dinsdag 13 mei 2025
Home Blog Pagina 460

Kampeersnol: van soete snol tot lichtekooi – Aparte plaatsnamen

0
Kampeersnol

Ik weet het nog goed. Zomer ’69. Het jaar van mijn afstuderen. De tijd van Shocking Blue, ‘…and Venus was her name…’ Elke keer dat Radio Veronica het uitzond, veerde de hele camping op. Texel. Eiland van duinen, strand, zon en zee. En van gewillige meisjes.

Fotografie: Paul Vreuls

Nou ja, daar droomde je van. Want kluns die ik was, bedorven door de benepen seksuele moraal binnen de katholieke kerk, wist ik totaal niet hoe aan te pappen met het andere geslacht. Integendeel, ik schrok me rot als een chick – zo heette dat toen – naar me glimlachte. In plaats van op haar af te stappen maakte ik me uit de voeten. Ellende.

Alles kwam weer boven toen in het kader van deze serie scabreuze plaatsen de naam Kampeersnol bovenkwam, nota bene op Texel. Kampeersnol… dus zo noemden ze die gewillige meisjes toen, ik vat hem. En jongens, die er wel pap van lustten, kampeerlullen, stel ik me zo voor, maar die term als plaatsnaam komen we dan weer niet tegen. ‘This is a man’s man’s world’, zong James Brown al, en dat is het.

Natuurlijk rijden we af naar Texel. Kampeersnol, dat wil ik zien. We maken er een weekend van, compleet met overnachting in Den Burg en een fikse strandwandeling. De overtocht kost niks, elf euro vice versa, voor de motor, berijder én passagier. En op het eiland kunnen we een rondje doen, helemaal naar het noorden en weer terug – 75 kilometer snorren. De beste herinnering bewaren we aan dat korte stukje over de Jan Ayeslag, naar Paal 12. Heerlijk zwieren, nu eens lichtjes op, dan weer neer en met van die luie bochten. Lekker. Alleen het Strandpaviljoen viel een beetje tegen…

Dagjesmensen

Het valt nog niet mee Kampeersnol te vinden. ‘Nooit van gehoord’, zegt een man op een parkeerplaats ergens in de Westerduinen. ‘De Fonteinsnol ken ik wel, tenminste, als je bedoelt de Fonteins-nol. De Fontein-snol is weer heel wat anders.’ Uiteindelijk belanden we bij restaurant Turfveld, een eenvoudige uitspanning onder de loeiende dennen, met fel gekleurd speelgoed in de zandbak en op het terras oudere echtparen die hun elektrische fietsen aan de kant hebben gezet voor een kop koffie in de zon.

Binnen trek ik de stoute schoenen aan en vraag langs mijn neus weg waar we Kampeersnol kunnen vinden. De wat oudere vrouw achter de toonbank, met mooi opgestoken haar en twee felrode wondjes op haar wang, geeft geen krimp. Nee, dat weet ze niet want ze speelt de vraag door naar haar collega, een veel jongere vrouw die een gebaar maakt. ’Hier, om de hoek, het pad op naar boven.’ ‘U heeft het niet zo op die term Kampeersnol’, proberen we nog waarop de oudere vrouw zegt: ‘Ach, er zijn zoveel nollen. De Fonteinsnol, Ockesnol, Bertusnol…’

Omdat we niet verder durven vragen – wat betekent Kampeersnol, waarom heet het zo, stikt het hier om de hoek van de gewillige meisjes – laten we het bij een bestelling van een paar broodjes en ‘nee, die brengen we niet naar het terras’, laat het jonge ding weten, ‘u moet ze zelf meenemen.’ Dat is tot daar aan toe, maar als we even later de broodjes onder ogen krijgen, van de meest lusteloze soort, zonder boter en liefdeloos belegd met een plak kaas en een plak ham, weten we weer onze plaats. Die van dagjesmensen die op het toeristische Texel niet mogen rekenen op al te veel compassie.

Dodelijk

Wat Kampeersnol ook moge betekenen en hoe hij ook aan zijn naam moge komen, één ding is zeker: het uitzicht is prachtig. Eenmaal boven genieten we van weidse vergezichten, over de ruig begroeide duinen richting zee – zo goed als onzichtbaar, maar een diepe, oneindige ruis verraadt zijn aanwezigheid. In gedachten hoor ik de laatste noten uit Das Lied von der Erde, van Gustav Mahler: ‘…und ewig Blauen licht die Fernen! Ewig… ewig…’ Kampeerders laten zich intussen niet zien, laat staan snollen. Wel een ouder echtpaar dat tevergeefs helpt mijn bril te zoeken die nu ergens op Kampeersnol rondslingert.

Natuurlijk bezoeken we ook de Fonteinsnol, maar die háált het niet bij de Kampeersnol, ondanks de uitkijktoren die ze erop hebben gezet. Vanuit de hoogte zie ik vader en zoontje van hooguit vier het duin beklimmen. De kleine heeft het niet naar zijn zin en even later horen we hem zelfs verzuchten: ‘Ik heb geen leuke dag gehad.’ Een dodelijke opmerking, die doet denken aan het kind van gescheiden ouders dat na pappadag weer bij moeder terugkomt. ‘En, leuke dag gehad?’ Die kleine weet nu al precies hoe hij zijn ouders moet bespelen.

Lull: van pijpkan tot piemel – Aparte plaatsnamen

Vervolgens een tijdje over het eiland gecrost – langs Den Hoorn en Oudeschild, over de Lancasterdijk naar het noorden en vandaar via de binnenduinrand terug. Hoe zuidelijker we komen, hoe beter het wordt, want eerst is daar de Ruigendijk en dan de Randweg en ten slotte de Nattevlakweg waar we rechtsaf slaan, de Jan Ayeslag op, een lekker stukkie dansen op de wielen. We eindigen bij Strandpaviljoen Paal 12 – een prima plek tot het op afrekenen aankomt.

Onnozel

Of de man zijn dag niet heeft, wie zal het zeggen. Maar na wat gedoe over een haperend kassasysteem en een bonnetje dat ik toch graag wil hebben om mijn uitgaven te kunnen verantwoorden, schiet hij ineens uit zijn slof. ‘Nou ben ik er helemaal klaar mee. Hier, je geld terug en ik hoef je nooit meer te zien.’ Onthutst zie ik hoe hij het verschuldigde bedrag weer in mijn handpalm stopt, waarop ik me omdraai en richting uitgang loop. ‘Amateur’, is het enige wat ik nog kan uitbrengen. Wat een armoei.

Gelukkig is daar vriend Thijs, geboren en deels nog woonachtig op Texel, dankzij wie we ’s avonds nog goed terechtkomen. Raaks heet de prachtzaak en daar hoor je bij vertrek nog gewoon ‘dank je wel’. En de volgende dag lunchen we tot volle tevredenheid bij Bries20, in De Koog. Dat we tussendoor overnachten in een B&B in Den Burg zónder ontbijt en ‘met uitzicht op de tuin’, wat bij nader inzien meer lijkt op de luchtplaats van een gevangenis, soit. Tekenend voor Daisy’s dienstbaarheid is haar reactie als we erop wijzen dat voor het raam een gordijn ontbreekt. ‘Dan krijg je de volgende keer de andere kamer. Die hééft geen raam.’ Veel onnozeler wordt het niet.

Thijs hoort mijn verhaal zwijgend aan. Het gebrek aan aandacht voor de klant verbaast hem niks. Zelf komt hij nog maar in een paar zaken op het eiland, de rest laat hij links liggen. En wat Kampeersnol betreft, nee, kent hij niet, nooit van gehoord. Niet van de plek, maar ook niet van kampeer-snollen, ‘dat is voor mij een nieuw woord’. Maar… eh… Thijs, jij bent een jongen van het eiland. Al die meiden, op vakantie, in de zomer… ‘Oh, op die manier. Ja, dat was feest. Vanaf mijn zestiende stond ik achter de bar, in De Koog. Aan het eind van de avond had je dan allemaal, we waren met zijn zessen, briefjes met tentnummers in handen waarmee we naar de camping konden. Prachtig! Op die keer na dat de tenten in verband met een storm waren verplaatst. Maakte je de tent open, zag je ineens allemaal jongensschoenen staan!’

Hoer

Uiteindelijk lost de website van Texelse Irene Maas het raadsel rond Kampeersnol op. Ooit heette dit duin de Jan Klaassennol. Maar toen in de jaren twintig van de vorige eeuw ter plekke steeds meer tentjes verschenen, veranderde de naam in Kampeersnol, met nol in de betekenis van zandheuvel. En dan nog iets. Snol komt van het werkwoord snollen = snoepen en was ooit niet meer dan een koosnaampje voor een kind. Later ging het over op een aantrekkelijke vrouw en dat veranderde in de zeventiende eeuw in minnares of hoer. Wat niet wegneemt dat Vondel in zijn tijd nog over de godin Venus sprak als zijnde een ‘soete snol’.

Een soete snol, in de zomer van ’69…, maar die tijd is

‘voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij’ *

* Uit het gedicht Herinnering van J.C. Bloem

TankTasTocht #4 Drenthe: de woeste gronden van Drenthe

0
TankTasTocht #4 Drenthe

Zijn er in het dichtbevolkte en strakgereguleerde Nederland nog stukjes woeste grond over? Zonder bestemmingsplan en waar we op de motor gewoon van mogen genieten? Michiel van Dam en Wim Schoute lenen een Moto Guzzi en gaan op onderzoek uit.

Fotografie: Wim Schoute

In den beginne was het land woest en ledig. Die bijbeltekst klopte zeker voor het land rond Ter Apel. Het woeste land werd er sinds 1465 getemd door monniken van het klooster dat nog steeds tussen de veel later aangeplante bomen oprijst. Het ernaast gelegen hotel Boschhuis biedt niet alleen comfortabele kamers en smakelijke spijzen en dranken. Hergergier-in-ruste Joop Porrenga helpt nog zijn opvolgers Marcel en Janine Porrenga en hij vertelt bezoekers graag over de plaatselijke geschiedenis. Met meneer Porrenga senior in huis kan een colporteur van encyclopedieën zich de moeite van een bezoek aan ’t Boschhuis besparen. Hij zal er zijn waren niet slijten.

Voormalige melkfabriek

We starten de Moto Guzzi en rijden noordwaarts. Te Sellingen is in de voormalige melkfabriek nu de Firma Woeste Grond gevestigd. Meukvrij natuurvlees verkopen ze er, afkomstig van de woeste gronden in de omgeving. Eigenaresse Eugénie Benda leidt ons rond door het bedrijf. Veel geld staat niet voorop, een positieve bijdrage aan de wereld leveren wel. Buiten het vlees worden er ook andere biologische producten verkocht, in de winkel en tijdens de wekelijkse overdekte markt. Achter het gebouw is een zitje op een steiger, waar passanten kunnen uitrusten met uitzicht op de Ruiten Aa, het riviertje dat weer zijn oorspronkelijke slingerloop heeft teruggekregen. Woeste gronden verdwijnen, maar worden ook weer gehercreëerd.

Slingeren, dat doet ook de Guzzi graag. We zigzaggen langs de grens met Duitsland en komen bij het enige kasteel van de provincie Groningen aan. Burcht Wedde biedt kinderen uit minderbedeelde gezinnen de mogelijkheid om van een vakantie op stand te genieten. Van nood hebben de borgers ook een deugd gemaakt. De gemeente Westerwolde wilde niet langer betalen voor het onderhoud van de kasteeltuin. Dus wordt die nu aan de natuur zelf overgelaten onder het motto Wilde Tuin. Een nieuw stukje woeste grond in wording.

Pittoreske lapjesdeken

Het landschap waar we doorheen rijden lijkt oeroud, maar is grotendeels pas na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. Door ruilverkaveling, schaalvergroting en mechanisatie van de landbouw verdween de pittoreske lapjesdeken van losse weilandjes en akkertjes. Er kwamen wel weer bomenrijen bij, rond essen en brinken en langs de weg. Maar tot de jaren vijftig was Nederland eigenlijk een heel kaal land. Drente bestond nog voor een groot deel uit heide. Landschapsarchitect Harry de Vroome ontwierp het nieuwe land zo knap, dat het lijkt of het er altijd zo uit heeft gezien.

TankTasTocht #3 Zeeland: Appeltaart in Atlantis

In Westerbork snuiven we altijd graag de sfeer van vroeger op in herberg De Ar. Het interieur is eigenlijk een museum, met spullen van vroeger en opstellingen als een ouderwetse kruidenierswinkel en kapperszaak. De Ar heeft een moderne menukaart, maar wij snoepen er toch altijd graag weer van die bruinebonenschotel waar Bartje niet voor wilde bidden. En waar smaakt die beter dan in het kamertje waarin De Ar in 1974 begon, aan tafel tussen de bedstee en het turffornuis?

Rond Westerbork zijn woeste gronden als beschermd natuurgebied behouden gebleven. Door het Fochteloërveen loopt een weg waar de Guzzi zomaar legaal op mag voortdraven.

Racen toen en nu

Hooghalen was vroeger deel van het TT Circuit, dezelfde klinkerweg ligt er nog steeds. Op een audio-wandeling vertelt de voormalige TT-coureur, nu ijsspeedwayer, Jasper Iwema (Hooghalen, 1989) in de app over het racen toen en nu. In dezelfde wandeling zitten pauzemomenten, waarin de geschiedenis van Kamp Westerbork wordt verteld door drie andere mensen die hier zijn opgegroeid. ‘Voor de oorlog was het hier allemaal woeste grond’, vertelt Jan Wold (Hooghalen, 1925) en van Joop Waterman (Kamp Westerbork, 1943) horen we hoe de Joodse bewoners zelf Kamp Westerbork moesten financieren. Ook het Molukse verleden komt aan bod dankzij Lydie Hahory (Kamp Westerbork, 1956).

Met hun verhalen komen de woeste gronden tot leven. Als we weer op de motor stappen zijn we er even beduusd van. In het groene gras wuift paarse lupine, de plant die in de jaren dertig werd gebruikt als groenbemesting om de woeste gronden mee te ontginnen. In de oorlog bracht de lupine wat kleur in het bestaan van kampbewoners.

Boorlocatie

Het affiche is dramatisch. Een schuine boortoren en de woorden Theaterspektakel Woeste Gronden worden door een maalstroom verzwolgen. Naar het middelpunt der aarde.

Het decor van Woeste Gronden is een boorlocatie bij het Drentse dorp ’t Haantje. In 1965 verdween tijdens een proefboring naar gas de vijftig meter hoge boortoren met donderend geraas in de grond. Rommelende aarde, opspuitend water en moddervulkanen. De aanwezige werkers moesten rennen voor hun leven en toezien hoe de boortoren verdween in de aarde. Verzwolgen door de woeste gronden. Op luchtfoto’s uit die tijd is een borrelende krater te zien met wat verzakte gebouwen en omgekiepte caravans op de kraterranden.

Op deze lokatie werd vorig jaar het theaterstuk Woeste Gronden van dat affiche gespeeld. Macbeth in het Drents vertaald, gecombineerd met een sprookje over een ijdele boortoreningenieur. Nu waaien de grashalmpjes bij ’t Haantje vredig in de wind, alsof er niets is gebeurd. Schone schijn bedriegt.

Witte wieven

Onder Twente’s bodem golfde ooit een tropische zee. Toen sloot het land daarover, woest en ledig. De twin slingert weer over landweggetjes tussen heuveltjes door. Tot begin twintigste eeuw lieten de Twentenaren de heidebulten in hun landschap ongemoeid. In die grafheuvels huisden de witte wieven en die moest je niet storen. Maar ook in Twente zijn de woeste gronden nu grotendeels verdwenen. Of opgenomen in een landschapsbeheerplan zoals dat rond de Hulsbeek. Dat recreatiegebied heeft nog een paar stukjes oorspronkelijke wilde heide, die als eilandjes liggen in een verder keurig onderhouden park. Wat zoeken motorrijders zoals deze stadsjongens op woeste gronden? De romantiek van witte wieven en Bartje?

TankTasTocht #2: Wereldtoer op de Veengrens

Al voor de Eerste Wereldoorlog schreef de Duitse natuurvorser en dichter Herman Löns: ‘Wat is mooier? Een woestenij als de heide, die per vierkante mijl geen tien mensen voedsel biedt, of het vruchtbaar gemaakte land dat honderden voedt? Onze overbevolkte steden hebben ons sentimenteel gemaakt, zodat we de woeste heide mooi gingen vinden.’

De Guzzi staat op stal, voordat wij ook hoofd en lijf ten ruste leggen in Erve Hulsbeek maken we nog een kuiering rond een vijver omgeven door rietkragen en wilgen. In de schemering lijken de woeste gronden van vroeger niet helemaal te zijn verdwenen.

Download de route TankTasTocht #4 Drenthe

Woeste Grond

Het begrip Woeste Grond heeft sinds de negentiende eeuw de betekenis van onbebouwd land dat niet voor land-, tuin- of bosbouwdoeleinden wordt gebruikt. Heide, veengebieden en moerassen. In Nederland rekent het Centraal Bureau voor de Statistiek ook pas drooggevallen land tot de woeste gronden.

Woeste gronden lagen voornamelijk op zandgronden, die voor de komst van kunstmest onrendabel waren. Woeste gronden werden wel gebruikt om turf te steken en vee te laten grazen, waarvan de mest ook werd gebruikt. Bij de invoering van het kadaster in 1832 bestond ruim tweederde van Drente uit woeste grond, in de vorm van heidevelden, zandverstuivingen, broekgronden en veen.

Rond 1900 gingen Staatsbosbeheer en de Heidemij woeste gronden ontginnen. Andere woeste gronden werden door natuurbeschermingsorganisaties aangekocht. Rond 1900 was een kwart van Nederland, zo’n 650.000 hectare, nog woeste grond. Tegen 1950 was dat nog maar 225.000 hectare. Sinds 1964 is het in Nederland verboden om woeste gronden te ontginnen en worden de overgebleven gebieden als natuurgebied beschouwd.

Nuttige tips

Wilco combineert passies voor motoren en miniatuurbouw: ‘Alles is mogelijk’

0
Diorama’s

Als een volleerd custombouwer weet Wilco Machiels de meest prachtige caféracers te bouwen, maar datzelfde geldt ook voor het in elkaar zetten van technische parels als een Suzuki RG500. De Brabantse alleskunner krijgt het allemaal voor elkaar in zijn ongelooflijke diorama’s. Welkom in Wilco’s miniatuurwereld.

Fotografie: Jarno van Osch/Shot Up Productions

Stap je de huiskamer van Wilco Machiels binnen, dan is het niet moeilijk om te raden dat hier een gepassioneerd motorrijder woont. Alle aandacht in deze ruimte gaat namelijk uit naar een prachtige Ducati 916, die links van de salontafel is neergezet. De Italiaanse superbike dient tegenwoordig als kunstwerk, want Wilco’s kilometers op de weg worden verzorgd door een Monster S2R en een Triumph Tiger 1050. De passie voor motoren ontstond al op vroege leeftijd bij de Brabantse hardware-ontwikkelaar. ‘Zoals voor veel motorrijders begon het eerst met een beetje klooien aan bromfietsjes. En die moest ik natuurlijk ook sneller maken, want het kon me niet hard genoeg gaan. Op mijn zestiende werd het me helemaal duidelijk toen ik een stukje op een Honda Bol d’Or mocht rijden. Dat ding liep in z’n 1 al even hard als vol gas op mijn Zündapp. Dat was natuurlijk kicken. Daarna hebben motoren altijd een bepaalde rol in mijn leven gespeeld.’

Alles in de fik

Nog veel eerder in zijn leven komt Wilco Machiels al in aanraking met een andere grote passie, die hij net als motorrijden nog altijd uitvoert. Het zaadje wordt geplant op zijn vierde levensjaar, als hij samen met opa en oma een dagje naar Madurodam gaat. ‘Ik schijn alles bij elkaar gekrijst te hebben’, legt hij uit. ‘Ik wilde namelijk alles mee naar huis nemen, vond het geweldig. Die dag in Madorudam maakte zo’n indruk, dat heeft me nooit meer losgelaten. Hoe klein ik toen ook was, ik weet zeker dat daar mijn passie voor modelbouw is ontstaan.’

Wereldrecord: door 13 landen op de motor in één dag

Als kind helpt Wilco met de bouwdozen die zijn oudere broer aanschaft en het duurt niet lang voordat hijzelf ook zijn spaarcentjes uitgeeft aan de miniatuurwereld. Hij begint kleinschalig met vliegtuigjes van Airfix, maar al snel groeit zijn collectie uit tot hele legers uit de Tweede Wereldoorlog. Ook een volgebouwde treinplaat is Wilco niet vreemd. ‘Daarin zag je mijn liefde voor snelheid terug. Legde ik bijvoorbeeld een racebaan door de bergen neer. Ik weet nog goed dat ik altijd probeerde om het zo echt mogelijk over te laten komen. Lijmde dan bijvoorbeeld zand vast of goot wat benzine op bepaalde plekken. Het is op die manier ook weleens goed misgegaan, met die koolborsteltjes van de racebaan. Stond ineens alles in de fik. Ik heb er vroeger als kind echt de grootste lol mee gehad.’

Techniek laten zien

Beide passies worden inmiddels innig met elkaar verstrengeld door de 58-jarige Nuenenaar. Al meerdere decennia houdt hij zich namelijk bezig met diorama’s. In schaal 1:12 toont Wilco de meest prachtige schouwspellen in zelfgebouwde ‘theaters’, ter grootte van een flinke schoenendoos. Na vele jaren zich vooral met auto’s bezig te hebben gehouden, combineert hij tegenwoordig de wondere wereld van de modelbouw met zijn liefde voor motoren. ‘Ik kom uit de auto-industrie, heb jaren op de ontwikkelingsafdeling van Volvo gewerkt. Zodoende heb ik voorheen veel diorama’s met auto’s in de hoofdrol gemaakt, maar de laatste tijd heeft de motor me in de greep. Dat komt ook vooral doordat je daar gemakkelijk iets kan verwijderen, waardoor de techniek zich sneller laat zien. Bij een auto is het de motorkap open of dicht. Veel meer is daarbij niet mogelijk.’ Doordat Wilco zich lange tijd vooral op auto’s heeft gericht, merkt hij duidelijk dat de recente switch naar motoren hem weer veel inspiratie geeft. Hij heeft al meerdere ideeën in zijn hoofd zitten om die uiteindelijk in verschillende motor gerelateerde diorama’s te verwerken. ‘Normaal maak ik altijd één diorama per keer, maar momenteel bouw ik er twee tegelijk.’

Onbeperkt doorbouwen

Het gaat bij Machiels dus verder dan enkel een bouwdoos kopen en de onderdelen netjes in elkaar zetten. Hij gaat next level en bouwt dus een complete scène rondom zijn motorfietsen. Om dat voor elkaar te krijgen, steekt de goedlachse Brabander behoorlijk wat tijd in zijn hobby. ‘Doordeweeks besteed ik er eigenlijk weinig aandacht aan, want dan heb ik niet meer de fut om in de avond nog te gaan knutselen’, erkent hij. ‘Ik werk in de weekenden aan mijn diorama’s. Het kan zomaar zijn dat ik dan een hele dag bezig ben. Sta ik vroeg op en ga ik tot het avondeten gewoon door.’ Als Machiels zich echt kwaad maakt, kan hij een diorama in slechts zes weken tijd in elkaar knutselen, maar het is ook weleens voorgekomen dat een project hem meerdere jaren kostte. ‘Dan had ik een bepaald beeld voor ogen, maar dan lukte het gewoon niet.’ Overigens laat hij zich zeker niet beïnvloeden door tijdsdruk, want niemand zegt tegen Machiels wanneer een bepaald diorama afgerond moet zijn. ‘Ik heb natuurlijk ook niet elk weekend de ruimte om maar onbeperkt door te bouwen. Soms heb ik bijvoorbeeld ook gewoon zin om even te gaan motorrijden. Het ligt weleens twee maanden stil, maar dat boeit me dan ook niet.’ Toch blijkt de liefde voor de miniatuurwereld vrij ver te gaan, als Wilco vertelt over eerdere vakanties met zijn (ex-)vrouw en twee dochters. ‘Jep, dan nam ik mijn modelbouwspullen mee. Griekenland, mooi weer, zwembad erbij. Iedereen was dan aan het zwemmen, zat ik binnen te bouwen. Vond ik heerlijk, dat voelde voor mij echt als ontspanning aan.’

Afdichtdopje wordt mini-onderdeelbak

Het woord afval kent Wilco Machiels niet of nauwelijks, want in haast alles ziet hij potentiële onderdelen voor zijn diorama’s. Plastic verpakkingsmateriaal, aluminium waxinelichthoudertjes, een lege zeeppomp of verrookte lamellen; hij kan het allemaal in zijn miniatuurstillevens verwerken. ‘Die lamellen heb ik al heel lang in mijn bezit, kwam uit een huis waar flink gerookt was. Dat schilder ik en dan is het perfect om de wanden mee aan te kleden.’ Ook op zijn werk weten alle collega’s met wie ze te maken hebben. ‘Niemand gooit zomaar iets weg, want meestal kan ik het gebruiken. Neem bijvoorbeeld afdichtdopjes van een connector, daar maak ik dan weer mini-onderdeelbakken van.’

Naast deze ‘gratis’ onderdelen is Wilco door zijn diorama’s ook vaste klant bij de plaatselijke bouwmarkt. Daar haalt hij zijn materiaal voor de basis, zodat er een ‘speelveld’ met een afmeting van zo’n 62 centimeter breedte, 28 centimeter hoogte en een diepte van 30 centimeter ontstaat. ‘Op dat moment heb ik al wel een grof idee wat ik wil bouwen, maar vaak komt de inspiratie terwijl ik bezig ben. Dat vind ik juist zo mooi aan het maken van zo’n diorama… Je weet vooraf totaal nog niet hoe het eindresultaat eruit gaat zien.’

Top 10 interessante details op motorfietsen

Alles is mogelijk

Doordat hij zijn fantasie de vrije loop kan laten gaan, ontstaan er fraaie creaties in zijn diorama’s. Machiels combineert namelijk graag als hij zijn motoren afbouwt. ‘Het voordeel is dat ik hier kan maken wat ik wil. Het hoeft technisch namelijk niet te kloppen, als het uiterlijk van zo’n motor maar smoelt. Kijk, mijn Ducati 916 ga ik echt niet verbouwen tot een caféracer, maar in mijn hobbykamer kan ik dat weleens proberen.’ In zijn kamer heeft hij meerdere voorbeelden tentoongesteld. Zo wordt het diorama van een customgarage verfraaid met een prachtige, Gulf gesponsorde BMW-boxer. ‘Dat blok komt van een R80G/S, een replica van Gaston Rahiers-rallymotor. De tank en wielen zijn dan weer afkomstig van een ander model. Op die manier kan ik zelf bepalen hoe mijn motoren eruitzien. Alles kan en alles mag.’

Slechts één keer kon Wilco zich vooraf al enigszins voorstellen hoe het uiteindelijke diorama eruit ging zien. ‘Ik werk normaal gesproken vanuit mijn fantasie, maar ik wilde toch eens proberen om een realistisch beeld te schetsen. Zodoende ben ik hier in Nuenen naar Moto Puro gegaan om te vragen of ik een diorama van hun werkplaats mocht maken.’ Uiteraard stemde eigenaar Jean-Claude Luijcx toe. ‘Aan de hand van foto’s ben ik aan de slag gegaan en heb geprobeerd tot in de kleinste details aan het diorama te werken. Normaal is alles fictief, maar nu kon je het vergelijken met een bestaande situatie. Dat was spannend, maar uiteindelijk was het ook één van de leukste projecten waar ik aan heb gewerkt.’

Op het verkeerde been zetten

Het grootste compliment dat Wilco kan ontvangen, is als hij te horen krijgt dat iemand niet in de gaten heeft dat ze naar een foto van zijn diorama kijken. ‘Toen ik met Moto Puro bezig was, had ik tussendoor een foto van mijn vorderingen naar eigenaar Jean-Claude doorgestuurd. Hij wilde een geintje uithalen met zijn monteur en dus stuurde hij mijn foto van de miniatuur-werkbank door. Met de opmerking: “Nou, het was nogal een zootje, dus ik heb maar eens opgeruimd.” En ja hoor, die jongen trapte er in. Dat vind ik mooi, als mensen op het verkeerde been worden gezet door mijn diorama.’

Hoewel hij zich helemaal kan verliezen als hij lekker aan het knutselen is, zou Machiels niet continu in zijn miniatuurwereld willen leven. Ook niet als hij zijn boterham ermee zou kunnen verdienen. ‘Het moet voor mij een hobby blijven’, reageert hij stellig. ‘Als ik dit iedere dag zou moeten doen, dat werkt niet voor mij. En ik weet ook zeker dat de inspiratie dan snel verdwijnt om weer met iets nieuws te komen. Plus, als geld een rol gaat spelen, dan betekent dat automatisch dat anderen veel meer gaan bepalen wat jij moet maken. Daar heb ik echt totaal geen zin in.’

Toekomst in 3D printen?

De 3D-printer is al jaren bezig aan een gestage opmars en ook in de modelbouw heeft deze techniek zijn opwachting gemaakt. ‘Ik heb weleens een motorblok laten printen en dan weet je niet wat je meemaakt. Echt ongelooflijk gedetailleerd’, meent Wilco Machiels. De dioramabouwer ziet zeker mogelijkheden, maar deels is hij ook terughoudend als het om 3D-printen gaat. ‘Het geeft veel mogelijkheden, maar ik weet niet of ik over een paar jaar hier een 3D-printer heb staan. Ik twijfel, want het voelt voor mij toch een beetje als de boel wat belazeren. Aan de andere kant, bouwdozen zijn natuurlijk ook gewoon gegoten onderdelen. Ik denk dat ik zelf vooral moeite heb met het feit dat ik dan niets meer zelf kan creëren. En juist dat vind ik zo mooi aan het maken van zo’n diorama.’

Benelli-moederbedrijf QJ patenteert dikke V-twin: Chinese Super Duke op komst?

0

Qianjiang, het moederbedrijf van zowel Benelli als QJMotor, heeft een nieuwe V-twin-motor met grote cilinderinhoud gepatenteerd. Eentje waarin zelfs het minder getrainde oog meteen het blok uit KTM’s 1290 Super Duke R herkent. Zoek de zeven verschillen!

1.301cc?

De projectnaam die we op de patentaanvraag terugvinden is “QJ2V108MYL”. Ontwarren we die lettersoep even, dan is het logisch dat de ‘QJ’ voor de fabrikant in kwestie staat, ‘2V’ Chinees is voor ‘V2′ en de 108 eventueel een knipoog zou kunnen zijn naar de boring van het blok. Toevallig (of net niet) éxact de boring die we ook op het 1.301cc KTM-blok aantreffen. Naar de drie laatste letters hebben we voorlopig ’t raden. Het lijkt misschien allemaal een tikkeltje vergezocht, maar leg de beelden en de info gerust even naast elkaar…

QJMotor lanceert nieuwe 550 sportmotor

Oostenrijks bondgenootschap

Het nieuws is vooral opvallend in de zin dat KTM tot op heden een samenwerking had met het eveneens Chinese CFMoto. Al is de link met QianJiang niet geheel nieuw: de Chinezen racen met KTM’s in het Moto3-kampioenschap (Team Avintia). Al rijden de machines daar onder QJmotor-vlag. Wat er ook van zij, QJ ontwikkelt en levert motoren voor en aan een pak ‘westerse’ merken. Zo klopten onder meer Harley-Davidson en MV Agusta al bij de Chinezen aan voor respectievelijk enkele motoren voor de Aziatische markt (kleine cilinderinhoud) en de productie van de Lucky Explorer 5.5.

Als Qianjiang effectief een versie van de KTM V-twin gaat produceren, dan zou het ons niet verwonderen als Benelli eerst aan de beurt is om er een platform rond te bouwen. Dat zou het merk – gezien z’n racepedigree – allerminst misstaan… To be continued!

Motorrijden en rekeningrijden; hoe zit dat?

0
rekeningrijden voor motoren

Vanaf 2030 rekeningrijden. Ook voor motorrijders?

Nadat er al jaren over gesproken werd, lijkt het rekeningrijden vanaf 2030 echt ingevoerd te gaan worden. Vanaf dan betaal je dus zeer waarschijnlijk per gereden kilometer en niet meer voor het bezit van een auto. Betalen naar gebruik heet het dan ook wel. De oplettende motorrijder zal het ongetwijfeld al opgevallen zijn dat we het voor Motor.NL opvallend vaak – te vaak zelfs wat ons betreft – over een auto hebben maar dat heeft gelukkig een zeer goede reden. Want in – ieder geval voorlopig – maakt de motorfiets geen deel uit van het rekeningrijden, zo blijkt uit navraag van Motor.NL aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

10 vragen over de vanaf 2023 verplichte motorkeuring in België

‘Betalen naar gebruik wordt voorbereid voor personen- en bestelauto’s. Reden hiervoor is dat de bijdrage van motorrijders aan de opbrengsten in motorrijtuigbelasting relatief laag zijn, net als de bijdrage van motoren aan CO2-uitstoot. Het zou het invoeren van de hervorming van de motorrijtuigbelasting wel ingewikkelder maken dit direct mee te nemen’, aldus een woordvoeder.

Zoals altijd bij berichten uit Den Haag is het niet allemaal dikke pret. Het kabinet onderzoekt wel de mogelijke impact van betalen naar gebruik op motorgebruik en de impact daarvan op verkeersveiligheid. ‘Indien nodig of gewenst kunnen motoren in een latere fase alsnog onder het systeem van betalen naar gebruik gebracht worden’ zo laat dezelfde woordvoerder ons weten. Maar voorlopig dus niet!

Dolomieten, Italië: achter de Passo Rolle

0
Dolomieten, Italië

De Dolomieten staan hoog genoteerd op de bucketlist van motorrijders. En terecht. Maar als we dan gaan, steken we zelden de Passo Rolle of Passo Staulanza over. En dat is jammer, want achter deze psychologische barrières wacht een droomwereld voor wie op zoek is naar extra avontuur.

Fotografie: Hans Avontuur

De KTM 1290 Super Adventure S heeft het geweldig naar zijn zin op de Passo Duran, een 1.605 meter hoge bergpas met hier en daar een hellingspercentage van veertien procent! Het bochtenwerk is zo afwisselend dat je geen seconde mag verslappen, tenzij je de motor even aan de kant zet om van het uitzicht te genieten.

Toerisme Duitsland: toeren tussen Kocher en Jagst

De bochten zijn rond, langgerekt, kort, hoekig, soepel of gemeen. De wegligging is echter zo goed, dat ik niet één keer de controle dreig te verliezen of moet bijremmen. Schakelen, hoek om, gas erop. Het liefst in de derde versnelling zodat elke klap van het blok raak is. Ik ga voor de maximale pret want er hangen dreigende wolken boven de toppen. Geen idee hoe lang het wegdek nog veilig droog blijft.

De Passo Duran heeft niet de meeste haarspeldbochten of genummerde bochten. De status van Stelvio of Pordoi ontbreekt. Maar een bestaan onder de radar heeft zo zijn voordelen. Het is er rustig, ik hoef nauwelijks auto’s in te halen en er zijn geen wielrenners die tijdens de afdaling in mijn wiel proberen te kruipen.

Mooie rit door het Val di Zoldo trouwens en lekker Italiaans, die kleine oude dorpen als Dont en Chiesa. De afdaling naar het stadje Agordo is weer wat breder zodat de snelheid een beetje omhoog kan. Eenmaal beneden land ik op het Piazza della Libertà in Agordo voor een geweldige espresso macchiato voor €1,20 en feestelijk zicht op statige panden en het Palazzo Crotta de Manzoni.

Nooit van gehoord? Precies. Ik ook niet. Terwijl de Italianen het juist vaak omschrijven als ‘het hart van de Dolomieten’. Logisch, want het plaatsje is omringd door twaalf pieken zoals de Framont, Moiazza en de Cime di Zità. Deels te zien vanaf mijn plek in de zon. Wonderlijk trouwens, die zon, want afgezien van die ene open plek hangt het wolkendek nog altijd dreigend aan het plafond.

Bochten als kunst

Terug in het zadel van de KTM volg ik het water van een stevig stromende bergrivier, klim ik het dal uit en sla ik op een kruispunt eigenwijs linksaf. De rest van het verkeer neemt de route naar het bekendere Pellegrino. Maar wat is het strak sturen op de nauwelijks bekende Passo Valles. Ik zet de motor telkens op een soepele lijn, waardoor het ontspannen rijden is.

De route komt langs verschillende almen. Bij Malga Vallazza kun je aanleggen voor streekproducten. Ik rijd door, want de Passo Rolle wacht, nog zo’n heerlijke bochtendraaier. Op de een of andere wonderlijke manier vormt deze bergpas voor veel motorrijders een natuurlijke grens. Verder naar het zuiden rijden maar weinigen. Jammer. Alleen dat landschap al. De Pale di San Martino geldt als de Matterhorn van de Dolomieten. En vanaf de pashoogte is meteen duidelijk waarom.

Er volgt een geweldige afdaling die alle aandacht opeist. De bochten zijn als kunstwerken in de bergwereld gelegd. Kunst. Dat kun je wel aan Italianen overlaten. Ondertussen maakt de hemel werk van het urenlange dreigement. De eerste druppels vallen. Ze spatten groots en hard uit elkaar op het asfalt.

Regenpak aan, regenpak uit. That’s the question. Ik blijf nog even doorrijden. Dwars door de bergsportplaats San Martino, waar in de 19de eeuw beroemde klimmers kwamen om de Pale di San Martino te bedwingen. Vanaf deze kant ziet hij er overigens helemaal niet als de Matterhorn uit. Het is geen piek maar een massieve brede rotswand.

In Primiero komt plots de hemel omlaag. Vanuit mijn ooghoek zie ik een koffietentje met overdekt terras. Draaien, parkeren, schuilen. En het regenpak kan ook alvast uit de koffers. Ik bestel een cappuccino en een broodje en zie hoe het almaar harder gaat regen en waaien. Druppels waaien nu horizontaal onder de luifel door. De eters op de eerste rij worden kleddernat en verhuizen naar de tafels tegen de gevel. Zo ver mogelijk weg van het water. Een blik op buienradar belooft weinig goeds.

Donder en bliksem

Zodra het even wat lichter is, besluit ik om toch nog maar een stukje verder te rijden. Voorbij het authentieke dorpje Mezzano begint de Passo di Gobbera. Het natte wegdek vraagt om voorzichtigheid, maar het afgenomen rijplezier wordt ruimschoots gecompenseerd door het landschap. De Passo Brocon komt er direct achteraan. In ruim 13 kilometer goed voor 874 hoogtemeters. Een snack voor de warmgedraaide KTM.

Hoewel het nog geen avond is, gaat het licht uit. Donderslagen galmen tussen de bergwanden, hier en daar een flits. En dan komt er zoveel water omlaag dat mijn zicht in hoog tempo afneemt van 50 naar 30, 20, 10, 5, 1 meter… Ik stop en vind een schuilplaats in een tunnelbuis die niet meer door het verkeer wordt gebruikt. De motor kan helaas niet binnen.

Aanvankelijk stroomt er een dun sliertje water door de buis, maar die is na een half uur aangezwollen tot bijna de volle breedte van de tunnel. Alleen aan de zijkant is nog een rand waar mijn motorlaarzen op droge grond kunnen staan. Aan de voet van de afdaling ligt Borgo Valsugana, een prima plek om te overnachten. Zodra het iets minder hard regent start ik de motor voor een afdaling met 25 kilometer per uur. Het asfalt is in een soort bergbeek veranderd.

Toerisme Italiaanse Alpen: het voorjaar ontwaakt

Als mijn motor veilig en droog bij het hotel staat in de oude kern van Borgo, geef ik me over aan de avond. En al de regen die nu valt, valt morgen niet. Ik omarm het toeval. Dankzij het noodweer zit ik nu bij Bar Centrale aan een fenomenale pizza caprese met een karaf huiswijn en slechte muziek. Er hangt een fijne sfeer van bierdrinkers aan de bar, afhalers en mensen die net als ik aan een tafeltje zitten.

Het geeft me ook de tijd om even na te denken over het navigatiesysteem van KTM, Mydrive. Voor een TomTom en Garmin-rijder als ik, is het even wennen. Hoewel ik er ondertussen prima mee uit de voeten kan, had een avonturenmerk als KTM er wel meteen wat beters van kunnen maken. Het is nogal basic en niet altijd even praktisch. Die bugs zullen er wel uitgaan, maar waarom niet in één keer goed.

Via de app installeer ik alvast de route voor morgen. Nu nog duimen dat het stopt met regenen.

Dikke vrienden

Een dag later zijn mijn handschoenen, regenpak, laarzen, sokken én motor allemaal weer droog. Geen tijd te verliezen, want ik weet niet hoe lang het zo blijft. Boven Levico Terme ligt een arsenaal aan heerlijke kleine weggetjes. Bergop en bergaf. De wolken hangen er op de vloer, maar er vallen geen druppels.

Ik geniet maximaal van het klimmetje naar Vetriolo. De KTM Super Adventure kan er zijn volle bottom power gebruiken. Ook als ik de grenzen opzoek tussen snelheid en wegdek wijkt de machine geen centimeter van de gekozen lijn. Het heeft even geduurd voor de Oostenrijker en ik aan elkaar gewend waren, maar nu zijn we dikke vrienden.

Er volgt een panoramaweg zonder dat deze zo wordt genoemd. Halverwege dal en bergtop zijn kleine dorpen tegen de flanken geplakt. Ik kom achter een tractor met een oplegger vol boomstammen te zitten en de weg is te smal om in te halen. Een kwestie van geduld.

Als de weg weer vrij is geef ik gas naar bekender terrein. Cavalese, Val di Fiemme, Passo Lavazè, klinkende namen tijdens de meer gangbare ritten door de Dolomieten. Bovenop de altijd mooie Passo Costalunga sla ik linksaf. De meesten gaan rechtdoor naar het Val di Fassa en verder richting het beroemde Sellamassief. Mijn beloning is de Passo Nigra onder de toppen van de Cima Roda di Vael en de Cima Catinaccio. Door het geconcentreerde sturen heb ik niet in de gaten dat de hemel ondertussen massief donkergrijs is geworden. Na zo’n overdaad aan heerlijk bochtenwerk is dat niet erg. Het is tijd om af te dalen en op zoek te gaan naar een slaapplek. Liefst net zo leuk als Borgo.

Download de route Dolomieten

Dolomieten: drie x stoppen

Malga Vallazza

Authentieke almboederij op 1.937 meter hoogte met picknicktafels voor de deur. Perfecte plek voor een koffiestop met huisgemaakte taart of een stevige boerenlunch.

Adres: aan de Passo Valles

Caffè Pasticceria Zanetel

Na de afdaling vanaf de Passo Rolle en San Martino di Castrozza, kun je hier terecht voor koffie en zoetigheden op een fijn terras aan het water.

Via Angelo Guadagnini, Fiera di Primiero

Centrale Ristorante Pizzeria

Er zijn beslist betere eetadressen te vinden in Borgo Valsugana, maar de pizza’s zijn fantastisch en er hangt de ongedwongen sfeer waar wij motorrijders van houden.

Piazza Martiri della Resistenza, centrum Borgo.

Reisinformatie

De reis

Natuurlijk ligt de zuidkant van de Dolomieten verder weg dan het bekende en drukkere noorden, maar als je meer authentieke Italiaanse sfeer zoekt, is dit de plek waar je moet zijn. Een kwestie van een klein stukje doorrijden. Binnendoor is dat geen straf!

Overnachten

Er zijn tal van mogelijkheden. Van eenvoudig tot luxueus. In Locanda in Borgo Garni & Wellness, een super sfeervol klein hotelletje in het hart van het mooie stadje Borgo Valsugana. De motor kan binnen staan, door een poort waar vroeger de paardenkoetsen doorheen gingen. Het pand dateert van 1775. Kamers vanaf 90 euro voor twee personen met uitgebreid ontbijt. In Alba waren we te gast in Hotel Cacciatora, een luxe hotel aan de voet van de Passo Fedaia, mooie kamers, garage voor de motor en heerlijk eten. Verblijf vanaf 84 euro per persoon inclusief ontbijt, uitgebreid diner en gebruik van wellness.

Informatie

www.visittrentino.info

Kawasaki Ninja: elektrisch vanaf 2023?

0

De definitieve versie van het ‘EV-project’, de conceptmotor die op de 2019 Milaan Motorshow werd getoond, zou al volgend jaar bij de dealers van de Japanse fabrikant kunnen arriveren. Uit gelekte gegevens blijkt dat de Kawasaki 27 pk, een 4-versnellingsbak en recuperatieve remmen heeft waarmee de accu tijdens remmen wordt opgeladen.

In Japan wordt gesproken over de zeer reële mogelijkheid dat Kawasaki al in 2023 een elektrisch aangedreven sportmotor op de markt zal brengen. Dit werd onthuld door de Japanse website www.autoby.jp, die uitlegt dat het de definitieve versie zou zijn van het ‘EV-project’, de conceptmotor die werd getoond op de 2019 Milaan Motorshow.

10 batterij aangedreven Kawa fietsen op komst

In Japan werd het EV-prototype voor het eerst tentoongesteld in 2021 en bij die gelegenheid kondigde Kawasaki aan dat het van plan is om de komende twee tot drie jaar 10 elektrische modellen in productie te nemen. Veel meer dan een intentieverklaring: Kawasaki gaf zelf een foto vrij die genomen werd tijdens het testen van het EV Project prototype, die als basis diende voor de ontwikkeling van het commerciële model.

Wat er voorlopig van zal komen is onbekend, en de afbeelding van de complete motorfiets hierboven is slechts een grafische interpretatie. Maar de naam is al bekend: Ninja E1. Omdat  dit ‘het eerste elektrische Ninja-model’ is?

Kawasaki: hybride met elektrische compressor?

Informatie uit het octrooi

Iets meer kan worden afgeleid uit de octrooiregistratiegegevens voor het EV-project. Een vermogen in de orde van grootte van 10 kW werd aangekondigd, waarschijnlijk zal de Ninja een maximumpiek van 20 kW (27,2 pk) hebben; het heeft een versnellingsbak met vier versnellingen, wat voor een ongebruikelijke oplossing is, en het heeft een hendelbediening onder het stuur om de elektrische energieterugwinning te activeren door gebruik te maken van de remmen. Dat zal van pas komen, want het schijnt dat de actieradius bescheiden zal zijn, zo’n honderd kilometer, terwijl het gewicht naar verwachting 219 kilo zal bedragen.

Het is interessant om te zien hoe Kawasaki de kenmerken van een sportmotor in elektrische toepassing heeft verwerkt. Als de ‘Ninja E1’ echt in 2023 uitkomt, kunnen we al iets verwachten op de volgende show in Milaan of uiterlijk op de autoshow van Tokio.

Zondag 28 augustus EK Finale zijspan in Eenrum

0
EK Finale zijspan in Eenrum

Op Zondag 28 Augustus 2022 zal in Eenrum de finale van het Europees kampioenschap zijspan worden georganiseerd op de snelle baan in Eenrum en de combinaties zullen er alles aan doen om op het eind van de middag als Kampioen op de hoogste trede van het podium te staan en als nummer één te worden geëerd.

De snelste combinaties uit Europa zullen aan de start verschijnen en met snelheden van meer dan 100 km per uur de baan rond gaan.

Valentino Rossi racet komend weekend op Spa-Francorchamps!

Op zaterdag 13 augustus worden de kwalificatie wedstrijden van de zijspannen verreden in Bad Hersfeld en pas dan worden de laatste 6 rijders plus twee reserve rijders geplaatst voor de WK Finale in Eenrum en is de definitieve startlijst bekend. Al eerder hebben zich 6 combinaties rechtstreeks geplaatst, zodat er in Eenrum 12 combinaties aan de start zullen verschijnen. Het zal weer een spannende strijd worden en de winnaar op voorhand aanwijzen zal lastig worden. Het is dan ook nog geen uitgemaakte zaak wie deze middag Europees kampioen zal worden .

Voor de solo’s rijders zal het niet minder spannend zijn, want er zullen in totaal 12 toprijders aan de start komen te staan. Met rijders als Romano Hummel, Jannick de Jong,Theo Pijper en niet te vergeten Mika Meier en nog acht rijders uit het buitenland belooft het een wedstrijd op wereld niveau te worden.

Naast de Zijspannen hebben we een prachtig bijprogramma en zullen en de Solo’s, de Shorttrack, de ST 250cc en de ST 500 cc met alle rijders aan de start verschijnen. Deze klassen zijn een aanvulling op het dagprogramma dat garant staat voor snelheid en veel spektakel.

Op zaterdag 27 augustus zullen de Jeugd en Nationalen aan de start verschijnen .

Deze dag wordt er gereden en gestreden en komen de Specials nationalen, de 65 cc en de 85 cc, de 125 cc cup, de 125cc jeugd, de Power Girls en de ST 250 cc en de ST500 cc cup aan de start.

Waterdichte soft bags van Moto-Detail

0

Moto-Detail staat bekend om functionele soft bags met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. De complete bagageserie is online en in de Louis-winkels te koop.

Typische Moto-Detail kenmerken zijn de robuuste constructie en het design zonder franje. Dit is een systeem voor alle weersomstandigheden, flexibel en universeel toepasbaar en gemakkelijk te reinigen. De beproefde rolsluitingen en het waterdichte buitenmateriaal zorgen ervoor dat de inhoud schoon en droog blijft. Binnenin is er genoeg ruimte voor alles wat je mee wilt nemen. Geschikt voor dagelijkse gebruik en voor de motorvakantie.

De waterdichte bagageserie bestaat uit de volgende zes delen:

  • Tanktas, inhoud 7 liter, met verwijderbaar deksel voor kaartenvak, € 69,99
  • Trekking rol, 30 liter inhoud, met afneembare schouderriem, € 39,99
  • Trekking rol, volume 50 liter, met afneembare schouderriem, € 49,99
  • Zadeltassen, 20 liter inhoud per stuk, met hittebestendige bodem, € 119,99
  • Rugzak, inhoud 26 liter, met afneembare tailleriem, € 69,99
  • Speedbag, 30 liter inhoud, met afneembaar rugzaksysteem, € 79,99

Ducati World Premiere 2023 start op 2 september

0

Het Ducati World Première-seizoen begint weer. Vanaf 2 september krijgen we te zien wat er nieuw nieuw uit de fabriek in Borgo Panigale fabriek rolt voor het komende seizoen.

De uitzending van de eerste aflevering is gepland voor vrijdag 2 september om 19.00 uur, ter gelegenheid van de Grand Prix van San Marino en Riviera di Rimini. De premières zullen doorgaan tot 7 november. En je kunt ze live bijwonen.

Specificaties onthuld van Ducati V21L MotoE-racer

Er zijn zeven afleveringen gewijd aan de nieuwe modellen van Borgo Panigale: in september, oktober en november zullen de nieuwe modellen van de 2023-serie online worden onthuld, op de Ducati.com website, op het YouTube-kanaal en op de sociale netwerken van Ducati.

Hieronder staat het schema van alle afleveringen van de Ducati World Première 2023 web series:

  • 2 september 2022: Ducati World Première – Episode 1 | The Unexpected
  • 15 september 2022: Ducati World Première – Episode 2 | Ready for More?
  • 29 september 2022: Ducati World Première – Episode 3 | Unlock Earth
  • 7 oktober 2022: Ducati World Première – Episode 4 | This is Racing
  • 20 oktober 2022: Ducati World Première – Episode 5 | Push Forward
  • 28 oktober 2022: Ducati World Première – Episode 6 | Dare to be Bold
  • 7 november 2022: Ducati World Première – Episode 7 | Next Gen Freedom