maandag 21 juli 2025
Home Blog Pagina 644

Lezerstest Honda Africa Twin Adventure Experience

0
Honda Africa Twin Adventure Experience

Moet je voor het Grote Motoravontuur wel een Afrikaanse woestijn doorkruisen? Helemààl niet, zo blijkt. Honda Benelux organiseerde voor de lezers van Motor.nl, Promotor en Moto73 de Africa Twin Adventure Experience. Een dag in het zadel van de iconische Africa Twin. Wij reden mee.

Zeg nooit zomaar Africa Twin tegen Honda’s 1100cc-avonturier. Er zijn immers twee versies van deze motor beschikbaar. De Africa Twin Adventure Sports mag gerust omschreven worden als een wegmotor met off road-capaciteiten. De Africa Twin zien we eerder als een off road met grote kwaliteiten op de openbare weg. En dan is er nog in beide gevallen de keuze tussen een traditionele versnellingsbak of een DCT-transmissie. Vier keuzes met één gemene deler, volgens lezer Filip Matthijs. ‘Het gebruiksgemak van deze motoren heeft me echt verbaasd’, begint hij zijn verhaal. ‘Ik heb heel wat off road-ervaring (we vernamen uit betrouwbare bron dat de man een ex-nationaal kampioen motorcross is, n.v.d.r. ), maar ik had me nog nooit met een 1100 cc aan een dergelijk gevarieerd parcours gewaagd. Tot mijn grote verbazing ging het allemaal als vanzelf.’

Verrassend DCT

En daarmee bedoelde Filip dat zowel tijdens de ochtendcursus op het terrein van HondaPark en MotorPark als de namiddagrit met asfalt en off road erg vlot verliepen. ‘En dan heb ik het nog niet eens gehad over de DCT-transmissie’, gaat hij verder. ‘Het was de eerste keer dat ik er mee reed. Als ex-crosser vond ik het moeilijk te geloven dat je zonder koppelingshendel dezelfde controle hebt en evenveel rijplezier. Wel ik had het verkeerd. De DCT werkt perfect, ook off road. Op de openbare weg is het een luxe. Ik durf toe te geven dat mocht ik een Africa Twin kopen, het er eentje met DCT zou zijn’.

Gevulde dag

De toon was gezet. De deelnemers konden inderdaad terugkijken op een gevulde dag. Twee uur inspannende training in HondaPark, een lunch en dan een rit van dik 50 km waarin zowel off road als vlot rijdende stukken asfalt verwerkt zaten. En dat op een bijzonder mooie septemberdag, de Kempen zijn zelden zo mooi als in deze tijd van het jaar. Een ontdekking voor de Nederlandse lezers. Net zoals de meeste Vlamingen stonden ze ervan te kijken dat de Kempenaars het hebben over de zand en dat dit (of is het dan die) zand soms een pain in the ass is om door te rijden.

Avontuur op mensenmaat

Martin Mijnten had er iets op gevonden. ‘Als het de gids met dit tempo lukt, kan ik het ook’, redeneerde hij. Er gemakkelijkheidshalve aan voorbijgaand dat de gids op een lichte CRF300L reed en hij op een Africa twin, die bijna vier keer zo veel inhoud heeft en zo’n beetje het dubbele weegt. Met een kwart van het vermogen. Verrassing van formaat: Martin lukte wonderwel in zijn opzet en had achteraf ook lof voor het gemak waarmee je op de Honda CRF1100L Africa Twin kon rijden. ‘Alles werkt gewoon feilloos. Blok, ophanging en ook dat DCT-systeem. Het is zelfs leuk om met de knoppen manueel te schakelen als je een bocht nadert. Echt een heerlijk systeem.’

Dat is meteen het tastbare bewijs. Een avontuur hoeft niet extreem te zijn en hoeft zich al helemaal niet in een moeilijk bereikbaar Afrikaans land af te spelen. Een toegankelijke motor en goede routes – op de weg en ernaast – in eigen land staan garant voor avontuur op mensenmaat. En dat is naar verluidt één van de beste vormen van adventure rijden.

Moeilijk kiezen

In totaal brachten de zeven lezers vier uur door in het zadel van de beide Africa Twins. Tijdens de oefeningen en tijdens de rit werd naarstig van motor gewisseld. Wat in de meeste gevallen niet tot één favoriet leidde, want elke motor heeft zijn sterke punten en elke rijder zijn persoonlijke voorkeuren. Zo werd de standaard Africa Twin vaak geloofd voor zijn wendbaarheid en gebruiksgemak. Een ander vond dan weer de afwerking op de Adventure Sports mooier en de ophanging hoogwaardiger. Met de elektronische ophanging noem je inderdaad een sterk punt van de Adventure Sports. ‘Ik heb zelf een 2017 CRF1000L Africa Twin’, zei Benedetto Mascini. ‘Ik had de 1100 al even kunnen testen, maar had nog nooit de indruk dat ik helemaal op het juiste niveau zat met de motor. Na de lessen die we in de voormiddag kregen, voelde ik me uitstekend thuis op de motor en had ik een goede controle. De vorige Adventure Sports was véél te hoog voor mij. Deze is beter, maar ik opteer nog graag voor de laagste zadelhoogte. En ja, ik heb me uitstekend geamuseerd.’

We want more

Dat was ook het overheersende gevoel na de test. Een fantastische dag, waarin veel werd opgestoken van de adventure lessen in de voormiddag. Topper was natuurlijk de rondrit in de namiddag. De hoofdreden? De veelzijdigheid en het gebruiksgemak van de beide Africa Twins. Honda biedt met twee verschillende modellen én de keuze tussen manuele transmissie en DCT-overbrenging een geschikte keuze voor elke liefhebben van adventure rijden. Dat die keuze hoe dan ook uitdraait op een motor met heel veel plussen en nauwelijks minnen, is een pluim op de hoed van Honda. Michel De Corte was zo tevreden dat hij nauwelijks een uur na afloop van de Africa Twin Adventure Experience al mailde. ‘Bedankt voor de fijne ervaring en laat maar weten als er nog getest moet worden.’ Het is niet zeker dat een komende test even leuk wordt als op de Honda CRF1000L Africa Twin, maar het is genoteerd, Michel!

Takahisa Fujinami: de grote kleine onbekende recordman stopt

0
Takahisa Fujinami

Vraag een willekeurige sportliefhebber welke recordman er dit jaar stopt en iedereen zal beginnen over Valentino Rossi. Of over Tony Cairoli. Maar waarschijnlijk nooit over Fujigas, ofwel Takahisa Fujinami. Toch was de 41-jarige Japanner er ook al vanaf 1996 bij en werd eenmaal wereldkampioen en eindigde in al die jaren bij de beste zeven in de WK-eindstand. Alsjeblieft.

Het is niet veel sporters gegeven om meer dan twintig jaar bij de wereldtop te horen, maar Takahisa Fujinami behoort zonder twijfel tot die bijzondere, selecte groep. In 1996 ging hij in zijn eerste WK-wedstrijd van start en een jaar later boekte hij al zijn eerste overwinning. Dat is nog steeds een memorabele zege, want met 17 jaar en 237 dagen was hij destijds de jongste winnaar ooit van een WK-wedstrijd. Nu bijna een kwart eeuw later is hij dat nog steeds! Dat jaar eindigde hij als vijfde in het WK. In de twintig daarop volgende seizoenen stond hij altijd bij de eerste vijf in de WK-eindstand, met als absoluut hoogtepunt de wereldtitel in 2004. Dit jaar zegevierde hij in de Italiaanse ronde van het WK. Dat leverde hem een tweede leeftijdsrecord op: met 41 jaar en 151 dagen is hij in de trial de oudste winnaar ooit van een WK-wedstrijd. De Japanner heeft nog een record op zijn naam staan. Toen hij recent in Portugal zijn laatste GP reed was dat zijn 355e. Geen enkele andere trialist heeft zoveel WK-wedstrijden gereden. Geen record is zijn aantal overwinningen, maar met 34 zeges staat hij op de vijfde plaats. Het aantal podiumplaatsen in ogenschouw nemend staat hij nog een plaatsje hoger, vierde achter Adam Raga, Toni Bou en Dougie Lampkin.

WorldSBK: Interview Garrett Gerloff: ‘Bijzonder dat ik teamgenoot mocht zijn van Rossi’

Fantastische jaren

Takahisa Fujinami was pas drie toen hij al op een crossmotortje ging rijden. Een paar jaar later stapte hij over op de fiets en ging daarmee trial rijden. Maar het leek hem toch leuker om dat op een motor te doen. Hij was nog maar dertien toen hij al bij de senioren in het Japanse kampioenschap ging rijden. Twee jaar later werd hij in 1995 de jongste nationale kampioen ooit. Nog maar zestien jaar oud vond Honda de tijd rijp om hem naar het wereldkampioenschap te sturen. Alle 26 seizoenen in het WK kwam hij uit voor Honda, al heette de motor Montesa of Montesa-Honda. Over merktrouw gesproken! ‘Na 26 jaar vind ik het tijd om mijn carrière te beëindigen’, aldus Fujigas. ‘Dankzij de steun van velen was het voor mij mogelijk zo lang de trialsport professioneel te beoefenen. En dan ook nog op een mij tevreden stellend niveau. Het zijn 26 fantastische jaren geweest. Honda Racing bedankt dat ze mij een motor beschikbaar stelde om al op mijn zestiende in het wereldkampioenschap te kunnen uitkomen. Ik ben er trots op dat ik tot het eind voor dit team heb kunnen rijden. Ik kan me nog mijn debuut in Spanje herinneren, de eerste zege in Duitsland, het rijden vanaf 2000 in de Japanse GP in Motegi voor een enthousiast publiek en de vreugde van de wereldtitel in 2004. Het zit er nu op.’ 

Wat Takahisa Fujinami nu gaat doen? Hij heeft nog geen idee…

‘Ik kan het eigenlijk niet geloven. We hebben samen in het team gezeten vanaf 2007 en het zal vreemd aanvoelen om zonder jou verder te gaan. We hebben geweldige momenten meegemaakt. Het voelt als een eer dat ik je teamgenoot ben geweest.’

Teamgenoot Toni Bou, 29-voudig wereldkampioen.

Takahisa Fujinami
Ook Takahisa Fujinami heeft een meerijder die hem het juiste spoor aanwijst.
Takahisa Fujinami

Zondagmorgenfilm: Rick Elzinga – An American Adventure

0
Rick Elzinga

Rick Elzinga ging naar Amerika om te crossen, iets dat elke crosser stiekem wil maar weinigen ook echt doen. Rick dus wel en het grote Racer X volgde hem op de voet.

Marathonmotor: BMW R 1200 GS

0
BMW R 1200 GS

Een BMW R 1200 GS in de rubriek Marathonmotor is al lang geen bijzonderheid meer. Bezitters van deze motoren rijden over het algemeen veel kilometers. Zo ook Ferry Bult, die al zestien jaar met plezier onderweg is op zijn kanariegele R1200GS. Weer of geen weer, de BMW wordt het hele jaar door van stal gehaald. Van poetsen komt weinig, van rijden des te meer gezien de respectabele kilometerstand van 215.315 kilometer.

Ferry Bult (50) groeide op in Twente, een regio waar crossen met brommers vroeger net zo gewoon was als in andere regio’s met veel buitengebied. ‘Een logisch vervolg was geweest als ik na de crossbrommertijd op een echte brommer en een motor zou zijn gestapt. Maar daar kwam niets van in. Mocht niet van mijn ouders. Ik wilde heel graag mijn motorrijbewijs gaan halen, maar die kans kreeg ik niet. Achteraf gezien misschien ook niet zo heel erg, want als student had ik toch geen geld om een motor te kopen. Ik heb lang gestudeerd, dus ik had ook lang geen geld. Maar op mijn 29e, toen onze eerste dochter werd geboren, besloot ik mezelf toch een motorrijbewijs cadeau te doen. Ik was al jaren helemaal weg van de Dakar Rally en heb nog eens een tijd met het idee rondgelopen om zelf aan die rally deel te nemen. Afrika, rally en motoren, dat had mijn interesse. Maar het is er nooit van gekomen. Ik denk ook niet dat ik daar de skills voor had. Mijn eerste motor moest er wel eentje zijn met Dakar-roots. Het liefst had ik een BMW gekocht, eentje die refereerde aan de tijd van Gaston Rahier en anderen die toen in de Dakar Rally de dienst uitmaakten. Maar voor zo’n motor, en dan bedoel ik een gewone GS, had ik toen geen geld.’

Ferry woonde in IJsselstein bij Utrecht en moest voor zijn werk naar Amsterdam. Het filerijden met de auto was hij als snel beu. Zijn eerste motor werd een rood-witte Yamaha XT600, nog eentje met een kickstarter. ‘Misschien niet de meest voor de hand liggende woon-werkmotor, maar ik reed zoveel mogelijk via binnenwegen van en naar mijn werkplek. Samen met een compagnon had ik een succesvol softwarebedrijfje opgestart dat ik in 2005 heb verkocht. Toen was er eindelijk genoeg geld om mijn droomwens in vervulling te laten gaan. In MOTO73 had ik een test gelezen van de nieuwe BMW R1200GS. Op de foto’s bij het verhaal prijkte de gele uitvoering en dat was precies de kleur die ik geweldig vond. Bij Motor Center Oost (nu BMW-dealer Broekhuis in Enschede) stond een één jaar oude R1200GS met slechts 7.000 kilometer op de teller. En precies in de kleur die ik zocht. De eerste eigenaar had de motor nieuw bij die zaak gekocht. Ik liet de motor direct voorzien van noodzakelijke accessoires als valbeugels, kofferset en later een hoger scherm. En natuurlijk een echt BMW-rallypak. Het kon niet op.’

Man en motor

NaamFerry Bult
WoonplaatsHengelo (OV)
Leeftijd50 jaar
Beroepsales & marketing
Rijdt sinds2000
Aangeschaft2005
Nieuwprijscirca € 14.000,-
Dagwaardecirca € 4.000,-
Rijstijltoer
Gebruikwoon-werk en toer
Brandstofverbruik1:17,5
Olieverbruik1:5.000
Onderhouddealer
Bouwjaar2004
Kilometerstand215.315 km
BMW R 1200 GS
BMW R 1200 GS.

Winter

De meeste kilometers die Ferry met zijn GS heeft gereden waren een stuk minder avontuurlijk dan zijn eerdere Dakar-plannen. ‘Maar met de motor in de winter over besneeuwde wegen rijden kan ook spannend zijn. Of die keer dat met 140 km/u op de Duitse autobaan mijn sjaal vanaf de bagagedrager in het achterwiel geraakte. De sjaal is volledig om de achteras gedraaid tijdens het rijden. Het voelde alsof even het gas dicht werd gedraaid. Ik heb het pas gemerkt toen ik thuis kwam (150 kilometer later) en de sjaal weg was. Bij Broekhuis hebben ze met veel moeite de restanten van de sjaal kunnen verwijderen. Vorig jaar heb ik de rechterkoffer en ophanging vervangen, omdat ik in Zwitserland op de Passo del Lucomagno bij Blenio onderuit ging in de sneeuw. Ook in Nederland ben ik een keer in de sneeuw onderuit gegaan. De valbeugels hebben hun nut bij mij wel bewezen.’

Marathonmotor: Kawasaki KLE500

Ferry heeft twee jaar in Duitsland in de buurt van Winterberg gewerkt. ‘In de winter reed ik dan met winterbanden wat wel een aparte ervaring oplevert, omdat de motor met die banden boven de 140 km/u begint te “zwabberen”. Doorrijden in de winter vergt wel wat aanpassingen. De hogere ruit is er een van. En verder een goed pak, verwarmde handvatten en een verwarmd motorjack. Op die manier is het ook op langere afstanden in de winter goed uit te houden. Dat de motor relatief licht en wendbaar is, speelt ook een rol. Dat geeft onder minder ideale omstandigheden extra vertrouwen. Echt offroad, afgezien van een stukje gravel, heb ik nog nooit met de GS gereden. Vorig jaar stonden gravelwegen in Zuid-Noorwegen op het programma, maar helaas gooide het coronavirus roet in het eten. Maar misschien komt het er nog een keer van. Ik denk wel dat, zeker met de juiste banden, onverharde paden voor de GS geen probleem hoeven te zijn.’

Onderhoud

Wanneer je veel rijdt, moet er ook geregeld onderhoud worden gepleegd. Het is niet aan de eigenaar om daar zelf veel energie in te steken. Ferry: ‘Zelfs aan poetsen heb ik een hekel. Alleen als ik na een beurt de motor terug krijg van de dealer ziet deze er fris uit. Dat is dan mooi voor even. Maar dat kan me niet schelen. Veel belangrijker voor me is dat de motor het altijd doet, dat ik er op kan vertrouwen. Daarom breng ik de motor voor al het onderhoud naar Broekhuis Motoren waar mijn BMW in goede handen is bij chef-monteur Peter Walhof. Ik noem hem gekscherend Prof. Dr. Walhof. Dat zegt genoeg. Ik weet dat ik bij een officiële BMW-dealer wat duurder uit ben dan bij zomaar een motorzaak, laat staan een beunhaas. Ik moet er niet aan denken. Ik wil dat het onderhoud punctueel en door vakmensen wordt uitgevoerd. Dat vertrouwen heb ik bij Broekhuis. En nee, ik heb nooit bij elkaar opgeteld wat de BMW me de laatste vijftien jaar aan onderhoud heeft gekost. Misschien wel evenveel als wat ik destijds voor de motor heb betaald. Tot voor kort kreeg ik bij Broekhuis wel geregeld de vraag of het niet eens tijd werd voor een andere motor. Maar daar zijn ze mee opgehouden, want zo lang deze betrouwbaar is, blijft deze. En als er wel een andere komt, dan blijft deze denk ik nog. Voor “erbij”, en dan met noppenbanden. Dat zou mooi zijn.’

Met meer dan twee ton op de teller heb je meestal de gebruikelijke BMW-problemen wel een keer meegemaakt. Dat de cardan dan eens vervangen moet worden, is normaal. Bij deze motor was dat pas na 140.000 kilometer, dus dat viel mee. De koppeling komt meestal ook een keer aan de beurt. Bij de GS van Ferry was dat pas na 178.000 kilometer. Ferry: ‘Ik lig daar niet wakker van zolang het maar snel gemaakt kan worden. En dat is tot nu toe steeds het geval geweest. Met een halve ton op de teller trad er een ABS-storing op, tenminste dat gaf het dashboard aan. Dat was wel even zoeken voor de monteur. De storing zat ’m niet in de ABS-pomp zelf, maar ergens in de bekabeling. Maar ook dat werd uiteindelijk opgelost. De meeste andere reparaties zijn uitgevoerd voor ik merkte dat er iets aan de hand was. Ik merk niet of een remschijf versleten is, maar de monteur ziet dat wel. Die vervangt de schijf dan op voorhand. En zo ging het ook met de stuurkogels van de Telelever.’

De achterschokdemper is bij 143.000 kilometer vervangen. Ferry: ‘Dat had ik wel gemerkt, maar waarom diezelfde schokdemper na 25.000 weer is vervangen? Ik heb geen idee. Maar ik zie nu (Ferry kijkt op de factuur van toen) dat die schokdemper de tweede keer wel 150 euro goedkoper was. Vervangen zal wel nodig zijn geweest, ik kan het me niet meer herinneren. Ik zat er toen niet mee en nu ook niet.’

BMW R 1200 GS op de brug

Het is een frisse ochtend wanneer Ferry Bult vanuit Hengelo naar Volkel komt gereden. Geen probleem voor Ferry, want die is wel wat gewend. Na de gebruikelijke proefrit kijkt Motor.NL-expert Van Sleeuwen nog eens even goed op de teller. ‘Ik wist niet of ik het goed had gezien, maar er staat toch echt 215.000 kilometer. Alleen aan de afgesleten voetsteunen is dat te zien, tijdens het rijden merk je er niets van. Rijdt minstens zo goed als een nieuwe’, aldus Van Sleeuwen. De remmen, de schijven zijn al twee keer vervangen, functioneren goed. De remblokken komen goed vrij. De wielen zien er na vijftien jaar nog prima uit. Ferry: ‘Het voorwiel is een keer vervangen nadat er een niet aangegeven opbreking in de weg was. Meteen een deuk. Nog een geluk dat de band toen niet lek ging.’ 

De achterschokdemper is twee keer vervangen.

Aan de linker cilinder is te zien dat er geregeld met de GS in de pekel is gereden. De coating bovenop laat los, wat in de toekomst alleen maar zal toenemen. ‘Maar voor het overige valt het reuze mee. Coating of lak zijn verder nergens verweerd. Ook niet van het frame. Het is alleen allemaal een beetje vuil. Rijden verdient bij de eigenaar duidelijk meer de voorkeur dan poetsen’, aldus Van Sleeuwen.

Bij controle van de cardan merkt Van Sleeuwen op dat deze haast nog beter voelt dan bij een nieuwe. ‘Het voelt heel direct, amper vrije slag. Ik merkte het ook bij het rijden. In de eerste versnelling trappen gaat vaak met een “klak” gepaard, maar bij deze motor gaat dat geruisloos. Ook het schakelen naar de andere versnellingen ging geruisloos. Zo zie ik ze niet vaak’, aldus Van Sleeuwen.

De uitlaat, en dan vooral de bochten en de collector, zijn niet meer mooi te noemen, maar zijn wel goed in balans met de rest van de motor. Ofwel, je mag zien dat er (flink) mee is gereden. 

De verwarmde handvatten zijn nieuw. Ferry: ‘Je wilt niet weten hoe vaak ik te horen heb gekregen dat ik die eindelijk eens moest vervangen. Op het laatst moest er duct tape aan te pas komen om de zaak bij elkaar te houden. Daarom heb ik er vorig jaar toch maar nieuwe op gezet.’ ‘En nu de voetsteunen nog’, besluit Van Sleeuwen.

Pluspunten BMW R 1200 GS

Ideale reismotor

Minpunten BMW R 1200 GS

Prijzig onderhoud

BMW R 1200 GS: goed om te weten

De BMW R1200GS is de opvolger van de R1150GS. Het toen nieuwe blok werd eerder al toegepast in de R1200C en R1200CL, alvorens het in 2004 zijn weg vond naar de GS. Behalve een grotere cilinderinhoud (slechts 40 cc meer dan zijn voorganger) kreeg de nieuwe R1200GS veel meer wijzigingen zonder het beproefde GS-concept aan te tasten. Het blok werd totaal vernieuwd en werd voor het eerst voorzien van een balansas. Door allerlei ingrepen werd de R1200GS maar liefst 30 kg lichter dan zijn voorganger. Een van die ingrepen was de invoering van het CAN-bus-systeem ter vervanging van de kabelboom. Geheel probleemloos was de invoering van dat CAN-bus-systeem in het begin zeker niet. De R1200GS is er in drie uitvoeringen: R1200GS (2004-2012), R1200GS Adventure (vanaf 2005) en R1200GS LC (vanaf 2013). Vanaf modeljaar 2008 is de GS voorzien van een nieuw ABS, steeg het vermogen en kwam de optie voor elektronisch instelbare vering en traction control. In 2010 steeg het vermogen opnieuw (110 pk), wat mogelijk werd door een gewijzigde cilinderkop. In 2012 werd het 2013-model aan het publiek getoond, de eerste watergekoelde GS. Deze is wel ruim negen kilo zwaarder dan zijn voorganger en het vermogen steeg met 15 pk. Vanaf 2019 is de R1200GS opgevolgd door de R1250GS.

Richtprijzen bij motorzaak

  • 2004 circa € 5.500,-
  • 2005 circa € 6.000,-
  • 2006 circa € 6.500,-
  • 2007 circa € 7.000,-
  • 2008 circa € 7.500,-
  • 2009 circa € 8.000,-
  • 2010 circa € 9.500,-
  • 2011 circa € 10.000,-
  • 2012 circa € 10.500,-
  • 2013 circa € 11.500,-
  • 2014 circa € 13.000,-
  • 2015 circa € 14.000,-
  • 2016 circa € 15.000,-
  • 2017 circa € 16.500,-
  • 2018 circa € 18.000,-

Reparaties en problemen

3.700 km uitlaat en katalysator vervangen
3.000 km lichtschakelaar vervangen
53.000 km remschijf achter vervangen
53.500 km ABS-storing verholpen
75.000 km accu vervangen
93.000 km remschijven voor en achter vervangen
113.500 km voorwiellagers vervangen
130.000 km toerentellersensor vervangen
140.000 km cardanas vervangen
143.500 km achterschokdemper vervangen
154.000 km één remschijf voor vervangen
167.000 km achterschokdemper vervangen
169.500 km bovenste stuurkogel Telelever vervangen
174.000 km onderste stuurkogel Telelever vervangen
175.300 km bobine vervangen
178.000 km koppeling vervangen
185.000 km voorwiellager en één remschijf voor vervangen
190.000 km versnellingsindicator vervangen
207.400 km handvatten en remschijf achter vervangen

Merkenclub

GS-rijders kunnen terecht bij de BMW GS-club Nederland (www.bmwgsclub.nl). De club kent een uitgebreid forum (wel eerst registreren) waar veel informatie is te vinden. Voor leden (zo’n 700 in getal) worden asfalt- en allroadritten georganiseerd. Het maakt niet uit wat voor GS je hebt, als het maar een BMW GS is.

Toerisme: De grote ronde van de Zeeuwse eilanden

0
Zeeuwse eilanden

Zeeland telt zes bewoonde eilanden. Of zeven, als je Schouwen-Duiveland voor twee telt. Vroeger waren ze alleen per boot bereikbaar. Nu zijn ze met elkaar verbonden door een netwerk van bruggen, dijken en andere waterwerken. Wij gaan er eens goed voor zitten en tikken op één dag alle eilanden af. Hi j mee?

Het achterwiel maakt een enorme slinger en dreigt me eerst links en daarna rechts in te halen. Alle kennis die ik ooit tijdens voortgezette rijopleidingen heb opgedaan, komt uit de krochten van de hersenen tevoorschijn. Niet remmen, vooruit blijven kijken, sturen, NEE NIET REMMEN! Het werkt. Mijn trouwe Aprilia Caponord vindt de balans terug en vervolgt rechtdoor zijn weg.

Ik had het natuurlijk kunnen weten. Sterker nog: borden in de berm hadden me voor modder gewaarschuwd. Op Tholen, het eerste eiland van de dag, zijn ze de akkers aan het omploegen en bewerken. De dikke Zeeuwse klei blijft aan de banden van de tractoren plakken en wordt er op de verharde weg afgeschud. En als het dan ook nog heeft geregend, heb je de perfecte formule voor een spekglad wegdek.

Het zet me weer even op scherp als ik over Tholen rijd. Altijd blijven opletten en vooruitkijken. De dag is grijs begonnen en dat zorgt voor een ingetogen sfeer die bij Zeeland past. Ora et labora, staat met regelmaat te lezen op sierhekken en gevels. Bid en werk. Uitstekend, maar van een beetje genieten wordt een mens ook niet slechter. Uitwaaien dus, gas erop, in de derde versnelling.

Rijdend langs dorpen als Poortvliet, Sint-Maartensdijk, Stavenisse en Sint-Annaland zie ik een landschap dat in zichzelf is gekeerd, naar binnen gericht. Met de dreigende zee veilig achter de hoge dijken. Sint Philipsland, eiland nummer twee, laat eenzelfde beeld zien. Ik rijd er naar Sluis. Daar kon je vroeger met de veerboot oversteken naar Bruinisse. Dat gaat vandaag via een reeks bruggen, dammen en sluizen.

Wind en wijsheid

Uit het zadel in de haven van Bruinisse. De mosselkotters liggen aan de kade te wachten. Straks varen ze weer uit. Op zondagavond weg, op woensdag of donderdag thuis. Op de dijk staat, zoals bij elke goede haven, een leugenbankje met huisje. Hier vertellen de beste stuurlui aan wal hun sterkste verhalen. Boven de deur van het huisje hangt een spreuk: ’t is mae nae wie ’t zeit, het is maar net wie het zegt.

Ik rijd het dorp uit, de ruimte in. Wolken drijven over. Soms zijn ze flinterdun, soms vormen ze een dikke dreigende massa. De omgeving van Ouwerkerk was tijdens de Watersnoodramp van 1953 zwaar getroffen. In de dijk was een gigantisch gat geslagen dat alleen met de grootste moeite kon worden gedicht. Een museum dat letterlijk op de grens van land en water staat, herinnert aan die dramatische gebeurtenissen. Een aantal betonnen bakken – caissons – die in het gat werden geplaatst is nog zichtbaar.

Luctor et Emergo. Ik worstel en kom boven. Het is op weinig plekken zo tastbaar als in deze hoek van Schouwen-Duiveland, eiland nummer drie van de rit. Of drie én vier, als je ze als afzonderlijke eilanden wilt zien. Telkens wanneer ik een dorp verlaat en de leegte van Zeeland voor me ligt, kan het gas erop. Een eenzame motorrijder in een uitgestrekt en vlak landschap.

Door een dubbele stadspoort rijd ik Zierikzee binnen voor een rap rondje binnenstad. Het is een doolhof van eenrichtingsstraatjes die mijn navigatie voortdurend in de war brengen, maar wel zo leuk om even doorheen te puzzelen. Mooi ook. Oude geveltjes, monumentale panden, de Oude Haven en eenmaal buiten de stad het weidse land met achttiende- en negentiende-eeuwse buitenhuizen als Welgelegen, Mon Plaisir, Rustenburg en Heesterlust.

Over Luctor et Emergo gesproken. Daar staat de Plompe Toren, het enige dat rest van het dorp Koudekerke dat werd opgegeven in de strijd tegen het water. Meer dan tien andere dorpen trof in Zeeland eenzelfde lot. De bewoners braken hun huizen af om ze achter een nieuwe, betere dijk weer op te bouwen. Alleen de toren bleef achter.

Koffiestop in Burgh-Haamstede. Uiteraard met een Zeeuwse bolus erbij.

Massief stabiel

Terug in het zadel van de Caponord rijd ik over de Oosterscheldekering (het belangrijkste kunststuk van de Deltawerken) naar Noord-Beveland, eiland nummer vijf van de dag. Onderweg maak ik nog een klein rondje over het voormalige werkeiland Neeltje Jans. Vanaf de Vluchthaven is er prachtig uitzicht op de machtige schuiven die bij extreem hoog water gesloten kunnen worden. Dat gebeurt minder dan één keer per jaar.

De weg is ondertussen opgedroogd, zodat ik de Aprilia wat meer snelheid kan laten maken. Ooit stuurde hij tijdens een motortest zó fantastisch scherp, dat ik hem moest hebben. Na jaren van trouwe dienst is hij door de moderne techniek ingehaald, maar als je weet hoe je hem in je handen moet houden, ligt hij nog altijd massief stabiel in de bochten.

Bij Vrouwenpolder stuur ik eiland nummer zes op: Walcheren. Het is met zijn ringdorpen rond de kerk, badplaatsjes, weilanden, hagen en boomgaarden misschien wel het sfeervolste Zeeuwse eiland. Een bochtige weg brengt me naar Domburg, het plaatsje dat eind negentiende eeuw op de toeristische kaart werd gezet, dankzij de bouw van een weelderig badhuis met onder meer een kuurzaal, leeszaal, biljartkamer, damessalon en veranda’s aan beide kanten.

Het Badpaviljoen werd hét trefpunt van Domburg. Althans, voor de elite en de kunstenaars die volgden, zoals Jan Toorop, Kees Spoor en Piet Mondriaan. Toen de Europese bovenklasse na de Tweede Wereldoorlog nieuwe bestemmingen ging ontdekken, raakte het paviljoen langzaam maar zeker in verval. Gelukkig werd het pand een rijksmonument en is het volledig gerestaureerd en verbouwd.

Ik rijd er op de motor langs en zie onderweg ook enkele villa’s uit de glorietijd van de Domburgsche Zeebadinrichting. Koffie op een terras in het centrum en daarna verder naar Westkapelle, voor een stuk buitendijks rijden. Dat kan in Nederland maar op een paar plaatsen. Een andere locatie komen we later op de dag nog tegen. Westkapelle is toch al bijzonder, want de kerktoren van het dorp doet tevens dienst als vuurtoren.

Toerisme Duitsland: Meertjes hoppen in Oberbayern

Zeeheld

Het is op Walcheren fijn rijden. De wegen gaan zelden lang rechtdoor. Oude binnendijken slingeren door het landschap. Onderweg passeer ik boerderijen en dorpen met kleine huizen, meestal schouder aan schouder rondom de kerk. Het zijn de bastions van de mens in een omgeving waar de dreiging van de zee altijd aanwezig is.

Er is ruimte genoeg om groot, groter, grootst te bouwen. Maar de Zeeuw kent zijn plaats in de rangorde van de natuur. En zo niet, dan herinneren markeringen op muren hen daar wel aan: zo hoog stond het water in 1953…

Daar is Vlissingen, de stad van Michiel de Ruyter. Behalve een uitmuntende kapitein en briljant strateeg, was hij een bescheiden mens die geliefd was bij zijn manschappen. Zonder De Ruyter, zo denken sommige historici, zouden we nu Engels spreken, want tijdens de derde Engelse Oorlog zag het er zo beroerd uit dat de val van de Republiek slechts een kwestie van tijd was. Tot de vloot van De Ruyter de superieure Engelsen versloeg.

De geboren Vlissinger heeft verschillende keren geprobeerd om met varen te stoppen en meer tijd met zijn gezin door te brengen. Maar telkens deed het land een beroep op hem dat hij niet kon of durfde te weigeren. De laatste keer werd hem dat fataal. In 1676 raakte De Ruyter dodelijk gewond tijdens een gevecht voor de kust van Sicilië.

In tegenstelling tot Vlissingen heeft het verderop gelegen Middelburg wel de monumentale schoonheid die bij de zeeheld past. Hier lag dan ook een groot deel van de VOC-vloot (en van de slavenschepen…). Ik rijd er dwars door het centrum langs pleinen, kloosters, herenhuizen, grachten en pakhuizen.

De Oude Zeedijk

Via het vissersdorp Arnemuiden bereik ik het Veerse Meer. Onderweg ben ik ongemerkt eiland nummer zeven opgereden: Zuid-Beveland. De Zeeuwse eilanden zijn op sommige plekken zo met elkaar vergroeid geraakt dat er nauwelijks nog sprake is van een overgang. Je moet de plek kennen.

Ik kom onderweg nauwelijks iemand tegen. Heerlijk sturen over lege wegen. Soms rijd ik onder aan een dijk, soms er bovenop met uitzicht over de akkers, velden en boomgaarden. Voorbij Oud-Sabbinge, Wolphaartsdijk – met mooie molen – en Kattendijke houd ik zoveel mogelijk de kant van het water aan.

Vanaf de Oude Dijk zie ik aan de overkant van het water Tholen liggen. Daar ben ik vanochtend de grote ronde van Zeeland begonnen. Ik moet de motor een beetje tegen de wind in sturen. Het is stevig gaan waaien. Nog één keer gaat de weg, net als bij Westkapelle, buitendijks. Het is er prachtig in de ondergaande zon.

Als ik na een korte stop mijn huisadres intik op de navigatie, stuurt hij me als toegift via het mosseldorp Yerseke naar de snelweg.

Download de route Zeeuwse eilanden

5 Topstops

1. Watersnoodmuseum

Als je een grote ronde door Zeeland rijdt, ontkom je niet aan de Watersnoodramp van 1953. Wie er meer over wil weten, bezoekt bij Ouwerkerk het Watersnoodmuseum. Het is gevestigd in, op en rond de plek waar negen maanden na de ramp het laatste gat in de Zeeuwse dijken werd gedicht. Info: www.watersnoodmuseum.nl.

2. Oude Haven Zierikzee

Rijd door de dubbele stadspoort regelrecht naar het oude centrum van vestingstad Zierikzee. Op de kop van de Oude Haven, op het Havenplein, heb je de terrasjes voor het uitkiezen.

3. Koffie bij Sonnemans

Uiteraard bestel je onderweg koffie met een Zeeuwse bolus, het zoete broodje van de streek. Een van de leukste adressen is Bakker Sonnemans in Burgh-Haamstede, een winkeltje annex museum met een boel spul uit grootmoederstijd. Ook staan er historische voertuigen.

4. Proef Zeeland

Op het voormalige werkeiland Neeltje Jans kun je terecht voor vis en Zeeuwse specialiteiten. Er is een winkeltje met restaurant. Hoewel er ook mosselen op het menu staan, zijn de garnalenkroketten uit België – sorry Zeeland – onze favoriet.

5. Badpaviljoen

Rijd in Domburg rechtdoor naar zee. Met een beetje geluk is de veranda van het Badpaviljoen open. Hier vang je een glimp op van het goede leven van de negentiende en begin twintigste eeuw. Voor de kunstliefhebbers: www.marietakmuseum.nl over de kunst en kunstenaars van Domburg.

Blijven slapen

Wat langer van Zeeland genieten? Blijf dan een nachtje slapen. Of twee. Op Zuid-Beveland staat de motorcamping van Lydia en Bertje: De Brakke Zeeuw. Er zijn vijftien plaatsen en je kunt eten ‘wat de pot schaft’. Info: www.motorcampingdebrakkezeeuw.nl.

2022 Kawasaki Versys 1000 S en SE: nieuwe kleuren

0

De 2022 Kawasaki Versys 1000 S en SE zijn te koop in de volgende kleuren:

  • Metallic Graphite Gray/Metallic Diablo Black/Metallic Flat Spark Black
  • Emerald Blazed Green/Metallic Diablo Black/Metallic Spark Black

Voor wie de Versys 1000 S of SE écht helemaal compleet willen maken zijn er ook weer de optionele Tourer, Tourer+ en Grand Tourer edition kits beschikbaar naast tal van originele andere Kawasaki accessoires.

De Kawasaki Versys 1000 S en SE staan vanaf januari bij de Kawasaki dealers. Prijzen worden later dit jaar bekend gemaakt.

2022 Ducati Multistrada V2: nieuwe naam en kleine verbeteringen

2022 Kawasaki Versys 1000 S in het kort

Met de Versys 1000 S rij je langer en ga je verder door de hoge mate van comfort. De typische Versys styling zorgt samen met het verstelbare windscherm voor een uitstekende windbescherming. Door de bekrachtigde slipper koppeling, de Up/Down Quick Shifter en de comfortabele zitpositie worden het lange dagen in het zadel. Verder bestaat de standaarduitrusting uit een tft-display met Bluetooth-verbinding, een 12V-aansluiting, handvatverwarming, handkappen, bochtenverlichting en Kawasaki’s unieke High Durable Paint, dat krasjes zelf maskeert.

Kawasaki Versys 1000 SE in het kort

De high-end Versys 1000 SE gaat nog een stap verder met semi-actieve elektronische vering. Deze elektronische vering is voorzien van SHOWA’s Skyhook-technologie en past zich continu aan de wegomstandigheden aan. Hierdoor worden ritten nóg comfortabeler en het rijgedrag nóg stabieler. De vering is via de Kawasaki Rideology-app gemakkelijk aan te passen aan de belading van de motor en het meenemen van een duopassagier.

Een nieuwe Benelli-adventure 650cc V2?

0

Tekeningen van een nieuwe reis-enduro uitgerust met een V-twin zijn in China gedeponeerd door door Qianjiang Motorcycles, de moedermaatschappij van Benelli. Interessant nieuws. Omdat het bedrijf dat de aanvraag ondertekent, het bedrijf is dat motorfietsen van het merk Benelli controleert en produceert. En ook omdat de reis enduro een V2 moet krijgen.

Zoals altijd in deze registratiefase zijn de foto’s digitale renderings (ze werden gepubliceerd door Bennetts), maar ze zijn fundamenteel voor het stylingpatent. Het uiterlijk verschilt duidelijk van die van de vorige TRK’s en andere versies die dezelfde technische basis gebruiken en in China worden verkocht onder het merk QJ Motor.

Geen snavel en BMW GS-verwijzingen meer, maar een slankere lijn die in sommige opzichten lijkt op rally-motoren. De layout omvat 19-inch voorwielen en 17-inch achterwielen (spaakvelgen voor tubeless-banden), een upside-down-voorvork en een in het midden geplaatste monoshock. Het frame is een traditionele trellis van stalen buizen, dat werd geïntroduceerd op de TRK-serie.

Maar het meest interessante is het blok. Het is de eerste V2 van het merk, na de kleinere 300 die we hebben gezien op de cruiser die onlangs werd gepresenteerd onder de merknaam QJ Motor. De cilinderinhoud zal naar verwachting ongeveer 650 cc bedragen, de hoek tussen de cilinders is 90°. Het blok doet erg denken aan de Suzuki 650 SV en V-Strom. Die levert in Euro5-configuratie iets meer dan 70 pk. Verder is er nog te weinig bekend over het nieuwe project.

Is de QJ Motor SRT 700 een hint naar de Benelli ADV?

We weten zelfs niet of de motorfiets onder het merk Benelli of QJ Motor zal worden gebruikt. De plaats voor de badge op de tank is dezelfde, maar het is bekend dat de modellen van de twee merken dezelfde motor/chassis platforms gebruiken met kleine verschillen in uitrusting. Vooralsnog verkoopt de Benelli TRK 502 nog goed in Europa wordt de TRK 802 binnenkort voorgesteld.

MV Agusta Brutale: de teaser van de Tamburini-restyling

0

Twintig jaar na zijn verschijning op de markt, krijgt de Brutale van de grote Massimo Tamburini een restyling door zijn zoon Andrea. De officiële presentatie zal tegen het einde van het jaar plaatsvinden.

De teaser verscheen op de sociale netwerken van Massimo Tamburini. De video moet de aandacht vestigen op de restyling van de Brutale, twintig jaar na zijn verschijning. ‘Tegen het einde van het jaar,’ zegt Andrea, ‘zullen we officieel de restyling van de Brutale 1090, 990 en 920 presenteren. Wij blijven trouw aan de esthetiek van de eerste versie van de Brutale MV, die door mijn vader werd gemaakt. Voorlopig moeten we het dus doen met de video, maar de combinatie Tamburini en Brutale is voldoende om de verbeelding te prikkelen.

2022 Ducati Multistrada V2: nieuwe naam en kleine verbeteringen

0

Ducati heeft de eerste van zes nieuwe of vernieuwde motorfietsen onthuld. Ze worden bijgezet in het assortiment van 2022. Het productoffensief begint met het herontwerpen van de veelzijdige Multistrada, met een nieuwe naam, extra comfort en veiligheidsfuncties en een lichter blok.

Nu de Multistrada de toevoeging V2 heeft gekregen, valt de adventure bike in lijn met Ducati’s filosofie van het continu verbeteren van haar producten. De naam duidt op een evolutie van de 937cc-Testastretta V-twin van de Multistrada 950 die 113 pk ontwikkelt. Het is uitgerust met nieuwe drijfstangen, een acht-schijfs hydraulische koppeling en een vernieuwde versnellingsbak ontworpen om nauwkeuriger te schakelen. Ducati merkt ook op dat het herziene motorblok ongeveer twee kilo lichter is dan de twin die hij vervangt, waardoor de V2 in z’n totaal ongeveer 5 kilo minder weegt dan zijn voorganger.

Een van de grootste veranderingen voor 2022 is de toevoeging van een tweede uitrustingsniveau genaamd S. Het is een meer luxe variant die profiteert van een elektronisch Skyhooh-veersysteem, led-koplampen, cruise control, een quick-shift systeem, en een 5-inch tft-display, naast andere functies. Beide varianten van de V2 zijn uitgerust met een lange lijst rijhulpsystemen. Berijders kunnen rekenen op bochten-ABS, hill start control, tractiecontrole en rijmodi met vier beschikbare profielen.

Ducati belooft Ducati DesertX adventure in december!

Verschillende andere kleine, maar belangrijke veranderingen onderscheiden de V2 van de 950. Zo heeft Ducati de zithoogte verlaagd om de Multistrada toegankelijker te maken voor kortere rijders en heeft het voetsteunen van de Multistrada V4 geïnstalleerd om langere rijders meer beenruimte te geven.

Ducati dealers zullen de 2022 Multistrada V2 vanaf half november ontvangen. Prijs in Nederland vanaf € 16.990,-, België € 14.790,-. Vooruitkijkend zal Ducati tussen oktober en december 2021 nog vijf nieuwe modellen uitbrengen, waaronder de langverwachte rally-geïnspireerde DesertX.

Ride-On vult gratis banden van deelnemers KouwePotenTocht

0

Bij de start van de KouwePotenTocht, op zaterdag 30 oktober 2021, vult Ride-On geheel gratis de banden van de motoren van de deelnemers*. Ride-On is een innovatieve bandensealant en balanceergel in één formule. Het beschermt preventief tegen lekke banden, balanceert en houdt de bandenspanning op peil.

Ride-On bandenafdichtingsmiddel maakt banden beter en biedt verschillende oplossingen in één: 

 Anti-lek werking
 Banden behouden langer de juiste spanning
 Balanceert banden op hydrodynamische wijze
 Verbetert de rolweerstand en vermindert trillingen en lawaai
✓ Koelt banden
 Banden slijten gemiddeld 25% minder

Lees hier meer over de KouwePotenTocht 2021.

* Kom gratis testen. Zolang de voorraad strekt.

Wat is Ride-on?

Ride-On is een unieke bandensealant en balanceergel in één formule. De hightech gel vormt een vloeibare coating die zich hecht aan het loopvlak, aan de binnenzijde van de band. Ride-On sealt banden, houdt banden op spanning, voorkomt lekke banden en balanceert. Zo profiteert u van meer veiligheid, minder ongemak, een besparing in brandstofkosten en langere levensduur van banden.