zondag 27 juli 2025
Home Blog Pagina 655

Marathonmotor: Kawasaki KLE500

0
Kawasaki KLE500

Dat je niet per se over een dure en zware allroadmotor hoeft te beschikken om avontuurlijke reizen te kunnen maken, bewijst Frits Janssen met zijn Kawasaki KLE500. Hij kocht de motor in een opwelling voor zijn zoon, maar ging er daarna vooral zelf mee rijden. Hoe een verstokte Honda Goldwing-rijder op een Kawasaki KLE500 terecht kwam.

Voor Frits Janssen (57), die opgroeide aan de rand van Amsterdam (Halfweg), was de brommer heel lang het vervoermiddel bij uitstek. Zijn vader runde vijf fietsenzaken, de meeste in hartje Amsterdam en het lag een beetje in de lijn der verwachting dat Frits die zaken voort zou zetten. ‘Maar dat gebeurde niet. Ik had een prima baan bij Fokker als metaalbewerker en ik was vrij in de weekends. Met vijf fietsenzaken was ik veel meer gebonden. Bovendien stonden enkele zaken in een buurt waar ik weinig toekomst zag. Ik ben blij dat mijn vader de zaken op zijn vijftigste van de hand heeft gedaan en dat hij daarna nog op zijn geheel eigen manier (stadgids in Mokum) van het leven heeft kunnen genieten voordat hij op zijn 62e stierf. Mijn passie was de bromfiets. De “langste jaren” in mijn jeugd waren van mijn dertiende tot mijn zestiende Toen mocht ik met de brommer alleen crossen, op mijn zestiende mocht ik eindelijk de weg op. Ik heb een boel brommers gehad en heb daar zo’n 200.000 kilometer mee gereden. Tijdens een wintersportvakantie zag ik vanuit een lift allemaal leuke slingerende bergweggetjes onder me. Daar wilde ik met mijn MT5-brommer naar toe, maar dat is er nooit van gekomen. Het halen van een motorrijbewijs lag misschien in de lijn der verwachting, maar vanwege huisje-boompje-beestje was dat er nooit van gekomen. Dat veranderde toen bekend werd dat je vanaf 1999 bij het halen van je motorrijbewijs, ook als je al een autorijbewijs had, theorie-examen moest doen. Samen met mijn broer heb ik toen het motorrijbewijs gehaald. Daarna niet gelijk een motor gekocht, maar af en toe een motor gehuurd. Meestal een chopper, want dat vond ik toen stoer. Mijn eerste “motor” was een 125cc-Honda Spacy-scooter. Leuk ding om te zien, maar om mee te rijden een ramp. Veel te kleine wielen. Echt een onding.’

Man en motor

NaamFrits Janssen
WoonplaatsHalfweg
Leeftijd57 jaar
Beroepmetaalbewerker
Rijdt sinds1999
Aangeschaft2013
Nieuwprijscirca € 6.000,-
Dagwaardecirca € 1.500,-
Rijstijltoer
Gebruikdivers
Brandstofverbruik1:18
Olieverbruiknihil
Onderhouddealer
Bouwjaar2007
Kilometerstand130.000 km
Kawasaki KLE500

Zwaardere werk

Van een 125cc-scooter naar een Honda GL1500 lijkt een enorme stap, maar niet als je Frits Janssen heet. ‘Ik had nog nooit op een Goldwing gereden, maar vond het een prachtige motor. Via Marktplaats vond ik er eentje in het Limburgse Meersen. Dat was in 2004. Het klikte tussen mij en de verkoper en ik kocht de Goldwing om er vervolgens direct mee terug te rijden naar Amsterdam. Zo’n Goldwing was toch wel wat anders dan een Honda Spacy. Bij het eerste het beste tankstation gleed mijn voet weg op een dieselvlek. Ik kon hem nog net redden en heb daarna mijzelf beloofd motorlaarzen te kopen met heel goede zolen. Ik werd heel snel vriendjes met de Goldwing, die ik liefkozend een grote brommer met heel veel plastic noem. Ik kocht die Goldwing met 82.000 kilometer en er staat nu dik twee ton op de teller. De vorige eigenaar stuur ik met Kerst nog ieder jaar een kaartje om te laten weten dat het nog steeds goed gaat met mij en de Goldwing. Met deze motor heb ik leuke tochten gemaakt, zoals de kampeerweekenden met Promotor. Samen met mijn maat die op een Honda Transalp reed. Ik reed met de Goldwing zonder nadenken onverharde paden in en hij volgde wel. Dat dat met mij niet altijd goed ging, hoef ik verder denk ik niet uit te leggen.’

Marathonmotor: Honda XL1000V Varadero

Twee zoons van Frits hadden inmiddels ook een motorrijbewijs. ‘De jongste werkt als monteur bij Horeon Motoren in Zwanenburg en had een eigen motor. De oudste niet. Ik wilde graag dat ze samen een keer mee zouden gaan met een Promotor-weekend, vandaar dat ik bij Horeon voor de oudste een motor wilde huren. Toevallig stond er in de showroom een mooie Kawasaki KLE500 die gelijk mijn aandacht trok, ook qua prijs: 2.600 euro. Niks gehuurd, maar wel de KLE500 gekocht. Het werd een leuk weekend, maar mijn toen nog studerende zoon maakte verder weinig gebruik van de KLE500. Ik des te meer. Voor woon-werkverkeer was het veel gemakkelijker om zo’n KLE500 uit de schuur te trekken dan zo’n logge Goldwing. En daar bleef het niet bij. Met de KLE500 kon ik ook mijn droom, offroadrijden, verwezenlijken. Voor dat doel kwam ik onder andere terecht bij de Belgische firma Endurofun waar ik diverse dagtochten en cursussen heb gevolgd. En twee geweldige reizen heb meegemaakt. Eentje door Noorwegen en eentje door de Spaanse Pyreneeën. Dus uiteindelijk toch nog die mooie bergpaadjes. Ook heb ik met de KLE500 roadbooktochten van Ad Ketelaars gereden. Andere deelnemers noemen de KLE500 vaak een tractor. Vanwege het geluid en het feit dat ik overal doorheen ploeter. Waar de zware en dure GS-sen in de problemen komen, begint voor mij juist de fun.’

Onderhoud

Meer dan 100.000 kilometer heeft Frits Janssen ondertussen zelf met de KLE500 gereden. ‘Precies weet ik het niet. De aandrijving van de kilometerteller in het voorwiel is al twee jaar stuk. Repareren, als het al kan, is prijzig. Daarom rij ik nu op een fietsteller. Ik had nooit gedacht dat ik zoveel plezier met zo’n lichte (en goedkope) motor kon hebben. Was zo’n KLE500 mijn eerste motor geweest, dan had ik waarschijnlijk nooit een Goldwing gekocht. Maar die Goldwing nu nog van de hand doen? Nee, dat niet, want die vind ik ook nog prima rijden.’

Het onderhoud aan de KLE500 wordt bij Horeon gedaan door de zoon van Frits. Behalve het gebruikelijke onderhoud, zoals olie, ketting-tandwielen en banden, zijn er een paar extra akkefietjes geweest. ‘Omdat ik ook graag in de prut rij en geen zin heb om steeds banden te wisselen, heb ik een extra set wielen gekocht. Een set met wegbanden en eentje met noppen. De originele uitlaat is in zijn geheel vervangen, omdat de demper was doorgerot. Uitlaatspecialist Mile Pajic heeft een compleet nieuwe uitlaat gemaakt. Achteraf had ik beter een nieuwe originele uitlaat kunnen kopen, was goedkoper geweest, maar nu heb ik er eentje van rvs. De demper (Bos) maakt iets meer geluid dan me lief is. Maar het was de stilste demper die Mile had. Om wat minder vuil tegen de radiateur te krijgen heb ik het voorspatbord zo’n 20 centimeter naar beneden verlengd. Dat scheelt een hoop. Aan het motorblok is nog nooit iets gedaan. Aan de schokdempers ook niet, want die zijn zo perfect voor offroad, maar wel iets te zacht met remmen in het normale verkeer. Maar ik weet niet beter en heb er totaal geen last van.’

Twee keer heeft Frits onderweg problemen gehad. ‘De eerste keer was toen in de Pyreneeën een steen de remleiding achter lek had geslagen. Gelukkig vond ik dezelfde dag in een dorpje een motorzaakje waar ze een nieuwe leiding konden monteren. De tweede keer stond ik in Nederland bij een stoplicht. Wegrijden lukte niet, want de motor bleef stationair draaien. Bleek de gaskabel doormidden. Op de choke ben ik toen met een vaartje van 40 km/u thuis kunnen komen.’

De laatste ingrijpende reparatie was vorig jaar. Frits: ‘Toen ik de motor op de motorsteun zette om wielen te wisselen zag ik dat de motor scheef wegzakte. De achterbrug was doorgeroest. Via Marktplaats vond ik een gebruikt exemplaar. Helaas wel een ouder type zonder nokken voor een motorsteun. Tegelijk met de achterbrug zijn ook de achterbruglagers en de lagers van het linksysteem vervangen.’

Kawasaki KLE500
De elektronica van de KLE500 is simpel en heeft nooit voor problemen gezorgd.

Kawasaki KLE500 op de brug

‘Eindelijk weer eens een “echte” Marathonmotor’, is de eerste reactie van Motor.NL-expert Van Sleeuwen bij het zien van de Kawasaki KLE500. Oftewel je kunt aan de motor zien dat deze is gebruikt waarvoor die is gemaakt. Alhoewel dat ook weer betrekkelijk is, want slecht ogen doet de KLE500 zeker niet na wat die allemaal voor de kiezen heeft gekregen. ‘Bij lage toeren loopt het motorblok een beetje rauw, maar dat doen al deze luchtgekoelde 500cc-blokken. Niks aan de hand’, aldus Van Sleeuwen.

Niks aan de hand geldt ook voor de remmen. De remschijven zijn na 130.000 kilometer nog steeds de originele. Frits: ‘Wel moet ik vrij vaak nieuwe remblokken monteren, ook als ik weinig of niet offroad rij.’ ‘Aan de remklauwen kan het niet liggen’, aldus Van Sleeuwen, want die zijn prima gangbaar. Alle lagers, inclusief balhoofdlagers zijn in orde. 

Om beter staand te kunnen remmen met de achterrem heeft de eigenaar een onorthodoxe oplossing bedacht: een blokje hout op het pedaal. Frits: ‘Een stukje eikenhout uit een eeuwenoud grachtenpand nog wel. Was eigenlijk alleen voor offroad bedoeld, maar ik heb het daarna gewoon laten zitten.’

Verwijderen we de zijpanelen en de buddyseat om bij de accu te kunnen, dan zien we de resten van de laatste Belgische offroadrit nog zitten. Alles kleurt daar geel van de opgedroogde klei. De KLE500 is gebruikt waarvoor hij is gemaakt: geregeld onverharde paden opzoeken. De accu laadt goed bij en verder nergens elektrische storingen. Nu niet en ook in het verleden niet. Frits heeft zelf de twee koplampen doorverbonden. ‘Ik vind het zo lelijk als er maar één koplamp brandt’, aldus de eigenaar.

Frits: ‘Het komt nog geregeld voor dat ik uitgelachen wordt met mijn “rijschoolmotor”. Totdat ze met me offroad gaan rijden. Dan komen de “zware jongens” er achter dat hoe lichter, hoe beter is. Hoe meer ik met de KLE500 ben gaan rijden, hoe meer ik de motor ben gaan waarderen. Mocht deze een keer echt versleten zijn, dan is de kans groot dat ik een andere KLE500 koop met (uiteraard) veel minder kilometers op de teller.’

Pluspunten Kawasaki KLE500

  • Betrouwbaar motorblok

Minpunten Kawasaki KLE500

  • Zachte voorvering

Goed om te weten

Kawasaki was het eerste merk dat begin jaren negentig met een lichte tweecilinder-allroad op de proppen kwam. Tot dan toe waren het in dat segment allemaal eencilinders. De 498 cc metende krachtbron van de KLE is in diverse Kawasaki-modellen terug te vinden. Dat zijn de EN500, de ER-5 en de GPZ500; allemaal modellen die het qua verkoop beter deden dan het ondergewaardeerde allroadmodel dat al vanaf 1991 op de Nederlandse markt is. Het tweecilindermotorblokje werd in 1986 voor het eerst gebruikt in de GPZ500S en is goed voor 48 pk in de KLE. Hetzelfde blok levert in de EN500 46 pk, in de GPZ500S 60 pk en in de ER-5 50 pk. Hoewel sinds 1991 in Nederland op de markt, is de KLE toch twee jaar niet in ons land te koop geweest. Dat was in 1998 en 2004 toen de motor niet door de importeur werd ingevoerd. De KLE500 was in productie van 1991 tot 2007. De Kawasaki Versys 650 kan gezien worden als opvolger van de KLE500.

Richtprijzen bij motorzaak

Een mooie Kawasaki KLE500 is zeer schaars. En dan betaal je zomaar € 4.000,- voor een motor van vijftien jaar oud die nieuw € 6.000,- heeft gekost. Amper afschrijving dus in een tijd dat allroadmotoren veel gewilder zijn dan pakweg tien jaar geleden.

Reparaties en problemen

  • 60.000 km achterwiellagers vervangen
  • 70.000 km gaskabel vervangen
  • 75.000 km verrotte uitlaatdemper vervangen
  • 80.000 km koppelingskabel vervangen
  • 86.000 km versnellingspook (na val) en gasnaalden vervangen
  • 115.000 km aandrijving km-teller stuk
  • 129.000 km achterbrug en achterbruglagers vervangen

Merkenclub

Er is geen merkenclub voor de Kawasaki KLE500, maar wel een (niet zo actieve) Kawasaki KLE500 Community op Facebook.

Kawasaki KLE500

Dubbeltest Aprilia Tuono 660 vs. Honda CB650R

0
Aprilia Tuono 660 vs. Honda CB650R

Het zijn de alfamannen in de klasse, die ook kan worden teruggetuned voor het A2-rijbewijs. Kan de gloednieuwe Aprilia Tuono 660 de bewezen Honda CB650R de loef afsteken?

Het aantal pk’s: 95. Gelijkspel dus! In een kwartetspel zouden de Aprilia Tuono 660 en de Honda CB650 dezelfde score oogsten. Althans, op het gebied van topvermogen. Maar voordat we de kaarten terug in de stapel steken, kijken we er nog iets beter naar. Wanneer je naar de cilinderinhoud kijkt, dan heeft de Aprilia met 659 cc ten opzichte van de 649 cc van de Honda een licht voordeel. Datzelfde geldt voor het maximumkoppel, dat bij de Italiaan op 67 Nm staat, waar de Japanner 63 Nm aan de krukas heeft.

Lees ook: Exclusief voor (online) Motor.NL-abonnees: win kaarten voor Rotterdam Dirtride

In een door cijfers beheerste wereld zijn deze motoren dus praktisch inwisselbaar. Dankzij Nicolaus Otto bestaat onze horizon echter niet alleen uit getallen. Dus weg met de specificaties en hier met die contactsleutels! Zie daar, er komen nu twee totaal verschillende karakters naar boven. Met een krassend geluid zet de startmotor van de Aprilia de 270°-krukas in beweging. De twee zuigers lopen gelijkmatig met een kleine interval achter elkaar aan door de cilinders en de klepbediening doet zijn werk met hoorbare mechanische geluiden. De uitlaatgassen ruiken licht naar benzine. Zelden heeft de entree van de stad zo zeer aangevoeld als een trip door de pitstraat, zonder dat er een van een schrijversloon onbetaalbare Supersport-droom te gast was. De nauwe verwantschap tussen Aprilia’s machtige V4 is bij de nieuw ontwikkelde 660cc-paralleltwin al in de warm-upfase te herkennen.

De Honda is heel anders. De viercilinder-in-lijn heeft een lange traditie achter zich. Aan het eind van de jaren zestig verbijsterde de fabrikant uit Hamamatsu de motorwereld al met mooi gelijkmatig lopende en bijzonder sterke, maar betrouwbare krachtbronnen in de CB-serie. Meer dan vijftig jaar ontwikkeling later kun je er gerust van uitgaan dat deze jongens de viercilindermotor tot in de puntjes onder de knie hebben. Dus verbaast het niet dat de koude start van onze watergekoelde krachtbron helemaal niet spectaculair is. De CB bromt rustig en gelijkmatig naar zijn bedrijfstemperatuur toe. Ergens in Japan nipt een Takumi tevreden glimlachend van zijn kersenbloesemthee…

De tendens

Ook tijdens het rijden voldoen beide motoren aan de gangbare clichés. Althans, gedeeltelijk, want de Aprilia is geen onhandelbare diva en de Honda geen weekgewassen slaapmuts. De tendensen kloppen echter. De Tuono-twin loopt bij lage toerentallen weliswaar goed rond en komt goed van zijn plek, maar is in de lage regionen duidelijk nog niet in zijn element. Zijn ware aard onthult hij pas bij stijgende toerentallen. Vanaf 6.000 toeren is er leven in de brouwerij, vanaf 8.000 tpm wordt hij serieus en vliegt hij als een raket de begrenzer in. Daarbij begeleidt hij zich met een bijna frivole aria uit de uitlaatpijp. Als een bronstig edelhert brult de Aprilia in haar extase. Een geluid, dat je afhankelijk van de situatie en de vorm van de dag kippenvel of geluidschaamte bezorgt. Want in deze tijden van bewonerslobbies en politieke correctheid zou de Tuonosaurus Rugulus wel eens tot een uitstervend ras kunnen gaan behoren. Natuurlijk kun je ook wel rustig rijden met de 660, maar het concept wekt zelfs bij rustige karakters de neiging tot ondeugend gedrag, zoals flinke stoten tussengas bij het terugschakelen. Verder werkt de stroef schakelende transmissie in het stadsverkeer op je zenuwen. Als je vrij baan hebt, stoort de hakerige schakeling niet heel erg, maar in het gebruikelijke spits-verkeersinfarct is het vermoeiend om te rijden met deze tandwielkast met slecht vindbare neutraalstand. De ‘commute’-modus zorgt ervoor dat de gaskleppen wat vloeiender aanspreken, dat gaat echter gepaard met een voelbare vertraging.

In de transmissie van de CB gaat het er behoorlijk wat harmonischer aan toe. Deze tandwielparen houden van elkaar en vleien zich soepel in elkander. Onervaren motorrijders kunnen genieten van soepele gangwissels, ervaren rotten laten de versnellingen met een vlugge twist van de rechterpols knarsvrij op elkaar aansluiten, zelfs bij het terugschakelen. Het schakelgedrag van de Honda is dus een Nirvana voor perfectionisten. De vierpitter zelf loopt bij lage toeren lekker soepel, hangt zeer precies aan het gas en bromt zonder opwinding naar het gemeentehuis. De vermogensafgifte is daarbij absoluut lineair en berekenbaar; het is gewoon een zeer handzame motorfiets. Toch heeft ook de Honda-krachtbron zijn wilde kant. Die komt bij dit concept pas in het laatste deel van het toerenbereik naar voren, als het brommen in een doorborend gekrijs is veranderd. Dan knalt de digitale naald van de toerenteller vol opwinding omhoog en ontstaat er een echt sportief gevoel. Dat gaat echter gepaard met de nodige hoogfrequente trillingen, die vlotte snelwegritten verpesten. Tot 150 km/uur blijft het gekietel in je vingers binnen verdraaglijke grenzen, een hogere kruissnelheid is met een roadster sowieso geen pretje. Tenzij je dat op een Tuono doet, die je verwent met een voor een naked bike ongewoon goede windbescherming.

Dubbeltest Mash X-Ride 650 vs. Ducati Desert Sled

Sportief wegcontact

Toch gaan we liever van de snelweg af om de leuke, bochtige wegen op te zoeken. Op kronkelende buitenwegen zijn beide motoren in hun element. De Aprilia vraagt wat meer stuurinput van de rijder. Ze wil dat je de bochtrichting met wat meer nadruk dicteert, maar biedt dan ook een zeer sportief wegcontact en volgt zijn spoor onverstoorbaar. Ze voelt ook bij hoge snelheden zeer stabiel aan. Dit scheerapparaat uit Noale zal op wat mildere circuitdagen geen slecht figuur slaan. Maar hoewel de motor meer stuurinput vraagt, is het zeker geen gevecht met de motor. Dankzij het brede stuur kun je hem gemakkelijk omgooien en de stugge demping valt alleen in negatieve zin op wanneer je over kapotgereden hobbelwegen rijdt. Bovendien hebben we bij de Tuono een gewichtsvoordeel van achttien kilo gemeten.

De CB laat zich heel wat speelster dirigeren. Hij draait lichtvoetiger af, zonder dat je veel kracht op het stuur hoeft uit te oefenen. Ook het comfort van het rijwielgedeelte is voorbeeldig, ondanks de directe bediening van de monoschokdemper. De vering is soepeler, zonder dat de motor een deinend hobbelpaard imiteert. Als het tempo echt hoog is, heeft de Aprilia een betere wegligging, maar daar staat tegenover dat de Honda stuurt als een kinderfiets. Een karakterverschil dus. In beide gevallen passen de karakteristieken van de vering bij het karakter van de motor. Hetzelfde geldt voor het remsysteem; bij de Tuono hebben de dikke Brembo’s wat meer reserves voor de sportieve rijder achter de hand, terwijl de Honda zich in het dagelijks verkeer wat harmonischer laat bedienen. Wat betreft de vertraging hoeven de radiaal gemonteerde Nissin-remklauwen zich echter totaal niet te schamen.

IMU of niet

Op het gebied van de uitrusting haalt de Tuono de Honda buitenom in. De Italiaan heeft alles aan boord dat je maar kunt wensen. Vooropgesteld natuurlijk, dat je al die zaken überhaupt wel wil. De zes-assige IMU (lees hier wat een IMU is), die data aan de assistentiesystemen voert, is namelijk net als de quickshifter een optie tegen meerprijs. Zonder die sensordoos werken de assistentiesystemen niet bochtafhankelijk, maar puur afhankelijk van de wielsnelheden en dus grover. Ook de bochtverlichting werkt alleen met geïnstalleerde IMU. Kostenplaatje: € 339,- voor de IMU plus € 219,- voor de schakelassistent. Daarmee is het prijsvoordeel tegenover het zustermodel RS660 meer dan opgesoupeerd, want bij de RS behoren beide tot de standaarduitrusting. Maar dan nog: behalve het verplichte ABS, is er met traction en wheelie control, instelbare motorremwerking, in totaal vijf rijmodi voor de straat en een voor het circuit – een van de modi is bovendien vrij programmeerbaar – en smartphone connectiviteit genoeg te ontdekken. Dat alles wordt getoond op en ingesteld via het kleuren tft-scherm.

Vergeleken met de Aprilia zien de eenzame traction control en het monochrome display bij de Honda er gedateerd uit. Of aangenaam puristisch, het is maar hoe je er tegenaan kijkt.

Afwerking

Bij het transport van bagage heeft de Aprilia echter een troef achter de hand. Onder het duozadel zitten uitklapbare bevestigingsogen voor spanriemen verstopt. Bravo, elegant opgelost. Verder fijn voor zelfsleutelaars: bij beide machines kun je het oliefilter er afschroeven zonder dat er hete olie over de uitlaat loopt. Op het gebied van de afwerking moet de Italiaan daarentegen wel een veer laten. Dat de stickers op de kuip loskomen, zoals op onze slechts een paar maanden oude demo, dat mag niet gebeuren. Ook het niet goed afgebraamde montage-oog van de monoschokdemper maakt de eigenaar niet trots.

Bij de Honda zijn er geen grote punten van kritiek. Een niet zeer opwindende, maar wel goed gemaakte motorfiets. Desondanks heeft de furieuze Aprilia de kaarten in deze klasse opnieuw geschud.

Conclusie Aprilia Tuono 660 vs. Honda CB650R

Een heer van stand of een machomachine? Zelden waren twee motoren met vergelijkbare specificaties zo verschillend. ‘Een zaak van smaak’ is als testresultaat natuurlijk niet bloedstollend, maar in dit geval kun je nauwelijks om de feiten heen. Wie meer geld over heeft voor klasse en spektakel, kiest zonder meer voor Aprilia Tuono 660. Rustige types, die hun motor dagelijks gebruiken, zijn beter uit met de Honda CB650R.

Kan de Aprilia Caponord V4 de Multistrada V4 verslaan?

0

Wanneer je een blok als de Noale V4 in huis hebt, is het logisch dat je je die voorstelt op andere motorfietsen dan alleen in de RSV4 en de Tuono. De Italiaanse ontwerper Lorenzo Coppo bedacht een Caponord.

Al enkele jaren doen geruchten de ronde over een mogelijke terugkeer van Aprilia in het zware reisenduro-segment met een vernieuwde Caponord. Die zou wellicht aangedreven worden door de V4, die aanwezig is op de RSV en Tuono. Het is in ieder geval een idee dat liefhebbers aanspreekt, die graag zouden zien dat het Noale-blok op deze manier wordt gebruikt.

Dit is de 2022 Aprilia Tuareg 660

Het blok heeft tijdens zijn laatste evolutie, ook door uiterst efficiënte elektronica, een niveau van beheersbaarheid bereikt die meer dan geschikt is om een leidende rol te spelen in dit Adventure-segment. Die wetenschap moet het uitgangspunt zijn geweest voor ontwerper Lorenzo Coppo, die zijn fantasie de vrije loop liet om in pixels een Caponord V4 vorm te geven.

De ideeën zijn naar onze mening goed, omdat ze de huidige stijlkenmerken van de motorfietsen uit Noale benaderen en deze aanpassen aan een nieuwe reis-enduro, maar wel met een onvermijdelijk sportief karakter. Een motorfiets die op papier gemaakt lijkt te zijn om te concurreren met de Ducati Multistrada V4.

Sommige aspecten van het ontwerp van deze Caponord V4 zijn niet helemaal overtuigend, maar het is belangrijk om de kwaliteit van het grafische werk te onderstrepen, dat in ieder geval een aantal zeer interessante ideeën biedt. Zoals de integratie van de aerodynamische winglets met een zeer sportieve uitstraling. In Noale zijn ze waarschijnlijk al bezig zich een ware erfgenaam van de Caponord voor te stellen, maar het zal nog wel even duren voor we die kunnen bewonderen.

Boudewijn Geels: ‘Ik zit al weken in een ‘tunnel’. Aan het einde staat een Z1000SX’

0
Column Boudewijn Geels

Vastbesloten om nu eens geen impulsaankoop te doen, heb ik werkelijk elke te koop staande Kawasaki Z1000XS vanachter mijn beeldscherm onder de loep genomen. Beneden de € 6.000,- vind ik ze niet. Ook niet als ze al tien jaar oud zijn (2011 is hun ‘geboortejaar’). Dat vind ik een compliment. Duidelijk een waardevast kwaliteitsproduct met vele fans die, net als ik tijdens een proefrit, de Kawa geweldig vinden rijden. Alles wat ik aan tests tegenkom, is ook jubelend van toon.

Wie ben ik dan om een andere motor te overwegen?

Nou, misschien een van de honderdduizenden die een andere tweewieler gewoon toffer vinden. Oké, had gekund, maar ik zit al weken in een ‘tunnel’. En aan het einde daarvan staat een Z1000SX.

Ik weet eigenlijk ook al welke.

Ter oefening rij ik eerst langs Doornekamp Motorsport in Hoevelaken. Daar staat wat ik als nieuwbakken occasion-expert – want dat vind ik mezelf inmiddels – een ‘typische importfiets’ noem: een op het oog puntgave motor, met een erg aantrekkelijk ogende 29.000 kilometer op de teller, maar historie onbekend. Ik aai de nogal ielige sportuitlaten, meet pseudo-routineus het profiel van de voorband met een vingernagel en brom wat over de prijs. De verkoper geeft geen krimp en wenst me vriendelijk goedendag.

Daarna: full speed naar Bemmel. Daar heb ik om 12.00 uur een afspraak bij Versteeg Motoren. Deze firma biedt een zwarte Z1000SX aan, met de volgende tekst: ‘Deze in zeer nette staat verkerende Kawasaki Z1000SX ABS heeft altijd zijn onderhoud gehad. Ketting en tandwielen zijn in de zomer van 2020 vervangen. De vorige eigenaar heeft hem voorzien van zijtassen, een gelzadel en handvatverwarming’.

Elk woord smaakt als honing. Dat ‘heeft altijd zijn onderhoud gehad’ is heel belangrijk, hebben mijn adviseurs, onder wie keurmeester Erik van Lent, benadrukt. De opgegeven kilometerstand is de kers op de taart: 41.218. Best veel, en daarmee volkomen geloofwaardig. Komt natuurlijk door al die onderhoudsbeurten, concludeer ik. Die staan in de boekjes, dus dan kun je niet sjoemelen.

Ik ben een kwartier te vroeg op het Bemmelse industrieterrein. De deur van Versteeg Motoren blijkt dicht. Zal vast wel goedkomen, want verrek, dit is geen motorhandel, dit is een motorgalerie! Vooral oogstrelende Italianen zie ik. Sommige hebben zelfs een eigen verhoging. Opeens realiseer ik me dat een Z1000SX in dit gezelschap een behoorlijk ordinaire, nou ja, behoorlijk gewone motor is. De vorige eigenaar heeft hem ingeruild voor een MV Agusta, is me via de telefoon verteld. Nu sta ik toch even in dubio. Wil je nou wéér een saaie Japanner, Geels? Ja, want bewezen betrouwbaar. En toch…

Jan Kruithof: ‘In rijtje tweedeling mag er nog een bij: motorrijders met en zonder lawaaipijp’

Om 11.55 uur rijdt een zwarte bestelauto de parkeerplaats op. Ik krijg een hand, en dan gaat de deur van het busje open. ‘Hij komt net van de poetser’, zegt Coen Versteeg. Ik zie hem denken: laat het wonder maar weer gebeuren.

Mijn referentiekader is mijn in te ruilen Honda X11, een van de lelijkste motoren ooit gemaakt en met deukjes in de tank en een kras op het frame bovendien. Qua looks is dan werkelijk elke andere motor een verbetering.

Dat geldt zeker voor de zwarte parel die even later voor me staat. Verbluft loop ik er zeven rondjes omheen. Kuip, tank en gelzadel glanzen alsof hun leven ervan afhangt. En de banden! Ik wist niet dat rubber zo kon glimmen! En de zit! En de sound!

Stoned als een garnaal teken ik even later het koopcontract: € 6.499,- min € 1.750,- voor mijn X11 is € 4.749,-. Aanbetaling: € 749,-. Over twee weken ophalen.

Maar op de terugweg naar Amsterdam denk ik: verrek, heb ik nou wel om de boekjes gevraagd?

Wordt vervolgd.

Kawasaki introduceert nieuwe Z900 SE voor 2022

0

De Z900 SE (Special Edition) zet het enorme succes van de Z900 voort en tilt het beste totaalpakket in de naked bike klasse naar een hoger niveau met hoogwaardige rem- en veringcomponenten en een unieke kleurstelling. Gebleven zijn het 948cc vier-in-lijn motorblok met sensationele vermogensafgifte en het speciaal getunede inlaatgeluid. Dit wordt aangevuld met een zeer complete standaarduitrusting bestaande uit Traction Control (KTRC), geïntegreerde rijmodi, ABS, TFT-kleurendisplay en Bluetooth smartphone connectiviteit.

Aan de voorzijde is de SE uitgerust met hoogwaardige remcomponenten van Brembo. Radiaal gemonteerde M4.32 remklauwen, ø300 mm remschijven en staalomvlochten remleidingen maken deel uit van de uitrusting evenals een Nissin hoofdremcilinder. Deze nieuwe componenten zorgen voor betere remprestaties, meer precisie en meer controle.

De drang naar perfectie gaat verder in de vering. Aan de achterzijde is nu een Öhlins S46 schokdemper gemonteerd met een afzonderlijke veervoorspanningsregelaar. Met de gemakkelijk te bereiken stelknop kan de schokdemper snel en eenvoudig versteld worden. De ø41mm upside down voorvork is volledig aan te passen naar de wensen van de rijder met instelbare compressie- en rebounddemping en traploos verstelbare veervoorspanning.

Last but not least krijgt de Special Edition een unieke kleurstelling, belly pan in kleur en een goudkleurige voorvork. Samen met het uitgesproken Sugomi design en Trellis frame is de Z900 een naked die in het oog springt.

Om aan de verwachte grote vraag te voldoen staat de Z900 SE vanaf eind december bij de Kawasaki dealers. Prijzen worden later bekend gemaakt.

Details nieuwe Kawasaki Z650RS uitgelekt

Yamaha viert 60 GP-racejaren met jubileumuitvoeringen

0

60 Jaar racen en meer dan 500 raceoverwinningen; daar moet je bij stil staan. En hoe! De jubileumuitvoering van de 2022 R1, R7, R3 en R125 zien er heel goed uit.

Het begon allemaal in mei 1961, toen het Yamaha met de 250cc-RD48 deelnam aan de Franse GP. De eerste overwinning van het team kwam kort daarna met Fumio Ito tijdens de Belgische GP. In de daaropvolgende 60 jaar werden meer dan 500 overwinningen gevierd en de eerste kampioenschapsoverwinning werd in 1964 behaald door de Engelsman Phil Read. De titelbeslissende race daarvan was een iconische 10e ronde in Monza, Italië, die eindigde met een Yamaha 1-2 met Mike Duff, die Jim Redman op de luchtgekoelde 4-takt 6-cilinder Honda versloeg.

Dit is de nieuwe Huaying R6, 500cc kloon van de Yamaha R6

In het GP-seizoen van 1964 verscheen voor het eerst de witte kuip met rode streep en rood voorspatbord aan de start. Dat was voordat het iconische ‘speed block’-tijdperk zijn intrede deed. Daarvan zegt Yamaha dat het het beroemdste en meest geliefde kleurenschema ooit is dat op een racemotorfiets is toegepast.

Deze jubileumuitvoeringen belichamen al deze elementen, met overwegend witte kuip, rode strepen en speed block design. En gouden wielen. Dat moet en we houden an gouden wielen op een motorfiets.

De jubileumuitvoeringen zullen vanaf november 2021 bij de Europese dealers verkrijgbaar zijn.

Ducati Streetfighter V2 en Multistrada Pikes Peak gespot?

0

Sinds een paar weken gaan er geruchten dat Ducati binnenkort de Streetfighter weer in de schijnwerpers zal zetten. De Streetfighter V2 zal worden voorgesteld op het World Ducati Première-evenement, dat live op het net zal worden uitgezonden, en ook op de EICMA. Nu zijn dit model én de Multistrada Pikes Peak naar verluidt gespot tijdens testritten.

Als we de geruchten mogen geloven, zal de Streetfighter V2 worden aangedreven door het 955cc-blok van de Panigale V2. Ongeveer 155 pk zou er beschikbaar moeten zijn, naast een lagere prijs in vergelijking met de Streetfighter V4.

Gaat de elektrische Ducati er zo uitzien?

Geruchten over de Multistrada V4 Pikes Peak doen ook al een hele tijd de ronde. Nu zijn beide modellen naar verluidt gezien tijdens testritten. Zoals gebruikelijk voor dergelijke foto’s zijn ze genomen met een aardappel, dus de kwaliteit is niet erg goed en details zijn ook moeilijk te zien.

Het is moeilijk te zeggen of het echt de Multistrada Pikes Peak is. Bovendien verduistert hij ook de motorfiets erachter, zodat het onmogelijk is te zeggen of het werkelijk om een Streetfighter V2 zou kunnen gaan. De bron van de foto is ook onbekend, dus dit alles moet op dit moment met een korreltje zout worden genomen.

Oud-motorcoureur Boet van Dulmen (73) om het leven gekomen bij ongeluk

0
Boet van Dulmen

Oud-motorcoureur Boet van Dulmen (73) is donderdagochtend om het leven gekomen bij een botsing met een bestelbus. Dat meldt een familielid. Het ongeluk gebeurde om 10.15 uur aan de Onderwaard in Ammerzoden, zijn woonplaats. Van Dulmen was onderweg op zijn fiets.

Passanten boden het slachtoffer eerste hulp, waarna de hulpdiensten het bij aankomst overnamen. Die inspanningen mochten niet meer baten: de motorheld van weleer overleed ter plaatse. Dat meldt een politiewoordvoerder.

Borstbeeld Boet van Dulmen
Begin 2020 werd er voor ‘Den Boet’ in Ammerzoden een borstbeeld onthuld. Hier staat Boet van Dulmen met zijn echtgenote en kleinzoon Boetje (foto: Ad van de Graaf)

Kom op 17 of 18 sept testrijden op een Ducati Multistrada V4 S

0

Heeft u zich altijd al afgevraagd hoe het is om op een nieuwe Ducati Multistrada V4 S te rijden? Schrijf u dan in voor een testrit op vrijdag 17 en zaterdag 18 september bij een van de deelnemende dealers.

Een unieke gelegenheid om de Multistrada V4 S te testen op de openbare weg. U kunt zelfstandig een half uur met de motorfiets rijden waardoor u perfect kunt kennismaken met de motor.

Registreer hier voor een testrit op 17 of 18 september bij uw deelnemende officiële Ducati Dealer in Nederland.

Vergeet niet uw motorkleding en rijbewijs mee te nemen.
Maximaal 1 testrit per testrijder. Testrijden zonder voorafgaande reservering zal niet mogelijk zijn.

Deelnemende dealers

  • Goedhart Motoren
  • Star Twin Motors
  • Ducati Amsterdam
  • Affetto
  • Ducati Assen
  • MotoPort Hippolytushoef

Elektrische fiets voor Valentino Rossi-fans: e-MTB VR46

0

Elektrische fiets voor Valentino Rossi-fans: e-MTB VR46. Valentino Rossi is één van de grootste coureurs uit de geschiedenis van de wegrace. Hij verkoopt zijn merchandising al een eeuwigheid onder de merknaam VR46, maar er zijn ook allerlei samenwerkingen onder het merk tot stand gekomen. Nu is er een elektrische Valentino Rossi-fiets.

De e-MTB VR46 is ontwikkeld in samenwerking met MT Distribution. Er worden twee versies aangeboden, een premium editie en een strikt gelimiteerde Rossi-editie.

‘Met VR46 Racing Apparel zijn we al enige tijd op een ontwikklingspad, waarbij we projecten initiëren die als doel hebben prestatiegerichte producten te creëren. We wilden ons gamma al lang uitbreiden en de fietswereld betreden, vooral off-road,’ verklaart Carlo Alberto Tebaldi, CEO van VR46.

Valentino Rossi krijgt eigen attractiepark: Yellow Park Tavullia

Het model met beperkte oplage is uitgerust met carbon onderdelen. Slechts 46 stuks worden geproduceerd. En ze worden geleverd met een certificaat van echtheid dat is ondertekend door Rossi zelf.

Verder zijn de twee modellen uitgerust met 27,5 inch achterwielen. De velgbreedte is 35mm. De wielmaat voor is 29 inch en de breedte 30mm. De gekozen banden zijn Pirelli Scorpion E-banden. De vering bestaat uit een 160mm-voorvork en een 205/67,5 mm schokdemper.

Om het zwaartepunt te verlagen, werd de batterij in het onderste deel van het frame geplaatst. De aandrijving komt van Bosch. Alle gegevens van de VR46 e-MTB zijn nog niet bekend gemaakt. De presentatie is gepland voor de EICMA.

e-MTB VR46.