Nieuw binnen het Yamaha Racing bLU cRU Benelux programma: de Yamaha R7 Cup! Vanaf nu is er voor coureurs uit de R125 en R3 Cup de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen met de Yamaha YZF-R7. Ook de trackday-rijder die de competitie op wil zoeken zal dankzij het lage gewicht, soepel motorkarakter en superieure wendbaarheid van de Yamaha R7 de races met vertrouwen tegemoet gaan. Met Bob Withag en Leon Bovee als klasse-coördinator en rijderscoach kunnen alle deelnemers bovendien rekenen op coaching op maat.
Met de komst van de Yamaha R7 Cup wordt er een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het Yamaha Racing bLU cRU Benelux programma. Betaalbaarheid, plezier en snelheid kenmerken de Cup. De basis voor de Cup is de Yamaha YZF-R7 met zijn levendige 689 cc CP2-motor, A&S-koppeling en koppelrijke acceleratie. Het superslanke en aerodynamische kuipwerk heeft het kleinste frontale oppervlak van alle modellen uit de R-serie en levert het hoogste niveau van aerodynamische efficiëntie op. Deze buitengewone Supersport van de volgende generatie met de speciaal voor de R7 ontworpen GYTR wegracekit levert een toegankelijke sportmotor op voor de trackday-rijder die klaar is voor de competitie of de jonge coureur die door wil stromen vanuit de R125 of de R3 Cup. Alle motoren binnen de Yamaha R7 Cup zijn precies hetzelfde gebouwd, wat ervoor zorgt dat het allemaal afhangt van de vaardigheid van de coureur.
Begeleiding op maat
De Yamaha R7 Cup kent twee klassementen. Jong racetalent vanaf 15 jaar tot en met 24 jaar dat zich verder wil ontwikkelen komt uit in het junioren klassement. Coureurs vanaf 25 jaar strijden om het senioren klassement. Alle coureurs kunnen daarbij rekenen op intensieve begeleiding van een gedreven crew met onder andere klasse-coördinator Bob Withag en rijderscoach Leon Bovee. Beide hebben een indrukwekkend CV met een succesvolle loopbaan als coureur en jarenlange ervaring als klasse-coördinator, trainer en rijderscoach in diverse wegraceklassen. Daardoor kan iedere coureur rekenen op coaching op maat, perfect aansluitend bij zijn of haar eigen niveau.
Er wordt gereden op verschillende circuits in voornamelijk Nederland en België tijdens 1- of 2-daagse race events met dubbele races, passend in het concept om betaalbaarheid van de Cup-klassen te garanderen. De kalender bestaat uit minimaal 6 race events met daaraan voorafgaand een voorjaarstraining op een nader te bepalen circuit.
Europese R-series SuperFinale
De competitie wordt zeker niet vergeten en zal er ook zeker zijn, niet alleen om het kampioenschap binnen de eigen Cup maar ook om een plaats voor de Yamaha Racing bLU cRU SuperFinale te veroveren. De beste rijders uit alle Europese Yamaha R-Cups mogen na het einde van hun eigen seizoen in deze prestigieuze internationale race, die wordt verreden als onderdeel van het WK Superbike, de strijd met elkaar aangaan.
Yamaha R7 Cup pakket
Het Yamaha R7 Cup pakket bestaat uit een Yamaha YZF-R7 met GYTR wegracekit, bestaande uit:
Quickshifter
GYTR ABS emulator YZF-R7
GYTR YZF-R7 racekuip
GYTR YZF-R7 racing scherm
GYTR Exhaust System Akrapovič
Öhlins achterschokdemper street / race
GYTR racing bezinedop R7 quick release
GYTR racing rear set
GYTR on-off schakelaar
Voorremhendel bescherming
GYTR ketting beschermer/sharkfin
GYTR stuurstop
GYTR remkabel set
GB-Racing R7 carterbeschermingsset
GB-Racing R7 waterpomp beschermkap
Veiligheidskabelslot 3 stuks
Tankvergrendeling R7
Zadelkussen (universeel)
GYTR R7 sticker kit
Eveneens ontvangt de deelnemer:
Race-overall
Racelaarzen
Yamaha easy up tent
Set race banden
Paddock Blue kledingpakket
De prijs voor het complete Yamaha R7 Cup pakket bedraagt €16.999 (incl. BTW) bij aanmelding voor 31-12-2022, daarna bedraagt de prijs €17.499 (incl. BTW). De prijs is inclusief inschrijfgeld voor de race events en voorjaarstraining, exclusief reis- en verblijfkosten. De kalender met data en circuits wordt binnenkort bekend gemaakt.
De montage van de GYTR wegracekit kan desgewenst worden verzorgd door een GYTR PRO Shop. Tegen een bijbetaling van € 500,- (excl. BTW) zal de kit worden gemonteerd en een dyno test worden uitgevoerd. De Yamaha R7 wordt vervolgens raceklaar afgeleverd door de desbetreffende GYTR shop, de originele delen zullen bij de shop achterblijven.
Mocht je al in bezit zijn van een Yamaha R7 en willen deelnemen of heb je andere vragen over de Yamaha R7 Cup, dan kun je terecht bij Bob Withag of Leon Bovee via info@yamaharacingbenelux.eu
Nieuwsgierig naar meer?
Op de website vind je alle informatie en kan je je inschrijven voor seizoen 2023 via www.yamaha-motor.eu/nl
Offroads worden niet gekker dan de 175 pk sterke Buell 1190 Baja Desert Racer. De motor is gebaseerd op Buell’s eigen AMA Hill Climb racer 1190HCR en Buell denkt dat klanten die dapper genoeg zijn om de machine te kopen, ook wel eens een heuveltje willen verschalken.
Potentiële klanten kunnen de motor reserveren via de website van Buell, en voor slechts $25 krijgen ze zelfs een gelimiteerde cap voor de moeite! Naast de Baja kunnen rijders ook de ongebruikelijk ogende Super Touring, Hammerhead en de naakte 1190 SX reserveren.
Maar verreweg de meest ongewone machine van het stel is de Baja. Niet alleen omdat hij afwijkt van Buell’s op de weg gerichte verleden, maar ook vanwege zijn buitengewone prestatiepotentieel. Aangedreven door een 1190cc-72 graden V-twin heeft de Baja naar verluidt 175 pk en een koppel van 138,3 Nm. En hoewel de Baja Desert Racer geen lichtgewicht is in vergelijking met een conventionele enduro, ligt het gewicht van 172 kg duidelijk onder dat van een krachtige adventure bike.
Uiteraard is dit een motor die mogelijk een beetje lastig te controleren zal zijn op je favoriete zandpad. De motor is dan ook veel geschikter om door de woestijn te scheuren en over zandduinen te springen. Om ‘m onder deze omstandigheden heel te houden, is de Baja gebouwd rond een geheel nieuw trellis-frame, met 26,75 graden balhoofdhoek en een gigantisch verstelbare swingarm die een wielbasis tussen 1.625 mm en 1.778 mm mogelijk maakt
De vermelde prijs op de Buell-website voor de Baja Desert Racer begint bij $19.995,-. Dat lijkt weinig voor behoorlijk veel motorfiets voor je geld. Maar… daar komen NL-beslastibgen nog bij én het is nog mar de vraag of de Baja Desert Racer naar Europa komt. Meer informatie over de Buell 1190 Baja is te vinden op de officiële website.
Test Bimota KB4. Wie het merk Bimota kent, weet dat het merk sinds z’n oprichting prat ging op zelfontwikkelde frames en kuipwerk – steevast van de hoogste technologische kwaliteit – die het rond bestaande blokken bouwde.
Testlocatie
Autodromo di Modena, Italië.
Testomstandigheden
Bewolkt maar droog.
Temperatuur
Goed 20 graden celsius.
Testkilometers
In totaal een uur op de baan, verdeeld over twee sessies van 30 minuten.
Bijzonderheden
Na de befaamde Tesi H2 is de KB4 de eerste nieuwe worp voor Bimota sinds Kawasaki aandeelhouder is geworden. Ook deze telg zit nokvol unieke en exclusieve componenten.
Fotografie: Ula Serra en Felix Romero
Ducati, Yamaha, Suzuki en Honda, zelfs Harley-Davidson en BMW leverden tegen betaling een blok, waarna Bimota z’n ding deed en de merknaam in de typebenaming terugkwam: DB, YB, SB, HB, HDB en BB. Als je één naam in dat rijtje mist, is het wel Kawasaki. De Japanners leverden eerder al het Z900-blok, het blok uit de Z500 én de krachtbron uit de Z1000J aan Bimota, voor de bouw van respectievelijk de KB1, KB2 en KB3.
Sinds 2019 – het jaar waarin Kawasaki 49,9 % van de aandelen verwierf – is de connectie sterker dan ooit. Wij zakten naar Modena af om de KB4 – de vierde in lijn als we her buitenbeentje Tesi H2 even buiten beschouwing laten – over het circuit te sturen. En of we daar zin in hadden.
Want als je voor de KB4 staat – en al helemaal als die laatste in de pitlane van de Autodromo di Modena opgebokt staat – dan zou je geneigd zijn te denken dat de machine werd gebouwd met het oog op de scherpste rondetijden. Van de veerelementen, over de lichtgewicht OZ-wielen tot de clip-ons. En toch zou je de bal daar aardig misslaan. Voor de keuze van het blok is het oog van Bimota immers wel op een groene Ninja gevallen, maar tegen alle verwachtingen in niet op dat van de ZX-10R, wel op dat van de Ninja 1000 SX. Geen 998cc-vier-in-lijn met 203 pk dus, wel een 1043cc-vierpitter die 142 pk en 111 Nm neerzet. Het sporttouringblok bij uitstek wordt door de dames en heren uit Rimini onder een klein chroommolybdeenstalen trellis-frame gemikt, waarbij de uit Anticorodal (een hoogwaardige aluminiumlegering) opgetrokken, licht verlengde swingarm rechtstreeks op het blok scharniert en het carbon subframe er bovenop zit gebout.
Al zal je daar in eerste instantie niet veel van merken. Bimota heeft er immers – noblesse oblige – een even ravissant als opmerkelijk carbon kuipwerk over gedrapeerd. Al is daar een goede reden voor: van net naast de koplamp tot onder het zadel loopt namelijk een koelkanaal door het banaanvormige kuipwerk. Die moet de waterkoeler net onder het carbon subframe van voldoende koeling voorzien. Daarbij loopt de tunnel in een lichte trechtervorm samen om de druk te verhogen richting de radiator, maar is het traject tegelijk zo afgerond mogelijk om de meeste wervelingen te vermijden. Een beetje zoals op de Benelli Tornado 900 Tre – die met de dubbele ventilatoren onder de kont – van rond de millenniumwissel. Hopelijk met meer succes dan toen. Al scheelt het dat het ook de huidige Bimota-CEO Marconi was die destijds het project heeft geleid bij Benelli – en dus veel heeft geleerd uit de fouten van weleer.
‘Maar waarom monteer je die koeling niet gewoon voor het blok?’, horen we je denken. Dat is dan weer het gevolg van de wens van Bimota om zowel de wielbasis zo kort mogelijk te houden én het zwaartepunt een stuk naar voren te schuiven om meer gewicht op het voorwiel te krijgen. Tussen beide assen in past exact 1390 mm – wat enerzijds een erg krappe wielbasis oplevert. Van het kaliber dat je zou verwachten op een 600cc-supersport, maar anderzijds amper ruimte laat tussen het voorwiel en het blok zelf om de koeling te installeren. Dan maar onder de billen. Die moeten we trouwens maar eens dringend op die KB4 gaan parkeren.
Gouden zet
Bij het opstappen valt meteen op hoe beperkt de zitruimte is ten opzichte van de erg spacieuse Tesi H2. Tussen tank en onderbuik, of stuit en seatcover past welgeteld één gehandschoende vuist. Net voldoende ruimte voor m’n meter zeventig om de knieën tegen de 19,5 litertank (sporttouring, nietwaar?) af te zetten bij het aanremmen, en het buitenboordhangen toch enigszins te faciliteren. Een meegereisde conllega meet goed een meter negentig en zit iets steviger in het vlees gehesen, waarbij er van speelruimte geen sprake meer is. Een motor gebouwd door Italianen, voor Italianen, zo lijkt het wel. Met het buikspek op het reservoir gevlijd, liggen de clip-ons wel comfortabel binnen handbereik zonder te veel druk op de polsen te veroorzaken. Nog even het koppelings- en remhendel naar de kleinste stand schroeven, sleuteltje omdraaien, een por op de startknop en de gekende vierpitter brult de pitstraat uit een nakende winterslaap.
Net zoals op de Tesi H2 het geval was, heeft Bimota opnieuw elk te homologeren onderdeel van z’n KB4 bij Kawasaki geshopt. Van het blok, over in- en uitlaat, tot de ECU en het dashboard: alle motorgerelateerde onderdelen zijn tot ver na de komma identiek aan de Ninja 1000 SX. Dat bespaart de Riminezen niet alleen veel kopzorgen, maar ook tijd: waar het merk voorheen de meeste uren en euro’s stak in de ontwikkeling van bij de motor passende elektronicapakketten en mappings staan die nu gewoon ‘ter adoptie’ in de Kawasaki-catalogus. De aanpak die niet enkel doet vermoeden dat de Italianen er nu structureel sterker voor staan dan ooit, maar ook garandeert dat alle nuttige tijd naar de ontwikkeling van het rijwielgedeelte, de aerodynamica en de hyperexclusieve onderdelen kan gaan waarmee het zo graag uitpakt. Een gouden zet.
De vrijgekomen R&D-uurtjes laten zich al voelen als je de KB4 in z’n één klikt. Het moment waarop je voeten niet langer de aardkorst raken, je de banden even walst, en merkt dat je met een vedergewicht op weg bent. Dat blijkt ook uit de technische specs van leenheer en vazal: waar Kawa’s Ninja 1000SX nog de volle 235 rijklaarkilo’s op de weegschaal projecteert, doet de KB4 het met amper 194 kg. Dat is maar liefst 41 kg minder, waarmee de KB4 de gewichtsklasse van de meeste hedendaagse naked middenklassers benadert. En dat heeft zo z’n consequenties bij het aansnijden van de bochten. De combinatie van het lage gewicht, de relatief scherpe balhoofdhoek, de vrij korte naloop en de korte wielbasis zorgt ervoor dat de KB4 onder de minste impuls op z’n kant gaat, waarbij de Öhlins-ophanging je zowel op lage snelheden als onder stoom perfect gecontroleerd door de bocht loodst. De Pirelli SuperCorsa EVO’s kleven bij deze temperaturen zelfs zonder bandenwarmers meteen aan het asfalt, waardoor je na amper één opwarmrondje op zoek kan naar de grootste hellingshoeken. Wat een vertrouwen. Wat een geweldig stuurijzer. We kunnen ons inbeelden dat je hiermee elke bergweg met een grijns op en af slingert, maar ook op een technisch circuit als Modena is het feest achter het kuipwerk.
Leuk om weten daarbij is dat er bovenop de swingarm – ter hoogte van het scharnierpunt van de TTX36-monoshock – net zo’n excentrisch stelwiel steekt als op de Tesi H2, waarmee je de rijhoogte over een afstand van 16 mm (+ en – 8 mm) kan verstellen. Wat in tegenstelling tot diezelfde Tesi wél invloed heeft op de geometrie, waardoor je je KB4 iets meer op de neus kan zetten – met een scherpere balhoofdhoek en kortere naloop tot gevolg. Of omgekeerd, uiteraard.
1 van 14
Perfecte verbinding
Exponent van het geweldige stuurgevoel is de perfecte verbinding tussen je rechterpols en de viercilinder in het vooronder. Waar je op de ZX-10R wat meer toeren zou maken om vlot door de bocht te hengsten, speelt het al onderin beschikbare koppel – zeker tussen de 3.000 en de 7.000 tpm – meteen in het voordeel. Erg krachtig en soepel onderin, maar mét een steile vermogenscurve richting begrenzer. Ideaal als de pees er, zoals vandaag, even stevig op mag. Bij het aanremmen kwijt de combinatie van de 43mm Öhlins FGRT (Road & Track) UPSD-voorvork – en de radiaal gemonteerde Brembo Stylema’s zich op fenomenale wijze van hun taak. Op de halve kilometer rechte lijn van Modena tik ik net de 200 km/u aan voor ik in de ankers moet, waarbij m’n remzone zich ronde na ronde verlegt. Net voor het bordje ‘50 m’ blijkt de ideale afstand om de boel dicht te gooien en met een licht zwabberende achterhand in te sturen. Waarbij het nochtans bijgespijkerde ABS me toch enkele keren verrast met een onverwachte ingreep, en de grindbak plots wel heel dichtbij komt… Als het gestuiter achteraan eenmaal is gaan liggen, vlij je de KB4 met de minste impuls op z’n rechteroor, en kan je zonder zorgen vol op het gas na de apex. De tractiecontrole geeft knipperend aan waar ik te vroeg was en vangt op zonder merkbare interventie. Heerlijk. Bij die uitacceleratie blinkt overigens ook de TTX36 van de Zweden uit. Geen gestempel achterin, geen kwispelende staartsectie. Rubber tegen het asfalt en gaan.
Goed gewerkt
Daarbij valt het aanzwellende, schorre inlaatgeluid wel op als je ‘m langs de pitmuur hoort kachelen, maar daar merk je aan boord niet al te veel van in standaarduitvoering. Het blok van de Ninja 1000SX klinkt immers wel mooi vol als je ‘m opgebokt in de pitstraat hoort warmdraaien, maar het relatief beschaafde gezoem wordt al snel bedolven onder een laag rijwind – tot je het hoger in de toeren gaat zoeken, dan toch. Dàt bleek allerminst een probleem te zijn op de Autodromo di Modena. Diep in het rood terugschakelen met de foutloze quickshifter, de autoblipper z’n ding laten doen, voelen hoe de airbox zich volzuigt en het blok nooit maniakaal maar steeds krachtig richting volgende apex sleurt. Waarbij 142 pk méér dan voldoende blijkt om elke recht lijn met lef aan te vallen. Nog even twee open doekjes om af te sluiten: de optionele tweeloops Arrow-uitlaat is een auditief festijn in vergelijking met de standaardpot én oogt nog eens geweldig ook. Maar misschien nog belangrijker: als we na de sessies binnenrijden in de pitstraat, hebben we de KB4 net op z’n jiffy geploft als de koelvinnen aan hun rondjes beginnen. Goed gewerkt, signore Marconi.
Conclusie test Bimota KB4
Hulde aan Bimota om – in tijden van pk-oorlogen – niet voor de meeste pk’s, maar wel voor een heerlijk uitgebalanceerd en krachtig blok te kiezen voor z’n ‘vintage sporttouring’. Een lichtgewicht rijwielgedeelte combineren met een knoert van een vierpitter blijkt een gouden zet. Van het volle koppel onderin tot de indrukwekkende prestaties hoger in de toeren, van het perfect te doseren aanremmen tot de minimale impuls die nodig is om de KB4 om de hoek gejast te krijgen: dit is een rijtechnisch pareltje. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de bootlading aan kwaliteitscomponenten en tot in de puntjes afgewerkte details. In vergelijking met de Tesi H2 is de KB4 veel meer een échte rijdersmotor, die allerminst gedoemd is om onder een glazen stolp te verdwijnen. Het prijskaartje valt alles opgeteld zeker te rechtvaardigen – wat niet betekent dat de Bimota KB4 voor iedereen is weggelegd, helaas…
Pluspunten Bimota KB4
Fenomenaal stuurijzer
Blok is zowel geschikt voor sportief toeren als circuitgebruik
Afwerking en oog voor detail
Minpunten Bimota KB4
Looks moeten je ding zijn, merken we aan de reacties op de eerste beelden
Prijskaartje is niet voor iedereen weggelegd
Beperkte ruimte aan boord, niet voor grote rijders
Royal Enfield verblindde het publiek op de EICMA 2022 met een spannende selectie nieuwe modellen, waarvan de meeste zijn gebaseerd op reeds bestaande platforms van de Indiase fabrikant. Onder de motoren die de aandacht trokken op de Enfield-stand was de langverwachte cruiser gebaseerd op het succesvolle 650 platform, de Super Meteor.
Met stijlkenmerken van zijn kleinere broer, de Meteor 350, zal de Super Meteor wereldwijd zeker een succes worden. Zoals altijd het geval is met alle Royal Enfield’s, zal de Super Meteor eerst op de Indiase markt worden uitgebracht. In afwachting van de lancering van de motorfiets op de Indiase markt, heeft Royal Enfield al een voorreservering geopend voor de Super Meteor en alle kenmerken en kleuren aangekondigd om nog meer opwinding te creëren.
Hoewel de officiële catalogusprijs nog niet bekend is gemaakt, is de algemene consensus onder Indiase motorpublicaties dat de motorfiets rond de 350.000 Rs of ongeveer € 4.200,- zal kosten. Als en wanneer de motor zijn weg vindt naar de westerse markt, verwacht dan dat de prijs drastisch zal stijgen.
Wat de Super Meteor betreft, die wacht er gewoon op om direct vanuit de showroom te worden aangepast. Royal Enfield zal naar verwachting een hele reeks optionele uitbreidingen voor de motorfiets op de markt brengen. Om het nog beter te maken, zal de Super Meteor worden aangeboden in zeven kleuren, verdeeld over twee varianten – Standaard en Tourer. De Standard-versie wordt geleverd in vijf kleurstellingen: Astral Black, Astral Green, Astral Blue, Interstellar Green en Interstellar Gray. De beter uitgeruste Tourer wordt aangeboden in Celestial Red en Celestial Blue.
Qua prestaties zal de Super Meteor de Enfield-liefhebbers zeer vertrouwd voorkomen. Hij beschikt over dezelfde 648cc-paralleltwin als de Interceptor en Continental, en levert daarmee een behoorlijk vermogen van 46 pk en een koppel van 36,4 Nm. Zodra de Super Meteor op de Indiase markt komt, krijgt hij te maken met stevige concurrentie, zoals de Benelli 502C, Honda Rebel 500 en zelfs de Kawasaki Vulcan S.
Hoewel je Voge al jaren zou kunnen kennen doordat ze produceren voor grote merken als BMW en Honda, is het merk als zelfstandig motorfietsfabrikant nog steeds een relatieve nieuwkomer op onze markt. Tot nu! Want onderstaande vierklapper komt in 2023 al naar ons land!
De Voge 900DS is een mijlpaal in de nog jonge geschiedenis van het merk. Met z’n 895cc-paralleltwin, die een vermogen van 96,5 pk bij 8.250 tpm en een koppel van 91 Nm bij 6.250 tpm genereert, is het de eerste ‘grote’ motorfiets van Voge. De 900DS is voorzien van een uitgebreide standaarduitrusting, met onder andere een instelbare stuurdemper, Brembo’s, een quickshifter en een aluminium kofferset. Verder zijn ook het verstelbare windscherm, de volledige ledverlichting en een USB- en een 12V-aansluiting inbegrepen in de helaas nog onbekende verkoopprijs. De zadelhoogte bedraagt 825 mm en met de 20liter-tank is alvast een behoorlijke grote actieradius gegarandeerd. De Voge 900DS staat eind 2023 bij de dealers.
Voge 525DSX
Ook de nieuwe crossover van Voge kan rekenen op de troeven van het merk: avontuurlijke lijnen, een uitgebreide uitrusting en een prima motorblok. De twee-in-lijnmotor heeft een dubbele bovenliggende nokkenas en is vloeistofgekoeld. Hij heeft een maximaal vermogen van 35 kW en is dus geschikt voor het A2-rijbewijs. De 525SX beschikt ook over twee rijmodi. Het stalen buizenframe is gekoppeld aan een aluminium achterbrug. De Kayaba-upsidedownvork heeft een veerweg van 145 mm, terwijl de monoshock met progressieve overbrenging kan rekenen op 155 mm. Er is ook gedacht aan een stukje offroadplezier: zo kunnen het ABS op het achterwiel en de traction control volledig uitgeschakeld worden. Een verstelbaar zadel behoort, net als een aluminium kofferset, tot de standaarduitrusting. De remmen haalde Voge bij Nissin, de banden bij Metzeler (19-inch/17-inch). De ledmistlampen maken het plaatje af. Naast het 7-inch lcd-kleurenscherm (met navigatiemogelijkheid) tref je een 12-volt- en een usb-aansluiting. De Voge 525DSX is eind 2023 beschikbaar.
1 van 2
Voge 125R
Met een drooggewicht van 128 kg is de 125R een van de lichtste motoren in zijn segment. De korte wielbasis (1.310 mm) en de behapbare zadelhoogte (795 mm) moeten respectievelijk een kwiek stuurgedrag en een voor iedere rijder toegankelijkheid garanderen. De 124,8 cc metende monocilinder produceert 14,1 pk bij 9.500 tpm en 12,1 Nm bij 8.000 tpm.
1 van 2
Voge SR4
De SR4 was de allereerste Voge-scooter die werd voorgesteld. De motorscooter wordt aangedreven door een vloeistofgekoelde 350cc-eencilinder met 28,5 pk en 30 Nm. De Voge SR4 is begin 2023 beschikbaar.
Het is voor niemand een geheim dat Royal Enfield momenteel werkt aan een elektrische motorfiets die ergens in 2024 of begin 2025 zijn debuut zal maken. Details over deze aankomende Royal Enfield elektrische motorfiets zijn onlangs online opgedoken en het merk zal waarschijnlijk een neo-retro styling aanbieden met deze motorfiets. De nieuwe elektrische motorfiets, met de codenaam ‘Electrik01’, bevindt zich momenteel in de eerste conceptfase en zal de komende tijd nog veel veranderingen en updates ondergaan. Om te beginnen wordt deze motorfiets waarschijnlijk voorzien van een girder-voorvork – een parallellogram voorvork met uitwendige veren -, schijfremmen en lichtmetalen velgen. Aan de achterzijde zit waarschijnlijk een monoshock.
Afbeelding: autocarindia.com
Royal Enfield zal zich naar verwachting ook richten op hoogwaardige afwerking, samen met een uiterst aantrekkelijke en aansprekende neo-vintage/klassieke styling. Voor zover bekend krijgt de Electrik01 een ronde koplamp en een conventionele ‘brandstoftank’.
De Elektric01 zal waarschijnlijk gebaseerd zijn op een gloednieuw platform met twee framebuizen die aan weerszijden van het balhoofd uitkomen – de ene komt uit de bovenrand van de brandstoftank en de andere loopt naar beneden. In de tweede, naar beneden lopende buis, zit ook het accupakket. Meer details over de mechanische hardware en specificaties zijn nog niet bekend.
Het Royal Enfield Electric01-concept bevindt zich nog in een zeer vroeg stadium en wordt intern een QFD-concept (Quality Function Development) genoemd. De QFD-modellen zijn bedoeld voor productontwikkeling op basis van feedback van klanten, behoeften en verwachtingen. Maar Royal Enfield bevestigde dat deze motorfiets net als alle andere Royal Enfield’s een soortgelijk karakter en DNA zal behouden. Naast deze elektrische motorfiets werkt Royal Enfield ook aan vele andere modellen die binnenkort hun wereldpremière zullen maken. Twee daarvan zijn 650cc-modellen die het blok zullen delen met de Continental 650 en de Interceptor 650. Bovendien werkt Royal Enfield ook aan de nieuwe Himalayan, die in de tweede helft van 2023 op de markt zal komen.
Waar richt zich de blik van deze Japanner op? Wat gaat er in zijn hoofd om? Het gaat hier om Shinici Sahara, de grijzende en bescheiden projectleider van Team Suzuki Ecstar MotoGP. Sahara vertolkt al decennia een sleutelrol in de raceactiviteiten van het Japanse merk. Beter gezegd: vertolkte! Want na de zesde Grand Prix van dit jaar (die van Jerez) moest de Japanner, die halverwege het seizoen 2017 de leiding over Suzuki’s MotoGP-activiteiten kreeg, de leden van zijn team meedelen dat het hoogste management van het wereldconcern uit Hamamatsu had besloten om te stoppen met de MotoGP. Dat nieuws sloeg in als een bom. Niet alleen bij de leden van het Suzuki-team, maar in het hele racewereldje. Ook al omdat Suzuki enkele maanden ervoor het contract met MotoGP-promotor Dorna nog met vijf jaar had verlengd. Economische redenen waren volgens het Suzuki-management de reden van dit besluit. Een triest besluit. Want in het rennerskwartier stond het team onder leiding van Sahara te boek als een zeer sympathieke en hechte groep racemensen, die ook nog eens zeer succesvol was. Met als absoluut hoogtepunt de wereldtitel van Joan Mir in 2020.
Nadat bekend was geworden dat Suzuki na dit seizoen de stekker uit het project ging trekken, ging het ook met de resultaten bergafwaarts. Of dat met het genomen besluit te maken had? Dat kon haast niet, want alle leden van het zeer gewaardeerde Suzuki-team waren nog altijd op en top gemotiveerd. Op Phillip Island maakte Alex Rins echter van alle vraagtekens uitroeptekens. Want hij won op prachtige wijze de GP van Australië en mocht er zo samen met Shinici Sahara het podium beklimmen. Maar de absolute ‘afrekening’ met Suzuki’s hoogste management kwam in Valencia. Niet alleen de laatste race van 2022, maar helemaal het laatste MotoGP-optreden van Suzuki. En laat Alex Rins nu andermaal op fenomenale manier de zege grijpen! Iedereen gunde het Suzuki-team deze triomf. Maar helaas verandert het niets aan het feit dat Shinici Sahara wat de MotoGP betreft alleen nog maar terug en niet meer vooruit kan blikken.
Wetenswaardigheid
Suzuki keerde in 2015 terug in de MotoGP met de compleet nieuw ontwikkelde GSX-RR. De eerste GP-zege met deze machine werd behaald in 2016 door Maverick Viñales. De Spanjaard won er mee op Silverstone. Vervolgens wist diens landgenoot Alex Rins maar liefst vijf overwinningen met de GSX-RR te boeken. Dat gebeurde in 2019 in Austin en op Silverstone. In 2020 zegevierde Rins voor eigen publiek op Aragón. En dit jaar, 2022, was hij de sterkste op Phillip Island en in Valencia. Maar de meest succesvolle coureur van het Japanse merk in dit MotoGP-tijdperk is ongetwijfeld Joan Mir. Weliswaar wist deze Spanjaard maar één GP te winnen, dat was de tweede race op Valencia in 2020, maar Mir werd dat jaar wel MotoGP-wereldkampioen!
Foto’s van een Moto Morini X-Cape 1200 circuleren op het net. De motor ziet er al definitief uit en is uitgerust met de 1200cc-V-twin, dat werd ontworpen door Lambertini.
De nieuwe – binnenkort te produceren, zo lijkt het – Moto Morini X-Cape 1200 zou het exemplaar kunnen zijn dat afgebeeld wordt op deze foto’s. De Moto Morini is uitgerust met een doorontwikkeling van het 1200cc-‘Corsacorta’ blok, ontworpen door Franco Lambertini.
De motor ziet er heel erg af uit. Het zal ons niet verbazen dat we hier nar de definitieve gedaante kijken van de X-Cape 1200. De uitrusting lijkt van premium niveau met een Brembo remsysteem en tft dashboard. We wachten op een officiële bevestiging van Moto Morini.
De eerste elektrische motorfiets ontworpen door Erik Buell kan nu worden voorbesteld. Met 47 pk (35 kW) biedt hij een actieradius van 240 km. De kosten? Vanaf 11.995 dollar
De FUELL Fllow werd in 2019 geïntroduceerd en zou naar verwachting vorig jaar in de verkoop gaan. Maar corona stond in de weg en dus werden de productieplannen uitgesteld; het nieuws is dat de reserveringen in de VS nu geplaatst kunnen worden.
De Fllow is de eerste elektrische motorfiets van FUELL, het door Erik Buell opgerichte motorfietsmerk dat zich toelegt op elektrische mobiliteit.
De voormalige Harley-Davidson-ingenieur en later vader van de beroemde H-D en Rotax V2-motoren die zijn naam droegen, zette zijn bedrijf voort nadat in Milwaukee was besloten de productie van Buell te staken. Eerst met EBR (Erik Buell Racing) in 2009, om vervolgens in 2019 het merk FUELL te lanceren.
Het eerste product dat in productie ging was de Flluid e-bike en nu is het de beurt aan de Fllow motor: beide werden aangekondigd voor 2019.
De voorbestelling van de Fllow in de VS is nu open en vereist een aanbetaling van 200 dollar, terwijl de uiteindelijke prijs is vastgesteld op 11.995 dollar.
De Fllow is uitgerust met een elektromotor in de naaf van het achterwiel en is verkrijgbaar in 11kW- of 35kW-uitvoering.
De topsnelheid bedraagt 140 km/u, hij accelereert van 0 tot 100 km/u in 2,7 seconden en weegt 180 kg.
De 10kWh-batterij is ontworpen als een structureel element van het chassis (zoals ook in de LiveWire S2 Del Mar) en opladen is mogelijk met niveau 1, 2 en DC systemen, waarbij de oplaadtijden respectievelijk 8 uur, 90 minuten en 30 minuten bedragen.
FUELL verwacht ongeveer 3.000 reserveringen te ontvangen. De motorfiets, aldus FUELL, is ontworpen in de VS door Erik Buell en zijn team en wordt geassembleerd door Amerikaanse technici.
In vergelijking met een motorfiets met een even krachtige verbrandingsmotor heeft de Fllow 60 procent minder onderdelen en kan hij 40 procent sneller worden geassembleerd, waardoor de productie sneller verloopt. En dat heeft z’n invloed op de verkoopprijs.
Harley-Davidson kondigt het einde aan van de EVO Sportster-productie. De laatste motorfiets liep onlangs van de productielijn.
De Sportster-lijn was onderdeel van Harley-Davidson’s line-up sinds de jaren 50. De nieuwe Sportster S, gebouwd rond het Revoution Max-blok, biedt Harley-fans een gespierde roadster voor de 21e eeuw. De luchtgekoelde EVO-lijn is geschiedenis, na een productie sinds 1986.
In het midden van de jaren 80 volgde de EVO V-twin het Ironhead-blok in de Sportster-serie op. De Ironhead Sportster had een slechte reputatie. Sommige rijders hadden veel geluk, maar anderen hadden een hekel aan de nukken van de motorfiets en vonden hem onbetrouwbaar.
Dat was niet het geval met de Evolution Sportsters. De luchtgekoelde motor was gemakkelijk om mee te leven, en gemakkelijk te upgraden. Harley-Davidson bood de motor het grootste deel van zijn bestaan aan in 883cc- en 1200cc-varianten. Rijders konden het kleinere blok upgraden naar de grotere cilinderinhoud met goedkope standaardonderdelen en met de spullen van aftermarket-leveranciers zoals S&S kon je nog verder gaan.
De Sportster was gemakkelijk aan te passen aan nieuwe functies. In de beginjaren bood Harley-Davidson 883cc-versies van de Sportster aan. Later volgden zwaardere varianten, zoals de sportieve XR1200. Meer recent was de dikke 48 en de Iron 1200, met gruizige jaren 70 styling.
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.