zaterdag 2 augustus 2025
Home Blog Pagina 424

50 jaar MOTO73: fantastische voorjaarstrips naar de Daytona Speedweek in Florida

0
Daytona MOTO73 50 jaar

Aan het eind van de winter een week naar de zon. En dat combineren met een verblijf in een omgeving die een en al motoren en motorsport ademt. Wie wil dat niet? Dat kon in de jaren ’70 en ’80 door een bezoek te brengen aan de Daytona Speedweek. MOTO73 organiseerde met groot succes reizen naar deze bestemming in Florida.

Fotografie: Archief MOTO73, Jan Boer

Vijftig jaar geleden, toen MOTO73 op de markt kwam, was er nog geen internet. TV-kijken beperkte zich tot Nederland 1 en Nederland 2. In de grensgebieden kon je Duitse of Belgische zenders zien. De kans dat je motorsport op televisie te zien kreeg was heel klein. Dat gold zeker voor motorsport uit het buitenland. En toen kwam MOTO73 in nummer 6 van 1973 met een reportage van de hand van Jan Heese van een wegrace in Amerika, Daytona in Florida, gelegen zo’n 90 km noordelijk van Orlando. In het nummer erna stond een kleurenreportage over de motoren waarmee werd gereden.

50 Jaar MOTO73: terugblik op de beginjaren

Om de lezers niet alleen op papier maar ook in het echt kennis te laten maken met Daytona werd in het najaar van 1973 een vliegreis in samenwerking met de KLM naar de races van het jaar erop aangekondigd. Een exacte prijs kon eerst nog niet worden gegeven, maar er gold een richtprijs van 1000 gulden. Voor dat bedrag kreeg je de vliegreis, vervoer naar het hotel, overnachtingen in een hotel (exclusief ontbijt en diner) en een tribuneplaats voor de Daytona 200. In die aankondiging werd in woord en beeld duidelijk gemaakt dat een bezoek aan Daytona meer behelsde dan de diverse races op het circuit (waaronder een Supercross), maar dat je ook uitstapjes kon maken naar bijvoorbeeld Walt Disney World en Cape Kennedy. En dat je je in de stad zelf kon vergapen aan de talrijke choppers. Er bestond meteen een flinke belangstelling, er gingen die eerste keer zo’n 200 mensen mee. Op het hoogtepunt staken zo’n duizend mensen vanaf Schiphol de Atlantische Oceaan over. Dat was mede een gevolg van het aanhaken van Telesport, waardoor aan de vliegreizen nog meer publiciteit kon worden gegeven.

Kombaan

De geschiedenis van de races in Daytona begon in 1902 met races op een circuit aangelegd op een bestaande weg. In 1936 werd de eerste race op het strand georganiseerd. Daar was een baan van 3,2 km uitgezet. Begin jaren ’50 realiseerde organisator Bill France zich dat door oprukkende bouw van hotels het steeds moeilijker zou worden om op het strand te blijven racen. In 1957 werd begonnen met de aankoop van land om daar een racecircuit aan te leggen. De bouw was in 1959 voltooid. Opvallend aan het circuit van iets meer dan 4 km lengte zijn de opgehoogde bochten die onder een hoek van 31 graden staan. De grond die werd gebruikt voor de ophoging werd uit het middenterrein gehaald, waardoor daar een meer, Lake Lloyd, ontstond. De Daytona 200 (200 slaat op de lengte van de race, 200 mijl) verhuisde in 1961 van het strand naar het racecircuit. Er bestond enige twijfel of de motoren wel op de kombaan zouden kunnen rijden en daarom werd er ook een circuit op het binnenterrein aangelegd.

Aanvankelijk kwamen de deelnemers uitsluitend uit de VS en Canada, later kwam er vanuit Europa interesse om zich met de Amerikanen te meten.

In de jaren ’60 hadden er ook al Europeanen gereden, want in 1964 en 1965 werd daar de Amerikaanse Grand Prix verreden. Het was die beide jaren de openings-GP van het seizoen. De 500cc werd beide keren gewonnen door Mike Hailwood op MV Agusta, die de concurrentie op hun Engelse motoren op minimaal twee ronden zette. In de 125cc zegevierde Hugh Anderson (Suzuki) twee keer met gering verschil op Mitsuo Itoh (’64) en Ernst Degner (’65). Winnaars bij de kwartliters waren respectievelijk Alan Shepherd (MZ) en Phil Read (Yamaha).

De eerste niet-Amerikaanse winnaar van de Daytona 200 was in 1973 de Fin Jarno Saarinen, die op zijn 350cc-Yamaha alle coureurs op zwaardere motoren te snel af was. Het jaar erop won Giacomo Agostini. Verdere buitenlandse winnaars zijn Johnny Cecotto, Patrick Pons, Graeme Crosby, vijf keer Miguel Duhamel, drie keer Mat Mladin en Chaz Davies.

Wie voor het eerst in Daytona rijdt moet geruime tijd wennen aan de bochten in de kombaan.

Winterjas of korte broek

Waarom werden de vliegreizen naar Daytona zo populair? In de eerste plaats vanwege het prijskaartje en de bestemming. Naar Amerika vliegen is nu bijna net zo gewoon als de trein naar een nabijgelegen plaats in Nederland te nemen. Dat was het vijftig jaar geleden zeker nog niet. Maar ook de totaal andere wereld, de andere manier van leven sprak aan. En misschien nog wel de belangrijkste factor, het weer. Begin maart kan het in ons land mooi weer zijn, maar er kan ook nog wel sneeuw liggen. Het weer in Daytona? Vrijwel altijd zonnig, een lichte bries en een temperatuur van 20 graden of hoger. Dat was wel heel aantrekkelijk. Thuis misschien nog in de winterjas, in Florida in de korte broek of in de zwembroek op het strand liggen. Een andere factor was de deelname van de Nederlandse topcoureurs. Dat maakte het ook aantrekkelijk. Daar rondrijden in een dikke Amerikaanse huurslee sprak natuurlijk ook tot de verbeelding, zeker als je hier een Opel Kadett of VW Golf had, of wellicht helemaal geen auto.

Dutch Daytona Team

In 1973 was Jan kostwinder de enige Nederlandse deelnemer. Dankzij de inzet van importeurs en enkele grote motorzaken kon het initiatief worden genomen de jaren daarna een Nederlands team in Daytona aan de start te laten komen. Daarvoor werden in 1975 vier vaderlandse toppers aangetrokken: Wil Hartog, Boet van Dulmen, Marcel Ankoné en Rob Bron. Het kwartet werd in schitterende pakken gestoken. Die waren goudkleurig en voorzien van rood-wit-blauwe banen. Aan veiligheid werd destijds veel minder gedacht dan nu, want veel bescherming boden de pakken niet. Gelukkig maakte geen van de vier een zodanige val dat ze het gebrek aan kwaliteit van het pak door en door hoefden te testen.

Het Dutch Daytona Team bestond uit Wil Hartog, Rob Bron, Boet van Dulmen en Marcel Ankoné.

Voor de rijders was de race in Florida een mooie voorbereiding op het nieuwe seizoen, na een winter niet te hebben gereden. Hoe anders is het nu, iedereen gaat in de wintermaanden naar Spanje om daar te kunnen rijden. Dat zat er toen nog niet in, omdat de nu in gebruik zijnde banen er toen nog niet waren (Jerez werd bijvoorbeeld pas geopend in 1985).

Vooral de eerste keer dat ze naar Daytona gingen waren ze geïmponeerd door het circuit, maar ook door het hele gebeuren. Het was allemaal zo anders dan het racen in Europa. Bij een tweede bezoek wisten ze wat ze mochten verwachten en voelden ze zich veel meer thuis op het uitdagende circuit.

Een probleem waar veel rijders mee werden geconfronteerd waren de banden. Vanwege de hoge snelheden – de top lag rond de 300 km/h; nu normaal in de MotoGP, maar destijds niet – hadden de banden het zwaar te verduren. Na zware klappers van Barry Sheene en Henk Klaassen omdat hun achterband uiteen spatte wilde niemand met een Dunlop rijden en werd er overgeschakeld op een Amerikaanse Goodyear-band.

De beste Nederlandse prestatie in de Daytona 200 werd in 1980 geleverd door Boet van Dulmen. Hij werd toen derde achter Patrick Pons en Dale Singleton. Een paar maanden later verongelukte Pons tijdens de Britse GP op het circuit van Silverstone. Singleton won de Daytona 200 in 1979 en 1981. Hij kwam in 1985 bij een vliegtuigongeluk om het leven.

Overigens was de Daytona 200 niet de enige wegraceklasse. Er reden verder ook nog de 250cc en de Superbikes, die ook aan de 200 mochten deelnemen.

Boet van Dulmen (327) wordt als derde afgevlagd in 1980.

Volle bak bij Supercross

Voor de coureurs mocht dan de race over 200 mijl op zondag het hoogtepunt van de Daytona Speedweek zijn, de Supercross een dag eerder trok in het begin van de jaren ’80 het grootste aantal toeschouwers. Betekende dit dat de cross populairder was dan de wegrace? Nee, dat was niet het geval, maar op zondag keerden veel bezoekers huiswaarts om op maandag weer aan het werk te kunnen na een week vakantie in Daytona.

De Europese toeschouwers keken hun ogen uit, want Supercross kenden we hier nog niet (de eerste was in 1981 in het Olympisch Stadion in Amsterdam). In de States waren al veel Supercrosses, die allemaal in stadions werden verreden en tienduizenden toeschouwers trokken. De cross in Daytona was (en is dat nu nog steeds) de enige van de serie wedstrijden die op een open terrein werd verreden. Daardoor werd door de Europese toeschouwers vaak de link gelegd met ‘onze’ crosses. En dan viel het de mensen op dat de baan aan de smalle kant was en dat de springbulten hoger waren dan bij ons en dat er ook veel meer springbulten in het parcours waren opgenomen. Precies zoals het parcours in de veelal toch wat krappe stadions ook werd aangelegd.

Ondanks het gebrek aan ruimte, kwam er een groot deelnemersveld aan de start. In 1980 werden maar liefst vier series verreden, waarvan de beste acht rechtstreeks naar de finale gingen. Twee verliezersrondes waren goed voor nog twee keer vier rijders. Voor degenen die toen nog niet voor de finale hadden geplaatst kwam er nog een herkansing, waarvan de winnaar een start in de finale kreeg. Met 41 rijders aan de start werd de finale een mooi schouwspel, waarin veel gebeurde en de toeschouwers genoten van de vele en hoge sprongen. Vanaf de tribunes was alles goed te zien en dat zorgde ervoor dat het publiek enorm meeleefde. Anders dan bij de wegrace was de belangstelling vanuit Europa minimaal. Voor de rijders was er goed prijzengeld te verdienen. Dat is nog altijd het geval en dat verklaart ook waarom de Amerikaanse crossers toen niet en nu nog niet in grote getale aan de Grands Prix deelnemen.

De Amerikanen hebben niet altijd de Supercross van Daytona beheerst. Toen de cross daar nog in de kinderschoenen stond kregen ze crossles van o.a. Pierre Karsmakers. Hij was in 1973 winnaar in Daytona.

Toerisme Amerika: de ontdekking van Death Valley op de motor

Baansport

Op de wegracecircuits was de rol van Harley-Davidson aan het begin van de jaren zeventig uitgespeeld. De laatste overwinning in de Daytona 200 op een HD was in 1969 toen Cal Rayborn zijn tweede zege behaalde. Maar in de dirttrack telde het Amerikaanse merk nog volop mee, sterker nog, was het nog een lange reeks van jaren toonaangevend. Model XR-750 was gedurende een jaar of dertig nagenoeg onverslaanbaar op de dirttrackbanen. Die zijn er in twee lengtes: een halve mijl en een hele mijl. In het ten westen van Daytona gelegen Barberville ligt een baan van een halve mijl. Het was een machtig gezicht om een veld, hoofdzakelijk bestaand uit coureurs op nagenoeg gelijkwaardige Harley-Davidsons, in actie te zien. In die tijd werden er nog nauwelijks eisen gesteld aan het geluid, beter gezegd aan het beperken van het geluid. Je voelde de grond trillen als de hele groep passeerde.

In Daytona zelf werden in het Memorial Stadium shorttrackraces georganiseerd. Qua baan te vergelijken met speedway, maar qua motoren niet, want er werd gereden met 250cc-motoren. Op die motoren reden de Novices (de nieuwelingen) ook in Barberville. Niet alleen was er motorisch een verschil, ook het aantal rijders in de baan verschilde nogal van speedway, waar vier rijders tegelijk aantreden. In de shorttrack waren het er tien. Aan het eind van een heat kwamen er zelden tien over de finish, want in het gedrang ging er geregeld iemand onderuit. Sturen en motorbeheersing leerden ze daar wel. Die rijkwaliteiten verbeterden ze verder op de dirttrack en velen maakten vervolgens een succesvolle overstap naar de wegrace. Met als belangrijkste exponent Kenny Roberts.

Start van de Daytona 200 in 1984. Veel van deze rijders zagen we terug in de GP’s, zoals Kenny Roberts (2), Eddie Lawson (21), Graeme Crosby (305) en Freddie Spencer (19).

Choppers en strand

In Daytona wemelde het van de motoren. Gewone wegmotoren, maar ook heel veel choppers. Veel van die choppers waren niet geschikt om er lange afstanden mee te rijden en werden dan ook op een aanhanger of in een busje naar Daytona gebracht. Daar zorgden ze voor een geweldige choppershow. Alle bars zaten vol met motorrijders. Velen behoorlijk getatoeëerd. Sommigen zagen er vervaarlijk uit, maar bleken heel rustige, weliswaar ruig uitziende, motorliefhebbers te zijn met wie je prima een pilsje kon drinken in de bar.

Je kon wel een hele dag doorbrengen om alle choppers en trikes te bekijken. Ze stonden er in de meest uiteenlopende uitvoeringen. Sommige trikes waren een kruising van een auto (nagenoeg altijd het achterstuk van een Kever) en een motor (het voorste deel, inclusief het stuur). Maar ook wel een rijdende badkuip.

Als ze er niet stonden om te worden bewonderd ging men soms een rondje over het strand rijden. Dat was toch wel een heel aparte beleving, met de motor of in de auto het strand op. Maar wel opgepast met je snelheid, want de maximaal toelaatbare snelheid was slechts 10 mijl per uur, dus 16 km/uur. Politie was ruimschoots aanwezig, wat ertoe leidde dat iedereen zich aan die limiet hield. Velen parkeerden hun camper op het strand, installeerden zich in een stoel om al die passerende motoren en trikes goed te kunnen zien. Het was er net zo druk als een winkelstraat bij ons op zaterdagmiddag.

Vertier in de omgeving

Iedereen in de jaren zeventig en begin tachtig zal in 1969 op de televisie de maanlanding hebben gezien. De machtige Apollo-raketten vertrokken vanaf Cape Kennedy. Eerder heette dit Cape Canaveral, de naam die de lanceerbasis ook nu weer draagt. Vanaf Daytona was het zo’n 100 km zuidelijker gelegen Cape Kennedy met een huurauto (een trip boeken per bus was ook mogelijk) heel goed te bereiken en kon je met je eigen ogen het terrein aanschouwen dat je op tv al meerdere malen had gezien. Dan kon je je echt een beeld vormen van de grootte van zo’n raket, ook al lag-ie dan horizontaal.

Een ander populair uitstapje was een bezoek aan Disney World in Orlando. Vanaf Daytona ongeveer 90 km. Het was na Californië het tweede amusementspark van Disney. Iets vergelijkbaars kenden we in Europa nog niet.

En zo kwam iedereen aan z’n trekken. De raceliefhebber die het merendeel van de dagen z’n tijd doorbracht op het circuit om maar niets van de trainingen en de races te missen. De motorliefhebber die z’n ogen uitkeek in de stad of op het strand. En waar de belangstelling ook naar uitging, iedereen kon kennismaken met “The American Way of Life”.

5 redenen waarom je de MOTORbeurs Utrecht 2023 niet mag (en wil) missen!

0

1. Eindelijk!

Na twee jaar op rij een heel diep en nog veel donkerder, haast oneindig zwart gat eind februari, mag MOTORbeurs Utrecht in 2023 eindelijk weer doorgaan. Donderdag 23 en vrijdag 24 februari ben je van harte welkom in de Jaarbeurs tussen 10.00 en 22.00 uur, op zaterdag 25 en zondag 26 februari tussen 10.00 en 18.00 uur. Kom je met de motor, dan heb je twee mogelijkheden; of droog als VIP parkeren op de beursvloer, of gratis parkeren rondom de Jaarbeurs. De voordelen van de VIP MOTOR Parking zijn dat je motor droog en binnen staat. Óp de beursvloer en dus ben jij ineens onderdeel van MOTORbeurs Utrecht en je kunt ook nog eens gebruikmaken van de gratis helmengarderobe. Met een reservering ben je verzekerd van een plek op de VIP MOTOR Parking, maar let op, vol is helaas ook echt vol. Een kaartje kost 5 euro, maar als je kijkt naar de voordelen is dat eigenlijk een te verwaarloze investering. Reserveren kan hier. Let op: de parkeerplaatsen bij de Jaarbeurs raken waarschijnlijk nog sneller vol dan normaal vanwege bouwwerkzaamheden en andere evenementen. Er is bij de NS trouwens ook een mooie combideal: een e-ticket dagretour naar Utrecht plus een entreeticket voor MOTORbeurs Utrecht 2023 voor 38 euro. Meer informatie vind je hier.

2. Wij zijn er!

Hal 12 wordt dit jaar de place to be voor jullie, want daar ga je de stand van ons vinden. En ons is ons in de aller breedste zin van het woord want we zijn er natuurlijk met MOTO73, maar ook met Promotor, Motor.NL, Motormaatje en de Riders Club, de leukste motorclub van Nederland. Kortom: ga gewoon op de gezelligheid af en je vindt ons probleemloos. Op de stand staat onder andere de beroemde ballenbak, waarbij je waanzinnige prijzen kunt winnen. Het enige dat je hoeft te doen is het juist raden van het aantal ballen. Appeltje-eitje! Zeker als je de tip van Michel van der Gouw volgt. Michel won een paar jaar geleden een gloednieuwe Kawasaki Z650 door juist te raden dat er 1.410 ballen in de bak zaten. Zijn uitleg: ‘Ik heb de ballen langs de zijkanten proberen te tellen en vervolgens vermenigvuldigd met ongeveer drie lagen. Zo kwam ik ergens tussen de 1.400 en 1.500 ballen uit. Mijn vrouw haar verjaardag is 14-10 dus toen heb ik dat maar ingevuld.’ Om misverstanden te voorkomen; er zitten dit jaar niet precies 1.410 ballen in. Of misschien toch wel…? Veel minder gecompliceerd is het wereldberoemde motorjeans hangen. Hang jij het langst? Dan ga jij naar huis met een waanzinnige prijs, die we binnenkort bekend zullen maken. Ook motorrijders die niets hebben met raden of hangen, zijn van harte welkom op onze stand in hal 12 want ons podiumprogramma zit barstens vol gave shows. ‘Wat Rij Jij? LIVE?’, alles over customizing, circuitrijden, motorvakanties, een grote nieuwsshow en ga zo maar door. Als klap op de vuurpijl kun je als abonnee ook gewoon een gratis bak koffie of speciaalbiertje op de stand komen halen! De complete programmering verschijnt in MOTO73 #3 en uiteraard ook op motor.nl.

3. Nooit meer de weg kwijt

Voor het eerst maakt de organisatie van MOTORbeurs Utrecht gebruik van de zogeheten Jaarbeurs Live-app. Je kunt met deze app heel gemakkelijk navigeren over de beursvloer. Een geprinte beursplattegrond is hiermee dus overbodig geworden. Bovendien kun je met de app je eigen programma samenstellen en geeft de app informatie over praktische zaken als parkeren en tickets. Download de app vlak voor je bezoek voor alle actuele informatie.

4. Verschillende thema’s

Dit jaar is de beurs ingedeeld in thema’s. Zo ontdek je bij ‘Explore’ alles voor het maken van kilometers, van hotels in Duitsland tot aan rally rijden in Marokko. Voor iedereen die graag van ombouwen houdt, is er het thema Customizing met onder andere special paint en pinstriping. Bij ‘Community’ draait het om het sociale aspect van samen motorrijden. En dan zijn er ook nog de thema’s innovatie & duurzaamheid, performance en eMobility.

5. Heel veel motorsport

Natuurlijk is Assen het kloppend hart van de Nederlandse motorsport. En anders is het wel Zandvoort of Staphorst, maar toch niet Utrecht? Wel tijdens MOTORbeurs Utrecht, want dan staat er op de stand van TT Circuit Assen van alles te gebeuren. Onder andere Grand Prix-coureur Barry Baltus zal er zijn. Ook onze GP-rijder Zonta van den Goorbergh is aanwezig, want ‘zijn’ RW Racing GP houdt de teampresentatie op MOTORbeurs Utrecht. Hoe gaaf. Wanneer wordt later bekend. Net zo gaaf is de motorenpresentatie van Ten Kate Racing op de TT-stand. Je weet wel, het team dat inmiddels zo vaak wereldkampioen geworden is dat je het niet meer op je eigen vingers kunt natellen. De motoren waarmee dat lukte, zijn te bewonderen op en rond de stand van TT Circuit Assen. Ten Kate Racing is er zelf uiteraard niet, want die hebben ‘iets’ te doen op Phillip Island in Australië. Ook daar hoef je niets van te missen, want de eerste races van het WorldSBK en WorldSSP kun je op zaterdag en zondag op de TT-stand terugkijken, want alles wordt gestreamd!

Bestel nu je tickets!

Losse kaarten kun je ook vertrouwd en veilig hier bestellen.

Doe je dat vóór 23 februari, dan profiteer je van € 3,- korting ten opzichte van de kassaprijs.

Kawasaki onthult nieuwe Ninja ZX-4R viercilinder Supersport

0
Kawasaki Ninja ZX-4R 1

Kawasaki verrast met de introductie van de nieuwe Ninja ZX-4R. Een compleet nieuwe toevoeging aan de Ninja legende met een zeer hoogtoerige vier-in-lijn motor en hoogwaardig chassis. Een unicum in de huidige motormarkt.

De Ninja ZX-4R is uitgerust met een compleet nieuw ontwikkelde 399cc viercilinder met een vermogen van 77pk (80pk met Ram-Air). Op dit moment is de Ninja ZX-4R het enige supersportmodel in de 400cc-klasse met een viercilindermotor. De ultra hoogtoerige motor, met een toerenbereik van meer dan 15.000 tpm, produceert een uitlaatgeluid zoals alleen een high-performance viercilinder van Kawasaki dat kan. Onder andere een zeer lichte gesmede nokkenas en gegoten aluminium zuigers maken dit hoge toerental mogelijk terwijl een lichtgewicht vliegwiel zorgt voor een gretige motorrespons. Aan het motorblok is een Assist & Slipperclutch gekoppeld welke van een blokkerend achterwiel bij snel terugschakelen verleden tijd maakt. De SE- en RR-uitvoeringen zijn hiernaast standaard voorzien van een Up/Down Quickshifter.

Zo ziet Kawasaki’s waterstof prototype eruit

Het chassis is gericht op het leveren van de beste handling en maakt gebruik van technieken en ervaring opgedaan in het World Superbike kampioenschap. Zo zijn belangrijke punten in het chassis zoals de gewichtsverdeling, scharnierpunt van de swingarm en ophanging van het motorblok op de Ninja Superbikes gebaseerd. Het stalen trellis-frame in combinatie met de lange gebogen swingarm zorgen voor een optimale gewichtsverdeling voor en achter en een perfecte balans tussen stijfheid en flexibiliteit. Het geheel is licht, enorm wendbaar en levert de rijder uitstekende feedback.

Aan de voorzijde bevindt zich een ø37 mm Upside Down voorvork met Showa SFF-BP internals, aan de achterzijde is er een schokdemper met horizontale back-link met een progressief veerkarakter. Dit draagt bij aan de sportieve handling van de Ninja ZX-4R. De voorremmen bestaan uit semi-zwevende dubbele remschijven van φ290 mm met radiaal gemonteerde monobloc-remklauwen. Het rempakket zorgt voor veel remkracht en een uitstekend remgevoel en respons.

Geavanceerde elektronische rijhulp is ook aanwezig om te zorgen dat rijders het optimale uit deze nieuwste Ninja kunnen halen. Met de geïntegreerde rijmodi die KTRC (Kawasaki Traction Control) en Power Modes aan elkaar koppelen met keuze uit vier verschillende modi – Sport, Road, Rain en Rider (Manual) – kan de rijder eenvoudig de juiste instelling kiezen die past bij de rijomstandigheden en zijn of haar rijstijl. Het Traction Control systeem kan ook volledig uitgeschakeld worden voor de meest pure rijervaring.

Het design van de ZX-4R is onmiskenbaar Ninja. De grote Ram-Air inlaat aan de voorzijde, agressieve dubbele LED-koplampen en Kawasaki Racing kleuren maken hem direct herkenbaar als lid van de sportieve Kawasaki familie. Door de hogergeplaatste clip-ons en goede windbescherming is het voor de rijder makkelijker om lang in het zadel te genieten. De smalle brandstoftank verbetert het gevoel met de motor.

Achter de topkuip bevindt zich een modern 4,3’’ TFT-kleurendisplay. Het scherm is, naast een straatmodus met een grote hoeveelheid informatie, voorzien van een speciale circuitmodus die enkel rondetijden, versnellingsposities en toerentallen vanaf 10.000 tpm weergeeft. De Kawasaki RIDEOLOGY applicatie kan worden gebruikt om verbinding te maken met een smartphone voor diverse functies, waaronder het vastleggen van GPS-route-informatie en belangrijke voertuiginformatie.

In Amerika, Canada, Filipijnen en Indonesië zal de Ninja ZX-4R dit voorjaar al beschikbaar zijn en in de herfst van 2023 wordt het model verwacht in Europa. Prijzen worden later bekend. Tot die tijd kunt u op de hoogte blijven via www.kawasaki.nl.

Drie beschikbare uitvoeringen

De Ninja ZX-4R zal beschikbaar zijn in drie verschillende uitvoeringen; Ninja ZX-4R, Ninja ZX-4R SE en de ultieme Ninja ZX-4RR.

De Ninja ZX-4R SE is standaard uitgerust met:

  • Up/Down Quickshifter
  • Smoked Windscherm
  • USB-aansluiting
  • Frame Sliders

De Ninja ZX-4RR is standaard uitgerust met:

  • SHOWA SFF-BP voorvork met instelbare veervoorspanning
  • Showa BFRC-lite Schokdemper
  • Verstelbare Veervoorspanning Voorvork
  • Up/Down Quickshifter
  • Speciale RR-kleurstelling

Nieuwe kleuren voor de 2023 Suzuki Hayabusa

0
Suzuki Hayabusa 2023

Weinig motoren hebben zoveel invloed in de motorcultuur gehad als de Suzuki Hayabusa. De Busa is betwistbaar één van de gekste, meest bizarre motorfietsen ooit, er werden zelfs kamervragen over de motor gesteld. De Hayabusa was een tijd lang de snelste productiemotor ter wereld.

Suzuki Hayabusa snowbike: snelste snowbike ooit?

Na een hiaat van vier jaar werd de Suzuki Hayabusa in 2021 opnieuw gelanceerd, nu geschikt voor Euro 5 regelgeving, en verre van de toppositie qua snelheid. Toch is de Hayabusa nog steeds een kanon. Met een vloeistofgekoelde, brandstofgeïnjecteerde viercilindermotor van 1.340 cc heeft de Hayabusa een indrukwekkend vermogen van 190 pk bij 9.700 tpm en een koppel van 105 lb-ft bij 7.000 tpm.

Voor het modeljaar 2023, heeft Suzuki de Hayabusa in drie kleurstellingen voor de Europese markt gedebuteerd. Er is een stealthy en elegante volledig zwarte lak afwerking, evenals een grijs en rode kleurstelling die doet denken aan de eerste generatie Hayabusa van twee decennia geleden en een wit/blauwe versie.

2023 Suzuki Hayabusa

Harley-Davidson Strap Tank uit 1908 op veiling verkocht voor 785.000 euro

0
Harley-Davidson Strap Tank

Als je het hebt over zeer geliefde verzamelmotorfietsen, zijn er een paar merken die consequent naar voren komen. Vincent. Brough Superior. Henderson. Af en toe vindt een zeldzaamheid onder de zeldzaamheden zijn weg naar het veilingblok, zoals een Crocker Big Twin, of, als je echt geluk hebt, een Harley-Davidson Strap Tank. Die laatste – uiterst zeldzame machine – viel de eer te beurt dat het de bestverkochte motorfiets op de Mecum Las Vegas veiling van 2023 is geworden. Aardig feitje: de Harley heeft z’n hele leven in Wisconsin gewoond.

Op de veiling: BMW R100GS uit 1995, nog in originele krat!

Zoals je kunt zien in de video onderaan het artikel – het bod loopt snel op tot in de hoge zes cijfers – had de 1908 Harley Strap Tank nog steeds niet de reserve bereikt. Toen het bedrag opliep tot 850.000 dollar (zo’n 785.000 euro) besloot de verkoper de reserve op te heffen. En dat werd de verkoopprijs waarvoor deze ongerepte, prachtig gerestaureerde Harley-Davidson het podium verliet. In Mecum’s top-10 motoren staat de totale prijs (inclusief alle veilingkosten) op $935.000 (zo’n 864.000 euro), inclusief de originele tank, wielen, motorriemschijf, zadelhoes en demperhoes.

Voor degenen die er niet mee bekend zijn, de Strap Tank is zeker een van de belangrijkste modellen in de Harley-geschiedenis – zo niet de belangrijkste. Dit model is het resultaat van William S. Harley en Arthur Davidson’s eerste uit de houten schuur afkomstige motorfiets en was het eerste model dat uit de Chestnut Street- later Juneau Avenue-fabriek rolde. De motorfiets vestigde al snel een reputatie voor de bouw van het merk, die door de decennia heen stand hield.

Het verhaal gaat dat er in 1907 150 Strap Tanks uit de fabriek rolden en dat dit aantal in 1908 tot 450 steeg. Van die 450 in 1908 geproduceerde motoren bestaan er in 2023 vermoedelijk nog minder dan een dozijn. De meesten daarvan verkeren in een veel minder goede staat dan deze.

Wat maakt dit exemplaar zo bijzonder? Het verhaal gaat dat zakenman David Uihlein uit Milwaukee, erfgenaam van het Schlitz Brewing-fortuin, de Harley-Davidson in 1941 ontdekte in een schuur zo’n 130 km buiten Milwaukee. De motor was compleet, dus nam hij hem mee naar huis en hield hem daar 66 jaar. Hij is op enig moment gerestaureerd door de bekende vintage Harley-restaurateur Paul Freehill.

Reportage Edirt Park: ’s Winters spelen met e-dirtbikes

0
elektrische dirtbikes

Voor de meesten geldt: met de winter in het land, gaat de motor in het garagepand. Want zoutaanslag en gladde wegen vermijden we liever. Gelukkig zijn er opties om ook in de winter je motorskills op pijl te houden. In het Edirt Park in Mechelen (België) kun je zelfs nieuwe rijtechnieken leren. En als het een beetje meezit, kom je zelfs van de grond!

Fotografie: Bert Claes

Spoiler alert! Het Edirt Park is een absolute aanrader. Maar we starten bij het begin, want wat doe je op een druilerige, ijskoude winterdag als je net naar je motor in de garage gekeken hebt en de zin er weer is? Edirt Park in Mechelen, België dus. Dat ligt op nog geen uur ten zuiden van Breda, dus je zult er niet alleen Belgen aantreffen. In een grote loods heeft Edirt Park een offroadparcours in elkaar geknutseld, met een brug, sprongen en bochten met banking. Een soort motorcross-circuit, maar dan in het klein. Ondanks het vele aangestampte zand, ligt de piste er verzorgd bij, met voldoende verlichting en een leuke ruimte om iets te drinken of een klein hapje te eten.

Reportage: op één tank met de Kawasaki Z400 en Ninja 400 naar Renesse en terug

Net als in een karting betaal je voor sessies van 10 minuten. Dat lijkt niet lang, maar zoals later blijkt, sta je nadien stijf van het zweet. De prijs is wel stevig: 22 euro, maar per sessie wordt het goedkoper. Twee sessies kosten 39,50 euro en drie 54 euro. Tel daar nog wat drankjes bij op en het verplichte, jaarlijkse lidmaatschapsgeld van 5 euro en je bent behoorlijk wat geld kwijt. Maar as je het vergelijkt met een dagje motorrijden, kost het je wellicht evenveel aan benzine, eten, drank…

Motor of mountainbike?

Tijd voor de eerste sessie. Jelle en ik staan te popelen, maar we moeten eerst nog beschermende kledij aandoen die ‘gratis’ ter beschikking gesteld wordt. Dat is niet alleen veilig voor je lichaam, maar geeft je ook een mentale veiligheidsboost waardoor je net wat meer durft. De machines waarop gereden wordt zijn Sur-Ron e-bikes. Elektrische tweewielers die een mix zijn van een mountainbike en een crossmotor. Ze zijn goed voor 45 km/u. Die topsnelheid is puur voor in het achterhoofd, want op het parcours kom je daar echt niet aan. Met een gewicht van 47 kg voelen ze meer aan als een fiets dan een motorfiets. Maar vergis je niet; de elektromotor levert 39Nm-koppel. Interessant is ook dat de opbouw helemaal is zoals die van een motor, met een aluminium frame, telescoop voor- en een monoshock achteraan. De wielen meten 19 inch en zijn uitgerust met schijfremmen en gravelbanden.

De besturing van de Sur-Rons behoeft weinig uitleg. Je hebt een gashendel en een voor- en achterrem. Dat is het. De rijmodus is instelbaar, maar die knop zit onder het comfortabele zadel verwerkt om afleiding te voorkomen.

Alle begin is moeilijk

Vol goede moed starten we aan onze sessie, om na exact twee bochten al in het decor te hangen. De bochten met banking ben ik nog niet gewend, waardoor ik te weinig inleun en rechtdoor ‘op’ de bocht terechtkwam. Jelle giert het uit van het lachen. Hoorbaar, want het zijn elektrische motoren. Extra pijnlijk. Ik zet de achtervolging in en klamp bij hem aan op enkele meters afstand. We zijn allebei nog duidelijk aan het zoeken. Als de eerste ronde bijna voorbij is, krijgen we de keuze tussen de makkelijke of de moeilijke weg. Stoer als we zijn kiezen we de… makkelijke weg. Er eerst nog wat aan wennen. Dat gaat echter in zo’n rap tempo dat we tijdens de tweede ronde al van de grond komen op de jumps. Enkel met het voorwiel, oké, maar het vertrouwen groeit en gaan we voor de moeilijke weg. Daar krijg je een technische sprong- en bochtencombinatie voorgeschoteld, gevolgd door een zeer steile klim en afdaling over de houten brug. Die lijkt wat angstaanjagend als je er de eerste keer over rijdt, maar is goed te nemen als je er wat durf tegenaan gooit. Na de brug gaat de moeilijke route over in het normale traject. Op naar ronde 3!

Drijfnat van het zweet

We beginnen beter en beter te snappen hoe we moeten rijden en hoe het parcours is opgebouwd. We beginnen wat te spelen, een beetje later remmen hier, wat sneller door de bocht daar, wat hoger van de grond op de jumps… Maar we zitten nog niet helemaal in de flow. De rest van de eerste sessie leven we ons lekker uit en wisselen regelmatig van positie. Na 10 minuten worden we afgevlagd en merken we pas hoezeer we zweten. Onze T-shirts zijn drijfnat, ondanks dat het niet heel warm is in de loods. Je bent je dan ook continu aan het concentreren en voert bewegingen uit die je niet gewoon bent om iedere dag te doen. Het fysieke aspect is zeker niet te onderschatten, en maakt het uiteraard alleen maar leuker.

We verdampen wat zweet, terwijl we nieuwe vloeistof naar binnen gieten. Jelle is al even enthousiast als mij. We praten na over iedere bocht, waar het hoogst gesprongen kan worden en waar we wat sneller willen zijn. Ook bij fotograaf Bert begint het te kriebelen. Dat is ook het mooie aan het Edirt Park, want je hoeft geen motorrijbewijs te hebben om er te mogen rijden.

e-dirtbikes

Lichaam in de strijd

We zijn nog niet opgedroogd en de spieren zijn nog warm, dus tijd voor sessie 2. Meteen vliegen we erin alsof we hier al tientallen keren geweest zijn. Het tempo ligt nu duidelijk hoger en de durf-factor is ook met een aantal procenten gestegen. De bochten met banking verlopen sneller, de kleine jumps worden met twee wielen van de grond zwevend genomen. Geweldig! Nu die grote jump met plateau nog zien te overbruggen. Ronde na ronde pushen we harder, braaf in elkaars spoor blijvend, en proberen we de laatste bocht voor die grote jump zo goed en snel mogelijk uit te accelereren. Deze keer gaat het lukken! Jammer, net niet. Veel harder kunnen we niet meer aankomen aan de jump, dus moeten we ons lichaam ook in de strijd gooien. Bij de volgende doorkomst proberen we zo veel mogelijk mee te bewegen om zo ver en zo hoog mogelijk te springen. Het werkt! Nog een aantal keer oefenen en we maken de sprong in één grote, vloeiende beweging. De klok tikt echter, waardoor we nog maar twee ronden kunnen rijden alvorens onze tweede en ook laatste sessie erop zit. Dan maak ik een kleine fout en verlies snelheid voor de jump. Jelle’s linkerhand gaat voor me de lucht in. ‘Gelukt!’, schreeuwt hij het uit. Ik zie zijn blijdschap bijna door zijn helm. Nu ik nog. Kom op, dit moet lukken. De laatste ronde. Alles of niets. Ik heb een perfecte aanloop voor de jump, beweeg mee op de beste manier die ik fysiek aankan en… land boterzacht op de plek waar het hoort. Yes! Extase. Wat een fantastisch gevoel. Het stelt allemaal niets voor, maar de voldoening is enorm. Alsof je net het beste nieuws ter wereld hebt gehoord. In de pitstraat geven we elkaar een high five en praten vol enthousiasme. Nooit gedacht dat aan het einde van de dag hier zo vurig zouden staan.

Conclusie

Je leest het dikwijls op websites van plaatsen waar je een actiesport kunt uitoefenen: ‘Ben je op zoek naar ware sensaties en wil je de adrenaline door je lijf voelen gieren? Boek dan nu bij…’ In de meeste gevallen word je dan warm gemaakt voor een lauw hapje, waardoor je teleurgesteld weer naar huis keert. In het geval van het Edirt Park wordt aan alle verwachtingen voldaan. Het is toegankelijk voor iedereen, dus ook niet-motorrijders. Je zweet je rot, verlegt je grenzen op een veilige manier en je krijgt er een enorme kick van. Jammer van die hoge prijs, maar om het een keer te proberen met wat vrienden is het die zeker waard. Nu maar hopen dat je er niet verslaafd aan raakt, want dan moet je weer thuiskomen met de woorden: ‘Euh poppie, ik heb een nieuwe hobby…’

e-dirtbikes

Jeffrey Herlings verlengt contract met KTM t/m 2025

0
Jeffrey Herlings verlengd contract

Jeffrey Herlings en KTM hebben hun contract met twee jaar verlengd. Dit betekent dat Herlings t/m 2025 voor het Oostenrijkse merk zal rijden. Door deze nieuwe overeenkomst is Herlings de rijder die de meeste achtereenvolgende volgende jaren voor KTM heeft gereden, namelijk 15.

De duurzame verbintenis tussen Red Bull KTM Factory Racing en meervoudig FIM Motocross-wereldkampioen Jeffrey Herlings loopt ook na de MXGP-campagne van 2023 nog twee jaar door.
De 28-jarige coureur ondertekende vorige week een contractverlenging bij de gedecoreerde fabriekscrew na een bezoek aan het Motorsport hoofdkwartier in Munderfing, Oostenrijk.

Drie wereldkampioenen die bewijzen dat een stapje terug doen helemaal geen ramp hoeft te zijn

Herlings tekende begin 2009 voor Red Bull KTM om als vijftienjarige zijn FIM MX2 Motocross World Championship-debuut te maken voor het seizoen 2010. In de dertien jaar dat de KTM-coureur nu rijdt, heeft hij 99 Grands Prix gewonnen met zowel 250 als 450 SX-F machines en drie MX2-titels (2012, 2013 en 2016) en twee MXGP-kroningen (2018 en 2021) verzameld, waaronder een van de meest dominante optredens in de MXGP-geschiedenis in ’18 en met een laatste ronde-laatste race-succes in ’21 waar drie rijders nog kans maakten op de nummer 1-plaat tijdens de laatste ronden van het evenement in Mantova, Italië.

Herlings, de meest succesvolle Nederlandse rijder in de geschiedenis van de sport, miste het gehele 2022 MXGP schema vanwege een blessure voorafgaand aan het seizoen maar is nu volop bezig met training en testvoorbereiding voor de 2023 kalender die op 12 maart begint in Neuquen in Argentinië. #84 gaat zijn zevende termijn tegemoet in de MXGP-klasse en met de 450 SX-F.

De nieuwe verlenging voor 2024 en 2025 brengt Herlings van 14 tot 30 jaar in de kleuren van Red Bull KTM Factory Racing en verlengt een gedenkwaardige samenwerking tot in totaal zeventien jaar op het hoogste niveau.

CF Moto 450 SR vindt toch z’n weg naar Europa

0

Enige tijd geleden vertelden we je over de CF Moto SR-C21. Die werd voorgesteld als een conceptmotor, waarbij de ‘C’ stond voor Concept en ’21’ voor het jaar waarin het prototype werd onthuld.

CFMoto komt met zware hypernaked genaamd 1250NK

CF Moto legde uit dat de motorfiets het jaar daarop in productie zou gaan en het bedrijf kwam de belofte na. De uiteindelijke versie heet de 450SR. Uiteraard zijn de onderdelen minder esoterisch. Met name de dubbele Brembo-schijf voor maakte plaats voor een enkele schijf, opnieuw met Brembo-remklauwen, de Öhlins-voorvork werd vervangen door een 37mm upside-down unit en de enkelzijdige achterbrug werd vervangen door een meer conventionele achterbrug.

Het uiterlijk blijft echter ongewijzigd en er is geen gebrek aan vleugels in racestijl op de kuip. De zitpositie is ook supersportief. De 450SR wordt aangedreven door een 450cc-paralleltwin met een geclaimd vermogen van 50 pk. Aanvankelijk was de 450 SR alleen bedoeld voor distributie op de binnenlandse markt, in China, maar CF Moto is kennelijk van gedachten veranderd, want binnenkort is een dynamische presentatie op het circuit van Istanbul gepland.

2023 Indian Riders Fest in Budweis wordt grootste Indian-bijeenkomst ter wereld

0

Indian Motorcycle heeft officieel aangekondigd het Indian Riders Fest (IRF) in 2023 te ondersteunen. IRF wordt naar verwachting de grootste bijeenkomst van Indian-eigenaars ter wereld. Het festival vindt plaats in České Budějovice (Budweis), Tsjechië, en zal zich concentreren rond een groot evenementendorp op het tentoonstellingsterrein van de stad, met een uitgebreid evenementenprogramma van 9 tot 11 juni 2023.

Het IRF is ontstaan uit de wens van organisator Jean-Marie Guyon om rijders uit Europa en daarbuiten naar Budweis te halen, ongeacht hun taal of culturele achtergrond, om hun passie voor het Indian te delen en een ongelooflijk weekend te beleven. De verwachtingen zijn hooggespannen dat 2023 nieuwe records zou kunnen vestigen nadat IRF 2022 meer dan 2.500 motorfietsen op het festival zag en de feestelijke parade 1.200 Indian telde.

Verschillende events

Op loopafstand van het stadscentrum verwelkomt het evenementendorp rijders met een groot Indian-terrein en, om de evenementen van het weekend af te trappen, wordt er op vrijdagavond een groot live concert gehouden, gevolgd door een afterparty onder leiding van een DJ.

Met een kledingwinkel, de Indian Motorcycle Roadshowtruck die testritten met de nieuwste modellen aanbiedt en een officieel Indian Motorcycle-dealerbedrijf dat volledig onderhoud en service biedt, zullen de festivalgangers ook volop kunnen genieten van entertainment en winkelen bij meer dan 100 exposanten en stands, plus de kans om een op maat gemaakte Indian Challenger te winnen in de grote prijzenloterij.

Naast meer live concerten gedurende het hele weekend, zal creatief talent te zien zijn in de Custom Indian Motorcycle Show, erfgoed te zien zijn in de Vintage motorfietstentoonstelling terwijl The Lucky Daredevils de zwaartekracht tarten op de beroemde Wall of Death, Martin Krátky stunts uitvoert op zijn Indian FTR.

Jay Leno breekt botten doordat gespannen kabel hem uit zadel van Indian uit 1940 werpt

Parade

De parade op zaterdag is een hoogtepunt van het festival geworden en is gegroeid van 465 Indian Motorcycles in 2019 naar 1.200 vorig jaar. Nu bereiden de organisatoren een nieuwe route van 25 km voor op speciaal voor de rit afgesloten wegen, in afwachting van het doorbreken van de 2.000 Indian Motorcycle-grens. De rit zal ook een spotlight laten schijnen op vrouwelijke motorrijders met de Ladies First groep aan het hoofd van de parade na het succes van dit initiatief in 2022.

Na een rit door het prachtige Bohemen zal de parade eindigen in het hart van de stad op het Přemysl Otakar II-plein, wat een spectaculair fotomoment oplevert wanneer de Indian Motorcycle-rijders hun vlaggen in het midden van het historische plein leggen, omringd door hun motorfietsen.

Indian huren

Voor degenen die het festival willen bijwonen maar niet naar het evenement kunnen rijden, is er de mogelijkheid om ter plaatse een Indian Motorcycle te huren gedurende vier tot zes dagen via de officiële verhuurpartner ZM-Moto. Vanaf dinsdag 6 juni kan er ter plaatse gehuurd worden en er is keuze uit 17 Indian motorfietsen van de Scout, FTR, Chief, Chieftain en Springfield modellenreeks. De prijzen beginnen bij € 184,- per dag, gebaseerd op de huur van een Indian Scout voor zes dagen.

Voor meer informatie, voorwaarden en boekingen kunt je terecht in de IRF e-Shop.