Heel Nederland is zenuwachtig voor vanavond als Nederland het om 21.00 uur in de Johan Cruijff Arena opneemt tegen Oekraïne. Heel Nederland? Nee, één website blijft dapper weerstand bieden tegen de voetbal-overheersing. Inderdaad, www.motor.nl.
Want in navolging van de succesvolle Avondklokfilms presenteren we nu EK-vluchtfilms. Elke dag dat het Nederlands Elftal moet voetballen, plaatsen wij een mooie film online.
We trappen af met de klassieker onder de klassiekers: On Any Sunday. Er is altijd een goede reden om deze film nog een keer te zien, maar helemaal als je weet dat On Any Sunday in 2021 precies 50 jaar oud is.
Met een totale dominantie in het WorldSBK en een grote schare (circuit)fans wereldwijd, is de Kawasaki Ninja ZX-10R grondig aangepakt voor modeljaar 2021. Euro 5-updates aan het motorblok, een rijkekere uitrusting en een nieuw design moeten de basis vormen voor alweer een nieuwe WK-titel. Wij mochten een dag op het TT Circuit van Assen scheuren met de Test 2021 Kawasaki ZX-10R. Alleen deden we dat deze keer een tikkeltje anders…
Testlocatie
TT Circuit, Assen
Testomstandigheden
Droog en warm
Temperatuur
25 graden
Testkilometers
4x 15 minuten circuittijd
Bijzonderheden
We werden op Assen niet alleen getrakteerd op een leeg circuit en superweer, maar de Ninja’s waren ook uitgerust met full raceslicks. Inclusief bandenwarmers!
Waarom rijden we de 2021 Kawasaki ZX-10R?
Kawasaki heeft niet alleen de styling aangepakt voor het modeljaar 2021, maar ook de motor en elektronica verfijnd. Ze bestempelen de ZX-10R als ‘Easy to ride’. Maar is dat ook zo?
Voor we het circuit op gaan, duiken we wat dieper in de specs van de nieuwe Ninja. Er kunnen meerdere boeken geschreven worden over alle onderdelen, elektronica en features die er op de ZX-10R zitten, maar we houden het zo beknopt en volledig mogelijk. Beloofd! Het het nieuwe design springt het meest in het oog. De kop werd duidelijk scherper getekend, waarbij de led-koplampen verscholen zitten achter het kuipwerk. Vind je dat niet zo mooi? Kan goed zijn, maar je zult er toch aan moeten wennen, want dit wordt de nieuwe Ninja-styling. Aansluitend is het windscherm 40 mm hoger geworden en wat rechter gezet voor meer windbescherming.
Uiteraard kunnen winglets in 2021 niet ontbreken voor meer downforce.
Het motorblok dan, want dat is nu conform Euro5. We besparen je alle kleine aanpassingen, maar melden wel dat een nieuwe luchtgekoelde oliekoeler moet zorgen voor het zo goed mogelijk afkoelen van de 998cc-viercilinder. De versnellingsbakverhoudingen van de eerste, tweede en derde versnelling werden kleiner voor meer acceleratie bij lage en middelhoge toeren. Het chassis werd op zijn beurt dan weer zo goed als ongemoeid gelaten, maar de wielbasis is 10 mm gegroeid ten opzichte van de vorige generatie. Het rijgedrag in de bocht zou daarmee stabieler zijn.
Showa BFF en Brembo M50
De Showa BFF (Balance Free Front Fork) en BFRC lite (Balance Free Rear Cushion) blijven hetzelfde, maar zijn nu nog iets meer op circuitgebruik afgesteld. Brembo verzorgt de remmerij met de gelauwerde M50 monoblocs.
De grote novitet op het gebied van elektronica is het 4,3 inch tft-dashboard. Dat laat toe om te kiezen uit twee displays: een gekende setting voor straatgebruik met alle info in een oogopslag en een setting voor circuitgebruik met een stopwatch, een versnellingsindicator en een toerenteller als voornaamste schermvullers.
Nieuw zijn ook de verschillende rijmodi, waarbij je kunt kiezen uit Road, Sport, Rain en vier Rider-modi die je volledig naar wens kunt instellen. Verder doen ook cruisecontrol en smartphone-connectiviteit hun intrede. Tot slot beschikt de ZX-10R over een berg aan rijhulpmiddelen: van bochten-ABS tot launch control, instelbare tractiecontrole tot een op-en-neer-quickshifter, en een elektronische Öhlins-stuurdemper tot drie powermodi.
De Kawasaki-mannen sloten af met iets heel belangrijks. Ze meldden ons namelijk dat de nieuwe Ninja ‘Easy to ride’ is, waarbij ze verduidelijkten dat je geen professional moet zijn om hem op het circuit los te laten. En daar werd het – voor mij persoonlijk – heel interessant…
Duimen maar
Je moet namelijk weten dat ik geen doorwinterde circuitrijder ben. Ik heb wel een aantal trackdays op mijn teller staan, maar die kun je op letterlijk één hand tellen. Ik reed ook veelal met lichtere machines. Op het circuit ben ik dus een amateur. Al helemaal op het TT-circuit van Assen, waar ik nog nooit gereden heb. Laat staan met een 203 pk sterke superbike. Duim je mee?
Schrik van het vermogen heb ik niet, want ik heb al meerdere +180 pk-motoren onder mijn gat gehad. Het gaat me eerder over hoe de Ninja zich zal gedragen in de bocht, tijdens fel afremmen en op het Asser-asfalt. Full slicks met bandenwarmers moeten daar allemaal bij helpen, maar ook daar: ik ben een circuit-amateur en heb nog nooit met profielloze sloffen gereden. Maar goed. De eerste sessies is het vooral zoeken naar de juiste rijlijnen en de beste rempunten. Je bent dan zo intens bezig met die twee dingen dat je bijna vergeet om na te denken over hetgeen er zich onder je afspeelt.
Maar naarmate de dag vordert, groeit het vertrouwen in de ZX-10R en verloopt alles soepeler, sneller en beter. De Kawasaki geeft je ook dat nodige vertrouwen door uiterst stabiel te blijven. Ook wanneer bij een stevige remactie de achterband van het asfalt komt, of als je iets te vroeg op het gas gaat bij het uitkomen van de bocht. De elektronica schiet er op dat moment pijlsnel, maar ook heel verfijnd, in. Hard accelereren en de wheelie controle laat je voorband als het ware zweven over het asfalt. Daarbij valt op dat de Road-setting de meest aangename gasreactie heeft, in tegenstelling tot de te agressief reagerende Sport-instelling.
En zo ga ik iedere ronde steeds op zoek naar mijn eigen limiet, maar ook de limiet van de Ninja ZX-10R. Uiteraard ligt die mijlenver van mijn kunnen, maar ik begrijp wel waarom Kawasaki hem het label ‘Easy to ride’ meegeeft. Het lichte sturen, de goed werkende elektronica, de aangename – maar ook zeker onwaarschijnlijk straffe – vermogensopbouw, de stabiliteit onder alle omstandigheden, de remmen die je gewoon met één vingertje kunt bedienen… alles is aanwezig om het de rijder zo makkelijk mogelijk te maken.
Zou ik daarom aanraden om als circuitleek of circuit-amateur meteen met een (nieuwe) ZX-10R te beginnen? Nee. Hoewel de machine het toelaat als je je verstand een beetje gebruikt, ben je toch beter af met een wat lichtere motor zoals bijvoorbeeld een ZX-6R of een Ninja 400.
Gelukkig stuurden we ook nog iemand mee die al wat meer circuitervaring op haar conto heeft staan. Haar naam is Jill, ze rijdt (toevallig) met een Kawasaki Ninja ZX-6R en ze doet zeer regelmatig mee aan sprint- en endurancewedstrijden. Uiteraard zou deze test incompleet zijn als we niet naar haar mening hadden gevraagd.
Pluspunten 2021 Kawasaki ZX-10R
Behapbare power, stuurgedrag, stabiliteit
Minpunten 2021 Kawasaki ZX-10R
Hevige gasreactie, design moet je ding zijn
Conclusie van een ervaren circuitrijdster
Jill Daneels
Het eerste wat me al na enkele bochten opviel, was het soepele stuurkarakter van de ZX-10R. Alsof ik op mijn ZX-6R zit te rijden, maar dan met een vrachtschip aan extra pk’s. De combinatie van die soepelheid en stabiliteit is nog indrukwekkender. In de bocht bij hard remmen of bij agressief uit de bocht accelereren, blijft de Kawasaki mooi op koers. Daardoor krijg je veel vertrouwen in de machine en durf je ook steeds harder te pushen. Dat gebeurt trouwens al redelijk snel op de dag, want de Ninja heeft weinig tijd nodig om eraan te wennen. Hij nodigt je uit om hard mee te rijden.
Enkele dingen waaraan ik echt moest wennen waren de hevige gasreactie en de sterke motorrem. De stand ‘Road’ bleek op het circuit de meest aangename modus te zijn. In ‘Sport’ is de gasreactie heel sportief. Enthousiaster word ik van de wheelie controle die super werkt en de zitpositie die heel aangenaam is. Op mijn ZX-6R zit ik te veel tegen de tank. Op deze ZX-10R heb ik meer bewegingsvrijheid.
Tot slot nog melden dat de toevoeging van de luchtgekoelde oliekoeler een serieuze verbetering is om de viercilinder beter op temperatuur te houden. Uit ervaring weet ik dat oudere ZX-10R’s nogal eens willen oververhitten. Dus dat zal nu geen probleem meer zijn.
Schleiz is gewoon cult. Niet alleen het IDM en andere evenementen op de Schleizer Dreieck in Thüringen, het oudste stratencircuit van Duitsland, zijn een reis waard. Ook de omgeving heeft zijn charme. En er zijn daarnaast diverse grote namen uit de Schleizer-motorscene die heel wat verhalen te vertellen hebben.
We starten de reis in Schleiz op de Neumarkt, een voormalige paardenvijver. Terwijl m’n reisgenoot Gerd geniet van een schuimgebakje uit de Landbäckerei, ga ik naar de plaatselijke VVV – ofwel Stadtinformation – in de Alte Münze. Daar krijg ik van Janina Agatha, de behulpzame dame achter de balie, naast overnachtingstips ook de goede raad om Jürgen Hartelt te bezoeken, die goed thuis is in het lokale race-wereldje. Da’s een voltreffer!
‘Motorradbekleidung’ staat er op de etalageruit van de oudste nog bestaande zelfstandige winkel van Schleiz sinds de Duitse eenwording. Respect. Een lauwerkrans zou op z’n plaats zijn geweest, maar daarvoor ontbreekt toch de ruimte. Het ziet erbinnen namelijk uit als in een bont gesorteerde marktkraam. Overal waar een beetje plek aan de wand is, boven deuren en wandrekken: Posters van Joey Dunlop, Freddie Spencer & Co, de meeste niet meer helemaal kleurfris van de pers. Dit in tegenstelling tot de kaarten voor het IDM in het aankomende laatste juli-weekend, die Jürgen klaar heeft liggen voor de voorverkoop. Bovendien heeft hij een heleboel anekdotes uit de 90-jarige historie van de Schleizer Dreieck paraat. Gelukkig heeft hij die ook in boekvorm, want ik vermoed dat Gerd inmiddels wel z’n gebak op heeft.
We gaan dus op weg naar de BMW-dealer, de werkplek van motorhandelaar Christian Winkler, die ook als toergids in de omgeving actief is. En derhalve een aantal tips c.q. waarschuwingen voor ons heeft, zoals bijvoorbeeld de afsluiting van het Bleilochtal. Elk jaar wordt daar in augustus het SonneMondSterne-Festival gehouden, een gigantisch openlucht-dance-event. Dat staat niet op ons programma; in plaats van op illustere acts als Sven Väth of ‘Gestört aber Geil’ stuiten wij onderweg op de Saksische klanken van een gezin uit Chemnitz dat het zich gemakkelijk heeft gemaakt aan de oever van het meer. Zij op hun beurt luisteren naar de Multistrada-klanken van ons.
Dat geluid verstomt uiteindelijk voor Hotel Luginsland. Deze gele villa lag vroeger, voor de inkorting van het circuit, direct langs de baan; het terras van het restaurant was een ideale plek voor zicht op de Heinrichsruher Kurve. De herberg is behangen met foto’s van motorhelden en aan het plafond hangt een minibike als kroonluchter. Het was een geschenk aan de waard en hotelbaas Otto Pätzold, wiens vader in de jaren 60 als enige in Schleiz kamers met bad aanbood. Dit zeer tot tevredenheid van niemand minder dan Luigi Taveri, de legendarische Zwitserse 125cc-wereldkampioen.
Bratwurst Lutz
Rood-witte kerbstones langs de weg laten duidelijk zien dat het hier geen gewone weg betreft. De kleurige markeringen omzomen een deel van de (voormalige) B2, waarover op normale dagen het verkeer vanuit het centrum richting het zuiden rijdt. Hier vliegen de coureurs door ‘die Seng’, het laagste punt van het Schleizer Dreieck-circuit.
We gaan van de race- in de touring-modus. Een klassiek reisdoel is Schloss Burgk hoog boven de Saale. Voor liefhebbers van vorstelijke wooncultuur is er een museum, voor hongerige magen het kasteelterras, geopend vanaf 11 uur. We gaan verder naar ‘Bratwurst’ Lutz Heuschkel in Gräfenwarth, een Imbiss uit het Thüringer plaatjesboek. Alleen de hemelsblauwe Trabant ontbreekt. ’Ik moet eerst de aandrijfassen repareren’, grijnst grillmeester Lutz, terwijl Gerd alvast met vooruitziende blik een frikandelbroodje in de koffer van de Multistrada stopt. Er volgt een groot aantal fraaie gevels in Saalburg-Ebersdorf, daarna rijden we langs Friesau (17 t/m 19 september 2021 weer het toneel van het motortreffen met motordominee Ingolf Scheibe-Winterberg) en maken een vrijwel verkeersloze rit door lange, doorlopende bochten en een complex veldmozaïek tot aan Ziegenrück. Dan gaat het omhoog naar Moxa via een heerlijke slingerweg.
We pakken de Mühlenfähre, het pontveer over het stuwmeer tussen Linkenmühle en Altenroth en rijden langs het Hohenwarte-stuwmeer door veel bos. Later sturen we door de glooiende korenvelden bij Knau naar de Plothener-vijvers. Waar Gerd afhaakt, om vandaag nog terug naar huis in de buurt van Venlo te rijden.
Stasi ontwapend
Tijd voor een paar telefoontjes. Jürgen Müller, een freelance-journalist uit de gemeente Schleiz, heeft een zoon die bevriend is met het racetalent Micky Winkler. En die heeft wel tijd voor een rondje rijden voor foto’s. We treffen elkaar bij de Alte Münze. Waar blijkt dat er een kink in de kabel zit, want de 17-jarige Micky heeft nog geen rijbewijs. Geen probleem. Vader Steffen heeft een oude CBR600F die weliswaar geschorst is, maar hij heeft ook een vriend die een rode nummerplaat heeft. Geregeld en dank aan allen!
Zondagochtend staan we bij de Buchhübel, het hoogste en voor toeschouwers meest aantrekkelijke punt van de Schleizer Dreieck. Micky brengt voor de fotoshoot een Kawasaki Ninja 400 mee, zijn racemotor voor het IDM Supersport 300. Bij recente races in Oschersleben is hij daarmee 6e en 7e geworden. Sinds zijn vijftiende is hij gestopt met school, om zijn droom van een racecarrière na te jagen. ‘In het weekend races, zondagavond of maandag weer thuis, dan nog huiswerk maken en veel studeren om goede cijfers te halen – dat ging gewoon niet samen’, legt Micky uit.
Van de lichte Ninja 400-twin naar de Honda 600-viercilinder, die typische plastic-omhulde CBR uit de jaren 90. Voor Steffen was zoiets voor de Duitse eenwording nog een droom, eentje die hij in 1993 in vervulling liet gaan. Hij heeft er sindsdien 52.000 kilometer mee gereden. Daar komen nu nog wat kilometers bij voor deze rood-paarse kleurenexplosie.
Het eerste doel is Zeulenroda, waar we plaatsnemen onder het zonnescherm van Pizzeria Toscana. Tijd om eens te bomen over motoren.
Het gesprek gaat onvermijdelijk over de Oost-Duitse motorwereld, bestaande uit Simson S50, MZ ES150 en TS250, maar interessanter vind ik wat Steffen – van jaargang 1963 – vertelt over zijn diensttijd van 1988 tot begin 1990 bij de VPB, de ‘Volkspolizeibereitschaften’. ‘We hebben meteen na de Wende de Stasi ontwapend. We hadden het bevel om de wapenkamers in de Normannenstraße te ontruimen. We zijn toen ‘s zondags met twee vrachtwagens op pad gegaan, in de eerste de wapens, in de tweede de munitie en zo zijn we door Berlijn gereden – voordat op maandag, 15 januari 1990, de Stasi-centrale door de bevolking werd bestormd.’ Man man, wat een tijd…
Middelpunt der Aarde
Je kunt verkoeling zoeken in zwemvijver Pöllwitz, maar wij rijden verder langs de kartbaan Oberlandring bij Neuehäuser, maken een zijsprong naar het toeristisch-commerciële ‘Mittelpunkt der Erde’ in Pausa, sturen een fijn stukje op de Duitse Alleenstraße tussen Tobertitz en Kloschwitz, en spoeden als de overdrijvende wolken naar Schwand. Tegenover het romantische Wasserschloss Geilsdorf is het een mooie plek voor een picknick met je geliefde, voor liefhebbers van experimentele muziek (en dan hebben we het vooral over het Gülleorgel van boer Böhme, een apparaat dat er met al zijn slangen uit ziet als een gierverspreider!) zijn er de Stelzenfestspiele bij Reuth, een festival vernoemd naar het nabijgelegen kleine dorpje Stelzen. En als waarschuwende herinnering aan de Duitse tweedeling is er het openluchtmuseum Mödlareuth, precies op de grens tussen Thüringen en Bayern.
Na deze toeristische ronde bedank ik Steffen wederom. Zijn reactie: ‘We doen altijd ons best als we iemand kunnen helpen. Vroeger ging dat niet anders!’
Wie ook over vroeger kan meepraten: Heinz-Jürgen Walther. De vitale en praatgrage senior is met zijn AWO 425 (AWO was voortgekomen uit het Sovjet-merk Awtowelo, dat motoren maakte op basis van met name oude BMW-ontwerpen) een succesvolle en constante deelnemer in de ADMV Classic Cup. Zijn hobbykelder is een picobello gesorteerde schatkamer vol met trofeeën en historische kostbaarheden – om nog maar te zwijgen over alles wat er aan verhalen te horen valt. Variërend van Rudi Felgenheier, in 1952 de sensationele winnaar op een 250cc-fabrieks-DKW in de Grand Prix van Duitsland op Solitude, tot aan het credo van de wijze coureur: ‘De grootste prijs die je kunt winnen is wanneer je net zo thuiskomt zoals je vertrokken was, wanneer man en materiaal nog heel zijn – de bokaal is slechts een bonus.’
Wie missen we nog? Precies, Julian Puffe. De slungelachtige Schleizer, die overigens eveneens geen motorrijbewijs heeft, heeft gisteren op een S1000RR race 1 van de superbikeklasse op de Nürburgring gewonnen en gaat momenteel aan de leiding in het IDM, voor aartsrivaal en teamgenoot Ilya Mikhalchik uit Oekraïne. Tussen de races door werkt Julian – die een opleiding in de elektromechanica heeft – bij de lokale Ford-dealer op de marketingafdeling. Zijn doel: ‘Ooit in het WorldSBK te komen, daar werken we naartoe. Hoe realistisch dat is? Moeilijk te zeggen, daar komt ook geluk bij kijken.’ En wat is er zo leuk aan de Schleizer Dreieck? ‘Het is een stratencircuit, het gaat bergop en bergaf, je komt langs maisvelden, het is gewoon nog echt oldskool. En dan nog het enthousiaste publiek en de adembenemende sfeer.’ Iets wat het aankomende weekend weer van dichtbij te beleven is.
Reisinformatie Schleizer Dreieck
Voor velen geldt het als een kleine Nürburgring, voor Britten is het de kleine Isle of Man of Germany: Het heuvelachtige Schleizer Dreieck-circuit. In 1923 vond op het 7,6 kilometer lange parcours met een hoogteverschil van 69 meter de ‘Erste Brennstoffprüfung’ voor tien auto’s en vijftien motorfietsen plaats. Het toeschouwersrecord stamt uit 1950 met 250.000 bezoekers bij het toen eenmalige en gezamenlijke Oost- en West-Duitse kampioenschap voor motoren. Daarna scheidden zich ook de sportieve wegen van DDR en BRD.
Niet in de laatste plaats door de internationaal bezette Formule-3-races in de jaren zestig werd Schleiz het grootste motorsportevenement van de socialistische landen. Om de veiligheid te vergroten, werd het circuit – dat gebruik maakt van openbare wegen – twee keer verbouwd en ingekort. In 1988 werd de haarspeldbocht in de bebouwde kom vervangen door een doorsteekje met een chicane, waardoor de lengte terug werd gebracht naar 6,8 kilometer. In 2004 werd het circuit drastisch ingekort door de dwarsverbinding tussen ‘Seng’ en ‘Buchhübel’, waardoor de zuidelijke lus via de Heinrichsruher Kurve en de Waldkurve kwam te vervallen. Sindsdien is het circuit nog maar 3,8 kilometer lang, maar het onderscheidt zich mede dankzij het hoogteverschil van 44 meter nog altijd duidelijk van de vaak ‘synthetische’, moderne circuits elders, zeer tot genoegen van veel motorsportfans. Die hebben op de Schleizer Dreieck de keuze tussen de International Sidecar Trophy, het Driftfestival, VFV Oldtimer-GP, IDM en de ‘German TT’ (een titel die een belletje doet rinkelen).
Erheen
Het Thüringse stadje ligt ten zuiden van Gera en bereik je via de A9 van Berlijn naar Nürnberg, afslag Schleiz.
Overnachtingen
Aan de zuidrand van Schleiz, direct aan het oude circuit, ligt Hotel Luginsland (hotel-luginsland.de, tel. +49 3663 480530); ver buiten schot van de races, hoog boven het Hohewarte-stuwmeer bij Drognitz-Reitzengeschwenda ligt het hotel ‘Sommerfrische Lothramühle’ (naturhotel-sommerfrische.de, tel. +49 36737 209808).
Literatuur
’90 Jahre Schleizer Dreieck: Die wechselvolle Geschichte einer einzigartigen Rennstrecke’, HB-Werbung und Verlag, € 19,-
Ga er goed voor zitten, want deze Handige Harry maakt in iets meer dan 17 minuten een waanzinnige KTM 1190 RC8. Van papier! Dat moet je zien om te geloven en dat geldt zeker ook voor deze BMW S1000RR.
Niet de gedoodverfde Fabio Quartararo (Yamaha), maar Miguel Oliveira (KTM) won verrassend de Grote Prijs van Catalonië. Terwijl Quartararo, die twee keer een straf van drie seconden kreeg opgelegd, als uiteindelijke zesde de schade nog enigszins wist te beperken, ging een groot aantal favorieten in Barcelona in de fout. Onder hen Valentino Rossi en Marc Márquez. Komt voor deze twee grootheden tijdens de Dutch TT de ommekeer? Waarom niet? Want in Assen is alles mogelijk.
Barcelona is de thuisbasis van het Repsol Honda-team. Een team dat sinds 1995 bestaat en zich sindsdien het succesvolste team in de koningsklasse (500cc/MotoGP) mag noemen. Op dit moment gaat het echter bar slecht met de stal, waar dit seizoen Marc Márquez en Pol Espargaró voor uitkomen. Zelfs het slechtst sinds ’s werelds grootste motorfietsfabrikant in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw haar GP-comeback maakte met de revolutionaire Honda NR500. Dat was een exotische viertaktmachine waarmee Honda dacht de tweetakten van Suzuki en Yamaha te kunnen verslaan. Iets wat op dramatische wijze mislukte.
Dramatisch, dat zijn ook de resultaten van Honda op dit moment. De laatste GP-zege stamt alweer van 17 november 2019. Die kwam in Valencia tot stand door Marc Márquez. En het is al weer twaalf races geleden dat er een Honda-coureur op het podium stond. Dat was Alex Márquez als tweede in Aragón. Natuurlijk, het is van grote invloed dat stercoureur Marc Márquez zich ruim een jaar geleden zwaar blesseerde en nog steeds niet honderd procent fit is. Bovendien is de één na sterkste Honda-rijder van de laatste jaren, Cal Crutchlow, er niet meer bij. Maar toch, Honda is er dit seizoen nog steeds niet in geslaagd om haar RC213V dermate te ontwikkelen, dat ook de van KTM overgekomen Pol Espargaró zich met de strijd om de podiumplaatsen kan bemoeien. De Honda-ingenieurs hebben nog geen oplossing gevonden om hun machine optimaal aan te passen aan de beschikbare Michelin-banden. Het vinden van de juiste grip daarmee vormt het grootste probleem. Het mocht in Barcelona tijdens de eerste kwalificatie gewoon een gênante vertoning worden genoemd hoe Márquez en Espargaró op een sleepje van Jack Miller (Ducati) stonden te wachten in de hoop zich zo te kwalificeren voor Q2. Het mocht uiteindelijk allemaal niet baten, want in de race kwamen beide Repsol Honda-coureurs ten val.
Heel wat beter
Nee, dan doet KTM het heel wat beter. Na een zeer zwakke seizoenstart, die werd veroorzaakt door grotendeels dezelfde problemen als waarmee Honda kampte (en kampt), kwamen de Oostenrijkers tijdens de test na de GP van Spanje met een nieuw frame en nieuwe brandstof voor de RC16 op de proppen. Dit pakket bleek te werken, want in Italië werden Miguel Oliveira en Brad Binder er direct tweede en vijfde mee. In Barcelona ging het nog beter, want de winst was er voor Oliveira. Na een foutloos gereden race wist de Portugees, ondanks het nodige aandringen in de slotfase door Johann Zarco die voor de vierde keer in zeven races tweede werd, zijn derde MotoGP-zege te behalen. Als derde stond Jack Miller er als tweede Ducati-coureur op het podium. Grote verliezer op het Circuit de Barcelona-Catalunya was in eerste instantie Alex Rins.
Want de Suzuki-coureur, die er verleden jaar nog derde was geworden, werd al voor de trainingen uitgeschakeld, omdat hij tijdens een fietstochtje op de baan, al turend op zijn mobieltje, op een geparkeerde auto klapte. Met als gevolg een gebroken rechterspaakbeen. Ondanks een snelle operatie, kon Rins, die in de voorafgaande vier(!) races ook al ten val was gekomen, dus niet aan dit evenement deelnemen. Dat maakte de problemen voor Suzuki alleen nog maar groter. Er werd namelijk geen vervanger ingezet en dus werd er ook minder data verzameld. Voor wereldkampioen Joan Mir, die in deze race als vierde zou worden geklasseerd, was dat mede aanleiding om zich openlijk te bezwaren over de volgens hem te geringe ontwikkeling die Suzuki op dit moment verricht.
Grootste verliezer van de race in Catalonië werd toch wel Fabio Quartararo. En dat gebeurde op curieuze wijze. Nadat de Fransman voor de vijfde achtereenvolgende keer in dit seizoen de pole position had veroverd, gold hij helemaal als de grootste favoriet om ook nu weer de 25 punten mee naar huis te nemen. Maar dat liep anders. Eerst slaagde de Yamaha-coureur er niet in om alleen weg te rijden. Heel verrassend was het Oliveira, die hem niet alleen kon volgen maar in de tweede helft van de race zelfs het initiatief ontnam. Nog was er niets voor Quartararo verloren. Dat was wel het geval toen drie ronden voor het einde bij zijn pak de rits los ging. Hierdoor raakte hij in de S-bocht na de start naast de baan en voegde daarop niet op reglementaire wijze weer in. Dit leverde hem een tijdstraf van drie seconden op. Vijf(!) uur na de finish kwam daar nog eens zo’n straf bij, omdat de raceoutfit van Quartararo – die ook nog eens zijn borstbeschermer onder het rijden had weggegooid – niet conform het reglement meer was. Al met al een wat discutabele beslissing van de racedirectie. Zo werd de Fransman uiteindelijk als zesde geklasseerd en zag hij zijn landgenoot Johann Zarco tien punten dichterbij komen in de WK-tussenstand.
Voordat op 27 juni de Dutch TT Assen wordt verreden, vindt op de Sachsenring de Grote Prijs van Duitsland plaats. De laatste tien afleveringen hiervan leverden evenzoveel keren Marc Márquez als winnaar op. In 2010 won hij er de 125cc-klasse. Daarna tweemaal de Moto2-race en vervolgens zeven keer de MotoGP. Niet voor niets wordt de Spanjaard ‘The King of The Ring’ genoemd. Nu is de vraag of Márquez er onder de gegeven (geblesseerde) omstandigheden blijft regeren. Opvallend en bemoedigend was dat de negenvoudig wereldkampioen ’s maandags na de GP tijdens de test in Barcelona maar liefst 87 ronden aflegde. Dat was het meeste van alle coureurs!
Ook Valentino Rossi deed goed z’n best en boekte opnieuw enige progressie. Nu is de vraag of dat voldoende is om juist in Assen een rol van betekenis te gaan spelen. Uiteindelijk behaalde hij hier in 2017 zijn laatste GP-zege. Bovendien wacht de Yamaha-coureur al weer een tijdje, om precies te zijn sinds de GP van Andalusië 2020, op zijn 200e podiumplaats. Ook moet er rekening mee worden gehouden, dat dit wel eens het laatste TT-optreden van de 42-jarige Italiaan kan worden. Het is nog steeds niet zeker of hij ook volgend jaar nog van de partij zal zijn. Althans als coureur.
De winnaar van Assen voorspellen blijft een moeilijke zaak. Wat te denken van Jack Miller, die in 2016 totaal onverwacht als eerste over de finish kwam. Toen op Honda. Doet hij dat nu op Ducati? Dan hebben we Maverick Viñales, de winnaar van de laatst verreden TT. Na een sterk begin, winst in Qatar tijdens de eerste GP van 2021, kwam de 26-jarige Spanjaard helemaal in de schaduw van Monster Yamaha-teamgenoot Fabio Quartararo te staan. Reden voor Viñales om weer eens van cheftechnicus te wisselen. Nu wordt hij terzijde gestaan door Silvano Galbusera, de ervaren Italiaan die van 2014 tot en met 2019 met Rossi werkte. Na in de race in Barcelona geen grote rol van betekenis te hebben kunnen spelen (vijfde), was Viñales de dag erop tijdens de test ‘gewoon weer’ de snelste voor teamgenoot Quartararo. Niet te peilen dus. Dat geldt ook vaak voor het weer boven het TT Circuit. Het maakt het er allemaal alleen maar fascinerender op!
Marc Márquez, Valentino Rossi en Pol Espargaró (v.l.n.r.) kwamen alle drie ten val.
De resultaten
MotoGP Catalonië
1. Miguel Oliveira (PT), KTM, 40.21,749; 2. Johann Zarco (F),Ducati, +0,175; 3. Jack Miller (AUS), Ducati, +1,990; 4. Joan Mir (E), Suzuki, +5,325; 5. Maverick Viñales (E), Yamaha, +6,281; 6. Fabio Quartararo (F), Yamaha, +7,815; 7. Francesco Bagnaia (I), Ducati, +8,175; 8. Brad Binder (ZAF), KTM, +8,378; 9. Franco Morbidelli (I), Yamaha, +15,652; 10. Enea Bastianini (I), Ducati, +19,297; 11. Alex Márquez (E), Honda, +21,650; 12. Luca Marini (I), Ducati, +22,533; 13. Takaaki Nakagami (J), Honda, +27,833; 14. Jorge Martin (E), Ducati, +29,075; 15. Lorenzo Savadori (I), Aprilia, +40,291.
is het jaar, dat er voor het eerst een Grand Prix op het Circuit Barcelona-Catalunya werd verreden. Wayne Rainey (Yamaha) won de 500cc-race.
30
achtereenvolgende jaren heeft er nu een Grand Prix van Catalonië plaatsgevonden. Alleen in Assen (71x) en Jerez (36x) gebeurde dat vaker.
21
achtereenvolgende races heeft Marc Márquez nu niet weten te winnen.
0,004
seconde bedroeg het verschil in snelste rondetijd tussen Valentino Rossi (10e) en Marc Marquez (11e) tijdens de test op maandag na de GP.
Moto2: dichterbij dan ooit
Een goed verlopen tweedaagse test op het Circuit de Barcelona-Catalunya had ervoor gezorgd dat Bo Bendsneyder vol vertrouwen aan de thuisrace van het Pertamina Mandalika SAG-team begon. De enige Nederlandse GP-deelnemer stelde zijn team en zichzelf niet teleur, want achter het Red Bull KTM Ajo-duo Remy Gardner en Raul Fernandez kwalificeerde hij zich als derde. Zo mocht Bendsneyder na Qatar voor de tweede keer in dit seizoen van de eerste startrij vertrekken. Vervolgens wist hij tot halverwege de wedstrijd als nummer drie knap in de slipstream van het duo Gardner (#87) en Fernandez te blijven (zie foto). De onervarenheid van het rijden op een podiumplaats begon toen helaas op te spelen. De druk van achteren van met name Xavi Vierge, Marco Bezzecchi en de winnaar van de Moto2-race van de TT van Assen in 2019, Augusto Fernandez, werd dermate groot dat Bendsneyder genoemd trio moest laten passeren. De uiteindelijke zesde plaats was dan wel niet zijn beste Moto2-klassering tot nu, dat was zijn vijfde positie in Le Mans, maar nog nooit was de afstand van de Nederlander tot een podiumplek zo klein. Oftewel: 1,675 seconde tot de derde plaats en 4,541 seconde tot de winnaar. En dat met de Dutch TT in aantocht!
Na Mugello heette de winnaar in Barcelona opnieuw Remy Gardner. De 23-jarige Australiër kan de toekomst vol vertrouwen tegemoet zien. Niet alleen omdat hij zijn voorsprong in de titelstrijd op teamgenoot Raul Fernandez (tweede in deze race) uitbouwde tot elf punten, maar ook omdat hij voor volgend seizoen een MotoGP-contract met KTM op zak heeft. Nu zal Gardner echter eerst willen proberen om in Assen in de voetsporen van zijn vader te treden. Die won de TT, maar dan in de 500cc-klasse, namelijk in 1986 en 1988.
Uitslag Moto2 Catalonië
1. Remy Gardner (AUS), Kalex; 2. Raul Fernandez (E), Kalex; 3. Xavi Vierge (E), Kalex; 4. Marco Bezzecchi (I), Kalex; 5. Augusto Fernandez (E), Kalex; 6. Bo Bendsneyder (NL), Kalex.
WK-stand (na 7 van 19 races)
1. Gardner, 139; 2. R. Fernandez, 128; 3. Marco Bezzecchi, 101; 4. Sam Lowes (GB), Kalex, 75; 5. Fabio Di Giannantonio (I), Kalex, 60; 11. Bendsneyder, 35.
Moto3: Acosta levert in
Sergio Garcia (11) won en liep aanzienlijk in op Pedro Acosta (37).
Close racing is prachtig om te zien, maar kan ook heel gevaarlijk zijn. Dat bleek maar weer eens in Mugello, waar Jason Dupasquier na een val door een collega-coureur werd geraakt en vervolgens een dag later aan de opgelopen verwondingen bezweek. In Barcelona was het prachtig, maar ook angstaanjagend om te zien hoe een kopgroep van wel vijftien coureurs over de volle breedte van het rechte stuk waaierde in een poging om als eerste de eerste bocht in te duiken. Geen enkele rijder bleef daarbij op zijn lijn. Sterker nog: er werd volop op zeer gevaarlijke wijze vanaf geweken. Het is aan de racedirectie om daar iets aan te doen, want dit blijft niet goed gaan. In Barcelona bleef het aantal valpartijen, waarbij verschillende coureurs betrokken waren, ‘beperkt’ tot twee. Eerst was het John McPhee, die als koploper in de fout ging en waardoor ook Andrea Migno en Tatsuki Suzuki ten val kwamen. En in de laatste ronde gingen Ayumu Sasaki, Xavier Artigas en Dennis Foggia gezamenlijk onderuit. Gelukkig bleken uiteindelijk alle lichamelijke gevolgen mee te vallen.
Andermaal was het Pedro Acosta die, maar dan in positieve zin, een hoofdrol vertolkte. De Spaanse rookie mocht in Barcelona na problemen in de kwalificatie pas als 25e (van de 28 deelnemers) aan zijn zevende Grand Prix beginnen. Dat dit voor hem geen probleem hoeft te zijn, had het 16-jarige supertalent al eerder laten zien. Ook nu deed hij dat weer. Want in de tweede helft van deze zeer spannende wedstrijd bemoeide hij zich volop met de strijd om de eerste plaats. Alleen speelde zijn onervarenheid hem in de laatste ronde parten. Acosta wist niet precies hoe hij zich in het beslissende gevecht moest positioneren en passeerde zo pas als zevende de finish.
Degene die dit keer het spel het beste speelde, of het meeste geluk had, was Sergio Garcia. Na Le Mans boekte de GasGas-coureur zo zijn tweede zege in dit seizoen. Op 0,015 seconde finishte Jeremy Alcoba (Honda) als tweede. Jaume Masia had andermaal in de laatste ronde het geluk niet aan zijn zijde. Want de Red Bull KTM Ajo-coureur verloor zijn derde plaats aan Deniz Öncü, omdat hij in de laatste ronde de track limits had overschreden en zo een positie werd teruggezet. Door de uitslag van deze race zag Pedro Acosta zijn voorsprong in de titelstrijd op de nummer twee teruglopen van 52 naar 39 punten. Desalniettemin komt de Spanjaard als WK-koploper naar de TT van Assen.
Quotes
‘Wat heb je voor een sleepje over?’ Jack Miller, al rijdend op zijn Ducati, met duim en wijsvinger in gebarentaal tegen Marc Márquez (Honda) bij de start van Q1.
‘Dit waren de beste zeven ronden die ik dit jaar heb gereden.’ Marc Márquez (Honda), die weer plezier had, maar wel weer ten val kwam.
‘We hadden veel meer van deze race verwacht.’ Valentino Rossi (Yamaha), waarmee het wat beter ging, totdat ook hij onderuit ging.
‘Als Fabio vroeg aan de leiding zou zijn gekomen, was het misschien moeilijker geweest.’ Miguel Oliveira (KTM) na zijn derde MotoGP-zege.
‘Felicitaties voor al diegenen die zijn gaan klagen en mij een tweede penalty hebben bezorgd.’ Fabio Quartararo (Yamaha), die vond dat hij geen enkele andere rijder in gevaar had gebracht.
Uitslag Moto3 Catalonië
1. Sergio Garcia (E), GasGas; 2. Jeremy Alcoba (E), Honda; 3. Deniz Öncü (TUR), KTM; 4. Jauma Masia (E), KTM; 5. D. Binder (ZAF), Honda.
Zelfs in de MotoGP-seizoenen die gedomineerd werden door Valentino Rossi en Marc Márquez was het voorspellen van de Dutch TT vragen om problemen.
Normaal kom je nu uit op Fabio Quartararo of Miguel Oliveira . Maar de TT is nooit normaal! Daarom kies ik voor Brad Binder. Omdat hij, net als Oliveira, op een sterk verbeterde KTM rijdt en omdat hij tijdens de laatst verreden TT als tweede eindigde in de Moto2. Bijzonder, want tot dan toe was het TT Circuit het enige circuit van de WK-kalender waar hij nooit op het podium eindigde. Nu hij Assen snapt, is Binder los!
Wie wat bewaart, verzekert zich later van uren plezier. Na de verhuizing naar Ruinen stonden een aantal dozen nog onuitgepakt op zolder. Vol kleinoden die ik in tientallen jaren heb verzameld. Ooit zou ik ze opnieuw bewonderen. Dat moment vond eerder plaats dan ik had verwacht. Al snel bleek het aandeel prullaria teleurstellend hoog. Het meeste kon linea recta naar de stort. Maar de verroeste, mij volledig onbekende sigarendoos leek veelbelovend.
Er zaten drie fossielen in, een munt uit de Eerste Wereldoorlog en een schriftje met linnen kaft van mijn overgrootvader…, waarin hij zijn tocht beschrijft door het Frankrijk van 1912, op een Belgische FN! Dan gaat je hoofd meteen op de loop. Als het moet, rijden we in een ruk naar Zuid-Frankrijk, maar in 1912 was dat nog een ommelandse reis. De wegen waren slecht, benzine lastig verkrijgbaar en de zorgen om de motorfiets groot. Voortdurend was mijn grootvader in de weer met zijn viercilinder. Een dergelijke tocht moest je tot in de puntjes voorbereiden, omdat onderweg niets zeker was. De Amerikaan Carl Stevens Clancy wist pas in 1913 op een Henderson als eerste de wereld te ronden. De Noord- en de Zuidpool waren toen al lang bereikt!
Dat zet ook het Franse avontuur van mijn overgrootvader in een ander perspectief. Zo’n trip was heel ongewoon. En waar haalde hij de tijd vandaan? Op z’n FN wist hij tot in de Franse Alpen te geraken. In zwierig handschrift pent hij zijn filosofische overpeinzingen neer. Dat bergen zo langzaam van vorm veranderen, dat het generatieslang niet opvalt. Hij schrijft ook over de Galibier en de Cormet de Roselend, passen waar we nog steeds reikhalzend naar uitkijken. En waar we na anderhalf jaar lockdown weer overheen kúnnen rijden. Als je dat doet, denk dan eens aan mijn overgrootvader.
In Overasselt is een benzinestation. We gooien de tank van de Indian vol met het gewijde water dat benzine heet. En dan strekken we nog even de benen tussen de twee kerken in zicht. Een maagdelijk witbegevelde NH-kerk, maar het grootste Godshuis is natuurlijk zoals dat hoort in papenland met beelden versierd. Want onder de rivieren, het operationele gebied van deze toer, slaat het rooms-katholicisme de klok, hoog in de opgemetselde toren. En dan zijn er nog die sporen van de Tweede Wereldoorlog.
Affetto’s Ducati en Roma-champignons zijn verdere bewijzen van de verbinding met de heilige Moederkerk in het verre Italië. Maar zover zullen wij vandaag niet komen. De tank afgevuld, daveren we over de N846 tot vlak voor de A73, waar wij het slagschip naar bakboord laten overhellen. De Vosseneindseweg leidt ons langs het Heumense Bos en naar de Donderbergweg. Klinkt dat naar oorlog of niet? Om de hoek komt de Indian tot stilstand als er op een erf ineens de loop van een pantserwagen op ons gericht staat. Het blijkt geen echte kanonsloop te zijn, want dat mag niet meer sinds 1945, maar een ordinaire ijzeren pijp die in stemmig legergroen is geverfd. Daar hadden ze ons mooi mee te pakken! We horen van een aantal heren de geschiedenis van deze Shermantank, die dus geen pantserwagen is, maar welke kniesoor let daarop als je door verzamelaar Lambert Bruijsten en zijn kornuiten wordt rondgeleid door het Tankmuseum van de Twintigste Eeuw?
Nu moet men zich daarbij geen museale grandeur voorstellen, zoals bij het Engelse Tank Museum te Bovington of het Deutsche Panzermuseum in Munster. Het blijft wel Nederland, hè. En daar doen we gewoon normaal. In en rond een ruime boerenstal staan nog meer WOII-voertuigen opgesteld, netjes gerestaureerd en ze moeten natuurlijk wel allemaal kunnen rijden.
In de Heilig Landstichting duiden voormalig hotel-restaurant Sionshof en voormalig openluchtmuseum Heilig Landstichting op het paapse verleden van dit gebied, en bij Berg en Dal staat het Afrika Museum op paapskerkelijke grond.
Daarna scheren we langs de Duits-Nederlandse grens, er zit zelfs reliëf in het landschap. Maar de Zevenheuvelenweg laten wij rechts en de Duivelsberg links liggen. In paaps gebied is een wijnvat nooit ver en zelfs op ons hoogsteigen Nederlandse bodem wordt wijn verbouwd. Bij Wijngoed De Plack hebben ze gelukkig voor motorrijders, buiten zelfgemaakte wijn, ook heerlijke koffie en appeltaart.
Over de Mooker heide
En daar is Groesbeek al. Bij het Bevrijdingsmuseum 1944-1945 staat ook weer een pantser…, pardon, tank op wacht. Het geheel wordt vermarkt onder de wappervlaggen van Freedom Museum en Liberation Route Europe. Over de Mooker Heide dreunt de Indian voort over de hei en langs bos. Vlak voor het binnenrijden van Mook passeren we de Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest. Het gebied rond Nijmegen was in de Tweede Wereldoorlog natuurlijk strijdtoneel van Operatie Market Garden. Daarbij kwamen de tanks weliswaar niet uit de lucht vallen, maar die denderden over land naar het plaatselijke strijdtoneel.
Na Mook rijden we evenwijdig aan de Maas, waar we bij Afferden met een pontje overheen steken. Oorlogsmuseum Overloon toont altijd een collectie van minstens 150 voer- en vaartuigen, waaronder motorfietsen, tanks en pantserwagens, zoals Shermans, Cromwells en Challengers en een Duitse Panther. Overloon is ook Home of the Militracks: jaarlijks ‘het grootste evenement op het gebied van voertuigtechniek uit de Tweede Wereldoorlog’. Jawel, daar dreunen dan zelfs tanks over het terrein. Und von Panzern! Tegen betaling mag je mee aan boord. Vanwege corona blijven de koepels van Sherman of Königstiger helaas nog gesloten, maar die Indian waarop wij rijden is ook niet mis. We pakken onze Papen & Panzer-route weer op richting het noorden.
Smalle kronkelweggetjes
Waarom lijkt onze Papen & Pantser-route zo lang? Wellicht speelt het feit een rol, dat hij door maar liefst drie provincies van het Koninkrijk der Nederlanden (continentaal Europees deel) loopt.
Buiten Gelderland trekt de Indian ook door Limburg en Noord-Brabant, en dat allerminst op doorgaande rechttoe-rechtaanwegen. Integendeel zelfs! We daveren en laveren door een opeenvolging van smalle kronkelweggetjes door terrein dat door het agrarische karakter ervan als uiterst landelijk mag worden bestempeld. Zo landelijk zelfs, dat we in de gauwigheid, tussen het sturen en genieten van het uitzicht door, al enige tijd geen benzinepomp of koffie-met-appeltaart-terras hebben gezien.
Kasteel Tongeren doemt, wat het laatste aspect betreft, dan ook op als een welkome rots in de branding. Want op de binnenplaats van het fraaie kasteel is een uitspanning gevestigd waar de inwendige mens aan zijn trekken komt met voornoemde brouw-en-bakwaren. De inwendige verbrandingsmotor van de Indian heeft nog geen klagen, want de tank was aan de start bij het benzinestation in Overasselt voldoende gevuld, zodat we ons daarover ook hier, op de finish van onze toer, geen zorgen hoeven te maken.
Bovenop het dak klinkeleert een vrolijk belletje. Maar heel het klokkenwerk valt stil, als de machtige V-twin dat wil. Het zou ons niet verbazen als hier sinds 1944 niet meer zo’n zware uitlaatroffel over de landerijen heeft gedreund.
LET OP. Een klein gedeelte van de route gaat door Duitsland. Omdat dit misschien nog niet mogelijk is hebben wij ook een aangepaste versie van de route bijgevoegd. Deze zal de landgrenzen niet overschrijden.
Gerucht: Suzuki zegt dat het van plan is om de GSX-R1000 te updaten, met het oog op WorldSK-competitie.
Suzuki heeft zijn snelle 1000 cc in 2017 voor het laatst geüpdatet. Het is nog steeds een motorfiets om rekening mee te houden, hoewel het elektronicapakket en het vermogen achterblijven bij de nieuwste generatie machines die concurreren in de WorldSBK. Wat waarschijnlijk deels de reden is dat Suzuki geen machine in de WorldSBK heeft, hoewel het wel meedoet in de MotoGP.
Veel meer dan dat het een gerucht is, valt er overigens ook niet over te zeggen. Er zijn geen spionagefoto’s, geen patenttekeningen. Maar meestal zit er altijd wel een kern van waarheid in zo’n gerucht en het zou zo maar kunnen dat er iets aankomt voor 2022. Suzuki schijnt langzaam vooruit te gaan met de ontwikkeling van nieuwe motorfietsen. Met de V-Strom die onlangs een revisie kreeg, gevolgd door de Hayabusa en GSX-S1000, zou het logisch zijn dat ook het vlaggenschip een aantal revisies krijgt. Zelfs al zou het aantal klein zijn.
De MV Agusta Brutale 1000RR, dé hypernaked uit Varese, krijgt enkele mechanische- en elektronische updates, voldoet aan Euro5 en heeft bochtenABS. De MV levert 208 pk, goed voor meer dan 300 km/u.
Na de driecilinder-800-serie, de Brutale-, Dragster-, Turismo Veloce-, Superveloce- en F3- versies, heeft MV Agusta ook de Brutale 1000RR onderhanden genomen. Die is voor het modeljaar 2021 geüpdatet en gehomologeerd volgens Euro5-regelgeving.
De 998cc- viercilinder hypernaked overtuigt met z’n uiterlijk en talrijke componenten van koolstofvezel. Er zijn nieuwe gesmede voetsteunen voor de rijder en twee nieuwe kleuren: Fire red/Matt metallic dark grey en Matt metallic grey/Matt metallic dark grey/Fluorescent yellow.
Het viercilinder blok onderscheidt zich door het dubbele nokkenastimingsysteem met centrale ketting, de afneembare zesversnellingsbak en de vier radiaal geplaatste kleppen per cilinder. Die zijn van titanium, evenals de drijfstangen; de nokkenassen hebben een andere timing gekregen, de klepgeleiders en klepbekers hebben een DLC-behandeling ondergaan om de wrijving te verminderen, het uitlaatspruitstuk is gewijzigd maar de vier typische, verhoogde dempers zijn gebleven.
De update werd gebruikt om de motor te homologeren conform Euro5. Het maximum vermogen bedraagt naar verluidt 208 pk bij 13.000 tpm en het koppel heeft een maximumpiek van 116,5 Nm bij 11.000 tpm; de topsnelheid bedraagt naar verluidt meer dan 300 km/u.
Gesmede aluminium wielen
Het chassis bestaat uit een frame van staal met een hoge weerstand, geïntegreerd met zijplaten van een gegoten aluminiumlegering, een enkelzijdige achterbrug en 17″ gesmede aluminium wielen met banden in de maten 120/70 en 200/55.
Het Brembo-remsysteem bestaat uit een radiale voorpomp en Stylema-remklauwen en 320mm-schijven voor. Nieuw is het Continental ABS MK100 met bochtenfunctie. De ophanging en stuurdemper zijn van Öhlins, met elektronische hydraulische afstelling, beide hebben nieuwe kalibraties gekregen. Tot slot heeft de elektronische versnellingsbak een nieuwe sensor en is de verlichting rondom volledig led.
Het elektronische pakket omvat vier mappings, tractiecontrole op acht niveaus en wheelie control. Voor 2021 is de Brutale 1000 uitgerust met een nieuwe IMU dat front lift control, launch control en cruise control toevoegt; ook komt er een 5,5-inch kleuren tft-dashboard dat verbinding kan maken met de MV Ride App waarmee je diverse parameters van het blok met je smartphone kunt aanpassen. Het scherm heeft een navigatiefunctie (turn by turn) en het Mobisat anti-diefstal systeem.
De Brutale 1000RR heeft een wielbasis van 1.415 mm, een zithoogte van 845 mm en een brandstoftank van 16 liter. Het gewicht is opgegeven op 186 kg droog.
Noorwegen is het strengste land als het gaat om het uitdelen van boetes. Die lopen tot in de duizenden euro’s. Italië heeft de meeste flitspalen.
In een studie van Zutobi – een Europees onderzoeksbureau – zijn de gegevens verwerkt die zijn verzameld door Speeding Europe, SCBD en Auto Europe. Doel was om na te gaan welke landen de strengste wetten uitvaardigen als je een fout maakt, zoals de hoogste boetes, de strengste snelheidslimieten en de meeste flitspalen.
Uit deze gegevens blijkt dat Italië een opzienbarende hoeveelheid flitspalen binnen de landsgrenzen heeft met 8.703 flitspalen verspreid over het hele land. Nederland heeft er slechts 276. Alleen Slovenië heeft er minder: 113.Duitsland en Frankrijk – de grootste Europese landen – staan op de derde en vierde plaats met respectievelijk 3.813 en 2.406 flitspalen. Aan de andere kant van de schaal zijn er drie landen met minder dan 100 flitspalen; Portugal heeft er 98, Luxemburg slechts 24, terwijl Slowakije het moet doen met slechts 13 flitspalen op 38.895 km weg.
Zutobi heeft ook een soort van gevaarindex opgesteld met behulp van een algoritme dat is ontwikkeld op basis van het aantal snelheidscamera’s, minimumboetes en wetten in verband met rijden onder invloed van alcohol.
Met deze index kwam Noorwegen als beste uit de bus met een score van 6,43, wat grotendeels wordt toegeschreven aan de hoge kosten van een boete voor te hard rijden op de snelweg, die je minimaal €711 kost. Noorwegen heeft ook de strengste maximumsnelheid op zijn snelwegen met 110 km/u, terwijl de meeste landen een maximum hebben tussen 120-130 km/u. Je krijgt ook een enorme boete van minimaal 5.783 euro als je betrapt wordt op rijden onder invloed en je hebt ook niet veel speelruimte, want de Noorse alcohollimiet is slechts 0,02%. In het VK daarentegen is het 0,08%, wat mild is vergeleken met het Europees gemiddelde van ongeveer 0,05%.
Om dit in de juiste context te plaatsen: Nederland heeft de op één na hoogste boetes, namelijk 186 euro voor te hard rijden, en Italië geeft je een boete van 1.500 euro voor rijden met te veel alcohol in je bloed. Ver achter Noorwegen eindigen Italië en het VK op de tweede en derde plaats in het eindklassement, zij het met een score van respectievelijk 4,95 en 4,90. Griekenland en Nederland ronden de top vijf af.
Aan de andere kant van de schaal, de meest toegeeflijke natie in Europa als het gaat om boetes en flexibiliteit is Albanië. Die geeft je een minimum € 20 boete als je betrapt wordt op hard rijden op de snelweg. Je krijgt 8 euro als je betrapt wordt met je mobiele telefoon tijdens het rijden en €175 voor rijden onder invloed.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.