vrijdag 21 november 2025
Home Blog Pagina 1798

Victory Motorcycles trekt Benelux binnen

0

Het Amerikaanse motorfietsmerk Victory is vanaf maart dit jaar verkrijgbaar in de Benelux. Jeegee Motors uit Alphen aan den Rijn is al jarenlang importeur van de andere merken van Polaris en neemt nu ook het importeurschap van Victory Motorcycles voor zijn rekening in de Benelux.

Alle geselecteerde dealers in de Benelux zullen exclusief Victory vertegenwoordigen. Polaris-dealers zijn dus geen Victory-dealers en dus ook niet andersom. De eerste motorfietsen arriveren naar verwachting eind februari bij de dealers.

Binnenkort meer!

Reflectiekleding verplicht in Frankrijk

0

Nog elf maanden en dan is de verplichtstelling van fluorescerende kleding in Frankrijk een feit. De FFMC, de Franse zusterorganisatie van de MAG,  heeft hierover natuurlijk veel vragen gekregen. Frédéric Jeorge van de FFMC legt uit en helpt meteen een misvatting uit de wereld. “Het hoeft geen fluorescerende of reflecterende jas te zijn.”

“De huidige aankondiging, het is nog geen wet, praat over 150 vierkante centimeter reflecterend materiaal, ergens tussen de middel en de nek. Het materiaal kan deel uitmaken van de jas, zoals nu al bij de meeste nieuwe kleding, maar een simpele reflecterende armband van twee euro mag ook."

"De aangekondigde maatregel moet in gaan op 1 januari 2013 en moet dan van toepassing worden op iedere motorrijder, zoals het nu lijkt dus ook op toeristen, op een motorfiets van meer dan 125cc. Tegen die tijd hebben we echter een nieuwe regering in Frankrijk en de FFMC zal er alles aan doen op deze maatregel te bestrijden."

Motorrijders zijn in Frankrijk al verplicht met licht aan te rijden. Daarnaast moeten ze vier reflecterende stickers op de helm hebben. Zitten die stickers er niet dan volgt een boete die gelijk staat aan zonder helm rijden.

Meer informatie is te lezen op www.mag-nl.org. Van deze site is ook de prachtige (ahum) afbeelding afkomstig.

Getest > Ducati Diavel

0

Met de aankondiging van de Diavel heeft Ducati heel wat stof doen opwaaien. ‘Een chopper, dat is helemaal niet des Ducati’s, laat ze het maar bij snelle fietsen houden’, is een veel gehoorde uiting van onbegrip. Wij proberen de Italianen te begrijpen en gaan de duivel aanbidden!

Oké, eerlijk is eerlijk, een cruiser – onder die noemer valt de Diavel – is niet helemaal het pakkie-an van de normaal nogal sportief geschoeide Italiaanse motorfietsfabrikant. In de geschiedenis zul je terug moeten naar het einde van de jaren tachtig om een uitstapje van Ducati in dit segment te ontdekken; toen met de Indiana met een 650cc L-twin. Maar sta je nu oog in oog met het nieuwe Ducati-cruiser experiment, dan is dit toch wel veel beter in lijn met de manier waarop de Bolognezen de zaken gewoonlijk aanpakken: lekker extreem en zeker niet van dat voorzichtige.

De Diavel is een powercruiser, die op z’n minst op gelijke voet met de Yamaha VMAX moet komen te staan. En daarbij hoeft de Diavel het echt niet alleen te hebben van zijn imposante, übermacho uiterlijk met de exorbitante 240 mm brede slof aan de achterkant. Nee, om de daad bij het woord te voegen, hebben de Bolognezen de 1198 cc tellende L-twin uit hun Superbike iets anders gekieteld en opgehangen binnen de omheining van het stalen buizenframe. De Diavel is bezeten door 162 schuimbekkende paarden en met een drooggewicht van 210 kilogram (rijklaargewicht ongeveer 235 kilo) is het op papier in ieder geval een heel potent pakket.

Als we de motor met de rode schuif op contact zetten volgens hetzelfde principe als bij de Multistrada 1200 – waarbij de contactsleutel in de buurt van de motorfiets al voldoende is – kan de schuif terug omhoog en is een druk op de weer zichtbare startknop voldoende om de Diavel tot leven te wekken, en hoe! Uit de korte pijpen denderen de verbrandingsklappen verduveld goed hoorbaar naar buiten. We vragen ons af hoe dit door de keuring komt, maar genieten is het onbetwist. Met rake klappen van het Testastretta 11°-blok en een goed te doseren, hydraulisch bediende koppeling zijn de eerste stappen al direct indrukwekkend groot, en dan moet het echte werk nog beginnen. Voordat we de Diavel echter vrij spel kunnen geven, cruisen we eerst nog even wat binnen de bebouwde kom en daar valt meteen op dat het met de gasreactie wel goed zit.

Oppakken doet het blok keurig en ook rustig tokkelen met maar een klein streepje gas doe je niet met samengeknepen billen. Maar ja, dat is toch niet helemaal waar we zo benieuwd naar zijn bij het betreden van de Diavel, dus schroeven we bij de eerste mogelijkheid die zich voordoet het gas dan ook meteen open. Allemachtig! Voordat je met de ogen kunt knipperen, is de Diavel er al brullend van tussen en maakt hij je ter plekke duidelijk dat jij de trage massa in het fysische verschijnsel massatraagheid bent. De armen worden langer, de knokkels wit van het knijpen en ook de buik- en nekspieren zijn aan de beurt om dit geweld bij te houden. De combinatie van een pakhuis vol trekkracht en een relatief laag gewicht werpt wagonladingen verboden vruchten af.

Aan boord van de Diavel is ondertussen een tweestrijd aan de gang tussen goed en kwaad. Enerzijds de boosaardige twin met zijn breed gezaaide, brute kracht en anderzijds een bult hyperactieve elektronica die moet fungeren als het engeltje dat vanaf je schouder alles in de gaten houdt. Zoals de meervoudig instelbare tractiecontrole, de drievoudige instellingen voor het motorkarakter en het ABS als toevoeging aan het remsysteem. Toch houdt het kwaad ook weer een vinger in de pap, want als je wilt kun je alle systemen uitschakelen en bewust de spanning en het gevaar weer opzoeken.

Bij de eerste mogelijkheid die zich voordoet schroeven we het gas meteen open. Allemachtig!

Gemaakt voor
Deugnieten met een gezonde belangstelling voor de kwade geneugten des levens. De Diavel maakt zijn boevige uitstraling helemaal waar en doet dat met ongekend gemak. Je verbaast niet alleen jezelf, maar ook anderen, wanneer je deze duivel op zijn puntstaart trapt.

Motor
Bruut, die je trakteert op een reusachtige acceleratie. Het van oorsprong sportieve blok manifesteert zich hier als koppelbeest omdat Ducati de klepoverlap verkleinde van 41 naar 11 graden. Haalt niet het topvermogen van een 1700 cc VMAX-blok, maar compenseert dit met een laag totaalgewicht.

Verslavend lekker
Je hebt een duivelbezweerder nodig om de ervaringen met de Diavel uit je herinneringen te wissen. Ze zijn namelijk beter dan goed voor je is! Wheelies, burnouts en sprints zijn geen probleem en leiden je constant in verzoeking. Het stuurgedrag van de Diavel is om je vingers bij af te likken!

Bekijk hier de technische gegevens (en die van 10.000 andere motoren!)

Opsporing verzocht!

0

Een 49-jarige motorrijder is donderdagavond in Deurne rond 22.50 uur ter hoogte van de kruising Langstraat – Nachtegaallaan in botsing gekomen met een donkergroene Opel Astra hatchback. De bestuurder van deze auto zou een auto die achter de motor reed op de Langstraat hebben ingehaald en vervolgens in botsing zijn gekomen met de 49-jarige man uit Deurne

De automobilist heeft zijn identiteit niet bekend gemaakt na de botsing. Dit is politietaal voor het feit dat hij is doorgereden. De motorrijder is met onder meer beenletsel overgebracht naar het ziekenhuis. De politie wil graag in contact komen met de bestuurder van de auto en/of met mensen die mogelijk weten wie deze persoon is. De politie van Deurne is bereikbaar op 0900-8844. Anoniem melding doen kan ook. Bel dan 0800-7000.

Foto: ANP

Film > Verhoeven bij DWDD

0

Wat je mening ook is over De Wereld Draait Door en over Matthijs van Nieuwkerk, feit is dat veel mensen kijken naar dit VARA-programma. Een ander feit is dat de motorsport bekender moet worden onder het brede publiek. Zeker vanwege de crisis zijn er steeds minder bedrijven die willen, of zelfs kunnen, sponsoren.

Ooit hadden we Rintje Ritsma die vertelde over het Dutch Superbike. Nu is het Frans Verhoeven die aan het woord komt over zijn problemen in Le Dakar. Is die waardeloze monteur toch nog ergens goed voor geweest…

Dit kosten de Triumph’s

0

De prijzen van de nieuwe Triumph-motoren zijn bekendgemaakt. De Tiger Explorer, Triumphs hoopvolle concurrent voor de GS, moet in 2012 € 16.290,- kosten en dat is inclusief ABS dat in- en uitschakelbaar is. Niet goedkoop, gezien een standaard BMW R1200GS op € 15.850,- uit komt. Kleine kanttekening: de GS is zo kaal als het maar zijn kan. Vanaf maart is de nieuwe allroad van de Britten te proefrijden bij de dealers.

De über-Speed Triple, oftewel de R-versie, staat vanaf februari voor € 17.290,- euro in de showroom. Veel geld, maar je krijgt er wel wat voor terug. Je brute naked wordt voorzien van een speciale paint job, lichte PVM-velgen, Öhlins-racevering, radiaal opgehangen Brembo monoblocs en verschillende carbonfiber onderdelen. De laatste nieuweling bij Triumph, de gelimiteerde T100 Steve McQueen Edition, moet de Britse motorfabrikant € 11.290,- opleveren. Leverbaar vanaf juni 2012.

Getest > Ducati Monster 1100evo

0

Heeft Ducati zich laten inspireren door Pokémon? Je gaat het je afvragen als je de nieuwe Monster 1100evo ziet. Deze opgepimpte en opgepepte versie van de gewone luchtgekoelde 1100 is niets minder dan een lekkere power-up. En daar zijn we natuurlijk altijd blij mee. Want net als in de digitale wereld van het gelijknamige computerspelletje, biedt een sterker monster meer mogelijkheden! Toch?

De Ducati Monster is al een kaskraker sinds hij in 1992 het levenslicht zag. Zijn geestelijk vader Miguel Angel Galluzi, die de kenmerkende lijnen op papier zette, creëerde een instant-klassieker, een icoon. Grappig genoeg wilde de Argentijn alleen maar de beste onderdelen van andere Ducati’s samenvoegen tot een bruikbare no-nonsense-motor. In 2007 voorzag Pierre Terblanche, bekend van de Supermono en de Hypermotard, het ontwerp van een hippe make-over. Saillant detail: veel van de huidige lijnen komen uit de pen van de Nederlander Bart Janssen-Groesbeek, inmiddels ‘Senior Designer’ bij Ducati. De 2011-versie kreeg nóg hippere velgen en twee modieuze boven elkaar gelegen uitlaten aan de zijkant, met bijbehorende nieuwe voorbochten. De upside-down-vork van Showa is ingeruild voor een Marzocchi en het stuur staat 20 millimeter hoger dan voorheen. Het ziet er prachtig uit, maar is de vernieuwde Monster ook praktisch?

Ook het motorblok is flink onder handen genomen. Verwacht geen waanzinnige prestaties zoals bij een watergekoelde S4RS Testastretta, maar voor het eerst in de geschiedenis beukt Ducati’s luchtgekoelde tweeklepper er toch maar mooi even een vermogen uit dat bestaat uit drie cijfers. Jazeker, de Monster 1100evo met het Desmodue Evoluzione blok is goed voor 100 peekaatjes en wint daarmee 5 pk ten opzichte van zijn voorganger. Dit dankzij een nieuw inlaattraject, verhoogde compressieverhouding en een grotere lichthoogte van zowel in- als uitlaatkleppen. Ook is er een lichter – van de 848 afkomstig – vliegwiel gemonteerd. Bovendien wordt dit vermogen voor het eerst gecontroleerd door een tractiecontrolesysteem, dat met vier standen net iets minder geavanceerd is dan de tractiecontrole die op andere modellen wordt toegepast.

Na het voor Ducati bekende, wat lome aanslaan van de gekietelde L-twin, zijn de mokerslagen van de luchtkoeler als vanouds tot in de wijde omtrek waarneembaar. Ook in het zadel word je verwend met een soort van ‘Ducati Surround Sound’, door het inlaatgeluid dat hoog aan de zijkant van de tank naar buiten komt. Erg prettig, omdat je er middenin zit. Dankzij de grote cilinderinhoud die verdeeld is over slechts twee cilinders en het lichtere vliegwiel aan de krukas, is het blok onderin echt humeurig, zelfs humeuriger dan zijn voorganger. Dit past natuurlijk wel bij een monster, maar pas als het toerental de 3000 toeren per minuut passeert, begint het blok mooier rond te lopen. Daarvoor is het horten en stoten geblazen en is een controlerende hand bij de (wat zwaar werkende) koppeling geen overbodige luxe. Niet echt een boulevardcruiser dus. Tussen de 3000 en 7500 toeren is het blok dan wel beresterk, en als je hem in dit gebied houdt, kan de 1100evo met zijn 100 pk een aardig potje meeblazen. Kortom veel schakelen en dat gaat heel fatsoenlijk met de bak van Monster 1100evo, die zowel tijdens op- als terugschakelen prima meewerkt.

Net als de zithouding, die wat ‘op de polsen’ aanvoelt, is het gevoel in het rijwielgedeelte wat ‘op de neus’, waardoor de Ducati ietwat zenuwachtig aandoet. Vooral in het langzamere, korte werk knikt de tweeklepper nerveus vlug naar binnen. Het kost even voordat je hierin vertrouwen krijgt. Dat geloof is vervolgens wel terecht, want je kunt uiteindelijk toch goed snel kappen en draaien. Loopt de snelheid hoger op en ontstijgen de bochten het niveau ‘rondje om de kerk’, dan voelt de Duc een stuk natuurlijker aan. Mooi strak op lijn, veel gevoel vanuit de vering en een blok dat stoïcijns doorhamert. Ingrediënten om van te genieten.

De mokerslagen van de luchtkoeler zijn als vanouds tot in de wijde omtrek waarneembaar. Ook in het zadel word je verwend met ‘Ducati Surround Sound.’

Gemaakt voor
Hipperdepipperds die wel van een beetje vaderlands design houden. Verwacht echter geen boulevardcruiser, want met een (bijna) afslaande motor bij stapvoets rijden maak je niet echt de blits.

Motor
Humeurig maar beresterk. De luchtkoeler heeft precies 100 pk en de powerband is smal, maar in het juiste gebied zijn de klappen absoluut raak. De trillingen die vanuit de machinekamer door de 1100evo vloeien zijn echter niet gering en zorgen ervoor dat het bloed uit je handen en voeten trekt.

Nukkig beest
De Monster 1100evo is niet in alle opzichten een verbetering. Zo is hij door het lichtere vliegwiel en het hogere vermogen (nog) ongemanierder geworden. Ook de windbescherming is door het hogere stuur niet wat het geweest is. In snel bochtenwerk laat de beperkte grondspeling zich gelden. Ben je desondanks toch verliefd, dan schaar je dit allemaal onder de noemer ‘karakter.’

Bekijk hier de technische gegevens (en die van 10.000 andere motoren!)

Mertens terug op een Superbike

0

Stéphane Mertens reageerde dolenthousiast toen hij hoorde dat de Superbikes een prominente rol toebedeeld krijgen tijdens de tiende editie van de Bikers’ Classics in 2012. De Belg was één van de succesvolste rijders in de vroege WK Superbike-jaren. In 1989 werd hij tweede achter Fred Merkel. “Het is een geweldige kans om in Francorchamps weer op een Superbike te stappen”, aldus Mertens.

Mertens, één van de beste Belgische coureurs aller tijden, stond al vele malen op de deelnemerslijst van de Bikers’ Classics. “Bijna elk jaar heb ik meegedaan op mijn Yamaha TZ250”, lacht de in Parijs geboren Mertens. “Het is fantastisch dat we dit jaar de Superbikes op de baan krijgen, vooral voor mij omdat ik Belg ben. Ik heb mijn beste racejaren gekend in het WK Superbike. Het mooie is dat ik over een paar goede motoren kan beschikken tijdens de Bikers’ Classics.”

In 1988 finishte Mertens vierde in het allereerste WK Superbike-seizoen op een Bimota. Een jaar later stapte hij op een door Dholda geprepareerde Honda RC30 en leek hard op weg om de eerste Belgische wereldkampioen Superbike te worden toen hij als koploper aan de laatste race van het seizoen begon. “Jammer genoeg miste ik de titel op zeven punten”, weet hij nog goed.

“Ik was de snelste rijder, maar om wereldkampioen te worden moet je er elke keer staan en tijdens dat laatste weekend stond ik er niet. Desondanks was het een prachtig jaar op een fantastische machine in een geweldig team dat geleid werd door Jean D’Hollander. Zowel op menselijk vlak als sportief gezien was het een geweldig seizoen.”

Na twee succesvolle jaren op de Dholda/Honda switchte Mertens naar Ducati, het Italiaanse merk waarmee hij tot het einde van zijn WK Superbike-carrière in 1994 zou blijven rijden. De lange vriendelijke Belg won in totaal elf WK-races en voegde 46 podiumfinishes toe aan zijn erelijst. Stéphane weet nog niet welke machine hij zal berijden tijdens de Bikers’ Classics.

“Helaas is Jean niet meer bij ons, maar zijn zoon Mike is verbonden aan het team dat voor mij een Dholda/RC30 zal klaar maken. Dat klinkt geweldig. Mijn oude Ducati-monteur Enzo heeft de 888 in zijn bezit waarmee ik in 1994 reed en waarmee ik mijn zware crash had in Phillip Island toen de brandende machine onbemand over het rechte stuk bij start-finish reed. Ik denk dat ik dit jaar in Francorchamps op de Honda zal rijden, maar misschien volgend jaar dan de Ducati? Ik heb geweldige herinneringen aan beide motoren.”

De 52-jarige Mertens verheugt zich op een hernieuwde kennismaking met zijn oude rivalen tijdens de komende Bikers’ Classics. “Het zou mooi zijn om mensen als Fred Merkel, Raymond Roche en Fabrizio Pirovano. Het zal er dan ongetwijfeld wat relaxter aan toe gaan dan vroeger.”

Francorchamps is Mertens’ favoriete circuit. “Ik houd van snelle banen en hoewel ik gedurende het jaar nog vaak op Francorchamps rijd, is het elke keer weer een uitdaging”, zegt de winnaar van de 24 Uren van Liège van 1989. In 1992 finishte Mertens als tweede en vijfde tijdens de Belgische WK Superbike-ronde op het circuit in de Ardennen. “Robbie Phillis versloeg me in die eerste wedstrijd. Ik heb al met hem gesproken op Facebook. Het zou leuk zijn om hem weer terug te zien op een Kawasaki op Francorchamps.”

De tiende Bikers’ Classics op Francorchamps zal plaatsvinden van vrijdag 29 juni tot en met zondag 1 juli.

Mertens terug op een Superbike

0

Stéphane Mertens reageerde dolenthousiast toen hij hoorde dat de Superbikes een prominente rol toebedeeld krijgen tijdens de tiende editie van de Bikers’ Classics in 2012. De Belg was één van de succesvolste rijders in de vroege WK Superbike-jaren. In 1989 werd hij tweede achter Fred Merkel. “Het is een geweldige kans om in Francorchamps weer op een Superbike te stappen”, aldus Mertens.

Mertens, één van de beste Belgische coureurs aller tijden, stond al vele malen op de deelnemerslijst van de Bikers’ Classics. “Bijna elk jaar heb ik meegedaan op mijn Yamaha TZ250”, lacht de in Parijs geboren Mertens. “Het is fantastisch dat we dit jaar de Superbikes op de baan krijgen, vooral voor mij omdat ik Belg ben. Ik heb mijn beste racejaren gekend in het WK Superbike. Het mooie is dat ik over een paar goede motoren kan beschikken tijdens de Bikers’ Classics.”

In 1988 finishte Mertens vierde in het allereerste WK Superbike-seizoen op een Bimota. Een jaar later stapte hij op een door Dholda geprepareerde Honda RC30 en leek hard op weg om de eerste Belgische wereldkampioen Superbike te worden toen hij als koploper aan de laatste race van het seizoen begon. “Jammer genoeg miste ik de titel op zeven punten”, weet hij nog goed.

“Ik was de snelste rijder, maar om wereldkampioen te worden moet je er elke keer staan en tijdens dat laatste weekend stond ik er niet. Desondanks was het een prachtig jaar op een fantastische machine in een geweldig team dat geleid werd door Jean D’Hollander. Zowel op menselijk vlak als sportief gezien was het een geweldig seizoen.”

Na twee succesvolle jaren op de Dholda/Honda switchte Mertens naar Ducati, het Italiaanse merk waarmee hij tot het einde van zijn WK Superbike-carrière in 1994 zou blijven rijden. De lange vriendelijke Belg won in totaal elf WK-races en voegde 46 podiumfinishes toe aan zijn erelijst. Stéphane weet nog niet welke machine hij zal berijden tijdens de Bikers’ Classics.

“Helaas is Jean niet meer bij ons, maar zijn zoon Mike is verbonden aan het team dat voor mij een Dholda/RC30 zal klaar maken. Dat klinkt geweldig. Mijn oude Ducati-monteur Enzo heeft de 888 in zijn bezit waarmee ik in 1994 reed en waarmee ik mijn zware crash had in Phillip Island toen de brandende machine onbemand over het rechte stuk bij start-finish reed. Ik denk dat ik dit jaar in Francorchamps op de Honda zal rijden, maar misschien volgend jaar dan de Ducati? Ik heb geweldige herinneringen aan beide motoren.”

De 52-jarige Mertens verheugt zich op een hernieuwde kennismaking met zijn oude rivalen tijdens de komende Bikers’ Classics. “Het zou mooi zijn om mensen als Fred Merkel, Raymond Roche en Fabrizio Pirovano. Het zal er dan ongetwijfeld wat relaxter aan toe gaan dan vroeger.”

Francorchamps is Mertens’ favoriete circuit. “Ik houd van snelle banen en hoewel ik gedurende het jaar nog vaak op Francorchamps rijd, is het elke keer weer een uitdaging”, zegt de winnaar van de 24 Uren van Liège van 1989. In 1992 finishte Mertens als tweede en vijfde tijdens de Belgische WK Superbike-ronde op het circuit in de Ardennen. “Robbie Phillis versloeg me in die eerste wedstrijd. Ik heb al met hem gesproken op Facebook. Het zou leuk zijn om hem weer terug te zien op een Kawasaki op Francorchamps.”

De tiende Bikers’ Classics op Francorchamps zal plaatsvinden van vrijdag 29 juni tot en met zondag 1 juli.

Getest > BMW R1200RT

0

Een compromis kan nooit uitblinken in meerdere disciplines. De BMW R1200RT doet desondanks zijn uiterste best om het tegendeel te bewijzen door sportiviteit en comfort heel geloofwaardig te combineren. Hij doet dat zelfs onwaarschijnlijk overtuigend.

De BMW R1200RT oogt met zijn massieve voorkomen als een toermachine, maar de boxer verraste reeds menig motorfiets met zijn prestaties. Als een opgeblazen Beier die – in traditionele lederhose – deelneemt aan het WK Atletiek en daar flink wat afgetrainde collega’s op de tienkamp het nakijken geeft. Om het maximale uit de test en de motor te halen, nemen we ‘m mee op een lang weekend langs de Moezel. We gooien de standaard gemonteerde ruime koffers vol met een verschoninkje en gaan rap oostwaarts. Op de vele ‘racebanen’ die het Moezelgebied rijk is, hopen we het kleine jongetje terug te vinden, dat droomt van een wereldtitel wegrace.  Op slechts een middag rijden van Nederland waant de gemiddelde Nederlander zich diep in het buitenland. De Moezel meandert in schoonheid tussen Cochem en Bernkastel-Kues. De plaatselijke wijnboeren laten geen centimeter onbenut van de steile wanden langs de rivier. Overal zie je lange rijen wijnranken, behalve op werkelijk loodrechte kale rotsen.

De gemiddelde leeftijd van de Moezeltoerist ligt – laten we het netjes houden – vrij hoog. Je gaat je zowaar weer helemaal jong en jeugdig voelen! Toch zijn we ook wel weer zo belegen dat we op de heen- en terugweg het comfort van de BMW weten te waarderen. Hij heeft zadelverwarming, handvatverwarming, elektronische vering, een in hoogte verstelbaar zadel, radio, automatisch uitschakelende knipperlichten, een multicontroller, ingebouwde bandenspanningmeter en cruise-control. Na het indrukken van de startknop vóél je de R1200RT onder je tot leven komen. De boxer heeft nog altijd zijn kantelmoment, maar het blijft binnen de perken. Hetzelfde geldt voor het geluid. Het twee-in-een-uitlaatsysteem beschikt over een elektronische klep die het ware boxergeluid naar boven moet halen, maar de tweecilinder blijkt toch niet zo’n schreeuwlelijk. Gevoelsmatig klinkt hij bescheidener dan de met dezelfde klep uitgeruste GS.

Gaten rem je met de RT bij sportief gebruik (dat is geen misbruik) eenvoudig dicht. Veel kracht vragen de remmen niet en doorknijpen is ook daadwerkelijk doorremmen. Het Telelever voorkomt daarbij dat de motor diep in de veren duikt. Niet alleen de remmenwinkel presteert scherp, eigenlijk kun je hetzelfde zeggen van de hele motorfiets. Voor maximaal rendement zetten we het elektronische veersysteem ESA op standje Sport. De Comfort- of Normal-positie komen nog wel een keer als de jongetjes in ons zijn uitgespeeld. Het ligt niet aan het ESA-systeem, want dat blinkt uit in gebruiksgemak. Een druk op de knop levert echt een andere motor op. In Sport-stand geef je in bochten weinig tot niets toe op snellere motoren. Wring je de laatste druppel uit de RT, dan komt er toch wat beweging in de machine, maar verontrusten doet het nooit. Het Paralever-systeem helpt cardanreacties effectief naar de andere wereld. Bij de R1200RT zoek je nooit, alles zit exact waar handen, voeten en billen het verwachten. Het levert een geweldige zithouding op.

Langzaam maar zeker dringt de gedachte zich op dat de doordachte R1200RT zich sowieso op weinig foutjes laat betrappen. Het zadel staat garant voor vele comfortabele snelwegkilometers en dankzij een 25-liter benzinetank kun je dergelijke marathonritten ook daadwerkelijk maken. De ontspannen zithouding en royale windvrije plek achter het windscherm vormen een ideale pleisterplaats voor (beroeps)chauffeurs. Het motorblok heeft voldoende paardenkrachten en koppel in huis om ook twee man en hun bagage snel naar illegale snelheden af te schieten. En hoewel een tweecilinder boxer meer leeft dan een viercilinder, mat dit blok zijn bestuurder beslist niet af. Andersom is het al net zo min het geval.

Voor maximaal rendement zetten we het ESA-systeem op Sport. De Comfort- of Normal-positie komen nog wel een keer als de jongetjes in ons zijn uitgespeeld.

Gemaakt voor
Jonge honden die van een lekker potje sturen houden. Zou je niet zeggen, he? Snap je eindelijk ook waarom je die smerissen nooit kon afschudden…

Motor
Topklasse boxer, die inmiddels véél meer is dan alleen voetverwarming. Tot 7200 tpm heb je beduidend meer koppel dan de meeste concurrenten. Maar je bent dan ook gezegend met twee twinspark vierklepskoppen van de HP2 Sport. What’s in a name?

Onverwacht genoegen
Alle vooroordelen over de RT kunnen we naar het rijk der fabelen verwijzen. De toerkolos blijkt geheel onverwacht een fuifnummer. Rijklaar weegt-ie 259 kilo, maar dat weerhoudt hem niet van een potje hard vlammen. Je kunt hem daarbij hoogstens een beetje gebrek aan communicatie verwijten.

Bekijk hier de technische gegevens (en die van 10.000 andere motoren!)