donderdag 19 juni 2025
Home Blog Pagina 527

MotoGP Portugal en Spanje: Fabio Quartararo en Pecco Bagnaia ieder een keer foutloos

0
MotoGP Portugal en Spanje

De nummers één en twee van 2021, Fabio Quartararo en Pecco Bagnaia, hadden dit seizoen nou niet bepaald de start die ze zich ervan hadden voorgesteld. Tijdens de eerste twee races op Europese bodem veranderde dat echter. Quartararo reed op foutloze wijze in Portugal naar de zege. Bagnaia deed dat een week later in Spanje.

MotoGP Americas: indrukwekkende comeback Marc Márquez

Fotogafie: Henk Keulemans, MotoGP.com

Tot de covid-pandemie was het zo, dat de eerste Grand Prix van het seizoen op Europese bodem plaats vond in Jerez. Dat was sinds 1989 het geval. Net zoals de openingsrace van het seizoen sinds 2004 in Qatar werd verreden en de laatste sinds 2002 in Valencia. Maar met 21 races op de kalender is aan een aantal van die ‘tradities’ een einde gekomen. Zo was dit jaar de GP van Portugal de eerste van dertien races die in Europa worden verreden en de Grote Prijs van Spanje alweer de zesde ronde van dit seizoen. Met andere woorden: het in het verleden vaak gebruikte gezegde ‘Dat het seizoen pas echt begint in Europa’ is niet meer van toepassing. Toch ervaren de meeste coureurs het racen in Europa als comfortabeler dan tijdens de acht wedstrijden die elders in de wereld plaatsvinden. Dat komt met name doordat de rijders in het rennerskwartier de beschikking hebben over hun eigen motorhome en dat ze tussen de races door naar huis kunnen. Ook wordt vaak beweerd, dat de Europese circuits ‘anders’ zijn. Achter deze bewering kunnen de nodige vraagtekens worden gezet. Want een circuit is een circuit. Wel is het zo, dat de ene baan een rijder en/of machine beter ligt dan een andere baan. In Portugal was dat duidelijk het geval met de combinatie Fabio Quartararo/Yamaha. Na een perfect vertrek vanaf de vijfde startpositie wist de Fransman al snel een gaatje te slaan ten opzichte van de rest van het veld. Rijdend met de regelmaat van een Zwitsers uurwerk (net zoals zijn voorganger bij Yamaha Jorge Lorenzo dat kon) bouwde Quartararo gestaag zijn voorsprong uit en boekte sinds de GP van Groot-Brittannië op 29 augustus 2021 eindelijk weer eens een overwinning. Het was tevens de eerste zege van de Fransman als regerend MotoGP-wereldkampioen. Het succes voor Frankrijk werd compleet gemaakt door Johann Zarco, die vanaf pole te zijn gestart tweede werd. Als derde liet Aleix Espargaró zien, dat zijn eerste GP-zege en die van Aprilia in Argentinië geen toevalstreffer is geweest. Grote verliezer in Portugal waren de fabrieksteams van Ducati en Honda. Vooral Ducati-kopman Pecco Bagnaia mocht van geluk spreken, dat hij na een schuiver in FP2 en een heel gemene val in FP3 alleen maar een schouderblessure opliep. Het was niet alleen een gemene schuiver, maar ook een domme. Want nadat de Italiaan de nog natte baan had verkend op regenbanden, besloot hij toch naar slicks te wisselen. Vervolgens verloor hij al in de eerste ronde de macht over zijn Ducati. Enigszins gehavend reed Bagnaia vervolgens in de race nog wel van de laatste naar de achtste plaats. Teamgenoot Jack Miller vergooide in Portugal een mogelijk podiumplek door een remfout waardoor de Australiër niet alleen zichzelf maar ook Joan Mir (Suzuki) uitschakelde. Tegen de verwachtingen in had Marc Márquez geen enkele kans op het technisch moeilijke circuit van Portimão. De achtvoudig wereldkampioen moest zelfs alles op alles zetten om zijn jongere broer Alex van de zesde plaats te verdrijven.

In Jerez zagen we eindelijk weer een MotoGP-race voor volle tribunes.

Ouderwets gezellig

Terwijl de publieke belangstelling in Portimão tegenviel (lokale held Miguel Oliveira werd er overigens vijfde op de KTM), was het een week later in Jerez weer ouderwets gezellig en bomvol. Maar wat ook hier nog niet op ouderwetse wijze ging, was de combinatie Marc Márquez/Honda. De Spanjaard gaf ook bij zijn thuisrace direct aan, dat winnen niet meer zo vanzelfsprekend is. Daarvoor is zijn machine nog niet goed genoeg voor. Iemand die in Zuid-Spanje gelijk wel van zich deed spreken was Pecco Bagnaia. Ondanks het feit dat hij nog last van zijn geblesseerde schouder had, verpulverde de Ducati-coureur in de kwalificatie het absolute ronderecord van het ‘Circuito Jerez Angel Nieto’. De enige die nog enigszins in de buurt van de Italiaanse combinatie kon blijven, was Fabio Quartararo. De Yamaha-rijder wist dat in de race de start waarschijnlijk beslissend zou zijn. Dat bleek ook het geval te zijn. Quartararo had een heel goede start. Maar die van Bagnaia was nog beter. Omdat het nu de Italiaan was die foutloos reed, kreeg de Fransman 25 ronden lang geen enkele kans om hem te passeren. Zo boekte Bagnaia, in navolging van wat Quartararo in Portugal deed, zijn eerste zege in dit seizoen. En lijkt het er dus toch op, dat zo gauw het MotoGP-circus in Europa is gearriveerd de zaken zich gaan normaliseren. Dat geldt in ieder geval voor deze twee titelfavorieten. Want in Jerez hadden zij maar liefst bijna elf seconden voorsprong op de nummer drie. En dat was andermaal en toch wel verrassend Aleix Espargaró. Door dit knappe resultaat verliest Aprilia overigens wel extra testmogelijkheden. Maar dat zal de Italianen worst zijn! Een opnieuw sterk rijdende Espargaró besliste een mooi duel om de derde plaats met Jack Miller en Marc Márquez, die zoals altijd tot het uiterste ging, in zijn voordeel. Terwijl Joan Mir zesde werd, kwam diens Suzuki-teamgenoot Alex Rins na een uitstapje naast de baan niet verder dan de negentiende plaats. Grote verliezer tijdens de Grote Prijs van Spanje was het Pramac Ducati-team. Want Johann Zarco en Jorge Martin kwamen beiden ten val.

Al met al verschijnt Fabio Quartararo niet alleen als regerend wereldkampioen, maar ook als WK-leider aan de start bij zijn thuis-GP in Le Mans. Een Grand Prix, die ongetwijfeld voor prachtige coulissen zal gaan plaatsvinden, nu ook daar weer alle racefans welkom zijn.

De eerste drie van Jerez, Pecco Bagnaia (m), Fabio Quartararo (l) en Aleix Espargaró hebben ook de toonaangevende rol in de titelstrijd overgenomen.

De resultaten

MotoGP Portugal

1. Fabio Quartararo (F)          Yamaha          41.39,611
2. Johann Zarco (F)     Ducati +5,409
3. Aleix Espargaró (E) Aprilia +6,068
4. Alex Rins (E)           Suzuki  +9,633
5. Miguel Oliveira (POR)         KTM    +13,573
6. Marc Márquez (E)  Honda +16,163
7. Alex Marquez (E)    Honda +16,183
8. Francesco Bagnaia (I)         Ducati+16,511
9. Pol Espargaró (E)    Honda +16,769
10. Maverick Viñales (E)         Aprilia +18,063
11. Andrea Dovizioso (I)         Yamaha          +29,029
12. Luca Marini (I)      Ducati +29,249
13. Franco Morbidelli (I)        Yamaha          +33,354
14. Remy Gardner (AUS)        KTM    +40,205
15. Marco Bezzecchi (I)          Ducati +46,052

  • 25 RONDEN =  114,8 KM
  • Racegemiddelde winnaar: 165,3 km/u
  • Snelste ronde (10e): Quatararo, 1.39,435 = 166,2 km/u (record)

MotoGP Spanje

1. Francesco Bagnaia (I)         Ducati 41.00,554
2. Fabio Quartararo (F)          Yamaha          +0,285
3. Aleix Espargaró (E) Aprilia +10,977
4. Marc Márquez (E)  Honda +12,676
5. Jack Miller (AUS)    Ducati +12,957
6. Joan Mir (E) Suzuki +13,934
7. Takaaki Nakagami (J)         Honda +14,929
8. Enea Bastianini (I)  Ducati +18,436
9. Marco Bezzecchi (I)            Ducati +18,830
10. Brad Binder (ZAF) KTM    +20,056
11. Pol Espargaró (E)  Honda +20,856
12. Miguel Oliveira (POR)       KTM    +23,131
13. Alex Marquez (E)  Honda +25,306
14. Maverick Viñales (E)         Aprilia +27,358
15. Franco Morbidelli (I)        Yamaha          +27,519

  • 25 RONDEN = 110,575 KM
  • Racegemiddelde winnaar: 161,7 km/u
  • Snelste ronde (5e): Bagnaia, 1.37,669 = 163,0 km/u (record)

WK-stand (na 6 van 21 races)

1. Quartararo, 89 punten;
2. A. Espargaró, 82;
3. Bastianini, 69;
4. Rins, 69;
5. Bagnaia, 56;
6. Mir, 56;
7. Zarco, 51;
8. B. Binder, 48;
9. M. Marquez, 44;
10. Oliveira, 43.

Zo verspeelde Enea Bastianini in Portimão de leiding in de titelstrijd.

GP in cijfers

256

Italiaanse winnaars in de historie van de koningsklasse tot nu toe. Pecco Bagnaia is de laatste.

33

coureurs mogen zich ‘MotoGP Legend’ noemen. In Jerez werd Jorge Lorenzo aan deze exclusieve groep toegevoegd.

1.36,170

minuut. De snelste rondetijd ooit op een motorfiets in Jerez gereden. Pecco Bagnaia (Ducati) deed het.

27,234

Seconde was het verschil in Jerez tussen de twee Yamaha-fabrieksrijders Fabio Quartararo (2e) en Franco Morbidelli (15e). Of te wel meer dan een seconde per ronde.

Voorspelling Marien

Hoewel Pecco Bagnaia nog niet eens volledig hersteld was van zijn zware val op Portimao, kon alleen Fabio Quartararo hem volgen. Dat wordt door velen gezien als een topprestatie van Quartararo, maar dat hij op ‘zijn’ Jerez geen antwoord had op Bagnaia (én op Ducati) zegt voor mij alles. De seizoenstart van de Italiaanse coureur en zeker ook van het Italiaanse team waren dan misschien wat ingewikkeld, ze zijn echt nu pas begonnen. En er komt nog veel meer! Te beginnen op Le Mans. Ik wens de tegenstand alvast veel sterkte daar.

Moto2 Portugal en Spanje: eerste zeges voor Roberts en Ogura

0
Moto2 Portugal en Spanje

De eerste Moto2-race van 2022 op Europese bodem was er eentje van uitersten voor Zonta van den Goorbergh. Nadat de Nederlandse GP-debutant in Portimão had geschitterd tijdens de natte trainingen leek hij op een droge baan in de punten te kunnen gaan rijden, tot een plaatselijk buitje er voor zorgde dat maar liefst elf coureurs op spectaculaire wijze onderuit gingen. Naast Van den Goorbergh, wiens machine compleet vernield werd, behoorde ook het op dat moment leidende trio Aron Canet, Cameron Beaubier en Ai Ogura tot de ongelukkigen. Een nieuwe wedstrijd over slechts zeven ronden en met maar zeventien starters leverde de Amerikaan Joe Roberts zijn eerste GP-zege op. Bo Bendsneyder werd achtste. In Jerez deed de Rotterdammer het nog beter door na een duel met Roberts, dat hij won, als zevende over de streep te komen. Zo scoorde Bendsneyder voor de vijfde achtereenvolgende keer WK-punten. Op een compleet nieuw opgebouwde Kalex werd Van den Goorbergh negentiende. Na Portimão wist ook in Jerez een coureur zijn eerste Moto2-zege te behalen. Dit keer was dat Ai Ogura. De 21-jarige Japanner verwees Aron Canet, die na zijn val in Portugal succesvol aan een gebroken spaakbeen was geopereerd, en Tony Arbolino naar de plaatsen twee en drie. Celestino Vietti had aan een tweede en zesde plaats in deze twee races voldoende om WK-koploper te blijven.

Fotogafie: Henk Keulemans, MotoGP.com

Uitslag GP Portugal

1. Joe Roberts (USA), Kalex;
2. Celestino Vietti (I), Kalex;
3. Jorge Navarro (E), Kalex;
4. Marcel Schrötter (D), Kalex;
5. Manuel Gonzalez (E), Kalex;
8. Bo Bendsneyder (NL), Kalex;
9. Barry Baltus (B), Kalex.

Uitslag GP Spanje

1. Ai Ogura (J), Kalex;
2. Aron Canet (E), Kalex;
3. Tony Arbolino (I), Kalex;
4. Augusto Fernandex (E), Kalex;
5. Schrötter;
7. Bendsneyder;
14. Baltus;
19. Van den Goorbergh (NL), Kalex.

WK-stand (na 6 van 21 races)

1. Vietti, 100 punten;
2. Ogura, 81;
3. Arbolino, 70;
4. Canet, 69;
5. Roberts, 57;
11. Bendsneyder, 34;
19. Baltus, 15.

Moto2 Americas: eerste zege Tony Arbolino

Fiemel: van pimele tot pink – Aparte plaatsnamen

0
Fiemel

Als Lull bestaat is er misschien ook een Piemel. Een alleszins redelijke gedachte. Maar helaas, geen Piemel. Wel Fiemel. Niet echt een scabreuze plaatsnaam, maar toch. Wie Fiemel hoort, denkt piemel. Of raakt anderszins geïnspireerd. Zoals mijn vriend Cees, die laatst vroeg: ‘En, al wezen friemelen?’

Fotografie: Paul Vreuls

Reden genoeg om af te reizen naar Noordoost-Groningen. Een heel eind, maar dan heb je ook wat. Eindeloze akkers, de buurman op anderhalve kilometer en dijken te over. Ook fijn: ik mag langskomen bij Wia Buze, de nachtegaal van het noorden, om haar nieuwste CD (Lös!) in ontvangst te nemen. En laat zij nou toevallig vlak bij Fiemel wonen, in Termunten. Misschien weet zij hoe het zit, met Fiemel en zo.

De Hel – Aparte plaatsnamen

Punt van Reide

Het is een waterkoude winterdag als we over de Zeedijk richting Punt van Reide denderen – een buitendijkse landtong die zo de Eems-Dollard insteekt. Aan de basis daarvan, maar wel binnendijks, ligt Fiemel. Ooit een dorp op een terp, een wierde in het Gronings, maar nu nog slechts plaats biedend aan twee zwart geteerde bunkers en wat bakstenen bijgebouwen. Het zijn de restanten van wat de Duitsers hier in 1943 bouwden, de Marine FLAK Batterie Fiemel, ter bescherming van de haven van Emden, aan de overkant van de Eems.

Natuurlijk doen we een poging naar de Punt van Reide te lopen maar dat mag niet – het is een rustgebied voor vogels en zeehonden. Onderweg komen we wel een vrouw met een hond tegen, maar om haar nou te vragen wat Fiemel betekent… Voor je het weet, stuurt ze de hond op je af, met de aansporing: ‘Worst!’ Ook zien we een volk brandganzen – magnifiek, dat zwart in alle tinten. Maar wat doet die ene daar, zittend in het gras, ver verwijderd van de groep? Vogelgriep? En hoor ik daar een wulp?

De kluut

Uiteindelijk belanden we in het Bezoekerscentrum Dollard waar we worden ontvangen door Hans Leenders, van Team Dollard. Net op het moment dat ik hem de vraag wil voorleggen, breekt de pleuris uit. De gevulde koeken zijn op! En waar Hans en zijn collega ook zoeken, er is er niet één meer te vinden. Druk overleg, nerveus gebel, misschien weten ze op het hoofdkantoor waar ze liggen.

Intussen verdiepen wij ons in het ontstaan van de Dollard. Ooit heette het Reiderland, een welvarend veenweidegebied met tientallen dorpen op wierden. Lage dijken beschermden het tegen de zee, maar na iedere storm konden de boeren opnieuw aan de slag, onder het mom: ‘Dei nait diek’n wil, mout wiek’n’. Dat eindeloze dijken bleek op den duur onbegonnen werk, getuige ook wat de boerenzoons in die tijd te horen kregen: ‘Trouw nooit een meisje achter Farmsum’. Zeg maar uit Fiemel en omgeving!

Toen het water in de zestiende eeuw ook de stad Groningen bedreigde, begrepen alle partijen dat het tijd werd te ‘polderen’. Sindsdien is de Dollard stukje bij beetje teruggedrongen en het heeft een haar gescheeld of ook het restant was opgeofferd aan ons vooruitgangsgeloof. De oevers van de Eems moesten van Provincie en Rijk veranderen in een industrieel kerndistrict en zo een einde maken aan de werkloosheid onder de Oost-Groningers – structureel drie keer zo hoog als elders. Zover is het niet gekomen dankzij… de kluut, een beeldschone steltloper, hoog op de poten met zwarte accenten waaronder een lange wipsnavel. Een belangrijk deel van de Europese populatie broedde op de kweldergronden, een gegeven dat de Werkgroep Dollard keihard uitspeelde, met dank aan de tijdgeest – we spreken over begin jaren zeventig van de vorige eeuw, toen de milieubeweging opkwam.

De Dood – Aparte plaatsnamen

Een nachtmerrie

Omdat er nog steeds geen gevulde koeken zijn, besluiten we er tussenuit te peren. Nog even knallen, voordat we aanbellen bij Wia. En knallen kun je hier, op de kaarsrechte polderwegen, van God en alleman verlaten. Jemig, wat is het hier leeg. Af en toe een haakse bocht of een klimmetje naar een coupure in de slaperdijk, verder is het alleen maar scheuren, door de Johannes Kerkhovenpolder, de Reiderwolderpolder, de Carel Coenraadpolder. Zelfs boerderijen ontbreken, in zoverre dat ze op de vingers van één hand te tellen zijn, maar wel van een ongekende omvang. Nooit zulke gigantische schuren gezien. Het enige wat ontbreekt, zijn mensen. Werkelijk niemand te zien.

En toch, ooit was dat heel anders, ooit liepen hier Molukkers rond. Dat leren wij als we richting Nieuwe Statenzijl op het Ambonezenbosje stuiten, aan de voet van de Zeedijk. Volgens een informatiebord herinnert de naam aan de plek waar de Nederlandse overheid in 1953 een paar honderd Molukkers neerpootte toen die moesten worden gerepatrieerd uit Indonesië. Een krankzinnig idee, dat je denkt mensen uit de tropen met goed fatsoen in deze totale uithoek, guur en winderig en ver weg, te kunnen vestigen, nota bene in de barakken waar tot voor kort nog gevangenen uit Veenhuizen zaten opgesloten.

Sowieso had de overheid er een handje van in deze hoek de mensen onder te brengen die het liever kwijt dan rijk was. NSB’ers bijvoorbeeld die moesten helpen bij de landaanwinningswerken, in het slik zogezegd, gebroederlijk naast werklozen die in het kader van de DUW, de Dienst Uitvoering Werken, aan de slag moesten. En dat werken in het slik, dat was zwaar, herinnert zich eentje, een nachtmerrie. ‘Het bloed stond in mijn handen. En dan die lieslaarzen. Je zakte tot je knieën in het water. Als je niet oppaste, zogen die laarzen zich vast en liep jij op je sokken in de modder verder.’

Geweldig

Een uurtje of wat later staan we dan toch voor de deur bij Wia, de nachtegaal van het wad zoals Harry Muskee, de Cuby van de Blizzards, haar ooit noemde. Dom natuurlijk want op het wad zul je nooit een nachtegaal horen maar het zij hem vergeven, hij merkte haar op en dat pleit voor hem. En voor Wia natuurlijk. Zoals afgesproken mogen we even binnenkomen waar we aan de eettafel worden getrakteerd op een kop koffie en een stuk Knol’s koek, ‘echte Grunniger kouk’, zoals Wia zegt.

Terwijl Wia vertelt dat ze van jongs af maar één ding wilde, zammeres worden, zoals ze het als peuter noemde, worstel ik met de vraag hoe de kwestie Fiemel ter sprake te brengen. Zoiets leg je niet voor aan een dame, maar gelukkig is daar Hans Hauer, haar echtgenoot. Terwijl Wia naar de keuken loopt voor nog een kopje koffie, zie ik mijn kans schoon en vraag Hans wat Fiemel betekent. ‘Geen idee’, zegt hij en Gronings voor piemel is het zeker niet, laat staan dat er ter plaatse grappen worden gemaakt over Fiemel. Wat de vraag oproept: wat is dan Gronings voor piemel? ‘Piethoan’, grinnikt hij, ‘te vertalen als piethaan en uit te spreken als piethòòn. Dat is as Gronings as it gets.’

Waar Fiemel voor staat, leren we pas als we eenmaal thuis zijn. Het gaat terug op Fimelon en dat betekent dorp aan de geweldige stroom, de Eems dus. En Fimelon is weer verwant met het Oudnoors fimbul in de betekenis geweldig. Piemel daarentegen heeft niets met geweldig te maken maar met de negentiende eeuw. Toen spraken kinderen over pimele als plassen en pimel als urine. Mogelijk is er zelfs een verband met het Duitse pinkeln, plassen, en dat kan weer verwijzen naar onze kleinste vinger, de pink…

Aprilia Racers Days 2022

0

De jaarlijkse Aprilia Racers Days staan weer voor de deur. Dagen waarop Aprilia je de gelegenheid biedt om haar sportiefste motoren op circuit te testen. Dit jaar kan iedereen die zich heeft ingeschreven de RSV4 Factory met 217 pk en de Tuono V4 Factory uitproberen, maar ook de RS 660 en Tuono 660 Factory. De keuze van (Italiaanse) circuits is niet de minste: Misano, Mugello, Imola, Vallelunga en Cremona. Maar er zijn ook nieuwe locaties buiten Italië, op circuits in Frankrijk, Spanje, Duitsland en Groot-Brittannië.

Op twee niveaus

Tijdens elk evenement in Italië staan de Exclusive Ride-rondes op het programma, waarbij het circuit volledig ter beschikking staat van allen die zich hebben ingeschreven, evenals de rijcursussen met de Riding Academy. De cursussen worden op twee niveaus gegeven door gekwalificeerde instructeurs van de Italiaanse motorfederatie. De evenementen buiten Italië vinden plaats op circuits zoals Donington, Le Mans, Valencia en vele andere. Ook hier wordt de populaire formule ‘Exclusive Ride’ aangeboden, waarbij u de racemotoren uit Noale zelf kunt proberen tijdens track days.

Wagenrennen met motoren bestond echt

Exclusive Ride

In de Exclusive Ride-formule word je als een echte motorcoureur behandeld. Er zijn geen beperkingen van een testrit op het circuit, want het staat volledig ter beschikking van diegenen die zich hebben ingeschreven. Tijdens de eerste ronde rijden instructeurs voorop, zodat de deelnemers de juiste lijn en de beste rijstijl kunnen leren. Na afloop zullen de instructeurs dieper ingaan op rijtechniek en andere thema’s. Voor de Exclusive Ride is een hospitality box gereserveerd waar u van een welkomstbuffet kunt genieten en antwoord krijgt op al uw technische vragen.

Riding Academy

De Riding Academy is het programma van rijcursussen van Aprilia. Het is bedoeld voor iedereen die zijn rijvaardigheid op het circuit, op zijn eigen motor of op een van de V4- of 660-motoren wil verbeteren. De cursussen worden gegeven door instructeurs van de Italiaanse motorfederatie en zijn gestructureerd op twee niveaus, afgestemd op de behoeften en ervaring van de individuele deelnemers. Zo is de basiscursus ideaal voor beginners en motorrijders die voor het eerst of voor de tweede keer het circuit opgaan, terwijl de pro-cursus eerder geschikt is voor motorrijders met al wat ervaring op het circuit die hun vaardigheden willen verbeteren.

On board video

Elke cursus is gericht op maximale klanttevredenheid en duurt een hele dag. Ook degenen die met hun eigen motor deelnemen, kunnen aan het eind van de cursus op een van de aanwezige Aprilia-motoren rijden. De groepen bestaan uit maximaal vier deelnemers die recht hebben op zes sessies, waarbij het circuit alleen voor hen is geopend. Tijdens de theorielessen, die worden afgewisseld met sessies op het circuit, leren de deelnemers meer over een correcte rijstijl op het circuit. De ervaringen op het circuit worden besproken, ook aan de hand van video on board van instructeur/deelnemer. Alle mogelijkheden die voor de Exclusive Ride worden aangeboden, zijn uiteraard ook beschikbaar voor deelnemers aan de Riding Academy, met toevoeging van een lunch op het circuit en een regenverzekering die in de prijs is inbegrepen.

Kalender Aprilia Racers Days 2022 in Italië (Exclusive Ride en Riding Academy)

  • 21 april – Misano
  • 28 en 29 mei – Vallelunga
  • 15 en 16 juni – Cremona
  • 29 en 30 juni – Imola
  • 6 en 7 juli – Imola
  • 8 september – Mugello
  • 13 en 14 oktober – Imola

Kalender Aprilia Racers Days 2022 buiten Italië (Exclusive Ride)

  • 2 en 3 april – Hockenheimring (Duitsland)
  • 30 april – Circuit Val de Vienne (Frankrijk)
  • 9 en 10 mei – Hockenheimring (Duitsland)
  • 12 juni – Circuit Nevers Magny-Cours (Frankrijk)
  • 14 en 15 juni – Nürburgring (Duitsland)
  • 1, 2 en 3 juli – Hockenheimring (Duitsland)
  • 12 juli – Donington Park (Groot-Brittannië)
  • 15, 16 en 17 juli – Circuit Ricardo Tormo, Valencia (Spanje)
  • 25 en 26 juli – Cadwell Park Circuit (Groot-Brittannië)
  • 12, 13 en 14 augustus – Hockenheimring (Duitsland)
  • 21 augustus – Circuit d’Alès (Frankrijk)
  • 30 augustus – Circuit Bugatti, Le Mans (Frankrijk)
  • 12 september – Nürburgring (Duitsland)

Inschrijven

Wil jij wel eens weten wat jouw Aprilia allemaal kan? Dan vul je meteen het deelnameformulier in!

Aankoopadvies: Suzuki GSX-S1000

0
Suzuki GSX-S1000

Een beschaafd lopende motor, een exact sturend rijwielgedeelte, geen truttige motor: de Suzuki GSX-S1000 ontpopt zich als een haast perfecte allrounder. Sprint deze Suzuki ook tweedehands?

Het lidmaatschap van de club der naakte 1000cc-machines is fabrikanten een erezaak: Suzuki veroverde met de GSX-S1000 pas in 2015 – dus vrij laat – het toegangsbewijs voor de prominente naked-club. En trof daar een door testosteron verzadigde scene, met zelfbewuste body-builders uit Oostenrijk, Japan, Italië, Beieren en Engeland. Allemaal potige machines, maar niet altijd en door iedereen gewaardeerd. Individualisten dus, die in hun ‘hufter-modus’ vaak zeer luid of moeilijk in de omgang kunnen zijn. En de Suzuki? Die gedraagt zich sociaal verdraagzaam, met goede manieren.

Tekst en fotografie: Motorrad News

Uitgebalanceerd

Over het motorblok: de van de K5-GSX-R afgeleide, 145 pk sterke vierpitter is volgzaam op routes met snelheidsbeperking en in de stad. Daar, waar hij zijn teugels mag laten vieren, biedt hij vanaf het middengebied een enorme vermogensontwikkeling. Op straten zonder snelheidsbeperking, of op eenrichtingswegen met wit-rode trottoirbanden (want ook daar wordt de Suzuki GSX-S1000 nogal eens gespot), zet deze hypernaked vanaf de 8.000 tpm de naverbrander aan. Hij heeft dus geen uitsmijter- of draaiorgelmentaliteit. Het goed uitgebalanceerde, bijna volledig instelbare rijwielgedeelte past hier uitstekend bij. De slechts 211 kg lichte Suzuki is bijzonder wendbaar, stuurt precies en is in staat tot enorme hellingshoeken, zonder kapsones. Ze integreert haar dompteur comfortabel tussen de riante tank en het steil oplopende duozadel, en remt met hoogwaardige, radiale hardware van Brembo. Die remmen zijn nog te verfijnen als je de remblokken vervangt door sportievere remblokken, zoals onze testrijders bij een haast twee jaar durende langeduurtest van deze blauwe snelheidssmurf ontdekten.

Bij zeer intensief gebruik vallen een paar eigenaardigheden op, waardoor de zorgeloze Suzuki GSX-S1000 het predicaat ‘perfect’ net misloopt. Zo heeft de machine bijvoorbeeld last van fijne trillingen bij hogere toerentallen, die je in het stuur en in de voetsteunen voelt. Ook de bruuske gasreactie na de rol-fase is vervelend. Daarnaast heeft hij last van een onregelmatige loop bij een constante snelheid. Daar hadden vooral de Euro 3-exemplaren (tot 2017) last van. Suzuki loste dit op met een software-update en verving desgewenst ook de motormanagementcomputer. Een soepelere gasreactie is vanaf 2019 ook mogelijk dankzij de uit de Katana overgenomen gasgreep, gecombineerd met een nieuwe lay-out van de gaskabels. Het zou fijn zijn geweest als de motor vanaf begin af aan instelbare motormodi zou hebben gehad, maar die kwamen pas met het laatste Euro 5-model.

Aankoopdossier: BMW F800GS (2008 – 2018)

Suzuki GSX-S1000: uitermate robuust

De van de K5-krachtbron afgeleide viercilinder is door de jaren heen geperfectioneerd en staat bekend als uitermate robuust, hij is goed bestand tegen een ruw leven. Toch is het belangrijk om ook bij de bezichtiging van een Suzuki GSX-S1000 met een lage kilometerstand naar de inzet te vragen (korte afstanden, dagelijks gebruik, circuittrainingen)? Onderhoudsboekje controleren, de omgeving van het motorblok en het koelsysteem op lekkage controleren. Zijn er ‘niet-officiële’ verbeteringen doorgevoerd om het onregelmatig lopen tegen te gaan (software, uitlaat)?

Daarnaast controleren: controleer de kunststofdelen en andere onderdelen op trillingsscheuren; controleer of het contactslot soepel draait, controleer onderdelen die bij een valpartij gevaar lopen op gevechtssporen, zoals de kappen van de uitlaat, motordeksels of het stuur. Er zijn drie terugroepacties bekend, allemaal voor het bouwjaar 2015: in twee gevallen ging het over een mogelijk defect aan een koelwaterslang (te dicht bij de uitlaatbocht of de zijkuip), de laatste om lekkage van de voorste remklauw.

Suzuki GSX-S 1000

Pluspunten Suzuki GSX-S1000

  • zeer potent motorblok
  • uitermate wendbaar
  • felle remmen
  • sportief stugge vering

Minpunten Suzuki GSX-S1000

  • rukkerige gasreactie
  • klein weergegeven info dashboard

Tips van de Motor.NL occasion-expert

Een koopje, bestaat dat tegenwoordig nog? Ook in het geval van de GSX-S1000 blijkt het weer: ja! Een eerstehands, na slechts zes jaar veertig procent of meer onder de nieuwprijs, het kilometrage viercijferig, voorzien van mooie, gewilde accessoires; daar hoef je niet meer op af te dingen. Toch doen velen dat. De opmerking van de geërgerde aanbieder (niet meer vragen naar de laagste prijs) spreekt boekdelen.

Tweedehandsprijzen

Het tweedehands aanbod is momenteel zeer overzichtelijk. Ongeveer zestig procent van de aangeboden motoren staat bij de handelaren, daar vind je alle jaargangen.

De eerste bouwjaren (Euro 3, 2015 tot 2017) worden aangeboden tussen € 7.500,- (bouwjaar 2015/16, 14.000 tot 40.000 km) en circa € 8.900,- (particulier, rond 8.000 km). Ongeveer zes van de tien exemplaren hebben veel minder dan 20.000 kilometer gereden.

Bij de Euro 4-modellen (2018 tot midden 2021) ligt de prijsrange tussen de € 7.800,- (bouwjaar 2019, eerstehands, 44.000 km) en € 10.500,-, voor bouwjaren 2018–20 met kilometerstanden van 3.000 tot 8.000 kilometer. Hiervoor geldt: bijna geen enkele machine heeft meer dan 10.000 kilometer op de teller.

Voor € 11.300,- kun je bovendien ex-demo-motoren uit 2021 met zeer lage kilometerstanden vinden (oude model, Euro 4).

Alternatieven

BMW S1000R

Een sportieve, wilde power naked met een enorme trekkracht in het middentoerenbereik. De Beierse viercilinder met race-DNA heeft vanaf 2017 een smallere neus, 165 pk en een titanium uitlaatdemper van Akrapovic.

+ fel motorblok
+ zeer wendbaar
+ brute remmen
–  woest uitlaatgeluid

Tweedehandsprijzen

Veel keuze, particulier/handelaren ongeveer 1 op 1. Eerste generatie (2014–16): ongeveer € 6.800,- (60.000 km) tot € 12.000,- (10.000 km). Type twee (2017–20): circa € 9.900,- (boven 30 000 km) tot € 14.500,-.

Honda CB1000R

Retro-roadster? Café-racer? Hoe je hem ook noemt, de in 2018 geïntroduceerde naked is een geraffineerde spierballenmotor. De CB rijdt zeer dynamisch, zijn Fireblade-hart inspireert.

+ sterke, elastische motor
+ zeer wendbaar
+ felle remmen
–  sportief hooggeplaatste voetsteunen

Tweedehandsprijzen

Goed aanbod, circa tachtig procent bij handelaren. Bouwjaar 2018/19: circa € 8.000,- (minder dan 10.000 km) tot € 11.000,- (versie ‘+’). 2020/21: vanaf € 9.200,- (4.000 km), demo’s bouwjaar ´21 onder € 12.000,-.

Kawasaki Z1000

De pitbull in de clan van de dikke nakeds. Ziet er agressief uit, vraagt op buitenwegen een stevige hand vanwege de zware stuureigenschappen. Een gevoelige gashand is een voordeel.

+ bullige, sterke motor
+ onstuimige stuureigenschappen
+ stugge vering
– houdt niet van duopassagiers

Tweedehandsprijzen

Ruim aanbod, ongeveer zestig procent bij particulieren. Generatie 2010–13 (138 pk): circa € 4.600,- (veel km) tot € 7.800,- (rond de 20.000 km). Type twee (vanaf 2014, 142 pk): € 7.400 tot € 11.500,-.

Triumph Speed Triple 1050

Macho met rauwe uitstraling, erelid van het uitsmijtersgilde; deze Speedy laat niets aanbranden. Vanaf 2011 met scheve blik, vanaf 2018 met 150 pk. Ook als ‘R’ (vanaf 2012) met Öhlins-vering.

+ beresterke motor
+ exact sturend rijwielgedeelte
+ lekker felle remmen
–  krappe stuuruitslag

Tweedehandsprijzen

Veel keuze, zestig procent bij handelaren. Bouwjaar 2011-15: circa € 5.000,- (30.000 km) tot € 9.000,- (‘R’: 15.000 km). 2016-20: basis (‘S’) € 7.900,- tot € 11.800,-, ‘R’ (vanaf 2018: ‘RS’ ) € 8.600,- tot € 14.900,-.

Toerisme Bouillon, België: overdonderend groen en machtige bochten

0
Bouillon België

Door het coronavirus was het een tijdlang moeilijk of onmogelijk om op de motor ver van Nederland te reizen. We herontdekten massaal de mooiste routes in ons eigen landje. Ook de buurlanden kwamen weer in het vizier. Hoeveel motorrijders hebben hun eerste heuvels en bergjes onder de wielen genomen in België, Luxemburg en het nabije deel van Duitsland? Ook voor weekendtripjes waren en zijn deze Gouwe Ouwe Routes populair. Michiel van Dam rijdt weer naar Bouillon om in de Ardennen een van zijn oude vertrouwde rondjes te rijden.

Fotografie: Michiel van Dam

Op de automatische piloot draaien we over de rotonde. Nemen de afslag naar de kade, langs het terras, links de garage in. Hotel de la Poste. Hoe vaak zijn we hier al neergestreken voor een fijn potje sturen rond Bouillon? Met de koffers omhoog naar de receptie: ingesleten route. Het interieur is geruststellend ouderwets gebleven, de trap naar de kamer kraakt nog steeds, de lift kreunt als vanouds en ook de kelners dragen er nog keurig hun livrei.

De la Poste. Goed om weer terug te zijn.

Kasteel boven Bouillon

Nu we er toch weer zijn kunnen we net zo goed nog een ritueel herhalen. De volgende ochtend gaan we eerst even de benen strekken. Omhoog naar het kasteel boven de oever aan de overkant. Dat kasteel van Bouillon staat al zo’n duizend jaar op de rotswand boven Bouillon. Niet de hele tijd in dezelfde vorm, maar toch. Duizend jaar! Dat is pas een gouwe ouwe.

Burchtheer Godfried van Bouillon wilde erbij zijn, de geschiedenisboeken ingaan als medespeler in de Eerste Kruistocht om het heilige Jeruzalem uit de heidense handen van de moezelmannen te bevrijden. Daar had hij geld voor nodig. Dus verpatste hij in 1096 zijn kasteel en landerijen aan de prins-bisschop van Luik. Er was een clausule in het contract dat hij zijn spul mocht terugkopen als hij terugkwam. Maar Godfried kwam niet terug, zijn beenderen bleven in Jeruzalem. Het kasteel werd een soort speelbal tussen Bouillon, Luik en Sedan, totdat uiteindelijk de toeristen zegevierden.

Een rondleiding door het kasteel is nog steeds een hoogtepunt van een bezoek aan Bouillon. Ook letterlijk natuurlijk, vanaf de kasteelmuren op de smalle rotsrichel zien we beneden ons de Semoy aan beide kanten voorbij kabbelen. Tijdens de rondleiding komen er natuurlijk vochtige gangen, kerkers, waterput, ophaalbruggen en meer van dat kasteelspul voorbij. Hoogtepunt van het hoogtepunt: de roofvogelshow op de binnenplaats, met uil, gier en arend, als we de vogeltemmer, of hoe heet zo’n man, goed hebben verstaan.

Vrij als een vogeltje stappen we daarna op de motoren.

TankTasTocht #1: Noord-Holland – West-Fries wereldwonder

Bochtige water

Zitten we? Daar gaan we dan. Ik rij achter de BMW-toermotor van mijn toermakker Jos aan. Daar springen de bochten al tevoorschijn vanaf de beboste hellingen boven de Semois. Hoe krijgt dat riviertje het toch voor elkaar om zo’n beetje overal op te duiken tijdens een toer rondom Bouillon? Daarvoor moet madame La Semois zich in onmogelijke bochten wringen en daar doen motorrijders weer hun voordeel mee. Want de route loopt geregeld langs dat bochtige water.

Je zult hier wonen en even naar de tabaksboer moeten, daar ga je weer voor roken. ‘Schat, ik ga even sigaretten halen bij Martins’, en dan pas thuiskomen als de piepers rammelen in de pan en de tafel is gedekt. Zonder sigaretten. ‘Eh… nee… ja… de tabakszaak was dicht. Zo was het. Al gesloten. En toen ben ik maar een blokje om gereden.’ Drie keer raden wie er dan ’s avonds met afwasschort en -borstel aan het aanrecht staat.

We komen door dorpen waar de eeuwige siësta lijkt te heersen. Alleen bij het uitzichtpunt Tombeau de Géant oftewel Graf van de Reus komen we een wandelfamilie tegen, die een praatje begint. Want papa heeft vroeger ook moto gereden! Als de ervaringen zijn uitgewisseld concentreren we ons op het schitterende uitzicht over een van de bochten die de Semois langs haar loop beschrijft. Volgens legendes ligt op de heuvel in de rivierbocht een reus begraven. Zelfde geografische situatie als in Bouillon, maar hier geen kasteel op het hoogste punt. Alleen groene bomen. Ook geen toeristische drukte aan de oevers die er verlaten bij liggen.

Spectaculaire ligging

Maar we dwalen af en dat is niet de bedoeling. Slinger-de-slinger langs de rivier, waar we in Poupehan weer overheen gaan. Ook hier vermaakt jong en oud zich met kanovaren, dat is mooi want dan is er minder volk op de weg. Gouwe ouwe Ardennen! De tijd van vervallen schuurtjes is ook hier voorbij. Rochehaut bijvoorbeeld, dat ligt spectaculair mooi boven de zoveelste bochten in de rivier en is daarom helemaal opgepoetst en aangeharkt en overgenomen door mensen met van die gele kentekenplaten achterop hun karren en caravans. Ze zitten in hun huisjes te pim-pam-petten of op horecaterrassen te consumeren, waardoor Jos en ik het asfalt voor onszelf hebben. Dat was vroeger al zo in de Ardennen en dat is gelukkig nog steeds zo.

De Semois stroomt onverschillig voorbij aan al die mensen en hun vrijetijdactiviteiten. La Semois maakt zich op voor een naamsverandering een paar kilometer verderop. Want de Fransen moeten die rivier anders noemen, anders waren het geen Fransen. Dus heet het water daar La Semoy.

We rijden erheen door Membre en Bohan en dan linksaf in Rue de France, waar (daar is hij dan) Joseph Martin al sinds onze mensenheugenis een tabakszaak drijft. Hij is dicht. Nou, dan rijden we een extra rondje, dat doen we liever dan piepers jassen.

We rijden ook officieel op de tabaksroute. Tsja, als je die rookwaar nauwelijks nog mag verkopen, moet je er iets anders mee. Hup! We maken een toeristische bezienswaardigheid van die plantages en oude schuren waarin de tabak werd gedroogd. Het zal wel.

Maar die Tabaksroute, die de vlijtige mevrouwen en meneren van de toeristische dienst hebben uitgedokterd, daar heeft een motorrijder wel oren naar! Want hij volgt zo’n beetje de slingerende loop van de Semois vanaf Poupehan naar Bohan en bovendien beschrijft-ie ook nog slingers in de boven genoemde vallei gelegen heuvels, naar Pussemange en Sugny bijvoorbeeld, naar Nafraiture en Orcimont of Rochehaut, Mogimont en Noirfontaine naar Dohan. En laten dat nou net ook de weggetjes zijn die een beetje ervaren motorrijder ook op de wegenkaart der Ardennen heeft uitgestippeld.

Bouillon België

Spannend verhaal

Een vleugje avontuur, een snufje geschiedenis laat je onderweg ook anders kijken naar het in de bochten voorbijschietende landschap. Die tabak en de Franse grens nabij, dat is natuurlijk ook goed voor een spannend verhaal. Want in Frankrijk was tabak een staatsmonopolie, dus er ontstond een levendige smokkel, van het soort boter naar België koffie naar Duitsland uit het Nederland van na de oorlog.

Zo steken we – letterlijk en figuurlijk – nog eens wat op, onderweg. Gewapend met nieuwe kennis, en een doos bolknakken in de motorkoffer, rijden we vervolgens Frankrijk binnen. Ongestoord door smokkelaars, douaniers of andere weggebruikers rijden Jos en ik verder langs het water.

Semois… Semoy… in Monthermé heet de rivier waar we langs rijden ineens La Meuse en zo kachelen we een stukje verder langs de Maas. We rijden langs het ene uitzichtpunt na het andere. Het is hier vergeven van de bordjes ‘point de vue’, alsof de plaatselijke panorama’s ook al met elkaar moeten concurreren in deze tijden van vrije markt-waanzin.

Het mooiste uitzicht belooft ons de Roche aux Sept Villages, wederom niet meer dan een aantal voetstappen van de wegrand verwijderd. De wegwijzer bovenop de rots geeft aan waar de zeven dorpen liggen, die we vanuit hier kunnen zien. De huisjes steken minuscuul af bij het overdonderende groen van de heuvels, die zich naar alle richtingen uitstrekken.

Vier heemskinderen

In Château Regnault vragen we de weg naar het beeld van de Vier Heemskinderen, die versteend op hun sokkel naar verluidt ook een prachtpanorama voor zich hebben liggen. De man zegt ons hem maar te volgen in zijn kleine autootje. Hij spreekt Frans met een zwaar Portugese tongval. Vorige eeuw kwamen er op de mijnen en industrieën in Noord-Frankrijk veel gastarbeiders af, om de armoede in hun zuidelijke contreien te ontvluchten. Vandaar dus die schotelantennes in Hautes-Rivières, vandaar dus die dorpsnaam Solferino, en vandaar dus onze Portugese gids, dringt het tot ons door. De behulpzame Lusitaan houdt halt op een weiland, dat we zonder hem nooit hadden gevonden.

De Vier Heemskinderen plus paard uit kloeke steen gehouwen hebben inderdaad een fenomenaal uitzicht voor hun bovenmaatse klompvoeten liggen. Deze vier broers zouden volgens de legende lange tijd op het ros Beiaard door de Ardennen hebben gezworven, voordat zij met Karel de Grote vrede sloten. Wie benijdt ze niet? Wij kijken vanaf hun sokkel een paar minuten mee over de heuvelkammen en de bescheiden tekenen van menselijk ingrijpen in het natuurschoon.

Buiten de bochten door het bos komen we langs vele panorama’s waar de blik ver kan dwalen. Boven Joigny-sur-Meuse houden we halt bij Rocher des Grands Ducs. We doen een paar passen door het bos waarin de vogels erop los zingen alsof hier het Eurosongfestival van onze gevederde vrienden plaatsvindt. Unplugged!

Met deze muzikale omlijsting genieten wij extra van het uitzicht vanaf de Rots der Grote Graven, waar steil beneden de Maas een bocht door de groene weides slaat, waaromheen zich de heuvels verheffen.

Toerisme Luxemburg: met een glimlach achter je vizier

Mooie lussen

Terug in België. We koersen weer aan op de Semoy, pardon, Semois en kiezen vervolgens een van die mooie lussen van de Route du Tabac. De motor ruikt de stal. Want in alle machtige bochten, bij alle ontmoetingen en op alle fijne uitzichtpunten is de tijd niet stil blijven staan. Toch is er nog genoeg van over voor een stop tussen het rijden door. In Gembes bijvoorbeeld, waar we ons over een onverhard tractorspoor naar het bewegwijzerde uitzichtpunt begeven. Als de motor geen krimp geeft, hoor je ons ook niet piepen. Het uitzicht is ook hier ruimschoots de moeite waard. We kijken over onverkavelde heuvels met plukken bos, een eenduidig dorpsbeeld van stenen huizen en over de weilanden waar de koeien grazen.

Ach, die liefelijke mooie Semois met al haar wulpse kronkels. We volgen haar bedding nu stroomopwaarts, nemen in Rochehaut voor deze dag afscheid van haar bij een van de bekendste uitzichtpunten van alle Ardennen bij elkaar. We laten de motor op de jiffystand zakken, terwijl de zon ter kimme daalt. En genieten van het uitzicht 150 meter lager, op de zoveelste bocht in de rivier, met de zoveelste heuvel ertussen. Waar zich onder de rotsen en de bomen van het bos de huizen van het schattige dorp Frahan hebben genesteld.

In tegenstelling tot Godfried keren wij wel terug naar Bouillon. Steeds weer, en nooit valt het tegen. Elke keer zijn de wegen weer beter, maar even leeg als in herinnering. De bochten met zo fijn, het natuurdecor net zo mooi. De la Poste, daar zijn we weer. De tafel is gedekt, het avondeten wordt opgediend. En het mooie is: we hoeven vanavond niet af te wassen. Bouillon is een gouwe ouwe om te koesteren.

Download de route Bouillon, België

Hoog woud

De naam Ardennen komt via het Latijnse Arduenna silva (Arduennawoud) van het Keltische woord ardu wat hoog betekent. In feite betekent Ardennen dus ‘Hoog woud’. En vreemd is dat niet, want wie Ardennen zegt, zegt bossen. En in één adem door heb je het bij de Ardennen ook over heuvels, rivieren en druipsteengrotten.

De natuur is de grootste en belangrijkste trekpleister van de Ardennen, die samen met de Duitse Eifel het middengebergte vormen dat zich tussen Koblenz en Remagen aan de Rijn en Rocroi in Noord-Frankrijk uitstrekt. Tussen de beboste heuvels hebben rivieren diepe kronkels ingeslepen, waarlangs bochtige wegen liggen waarop motorrijders helemaal in hun element zijn. Met name de loop van de Semois tussen Bouillon en Revin is een echte motortopper.

Reisinformatie

Regenpak

De Ardennen zijn de eerste verhogingen van betekenis, die wolken en winden vanaf de Noordzee tegenkomen op hun tocht landinwaarts. Het regent er dus vaak, vandaar al dat groen. Een regenpak behoort dan ook in de Ardennen tot de verplichte uitrusting.

Hou er ook rekening mee dat het asfalt, ondanks de enorme verbeteringen in het Waalse wegennet, door vallend gesteente en boomwortels opgeleukt, met name in een regenbuitje spekglad kan zijn.

Te zien

Gelukkig zijn er in de streek voldoende abdijen, kerken, musea en forten om de gemotoriseerde toerist een alternatief te bieden voor de echt regenachtige dagen. Met name het kasteel van Godfried van Bouillon is een bezoek dubbel en dwars waard.

Websites

Informatie over Wallonië en de Ardennen:
www.walloniebelgietoerisme.be
www.ardennen.nl

Informatie over Bouillon en omgeving:
www.paysdebouillon.be

Overnachten en dineren in Bouillon:
www.hotelposte.be

Yamaha terug in Afrika met het nieuwe Ténéré World Raid Rally-programma

0

Het gloednieuwe Yamaha Ténéré World Raid Team zal deelnemen aan de Africa Eco Race die van 15 tot 30 oktober wordt georganiseerd met start in Monaco en finish in Dakar, Senegal. Yamaha heeft een lange racegeschiedenis in Afrika, die begon met de overwinning van Cyril Neveu in 1979 in de allereerste editie van de Paris Dakar Rally. Door deel te nemen aan de Africa Eco Race is de cirkel rond. Yamaha keert terug naar de spirituele thuis van de Ténéré. Door met een productiemachine deel te nemen aan de 12 etappes van deze Afrikaanse rally wil Yamaha het potentieel van de Ténéré World Raid aantonen. Daarnaast wil Yamaha ook een uitgebreid klantenprogramma voorbereiden dat Ténéré-klanten, die deelnemen aan nationale activiteiten of aan internationale Rally Raids, zal ondersteunen.

Aprilia Pro Experience: rij samen op Misano met MotoGP-sterren

Rijders Botturi en Tarres

Yamaha heeft het beheer van het Yamaha Ténéré World Raid Team toevertrouwd aan Rebel X Sports, onder leiding van Manuel Lucchese. De Italiaan Alessandro Botturi, winnaar van de vorige twee edities van de race, en de Spanjaard Pol Tarres zullen deelnemen aan de 14e editie van de rally met een raceversie van de Ténéré 700 World Raid, uitgerust met een grotere brandstoftank en een KYB-wielophanging. Botturi start in de Africa Eco Race 2022 als winnaar van de vorige twee edities in 2019 en 2020. De 46-jarige Italiaan was ook de International Six Day Trial kampioen in 2005 en 2007. Hij nam verder deel aan het World Enduro Championship en aan tal van Dakar-rally’s.

Voorbereiding in Tunesië

Botturi’s teamgenoot Tarres was eerst trialrijder en stapte dan over naar het World Enduro Championship. De 27-jarige Spanjaard heeft naam gemaakt door het aangaan van de zwaarste enduro-uitdagingen met zijn Ténéré 700. Hij plaatst ook regelmatig ‘Seeker’-video’s op YouTube die de zwaartekracht lijken te negeren.
Het Yamaha Ténéré World Raid Team bereidt zich voor op de AER in de Tunesische Desert Challenge tussen 21 en 29 april met acht etappes over meer dan 2.700 km. Dit wordt de eerste belangrijke test voor de motorfietsen en voor de rijders die later dit jaar de uitdaging van de Africa Eco Race zullen aangaan.

WorldSBK Assen: hoe Michael van der Mark het maximale uit Assen haalde

0
Michael van der Mark WorldSBK Assen

Mee kunnen doen was stap één, fit verklaard worden was stap twee, maar dan ook een resultaat scoren was veel meer dan stap drie. Michael van der Mark stapte ruim een maand na zijn dubbele beenbreuk weer op tijdens de WK Superbikes in Assen en sloot het weekend – gezien zijn blessure – met een geniale achtste plaats af. Wij volgden hem op de voet.

Als Motor.NL Riders Club-VIP bij het WorldSBK Assen

Fotografie: 2Snap

Michael van der Mark moest en zou starten tijdens in Assen. Dit was nogal een uitdaging, want half maart brak de 29-jarige coureur zijn kuit- en scheenbeen bij een onschuldige val tijdens een mountainbiketraining. Een breuk op een complexe positie in het been, waardoor de operatie zijn enkel werd vastgezet. Kortom: een zware blessure. Michael miste door de blessure alle voorjaarstesten en de eerste WK Superbike-ronde in Aragón. De Nederlander had zijn zinnen gezet op zijn thuisrace en als het een andere locatie was, had hij waarschijnlijk niet gereden. Maar voor zijn thuispubliek wilde hij maar wat graag een uitzondering maken. Nu zit er tussen zelf willen en mogen nog een verschil, maar donderdagmiddag kreeg de BMW-coureur groen licht van de artsen.

Vrijdagmorgen was het tijd voor de rentree. Met pijn en moeite kreeg hij zijn laars aan. Vervolgens strompelde – want lopen kan je het nog niet noemen – hij richting de pitbox om vervolgens voor het eerst sinds ruim vijf maanden weer op zijn BMW M1000RR te stappen. Kort na de eerste sessie spraken we met Michael: ‘Ik heb geen pijn, maar doordat mijn enkel vastzit kan ik mijn voet niet bewegen zoals ik normaal doe. Hierdoor moet ik compenseren met mijn armen en dat is erg wennen. Het is vooral belangrijk om kalm te blijven.’ Dat kalm blijven nog niet zo makkelijk was, ondervond Michael in de tweede vrije training: ‘Het is best frustrerend. De andere jongens hebben al negen dagen gereden in 2022 en ik heb totaal geen ritme. Ik ging in FP2 soms te wild rijden en besloot daarom iets vaker een stop te maken.’ Van der Mark noteerde vrijdag een twintigste tijd op 2,3 seconde van de kop. Maar het belangrijkste was dat hij twee volledige sessies kon rijden, want zoals hij zelf zei: ‘Elke meter is dit weekend meegenomen.’

Behandeling doet wonderen

De grote vraag was hoe de enkel zou aanvoelen op zaterdagmorgen. ‘Gelukkig voelt het weer iets beter dan gister,’ vertelt Michael wanneer we hem ‘s ochtends tegenkomen. ‘Ik heb geen verwachtingen voor de races. Het wordt een lange dag met drie sessies. Ik denk dat het slim is om in FP3 wat krachten te sparen.’ Na de derde vrije training wordt Michael behandeld door de man die hem ook heeft bijgestaan tijdens zijn revalidatie, die half maart is gestart. Deze behandeling werpt zijn vruchten af, want in de Superpole-kwalificatie is de BMW-coureur anderhalve seconde sneller dan vrijdag en kwalificeert hij zich op de vijftiende plek. ‘Na de behandeling voelde mijn voet zo’n klap beter. Daardoor kon ik ook gelijk betere rondetijden rijden; ik ben best tevreden. Nu gaan we racen.’

WorldSBK Assen 2022: Nagenieten met deze elf waanzinnige foto’s

In het mediacentrum – en waarschijnlijk ook onder de toeschouwers – is de grootste vraag of Michael Race 1 van zaterdagmiddag kan uitrijden. Niemand heeft het over de positie waar hij kan finishen, dat is dit weekend van zijdelings belang. Michael zelf denkt daar anders over: ‘Er moet heel wat gebeuren voordat ik opgeef.’ Het gaat boven verwachting. Michael rijdt lang op plaats vijftien en door wat incidenten strijdt hij in de slotfase om de twaalfde plaats. In de laatste GT-bocht verliest hij deze positie aan Christophe Ponsson en finisht als dertiende. Uitgereden en punten! Iets wat eigenlijk ongekend is met zo’n blessure. Michael na afloop: ‘In de trainingen heb ik maar paar ronden achter elkaar gereden en nu ineens eenentwintig. Ik moest een redelijk tempo vinden dat ik goed aankon. Dat is gelukt. Het was wel zwaar voor mijn armen, omdat ik minder beweging heb in mijn voet. Ik heb mooie gevechten gehad, alleen niet voor de posities waar ik normaal voor wil strijden. Vooral op mijn favoriete stuk van het TT Circuit, de snelle laatste sector, verlies ik nu juist de meeste tijd. We kwamen hier om te racen en dat hebben we gedaan. Eigenlijk is mijn weekend nu al geslaagd.’

Bijzondere prestatie

Maar Michael zou Michael niet zijn als hij zondag zijn resultaat wil verbeteren. Daarnaast lijkt Michael zich ook iets makkelijker te voet door de paddock te bewegen. In de Superpole (Sprint)Race, zijn 200e wedstrijd in het WK Superbike, was er voor de Rotterdammer weinig eer te behalen, aangezien slechts de top-negen punten en een betere startpositie voor Race 2 verdienen. ‘Ik zag het meer als een lange training, want ik wist dat ik de snelheid niet had om voor de top-tien te gaan. Het was goed om weer negen ronden achter elkaar te rijden, maar de meeste punten worden in de hoofdraces verdeeld,’ zegt hij na als vijftiende over de finish te zijn gekomen.

In Race 2 gaat Michael er nog eens goed voor zitten. De start is goed, maar daarna mist hij een versnelling waardoor hij tijd verliest. Dat was achteraf maar goed ook, anders had hij maar zo maar slachtoffer kunnen zijn van de crash die plaatsvond in de eerste bocht. Vervolgens begint hij wat plekken te winnen en als er aan de kop – onder meer bij Jonathan Rea en Toprak Razgatlioglu – diverse crashes zijn, rijdt de Nederlander ineens op plaats tien in zijn thuisrace. Dat is nog niet genoeg, want Michael weet naar het achterwiel van Xavi Vierge en Lucas Mahias te rijden, geen langzame rijders. Toch passeert hij beide rijders, waardoor hij na een dikke maand na zijn dubbele beenbreuk als achtste over de finish rijdt in Assen. Michael heeft dan ook reden tot lachen na afloop: ‘Ik ben nog nooit zo blij geweest met een achtste en dertiende plaats in de hoofdraces. Ik was sneller dan Vierge en Mahias, maar kwam niet weg. In de slotfase waren ze met elkaar bezig en kon ik er tussenuit knijpen. Gisteren was mijn weekend al redelijk geslaagd, maar deze punten en resultaat zijn een mooie bonus. Het zijn natuurlijk niet de uitslagen die ik zou willen in mijn thuiswedstrijd, maar gezien de omstandigheden mogen we heel erg blij zijn!’ Gezien de reacties van het publiek in Assen heeft hij hen ook verbaasd dit weekend. Nu kijken waar een fitte Michael van der Mark later dit seizoen toe in staat is!

Het moment in Race 2 op Assen. Jonathan Rea (65) en Toprak Razgatlioglu (1) gaan samen onderuit en Alvaro Bautista (19) profiteert. foto credit Rene Vos / Racesport.nl.

Bautista lachende derde

De strijd om de winst in het WK Superbike ging tussen Jonathan Rea, Toprak Razgatlioglu en Alvaro Bautista. Bautista begon als WK-leider aan de races op het TT Cricuit. In Race 1 en de Superpole Race was Rea na mooie duels beide keren het sterkst, voor Bautista en Razgatlioglu. Bautista moest na de Superpole Race zijn tweede plek inleveren aan Razgatlioglu, omdat hij in de laatste ronde net buiten de baan was gekomen. Goed nieuws allemaal voor Rea. Naast dat Noord-Ier de WK-leiding pakte, won hij ook zijn honderdste zege in dienst van Kawasaki en zette hij zijn zegetotaal in Assen op zeventien. Toch sloot Rea zijn weekend niet met een glimlach af. In Race 2 zaten de drie kemphanen opnieuw bij elkaar. Razgatlioglu reed aan de leiding en kwam wat wijd uit in de Haarbocht. Rea probeerde binnendoor te komen. De twee rijders raakten elkaar en crashten, waardoor ze beiden hun eerste nulscore van 2022 lieten noteren. Het ging vorig jaar heel vaak net goed in hun pittige duels en nu ging het net fout. Bautista kon het incident net ontwijken en wist daarna eenzaam naar de zege te rijden. Podiumplaatsen waren er voor Andrea Locatelli en Iker Lecuona. Met deze overwinning keerde Bautista toch weer als WK-leider huiswaarts.

Quotes

Tussenstand WK Superbike (na zes races)

1: Alvaro Bautista (E) | Ducati | 109
2: Jonathan Rea (GB) | Kawasaki | 91
3: Toprak Razgatlioglu (TR) | Yamaha | 64
4: Andrea Locatelli (I) | Yamaha | 55
5: Iker Lecuona (E) | Honda | 50
6: Michael Ruben Rinaldi (I) | Ducati |43
7: Axel Bassani (I) | Ducati | 30
8: Xavi Vierge (E) | Honda | 30
9: Alex Lowes (GB) | Kawasaki | 28
10. Loris Baz (FR) | BMW | 28

Werkt Yamaha aan een Ténéré 900?

0

De Ténéré 700 van Yamaha staat er een beetje verloren bij. Maar dat zou wel eens vsn korte duur kunnen zijn. In de nabije toekomst krijgt de T700 misschien gezelschap van de T900. Die is dan uitgerust met het CP3-blok, dat al succesvol wordt toegepast op de MT-09 en de Tracer 9. De gedachte alleen al brengt motorrijders op hol, zo ook bij het Franse motorblad Moto Revue. Die hebben getracht de T900 te vangen in een computerbeeld.

Met het afscheid van de Super Ténéré 1200 – met pensioen vanwege Euro5 – gingen velen er al van uit dat er in 2020 al een nieuwe, zware allroad ter vervanging en naast de kleinere 700 zou komen. De eerlijkheid gebied te zeggen dat er nog geen officieel nieuws vanuit Yamaha is, maar de meest waarschijnlijke hypothese lijkt die van een nieuwe versie aangedreven door de CP3-900cc. Dat is de driecilinder-in-lijn waarmee de MT-09 en de Tracer 9 al zijn uitgerust. Het idee van een royale, maar niet te grote motor – zowel in omvang als in gewicht – is helemaal niet slecht: zo uitgerust zou de nieuwe Ténéré wel eens een uitstekende enduro kunnen te zijn. Licht maar met al het vermogen dat nodig is om zelfs de langste en meest veeleisende tochten te kunnen maken.

Yamaha werkt samen met Riders for Health

Op basis van deze veronderstelling heeft het Franse tijdschrift Moto Revue enkele door Nicolas Petit gesigneerde renderings gepubliceerd. Petit tracht zich een beeld te vormen van de vorm en het karakter. Het uiterlijk en de mechanische basis is duidelijk die van zijn 700, die werd bijgewerkt voor 2022. Dus met een stalen buizenframe, aluminium achterbrug en spaakwielen, maar met een 19-inch voorwiel in plaats van 21 en een iets grotere massa in de totale afmetingen. Deze details, samen met mogelijk minder veerweg (misschien semi-actief) zouden van deze ‘bedachte’ Ténéré 900 een iets meer weggericht model maken.

Man sleept Vlaamse overheid voor de rechter wegens slecht wegdek… en krijgt gelijk

0

Wegen in slechte staat, in België weten ze er – helaas – alles van. Pieter (40) uit Wetteren klaagt al jaren de staat van de Kalkensteenweg in Wetteren aan. Daarvan zijn volgens hem de groeven tussen de betonplaten in zeer slechte staat, wat zorgt voor veel lawaai. Ook het fietspad is te onveilig, met veel ongevallen van scholieren die van en naar Wetteren fietsen, aldus Pieter.

Komt er een Kawasaki Z400RS?

2,5 jaar procederen

Daarop ging de Wetteraar met een petitie naar zijn buren op de steenweg, die prompt allemaal tekenden. 62 handtekeningen en voldoende argumenten waren voor de rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde voldoende om Pieter gelijk te geven. De Vlaamse overheid heeft nu een jaar de tijd om alle hinder die door een “niet geschikt en gebrekkig wegdek en een niet-afgescheiden fietspad” veroorzaakt werd, aan te pakken. Na maar liefst 2,5 jaar procederen met gespecialiseerde advocaten tegen de Vlaamse overheid krijgt Pieter nu dus eindelijk gelijk. Hij hoopt binnen korte tijd op een goede asfaltstrook en een afgescheiden fietspad. Het Agentschap Wegen en Verkeer meldt het vonnis te gaan bestuderen.