Michiel van Dam maakt al dertig jaar prachtige reisverhalen voor www.motor.nl. Nu combineert hij zijn twee passies, motorrijden en boeken lezen, in de serie Pad Vat, die door het Zuid-Afrikahuis wordt gepubliceerd.
In Storytellers rijdt Michiel met zijn Zuid-Afrikaanse motormaat Johan Kriek rond het plattelandsstadje Philippolis. De secundaire wegen door de half-woestijn van de Karoo zijn geknipt voor motortochten. En overal waar ze stoppen stuiten ze op verhalen van doorgewinterde storytellers.
Uit onderzoek blijkt dat zo’n beetje half januari het eerste kantelpunt van goede voornemens is en na een half jaar schijnt zelfs de helft al weer vervallen in z’n oude gewoonten. Wij helpen je echter graag bij een van de meest voorkomende goede voornemens. De covers op deze pagina’s verraden het ongetwijfeld al dat we het daarbij hebben over meer lezen. Hou vol vrienden, geef niet op, het gaat jullie lukken met deze motorboeken!
Marc de Reuver OPEN
Het is opvallend dat er over Marc de Reuver een boek werd geschreven en (nog) niet over de Nederlandse wereldkampioenen motorcross in de soloklassen, zoals Dave Strijbos, John van den Berk, Pedro Tragter en Jeffrey Herlings. In tegenstelling tot deze coureurs werd De Reuver namelijk nooit wereldkampioen. Tsja, hij had zeker een of meer wereldtitels kunnen behalen, maar, mits, indien, als… Juist daar zit ’m de kneep. Voor auteur Tim Gerth was dat aanleiding om de carrière van de miskende ‘wereldkampioen’ Marc de Reuver onder een vergrootglas te leggen. Samen met De Reuver zette hij zijn belevenissen in de motorcross op en naast de baan op papier. Het eindresultaat is een biografie waarin De Reuver geen blad voor de mond neemt. ‘Open’, zoals de auteur schrijft.
In een zoektocht naar waarom zijn carrière nooit geworden is wat hij voor ogen had, vertelt Marc alles over zijn loopbaan vanaf de jeugdcross tot aan zijn eerste Grand Prix-zege, over zijn zware blessures, het bizarre verraad en de huichelarij binnen de motorwereld, de geruchten over zijn uitgaansleven, het vermeende dopinggebruik en zijn diepste mentale dalen. Dat doet hij op de manier waarop hij altijd reed en nog altijd leeft: helemaal open. Samengevat is dit boek een reconstructie van zijn leven als motorcrosser, waarin hij tal van hoogtepunten vierde, maar ook door diepe dalen ging. Vreugde en verdriet lagen soms dicht bij elkaar.
‘Marc de Reuver – OPEN’ gaat over de opkomst en de val van een van de grootste motorsporttalenten die Nederland ooit gekend heeft. Dit spraakmakende boek maakt heel wat tongen los en zal hem niet door iedereen die erin vermeld staat in dank worden afgenomen. Dit is het eerste boek dat Tim Gerth heeft geschreven en het mag gezegd worden dat het allerminst een gortdroge opsomming van gebeurtenissen en feiten is. Deze biografie is vlot geschreven en doorspekt met tal van smeuïge, hilarische en treurige anekdotes, die velen nog niet kenden van Marc de Reuver. Daarbij houdt de auteur de vinger aan de pols door ook op de vele misstanden en valkuilen te wijzen, waarmee Marc de Reuver te maken kreeg en waar ook (toekomstige) jonge motorcrossers en hun begeleiders mee te maken kunnen krijgen.
Paperback. Omvang: 304 pagina’s, 48 foto’s. Formaat: 14 x 21 cm. ISBN: 978-94-93201-94-1. Prijs: € 21,95. Verkrijgbaar in de boekhandel of rechtstreeks bij uitgeverij Edicola Publishing bv, www.edicola.nl.
JAP – Le Vack’s Legacy: The JAP dohc Racing Engines 1922-1925
Over de racehistorie en de techniek van de JAP-racemotoren zijn weinig boeken verschenen. Gelukkig voor de talrijke fans van dit merk heeft de Britse auteur Brian Thorby eindelijk zijn boek klaar. Dat kreeg de titel: ‘JAP – Le Vack’s Legacy: The JAP dohc Racing Engines 1922-1925’. Vrij vertaald: ‘De erfenis van Bert Le Vack’s racemotoren met bovenliggende nokkenassen tussen 1922 en 1925’. De letters J.A.P. waren de initialen van uitvinder John Alfred Prestwich, die zich al op jonge leeftijd bezig hield met de fabricage van motoren. Aanvankelijk bouwde JAP een beperkt aantal complete racemotoren, maar al snel richtte John Alfred Prestwich zich specifiek op de productie van inbouwmotorblokken. Daarvoor gebruikte JAP alleen maar de beste componenten en materialen die er te koop waren. Slimme framebouwers maakten gebruik van de kwalitatief goede en betrouwbare motorblokken, waaronder toonaangevende merken als New Imperial, OK Supreme, AJW, Matchless, Brough Superior en Cotton.
Auteur Brian Thorby kwam er al vrij snel achter dat er van het technisch archief van de JAP amper nog iets was overgebleven. Kennelijk was dat achteloos weggegooid of verloren gegaan bij de diverse verhuizingen of verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niemand kon hem daar een zinnig antwoord op geven. Vandaar dat hij contact opnam met enkele verzamelaars in Groot-Brittannië en Europa die in het bezit van zijn van JAP-motoren. Daarmee begon een veel tijd in beslag nemende speurtocht met veel interviews, uitgebreid archiefonderzoek en bestudering van de overgebleven eenheden en onderdelen. Weliswaar is er in de loop der jaren veel geschreven over JAP ohv speedway- en V-twin-motoren, maar niet eerder verscheen er een specifiek en diepgravend boek over de onconventionele, handgemaakte motorblokken met dubbele bovenliggende nokkenassen van JAP. Tot nu toe dan!
Hardcover, Engeltalig. Omvang: 184 pagina’s, 100 afbeeldingen in zwart/wit en kleur. Formaat: 17 x 25 cm. ISBN: 9781911658788. Prijs: £ 50,-, exclusief verzendkosten. Het is rechtstreeks te bestellen bij de uitgeverij, www.mortonsbooks.co.uk.
The History of Speed
Ofschoon de cover van ‘The History of Speed’ wellicht de indruk wekt dat het hierbij om de geschiedenis van de snelste raceauto’s gaat, wordt er ook ruim aandacht besteed aan de snelheidsrecords van motorfietsen, vanaf het beginstadium rond 1900 tot en met heden. Auteur Martin Roach vertelt het buitengewone verhaal van degenen die geobsedeerd raakten door het fenomeen snelheid. Van de Belg Camille Jenatzy, ‘de Rode Duivel’, die in 1899 als de eerste man een snelheid van meer dan 100 km/u met een auto realiseerde, tot de Amerikaan Glenn Curtiss, die na een aantal vermetele pogingen er in 1907 in slaagde om met een motorfiets, voorzien van een V8-vliegtuigmotor (!), een snelheid van 136,27 mijl per uur (219,31 km/u) realiseerde. Daarna brak het gouden tijdperk aan van mannen als Ernst Jakob Henne (BMW) en Malcolm Campbell (Bluebird) tot het moderne tijdperk van auto’s en motoren (streamliners) met straal- en raketaandrijving.
Roach had ook een boeiend interview met een van ’s werelds snelste vrouwen op twee wielen: de Amerikaanse Valerie Thompson. Zij vestigde in september 2018 op de Zoutvlakte van Bonneville in Utah (VS) het absolute snelheidsrecord voor vrouwen op motorfietsen met een BUB 7 Streamliner, een tweewieler met een vermogen van 500 pk en voorzien van een 3000cc-V4-motor met dubbele bovenliggende nokkenassen, die vier kleppen per cilinder aandrijft. Zij behaalde daarmee een topsnelheid van 328,467 mijl per uur, ofwel de duizelingwekkende snelheid van 528,616 kilometer per uur!
Roach kijkt ook naar de technologie, de motoren en de uitvinders die hebben bijgedragen aan de vooruitgang in snelheid op alle niveaus. Het is alleen jammer dat het boek geen statistieken van de door de jaren heen behaalde records voor auto’s en motoren bevat, maar er staat wel een uitgebreide index in van de namen van coureurs en de merken. Voor de echte snelheidsfreaks is dit boek zeker aan te bevelen.
Hardcover, Engelstalig. Omvang: 256 pagina’s, meer dan 150 afbeeldingen in zwart/wit en kleur. Formaat: 20 x 25 cm. ISBN: 9781471189326. Prijs: £ 25,-, exclusief verzendkosten. Het is verkrijgbaar in de boekhandel of bij uitgeverij Simon & Schuster, www.simonandschuster.co.uk.
NO BREAKS – A lost season in British Speedway
Aanvankelijk had auteur Roddy McDougall het idee om het Britse speedway een jaartje van nabij te volgen en er een boek over te schrijven, maar door het coronavirus besloot hij het noodgedwongen over een andere boeg te gooien. Het eindresultaat is een prachtig geschreven, erg interessant verhaal met als titel: ‘No Breaks – A Lost Season in British Speedway’.
In zijn boek gaat McDougall terug naar het verleden toen na afloop van de Tweede Wereldoorlog speedway na voetbal de meest populaire sport van Groot-Brittannië was. Tot aan het begin van de jaren tachtig vierde speedway in het wereldberoemde Wembley-stadion in Londen hoogtijdagen met meer dan 90.000 toeschouwers per wedstrijddag! Vandaag de dag is speedway vervallen tot een sport die amper bekendheid geniet. Alleen al de stad Londen kende vroeger zeven (!) verschillende speedwaystadions: Crystal Palace, New Cross, Hackney, Harringay, Wembley, West Ham en Wimbledon. Allemaal prachtige locaties waar niet wekelijks – maar elkaar afwisselend – dagelijks (!) speedwayraces werden georganiseerd. In de jaren 1930 tot en met 1996 kende Londen zelfs een prestigieus individueel speedwaykampioenschap, waaraan de toprijders van alle Londense clubs deelnamen. Anno 2021 is daar niets meer van over!
Tegenwoordig is speedway verbannen uit de steden en weggedrukt naar industrieterreinen of achterafgelegen weilanden, liefst zo ver mogelijk van de beschaafde wereld verwijderd, zodat niemand er ‘last’ van heeft. Zelfs de reguliere media besteden er niet of nauwelijks aandacht aan!
Hoe heeft de teloorgang van het speedway ooit zover kunnen komen? Deze vraag heeft Roddy McDougall talloze malen gesteld en meermaals keek men hem aan of hij van een andere planeet kwam. Vreemd! Liefhebbers willen de problemen kennelijk niet onder ogen zien of vinden het pijnlijk om erover te praten. Voor de ervaren journalist was dat juist de reden om op verder onderzoek uit te gaan. Zijn boek is een verhaal over overleven en daarvoor sprak McDougall een aantal invloedrijke figuren, onder wie coureurs en organisatoren, om een uniek inzicht te krijgen in wat er achter de schermen gebeurt en welke ideeën men voor de toekomst heeft.
Alle royalty’s van de auteur worden gedoneerd aan het ‘Speedway Riders Benevolent Fund’, een organisatie van vrijwilligers die hulp biedt aan speedwaycoureurs die tijdens het bedrijven van hun sport ernstig gewond zijn geraakt, langdurig ziek zijn geworden of invalide raakten. Dit is een goed onderbouwd boek dat het ware verhaal achter het speedway vertelt, waar anderen niet over durven te schrijven.
Hardcover, Engelstalig. Omvang: 288 pagina’s, 33 afbeeldingen in zwart/wit en kleur. Formaat: 16 x 24 cm. ISBN: 978-1-78531-7729. Prijs: £ 19,99, exclusief verzendkosten. Het is rechtstreeks te bestellen bij de uitgeverij, www.pitchpublishing.co.uk.
Saving Speedway
Nog even en het speedway in Groot-Brittannië bestaat honderd jaar. In dit tijdsbestek kende de sport vele hoogte- en dieptepunten. In zijn boek ‘Saving Speedway – The Provincial League & The Southern Area League’ gaat auteur Philip Dalling dieper in op de inktzwarte periode aan het begin van de jaren vijftig toen het speedway in Engeland op sterven na dood was.
Hij vertelt hoe de weg naar het herstel begon toen een kleine groep dappere mannen met veel passie en visie een aantal lang gesloten speedwaylocaties heropende en vervolgens, in 1960, een nieuwe competitie creëerde, The Provincial League. Dit was het begin van een nieuw tijdperk. Het boek is gelardeerd met 180 schitterende zwart/wit foto’s van de man met het grootste speedwayfotoarchief ter wereld, John Somerville.
Hardcover, Engelstalig. Omvang: 160 pagina’s, 180 afbeeldingen in zwart/wit. Formaat: 21 x 30 cm. ISBN: 9780857043481. Prijs: £ 19,99, exclusief verzendkosten. Het is verkrijgbaar in de goede boekhandel of rechtstreeks bij uitgeverij Halsgrove Publishing, www.halsgrove.com.
Das grosze MZ Buch – Die Zweitaktikonen
Door zijn grote archief en zijn talrijke connecties in het wereldje van DDR-motorfietsen heeft auteur Frank Rönicke in de loop der jaren een gigantisch privéarchief opgebouwd dat bijna onuitputtelijk veel informatie verschaft. Hij is een autoriteit op dit gebied en van zijn hand verschenen meer dan dertig boeken en publicaties, voornamelijk met betrekking tot DDR-motorfietsen.
In zijn nieuwste boek ‘Das grosze MZ Buch – Die Zweitaktikonen’ kijkt Rönicke terug op de geschiedenis van het merk MZ, afkorting van Moto Zschopau. Maar voordat er sprake was van de benaming MZ, heette het merk eerst DKW (afkorting voor Dampf Kraft Wagen, daarna Des Knaben Wunsch en weer later Das Kleine Wunder). Die DKW-fabriek werd vlak na de Tweede Wereldoorlog volledig ontmanteld door de Russen, die er beslag op hadden gelegd. In 1947 werd de productie van lichte motorfietsen in Zschopau weer hervat onder de merknaam IFA (Industrieverband Fahrzeugbau) waar men een aanvang maakte met een vernieuwde lijn van het succesvolle model, de DKW 125 RT-tweetakt uit 1939. Dit is vermoedelijk de meest gekopieerde motorfiets ter wereld. Pas in 1956 werd de nieuw gecreëerde merknaam MZ (Moto Zschopau) ingevoerd. In dertien hoofdstukken neemt auteur Frank Rönicke je mee naar het relatief korte bestaan van een motormerk dat in 2012 uiteindelijk ten onder ging aan mismanagement. Op zijn gebruikelijke deskundige manier beschrijft de auteur alle belangrijke modellen en series sinds 1955 en het gebruik ervan in de motorsport, waarbij naast de enduromotoren vooral de succesvolle tweetakt-wegracers worden belicht.
Helaas dekt de ondertitel ‘Die Zweitaktikonen’ niet helemaal de lading want Rönicke besteed pakweg veertig procent van zijn boek aan de tweetaktmotoren. Daar staat tegenover dat technisch onderlegden veel waar voor hun geld krijgen door een heldere uitleg en de daarbij behorende foto’s en tekstpassages. In de twee hoofdstukken die over het racen van MZ gaan (in totaal 45 pagina’s) domineren de coureursportretten en de opsomming van de vele overwinningen. Dit boek laat het hart van elke MZ-liefhebber sneller kloppen!
Hardcover, Duitstalig. Omvang: 240 pagina’s, tal van afbeeldingen in zwart/wit en kleur. Formaat: 23 x 27 cm. ISBN: 978-3-613-04375-6. Prijs: € 29,90. Het is verkrijgbaar in de boekhandel of rechtstreeks bij uitgeverij Paul Pietsch Verlage, www.motorbuch.de.
Paul Smart werd het meest geassocieerd met Ducati. Na zijn overwinning in de 1972 Imola 200 race op een Ducati GT750 was er geen weg meer terug. Het katapulteerde de trots van Borgo Panigale onmiddellijk naar wereldwijde roem. Decennia later ontwikkelde Ducati de Paul Smart 1000 LE om de geschiedenis met Smart te herdenken. Helaas verloor de beroemde racer zijn leven op 27 oktober 2021 in een tragisch motorongeluk in Engeland.
Smarts nalatenschap wordt voortgezet door Ducati, door nieuwe successen in de racerij, maar ook door tribute-modellen als de Paul Smart 1000 LE en Scrambler Paul Smart limited edition. Paul Smart edition-motoren zijn direct herkenbaar door de klassieke zilveren en groene kleurenschema’s. Door hun beperkte oplage stijgen ze de laatste jaren ook in waarde. Als je fan bent van het merk en je een nieuwe uitbreiding van je collectie, of een beginnende verzamelaar die een moderne klassieker in zijn of haar garage wil toevoegen, dan is deze 2006 Ducati Paul Smart 1000 LE wellicht heel interessant.
Dee Ducati Paul Smart 1000LE uit 2006 is één van de 2.000 die zijn gemaakt. De motorfiets is direct herkenbaar aan de zilveren afwerking over een groen trellis-frame. De Ducati wordt aangedreven door een 992cc-Desmodromische L-twin gekoppeld aan een zes versnellingsbak. De motor is voorzien van een gelakte spoiler, een twee-in-tegen-twee-uitlaat met Termignoni-dempers, instelbare Öhlins-vering, Brembo-remmen, 17-inch spaakwielen en kuipwerk aan de voor- en zijkant. De motor is in mei 2015 gekocht door de huidige eigenaar, die er bijna 29.000 km mee heeft gereden.
Nieuw werd de krachtige tweecilinder in de fabriek beoordeeld op 92 pk en 90,8 Nm koppel. Een zesversnellingsbak en een ketting sturen het vermogen naar het achterwiel. De verkoper merkt op dat de uitlaatpijp lichte corrosie vertoont. Maar verder verkeert de motor in een uitstekende staat. Op moment van schrijven staat het bod op deze machine op $19.250 USD (€ 17.000,-). De bieding sluit over twee dagen.
Aston Aerospace heeft het prototype gepresenteerd van een nieuwe revolutionaire verbrandingsmotor. Als we de cijfers moeten geloven, zijn de prestaties ongelooflijk. De motor is zeer compact, weegt naar verluidt slechts 15,9 kg, maar levert niettemin 160 pk en 230 Nm.
Verbrandingsmotor van de toekomst?
In een video presenteert Aston Aerospace de Omega 1 in detail. Zij hebben een viertakt in twee onafhankelijke kamers verdeeld en er een voorkamer tussen geplaatst. Twee primaire assen zijn verticaal geplaatst en via een synchronisatietandwiel aan elkaar gekoppeld, zodat zij met dezelfde snelheid, maar in tegengestelde richting draaien.
Vier rotors zijn op de twee assen gemonteerd en lopen in twee paren. Eén keer bij de inlaat en de compressieslag en één keer bij de verbranding en de uitlaatslag. Daartussen bevindt zich een roterende klep en een voorkamer.
In principe lijkt de motor enigszins op de Wankelmotor, maar hij wordt geacht niet de lekkageproblemen te hebben.
Tot dusver heeft Aston Aerospace niet onthuld waarvoor de motor zou kunnen worden gebruikt, maar hij zou zeker geschikt zijn voor motorfietsen. Alleen al vanwege het lichte en compacte ontwerp, het vermogen, de zeer lage emissies, het zeer lage verbruik en een maximumtoerental van 25.000 tpm.
Disclaimer: alle hier genoemde gegevens zijn afkomstig van Aston Aerospace en die moeten zich in de praktijk nog bewijzen.
Van de tatoeage-geïnspireerde motoren met dank aan Indian Motorcycles, tot de nieuwe limited edition Brough Superior machine geïnspireerd door Lawrence of Arabia, tot de unieke BMW R 18 door Revival Cycles die onlangs een motorfiets creëerde met inspiratie van een vogelkooi voor het chassis, het lijkt erop dat de motorfiets een medium is geworden voor alles waar je van houdt en wat je fascinerend vindt in het leven, zoals het ook hoort te zijn.
Motorrijden is toch vooral ook spelen met vermogen en koppel. Het is een krachtenspel, dat je de hele dag – van bocht naar bocht – kunt spelen. Een stapje hoger op de ladder staat de supercars. Da’s pk’s voor de rijken, slechts weggelegd voor weinigen. Toch stapt de Happy Few wel eens uit kun stinkend dure karretje, om net als motorrijders motor te gaan rijden. Nou ja, het moet dan wel weer op de exclusieve toer, geïnspireerd op de supercar die al in de garage staat. Maar in hoeverre zijn die peperdure motorfietsen een getrouwe afspiegeling zijn van hun vierwielige tegenhangers?
2014 Lotus C-01
Wat gebeurt er wanneer de kerel die de TRON-motorfiets creëerde (Daniel Simon) besluit om een weg-legale motorfiets te creëren (hint: hij heeft een 1195cc-KTM-blok en levert 200 pk). De Lotus C-01 dus. Geïnspireerd op de 49 F1 supercar van hetzelfde merk. Er zijn slechts 100 exemplaren gemaakt en elk exemplaar wordt geleverd met een behoorlijk prijskaartje van € 160.000,-. Ons favoriete deel? Waarschijnlijk het Lotus-logo op het deel van het bodywork dat de inlaat van de 49 F1 impliceert. Kennelijk had de man die het allemaal heeft bedacht ook een hekel aan rechte hoeken.
2003 Dodge Tomahawk
Dit is een motor die je bouwt als je schouders maar niet breder worden, ook niet na een jaar lang sportschoolbezoek. Dan wil je graag compenseren. En wij? Wij kunnen er geen genoeg van krijgen. Zo buitenissig.
Ze zeggen dat de Dodge Tomahawk het geluid maakt van goudklompjes die in je ooringang worden geduwd. Pijnlijk, maar een waardevolle ervaring. Geen wonder; de ingewanden van dit slagschip komen uit een 8.3-liter SRT10 Dodge Viper. De topsnelheid wordt ingeschat op 675 km/u. Dan loopt het je wwel dun door de broek. En stop die portemonnee maar weg, want je zet jezelf voor schut.
De Dodge Tomahawk, die oorspronkelijk op de North American International Auto Show van 2003 in Detroit te zien was, zal naar verluidt voor een krankzinnige € 480.000,- worden verkocht. Dat zijn 6,5 ARCH KRGT-1’s, en hoewel we de motoren van Keanu Reeve misschien verkiezen boven dit beest van 500 pk en 712 Nm, moeten we toegeven dat we dolgraag willen weten hoe het zou voelen om er een been over te zwaaien.
1986 Lamborghini Design 90
Dit is een ‘uiterst zeldzame motorfiets die tijdens zijn creatie grenzen (en oceanen) heeft overgestoken voor zowel ontwerp als inspiratie.’ Bij de creatie van de Lamborghini Design 90 was Claude Fior – een Franse ingenieur en motorracer – naar verluidt verantwoordelijk voor het chassis en de ophanging – en ondanks het feit dat we niet weten wie het gedaan heeft, heeft deze motorfiets op een bepaald moment een 900-motorblok van een Kawasaki ZX gehad, hoewel het huidige hart klopt van een Kawasaki GPz1000RX.
De aantallen zijn ook niet te tellen, we schatten dat er zo’n 20 machines zijn gemaakt onder deze specifieke esthetiek, met geel, paars en rood als de meest prominente kleuren. Over dat likbare geel werd verteld dat het koetswerk werd voltooid door Boxer Design, een Frans bedrijf dat, voor zover wij weten, glasvezel gebruikte (hoewel sommigen zeggen dat het plastic is).
Het ziet er misschien uit als zo’n tweedehandsauto, maar zouden er geen bezwaar tegen hebben om op warme avonden in een rijdende uitvoering van ‘Yellow Submarine’ van de Beatles te rijden. En we hebben net gehoord dat Lambo het motormerk in de nabije toekomst nieuw leven gaat inblazen. Misschien werpen ze dan nog een blik op de Lamborghini Design 90, ter referentie.
2016 MV Agusta F3 AMG
Toen deze zonnige MV Agusta F3 opdook op de 2015 IAA International Motor Show in Frankfurt ter viering van de samenwerking met Mercedes-AMG, was het duidelijk dat de motorfiets niets anders was dan een F3 800. Dat wil zeggen, veel meer dan een mooie paint job – kleur staat te boek als ‘AMG zonnestraal’-geel – en een grote AMG-label op de zijkant van het bodywork heeft het niet om het lijf. Maar toch. Het is bijna verfrissend na het zien van al die motorfietsen met unieke onderdelen.
Deze Agusta F3 AMG heeft het 798cc-blok, met een vermogen van 148 pk bij 13.000 tpm en een koppel van 88 Nm bij 10.600 tpm. Degene die de foto’s van deze twee Golden Girls heeft gemaakt, moet meteen opslag krijgen.
2008 Ferrari V4 (Concept)
De eerste van twee concepten op onze lijst, de Ferrari V4 -motorfiets is ‘niet direct verbonden’ aan een specifieke vierwielige schoonheid met dezelfde naam. Maar een beetje graven en we vinden het volgende:
Het project is ontworpen door de Israëlische kunstenaar Amir Glinik en ‘gemodelleerd met behulp van een V12-motor van de Ferrari Enzo supercar, teruggebracht tot vier cilinders.’
Extra functies zijn onder andere ‘handbediening aangepast van een F-16 jet en bediening geïnspireerd door Ferrari’s Formule 1 raceauto’s’. In de kleine lettertjes lezen we ‘heel duur’.
Dit alles wordt “aangevuld met een ‘weerbestendig touch-screen LCD bovenop de brandstoftank’, evenals gigantische luchtinlaatopeningen aan weerszijden van het bodywork.
Wat het kost? Daar gaan we niet eens naar schatten, aangezien het nooit voorbij Glinik’s ontwerpprogramma is gekomen… maar als je op zoek bent naar een motorfiets die de toekomstige modificaties in de richting van supercars (of weg) moet inspireren, zou dit apparaat zeker meer dan genoeg ideeën opleveren.
2014 Koenigsegg (Concept)
De conceptmotor van Koenigsegg, gemaakt door de Russische kunstenaar Burov, is een verbluffend staaltje power dat het merendeel van zijn uiterlijke inspiratie lijkt te hebben gehaald uit de eerste motorfiets in deze lijst (de Lotus C-01). Of Burov dat ook zo bedoeld heeft, valt nog te bezien, maar we weten wel dat hij zich vooral heeft laten inspireren door de prachtige vierwielige meesterwerken van Christian von Koenigsegg.
De motor heeft een korte, stompe kont (met net genoeg ruimte op het zadel om een kort, vurig gebed te doen), en een sportieve carrosserie die het grootste deel van de machine bedekt, behalve het dubbele achterschokdempersysteem en de grote bodemvrijheid.
Het eindresultaat? Een futuristische café-racer met een bescheiden garderobe en een potentieel voor snelheid.
Niets is wat het lijkt in het WK Supersport volgend jaar, met de komst van de Ducati Panigale V2, Triumph Street Triple RS en de nieuwe MV Agusta F3 RR breekt er een nieuw tijdperk voor het WK Supersport aan. Een reglementswijziging die uiteraard nodig is om de klasse te laten overleven, maar ook een beslissing die vragen oproept. Waarom is deze keuze voor het toelaten van zoveel zwaardere motoren gemaakt? En hoe maak je hier een eerlijke raceklasse van? Tijd voor een heldere uitleg.
Hoofdstuk 1: Historie
Het WK Supersport zoals we het nu kennen, bestaat sinds 1999, nadat het enkele jaren als ‘Wereldserie’ door het leven ging. Iedereen weet dat in deze periode de supersports voor op straat niet aan te leveren waren, met karrevrachten aan Honda’s, Suzuki’s, Kawasaki’s en Yamaha’s. Maar ook toen waren er al uitdagingen, dankzij de Ducati 748 die vanwege zijn minder aantal cilinders ook werd toegelaten. Het WK Supersport was vanaf het begin een populaire klasse vanwege de spannende races en doordat het betaalbaar was, zeker in vergelijking met de duurdere en technisch ingewikkeldere tweetaktklassen. Iets wat in Nederland versterkt werd door het succes op WK-niveau. Zo is Ten Kate Racing met tien wereldtitels veruit het meest succesvolle team in deze klasse. Michael van der Mark pakte in 2014 de wereldtitel, maar ook Wilco Zeelenberg en Jurgen van den Goorbergh wisten in deze klasse races te winnen.
Tot eind 2021 werd er een staffel gehanteerd voor de toelating van motoren in het WK Supersport. Een viercilindermotor mocht maximaal 600 cc hebben, een driecilinder 675 cc en een tweecilinder mocht over 750 cc beschikken. Een vrij logische verdeling, wat voor eerlijk racen zorgde. Daarnaast bleef de basisregel dat deze motoren voor straatgebruik aangeschaft konden worden. Maar sinds de kredietcrisis in 2009 staat het supersport-segment onder druk. Mede door de toenemende populariteit van handelbaardere nakeds en allroads, en zeker ook vanwege Euro 5 en andere milieueisen. Veel fabrikanten investeren daarom niet meer in dit type 600cc-motoren. Andere fabrikanten produceren ‘Supersport motoren’ met een zwaardere cilinderinhoud, die beter passen bij de huidige markt en makkelijker voor de weg zijn te homologeren.
Hoofdstuk 3: Dilemma voor het WK Supersport
Doordat de bestaande motoren in het WK Supersport niet meer te koop zijn, zou dit uiteindelijk het einde van de raceklasse betekenen. Daarnaast is de Yamaha R6 de sterkste fiets van het veld en kwamen er geen nieuwe merken meer bij. Dit zorgde ervoor dat het WK Supersport steeds meer op een Yamaha-cup begon te lijken. De WorldSBK wil echter, net als de Grand Prix, rijders laten doorstromen vanuit de lichtere klassen. Dit zou moeten gebeuren via het WK Supersport 300 naar het WK Supersport en vervolgens WK Superbike. Het WK Supersport is dus een belangrijke schakel, maar zonder productie van de huidige gehomologeerde modellen is de klasse met uitsterven bedreigd. Er moest dus iets gebeuren.
Hoofdstuk 4: Wat verandert er in 2022?
Veel! De oplossing werd gevonden door de raceklasse open te stellen voor andere modellen, die ook als ‘supersportmotor’ door het leven gaan. Vanaf 2022 mag bijvoorbeeld Ducati met zijn 955cc-Panigale V2 aan de start verschijnen. Dat is slechts 45 cc minder dan een 1000cc-Superbike-motor en 356 cc meer dan een Yamaha R6 met 599 cc. Ook zwaardere motoren als de Triumph Street Triple RS (765 cc) en de MV Agusta F3 RR (800 cc) worden toegelaten. Het reglement volgt de visie om het WK Supersport aan te passen naar de beschikbare motoren die de markt heeft te bieden. WorldSBK technisch-directeur Scott Smart – zoon van de onlangs overleden coureur Paul – over de reglementswijziging: ‘Ons doel is om te racen met motoren die in grote aantallen worden geproduceerd en voor iedereen beschikbaar zijn. De markt beweegt zich in een andere richting qua verkoop van motoren. We bekijken al een paar jaar hoe we dit project het beste kunnen invullen.’ Ducati springt vol op deze reglementsverandering in en komt met een fabrieksteam met als coureur Nicolo Bulega.
De grootste vraag is hoe er een eerlijke klasse van te maken. Een soortgelijk voorbeeld heeft de WorldSBK-organisatie al eens bij de hand gehad in het WK Supersport 300, waar naast 300cc-Yamaha’s ook motoren met 390 cc (KTM), 400 cc (Kawasaki) en in het begin zelfs 500 cc (Honda) werden toegelaten. Dit leverde in de beginjaren – 2017 en vooral 2018 – veel discussie op, waarbij praktisch bij ieder evenement het reglement met het maximale toerental per model werd veranderd en de andere fabrikanten uiteindelijk altijd ontgoocheld waren.
Hoofdstuk 5: De puzzel
Het is voor de buitenwereld moeilijk te snappen. Hoe kan je nou eerlijk racen met 955cc- en 600cc-motoren? Denk daarbij alleen al aan het verschil in vermogen. Een Ducati Panigale V2 heeft standaard 155 pk en enorm veel koppel, waarmee deze motor een Yamaha R6 of Kawasaki ZX-6R op papier totaal kansloos maakt. Daarom wordt er door de organisatie een balanssysteem gecreëerd, waarbij de zwaardere motoren worden geknepen in hun vermogensafgifte. Bij de WK Supersport 300-klasse wordt dit hoofdzakelijk gedaan door een maximaal toerental per model in te voeren. Maar het WK Supersport heeft meer mogelijkheden, omdat deze motoren zijn uitgevoerd met een ECU (Electronic Control Unit) waarbij de gasklepstand afgesteld kan worden. Met deze elektronica (ride-by-wire) kan bepaald worden hoeveel vermogen er wordt geleverd bij een bepaalde stand van het gashendel in een bepaald toerengebied. De Yamaha R6 wordt hierbij als referentie genomen en daar wordt het reglement van de overige modellen op afgestemd.
In theorie krijgen de modellen dus een gelijke vermogensafgifte, maar het karakter van de motoren blijft verschillend. Zeker nu de motoren zo ver uit elkaar liggen. De Ducati is veel zwaarder dan een Yamaha, wat zeker iets zal doen met de rijeigenschappen op de baan tijdens het remmen en sturen. Dit zal hoogstwaarschijnlijk per circuit resulteren in andere verhoudingen. Maar dat gaan we tijdens de eerste races in de praktijk zien, wat gegarandeerd stof tot discussies zal opleveren. 2022 Wordt een overgangsjaar voor het ‘nieuwe’ WK Supersport. Dat is ook te zien aan de visie van Kawasaki. Zij rijden volgend jaar nog met hun huidige Kawasaki ZX-6R (600 cc), terwijl zij ook een 636cc-versie hebben. Kawasaki kiest ervoor om 2022 af te wachten en te kijken hoe de klasse zich ontwikkeld. Vervolgens zal het Japanse merk gedurende het jaar bepalen of en eventueel welke motor zij willen homologeren voor het seizoen 2023.
Hoofdstuk 6: Mening van de Nederlandse teams
Ten Kate Racing en het EAB Racing Team zijn als Nederlandse teams al jaren actief in het WorldSBK-paddock. Beide teams racen met een Yamaha R6. Kervin Bos, teammanager Ten Kate Racing Yamaha, over het nieuwe reglement: ‘Kijkend naar het grotere plaatje is er verandering nodig om de klasse in leven te houden. Ik denk alleen dat ze het op een andere manier hadden moeten inzetten. De organisatie had een stip op de horizon moeten plaatsen waarbij ze hadden kunnen aangeven dat over drie jaar de regels gaan veranderen. Dan hadden alle merken de kans gehad om een nieuw productiemodel te maken, dat binnen de regels van het nieuwe WK Supersport valt. Daar heeft Yamaha, maar ook een aantal andere merken, nu de kans niet voor gehad. FIM en Dorna hebben flink geïnvesteerd op technisch gebied in dit project, dus ik heb er wel vertrouwen in dat we een mooie klasse gaan krijgen.’
Ferry Schoenmakers, teammanager EAB Racing Team, noemt het reglement interessant. ‘Ik denk dat Dorna een goede balans kan vinden tussen de motoren en daarom wordt de klasse alleen maar interessanter. Je gaat wel krijgen dat het ene model op het ene circuit beter past dan op het andere. Ik heb wel overwogen om naar een ander merk over te stappen, maar dat is op dit moment niet interessant voor ons omdat we onlangs een grote investering hebben gedaan in ons materiaal voor de Yamaha R6.’
TIP: volg de Nederlandse coureurs!
Naast twee Nederlandse teams gaan er ook twee Nederlandse coureurs van start in het ‘nieuwe’ WK Supersport. Glenn van Straalen keert terug als vaste WK-rijder bij het EAB Racing Team, maar heeft met 29 gereden races al ruime ervaring in deze klasse. Jeffrey Buis maakt de overstap vanuit het WK Supersport 300 – waarin hij in 2020 kampioen werd – en gaat rijden voor het Motozoo Racing by Pucetti op een Kawasaki ZX-6R.
Hoofstuk 7: Wie is nu de favoriet?
Daar is nu al helemaal niks over te zeggen. Naast dat je een goede rijder moet zijn, heb je nu ook nog het ‘geluk’ van de winnende motor nodig. Er is een grote kans dat er in het begin nog geregeld wijzigingen worden doorgevoerd in het technisch reglement, omdat de motoren nog te ver van elkaar af zitten. Dorna ziet graag dat er vanuit het WK Supersport 300 rijders doorgroeien naar de top van het WK Supersport, maar dat blijkt in de praktijk lastig. De huidige trend is dat rijders die niet (meer) slagen in de Moto2 overstappen naar het WK Supersport. En met succes! Kijk maar naar de afgelopen wereldkampioenen Andrea Locatelli en Dominique Aegerter, die beiden vanuit de Moto2 in hun debuutseizoen wereldkampioen werden. Bulega is nu één van de rijders die overkomt vanuit de Moto2 en start op de op papier sterk ogende Ducati. Tegenstand komt er zeker vanuit Nederlandse hoek met regerend kampioen Aegerter op de Yamaha R6 van Ten Kate Racing. Wanneer de motoren aan elkaar gewaagd zijn, kan het een mooie strijd worden. Het jaar 2022 kan ook verrassende winnaars opleveren. Kijk maar eens naar de winnaars in het eerste jaar van de Moto2, Moto3 en het WK Supersport 300. Maar één ding is zeker: de organisatie staat voor een grote uitdaging om er in 2022 een eerlijk en gelijkwaardig WK Supersport van te maken.
Laten we die gasten achter de Chinese muur nou gewoon hun gang gaan. Is er niemand bij Ducati die aan de bel trekt? Of zijn de belangen al zo verstrengeld dat juridisch optreden geen oplossingen meer geeft? Want het kopiëren, wat heet: het schaamteloos klonen van lijnen, namen en kleuren gaat er gewoon door. Modellen verkopen met het uiterlijk van prestigieuze Europese of Japanse motorfietsen, maar tegen bizar lage prijzen. Kennelijk hapt de Chinese motorrijder nog steeds verlekkerd in zo’n nagemaakt hapje.
Nadat Moxiao Motor het eerder al eens had geprobeerd met een ‘oudere’ Panigale, werd de lat hoger gelegd door het uiterlijk van de nieuwste Ducati Panigale V4 en Streetfighter V4 te kopiëren.
De eerste is de MX650. De basis is het chassis van de vorige 500RR, compleet met een enkelzijdige swingarm en schokdemper (namaak Öhlins natuurlijk) aan de zijkant gemonteerd met een progressieve overbrenging. Moxiao heeft afstand gedaan van het Loncin KE500-blok, een 471cc-tweecilinder die de structuur en maten heeft van de originele Honda CB500.
De nieuwe 650-motor, ook een tweecilinder, dubbele nokkenassen en acht kleppen, is ook een mechanische kloon, ditmaal van de Kawasaki 650 (met dezelfde boring en slag) die op diverse Chinese motorfietsen te zien is. Het vermogen van de Ducati-klonen stijgt dus naar 60 pk. Het gewicht daarentegen is 222 kg, zo’n twintig meer dan de echte Panigale.
De MX500 (de Streetfighter) werd gemaakt met hetzelfde idee in gedachten. In dit geval is het uiterlijk veel minder geslaagd. Zonder die neppe, plastic kuip zou het effect nog gênanter zijn geweest. De MX500 moet het blijven doen met de 471cc-Loncin, goed voor 44 pk. Kortom de MX500 is een mini Streetfighter. Ware het niet dat deze Ducati-achtige Moxiao 198 kg weegt: meer dan de echte Streetfighter V4 en met slechts een vijfde van zijn vermogen.
We hoeven er niet omheen te draaien: die kleuren, de grote tank, die nummerplaten met het opschrift ‘VSD’ en de hoge spatborden roepen maar één ding op: de Parijs-Dakar van de bijna baanbrekende en vrijgevochten dagen van Lalay, Neveu, Auriol, De Petri, Picco – nog steeds in competitie en met meer dan eervolle resultaten – en Rahier, om maar enkele namen te noemen. Dakar van de jaren ’80 heeft een onuitwisbaar stempel drukten op diegenen die verliefd werden op de avontuurlijke races in de woestijn.
De door CCM gebouwde special op basis van zijn Spitfire Scrambler (niet meer in productie) is in feite een waar eerbetoon aan Gaston Rahier en de BMW 80G/S die vier keer zegevierde in de beroemdste en moeilijkste rally ter wereld. De motorfiets werd gebouwd door Steve Hague, een liefhebber met een lange geschiedenis in offroad-racen. Steve begon meer dan 44 jaar geleden met motorcross en nam twee keer deel aan Parijs-Dakar, in 1999 en 2004. De CCM Rallye 600 is geïnspireerd op het BMW Project Parijs-Dakar.
De basis is een CCM Spitfire Scrambler en zijn bekende 550cc-viertakt ééncilinder met 55 pk en 58 Nm koppel bij 5.500 tpm. Maar de wijzigingen, niet alleen cosmetisch, zijn talrijk in vergelijking met het originele model: Marzocchi werd gebruikt voor de USD voorvork en Brembo voor het remsysteem. Er zijn lagere beschermplaten aangebracht, evenals een gigantische brandstoftank die past bij de koplamphouder, die gebruik maakt van de originele Spitfire Scrambler koplampmontage in een speciaal gemaakte kuip die onmiskenbaar een jaren 80-ziel heeft. De uitrusting wordt gecompleteerd door Michelin-banden op 21 en 18 inch velgen, een Renthal-stuur, nieuwe kroonplaten en een zadel in klassiek zwart-wit dat de BMW, de winnaar van 1985, bijna perfect evenaart.
Op 6 maart organiseert Rotterdam Dirtride nieuwe editie in die andere grote stad in Nederland: Amsterdam.
Dirtride at the beach is een eendaags event, in de omgeving IJmuiden. Het programma is ingedeeld voor diverse klasses en bestaat uit een riders breakfast, sprintraces en een dirt track. Het maximaal aantal deelnemers is vastgesteld op 100 rijders en de binnenarea is alleen toegankelijk voor 250 geregistreerde bezoekers. Het strand is uiteraard openbaar terrein en toegankelijk voor iedereen die het spektakel van afstand wil bekijken.
Ook Hofland Motoren in Amersfoort is sinds afgelopen zaterdag weer volledig open en om dat te vieren krijg je tot en met zaterdag 22 januari 15% korting op het gehele assortiment. In zowel de winkel als in de webshop! Scoor hier je nieuwe outfit of kom gezellig langs in Amersfoort. De deuren staan open en de – digitale – koffie staat altijd klaar!
Ook voor een goede voorbereiding op het voorjaar is een bezoek aan Hofland Motoren meer dan de moeite waard. Tot en met 1 maart kun je namelijk profiteren van de winterdeal, waardoor je bij de eerste lentedag zonder problemen wegrijdt. Inclusief een gratis haal- en brengservice, veiligheidscheck en wasservice kost deze winteronderhoudsbeurt slechts 149,95 euro. Kijk voor meer informatie, extra opties en het maken van een afspraak op www.hoflandmotoren.nl.
Over Hofland Motoren
Met een breed aanbod van motoroccasions, motorkleding en als dealer van Zero Motorcycles, staat Hofland Motoren voor je klaar! Het gepassioneerde team weet wat je beweegt en met de hulp van de kledingspecialist maak je gegarandeerd de juiste keuze. Wij zijn je ook optimaal van dienst voor onderhoud en aankoop van een gebruikte of nieuwe motorfiets.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.