zaterdag 2 augustus 2025
Home Blog Pagina 455

Techniek: naafbesturing Bimota Tesi H2

0
naafbesturing

Een uitgeklede Bimota Tesi H2 zou bij de leek wel eens het betere regenwormgevoel kunnen opwekken: wat is nu eigenlijk de voor- en achterzijde van dit ding? Het mechanische kunstwerkje heeft immers zowel voor als achteraan een swingarm zitten, waarbij de voorste voorzien is van zogenaamde naafbesturing. Maar wat is dat nu eigenlijk, hoe werkt het en wat zijn de voor- en nadelen?

Laat ons bij een standaardvoortrein beginnen: een doorsnee voorvork – conventioneel of UPSD – biedt de motorrijder veel voordelen. Ze zijn vrij goedkoop te bouwen, relatief licht, stijf genoeg en zorgen voor de nodige feedback bij het insturen. Het probleem is dat ze een meervoudig takenpakket hebben: lastwissels bij accelereren en afremmen hebben invloed op de vering en demping, ook bij het insturen moet de hele zaak vol aan de bak teneinde stabiel door de bocht te gaan en dan is er ook nog wat flex in de materialen zelf.

Test Bimota Tesi H2: Mechanisch meesterwerk

De oplossing lijkt simpel: de hele zaak steviger maken met een zwaarder balhoofd en ditto kroonplaten, dikkere vorkpoten en stijvere veren. Maar dat maakt de boel dan weer zo stijf dat je – je rug indachtig – maar beter over een biljartvlakke ondergrond kunt racen…

Bimota’s voorste swingarm met naafbesturing klinkt als een pasklaar antwoord: het systeem splitst remmen, sturen en demping, zodat elke functie afzonderlijk z’n werk kan doen, zonder elkaar te beïnvloeden. Elke kracht die op de voorzijde werkt – vering/demping, acceleratie/remmen, sturen – is voorzien van een eigen, direct belastingstraject. ‘De meest rechtstreekse verbinding tussen motor en wielen’, noemen ze het concept in Rimini. En daar is niks van gelogen.

Naafbesturing

Op de plaats waar je normaal de monoshock zou aantreffen die de swingarm achteraan bedient, zitten op de Tesi H2 twee Öhlins TTX36-units broederlijk naast elkaar gemonteerd. De ene dempt en veert daadwerkelijk de achterhand, de andere vervangt de ophangingsfunctie van de voorvork, via een link die je aan de linkerzijde van de motor ziet lopen, van de voetsteunen tot het bevestigingspunt op de voorste swingarm. Die bestaat uit twee helften van billet aluminium, die door een tussenstuk van carbon met elkaar zijn verlijmd. De extra rigiditeit van het carbon verzekert dat de stijfheid in de linkerhelft van de swingarm – de kant waarmee de demping is verbonden – ook in de rechterhelft overeind blijft.

Sturen gebeurt dan weer via een door het kuipwerk verborgen constructie van drie verbindingsstangen en twee scharnierpunten (exclusief de bevestiging aan het balhoofd zelf, en het uiteinde van de spoorstang bovenaan de naaf). Op de foto’s is dat de bovenste stang, die net naast de remklauw verbonden is met de naaf. Op deze manier kan het voorwiel zowel links als rechts tot 30° om zijn naaf roteren. We haalden het hierboven al even aan, maar deze opsplitsing zorgt ervoor dat het stuurgedrag niet wordt beïnvloed door remmen of in- en uitveren. Waardoor Bimota ook voor een stuk zachtere veren kon kiezen, die nagenoeg alle oneffenheden wegvreten zonder ook maar een tikkeltje aan comfort of stabiliteit in te boeten. Bij een normale motor veranderen balhoofdhoek en naloop tijdens het induiken van de vorkpoten (insturen en/of remmen) of uitveren (acceleratie). Op de Tesi H2 blijven die waarden identiek, waardoor je een erg constant stuurgevoel overhoudt. Of je nu door de stad tuft of er alles uit perst op circuit.

Blok = frame

Aangezien de ophanging niet is verbonden met het stuur zelf, hoefde Bimota niet voor een zwaar balhoofd of ditto kroonplaten te zorgen. Zelfs het frame zelf mocht op de schop: het blok fungeert niet alleen als extra dragende structuur, het ís het gewoon het frame. Afgezien van een klein voorste subframe voor de bevestiging van het kuipwerk, het stuur en bijbehorende scharnierpunten, zit de rest middels enkele beugeltjes op het Kawasaki H2-blok gebout. Een aanvullend voordeel is de opmerkelijke gewichtsbesparing: we konden de volledige voorste swingarm met gemak met één hand tillen. Wat met een totaalgewicht (inclusief naaf) van 3,8 kg niet hoeft te verwonderen.

Techniek Tweecilinder lijnmotoren: Parallel of niet

Een en al voordelen, dus? Wel, niet helemaal. Enerzijds zijn er uiteraard de hogere productiekosten. Voorvorken vind je in alle maten, settings en kleuren, waardoor ze vrij goedkoop te bouwen zijn. Bimota’s naafbesturing is een uniek stukje vakmanschap waarvan er niet zomaar even duizenden stuks voorhanden zijn. Ook de specifieke opbouw uit billet alu en carbon kost aardig wat duiten. Al gokken wij dat de gemiddelde koper van een Tesi H2 daar niet om maalt. En veel verbindingen brengen onvermijdelijk ook wat speling met zich mee, wat dan weer voor een minder precies stuurgevoel kan zorgen. En de complexiteit van het geheel zorgt ervoor dat je niet zomaar even bij je lokale sleutelaar op de koffie gaat om de boel te laten reviseren…

Zwaartepunt verplaatsen

Een ander knap staaltje techniek – en een gevolg van de Tesi-ophanging – is dat je het zwaartepunt op de Tesi H2 makkelijk kan verplaatsen, door de zadelhoogte parallel met de ondergrond te verstellen. Een vijftiental centimeter onder het zadel kan je namelijk een excentrisch stelwiel vinden, waarmee je met een speciale tool de zithoogte kan aanpassen over 20 millimeter (10 mm omhoog en 10 mm omlaag vanaf de standaard zadelhoogte). Dat alles zonder de balhoofdhoek of de naloop ook maar een graad of millimeter te veranderen. Dit is een veel directere ingreep dan enkel de veervoorspanning aanpassen en heeft een instant effect op het rijgedrag op circuit. Logischerwijs stel je na zo’n ingreep ook de Öhlins-ophanging even bij op zo’n moment, om de bijpassende setting te vinden. De voetsteunen laten zich overigens net zo met een excentrisch stelwiel verstellen.

Droomreis Dubai & Oman: luxe in combinatie met exotische sprookjes

0
Droomreis Dubai & Oman

De Verenigde Arabische Emiraten en het aan de Straat van Hormuz gelegen Sultanaat Oman. De magische klank van deze landen roept onmiddellijk beelden op van immense luxe in combinatie met exotische sprookjes van 1001-Nacht.

Maar wat maakt de Emiraten en Oman nu precies de moeite van het reizen waard? In een notendop: het gaat om de onvoorstelbare melange van ons verlangen naar de moderne dingen in het leven en onze liefde voor traditionele dingen. In ons geval vertegenwoordigen de Emiraten het moderne deel, terwijl het Sultanaat Oman, hoewel inmiddels ook geëvolueerd tot een moderne Arabische staat, zijn unieke indruk van een legendarische en exotische bestemming heeft weten te behouden, die je betovert door het onverwacht gevarieerde landschap en nog meer door de gastvrije Omaanse bevolking.

Als we onze rondreis door Oman beginnen vanuit de Verenigde Arabische Emiraten, willen we eerst dit deel van het Arabische schiereiland leren kennen. Het gebied rond de Hatta-dam geeft ons de kans om meer te leren over de watervoorziening van een woestijnland. Als je naar het geluid van de golven luistert, kun je je gemakkelijk voorstellen hoe de Portugese zeevaarders rond 1500 met hun grote zeilschepen op de Omaanse kust landden. Als contrast zullen de fabelachtige, droomachtige luxehotels langs de kust ons de perfecte en harmonieuze overgang naar een moderne wereld laten zien. We rijden over kronkelende wegen naar de adembenemend ruige bergketens, die tot drie kilometer hoog oprijzen en aan de kust grenzen.

Maar dan, als verrassing tijdens het volgen van de gemakkelijk begaanbare, uitgedroogde rivierdalen, onthullen deze bergen magische turquoise oases met een onverwachte overvloed aan water en vegetatie.

Lees hier alles over de droomreis Adventure Dubai & Oman.

Over Edelweiss Bike Travel

Sinds 1980 organiseert Edelweiss Bike Travel motorreizen in stijl. De reizen staan synoniem voor kwaliteit, betrouwbaarheid, deskundigheid en know-how. Niet voor niets hanteren ze het motto ‘The best ride there is’. Ruim 46.000 motorrijders zullen dat beamen.

Lees hier alles over de droomreis Adventure Dubai & Oman

Tourdata

1 – 13 februari 2023
29 november – 11 december 2023

Voge 900 DS staat voor 2023 in de planning

0

Eerder in oktober 2022 kregen we te horen dat de Chinese motorfietsfabrikant Voge een nieuwe middelgrote adventure bike zou uitbrengen, genaamd de 900 DS. Deze motorfiets moest het beste vertegenwoordigen van wat Loncin te bieden heeft. Nu is de tijd eindelijk gekomen om hem in volle glorie te onthullen.

Inderdaad, veel van de gespeculeerde details over de 900 DS zijn bevestigd, met als belangrijkste het feit dat hij veel gemeen heeft met de BMW F 850 GS. Voor wie het niet weet, BMW betrekt zijn blokken voor de 850- en 900-modellen van de Chinese fabrikant Loncin. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Loncin, via zijn premium merk Voge, besloten heeft om met een eigen versie van BMW’s middelgrote ADV te komen.

Test 2022 Voge 500DSX: ‘Is het een Ducati?’

De Voge 900 DS heeft hetzelfde blok als de BMW F 900 R, een vloeistofgekoelde paralleltwin van 895 cc met brandstofinjectie die 96,5 pk en 64 Nm koppel levert. Het vermogen wordt naar het achterwiel gestuurd via een zesversnellingsbak met standaard een up- en down quickshifter en een slipperkoppeling om slordig terugschakelen te voorkomen. Aan deze indrukwekkende aandrijflijn is een keur aan geavanceerde elektronica gekoppeld die allemaal worden aangestuurd door een ride-by-wire-systeem, waardoor de rijder toegang heeft tot diverse rijmodi.

Alle relevante rij-informatie wordt weergegeven via een groot tft-kleurenscherm dat sterk lijkt op de interfaces van BMW. Andere kenmerken zijn een volledig led-verlichting met mistlampen, een 12V-contact en een USB-poort op het dashboard. Extra voorzieningen zijn cruise control, verwarmde handgrepen en zadel, en een volledige set aluminium bagage bestaande uit zijkoffers en een topkoffer.

De Voge 900 DS maakt gebruik van een eersteklas onderstel. Om te beginnen vinden we volledig verstelbare voorvork met een verstelbare, centraal gemonteerde monoshock achter. De remmen bestaan uit Brembo-hardware en zijn voorzien van dual-channel ABS. Zoals het geval is met de meeste trail-georiënteerde enduro ADV’s, rolt de 900 DS op een 21-inch spaakwiel voor en 17-inch spaakwiel achter, en beschikt hij over een indrukwekkende bodemvrijheid van 825 millimeter. Dankzij het vrij traditionele stalen frame is de motor met 220 kilogram droog echter behoorlijk zwaar.

Clubrit Noord-Holland: pittoreske plaatsen in prachtige landschappen

2

De ‘toeristenstreek van Nederland’, beter kun je de omgeving van de startplaats niet omschrijven. Amsterdam, Marken, Monnickendam, Ilpendam, Zaandam, Twisk en Den Oever; je komt er allemaal. Mooie gebieden en pittoreske plaatsen met watertjes en veel houten woningen liggen in het Noord-Hollandse land verspreid. Je kunt er authentieke stolpboerderijen bekijken. En er zijn natuurlijk de Zuiderzeewerken.

UPDATE 18 november 2022 – De route die is niet helemaal mogelijk. Na de Schellingwoudebrug gaat de route via Durgerdam en Uitdam naar Marken. Maar de dijk tussen Durgerdam en Uitdam is afgesloten, vanwege werkzaamheden door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Je kunt het best omrijden via Ransdorp, Zunderdorp, Broek in Waterland en Zuiderwoude.

Tekst en Fotografie: Tom Boudewijns

Enkele dagen Amsterdam, een niet te versmaden aanbod

Als je Amsterdam wilt gaan bekijken, kun je beter een aantal dagen extra nemen, want er is zoveel te beleven dat het beslist niet in één dag lukt. Een aanrader is bijvoorbeeld een rondvaart van ongeveer anderhalf uur vanaf het Leidseplein. Die gaat over de mooiste grachten waar de bekende Nederlanders wonen. Vervolgens gezellig verpozen op het Leidseplein, een wandeling maken naar De Dam en daar bij het monument ‘mensen kijken’.

Een rondvaart maken in Amsterdam is zeker een aanrader.

Marken, dorp met smalle straatjes, haventje en alleen wandelaars

Door een lange dijk is Marken sinds 1957 met het vasteland verbonden. Eenmaal op het voormalige eiland, dat een omtrek heeft van ruim negen kilometer, heb je geen motor of auto meer nodig. De 2000 inwoners wandelen of fietsen door de smalle straatjes en langs de huisjes met de harmonicagordijntjes. Een deurbel is er niet, want een klop met de klepel is voldoende. Marken ontstond in de dertiende eeuw, toen de Juliaansvloed een stuk land wegsloeg.

Monnickendam met zijn stadhuis en Speeltoren

Als je Monnickendam wilt gaan bekijken, zijn de aanraders de Kerkstraat, Zarken en het Noordeinde. Aan het Noordeinde staat het Stadhuis uit 1746 met het symbool van het stadje, een monnik. Hier staat ook het oudheidkundig museum de Speeltoren met zijn klokkenspel van achttien klokken. Bekijk ook eens de haven met zijn oude visrokerijen en de oude visafslag.

Clubrit Limburg/Duitsland: door het land van asperges en champignons

Volendam, een toeristenplaats waar iedereen gelijk is

Het leven is bruisend in het ‘palingdorp’ Volendam, zo anders dan in Marken en Edam. In het beeld van Holland komen de Volendamse vrouwen nog altijd voor als de draagsters van het mutsje met de omhoogstekende flappen. Het is nog altijd mogelijk om aan de haven een foto te laten maken waarin je bent gehuld in het Volendams kostuum. Er is keus uit 200 kostuums.

De dijk van Volendam even op, het pak uit en een andere broek aan.

De Zaanse Schans, een beschermd stukje cultuur en architectuur

Buitenlandse toeristen bezoeken massaal de Zaanse Schans. Het is van oorsprong een soort reservaat, een beschermd stukje Nederlandse architectuur en cultuur. Er wonen en werken gewoon Nederlanders. Bezoekers kunnen er door een polderlandschap met sloten, wilgen, kippen en schapen lopen. Ook zijn er driehonderd jaar oude molens en huizen te bezichtigen. Klompen maken, Delfts blauw aardewerk beschilderen en kaas maken; alles wordt er dagelijks gedemonstreerd.

Starnmeer en Spijkerboor, voetveer, vogelaars en drassige graslanden

Het Wormer- en Jisperveld, het weidevogelgebied bij uitstek, wacht op je. De smalle weg naar Starnmeer en Spijkerboor geeft je zicht op weilandeilanden en drassige graslanden, waar grutto’s, kieviten, kemphanen en watersnippen hun stekkie hebben gevonden. Bij Starnmeer ligt het voetveer naar Oostknollendam. Je volgt er de Starnmeerdijk, draait over de N244 naar Westgraftdijk en gaat vervolgens de polder De Schermer in.

Het raadhuis, de Dambrug en de Buurtjes in De Rijp zijn ontworpen door Leeghwater

In de Schermer liggen de sierlijke dorpen Driehuizen, Grootschermer en Noordeinde, maar De Rijp steelt de show. Leeghwater heeft er in de zeventiende eeuw het raadhuis, de Dambrug en de Buurtjes nog ontworpen. Na De Rijp toer je De Beemster in en kom je in Middenbeemster, met zijn sappige weilanden en vruchtbare klei. Bijna vierhonderd jaar geleden is De Beemster door Jan Adriaansz Leeghwater drooggelegd.

In het hart van West-Friesland ligt Twisk te schitteren

Je komt in het hart van West-Friesland, een open gebied waardoor je naar Twisk toert. Dat is een van Noord-Hollands fraaiste en gaafste boerendorpen. In Twisk zie je verschillende authentieke West-Friese stolpboerderijen uit de achttiende en negentiende eeuw.

Twisk.

Aardappelen rapen aan de rand van de Wieringermeer

Iets verderop, in Opperdoes, ligt het Goud van het Noorden in de grond. De Opperdoezer Ronde is een beschermde aardappel, die alleen zo mag heten als hij ook echt uit deze gemeente komt. Hij schijnt erg lekker te zijn. Lekker is ook de weidse uitgestrektheid van de 21.000 hectare metende Wieringermeer. De Wieringermeer droogleggen was het eerste project in het kader van de Zuiderzeewerken.

Aan het Wieringermeer staat een monument van de onderwater
zetting.

Den Oever, met garnalen, Afsluitdijk, buitenhaven en vergezichten

Van verre zie je de imposante Afsluitdijk opdoemen, maar deze laat je rechts liggen, want je gaat naar Den Oever. Dit dorp is in trek voor het uitzicht, de garnalenkotters en een hapje aan de haven. Den Oever is een vissersdorp met 2500 inwoners en de grootste aanvoerhaven van garnalen in Europa.

Waddenzee, met mooie uitzichten

De laatste kilometers kun je genieten van de rust die de Waddenzee uitstraalt. Je bekijkt enkele mooie dorpen en gehuchten, zoals Oosterland, Stroe met het museum Jan Lont en als laatste Hippolytushoef, waar deze tocht stopt aan de Beltstraat onder de rook van de N99.

Route-informatie

VertrekpuntMcDonald’s, Muntbergweg 16-18, 1101 ED
EindpuntHotel West Inn, Beltstraat 79, 1777 HB Hippolytushoef
Lengte190 km

Download hier de route Clubrit Noord-Holland

Test 2023 Moto Morini Seiemmezzo SCR & STR: zesenhalf maal twee

0
2023 Moto Morini Seiemmezzo SCR & STR

Test Moto Morini Seiemmezzo SCR & STR. Herrijzenis, comeback, retour. Hoe je het ook wilt noemen, Moto Morini is helemaal terug. En hoe. We mochten eerder dit jaar al kennismaken met de naar onze mening bijzonder geslaagde X-Cape 650, en nu bouwen de Italo-Chinezen ook een naked en een scrambler rond hetzelfde blok. Wij reisden af naar Frankrijk om de Seiemmezzo-tweeling aan de tandwielen te voelen.

TestlocatieDe Côte d’Or, Frankrijk
TestomstandighedenZo nu en dan een bui en een gemarineerd wegdek.
TemperatuurRuwweg 13 graden.
TestkilometersZo’n 60 km
BijzonderhedenDe X-Cape 650 krijgt er in één klap twee broertjes bij – eentje in scrambler-versie en een pure naked.

Fijn zo, al had het ook helemaal anders kunnen lopen. Met een bakje troost voor de haard mijmeren over een zoveelste teloor gegaan Italiaans motormerk bijvoorbeeld. Moto Morini lag namelijk na z’n laatste herrijzenis even aan de beademingsmachine van een palliatieve zorginstelling. Zo hadden de Corsaro 1200 en 9 ½ best wat succes, maar dat bleek niet genoeg om een faillissement af te wenden. Anno 2011 verschenen de heren Jannuzzelli en Capotosti ten tonele, die de merknaam voor een spreekwoordelijke habbekrats kochten, de productie terugschroefden en het merk van Bologna naar Milaan verscheepten. Een onenigheid tussen de twee investeerders leidde tot een vervroegde uitkoop door de eerste, en een verkoop aan een Chinese wereldmacht in 2016. Zhongneng Vehicle Group dong met succes naar de hand van Moto Morini en bleef niet bij de pakken neer zitten. Al heel kort na de overname verschenen de eerste plannen voor een volledig nieuwe reeks Moto Morini’s – bekokstoofd in China, ontworpen en gebouwd in Italië  – waarvan de X-Cape 650 het eerste resultaat is. Dat het de afgelopen jaren zo’n vaart liep, hoeft niet te verwonderen, want Zhongneng is allerminst een kleine garnaal op de motormarkt. Het verkoopt onder de vlaggen Benneng en Znen miljoenen lichte motoren en motorscooters per jaar. En daar hoopt het binnenkort (tien)duizenden Moto Morini’s aan toe te voegen, zowel op als naast platgetreden wegen.

Test 2023 Mash X-Ride 650 Trail: ode aan weleer?

Eén- of twee-eiig?

We hadden het in de inleiding al even over de nieuwe tweeling. Een term waar we al snel mee jongleren als twee motoren binnen eenzelfde merk op hetzelfde platform worden neergezet. Maar in het geval van de Seiemmezzo is die omschrijving allerminst vergezocht. Aangezien de technische specificaties van de scrambler-versie SCR en de naked STR tot ver na de komma gelijk lopen, zijn we zelfs geneigd ze als eeneiig te duiden. Beide motoren hebben immers exact dezelfde 649cc-tweecilinder lijnmotor (in beide versies goed voor 61 pk/54 Nm), exact dezelfde ophanging, remmen, zadelhoogte, gewicht en tankinhoud. De minieme verschillen zitten ‘m in het kuipwerk, het stuur, de kleur van de voorvorkpoten, de zadelkleur en -stiksels, de spatborden en de wielen/banden.

Op plaats een op de lijst van overeenkomsten: het onverwacht hoge niveau van de afwerking. Zowel de STR als de SCR stralen in hun respectievelijk metallic en matte velletje, waarbij elk kabeltje mooi zit weggewerkt achter kuipwerk of op het frame. Het zwartgelakte blok gaat op in de in een al even duistere tint gedoopt frame en quasi elke lasnaad is netjes, van smeltbad tot eindslakje. Als we heel even mogen zeuren, laat Moto Morini alleen een steekje vallen (nu ja…) met de vol in het zicht gelaste verbindingsmof op de uitlaatbochten. Een minuscuul werkpuntje, in vergelijking met de hoge kwaliteit die je er voor de rest in de plaats krijgt. Van het strak gestikte zadel met ingestanste logo, over het ledstreepje in het waanzinnig mooi vormgegeven subframe (vooral de versie op de STR), tot de visuals op het perfect overzichtelijke tft-scherm. Geen element op deze motorfietsen valt op het eerste zicht te rijmen met de lage prijs waarmee Moto Morini ze in de markt zet. Een welgemikte streep Italiaans design op doorgewinterde Chinese productie-efficiëntie.

SCR-amblen

Aftrappen doen we op de SCR. Met één meter zeventig krijg je je been makkelijk over het 810 mm hoge zadel gezwaaid, waarna beide voeten met de bal op de aardkorst steunen. In het dik gepolsterde, comfortabele zadel duwt het hoge en licht achterover gekantelde stuur van de SCR je lekker mooi rechtop voor de rit. De verlichte knoppenwinkel is speciaal voor deze telgen ontwikkeld en voelt niet alleen premium aan, maar is ook meteen overzichtelijk. Onze kort afgezaagde tengels kunnen meteen met de instelbare hendels in de weer voor optimale controle, een por op de startknop ontlokt een volle brom uit de twin, een lichte tik met de dikke teen tikt ‘m in z’n één en de grote, centraal op het dashboard geprojecteerde gearindicator geeft aan dat we er klaar voor zijn. Vooruit met de geit.

We zijn amper een kilometer op weg als ik m’n vizier voor de eerste keer open duw en een blik van bewondering deel met de journalist naast me. ‘Wat een onwaarschijnlijk fijn ding is dit, man?’ Van de manier waarop het gebrul uit de demper aanzwelt als je de kolenkamer oppookt, over de volgzaamheid van de Seiemmezzo SCR bij elke impuls op z’n brede hefboom (70 mm breder dan op de STR), de erg fijn te bedienen axiale Brembo’s en het potente eindschot tussen 6.000 en 10.000 tpm, tot de grip die de nog nagelnieuwe Pirelli MT60RS’en op dit zeiknatte wegdek aan de dag leggen: de grijns op m’n gelaat krijgen ze vandaag niet meer weggepoetst. De ophanging staat in standaardinstelling nagenoeg perfect afgesteld voor m’n 70 rijklare kilo’s, wie lichter of zwaarder is kan de 43mm-Kayaba USPD-vork middels een schroevendraaier helemaal naar wens boetseren, en achteraan met veervoorspanning en uitgaande demping klooien tot de 6 ½ helemaal naar wens presteert. Top voor dit budget, waarmee Moto Morini naar heel wat A-merken een lange neus trekt. De demping absorbeert het gros van de oneffenheden in het wegdek, terwijl de standaardsetting zich leent tot een zeer neutraal en mooi voorspelbaar stuurgedrag. Na enkele kilometers duiken we zonder de minste twijfel elke bocht in, nat wegdek of niet.

Pure naked

Een gevoel van vertrouwen dat allerminst wegebt als we overstappen op de al even knap in z’n jas gehesen STR. Integendeel zelfs. Op de STR leun je opmerkelijk meer over de tank heen, en hang je een stuk meer over het voorwiel. Daardoor stuur je naar je gevoel een stuk levendiger en zwelt het tempo ook met de gereden meter aan. Exact zoals het op een pure naked zou moeten voelen: licht in de aanval, klaar voor het betere bochtenwerk. Maar het zit ‘m heus niet alleen in de zithouding. Ook de keuze voor gegoten wielen en Pirelli Angel GT’s op de STR en de MT 60 RS’en met spaakwielen op de SCR zorgt voor een opvallend verschil in stuurgedrag. Waarbij die laatste, ondanks volledig identieke vering/demping, zachter voor de dag lijkt te komen. Een verschil qua bandconstructie zal één factor zijn, een licht afwijkende bandendruk kan eveneens zorgen voor een verschil in het aanvoelen. De meegereisde ingenieur van Moto Morini had over die kwestie niet meteen een pasklaar antwoord voor ons klaar. Opvallend is dat Moto Morini zowel op de SCR als op de STR kiest voor een 18-inch voorwiel, waar de keuze bij nakeds of streetfighters toch al snel op een 17-inch valt. Wat in theorie iets stabiliteit moet opleveren, maar ook een fractie meer input zou moeten vereisen om ‘m van z’n ene op z’n andere oor te vleien. Maar ondanks het flink wat smallere stuur hebben we geen klagen op vlak van wendbaarheid. Al zouden we – om écht een verschil te voelen – de STR-versie binnenkort even tegenover de Yamaha MT-07 en de Kawasaki Z650 moeten zetten. Kan een fijne (en vermoedelijk spannende) test opleveren.

Moto Morini X-Cape: een pré-productie test

Ook op de STR komt het blok trouwens geweldig voor de dag. Ondanks de identieke prestatiecijfers met die allroad, hebben wij het gevoel dat deze machine meer profiteert van de 649cc-twin. Onderin is de twin namelijk onderhevig aan relatief veel on/off en wat vrije slag op het gashendel, maar vanaf 3.000 tpm pikt het blok mooi lineair op tot bij de 6.000 omwentelingen. Vanaf dat punt verandert de uitlaatnoot naar een dreigend gehuil, klimt het blok nog gretiger in de toeren en sleurt het door tot voorbij de 10.000 tpm. Waarbij je amper gelooft dat er slechts 60 pk voorhanden is. Een geweldig leuke krachtbron. Leuk voor jonge opstappers: Moto Morini heeft voor zowel de STR als SCR een licht gemuilkorfde, 48 pk sterke A2-versie in de aanbieding. Die komt overigens ook met de axiaal gemonteerde Brembo-tweezuigers, die vandaag ook indruk maakten. Van hun goed te doseren bite tot de doortastendheid waarmee ze de 200 kg wegende motor afgeremd krijgen als het tempo omhoog gaat. Deze setup laat amper te wensen over.

Maagdelijk

Belangrijk om mee te geven is dat de zesenhalf in het vooronder vandaag even maagdelijk aan de start kwam als het rubber om de spaakwielen. 0 kilometer op de teller en dus niet ingereden voor de vuurdoop. Wat enerzijds de verwondering over de prestaties kracht bij zet, maar meteen ook verklaart waarom niet elke versnellingsbak op de testmotoren meteen thuis geeft. We wisselden die dag heel regelmatig van STR naar SCR om met elke kleurvariant de lens van de camera te passeren, waarbij de verschillen in schakelgedrag opvallend waren: van boterzacht naar ronduit stroef. Steeds doeltreffend en zonder valse neutraals weliswaar, maar opvallend. Ook in dat opzicht dringt een herkansing na ettelijke duizenden kilometers (en bij voorkeur in een vergelijkende test) zich op.

Conclusie Moto Morini Seiemmezzo SCR & STR

Voor € 8.199,-/€ 8.599,- haal je respectievelijk een Moto Morini Seiemmezzo STR of SCR in huis, die beide voor de dag komen met een heel knap en makkelijk te bedienen 5-inch dashboard, een volledig instelbare Kayaba UPSD-voorvork, instelbare hendels, Brembo-remmen, verlichte knoppen… Een knap vormgegeven en uitgevoerd pakket waar geen motorrijder z’n neus voor zal ophalen. Maar ook een machine die stuurt, remt, klinkt en presteert zoals je het zou hopen. Als na een hertest ook de versnellingsbak wat uniformer presteert, wordt dit gewoon een hele lastige klant voor de A-merken.

Pluspunten Moto Morini Seiemmezzo SCR & STR

  • Looks en afwerking staan op een hoog niveau
  • Dat blok lijkt onvermoeibaar, zeker in hoge toeren
  • Een pak kwaliteitscomponenten aan boord

Minpunten Moto Morini Seiemmezzo SCR & STR

  • Verschil qua prestaties versnellingsbakken is opvallend
  • Ken jij een lokale Moto Morini-dealer?
  • Komt met een rits (onterechte) vooroordelen

Wat Rij Jij? Occasionmotoren tot 3.000 euro

0

In deze aflevering van Wat Rij Jij? drie motoren gekocht voor maximaal 3.000 euro. In Alkmaar staat de Honda Helix uit 1995, Johan kocht deze ‘motor’ in 2015 voor 250 euro. De Yamaha XVZ1300 Venture uit 1990 van Sjon uit Avenhorn is gekocht in 2018 voor 1.750 euro. Sven uit Breda heeft een BMW R 1100 GS uit 1997 gekocht in 2022 voor 2.850 euro.

CFMoto NK-C22 vanaf ‘ergens 2023’ in productie

0

CFMoto presenteerde in Milaan de NK-C22 concept. Er is al aangekondigd dat de motorfiets ook in serieproductie zal gaan. De productieklare versie wordt naar verwachting ergens in 2023 onthuld.

De motor wordt omschreven als een kruising tussen een 800MT en een Moto3-machine. De livery is geïnspireerd op de Moto3-race motor. Ook de ergonomie, banden en andere onderdelen gaan meer in de richting van sportiviteit.

De remmen zijn van J.Juan, de uitlaat van SC Project en er is een enkelzijdige achterbrug met een half open disc-wiel gemonteerd.  Wat er in serieproductie komt, is nog open.

Brough Superior en Aston Martin onthullen AMB 001

‘Grand Prix van Namur het Monaco van de (motor)cross’

0
Marien Cahuzak

Jarenlang hing er bij ons in de schuur een affiche van de Grand Prix van Namur. Net boven de spa, waar ik met merkstift als serieus geintje Spa-Francorchamps boven had gezet. Van welk jaar het affiche was, weet ik echt niet meer. Maar ik zie zo weer Stefan Everts erop staan, met op de achtergrond de Sambre en Maas die samenvloeien. Altijd als ik er langs liep, verdubbelde mijn energie want de GP van Namur deed wat met een mens. Of in ieder geval met mij. Ooit zag ik Everts op z’n achterwiel de Citadel omhoog rijden, richting de Esplanade, aangemoedigd door duizenden fans die zelf met touwen naar boven moesten zien te komen. Zonder Jupiler een uitdaging, met Jupiler  kansloos. Zo stijl en daar reed Everts gewoon op z’n achterwiel. Ik vond dat moment zo speciaal dat ik niet eens weet of hij die dag won (maar dat zal vast wel, Everts kennende).

Marien Cahuzak: ‘Natuurlijk weet ik dat het kan gebeuren, maar als het dan gebeurt…’

Afgelopen weekeinde was ik voor het eerst in jaren weer terug op de Citadel van Namen en dat ook nog eens samen met mijn vader. Net als vroeger! Het was er ditmaal alleen een stuk frisser dan begin augustus en een stuk stiller, want hoewel de Vlamingen het cross noemen ontdekte ik al snel dat veldrijders aanzienlijk minder geluid maken dan de crossers waarvoor we vroeger naar de Citadel gingen. Maar desondanks was het gevoel haast hetzelfde. Het rook er ook dit keer weer naar friet, bier en modder en ook nu had iedereen de grootste moeite om naar boven te komen – deelnemers inclusief ditmaal – terwijl er voor mij nog altijd onverstaanbaar Frans commentaar werd gegeven. Het enige dat miste was de herrie en de geur van benzine, maar gelukkig is de kracht van verbeelding zo groot dat ik er even weer liep als klein jongetje met te grote laarzen. Volgend jaar gaan we weer!

Suzuki Nederland opnieuw naamsponsor Stichting Suzuki Rhino Club

0

Suzuki Nederland tekent een nieuwe sponsorovereenkomst met de Stichting Suzuki Rhino Club. BV NIMAG, de Nederlandse importeur van Suzuki auto’s, motoren en buitenboordmotoren steunt hiermee meerdere projecten ter bescherming van de zwarte neushoorn in Oost-Afrika.

Suzuki en de neushoorn

Suzuki heeft vanuit de historie een speciale band met de rhino: de naam is onder meer gelinkt aan de 4×4-activiteiten van het merk. In 2004 werd de Stichting Suzuki Rhino Club opgericht, waarmee het natuurbeschermingswerk in het Mkomazi National Park in Tanzania werd gesteund. Twee ernstig bedreigde diersoorten zijn in het enorme nationale park in het wild teruggebracht: de zwarte neushoorn en de Afrikaanse wilde hond. In 2019 is het park overgedragen aan Tanzania National Parks.

Suzuki onthult erg knappe 2023 Suzuki GSX-S8

Nieuwe projecten

Na de overdracht van het project in Mkomazi is de Stichting Suzuki Rhino Club zich gaan buigen over nieuwe projecten. Een van die nieuwe projecten is het Kora National Park in Kenia geworden. Ter plaatse wordt een nieuwe ‘Rhino Sanctuary’ gestart, met een veilig leefgebied en een fokprogramma voor de zwarte neushoorn. Ook wordt een groot educatieprogramma zo’n 200 kilometer ten westen van Kora National Park in Kenia gesteund door de Stichting Suzuki Rhino Club. Het geld komt ten goede aan het anti-stroop- en natuurbehoud-educatieprogramma van Borana Conservancy, een van Afrika’s nieuwste neushoornreservaten.

Toekomst

Suzuki Nederland wordt met de nieuwe overeenkomst opnieuw naamsponsor van de Stichting Suzuki Rhino Club. Geordy Bloem, algemeen directeur van Suzuki Nederland: “Suzuki is onlosmakelijk verbonden met de neushoorn. De afgelopen achttien jaar heeft de Stichting Suzuki Rhino Club een prachtig project gesteund, waardoor de populatie van de ernstig bedreigde zwarte neushoorn gelukkig is toegenomen. Toch blijven projecten voor het voortbestaan van de zwarte neushoorn hard nodig. Als naamsponsor van de Stichting Suzuki Rhino Club ben ik blij dat we als Suzuki Nederland, samen met onze dealervereniging, ons in kunnen blijven zetten voor het behoud van het bijzondere dier.”

2023 Suzuki V-Strom 800 krijgt tweecilinder-in-lijn

Suzuki en de neushoorn

Suzuki Nederland blijft zich inzetten voor het behoud van de zwarte neushoorn. Suzuki is begaan met het lot van de zwarte neushoorn en draagt graag bij aan activiteiten om de neushoorn een vrij, beter en veilig leven te geven. Dit betekent ook het vergroten van het bewustzijn bij mensen over het behoud van de natuur middels lokale educatieprojecten. Ook bij het project in Mkomazi Tanzania is het geven van basis- en natuureducatie één van de belangrijke succesfactoren gebleken voor zowel de lokale gemeenschap als voor de wildstand in zijn geheel.

Vijf bewijzen dat ook de motorsport z’n schwalbes kent!

0

Liefhebber of niet, de komende tijd kun je niet om het WK Voetbal heen. Wedden dat we het avonden achtereen hebben over wel of geen buitenspel, 5-3-2-systeem én natuurlijk schwalbes. Maar daarin is voetbal niet uniek, ook tijdens motorraces duiken schwalbes op. Neem die van Dominique Aegerter op Most dit jaar. Een ‘fopduik’ in optima forma. En hebben meer coureurs teruggegrepen op schwalbes – opzichtig valsspelen – om het wedstrijdverloop te beïnvloeden? Wij vonden er zeven.

Fotografie: Keulemans en 2Snap

De moedige poging van D’n Boet

Dat het altijd lekker is om merkgenoten in de buurt te hebben, heeft dit MotoGP-seizoen wel uitgewezen. Maar dat het niet nieuw is om merkgenoten te helpen, laat onder andere Boet van Dulmen zien tijdens de TT van 1981. Na een typische Asser-regenbui droogt de baan alweer snel op, maar de tijdens de opwarmronde staat iedereen nog op regenbanden. Om de rijders de kans te geven van banden te wisselen, wordt de start 15 minuten uitgesteld. De meesten maken daar dankbaar gebruik van en wisselen snel naar intermediates. Boet van Dulmen doet dat overigens niet, hij blijft bij regenbanden (maar dat speelt later pas een rol). Kenny Roberts wisselt wel en dat zorgt voor plotselinge paniek bij hem tijdens de startprocedure. Er is iets mis met het voorwiel van zijn Yamaha, want het wiel wil niet goed rond draaien.

MXGP steeds meer als F1 dankzij allesbepalende start

Later blijkt, dat bij het wisselen van regen- naar intermediumbanden een monteur de remblokken in alle hectiek verkeerd om heeft gemonteerd. Met als gevolg, dat de achterkant van het remblokje ‘zich heeft vast gelast’ op de remschijf. Van Dulmen, die achter Roberts op de tweede startrij staat, ziet dat de kopman van Yamaha een probleem heeft. De Nederlander probeert daarop als Yamaha semi-fabrieksrijder de start te vertragen/af te breken door zijn machine dwars op de baan te zetten.

Maar terwijl de machine van Roberts naar de kant wordt geschoven, laat de starter de startprocedure gewoon doorgaan. Zonder Roberts dus… Het drama voor het Yamaha-fabrieksteam wordt nog groter als ook Barry Sheene zijn machine door water in de carburateurs niet aan de praat krijgt. Na het nodig geduw lukt dat uiteindelijk toch, maar na een ronde zoekt de Engelsman al de pit op. Even lijkt Boet van Dulmen met regenbanden alle Yamaha-pech te doen vergeten, maar op een opdrogende baan moet hij tenslotte de op intermediates gestarte Marco Lucchinelli voor laten gaan.

Startopstelling TT Assen 500cc 1981

1. Marco Lucchinelli (Suzuki),
2. Kenny Roberts (Yamaha),
3. Randy Mamola (Suzuki),
4.Barry Sheene (Suzuki),
5. Graeme Crosby (Suzuki);
6. Boet van Dulmen.

Wel of geen pijn op Jerez 2005

Een van de beroemdste ‘momenten van enig contact’ is die tussen Valentino Rossi en Sete Gibernau in 2005 op Jerez. Het verhaal is bekend: Rossi remt iets later dan Gibernau voor de laatste bocht waardoor de twee elkaar raken. Alleen is het iets later of te laat? De twee zullen het er nooit over eens worden, maar legendarisch is de manier waarop Gibernau pas later in het parc ferme en podium lijkt te realiseren dat hij pijn heeft. Het verhaal van Gibernau is dat zijn linkerschouder geraakt is door het stuur van Rossi en dat daarbij een oude blessure verergerde. Toneelspel of niet, direct na Jerez vliegt Gibernau naar Barcelona om de schouder – een toch al gevoelig gebied dat eerder al twee keer werd geopereerd – te laten onderzoeken. Het officiële medische rapport vertelt ons dat Gibernau een laesie heeft opgelopen aan de rotator cuff van zijn linkerschouder en aan de pees, die rust en behandeling met ontstekingsremmende middelen nodig heeft. Mede daardoor is hij lang een vraagteken voor Estoril. Hij start uiteindelijk wel in Portugal…

Hoe het feest van 25 jaar WorldSBK een drama werd op Monza

Monza 2012 moet het grote feest van 25 jaar WorldSBK worden en daarbij wordt niets aan het toeval overgelaten. Luxe diners, heel veel wereldkampioen en dat op magisch Monza. Waar de organisatie geen invloed op heeft is het weer. Nu ligt het circuit van Monza in een park en staan er veel bomen langs de baan. Die zorgen bij wisselende weersomstandigheden voor enorme uitdagingen. Als het begint te regenen is het onder die bomen nog lang droog en als het ophoudt met regenen, blijft het onder die bomen lang nat. Met gemiddelden boven de 200 km/u is dat best een dingetje. Ook voor de nieuwe regenbanden van Pirelli, die zelfs speciaal voor Monza zijn gemaakt. Alleen zijn ze gemaakt voor temperaturen tussen de 20 en 80 graden, maar op de opdrogende rechte stukken lopen de bandentemperaturen op tot dubbele waarden en nog veel hoger. En dat is teveel van het goede waardoor de loopvlakken letterlijk door de lucht vliegen. De eerste manche gaat nog wel van start, maar al snel stilgelegd vanwege regen. Daarvoor is er al van alles gebeurde en direct daarna ook, want de Aprilia van Max Biaggi valt stil met een kapot blok. Met – toen nog – twee manches op zondag betekent dat dikke stress voor de Aprilia-monteurs, die in een paar uur een blok moeten wisselen. Dat lukt, maar Biaggi komt in de tweede race nooit in zijn ritme en is dan ook opgelucht als die race al na acht ronden wordt afgevlagd. Tom Sykes gaat er in de tweede manche als een haas vandoor en ‘wint’. Maar omdat er niet voldoende ronden zijn afgelegd, worden slechts halve punten uitgedeeld. Biaggi wordt vijfde op dik 10 seconden en dat binnen acht ronden. Dat er mede op zijn initiatief niet verder gereden werd, doen er dat weekeinde al heel veel complottheorieën de ronde. En dat worden er aan het einde van het seizoen nog meer als Biaggi wereldkampioen wordt met slechts een half punt meer dan Sykes. Wat als Monza iets later was stilgelegd…? Het is een vraag die iedereen binnen Kawasaki en zeker ook Sykes zich nog wel eens stelt… Hoewel het natuurlijk altijd om veiligheid draait, is de vraag of Biaggi echt niet verder had kunnen rijden op Monza nooit beantwoord. Ook niet toen het begin oktober precies 10 jaar na Magny-Cours 2012 was en het WorldSBK daarover een mooi item maakte met Biaggi. Had wat ons betreft een mooi moment geweest Max!

De ‘omgevallen’ gereedschapskist van Nieto

Een kruisje slaan, een paar klappen op je helm of een keer flink met je armen zwaaien. Bijna elke coureur heeft een eigen startritueel. Terugkomend van de opwarmronde slaat Angel Nieto voor de start altijd op het stuur van zijn machine. Zo ook tijdens de 125cc-GP op Silverstone. Alleen… Ditmaal breekt er een stuurhelft van zijn Garelli af! Natuurlijk schieten de Garelli-monteurs op de grid hem te hulp en om tijd te winnen, gooit de slimme Nieto de gereedschapskist op de grid om. Voor er gestart kan worden, moest dat eerst opgeruimd worden. Dat kost tijd en dat geeft het Garelli-team de kans de schade tijdig te herstellen. Terwijl de gebroken stuurhelft wordt gedemonteerd, Nieto sleutelt als een volleerd monteur zelf mee, rent een andere monteur naar de teamtruck om van Nieto’s tweede machine een stuurhelft te demonteren. De zaak wordt gemonteerd, en de wedstrijd gaat van start! Natuurlijk wint Nieto en wordt tegelijkertijd voor de dertiende (in zijn geval beter gezegd voor de 12+1 keer) wereldkampioen! Later blijkt het zijn laatste wereldtitel te zijn. Dat dit allemaal kon en mocht op de grid te Silverstone, kwam mede door het feit dat Angel Nieto heel veel respect bij zijn tegenstanders genoot. Want als het moest, kwam hij ook altijd voor hun belangen op.

Nog een keer dan het verhaal van Aegerter

Hoewel Most pas de zesde ronde van het WorldSSP-seizoen 2022 is, rekent iedereen binnen Ten Kate zich stiekem al rijk. Met negen overwinningen uit tien races, is hun Dominique Aegerter al bijna kampioen. Maar dan is daar ineens die startcrash in de eerste manche op dat wat rare circuit van Most. De eerste bochten zo aanleggen, is natuurlijk vragen om problemen. En die komen er omdat Can Oncu besluit de bochtencombinatie te nemen zonder te remmen. Niet dus en ook Aegerter verdwijnt in de grindbak. Op zich is er niets aan de hand; Aegerter kan het verlies van 25 punten probleemloos hebben en hij kan bovendien niets doen aan die val. Maar niets menselijk is hem vreemd, zo blijkt. Want na zijn crash faket hij een blessure in de hoop op een rode vlag. En dus een herstart, met opnieuw een kans op 25 punten. Die komen er niet en ook de herkansing op zondag wordt de Ten Kate-rijder ontnomen vanwege de fake-blessure. In eerste instantie wordt hij niet-fit verklaar vanwege een hersenschudding. Als duidelijk wordt dat hij wél fit is, maar toneel heef gespeeld, krijgt hij vanwege onsportief gedrag een startverbod voor Race 2. Na afloop neemt Aegerter sportief alle schuld op zich. ‘In alle hectiek heb ik niet correct gehandeld en fouten gemaakt. Er stond veel druk op mij en in het moment was er veel adrenaline en emoties. Ik heb nooit andere mensen in gevaar willen brengen: hiervoor wil ik me verontschuldigen. Ik wil het team en alle sponsors, mijn familie, vrienden en fans en alle anderen bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun.’ Uiteindelijk lijkt het allemaal goed te komen voor hem, want met nog vier races te gaan, heeft hij een voorsprong van 72 punten. De twaalfde (!) wereldtitel van Ten Kate is dus aanstaande. Ondanks Most.

De absolute koning van de motorschwalbe

Je hebt schwalbes en je hebt schwalbes, maar als je op YouTube.com zoekt naar ‘Motorbike rider fakes injury to cause red flag’ weet je niet wat je ziet. Volgens de overlevering gaat het hier om Marlinton dos Reis Teixeira, voor vrienden – als hij die nu nog heeft – Kalunga. Tijdens een motorrace in Brazilië komt hij in de regen ten val waarna zijn motor niet meer start Wat er daarna gebeurt, moet je echt zien! Uiteindelijk komt zijn schwalbe pijnlijk aan het licht en volgt een zware straf.

De rode vlag, maar voor wie?

MOTO73-verslaggever Jan Boer weet niet precies meer in welke MXGP het gebeurde, maar volgens hem is het de Portugese 500cc-GP van 1996. Die wedstrijd wordt verreden in het 200 km boven Lissabon gelegen Arganil. Aan het eind van het startveld komt een rijder na de start ten val. Vraag ons niet naar zijn naam, maar Jan meent vagelijk te herinneren dat het iemand uit een Scandinavisch land was. Wie het ook is, hij blijft roerloos op het startveld liggen. Als het ernaar uitziet dat hij daar nog steeds ligt als de rijders voor de eerste keer doorkomen, kan de wedstrijdleider niets anders doen dan de race af te breken. De rode vlag gaat uit. Vanuit zijn ooghoeken ziet de gevallen rijder dat en hij staat vrijwel meteen weer op. Zijn actie wordt niet op prijs gesteld. Als de race opnieuw wordt gestart is hij er niet bij, want hij wordt bestraft met een startverbod. Maar wie was het? Hopelijk kun je ons hierbij helpen, want deze vermoedelijk Scandinavische crosser mag uiteraard niet onvermeld blijven in een verhaal over Schwalbes in de Motorsport.

Met dank aan de zwaluwen

Het Duitse woord schwalbe is gebaseerd op het gedrag van zwaluwen, die – je raad het al – in het Duits Schwalben heten. De vogels laten zich soms ineens een heel stuk naar beneden vallen om vervolgens door te vliegen alsof er niets gebeurd is. In het Nederlands heet de schwalbe officieel een fopduik, maar ook kunstduik komt voor. Voetballers die vaak betrokken zijn bij een schwalbe, leiden volgens tegenstanders vaak aan de vallende ziekte. Daarmee is het contrast bij motorrace dan wel weer enorm groot, want onder andere Ruben Xaus en Casey Stoner (voordat hij succesvol werd uiteraard) leden volgens de paddockwijsheid ook aan deze ziekte. Maar hun – vaak- harde klappers kun je eigenlijk met geen mogelijkheid schwalbes noemen…