Motorkledingstore opent in de megastore in Capelle aan den IJssel het voordeligste adres voor motorkleding in de regio Rotterdam. De eerste etage van meer dan 1000m2 is uitgebouwd tot motorkleding outlet met tot 40% korting op alle kleding, helmen en toebehoren. Van partijen, restanten en samples van A-merken.
Om dit te vieren staat er op zaterdag 12 en zondag 13 oktober een openingsweekend gepland. Alle bezoekers worden getrakteerd op een patatje met saus naar keuze. Gedurende het openingsweekend maak je bovendien kans om je aankoopbedrag uit de outlet terug te winnen!
Over Motorkledingstore Capelle aan den IJssel
Motorkledingstore Capelle aan den IJssel is de grootste motorkledingwinkel van het van oorsprong Brabantse bedrijf met vijf vestigingen door het land. Eenvoudig te bereiken vanuit de regio Den Haag, Zoetermeer en Gouda. Voor de deur kan gratis geparkeerd worden. De megastore is 7 dagen per week geopend met elke vrijdag koopavond.
Motorkledingstore Capelle a/d IJssel Hoofdweg 38 2908 LC Capelle aan den IJssel
Van 3 tot 5 juli 2026 wordt het Misano World Circuit opnieuw het decor van de World Ducati Week, het grootste evenement van het merk uit Borgo Panigale. Deze dertiende editie krijgt een bijzonder tintje, want Ducati viert dan zijn 100-jarig bestaan.
Symbolische datum
De datum van 4 juli is niet toevallig gekozen: precies een eeuw eerder begon de geschiedenis van het Italiaanse merk. Verwacht drie dagen vol motoren, shows en ontmoetingen met rijders en fans van over de hele wereld.
World Ducati Week is inmiddels uitgegroeid tot een vaste waarde op de motoragenda, met een mix van wedstrijdsfeer, entertainment en communitygevoel. Ook dit jaar zal er ruime aandacht zijn voor het raceprogramma van Ducati, met de aanwezigheid van coureurs uit onder meer MotoGP en WorldSBK.
Voor elke liefhebber
Ducati belooft een gevarieerd programma waarin zowel trouwe fans als nieuwsgierige bezoekers hun gading vinden. De voorbereidingen zijn al gestart in Borgo Panigale, waar gewerkt wordt aan een editie die het eeuwfeest van het merk op gepaste wijze moet vieren.
Drie van onze lezers en volgers stappen op drie verschillende QJMotor adventurebikes: de SRT 600, 700 en 900 SX Touring. Welke motor is hun favoriet? En waarom? Hebben ze last van koudwatervrees, omdat QJMotor ze misschien nog onbekend is? Wij rijden mee met Oktay, Theo en Ester op zoek naar de plussen en minnen.
Profiel Oktay
Naam
Oktay Kozan
Leeftijd
54
Woonplaats
Utrecht
Huidige motor
Honda Africa Twin
1 van 2
Oktay kende het merk QJMotor helemaal niet. Hij ging het googelen en vond weinig info, dus wou hij maar al te graag er zelf eens mee rijden. ‘Dit was het uitgelezen moment. Dan kan ik zelf mijn oordeel erover vellen. Na de eerste meters was ik meteen verrast door de souplesse van de 700. De koppeling en het motorblok voelden vanaf het begin heel goed aan. De motor was in balans.’ Oktay reed niet alleen met de SRT 700 SX, maar ook met de 900.
Uiterlijk
‘De 700 is een echte middenklasser. Je voelt dat je op een niet té grote of zware motor zit, en hij oogt wat sportiever dan de 900. De 700 ziet er wat moderner uit dankzij zijn kleine ledverlichting en dat spreekt me meer aan dan de 900.’
Comfort
‘Je zou denken dat de 900, dankzij zijn gewicht en body, meer rust biedt tijdens het rijden, maar dat was niet het geval. Bij de 700 voel je het speelse, maar ook het comfort als je op een normaal tempo rijdt. Hij geeft een beter gevoel van veiligheid, omdat de motor beter naar je input luistert. De gasreactie is aangenamer dan op de grotere 900.’
Uitrusting
‘Voor een leuk prijskaartje krijg je heel veel terug. De handvat- en zadelverwarming is een heerlijkheid, hoewel ik dat laatste niet nodig heb. Maar als het er standaard bij zit, is het mooi meegenomen.’
Rij-eigenschappen
‘Ik had aanvankelijk niets verwacht omdat het voor mij onbekende motoren zijn, maar je voelt meteen dat er heel veel ontwikkeling achter zit. Ze voelen gewoon goed aan, zeker de 700. Die stuurt exact waar je hem hebben wil. De 900 wil ook wel, maar die wil liever vanzelf rechtop komen. Je moet hem dus meer op het gas houden om hem stabiel door de bocht te duwen. De 700 stuurt veel makkelijker.’
Conclusie
‘Het mag duidelijk zijn dat de 700 mijn voorkeur geniet. Hij is goedkoper, comfortabeler en stuurt beter. Toch hoopte ik dat de 900 zou winnen, want ik hou wel van wat zwaardere motoren. Op langere ritten van meer dan drie uur denk ik niet dat ik zo comfortabel op de 900 zou zitten, terwijl de 700 mij wel dat gevoel geeft. Maar goed, dat hebben we niet kunnen testen vandaag. Wat ik me verder nog afvraag, is waarom QJMotor niet in een automaat voorziet. Dat zou in dit segment en voor dit type motoren, zeker gezien de scherpe prijs, best interessant kunnen zijn om potentiële nieuwe klanten over de streep te trekken.’
Wat vindt Gijs ervan?
‘Oktay verwachtte meer van de 900, maar het was de 700 die hem positief wist te verrassen. Altijd leuk als zulke onverwachte dingen gebeuren. En ik volg Oktay’s mening ook. Groter, sterker en zwaarder is niet altijd beter als het op twee wielen moet rollen. Of QJMotor bezig is met een automaat, weet ik niet. Er is momenteel niets van bekend en het zou me ook sterk lijken, maar je weet het nooit. Als je kijkt wat voor stappen QJMotor in bizar korte tijd heeft gemaakt, zouden ze binnenkort zomaar met een verrassende nieuwe technologie op de proppen kunnen komen.’
Profiel Theo
Naam
Theo van Osch
Leeftijd
71
Woonplaats
Dommelen
Huidige motor
BMW R 1200 GS Rally
1 van 2
Theo rijdt momenteel met een BMW R 1200 GS, maar die wordt stilaan te groot en te zwaar. Omdat Theo een jaartje ouder wordt, beseft hij ook dat hij niet al die pk’s en zo’n groot motorblok nodig heeft om te genieten. ‘Ik wil graag de markt wat verkennen om over twee of drie jaar over te stappen op iets lichter.’
Uiterlijk
‘Los van de kleurstelling, want rood met zilver vind ik mooier, gaat mijn voorkeur uit naar de 900. Die is wat robuuster en stoerder dan de 700 en heeft een leukere neus.’
Comfort
‘Op zowel de 700 als 900 zit ik goed, maar op de 700 zitten voor mij de voetsteunen te hoog, en de benzinetank van de 900 is wat te breed voor mijn benen. Op beide motoren zou ik echter makkelijk een hele dag kunnen rijden, zonder een centje pijn. Als ik een winnaar moet aanduiden qua comfort, wordt het de 900. Daar zit ik het lekkerst op.’
‘De 900 is net wat rijkelijker uitgerust dan de 700, dankzij cruisecontrol en een quickshifter. Dat zijn dingen die ik dagelijks gebruik, dus daarom wint ook hier de 900. De standaard verwarming en kofferset zijn geweldig voor zo’n scherpe prijs.’
Rij-eigenschappen
‘De 700 rijdt fijner dan de 900. Met die laatste moet ik continu tussen 4.000 en 5.000 tpm rijden om hem soepel te houden. Onder dat toerental gaat hij te veel schudden. Het motorblok is een stuk rauwer dan de 700, wat je ook in het stuur voelt. Bij lage toeren begint dat te trillen. De 700 heeft daar veel minder last van en pakt ook beter op. Daarbij is het geluid van de 700 formidabel. Daar ga je van rijden.’
Conclusie
‘Ondanks de fijnere rij-eigenschappen van de 700, zou ik toch voor de 900 kiezen. Het is een completere motor dan de 700, onder andere dankzij cruisecontrol en een quickshifter. Kleine opmerking over dat laatste: de versnellingswissels konden vlakker. Nu voel je steeds nadrukkelijk een dip als je schakelt. De quickshifter is ook sterk gevoelig aan het toerental, waardoor het soms wat soepeler verloopt dan de andere keer.’
Wat vindt Gijs ervan?
‘Theo heeft duidelijk op de details gelet, zeker qua motorloop en schakelen. Wat hij zegt, klopt ook. De 700 loopt inderdaad wat soepeler dan de 900, wat zeker niet verrassend is gezien het verschil in cilinderinhoud. Comfort is belangrijk voor Theo – hij rijdt dan ook met een GS – dus als de 700 zou uitgerust zijn met cruisecontrol en een quickshifter, ben ik er nog niet zo zeker van dat hij zou kiezen voor de 900. Maar ik begrijp zijn keuze wel. De stap van een 1200 naar een 700 zou misschien net wat té extreem zijn.’
Profiel Ester
Naam
Ester Legerstee
Leeftijd
51
Woonplaats
Etten-Leur
Huidige motor
Yamaha DragStar 650
1 van 2
Ester rijdt al heel lang op een chopper en is toe aan een andere motorervaring. Ze wil met bagage de bergen in en op avontuur. ‘Dat kan ook met een chopper, maar het is toch anders.’ Ze heeft nog nooit op een adventure gereden en is er dus reuzebenieuwd naar. Tijdens deze test reed Ester enkel op de SRT 600 SX omwille van het lagere gewicht.
Uiterlijk
‘Ik rij op een chopper en dat is omdat ik dat heel mooi vind. Als het blinkt en het moet regelmatig gepoetst worden, zie ik het graag. Dit type adventure motoren is natuurlijk heel anders, maar als ik ernaar kijk, is het wel heel compleet. Alles zit erop en eraan, het is mooi afgewerkt en in hun segment zijn het zeker mooie motoren.’
Comfort
‘De SRT 600 SX is net een tikje te hoog voor mij, maar het kon wel. Zelfs bij stilstaande fases kon ik vlot vertrekken of keren. Enkel de voetsteunen zitten dan tegen mijn benen. Maar voor de rest zit hij zó lekker. Geen idee hoe dat zitcomfort op lange trajecten is, maar het is in ieder geval comfortabel, net zoals de goede windbescherming.’
Uitrusting
‘De machines zijn standaard uitgerust met handvat- en zadelverwarming. Dat was toch even luxe! Ik heb ze lekker aangezet tijdens de koude ochtendrit. Het was ook handig dat de spiegels en hendels makkelijk verstelbaar zijn. Het koppelingshendel was jammer genoeg net te kort, waardoor ik wat pijn aan mijn hand heb. De standaard zijkoffers en topkoffer maken de uitrusting echter helemaal af.’
Rij-eigenschappen
‘Het was voor mij wennen op dit type motor, maar ik was er heel snel mee weg. Alles gaat zo soepel, van het optrekken tot het schakelen. Enkel bij lage toerentallen voelde ik hem wat schokken, maar dat ligt eerder aan mijn chopper-rijstijl dan aan de QJMotor. Wat eerder afschakelen moet ik dus nog leren. Bovendien maakt de 600-twin een leuk geluid.’
Conclusie
‘Dit is mijn eerste “andere motor-ervaring”, dus ik ga ook nog met wat andere merken en modellen rijden. Met deze QJMotor wil ik graag nog wat langere ritten over de autosnelweg maken om te kijken of hij dan ook voldoet aan mijn wensen. Hij heeft me in ieder geval zin in avontuur gegeven en ik ga serieus overwegen om hem te kopen, mits andere hendels en een lager zadel.’
Wat vindt Gijs ervan?
‘Het is ergens jammer dat Ester enkel met de 600 gereden heeft, want dat mag dan wel de lichtste motor van dit drietal zijn, hij heeft ook het hoogste zadel. Ik snap waarom Ester het rustig aan wilde doen, omdat ze nog nooit op dit type motor gereden heeft. De SRT 600 SX is in dat geval een ideale opstapper. Hij heeft, ondanks het minst aantal pk’s, wel het fijnste motorblok. De 554cc-twin met 270°-krukas draait het soepelst, trilt het minst en maakt het mooiste geluid. Qua comfort doet de 600 niet onder voor zijn grotere broers, qua gewicht wel. Hij is 23 kg lichter dan de 700 en maar liefst 43 kg lichter dan de 900. Dat voel je overal in terug. Het gebeurt niet gauw dat ik de lichtste motor ook de fijnste vind, maar in dit geval wel.’
Fermín Aldeguer – 20 jaar en 183 dagen – was de verrassende winnaar in Indonesië.
De 20-jarige Fermín Aldeguer schreef geschiedenis door verrassend de Grand Prix van Indonesië te winnen – en dat in zijn debuutjaar in de MotoGP. Marco Bezzecchi gold na zijn polepositie en winst in de sprintrace als dé topfavoriet, maar de Aprilia-rijder schakelde in de openingsronde zowel zichzelf als kersvers wereldkampioen Marc Márquez uit. Die laatste liep daarbij een schouderblessure op. En dat was nog maar het begin van een enerverende race op Lombok, waar onder meer Pecco Bagnaia van ‘hero naar zero’ ging en verrassende namen als Raúl Fernández, Álex Rins en Luca Marini streden om de podiumplekken.
Dat vorm of een goed gevoel slechts een beperkt begrip is, demonstreerde Francesco Bagnaia tijdens de Grand Prix van Indonesië. Een week eerder was de Italiaan nog oppermachtig in Japan met een polepositie, sprint- én racezege. “Bagnaia is terug”, kopten de nieuwsberichten. Maar zeven dagen later leek hij alweer teruggevallen in de dip van vóór zijn opleving. Op het Mandalika International Street Circuit was Bagnaia terug bij af, of misschien zelfs nog verder. De wederopstanding van de MotoGP-wereldkampioen van 2022 en 2023 werd deels toegeschreven aan het feit dat hij tijdens de MotoGP-test in Misano de Ducati GP24 van Franco Morbidelli (van het VR46-team) had mogen proberen. Mede daardoor werd de afstelling van zijn eigen GP25 zodanig aangepast dat hij plotsklaps oppermachtig was in Motegi. Met diezelfde afstelling begon Bagnaia ook aan het raceweekend in Indonesië. Maar het resultaat was dramatisch. Een zestiende startplek past niet bij een fabriekscoureur van Ducati, al bood het op papier nog ruimte voor een inhaalrace. Die hoop bleek ongegrond. De sprintrace was ronduit verschrikkelijk: Bagnaia finishte dertien seconden achter de voorlaatste. In de hoofdrace reed hij wederom op de laatste plek, totdat hij in een poging zijn voorgangers te volgen onderuitging. Een duidelijke verklaring voor zijn bizarre optreden had hij niet, alleen dat het hem ontbrak aan vertrouwen in de motor.
1 van 5
Marco Bezzecchi was zonder enige twijfel de snelste rijder in Mandalika, maar dat betekent nog niet dat je de Grand Prix wint.
Het Grand Prix-podium in Indonesië: Fermín Aldeguer (midden), Pedro Acosta (links) en Álex Márquez (rechts).
Álex Rins (42), Raúl Fernández (25) en Luca Marini (10) streden verrassend om een podiumplaats.
De twee jongelingen die strijden om de eerste plaats: de 20-jarige Fermín Aldeguer (54) heeft hier zojuist de beslissende inhaalactie op de 21-jarige Pedro Acosta (37) gemaakt.
Marco Bezzecchi (midden), Fermín Aldeguer (links) en Raúl Fernández (rechts) vormden het sprintpodium in Indonesië.
Wereldkampioenen geblesseerd
De enige troost voor Bagnaia was dat ook teamgenoot Marc Márquez geen vriend was met de GP25 in Indonesië. Het Ducati-fabrieksteam had nog een dubbele 1-2 gescoord in Japan, maar nu was alles anders. De kersverse wereldkampioen had in Indonesië zijn 100e Grand Prix-overwinning kunnen boeken op een circuit waar hij nog nooit had gewonnen of zelfs op het podium had gestaan. Die statistiek was niet zo vreemd, aangezien deze Grand Prix pas sinds 2022 op de kalender staat, een periode waarin Márquez vaak geblesseerd was of op minder competitief materiaal reed. Zijn eerste werkdag als wereldkampioen verliep allesbehalve vlekkeloos. In de trainingen miste hij het juiste gevoel aan de voorkant van de motor, wat op vrijdagmiddag leidde tot twee crashes. Daardoor plaatste hij zich voor het eerst dit jaar niet rechtstreeks voor Q2. Via Q1 lukte het alsnog, maar een negende startplek is volgens zijn normen uiterst mager. In de sprintrace probeerde hij snel terrein te winnen. Bij een inhaalactie duwde hij Álex Rins naar buiten, wat hem een long lap penalty opleverde. Márquez viel terug naar P13, maar wist zich uiteindelijk op te werken naar de zesde plaats, wat wel zijn slechtste sprintresultaat van het seizoen 2025 was. Zijn race op zondag was snel voorbij: in de eerste ronde werd hij in een snelle rechterknik – die met zo’n 200 km/u genomen wordt – van achteren aangetikt door Marco Bezzecchi. Beide rijders gingen hard onderuit. Márquez werd door de grindbak geslingerd. Hij brak zijn sleutelbeen en blesseerde zijn rechterschouder, dezelfde kant die de afgelopen jaren al talloze operaties aan de arm heeft ondergaan. Gelukkig voor de Spanjaard was de wereldtitel al een week eerder veiliggesteld. Maar net als bij 2024-wereldkampioen Jorge Martín – die zowel de GP van Indonesië als die van Australië moest missen vanwege een sleutelbeenbreuk – lijkt de MotoGP-wereldtitel op dit moment gepaard te gaan met het nodige blessureleed. Hopelijk blijft het bij deze ene blessure voor Márquez, want Martín is inmiddels herstellende van zijn derde kwetsuur van 2025.
Grote kanshebber onderuit
Ook voor Bezzecchi was deze inschattingsfout een hard gelag, want hij gold als dé topfavoriet voor de overwinning. De Aprilia-coureur was oppermachtig in de trainingen. Op vrijdag was hij bijna een halve seconde sneller dan de rest en in de kwalificatie pakte hij polepositie met vier tienden voorsprong op de nummer twee. De eerste startrijen zaten bovendien vol verrassingen: Fermín Aldeguer (P2), Raúl Fernández (P3), Álex Rins (P4), Pedro Acosta (P5) en Luca Marini (P6). Dat er slechts één Ducati – en dan nog een GP24 – in de top zes eindigde, mag in deze tijd een klein wonder genoemd worden. Bezzecchi had op Mandalika op sommige delen van het circuit duidelijk iets extra’s ten opzichte van de rest. Zelfs een zeer matige start kon hem niet van de sprintzege afhouden. De Aprilia-coureur kwam pas als achtste door de eerste bocht, maar reed daarna iedereen voor hem voorbij. Aldeguer – die zich voor het eerst op de voorste startrij had gekwalificeerd – sloeg aan kop een klein gaatje. De Gresini Racing-rijder leek op weg om de jongste sprintwinnaar ooit te worden. Twaalf van de dertien ronden kwam hij als eerste door, maar niet de belangrijkste doorkomst: in de slotronde verschalkte Bezzecchi hem en pakte de overwinning. Dat de Aprilia’s in Indonesië erg sterk waren, bevestigde Fernández met een derde plek, de eerste top-drie-finish voor de Trackhouse Racing-coureur tijdens zijn vierde jaar in de koningsklasse. Bij de start van de race verloor Bezzecchi opnieuw veel plekken. In een poging om snel terrein goed te maken, ging het mis. Na de harde crash verontschuldigde de Italiaan zich direct bij Márquez en werd hij ook gecheckt in het ziekenhuis, waar geen breuken werden geconstateerd. Wel kan Bezzecchi hoogstwaarschijnlijk een long lap penalty verwachten voor de eerstvolgende Grand Prix in Australië.
1 van 3
Na een dubbele 1-2 in Japan ging alles mis voor het Ducati-fabrieksteam in Indonesië.
Fermín Aldeguer zal na het behalen van zijn eerste MotoGP-zege ongetwijfeld heerlijk geslapen hebben.
Marc Márquez.
Snelle leerling
Nadat Bezzecchi en Marc Márquez vroegtijdig uitvielen en Bagnaia achteraan rondreed, lagen de kaarten open voor een verrassende winnaar. En dat was al in de openingsfase te zien. In de derde ronde werd de kop gevormd door Acosta, Marini, Aldeguer en Fernández – vier rijders die nog nooit een MotoGP-race hadden gewonnen. Al snel werd duidelijk dat Aldeguer deze kans met twee handen aangreep. De jonge Spanjaard nam de leiding over en reed zich negen (!) seconden los van de achtervolgende groep die streed om plaats twee. Daarmee liet hij zien waarom Ducati hem al vóór het seizoen 2024 – toen hij nog een jaar in de Moto2 zou rijden – had vastgelegd. Die vroege keuze werd vooral ingegeven door zijn indrukwekkende reeks overwinningen aan het eind van het seizoen 2023. Toch verliep zijn Moto2-jaar na die aankondiging allesbehalve vlekkeloos. Aldeguer kende een wisselvallig seizoen, maakte opvallend veel fouten en had moeite om vriendschap te sluiten met de Pirelli-banden, die dat jaar voor het eerst in de klasse werden geïntroduceerd. Binnen de motorsportwereld begonnen sommigen te twijfelen: had Ducati niet té vroeg voor Aldeguer gekozen? Maar sinds zijn debuut in de MotoGP laat hij overtuigend zien dat die keuze terecht was. Op de Ducati GP24 van Gresini Racing maakte hij vooral in de tweede helft van de races indruk. In Le Mans leverde dat al een podiumplaats op (P3) en in Oostenrijk bood hij zelfs serieuze tegenstand aan Marc Márquez in de strijd om de overwinning. Op het eiland Lombok deed Aldeguer iets wat Acosta een jaar eerder – en nu nog steeds niet – is gelukt: winnen in zijn debuutjaar. Als Gresini Racing-rijder kwam hij slechts 120 dagen tekort om de jongste MotoGP-winnaar ooit te worden. Dat record blijft op naam van Marc Márquez, maar met 20 jaar en 183 dagen staat Aldeguer nu wél tweede op die lijst vóór Freddie Spencer, Norifumi Abe en Dani Pedrosa. Daarmee is hij ook de eerste nieuwkomer die een MotoGP-race weet te winnen sinds Jorge Martín in 2021. En die werd drie jaar later wereldkampioen. Ducati onder leiding van Gigi Dall’Igna kreeg met deze overwinning in Indonesië alsnog het gelijk aan zijn zijde wat betreft het vroege contracteren van Aldeguer. Al was daar gaandeweg het huidige seizoen al weinig tot geen twijfel meer over.
De strijd om de tweede plaats deed denken aan een Moto3-race, met een grote groep coureurs die rondenlang dicht bij elkaar bleef. Vooraan meldde Pedro Acosta zich, maar ook Raúl Fernández, Luca Marini en Álex Rins waren van de partij. Honda was het hele weekend al sterk in Indonesië, al ging Joan Mir – nog op het podium in Japan – vroeg in de race onderuit. Marini leek even op koers voor een podiumplek, maar verloor in de slotfase enkele posities en eindigde als vijfde, achter Brad Binder (die juist een sterke slotfase kende) en vóór Fernández. Rins reed verrassend enige tijd op de tweede positie. Als Yamaha-fabrieksrijder bevindt de Spanjaard zich doorgaans in het achterveld of de middenmoot en zelden voor teamgenoot Fabio Quartararo, laat staan in de buurt van het podium. In de trainingen was Rins al snel en als hij in de sprintrace niet door Marc Márquez naar buiten was gedrukt, had hij waarschijnlijk toen ook al meer kunnen laten zien. Zijn keuze voor een zachte band brak hem in de laatste zes ronden echter op: hij viel snel terug en eindigde uiteindelijk als tiende, achter Quartararo, die als zevende finishte. In de slotfase mengde ook Álex Márquez zich in de strijd en wist zich samen met Acosta los te rijden van de groep. Acosta trok aan het langste eind en pakte – na een crash in de Sprint – de tweede plaats, waarmee een 21-jarige direct achter een 20-jarige finishte. Álex Márquez werd derde en deed daarmee uitstekende zaken in het kampioenschap: de tweede plek in het WK – achter zijn broer Marc – lijkt daarmee zo goed als zeker. Nu reist het Grand Prix-paddock verder naar Phillip Island in Australië – een circuit dat traditiegetrouw garant staat voor spektakel en verrassingen. Wel zonder de geblesseerde Marc Márquez en Jorge Martín, die daar vorig jaar nog fel voor de overwinning vochten.
Foto’s: ANP, MotoGP, Marc Márquez
Quotes
1 van 4
“Ik kan het niet uitleggen, ik zou willen dat iemand het mij uitlegt.”
In Japan domineerde Francesco Bagnaia nog, maar in Indonesië deed hij precies het tegenovergestelde.
“Ik deed de winnende inhaalactie in de bocht waar ik de Sprint verloor.” Fermín Aldeguer was al dicht bij een zege in de Sprint, maar een dag later was het wél raak.
“Dit is racen. Het was zijn fout, Bezzecchi heeft zich verontschuldigd. Niemand doet dit expres.” Na het behalen van de MotoGP-wereldtitel in Japan, verliet Marc Márquez Indonesië met een schouderblessure.
“Het was een fout van Marco. Hij wilde misschien te snel plekken goedmaken.” Aprilia-teambaas Massimo Rivola over de crash van Marco Bezzecchi na zijn slechte start.
MotoGP Indonesië 2025 uitslagen
Circuit: Pertamina Mandalika International Circuit Lengte: 4.310 meter Polepositie: Marco Bezzecchi (Aprilia), 1.28,832 (174,3 km/u) Snelste raceronde: Fermín Aldeguer (Ducati), 1.30,499 (171,0 km/u) (record)
Sprint
1. Marco Bezzecchi (I), Aprilia, 19.37,047; 2. Fermín Aldeguer (E), Ducati, +0,157; 3. Raúl Fernández (E), Aprilia, +4,062; 4. Álex Márquez (E), Ducati, +5,832; 5. Joan Mir (E), Honda, +8,759; 6. Marc Márquez (E), Ducati, +9,772; 7. Franco Morbidelli (I), Ducati, +11,980; 8. Fabio Di Giannantonio (I), Ducati, +10,334; 9. Miguel Oliveira (PT), Yamaha, +12,988.
Raceliefhebbers met een goed gevulde portemonnee opgelet: binnenkort krijg je de kans om een originele Ducati MotoGP-motor te kopen tijdens de Iconic Motorcycle Sale op de NEC Classic Motor Show 2025 in het Verenigd Koninkrijk.
Het gaat om de Ducati waarop Andrea Dovizioso in 2019 de tweede plaats behaalde in het MotoGP-wereldkampioenschap. Wie dus altijd al zo’n machine heeft willen bezitten én over het juiste budget beschikt, kan die droom misschien waarmaken.
Op 9 november 2025 wordt Dovizioso’s GP19 geveild. Volgens Iconic is de motor nog steeds rijwaardig en rechtstreeks afkomstig van Ducati Corse in Bologna. De verwachte opbrengst ligt tussen de 500.000 en 700.000 pond, wat overeenkomt met ongeveer 575.000 tot 800.000 euro. We zijn benieuwd voor welk bedrag de motor uiteindelijk van eigenaar zal wisselen. We houden je op de hoogte.
In een wereld waar elke tiende van een seconde miljoenen kan kosten, heeft KTM als eerste MotoGP-fabrikant de sluier opgelicht van de toekomst. De Oostenrijkse constructeur onthulde in oktober 2025 hun gloednieuwe 850cc-motor voor het 2027-seizoen, een gedurfde zet die even veel vragen oproept als antwoorden biedt. Terwijl concurrenten als Honda, Yamaha en Ducati nog achter gesloten deuren experimenteren, toont KTM openlijk hun visie op de toekomst van de koningsklasse.
De nieuwe motor, waarvan de eerste dyno-tests al zijn voltooid in het KTM-hoofdkwartier in Mattighofen, vertegenwoordigt meer dan alleen een technische evolutie. Het is een statement van een merk dat tijdens de afgelopen acht jaar MotoGP-deelname flink gegroeid is, maar nu kampt met een schuld van meer dan 2 miljard euro binnen de Pierer Mobility Group. De vraag dringt zich op: is dit een briljante strategische zet om investeerders gerust te stellen over de toekomst, of een laatste wanhopige poging om relevant te blijven?
De overgang van 1000cc naar 850cc markeert niet zomaar een verkleining van motorinhoud, maar een fundamentele koerswijziging in de MotoGP-filosofie. Waar de huidige generatie motoren draait om maximaal vermogen en brute kracht, mikken de 2027-specificaties op een betere balans tussen prestaties, bestuurbaarheid en duurzaamheid. KTM’s vroege onthulling suggereert dat zij deze transitie zien als kans om de gevestigde orde uit te dagen.
Pit Beirer, KTM’s Motorsports Directeur, toont zich opvallend zelfverzekerd: “We hebben alles wat we de afgelopen jaren in MotoGP hebben geleerd in deze motor gestopt en ik ben er zeer van overtuigd dat dit kunstwerk een benchmark zal worden in de komende seizoenen vanaf 2027.” Sterke woorden voor een merk dat zijn laatste Grand Prix-overwinning dateert uit 2022, toen Miguel Oliveira zegevierde in Thailand.
De verplichting om te rijden op 100% niet-fossiele brandstof voegt een extra dimensie toe aan de uitdaging. Deze brandstofsoort kan zowel het vermogen als de betrouwbaarheid beïnvloeden, factoren die cruciaal zijn in een sport waar marges microscopisch klein zijn. KTM’s beslissing om deze complexiteit vroegtijdig aan te pakken, getuigt van strategisch inzicht of grenst aan roekeloosheid.
Financiële realiteit versus race-ambitie
Achter de technische bravour schuilt een minder rooskleurig verhaal. KTM worstelt met een schuld van ruim €2 miljard binnen de Pierer Mobility Group, wat vragen oproept over de duurzaamheid van hun MotoGP-programma. De herstructurering binnen het concern heeft geleid tot onzekerheid over de continuïteit van het sportieve project, hoewel recente berichten suggereren dat het MotoGP-programma vooralsnog wordt voortgezet.
Toch lijkt KTM vastberaden hun MotoGP-engagement voort te zetten. De investering in de nieuwe 850cc-motor, inclusief de uitgebreide ontwikkelings- en testfase, vereist aanzienlijke financiële middelen. Dit lijkt haaks te staan op de gerapporteerde bezuinigingsmaatregelen, maar kan ook worden geïnterpreteerd als een strategische zet om investeerders en partners gerust te stellen over de toekomst van het bedrijf.
Strategische voorsprong in onzekere tijden
KTM’s vroege onthulling van de 850cc-motor is meer dan publiciteitshandigheid; het lijkt een bewuste poging om een technologische voorsprong op te bouwen. Deze strategie heeft precedenten in de motorsport. Fabrikanten die vroeg investeren in nieuwe reglementen, kunnen aanzienlijke voordelen behalen wanneer de nieuwe regels van kracht worden. KTM’s relatief korte MotoGP-historie kan hierbij zelfs een voordeel zijn: minder legacy-denken en meer bereidheid om radicale keuzes te maken.
Of KTM’s gok op de 850cc-motor uitpakt, zal blijken wanneer de nieuwe reglementen in 2027 van kracht worden. Tot die tijd blijft het een fascinerende case study in hoe een relatieve nieuwkomer probeert de gevestigde MotoGP-orde te doorbreken, ondanks financiële onzekerheid en intense concurrentie. De motor draait al op de dyno, nu is het wachten of KTM’s ambitie de finish haalt.
QJMOTOR zet een stevige stap in de Benelux. Tijdens de QJMOTOR Demo Dagen op 17 & 18 oktober presenteren de dealers de complete 2025-line-up, een 10-tal motoren waarvan een aantal net nieuw, die de veelzijdigheid en technologische vooruitgang van het merk nog eens onderstreept. Van een pure sportbike tot comfortabele adventure motoren: QJMOTOR presteert in ieder segment, met een opvallende mix van design, prestaties én aantrekkelijke prijzen.
Wat is nieuw? Een complete line-up voor elke rijder
Met de komst van de allernieuwste modellen, waaronder de SRK 921 RR Supersport, de SRK 800 RR, de vernieuwde SRV 600 V Cruiser en de stoere SRT 900 SX Adventure (inclusief aluminium kofferset!) verstevigt QJMOTOR zijn positie als snelgroeiend merk in Europa. De modellen laten een duidelijke evolutie in kwaliteit, afwerking en rijkarakter zien, ondersteund door de kracht van de internationale Qianjiang Motor Group (onderdeel van de Geely Holding, waar ook Volvo en Lotus toe behoren).
Motor en prestaties, van soepele twin tot brute viercilinder
QJMOTOR benut zijn technische knowhow in elke cilinderconfiguratie.
De SRK 921 RR biedt met zijn 921 cc viercilinder 129 pk en 93 Nm, een pure supersportervaring met ride-by-wire en quickshifter.
De SRK 800 RR biedt 95 pk uit een pittige 778 cc tweecilinder, met een uitgebalanceerd koppelverloop, zeer sportief en voor straatgebruik.
De SRV 600 V brengt een klassieke V-twin look én karakter met moderne motor en gave cruiser looks.
De SRT 900 SX Adventure combineert kracht met langeafstandscomfort en staat zijn mannetje op elk terrein.
In alle modellen zien we sterke prestaties, hoogwaardig blokontwerp en een karakter terugkomen dat past bij hun segment.
1 van 4
A-merk componenten
QJMOTOR kiest voor componenten van topmerken zoals Marzocchi, Brembo en Bosch. Verstelbare vering, dubbele schijfremmen, geavanceerde ABS-systemen en tractiecontrole behoren tot de standaarduitrusting. De meeste modellen beschikken over ride-by-wire, meerdere rijmodi, quickshifter en cruise control. Technologie die de rijervaring en -dynamiek naar een hoger niveau tilt.
Hoogwaardige technologie met Europese stijl
Het design van de nieuwe QJMOTOR-generatie ademt Europese look & feel, met strakke lijnen, LED-verlichting rondom en aandacht voor details. Elk model is ontworpen met de rijder in gedachten: een natuurlijke zithouding, intuïtieve bediening en hoogwaardige afwerking maken lange tochten en sportieve ritten even aangenaam. De SRK 921 RR trekt de aandacht met zijn racedesign en enkelzijdige achterbrug, terwijl de SRT 900 SX indruk maakt met robuuste uitstraling en touringcomfort.
Prijs & beschikbaarheid
De volledige 2025-line-up van QJMOTOR is beschikbaar bij de officiële Benelux-dealers tijdens de Demo Dagen op 17 & 18 oktober 2025. Alle modellen worden aangeboden tegen zeer concurrerende prijzen, met de kwaliteit en uitrusting die je normaal pas in hogere segmenten aantreft.
Mark van Aalderen (42) heeft onlangs het stokje overgenomen van Peter Oosterbaan als directeur van het TT Circuit Assen. De plek is voor hem allesbehalve nieuw: het circuit in Drenthe is al twintig jaar zijn werkterrein. Wie is de man die nu aan het roer zit? Waar staat hij voor? Wat gaat er veranderen? Hoe ziet de toekomst van de TT eruit? En komt de Formule 1 ooit nog naar Assen? In een openhartig gesprek spreekt Van Aalderen over ambitie, nuchterheid, uitdagingen en liefde voor motorsport.
Hoe ben je bij het TT Circuit Assen terechtgekomen?
‘Dat was als stagiair in 2005. Ik was wel eens bij de TT Assen geweest, want ik woon in de buurt – in Zuidlaren. Tijdens mijn studie aan de Hanzehogeschool, richting Communicatie, Marketing en Media, kwam er in mijn derde jaar een stageplek vrij bij het TT Circuit. Daar heb ik op gesolliciteerd. Eigenlijk zonder echt te weten wat voor grote organisatie erachter schuilging. Na een gesprek met de toenmalige perschef Willem Lute en Peter Oosterbaan – toen al directeur – werd ik na een korte procedure aangenomen. Niet als rasechte motorsportfan, maar ik had wel een brede interesse in topsport. Zo ben ik er eigenlijk ingerold.’
De British Superbikes was het eerste grote evenement dat Mark als directeur mocht organiseren. In 2026 keert de BSB terug naar Assen.
Wat was je rol tijdens je stage?
‘Ik was de assistent van perschef Willem. Hij gooide mij vanaf de eerste dag ongelooflijk in het diepe en daar heb ik mijn hele carrière profijt van gehad. Eigenlijk was ik meteen een volwaardig medewerker van het circuit. In een paar maanden tijd heeft hij me laten zien wat het circuit én het bedrijfsleven van je verwachten. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd.’
Heb je een voorbeeld van hoe je in het diepe bent gegooid?
‘Ik ben begin juni begonnen en dat is natuurlijk de allerdrukste periode op het circuit. Hij zei: “Dit zijn vijf MotoGP-coureurs. Je gaat met ze naar Amsterdam en je moet daar een premedia-event organiseren op de grachten. En o ja, we hebben nog geen boot. Succes ermee!” Ik was 22 jaar en ik dacht echt: wóów. Ik ben gewoon voor de leeuwen gegooid. Maar iedere keer als ik het moeilijk had of iets nodig was, stond hij voor mij klaar. Hij had op de achtergrond natuurlijk al wel van alles geregeld, maar toch dat moment vergeet ik nooit. Ik kon meteen vol aan de bak.’
En vanaf dat moment ben je altijd bij het circuit gebleven?
‘Na mijn stage ben ik twee jaar weggeweest. Ik heb aansluitend nog een studie sociologie gedaan, want ik wilde doorstuderen aan de universiteit. In die periode heeft Peter (Oosterbaan) mij meerdere keren gebeld met de vraag of ik terug wilde komen. In 2007 ben ik overstag gegaan en ben ik aan de slag gegaan als eventmanager. Ik heb bijna tien jaar op die afdeling gewerkt, die ik later ook als hoofd heb aangestuurd. Daarna ben ik marketingmanager geworden.’
Had je toen al in je achterhoofd dat je in de toekomst directeur zou willen worden?
‘Toen nog niet, dat is echt iets van de laatste jaren. Peter en ik waren vanaf het begin al heel close, maar toen ik de laatste drie of vier jaar steeds meer zijn rechterhand werd, ga je er wel eens over nadenken en van dromen. Maar altijd met het idee dat ik tevreden was met hoe het ging; ik was geen carrièrejager of zo. Toen het bestuur mij uiteindelijk benaderde en aangaf dat ze aan mij dachten als nieuwe directeur, had ik echt even tijd nodig om dat te laten landen. Want dat is toch echt iets anders dan werken in de luwte van een directeur. Dat merk ik nu ook meteen: het is een heel andere rol. Iedereen vindt wat van het circuit en jij bent degene die beslist.’
Peter Oosterbaan is 23 jaar directeur geweest en jij hebt 20 jaar met hem samengewerkt. Wat was hij voor een directeur?
‘Een hele goede teamplayer. Waar ik nu veel baat bij heb, is dat er een ontzettend sterk team staat. Dat zijn vijftien vaste medewerkers en zo’n 1.500 vrijwilligers, die eigenlijk het zichtbare werk doen. Zij maken het circuit. Dat team heeft Peter opgebouwd in een periode waarin het onrustig was in de motorsport. Toen hij hier 23 jaar geleden begon, was het lang niet zo stabiel als het nu is. Er zijn ook mensen die zeggen – en dat gaat mij een stapje te ver – dat ik in een gespreid bedje terecht ben gekomen. Dat kun je zo niet stellen, want hier gebeurt iedere dag wel iets en er is altijd wel iets dat geregeld moet worden. Maar wat wél zo is: er is een rustige en stabiele werksituatie gecreëerd. En dat hebben we aan Peter te danken.’
Tijdens een afscheidsfeest kreeg vertrekkend directeur Peter Oosterbaan uit handen van burgemeester Marco Out van Assen een Koninklijke onderscheiding: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, voor al zijn goede werk op het TT Circuit Assen.
En nu ben je directeur van het TT Circuit. Hoe voelt dat? Geeft dat een bepaalde spanning?
‘Het geeft vooral een gevoel van trots dat ik hier mag werken. Dat gevoel had ik al, maar het is alleen maar sterker geworden. Spanning? Nee, niet echt. Er gebeurt hier altijd wel iets. Soms moet dat onder hoge druk worden geregeld, maar ik vind het prettig om in zo’n omgeving te opereren. Natuurlijk zullen er ook dingen zijn die minder leuk zijn om te doen, maar ze moeten wél opgelost worden. En als dat dan lukt, is de voldoening alleen maar groter.’
Wat voor directeur zou je willen zijn?
‘Ik wil een zichtbare directeur zijn, benaderbaar en sociaal. Als je kijkt naar het belang van het TT Circuit voor de regio, dan gaat het vaak over economische cijfers. En ja, het economische effect van het circuit is groot. Maar dit jaar hebben we voor het eerst ook onderzocht wat het sociale effect is op de regio en dat blijkt nog veel groter te zijn. De TT is voor ontzettend veel mensen in deze omgeving belangrijk. Dat wil ik nog meer gaan uitdragen: het belang van het circuit voor Drenthe.’
Maar de MotoGP is niet alleen van Drenthe – het is de Grand Prix van Nederland.
‘De sport staat voorop. Dáárvoor zijn we hier. De TT is de oorsprong van alles wat we hier doen. Ik ga met veel plezier naar alle evenementen, maar er is uiteindelijk maar één reden waarom dit circuit er is: omdat de TT honderd jaar geleden is begonnen en 99 jaar geleden voor het eerst in Assen werd verreden.’
‘Elke tijd vraagt om een andere directeur. Wat ik de afgelopen jaren duidelijk heb zien veranderen – en dat is wezenlijk anders dan 20 jaar geleden – is de rol van social media en de digitalisering van de samenleving. Aan de ene kant biedt dat voor ons enorme kansen. We kunnen motorsport, toch een nichesport, zichtbaar maken voor een veel breder en nieuw publiek. Aan de andere kant moeten we ook goed leren omgaan met die digitalisering. Je moet er niet in doorslaan. We hebben een publiek dat historisch gezien erg trouw is aan ons. Dat wil niet te veel verandering. Dat moeten we altijd in het achterhoofd houden. Het wordt hier geen Koningsdag 2.0 en ook niet De Toppers. Nee, dat is niet wat ze van de TT verwachten. Mensen komen elk jaar naar de TT voor ongeveer dezelfde ervaring, met alle moderne ontwikkelingen die daarbij passen.’
Wat zijn de uitdagingen waar het circuit momenteel voor staat?
‘Als je kijkt naar de drie grote uitdagingen die we als circuit hebben, dan staat het op peil houden van ons vrijwilligerslegioen absoluut op nummer één. We hebben er 1.500 en dat zijn er al heel lang 1.500. Maar je ziet een verandering: vroeger konden mensen 30, 40, soms wel 50 dagen per jaar vrijwillig inzetbaar zijn. Nu zijn dat er misschien nog 10 of 15. Dan staan ze op zaterdag als vrijwilliger bij de voetbalclub en op zondag hier. Nederland heeft echt een sterke vrijwilligerscultuur. Maar we merken dat we er steeds harder aan moeten trekken. En het gaat dan niet alleen om de dames en heren in het oranje langs de baan, die iedereen ziet. Het zijn ook de medische teams, verkeersregelaars, kassamedewerkers… ze werken allemaal vrijwillig.’
Wat zijn de andere punten?
‘Het tweede punt is dat we ontzettend blij zijn met het nieuwe contract met Dorna en Liberty Media. Maar een rechtstreeks gevolg van zo’n nieuw contract – zeker als veel andere circuits daar ook op azen – is dat het fors duurder is geworden. Aangezien wij een stichting zonder winstoogmerk zijn, moet dat geld ergens vandaan komen. En dat komt uiteindelijk uit de ticketverkoop. We proberen de prijzen zo laag mogelijk te houden, maar het moet wel terugverdiend worden. Daarom moeten we ook meer bieden. Een goed randprogramma in Assen is altijd belangrijk geweest. We zijn dan ook erg blij dat Harley-Davidson is toegevoegd aan het TT-programma. Je zag het dit jaar ook al met de Legends Parade: meer actie op de baan, meer waar voor je geld. We kijken heel goed naar wat het TT-publiek wil. Zomaar een artiest op de baan zetten heeft geen zin, daar komen de mensen niet voor. Maar ze verwachten wél dat ze van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat vermaakt worden, met goede faciliteiten. En het derde punt is duurzaamheid. Daar doen we al veel aan, maar het blijft een uitdaging. Alle faciliteiten die we hier bouwen – ook in de komende jaren – krijgen standaard een duurzaam karakter.’
De MotoGP blijft in elk geval tot en met 2031 in Assen.
Het contract met de MotoGP loopt t/m 2031. Is er ook een plan mocht de MotoGP ooit wegvallen uit Assen?
‘Het plan is om nu al te investeren, zodat we er in 2030 – wanneer de onderhandelingen opnieuw starten – zó goed voor staan, dat er weer een nieuw contract komt. Daar moeten we nú mee beginnen. Dat kun je niet vijf jaar laten verslonzen. We gaan investeren in entertainment en faciliteiten. Plan 1, 2 en 3 is: het behoud van de MotoGP in Assen. We werken voor een stichting, en die heeft maar één doel – dat staat ook letterlijk zo in de statuten: het behoud van de TT voor Drenthe. Naast de TT, WorldSBK en BSB is ons circuit grotendeels een verhuurlocatie. Maar bij elk evenement en elke organisatie die hier komt, houden we altijd één vraag in het achterhoofd: is dit goed voor de TT? Want dát is en blijft ons enige doel.’
Je noemt investeren. Kun je vertellen over wat er op de planning staat?
‘Het mooie is dat we de afgelopen jaren al zoveel hebben gedaan aan het circuit zelf, dat er nu relatief weinig hoeft te veranderen – behalve dan de aanpassingen die de FIM jaarlijks van ons vraagt na hun keuring. Het grote werk zit in de publieksvoorzieningen. We zijn onder andere bezig met de aanleg van een nieuw wegennet rondom het circuit. Daarnaast kijken we naar andere faciliteiten die ten goede komen aan het publiek. Het project heet niet voor niets, ondanks dat het best prijzig is – zo’n vijf miljoen euro in totaal – The Finishing Touch. Die naam zegt eigenlijk alles: de kern van het circuit staat als een huis. Het gaat nu echt om de puntjes op de i.’
De Formule 1 in Zandvoort stopt. Assen wordt regelmatig genoemd als alternatief. Hebben jullie interesse?
‘Zandvoort heeft het ongelooflijk goed gedaan. Ik ben er meerdere keren geweest en het is écht een supergoed evenement. Wat je ziet, is dat zelfs als je alles perfect voor elkaar hebt – drie dagen lang volle tribunes, prachtig entertainment, goed georganiseerd – het in Nederland nog steeds niet lukt. En dat is denk ik de belangrijkste les. Zelfs als alles mee zit en de sponsoring op orde is – en er zitten echt grote sponsoren achter Zandvoort – dan nog hebben ze uiteindelijk de verstandige keuze moeten maken: het kan gewoon niet uit, dus we stoppen ermee na 2026. Ik vind het mooi dat mensen dan meteen naar Assen kijken. Dat is gewoon een compliment voor onze accommodatie. Het circuit ligt er fantastisch bij en dat komt omdat we hier al honderd jaar blijven investeren. Je kunt nooit zeggen dat het niet kan. In een verhuurconstructie zou het technisch en facilitair mogelijk zijn. Maar dan moet er wel een organisatie zijn die de fee aan de FOM (Formula One Management) kan betalen en die is vele malen hoger dan bij de MotoGP. Die organisatie zou het evenement dan hier moeten organiseren en ons circuit huren. Bovendien zou de FOM dat zelf ook moeten willen. We zien op dit moment juist een tendens dat de Formule 1 zich steeds verder terugtrekt uit West-Europa en vooral uit landen waar geen overheidssubsidie wordt verstrekt. Dus: zeg nooit nooit. Technisch zou het kunnen. Maar ik denk dat de kans ongelooflijk klein is. En mensen die makkelijk roepen: “Waarom doet Assen het niet gewoon?” – hebben geen idee wat er allemaal schuilgaat achter dat wereldje.’
De kans dat de Formule 1 van Zandvoort naar Assen verhuist, is volgens Mark heel klein.
Op naar de 100e TT Assen in 2031. Ervanuit gaande dat je dan nog steeds directeur bent, wat hoop je tegen die tijd bereikt te hebben?
‘Ik ga er zeker van uit, dat ik er dan nog ben. De TT behouden is natuurlijk het allerbelangrijkste, maar je wilt ook blijven doorgroeien. Wat mij persoonlijk heel blij maakt – ook als vader van twee kinderen – is dat het publiek aan het veranderen is. Het zijn nog steeds echte motorsportfans, maar ze nemen nu hun kinderen mee. Ook zie je steeds meer vrouwen op de tribunes. En het mooie is: de aantallen groeien. Ik zou dus heel tevreden zijn als we tegen die tijd nóg verder zijn gegroeid. De grootste kans daarvoor ligt op de vrijdag en zaterdag. Met de komst van de MotoGP Sprint en extra races is de zaterdag een volwaardige racedag geworden. Mijn droom zou zijn om drie dagen lang 100.000 toeschouwers te mogen verwelkomen. Daarnaast willen we een zo breed mogelijke kalender blijven aanbieden. Ik ben erg blij dat we nu drie grote motorsportevenementen organiseren: de WorldSBK, MotoGP en BSB. Dat is echt de basis van wat we hier doen. We zijn er uiteindelijk voor de motorsport, waarbij de auto’s ook welkom zijn.’
Foto’s: Damon Teerink, Marco Loman, ANP
Een luchtfoto uit 2023 die een mooi overzicht geeft van het TT Circuit Assen.
Start van de MXGP-Open klasse in het bijzonder sfeervolle Crawfordsville met voorin Jo Shimoda (81), Liam Everts (48), Jett Lawrence (1), Isak Gifting (61), Lucas Coenen (46) en Hunter Lawrence (3).
Voor de start van de races op zondag was de Nederlandse equipe in het Amerikaanse Crawfordsville al uitgeschakeld, omdat Glenn Coldenhoff na de eerste dag geblesseerd moest afhaken. Australië won vóór de Amerikanen, met de Fransen als derde.
Vooraf was er nogal wat te doen over de keuze van KNMV-bondscoach Barry Forschelen. Al in een vroeg stadium – ruim een week voor de MXGP van Arnhem – maakte hij zijn selectie bekend van het trio dat Nederland zou vertegenwoordigen op het wereldkampioenschap voor landenteams, de Motocross of Nations. Op dat moment was Jeffrey Herlings net weer terug op de circuits na zijn sleutelbeenbreuk. Nog niet duidelijk was hoe sterk Herlings terug zou komen. Forschelen koos er niet voor af te wachten hoe Herlings zou presteren, maar koos voor Kay de Wolf (MX2), Glenn Coldenhoff (MXGP) en Calvin Vlaanderen (Open klasse). Herlings werd aangewezen als reserve en gaf te kennen zich te kunnen vinden in deze keuze.
In het weekend na de bekendmaking van het Nederlandse team werd Herlings in de Zweedse GP in beide manches tweede, een week later in Arnhem won hij al z’n drie races, in Turkije werd hij tweede en eerste, in China zegevierde hij in beide manches en hij sloot het seizoen af met een tweede plaats in Australië, waar vanwege de weersomstandigheden de tweede manche niet werd verreden.
Om Herlings alsnog een plaats in het Nederlandse team te geven, had of Coldenhoff of Vlaanderen gepasseerd moeten worden. Een dergelijke stap had ook gegarandeerd tot kritiek geleid en was niet elegant geweest richting de betrokken rijder. Achteraf bekeken had Forschelen beter kunnen afwachten in welke vorm Herlings zou terugkeren en had hij later zijn team bekend kunnen maken. Er was namelijk geen enkele reden om al anderhalve maand voor de MXoN een selectie door te geven. Daar had best enkele weken mee gewacht kunnen worden. Buiten kijf staat dat ook zonder Herlings, die niet afreisde naar de VS, Nederland op papier een ijzersterk team inzette met de nummer twee van de MX2 en de nummers drie en zes van de MXGP. (Ondanks het missen van vijf GP’s werd Herlings vijfde…).
Nederland telt niet mee
In de GP’s bepaalt de tijdtraining de opstelling voor de kwalificatierace en het resultaat daarvan is bepalend voor de volgorde van oprijden naar het starthek in de beide manches. Bij de MXoN worden drie kwalificatieraces verreden, voor elk van de drie categorieën één. De opstelling achter het starthek wordt bepaald door loting. In Crawfordsville, gelegen in de staat Indiana, was het lot Nederland goed gezind met de achtste startplaats. Van de toonaangevende landen lootte alleen Australië met een zevende plaats beter. Pech was er voor de Amerikanen die plek 35 lootten; er deden 37 landenteams mee.
Van de drie resultaten tellen de beste twee mee. Voor Nederland pakte dat goed uit met een tweede plaats voor Kay de Wolf en een derde voor Calvin Vlaanderen. Glenn Coldenhoff had de pech dat hij ten val kwam over een gevallen rijder. Hij viel uit. Dat was op zich geen probleem, maar hij raakte behoorlijk geblesseerd aan zijn schouder en rug. Coldenhoff wilde in zijn dertiende achtereenvolgende deelname aan de MXoN met pijnstillers rijden, maar kwam op zondagmorgen niet door de medische keuring. Nog voor er een meter was gereden was Nederland daarom op de Ironman Raceway al uitgeschakeld voor een goede klassering, omdat voor het klassement de beste vijf van de zes resultaten tellen en Nederland door het noodgedwongen afhaken van Coldenhoff slechts tot maximaal vier uitslagen kon komen. Coldenhoff overkwam twee jaar geleden in het Franse Ernée hetzelfde, ook toen moest hij op zondag geblesseerd afhaken. In de voorgaande twaalf edities van de MXoN stond Coldenhoff zes keer op het podium, met als hoogtepunt de overwinning in Assen in 2019 samen met Herlings en Vlaanderen. Daarnaast werd hij tweede in 2016 (Maggiora), 2017 (Matterley Basin), 2018 (Redbud) en 2021 (Mantova) en derde afgelopen jaar in Matterley Basin.
1 van 3
Met voormalig GP-rijder Michael Byrne als teammanager won Australië met de rijders Jett Lawrence, Hunter Lawrence en Kyle Webster.
Met twee overwinningen was Hunter Lawrence de sterkste rijder van het winnende Australische trio.
Het Nederlandse trio Glenn Coldenhoff, Calvin Vlaanderen en Kay de Wolf was kansloos door het geblesseerd afhaken van Coldenhoff.
Geen twee topresultaten
Duitsland zag z’n kans op een medaille in rook opgaan in de eerste race, waarin de MXGP- en de MX2-rijders aantraden. In het verleden werd er een uitslag per categorie opgemaakt, maar daar is al geruime tijd geleden een eind aan gemaakt. Dat komt de strijd ten goede, want voor een MX2-rijder die eerste in zijn klasse was, bestond er geen enkele reden om te proberen een plaatsje winst te boeken. Dat is sinds de wijziging van de regels wel het geval. Meteen na de start schoof de al lang in Amerika rijdende Duitser Ken Roczen onderuit. Pas heel laat kon hij zijn race vervolgen; meer dan de achttiende plaats zat er voor hem niet meer in. Landgenoot Simon Längenfelder viel in de eerste ronde uit, waardoor de klassering van Roczen geen schrapresultaat kon worden. De Italianen hadden met Andrea Adamo als twaalfde hun beste uitslag. Veteraan Tony Cairoli kwam door een val in de beginfase niet verder dan de 25e plaats.
Voor de spanning was het goed dat geen enkel land twee echt goede uitslagen kon noteren. De Amerikanen leidden dankzij de vierde plaats van Eli Tomac en de tiende van Justin Cooper. De Fransen werden vijfde (Roman Febvre) en negende (Mathis Valin). Racewinnaar Jett Lawrence zag zijn Australische MX2-teamgenoot Kyle Webster slechts vijftiende worden. De Belgen verspeelden een voorlopig hoge klassering, omdat Sacha Coenen op de tiende plaats liggend in de slotronde door problemen met z’n rem onderuitging en als twintigste over de finish kwam. Broer Lucas deed het met de tweede plaats uitstekend. Derde man Tim Gajser zag zijn MX2-teamgenoot Jaka Peklaj slechts 33e worden.
Kay de Wolf was aanvankelijk tweede MX2-rijder achter Sacha Coenen, ruim voor de helft van de race kwam hij voor Coenen. Later was Valin even de eerste MX2-rijder, maar na 30 minuten plus twee ronden was De Wolf op de finish achter zeven MXGP-rijders de beste van zijn categorie.
De Wolf beste in MX2
In de race van de MX2 en de Open klasse was in de beginfase de Amerikaan Cooper de beste MX2-rijder, maar in de zesde ronde werd hij gepasseerd door De Wolf, die tot aan het eind de beste van zijn categorie bleef. Hij werd als achtste afgevlagd. Eén positie na hem kwam Vlaanderen over de finish. Als team kwam Nederland er dus niet aan te pas, maar er was wel een troostprijs voor Kay de Wolf die beste MX2-rijder was voor Justin Cooper en Mathis Valin.
Ondanks twee kleine valpartijen ging de zege naar Hunter Lawrence. Teamgenoot Webster verloor enige plaatsen door een val, maar werd nog wel veertiende, waardoor Australië na twee races met 30 punten aan de leiding ging. De Amerikanen zagen RJ Hampshire twee keer onderuitgaan. De eerste keer toen hij probeerde de Sloveen Jan Pancar van de tweede plaats te verdringen. In de laatste ronde ging hij nog een keer naar de bodem en kwam als zevende over de finish. Met teamgenoot Cooper als tiende was het voor de Amerikanen nog best een redelijk resultaat, wat in de stand de voorlopige tweede plaats opleverde met 31 punten. De tweede plaats was voor de Japanner Jo Shimoda. Pancar deed goede zaken voor Slovenië met zijn derde plaats, maar Peklaj eindigde wederom in de achterhoede. Liam Everts, op een 450-Husqvarna, deed het voortreffelijk met een vierde plaats. Opnieuw eindigde Sacha Coenen laag; deze keer werd hij gehinderd door een pijnlijke pols, waardoor de Belgen op 47 punten kwamen. De Fransen bleven goed meetellen met Renaux als vijfde en Valin als veertiende, wat hen na twee races 33 punten opleverde. Duitsland viel definitief af door het niet starten van Längenfelder, die aan zijn val in de eerste race een schouderblessure had overgehouden.
Kay de Wolf was in beide races de beste MX2-rijder.
Spannend tot het eind
Na de eerste doorkomst van de slotrace was nog geen zinnig woord te zeggen over de teamuitslag. Op dat moment leidde Australië (met Hunter Lawrence als koploper) met 31 punten voor België (Lucas Coenen derde en Everts vierde) met 33 punten en Frankrijk met 35 punten. Naarmate de race vorderde werd steeds duidelijker dat de Australiërs na vorig jaar opnieuw de Chamberlain Trophy zouden winnen, want Hunter Lawrence handhaafde zich gemakkelijk op kop, terwijl Jett Lawrence na een val als een wervelwind naar voren vloog en uiteindelijk derde werd. De Australische overmacht bleek ook uit de eerste plaatsen individueel van Hunter Lawrence (Open klasse) en Jett Lawrence (MXGP).
België leek de tweede plaats vast te kunnen houden met Lucas Coenen op de tweede plaats. Hij kwam echter ten val en viel terug tot buiten de top-tien, waardoor België van het podium duikelde. Hoewel hij nog terugkwam tot de negende plaats zat er voor de Belgen niet meer dan de vierde plaats in.
De tweede plaats wisselde voortdurend tussen de Fransen en de Amerikanen. Toen Febvre Shimoda passeerde hadden de Fransen de tweede plaats in handen. Voor de Amerikanen moest Tomac de tweede plaats in handen houden, want Hampshire was uitgevallen. In de laatste ronde verdrong de Zweed Isak Gifting Renaux van de achtste plaats, waardoor de Amerikanen weer op de zilveren positie terechtkwamen. Ze hadden evenveel punten als de Fransen, maar behaalden hogere klasseringen.
Voor Nederland eindigde de MXoN in mineur, want Vlaanderen viel al in de beginfase uit. Nederland werd als negentiende geklasseerd. Hopelijk gaat het volgend jaar in het Franse Ernée beter met het Nederlandse team, dat in 2027 in Assen weer een thuiswedstrijd heeft.
Foto’s: Infront
MXoN Verenigde Staten 2025 uitslagen
Kwalificatie MX2: 1. S. Coenen; 2. De Wolf; 3. Cooper; 4. Längenfelder; 5. Webster; 6. McLellan; 7. Farres; 8. Valin; 9. J. M. Reisulis; 10. Adamo
Op een van de warmste dagen van het jaar is het moment dan eindelijk daar. Na de bouw op afstand gevolgd te hebben, krijg ik van Tim Bilterest vanuit België een seintje dat zijn project helemaal af is. Een vroege jaren 60 stijl chopper, met de nodige handgemaakte parts en een flinke dosis karakter. Dat alles gebouwd in een klein en meestal akelig koud schuurtje…
Tim reed al heel wat jaren rond op zijn flink verbouwde FXWG uit 1984. Ooit was deze nagenoeg origineel gekocht, maar een standaard fiets is ook maar zo saai. Tim heeft al verschillende motoren gehad en gaandeweg kwam hij erachter dat het sleutelen en verbouwen iets is waar hij veel voldoening uit haalt. Elke winter werd er dan ook druk gesleuteld om in het voorjaar weer met een vernieuwde versie van de Shovel uit de schuur te kunnen komen. Een aantal jaren geleden sloeg het motorische noodlot echter toe en bleek dat het Shovelblok zijn laatste klappen gemaakt had. Ondanks deze tegenslag en met morele steun van Tinneke, werd het blok weggebracht om het te laten reviseren.
Meer Tim
Naam
Tim Bilterest
Bouwjaar
1980
Beroep
brandweerman
Drank
koud biertje
Eten
pizza
Liefde
Tinneke en 2 kinderen (Toke en Jasper)
Muziek
Punk/Hardcore
Hobby
sleutelen, motorrijden
Motoren
ja, meerdere
Levensmotto
Positive Mental Attitude (Bad Brains!)
1 van 8
HARDTAIL
Terwijl het blok vakkundig gereviseerd werd, begon er bij Tim toch iets anders te knagen. Zijn stille wens voor deze Shovelhead was altijd al geweest om er een hardtail chopper van te maken. Nu hij toch niet kon rijden, besloot hij om zijn tijd nuttig te besteden en langzaamaan onderdelen te gaan verzamelen. Om niet zijn eigen originele frame te hoeven verzagen, zocht en vond hij een donorframe dat dienst zou kunnen doen als basis voor het hardtail frame. Na de aankoop van ook een setje gietijzeren schetsplaten werd het frame afgeleverd in Limburg, zodat Giel Philipsen (Roll Without Control) het frame vakkundig kon ombouwen naar een hardtail. Om de basislook compleet te maken, werd bij RJC-Choppers een nieuwe springer besteld. In eerste oogopslag moest de chopper een kloon worden van een vroege jaren 60 chopper, dus geen overstock lengte, maar een standaard lengte vork om in de korte gedrongen stijl te blijven van de eerste ‘echte’ choppers. De voorvork werd ook bij Giel afgegeven zodat deze een oud Honda remtrommeltje op maat kon maken voor de springer, een behoorlijke technische uitdaging. Na een aantal weken kon het frame afgehaald worden en kon op het gemak gestart worden met de rest van hardtail chopper. Het Shovelblok was inmiddels weer gereed en werd daarom eerst terug in het oorspronkelijk frame gelepeld zodat er weer gereden kon worden.
ELEKTRA ZADELTAS
Met de basis weer thuis, werd stukje bij beetje de rest van de motor verzameld en opgebouwd. Met een oud 16” wiel in het frame werd een start gemaakt met de achterkant. Hiervoor werd een flat fender smaller gemaakt en werd van staal een stevige sissybar gemaakt. Door het nummerbord met busjes aan de sissybar te maken, ontstonden gelijk ideale bevestigingen om een tas stevig aan de sissybar vast te kunnen maken. Ideaal voor de langere trips die bij Tim elke zomer op de kalender staan. Voor de tank was de vorm al vanaf dag één bekend. Op de swingarmbike heeft ook een tijdlang een Wassel gezeten, dus deze werd ook op het hardtail frame gezet. Dit keer alleen geen low-tunnel versie maar een mid-tunnel, zodat hij lekker ver over het frame zakt. Voor de olieopslag werd van een oude horseshoe een passende olietank gemaakt. Het eerste plan was om de oude primair met elektrische start terug te plaatsen. De olietank, die bedoeld was voor een 6V accu, werd daarom aangepast, zodat er een oliefilter in de tank kon. Alle elektra verhuisde naar de zadeltas die al voorzien was voor de linkerkant. Om de basis af te maken, werd een LeBeef zadelplaat door CKL (Nico, @chico_72) bekleed met een stukje koeienhuid. Omdat het geen ‘standaard’ zadeltje met P-pad mocht worden, kreeg Nico volledig de vrije hand en werd dit unieke patroon aangebracht op het zadeltje en P-pad.
De basis was nu grotendeels klaar en het blok kon weer uit de swingarm gehaald worden. Vervolgens werd er een jaartje gereden met de hardtail in deze vorm om te controleren of er nog aanpassingen moesten worden gedaan. Laat het nu alleen net zo zijn dat Tim op dat moment tegen een felbegeerde Ratchet top 4-bak aanloopt. Een 60’s style chopper met suicide shift en direct schakelen op de bak past veel beter bij deze stijl, dus werd deze aangeschaft en in het frame gezet. Via een swapmeet werd een primaire kast gevonden die perfect past bij de stijl van de motor. Als finishing touch kwam een in hars gegoten paardenbloem als jockey shifterknob. Nu toch al van het oorspronkelijke idee werd afgeweken, keek Tim ook nog eens naar het achterwiel. In principe was alles pas gemaakt om het originele achterwiel met schijfrem te monteren. Tim’s zoektocht ging echter verder en er werd nu een hydraulische remtrommel gevonden die veel beter bij de stijl van de motor paste en ook nog eens zonder al te veel aanpassingen in het frame kon. Na alles pas gemaakt te hebben, werd de naaf naar Ralph gebracht om deze vakkundig te laten spaken. In plaats van 16” dan ook gelijk maar 18”, zodat de look helemaal af was.
PRIMER
Tijdens het bouwen werden frame en tank in de primer gezet om alles te beschermen. Zo kon Tim naar hartenlust ruim 40 uur besteden aan het ‘webben’ van zijn balhoofd zonder zich druk te maken over roestvorming. Naarmate de bouw vorderde, werd alles steeds meer in deze vanillekleurige primer gezet en de kleur sloeg aan. Daarom werd alles uiteindelijk door Tim zelf in deze kleur gespoten, als basiskleur. De tank werd vervolgens naar Cheapo gebracht om deze te voorzien van een wederom uniek patroon. Tim’s enige twee eisen waren dat het zou passen bij het zadel en duidelijk anders zou zijn dan alle andere choppers. Daarmee ging Cheapo aan de slag, met dit resultaat als gevolg. De tank was geweldig, maar er ontbrak nog wat, het was nog geen geheel. Cheapo kwam daarom bij Tim in de schuur langs en bracht alle striping op het frame aan. Bewust alles zonder laklaag zodat er uiteindelijk een ‘doorleefde’ look ontstaat.
VOLGENDE PROJECT
Al met al heeft Tim een unieke chopper weten neer te zetten die op het eerste gezicht zo uit een jaren 60 film lijkt te zijn gereden. Met veel bijzondere details zoals de olietank, het aangepaste stuur, de schakelpook, het spuitwerk, het zadel en zelfs een van zijn eigen kiezen (!) als stationair schroef, is dit toch een zeer uitzonderlijke chopper. Dat dit door meerdere mensen zo gezien wordt, blijkt wel uit de belangstelling voor deze creatie. Naast een ereplaats op Matchlight Motorcycle Show heeft Tim inmiddels ook al de ‘Best of Show’ prijs gewonnen op de Sandhills Bikeshow van Brotherhood MC Antwerp. Terechte erkenning voor een unieke chopper waarvan alleen nog het blok en de koplamp verwijzen naar de FXWG zoals hij ooit zijn leven begon. Wat is er dan gebeurd met de rest van de onderdelen hoor ik je denken? Nou, met alle resten en een donorblok is Tim inmiddels druk bezig met zijn volgende project. Het zal denk ik dan ook niet lang duren voor we weer naar België rijden om dit van dichtbij te kunnen bekijken.
Tekst en fotografie: Rick Cazemier
SPECIFICATIES VANILLA VIXEN
ALGEMEEN
Merk:
Harley-Davidson
Type:
Eigenbouw
MOTORBLOK
Merk en type:
Harley-Davidson Shovelhead
Bouwjaar:
1984
Cilinderinhoud:
1340 cc
Versnellingsbak:
Ratchet top 4-bak
Ontsteking:
Dyna-S
Carburatie:
CV
Luchtfilter:
Eigenbouw
Uitlaat:
Eigenbouw
RIJWIELGEDEELTE
Frame:
eigenbouw hardtail
Voorwiel:
21”
Voorband:
Heidenau
Voorrem:
remtrommel Honda 70’s crosser
Voorvork:
originele springer van RJC-Choppers
Balhoofdplaten:
origineel springer
Achterwiel:
18”
Achterband:
Shinko
Achterrem:
originele hydraulische remtrommel
DIVERSEN
Stuur:
Eigenbouw
Hendels:
FL-style remhendel
Handvatten:
Fishscale van Dock66
Koplamp:
Origineel FXWG
Knipperlichten:
handen gebruiken
Forward controls:
eigenbouw
Benzinetank:
Wassel
Zadel:
Eigenbouw door CKL
Achterspatbord:
versmalde flat fender
Achterlicht:
custom Box light
SPUITWERK
Kleur:
Vanille basislaag met custom paint in rood/oker.
Spuiter:
Tim (Vanille basislaag), special paint en pinstriping door Cheapo.
DANK AAN
Giel (Roll Without Control) voor het frame en de voorrem conversie voor springer
Nico voor de zadelbekleding
Cheapo voor de special paint
Ralph (OG Spokeman) voor de wielen
Mijn gezin voor hun steun en geduld
Mijn vrienden voor hun hulp (special thanks to P-cock)
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.