘custom made’ uitlaatsysteem en NCR titanium onderdelen. Ook is de NCR voorzien van ShimControl , een door Affetto Ducati zelf ontwikkelde aanpassing voor een optimale setting van de vering. Kom deze Classic Sport bekijken tijdens de MOTORBeurs in Utrecht op de stand van Affetto Ducati. Ze staan in Hal 10, stand C015.

Foto: Mark Kamphuis
 

Speciale NCR van Affetto Ducati

0

Geïnspireerd door de NCR New Blue heeft Affetto Ducati een standaard Ducati Classic Sport op bijzondere wijze omgetoverd tot een, ehhh, bijzondere motor. Dit project duurde de hele winter maar dan heb je ook iets. De motor is onder andere voorzien van een Alcantara buddy, een ‘custom made’ uitlaatsysteem en NCR titanium onderdelen. Ook is de NCR voorzien van ShimControl , een door Affetto Ducati zelf ontwikkelde aanpassing voor een optimale setting van de vering. Kom deze Classic Sport bekijken tijdens de MOTORBeurs in Utrecht op de stand van Affetto Ducati. Ze staan in Hal 10, stand C015.

Foto: Mark Kamphuis
 

Getest > Suzuki GSX1250FA TE

0

Een lekkere toerfiets heb je heus niet zomaar gevonden. Voor iedereen is er wel iets anders dat bovenaan de verlanglijst prijkt. Maal je niet om afwerking, maar wil je wel een complete fiets die doet-wat-ie-moet-doen, dan heb je misschien een goede reismakker aan de Suzuki GSX1250FA TE. Zo, da’s een hele mond vol. Maar wees gerust, het is bescheidenheid wat de klok slaat bij deze groottoerist.

Met het 1255 cc tellende Bandit-blok aan boord houd je op de Suzuki GSX1250FA niet veel te wensen over, behalve een beetje spektakel misschien. De vier-in-lijn blinkt uit in koppel met 108 Nm bij 3700 toeren per minuut. Je kunt ’m afwurgen tot je een ons weegt, maar zelfs dan geeft de dikke vierpitter geen krimp. Dat maakt hem uitermate vergevingsgezind en geschikt om in de zesde versnelling over de snelweg te tokkelen. De enorme berg koppel komt wel tegen een prijs, want je levert flink in op topvermogen. Het speciaal ontworpen blok levert ‘maar’ 98 pk en geeft er al bij 6500 toeren de brui aan. De vraag is of dat erg is. Want je rijdt met een brok oerdegelijke techniek onder je kont. Toch had het allemaal wel wat goedkoper gemogen. Bij de concurrentie heb je voor minder een uitstekend totaalpakket dat rondjes rijdt om jou en je motor. Houd je van grote machines en is een ‘zware je ware,’ dan is er misschien hoop.

Want smaken verschillen… De GSX maakt dankbaar gebruik van bestaande onderdelen uit het Suzuki-gamma. Zo heeft hij een typische GSX-R-koplamp. In schril contrast daarmee staan de ‘gewone’ telescoopvork en de conventionele remmen, die ‘gewoon goed’ acteren. Het ABS kan beter, maar het geheel vertraagt aardig en het gevoel is redelijk te noemen. Begin je de rode draad al te bemerken? Het is bij de GSX ‘gewoon’ voor en na. Hoezo, poldermodel? Toch is er wel iets te zeggen voor al die degelijkheid. De zithouding is, mede dankzij het in hoogte verstelbare zitje, erg goed en de windbescherming sluit daar naadloos op aan. De GSX1250FA heeft absoluut langeafstandskwaliteiten. Wel moeten we daarbij opmerken dat de Suzuki ook niet standaard is, want we rijden met een TE oftewel Touring Edition. Dit houdt in dat er koffers gemonteerd zijn en er een klein flip-up-schermpje op het standaard kuipruitje zit. De koffers bieden erg veel ruimte en het kleine schermpje doet meer dan verwacht. Je kunt het met een beetje handigheid zelfs onder het rijden verstellen. Wel ziet het er allemaal wat goedkoop uit.

Het rijwielgedeelte is puur op comfort gericht en filtert alle hobbels, drempels en andere oneffenheden probleemloos uit de weg. Het is alsof je over het asfalt zweeft. Dat de GSX bij sportief stuurwerk moet afhaken is dan ook een logisch gevolg. Lastwisselingen onder hellingshoek slikt-ie maar lastig en de vering zit al gauw aan de limiet. Allerlei tegeltjeswijsheden dringen zich aan ons op en dus rijden we de Suzuki braaf maar comfortabel in zijn eigen tempo. Het is hoe dan ook geen goed idee om de grens op te zoeken, want de Suzuki weegt maar liefst 257 kilogram, en in de door ons gereden TE-editie 267 kilo. Pfoeh!

Wanneer je de steps over de grond schraapt heb je bij een kleine lastwisseling al te maken met een zwabberend rijwielgedeelte en verdere tekortkomingen, die ervoor zorgen dat je op bochtige wegen een stapje terug moet doen. Hij maakt wel punten goed door de zeer prettige gasreactie die altijd soepel en vriendelijk is. Daarbij is ook de versnellingsbak goed, al laat deze zich wel horen middels wat mechanische klanken. De GSX1250FA moet het duidelijk van andere punten hebben. Sterke punten, zoals de lange-afstandscapaciteit, het onkreukbare elastische blok, de ergonomie en de riante windbescherming zorgen ervoor dat je op het toervlak niet voor niets aanklopt bij deze Suzuki.

Het rijwielgedeelte is puur op comfort gericht. Het is alsof je over het asfalt zweeft.

Gemaakt voor
No-nonsense types. Je koopt deze fiets om er lekker een eind mee te rijden, niet om met je oren door het gras te rossen. Hij zit heerlijk en hoewel een boordcomputer ontbreekt, biedt het dashboard alle informatie die je nodig hebt. Er zit zelfs een versnellingsindicator op en die vind je bijna nergens!

Motor
De grote longinhoud van 1255 cc moet de meerprijs van deze forse toerder rechtvaardigen, toch weet het blok geen verpletterende indruk te maken. Het is soepel, makkelijk en lineair, maar echte pk’s ontbreken. Boven de 6000 toeren voel je wat trillingen, al heb je daar weinig te zoeken.

Goedkoop is duurkoop?
De GSX is een echte budgetfiets, wat je simpelweg terugziet in de opbouw. Het stalen frame, de niet al te luxueuze rempartij en goedkope afwerking zijn echter zaken die je niet verwacht op een fiets van € 12.999.

Getest > Suzuki GSR750

0

Waar voor ons geld willen we als zuinige Nederlanders nu eenmaal graag. Soms moet je dan keuzes maken waar je misschien niet helemaal achter staat. Suzuki levert je tegen een schappelijk prijsje een uitweg uit het ordinaire 600 cc naaktsegment. Met deze goedgevulde 750 ben je weer helemaal ‘de bom.’

Niet alleen in de kroeg bewijzen extra cc’s hun nut. Ook op de snelweg blijken ze goed van pas te komen. Wil je bijvoorbeeld op vakantie, en dat kan prima met de GSR750, dan is het toch handig om even een paar uurtjes flink kilometers te maken op de Autobahn. Binnendoor rijden is leuk, maar te tijdrovend wanneer je nog dezelfde avond in de Alpen wilt zijn. Je hebt op de snelweg echt voordeel ten opzichte van een 600 cc’tje. Het blok loopt lang niet zo hoogtoerig bij een kruissnelheid van pak ‘m beet 150 kilometer per uur en de motor heeft nét dat beetje meer body om het één en ander wat aangenamer te maken. De Suzuki is een nieuwkomer en moet zich nog bewijzen. Uiterlijk vertoon hoort daar ook een beetje bij. Maar… glimmende juwelen zien er al snel een beetje goedkoop uit, ook op de GSR. Zijn verchroomde stuur heeft een averechts effect op het coolheidsgehalte.

Positiever zijn we wanneer we het dashboard van de GSR750 uitpluizen. Nou ja, uitpluizen, het cockpitje is eigenlijk klip en klaar wanneer je er maar een blik op werpt. Zonder ook maar een knop in te drukken zijn zowel versnellingindicator als benzinemeter voorhanden. En er wordt ook nog ’s informatie over het verbruik weergegeven, hulde! Misschien is het display wat aan de kleine kant voor de vele informatie die wordt geboden, maar na enige gewenning weet je de door jou gewenste info onmiddellijk te vinden. Klein minpunt is ook de matige afwerking; aan de zijkanten van het dashboard vinden we ongebruikte bevestigingsogen die toch wel in het zicht vallen.

Als nieuwe motorfiets verwachten we het nodige van de GSR. Vooral doordat hij tijdens z’n introductie in Zuid-Spanje een meer dan uitstekende indruk achterliet. Die lijn zet-ie tijdens het begin van deze binnenlandse test probleemloos voort. Het is opstappen en wegwezen; niemand heeft moeite om de Suzuki naar z’n hand te zetten. De zithouding is goed, het chromen stuurtje ligt goed in de handen en gasreactie en koppeling zijn vriendelijk. Het enige echt grote manco, namelijk het gebrek aan ABS, is inmiddels ondervangen door Suzuki. Tegen een meerprijs, dat wel, want het is optioneel leverbaar. Hoewel de GSR een wat gedrongen zit heeft, heb je wel veel ruimte in het zadel. Zo kun je op de snelweg flink naar achteren schuiven, waardoor hoge snelheden beter vol te houden zijn. Het blijkt een fluitje van een cent om er flink tempo in te houden.

Dat geldt misschien wel het meest voor het motorblok, dat bijzonder lineair richting hogere toerentallen klimt. Natuurlijk heeft het blok wel een kleine aanloop nodig, maar die is heel klein. Gevoelsmatig zou de Suzuki bij hogere toerentallen best een schop onder z’n kont mogen krijgen. De vermogensopbouw gaat namelijk zo lineair dat het constant wachten is op de echte pk-explosie. Dat is wel eens jammer, maar rationeel gezien onzin. Het is de kick die je mist, maar de paardekrachten zijn écht wel aanwezig. Sterker nog, op de vermogensbank toonde de Suzuki zich bijzonder sterk. De lofzang gaat nog even door wanneer we de kantjes uit de berm proberen te rijden. Accuraat sturen is op de GSR een fluitje van een cent. De fiets voelt licht en is makkelijk op één oor te leggen. Het voelt allemaal onmiddellijk vertrouwd en dat betaalt zich uit. Serieus waar voor je geld dus.

Het blijkt een fluitje van een cent om er flink tempo in te houden. Het motorblok klimt bijzonder lineair richting hogere toerentallen.

Gemaakt voor
Iedereen. Je hoeft niet ‘streetwise’ te zijn om je thuis te voelen op de GSR. Suzuki heeft een prima totaalpakket neergezet tegen een scherpe prijs. Dat heeft wel tot gevolg dat je concessies doet op het gebied van afwerking en veiligheid. Stuur en achterbrug zien er goedkoop uit en je mist ABS.

Motor
Je kunt echt alle kanten op met de 750 cc vierpitter. Hij geeft geen krimp en kent geen dipjes. Door het lineaire karakter mis je misschien wat peper in z’n reet, maar schijn bedriegt. Hoogfrequente trillingen vertroebelen het zicht in de spiegels. Je rijdt minstens 300 kilometer met een volle tank.

Sterkwaliteiten
De GSX is een nieuwe ster aan het firmament en gedraagt zich daar ook naar. Toch is het geen opschepper. Wat je ziet is wat je krijgt. Je kunt er een heel aardig potje mee sturen, al is het geen topsporter. De extra body en power ten opzichte van een 600 maken hem een prettige reismaat.

Getest > MV Agusta Brutale 920

0

“Wat kost dat nou, zo’n Italiaans raspaard?” Het is een hondsbrutale vraag, die je vroeg of laat kunt verwachten. Wat moet het heerlijk zijn om dan te zeggen dat je er financieel niet wakker van ligt. Temidden van het op volle toeren draaiende motorcircus lanceert MV Agusta zonder veel poeha de nagelnieuwe Brutale 920, een betaalbare naakte vier-in-lijn.

De nieuwe 920 is een ietwat bescheidener broertje van de Brutale 990R en de Brutale 1090RR. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Het enige dat lief is aan deze machine is het prijskaartje. MV Agusta wilde graag een betaalbare motor op de markt brengen en dat lijkt op voorhand een geslaagde missie. Met € 13.750 is het een aankoop die je thuis nog enigszins kunt rechtvaardigen. De vraag is, welke concessies er in Varese zijn bedacht om dit mogelijk te maken. Motorisch gezien heeft de nieuweling in ieder geval geen water bij de wijn hoeven doen. Is de elektronica dan minder uitgebreid? Nee hoor, ook de Brutale 920 heeft een normale en sportieve stand in het motormanagement en kan net als zijn grote broers op een achtvoudig instelbare tractiecontrole vertrouwen.Het verschil tussen de gebroeders Brutale zit ‘m in het rijwielgedeelte en wat details. Het buizenframe is uit minder luxe materiaal opgetrokken, maar heeft wel een vernieuwd balhoofd voor een aangenaam stuurgedrag. De remmen zijn iets simpeler dan op de 1090RR en ook de achterschokdemper is net als bij de 990R niet geheel instelbaar. Nog een voorbeeld: de knipperlichten zijn niet in de spiegels geïntegreerd. De vering is inwendig ook aangepast, zodat deze wat zachter is. Daardoor krijg je al eerder gevoel met de fiets, wat weer eenvoudiger is voor minder ervaren rijders.

Alle MV Agusta’s prikkelen de zintuigen, zo ook deze jongste spruit. Na een soepele startprocedure gorgelt en rochelt de vier-in-lijn op de typische MV-wijze. Nerveus en gretig als een jonge hond die op het punt staat van zijn riem te worden ontdaan, reageert de Brutale 920 direct en fel op elke verdraaiing van het gashendel. Daarmee lijkt de moeizame tembaarheid bij lage toeren – die zijn grotere broers kennen – ook bij deze nieuwkomer in het karakter te zijn geslopen. Maar als we de enigszins bijterige koppeling volledig loslaten, is het verrassend genoeg bijna vlekkeloos wat de MV laat zien. Het blok stottert verwaarloosbaar weinig, waardoor het veel minder nerveus aanvoelt en beter beteugelbaar is. Met een injectie als deze ben je binnen de bebouwde kom niet langer een spartelende vis op het droge.

En ondanks dat je hier met de meest toegankelijke MV-krachtbron tot nu toe te maken hebt, is het motorblok niet de grootste troefkaart van de Brutale 920. Die kracht ligt enigszins onverwacht bij het rijwielgedeelte. De vering voelt wat zacht aan en de fiets extreem kort en compact. Maar zodra je de Brutale meeneemt naar een bochtig parcours, laat hij geen moment onbenut om aan te tonen wat hij in zijn mars heeft. Superlicht, en bovendien echt lichter dan anderen, laat hij zich op elke gewenste lijn leggen, waarbij de voorkant snaarstrak is en de rijder overstelpt met gevoel. En ook de rest van de bocht doorloopt de MV stabiel zodat je mooi op het gas de bocht uit kunt. Deze fiets geeft ontzettend veel vertrouwen en is een zegen om mee te sturen, overigens wel na wat afstelwerk van de vering aan voor- en achterkant.

De Brembo-Nissin remcombinatie is de kers op de taart. Na een kleine vrije slag grijpt de rem mooi aan en de kracht bouwt soepel op, zodat je met gevoel de ankers overboord werpt. De jongste Brutale wist ons werkelijk te verrassen door zijn toegankelijkheid. Niet langer is het de verboden vrucht die voor velen te giftig uit de hoek komt. Nee, het vermogen van de Brutale 920 is heel goed tembaar, absoluut spectaculair en het rijwielgedeelte stuurt ronduit licht en scherp. En niet het minst belangrijk, de prijsstelling is vriendelijker dan ooit tevoren.

Zodra je de Brutale meeneemt naar een bochtig parcours, laat hij geen moment onbenut om aan te tonen wat hij in zijn mars heeft.

Gemaakt voor
Speelvogels. Gelukkig gaat er ook in deze Brutale een uiterst explosieve inborst schuil. De eerste versnelling is absoluut vuurwerk en goed voor resoluut laagvliegen van het voorwiel, maar ook in de tweede versnelling is een klein tikje koppeling goed voor een lift-off. Echt circuitbeest dat het ook prima doet bij legale snelheden.    

Motor
Het blok presteert over het gehele toerengebied heel fraai en netjes trillingsvrij. Net zo geavanceerd als z’n grote broers. De gasreactie is zeer alert maar keurig. Wel mis je het kenmerkende jankende inlaatgeluid, dat andere MV’s net dat beetje meer beleving geeft. Ook de versnellingsbak mist een beetje gevoel, maar werkt verder zoals het hoort.

Schoonheidsfoutjes
Spiegels, zadel, koppelingshendel en dashboard laten in het dagelijks gebruik te wensen over. De meervoudig instelbare tractiecontrole lijkt al onze capriolen door de vingers te zien. Maar zelfs deze lijst aan opmerkingen/tekortkomingen kan de glimlach niet van je gezicht poetsen als je lekker hebt liggen ravotten met de Brutale 920.