woensdag 9 juli 2025
Home Blog Pagina 606

BSA Motorcycles onthult nieuwe Gold Star 650

0

Tijdens een preview in het National Motorcycle Museum in Birmingham liet BSA haar nieuwste model zien nadat het in 2016 door het Indiase Mahindra was gekocht.

De nieuwe Gold Star 650 is ontworpen in het Verenigd Koninkrijk en gebouwd in India. Hij zal worden aangedreven door een 650cc-vloeistofgekoelde eencilinder met een vermogen van ongeveer 45 pk en een koppel van 55 Nm.

Eerste blik op de BSA Gold Star 650!

Naast de originele BSA Gold Start kun je de nieuwe nauwelijks onderscheiden. Het 2022-model is klassiek vormgegeven, met spaakvelgen, een ronde koplamp met dagrijlichten, overal chroom en een klassieke traanvormige tank. Stilistisch blijft de motorfiets trouw aan de Gold Star uit het midden van de jaren 60. Maar wel met een analoog displaycluster, breed stuur en een zadel ruim genoeg voor een duopassagier.

Ondanks z’n klassieke uiterlijk, heeft de BSA z’n portie moderne techniek wel meegekregen, met schijfremmen en ABS. Rijersmodi zijn waarschijnlijk afwezig, evenals oplaadstekkers voor smartphones.

Qua specificaties komt de BSA in de buurt van de Royal Enfield 650-twin. Die wordt ongetwijfeld als directe concurrent gezien, maar hoe dat gaat uitpakken? Feit is dat Royal Enfield z’n marketing en distributie wereldwijd goed op orde heeft. Of BSA dat ook gaat lukken, valt nog te bezien.

Een verkoopprijs is nog niet bekend, maar BSA was duidelijk in haar intenties om de machine in de premium markt te plaatsen. De motorfiets zal begin 2022 bij de dealers verschijnen.

Een Britse renaissance?

Met de onthulling van BSA Goldstar lijkt het erop dat de klassieke Britse merken weer een beetje opleven, weliswaar in Indiase handen.

Royal Enfield toetert lekker mee op de wereldmarkt van motorfietsen, het nieuwe Norton wordt door TVS Motors gekoesterd en Triumph Motorcycles is uitgegroeid tot een speler van formaat dat met de regelmaat van de klok nieuwe modellen introduceert.

Bovendien meldt de BBC dat er een technisch centrum is opgezet in Coventry, waar BSA een nieuw elektrisch model zal ontwikkelen. Voor dat doel heeft BSA een subsidie van 4,6 miljoen pond (5,4 miljoen euro) van de Britse regering heeft ontvangen om emissievrije voertuigen te ontwikkelen.

Motorcrosstalent Rene Hofer (19) overleden bij ski-ongeluk

0
Rene Hofer

De 19-jarige motorcrosser René Hofer uit Oostenrijk is afgelopen zaterdag op tragische wijze overleden. Hofer kwam bij het skiën, samen met twee andere vrienden, onder een lawine terecht. Geen van de mannen overleefde het ski-ongeval.

Het ongeval gebeurde op de Lackenspitze bij Tweng in het Salzburger Lungau op een hoogte van ongeveer 2400 meter, aldus de politie. Daar kwam een plak sneeuw los van 200 meter breed en 600 meter lang.

Rene Hofer reed voor KTM en was zodoende teamgenoot van Jeffrey Herlings. Hofer kwam dit jaar uit in de MX2. Hij debuteerde in 2019 in de klasse en won in oktober zijn eerste grand prix. Hij was de beste in het Italiaanse Pietramurata.

Ondanks zijn jonge leeftijd werd Hofer al meerdere keren Oostenrijks kampioen en won in 2016 de Europese titel in de 85cc (EMX85) en werd twee jaar later derde op het Europees Kampioenschap 125cc.

Allereerste Triumph prototype uit 1901 gevonden én gerestaureerd

0

Een historische vondst. Een Triumph 1901-prototype werd ontdekt en gerestaureerd door de in de wereld van vintage-motorfietsen wereldberoemde Triumph-verzamelaar Dick Shepherd. De verloren gewaande Triumph herschrijft de geschiedenisboeken en voegt een nieuw hoofdstuk toe, want officieel startte Triumph de verkoop vanaf 1902. Lange tijd ging het gerucht over het bestaan van dit eerste Triumph prototype, waarnaar werd verwezen in advertenties en recensies die in 1901 verschenen. Het prototype was ontwikkeld uit een standaard Triumph-fiets, met een motorblok dat was geleverd door de Belgische fabrikant Minerva. Het prototype moest interesse wekken en de vraag van het publiek naar een Triumph-motorfiets peilen.

Triumph maakt zijn miljoenste motorfiets uit het Hinckley tijdperk!

Dick Shepherd: ‘Toen ik werd benaderd door een vriend van een verzamelaar, die helaas onlangs was overleden, om een oude Triumph te schouwen, was ik ongelooflijk enthousiast. Ik ontdekte dat de motorfiets unieke details had die niet aanwezig waren op de eerste productie-Triumphs. Samen met de motorfiets had de verzamelaar ook een brief van Triumph ontvangen, gedateerd in 1937, waarin de unieke herkomst van de motorfiets werd beschreven en waarin belangrijke details werden verstrekt.’

‘Met een motornummer dat overeenkomt met verwijzingen in Minerva’s motorgegevens van een eerste Triumph-engagement uit 1901, werd de historische betekenis van deze motor ongelooflijk duidelijk.’

‘Als levenslang en gepassioneerd fan van de geschiedenis en de prestaties van dit ongelooflijke Britse merk, heb ik enorm veel voldoening gehaald uit het feit dat ik deze geweldige overlever heb ontdekt. Ik heb ‘m gerestaureerd in de glorieuze staat waarin hij zou hebben verkeerd toen hij in 1901 voor het eerst werd tentoongesteld.’

Het prototype uit 1901, dat voor het eerst werd onthuld tijdens de Motorcycle Live show in het Verenigd Koninkrijk, zal op 14 december te zien zijn tijdens een speciaal evenement in Triumphs Factory Visitor Experience. Daar wordt voor het eerst in meer dan 100 jaar op de machine gereden in het openbaar.

De historische motorfiets zal vervolgens te zien zijn, samen met de miljoenste Hinckley Triumph, in een nieuwe, speciaal ontworpen tentoonstelling ter ere van het 120-jarig jubileum, in het Triumph-bezoekerscentrum.

Het Triumph-bezoekerscentrum is gratis te bezoeken en bevindt zich in Triumphs-hoofdkantoor in Hinckley, Engeland en is dagelijks geopend van woensdag tot en met zondag, van 10.00 tot 16.30 uur.

Vat die Pad: Van Soweto naar De Wilde Kust

0

In Long Way to Mandela gaat Michiel van Dam op zoek naar sporen uit de autobiografie van Nelson Mandela.

Drie motorrijders hebben in Zuid-Afrika de tijd van hun leven als zij van Soweto naar de Wilde Kust rijden. De Drie Padvarkies noemen ze zich, naar het Zuid-Afrikaanse woord padvarkwat wegpiraat betekent. De Grote Boze Wolf in het verhaal heet natuurlijk Apartheid. Maar in het spoor van Nelson Mandela overheerst de lol van het fantastische motoravontuur, waarvan de drie motorrijders met volle teugen genieten. Vat die pad! Dat is Afrikaans voor op weg gaan, vertrekken

Michiel van Dam maakt al dertig jaar prachtige reisverhalen voor Motor.NL. Nu combineert hij zijn twee passies, motorrijden en boeken lezen, in de serie Pad Vat, die door het Zuid-Afrikahuis wordt gepubliceerd.

Marathonmotor: Kawasaki VN800 Classic

0
Kawasaki VN800 Classic

Drieëntwintig jaar geleden pakte Jan Meutstege de draad met motorrijden weer op. Hij zocht een cruiser en kwam uit bij een Harley-Davidson, een Yamaha Drag Star en een Kawasaki VN800 Classic. De eerste twee vielen af, de Kawasaki werd aangeschaft en het bleek een blijvertje. Met anderhalve ton op de teller is de Vulcan Classic, die door de eigenaar zelf wordt onderhouden, nog lang niet toe aan zijn pensioen. De eigenaar wel.

Man en motor

NaamJan Meutstege
WoonplaatsAalten
Leeftijd67
Beroeppensioen
Rijdt sinds1972
Aangeschaft1998
Nieuwprijscirca € 8.600,-
Dagwaardecirca € 2000,-
Rijstijltoer
Gebruiktoer/vakantie
Brandstofverbruik1:20
Olieverbruiknihil
Onderhoudmotorzaak, zelf
Bouwjaar1998
Kilometerstand150.815 km
Kawasaki VN800 Classic
Kawasaki VN800 Classic.

Motorrijden is niet iets dat in de genen zit van de familie Meutstege. Jan (67): ‘Er is me ooit verteld dat mijn opa vroeger een motor heeft gehad, maar of hij er ook mee heeft gereden heeft niemand kunnen bevestigen. Ik vond motorrijden wel leuk en toen ik 18 werd, was het behalen van het motorrijbewijs een vanzelfsprekendheid. Met een paar lessen was dat ook zo gepiept en in vergelijking met nu kostte het weinig. Toen ik 18 werd had ik een 50cc-Kreidler met motorkenteken gekocht. Van de gemeente (Borculo) kreeg ik een oefenvergunning waarmee ik letterlijk alleen maar een rondje rond het kerkhof mocht rijden. Dat waren drie straten. Maar ik was wel verzekerd tot in een omtrek van 50 kilometer. Je snapt wel dat ik weinig rondjes rond het kerkhof heb gereden. Ik denk dat ik zowat ieder weggetje in de omgeving heb verkend. Ik ben wel een keer door de politie gevolgd. Die dacht waarschijnlijk dat ik op een zwaar opgevoerde brommer reed. Maar ik was ze mooi te slim af.’

Na de Kreidler, waarop Jan het na een jaar wel had gezien, kwam er een oude Matchless uit 1953. ‘Dat was eigenlijk meer een hobbyproject. De hele week sleutelen om op zondag een paar uur te kunnen rijden. Dat was het ook niet. Van een heel andere orde was de nieuwe Honda CB550 K3 met vier aparte uitlaatdempers. Dat vond ik zo mooi. De Vetter-kuip die er later op werd gezet, kostte bijna de helft van wat de motor had gekost. Maar ik zat wel lekker uit de wind. Die Honda heb ik tien jaar gehad waarin ik slechts 20.000 kilometer heb gereden. Tijdgebrek was de belangrijkste reden. Normaal gesproken had ik die Honda niet verkocht, maar toen ik voor mezelf begon met een fietsenzaak in Aalten moest ik een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten. Helaas sloot die verzekering motorrijden uit. Of ik moest onevenredig veel premie betalen. Met pijn in mijn hart heb ik de Honda toen verkocht. Tien jaar later kreeg ik bericht van de verzekering dat motorrijden wel werd gedekt. Dat was in 1998, waarna ik direct op zoek ben gegaan naar een nieuwe motor.’

Betrouwbaar

Die zoektocht duurde niet heel lang. Jan: ‘Ik was op zoek naar een middelzware cruiser. Een Harley-Davidson leek me wel wat. Een stoere motor, maar eind vorige eeuw ook een motor met een niet al te beste reputatie wat betreft betrouwbaarheid. Of, zoals een verkoper het destijds verwoordde “als je wilt rijden koop dan geen Harley”. Daarna viel mijn oog op een Yamaha Drag Star. Qua uiterlijk sprak die motor me direct aan, maar toen ik er op ging zitten was de interesse over. Misschien lag het aan mij, maar de zithouding paste me niet. In die zelfde zaak (MotoPort Zelhem) stond ook een Kawasaki VN800 Classic. Toen ik daar op ging zitten hoefde ik niet lang meer na te denken. Zeker niet toen het ook nog een actiemodel bleek te zijn, wat me diverse (financiële) voordelen opleverde. Van meet af aan ben ik tevreden geweest over mijn Kawasaki. De eerste 60.000 kilometer heb ik het reguliere onderhoud aan de motor uitbesteed. Daarna, toen ik meer tijd kreeg, ben ik het zelf gaan doen. Het bespaart kosten, maar vooral ook omdat ik het leuk vind om te doen. Al ben ik daar wat betreft olie en filters wisselen wel weer op teruggekomen. Voor een paar tientjes extra wil ik dat geknoei thuis net zo lief niet meer hebben.’

De Vulcan Classic wordt steevast gebruikt voor toerritten. In de beginjaren vooral in clubverband (Vulcan Owners Club Nederland), later meer op eigen gelegenheid samen met zijn vrouw. Jan: ‘Toen ik tien jaar geleden mijn vrouw leerde kennen had ze niks met motorrijden, maar ze vond achterop zitten wel leuk. Ik spoorde haar aan om zelf te gaan rijden. Een motor had ik al voor haar gekocht en ze haalde in vier maanden haar rijbewijs. En ze vond het leuk, met als gevolg dat we nu geregeld samen op pad gaan. Duitsland en omringende landen zijn bij ons favoriet. De eerlijkheid gebiedt me wel om te zeggen dat tijdens de reis er naartoe de motoren op een aanhanger gaan. Met de motor op de snelweg is voor ons geen vakantie. Tijdens de 150.000 kilometer die ik met de Vulcan heb gereden zijn er onderweg nooit technische problemen geweest.’

Mijn motoroccasion: Kawasaki VN800 Vulcan Classic

Metamorfose

Qua onderhoud en slijtage valt de Vulcan Classic zeker niet onder de noemer ‘duur’. Jan: ‘Het heeft er natuurlijk deels mee te maken dat ik een vrij rustige rijder ben. En de motor komt in de winter niet op straat. Eén keer heb ik ermee in de pekel gereden. Nooit meer, want ik heb een bloedhekel aan poetsen. Maar toen moest het. Olie verbruikt het blok nog steeds geen druppel en met een benzineverbruik van 1 op 20 heb ik ook al niet te klagen. De banden (Bridgestone G702) zijn goed voor ruim 25.000 kilometer en de ketting vraagt pas na zo’n 40.000 kilometer om vervanging. De achterschokdemper is wel een keer vervangen, omdat de demping eruit was. Er zit nu een prima exemplaar van Hagon onder. Op advies van de schokdemperleverancier heb ik meteen ook de lagers van het linksysteem vervangen. De vering is nu wel beter, maar een echt comfortabele motor zal de Vulcan nooit worden. Comfort genoeg op een mooie vlakke weg, maar dat houdt op als er klinkers of hobbels komen. Echter de relaxte zitpositie en het soepele motorblok maken heel veel goed. De remschijf voor heb ik onlangs moeten vervangen omdat er verkeerde (gesinterde) remblokken waren gemonteerd. Die remden erg hard, te hard naar mijn zin, waardoor ik in Luxemburg onderuit ben gegaan. Bovendien vraten die blokken de schijf op.’

Aan poetsen besteedt Jan weinig tijd. Wat niet wegneemt dat Jan toch vaak druk in de weer is met zijn Vulcan Classic. Toen hij de originele kleur (zeegroen) beu was werden er spuitbussen in de kleuren zwart, rood en geel (voor de bies) gekocht en Jan kon aan de slag. Voor de tassen afkomstig van een Intruder fabriceerde Jan een aangepast rek. De standaard schakelpook veranderde hij in een hak/teen-schakelpook. Om de motor een stoerder uiterlijk te geven werden opvallende claxons en extra lampen en knipperlichten gemonteerd. De voetsteunen zijn vervangen door (zelf gemaakte) floorboards. En wat nu een eenzitter is, weet Jan zo te veranderen in een tweezitter. Niet zozeer omdat het moet maar omdat het kan. Nog zoiets is de achterband. ‘Ik vond een brede 160 mooier dan de originele 140. Voor een 160-band is de originele velg te smal. Dat oogt niet. Een andere bredere velg inspaken is zo gepiept. Het maakt de Classic net nog wat imposanter.’

Kawasaki VN800 Classic op de brug

Jan Meutstege heeft er geen moeite mee als je hem schaart onder de groep ‘mooi-weerrijders’. Wat dat betreft heeft hij geluk wanneer hij met zijn Classic naar Volkel komt om daar bij Motor.NL-expert Van Sleeuwen de brug op te rijden. Jan: ‘Mijn vrouw probeerde me nog aan te sporen om de motor eens extra goed te poetsen, maar dat doe ik nooit, dus nu ook niet.’ Desondanks, 23 jaar oud en anderhalve ton op de teller, ziet de motor er nog goed uit. Wel is te zien dat Jan zelf met spuitbussen in de weer is geweest. De lak op de tank, craquelé, ziet er niet uit zoals je dat bij een Kawasaki mag verwachten, ook al is die op leeftijd.

Omdat de eigenaar het meeste onderhoud zelf doet, is hij natuurlijk benieuwd hoe de expert over zijn motor zal oordelen. Op de remmen valt niets aan te merken. Kan ook niet, want de voorrem is nieuw. Jan: ‘Achter heb ik een probleem gehad. De remkabel van de trommelrem zat een keer vast. Deze loopt met een boog onder het frame door, waardoor vocht en vuil zich onder in de kabel kunnen ophopen. Maar dat was met een schoonmaakbeurt en wat olie snel weer opgelost.’

De originele buddy is vervangen door een Mustang-zadel. Jan: ‘Het eerste solozadel wat er op kwam heb ik zelf gemaakt door een duozadel doormidden te zagen en opnieuw te bekleden. Dat geldt ook voor de rugsteun. Ik vind het leuk om dingen zelf te maken.’

Marathonmotor: Suzuki GSX-R750

Over het motorblok kan Van Sleeuwen kort zijn: het loopt fantastisch. Van Sleeuwen: ‘Geloof me, hier kun je probleemloos nog 100.000 kilometer mee verder rijden. Geen rammeltje te horen, schakelt goed en loopt bijna geruisloos.’ Dan moet je wel even het uitlaatgeluid buiten beschouwing laten. Met de gemonteerde Vance&Hines-uitlaat is de kans groot dat je met de strengere wetgeving in sommige landen aan de kant kunt worden gezet. Jan: ‘Ik heb de uitlaatpijpen al een stuk verlengd met een extra demper. Dat scheelt. En wat ook scheelt is dat ik nooit hoog in toeren rij.’

De Classic is voorzien van een extra set lampen en knipperlichten. Jan: ‘Dat de originele knipperlichten er ook nog op zitten, is puur omdat verwijderen te veel gedoe is. De extra lampen kan ik apart in- en uitschakelen.’ De accu is goed, evenals het laadsysteem. Problemen met de elektriciteit, in welke vorm dan ook, zijn bij deze motor onbekend. ‘Dat geldt voor de meeste Vulcans. Ze staan niet voor niets bekend om hun betrouwbaarheid’, aldus Van Sleeuwen, die eraan toevoegt dat er helemaal niets op deze motor valt aan te merken.

Goed nieuws voor de eigenaar. ‘Het aanschaffen van een andere motor zit niet in de planning. Als deze ermee stopt, stop ik denk ik ook. En mocht er nog iets anders komen, dan wordt het een lichtere allroad met een grotere veerweg voor meer rijcomfort.’

Pluspunten Kawasaki VN800 Classic

Soepele en betrouwbare krachtbron

Minpunten Kawasaki VN800 Classic

Harde achterschokdemper

Elektrische problemen zijn bij de Vulcan Classic onbekend.

Kawasaki VN800 Classic: goed om te weten

De introductie van de Kawasaki VN800 Classic was in 1996 en de motor bleef tot 2006 in productie. De Classic was een ‘nevenmodel’ van de VN800, die twee jaar eerder op de markt kwam. De grootste verschillen tussen deze twee modellen zijn het voorwiel, 16-inch bij de Classic, 21-inch bij de basisuitvoering, een ‘vette’ voorband op de Classic en grote spatborden op de Classic. Er bestaat ook nog een VN800 Drifter met een van Indian afgeleid uiterlijk. Een echte opvolger heeft de VN800 niet gekregen. Wel is er nog een Kawasaki Vulcan S. Wat betreft uiterlijk heeft de motor nog wel wat weg van de oude Vulcan-modellen, maar bij de nieuwe Vulcan S (645 cc) is het V-twinblok vervangen door een tweecilinder-in-lijn.

Richtprijzen bij motorzaak

  • 1996 circa € 3.500,-
  • 1997 circa € 3.500,-
  • 1998 circa € 3.500,-
  • 1999 circa € 3.750,-
  • 2000 circa € 4.000,-
  • 2001 circa € 4.000,-
  • 2002 circa € 4.000,-
  • 2003 circa € 4.000,-
  • 2004 circa € 4.000,-
  • 2005 circa € 4.000,-
  • 2006 circa € 4.000,-

Reparaties en problemen

133.000 km achterschokdemper vervangen

148.000 km remschijf voor vervangen

150.200 km benzinekraan lek

Merkenclub

Als bezit(s)ter/rijd(st)er ben je met je Vulcan welkom bij de Vulcan Owners Club Nederland (V.O.C.N., www.vocn.nl). Deze club bestaat al sinds 1993 en telt ongeveer tweehonderd leden. Er worden geregeld toertochten georganiseerd. Het lidmaatschap kost slechts € 33,50 per jaar.

Kawasaki VN800 Classic

Zondagmorgenfilm: Toni Bou op een Africa Twin

0
Toni Bou op een Africa Twin

Ja, met een trialmotor, dat maakt het wel een stuk gemakkelijker. Oke, en met een dikke Honda Africa Twin dan? Je ziet het, Toni Bou kan echt alles!

Wat Rij Jij? Ride In – Allroad motoren 3.000 tot 6.000 euro

0

In deze Wat Rij Jij? Ride In hebben we twee allroad motoren in het budget 3.000 tot 6.000 euro. Dennis kocht zijn Kawasaki Versys-X 300 uit 2020 voor 5.200 euro, Wil heeft een Suzuki V-Strom DL650 uit 2007 gekocht voor 4.000 euro. Wat zijn hun ervaringen met deze motor?

Toerisme Duitsland: Pfalz, reisje langs de wijn!

0
Duitsland Pfalz

De Pfalz in Duitsland is een buitenbeentje. De Duitse streek ligt weggestopt in een hoekje tegen de Franse Vogezen en gaat eigenwijs zijn eigen gang. Het is anderhalf tot twee uur langer rijden dan naar de Eifel, maar daarvoor word je dik beloond: onbekend terrein, prachtig heuvelland en voor ’s avonds de beste wijnen.

Het is nog vroeg in de ochtend als ik vanuit de heuvels vol wijngaarden het Pfälzerwald in duik. Dat heeft een reden. Vandaag kan ik er nog onbezorgd doorheen sturen maar morgen, zaterdag, zijn de wegen die het diepst door de bossen gaan afgesloten voor motoren. Te veel herrie, te veel gerace, te veel ongelukken… En bedankt.

Toerisme Duitsland: Bundesstraße 96 (B96)

Rijdend over het slingerende asfalt snap ik het wel. Met zulke lekkere bochten is het lastig om je aan de regels te houden. Aan de andere kant: ook binnen de grenzen van de wet kun je op verschillende trajecten de randjes opzoeken. De BMW R1250GS kan er in elk geval stevig aan de bak.

Dat het hier pittig omhoog en omlaag gaat, hebben we te danken aan het geduld van kleine riviertjes zoals de Möllbach, Erlenbach, Speyerbach. In honderdduizenden jaren tijd hebben ze hun dalen uit het harde rotsmassief gesleten. Rijdend op de bodem van zo’n vallei voel je je klein.

Het middelgebergte – de toppen gaan zelden hoger dan zeshonderd meter – rijdt niet alleen fantastisch fijn, het is ook van groot belang voor de wijnbouw. Vochtige lucht vanuit het westen botst op de hoogste toppen, stijgt, laat regen vallen, daalt af en warmt weer op. Precies op die grens ontstaat een föhnwind die het klimaat extra aangenaam maakt met 1.800 tot 2.000 uur zon per jaar.

Ondertussen passeer ik tal van kleine, verlaten fabrieken. Ooit werd hier vooral ijzer, glas en papier geproduceerd. Destijds waren ze blij met de bomen als stookhout voor de industrie, tegenwoordig dienen ze vooral wandelaars en fietsers.

Koffiestop bij Johanniskreuz, een bekend trefpunt voor motorrijders. Ik stel de koffie nog even uit, want de navigatie belooft een mooi traject met in het westen uitzicht op de schoenenstad Pirmasens. Ik ga er eens goed voor zitten en geniet van een stuk stevig doorrijden met zelfs enkele haarspeldbochten.

Oud kuuroord

Stop in Dahn, een sfeervol dorp tussen de rotsen. Op zoek naar een bakkerij met koffie en een tafeltje in de zon. Even ontspannen, want na uren sturen is de concentratie aan het afnemen. Ik lees dat dit het Felsenland is, land van de rotsen. Als ik later weer fris in het zadel zit, zie ik rechts van de weg verschillende rozerode rotsformaties tussen en boven de bomen opduiken.

Ik besluit om mijn navigatie te negeren, de route tijdelijk te verlaten en op zoek te gaan naar die rotsen, kijken of ik dichtbij kan komen. Een bordje wijst richting de Napoleonfels, maar de weg eindigt bij een natuurcamping. Omdraaien, want rechts had ik rotsen gezien. Ik pak een bospad, ga op de steps staan en… loop vast op een slagboom en een verbodsbord. Ook poging drie mislukt. Niet erg, het avontuur zelf is mooi genoeg.

Ik leg me erbij neer dat ik de rotsen van een afstandje moet bewonderen. Ook mooi. Bovendien dient zich nieuw terrein aan. Ik volg de Erlenbach, passeer het kasteel Berwartstein en laat de GS rustig uitlopen naar het centrum van Bad Bergzabern, een kuuroord met geschiedenis.

De welvaart die je er aan de gevels kunt aflezen, is te danken aan Jakob Theodor von Bergzabern die in het Italiaanse Padua zijn titel ‘Doktor der Medizin’ verwierf. Hij schreef verschillende boeken over kruiden en heilzaam water, wat in de zestiende eeuw helemaal hip was in Europa. Sindsdien wordt er enthousiast gekuurd in Bad Bergzabern. In 1886 kreeg het dorp zijn eerste Kurhaus en in 1893 een Kneippverein.

De benen strekken, een broodje eten, het kasteel bekijken en dan weer door. Ik ben hier tenslotte om te rijden. Omdat ik waarschijnlijk een waypoint te weinig heb ingevoerd bij het plannen van de rit, zit ik onverwacht op een doorgaande Bundesstrasse. Het is er gelukkig niet druk en het strakke asfalt leent zich voor tempo maken.

Duitsland Pfalz

Koningen en keizers

Klimmen door het bos. Omhoog naar Rijksburcht Trifels, met fundamenten uit de twaalfde eeuw. De vesting torent machtig hoog uit boven de omgeving. Het was ooit het centrum van het vorstenhuis Hohenstaufen, leverancier van Duitse koningen en keizers. Het contrast is enorm als ik niet veel later het bos verlaat en de wijnvelden in rijd. De donkere middeleeuwen maken plaats voor lichtvoetigheid.

Het begint meteen goed met het dorpje Birkweiler. Ik rijd vanuit het centrum omhoog, op zoek naar een mooi uitkijkpunt. Het gaat over asfalt, grind, zand en betonplaten. De GS bijt zich er keihard in vast. Het is even zoeken, maar uiteindelijk heb ik prijs: Birkweiler in het dal, volledig omringd door wijngaarden. Vanaf boven zie ik beide kerken. Boze tongen beweren dat de zevenhonderd inwoners zoveel zonden begaan, dat ze aan één exemplaar niet genoeg hebben. De waarheid is logischer: eentje voor de katholieken, eentje voor de protestanten.

Toerisme: Eilandhoppen rond het IJsselmeer

Ik volg een stuk van de Südliche Weinstrasse, een route die van zuid naar noord (of omgekeerd) door de wijnvelden van de Pfalz voert. Hoewel ik niet zo’n liefhebber ben van kant-en-klaar routes met richtingbordjes, is deze zo mooi dat het dom zou zijn om hem te vermijden. Bovendien is de Pfalz een van de grootste en belangrijkste producenten van Duitsland. Vroeger bekend om zijn goedkope zoete slobberwijntjes, tegenwoordig om voortreffelijke Rieslings en Silvaner.

In Rhodt unter Rietburg maak ik een rondje door het dorp met fraaie huizen, boerderijen en wijn in literglazen. Het verhaal wil dat deze enorme bokalen in 1903 werden bedacht door een cafébaas die genoeg had van de stadse dames en hun schone schijn van keurige kleine glaasjes. Ze dronken als een tempelier en daar hoorde een passend glas bij: de Rhodter Pfiff.

Het dorp staat vol wijnhuizen. De mooiste zijn vierkante boerderijen met een grote toegangspoort. De binnenplaats is er vaak in gebruik als proeflocatie met een gezellig terras, eenvoudige menukaart en uiteraard keuze uit verschillende wijnen.

Na een korte pauze in het motorvriendelijke hotel Gutshof Ziegelhütte in Edenkoben, mijn standplaats, rijd ik voor de avond naar het nabije Sankt Martin, ook al zo’n mooi wijndorp. Ik wandel langs vakwerkhuizen, zie leuke binnenplaatsjes, fraaie decoraties en beland uiteindelijk bij een wijnhuis met restaurant en uitstekende gitarist die unplugged speelt. Als hij na afloop met de pet rondgaat is de Duitse vrijgevigheid helaas niet zo groot…

Paleis en papierfabriek

De tweede dag brengt me terug naar het noorden. Maar dat begint met een omweg, want in mijn etappeplaats Edenkoben staat nog een bijzondere villa die ik gezien wil hebben: Schloss Villa Ludwigshöhe, gebouwd door Ludwig van Beieren als zomerhuisje in het groen. Hij zou er ook regelmatig hebben verbleven. Het is een soort Italiaans paleis in een streek met het mildste klimaat van Duitsland.

Hoe dan ook. Even kijken, bewonderen, omdraaien en gas geven. Het eerste deel van vandaag gaat door valleien die me bij de les houden. Het frisse groen en het aroma van wijn hebben plaatsgemaakt voor bomen en de geur van dennennaalden. De schaarse dorpjes zien er soms wat zoet uit met hun keurige vakwerk. Maar een vervallen papierfabriek of kasteelruïne maakt het telkens weer spannend.

Ik passeer Hardenburg met enkele ruïnes van oude burchten. Hoe groot en machtig hun bezitters ook waren, ze hebben het allemaal afgelegd tegen de tijd. Supermooi sturen is het naar Höningen dat ooit een groot klooster bezat en verder door naar Neuleiningen, waar ik de Weinstrasse weer oppik. De weg gaat vloeiend door een landschap dat zich golvend voor me uitstrekt. Na elk klimmetje volgt een nieuw uitzicht. En een afdaling door velden of een dorpje. Nergens wordt het hoekig. Overal zijn de bochten soepel en rond.

Op weg naar het noorden verliest de Pfalz langzaam maar zeker zijn sterkste punten. Het bos wordt net wat minder spannend en wijnvelden maken beetje bij beetje plaats voor weilanden en akkers. Het is niet erg. In het oude centrum van Alzey zoek ik naar een goed terras voor een laatste stop. Ik ben voldaan.

Download de route

5 Topstops

  • Sankt Martin

Eén van de gezelligste wijndorpen vol toffe adressen voor lunch of diner. Wij schoven aan bij Raabe, een wijnhuis uit 1420 (!). Achter de deur gaan verschillende lokalen schuil met grote robuuste tafels. Bestellen doe je aan de bar. Informatie: www.weingut-raabe.de.

  • Rhodt

De Theresiënstrasse is prachtig met zijn mooie huizen. Maar wij vonden het beste terras op de binnenplaats van Weingut Felix Waldkirch, direct aan de Weinstrasse. Informatie: www.weingut-waldkirch.de.

  • Dahn

Bij Cortina Eis aan de Marktstrasse kun je niet alleen kiezen uit ambachtelijk Italiaans ijs, maar serveren ze ook nog een uitstekende espresso. Doe maar een dubbele!

  • Annweiler

Vakwerkhuisjes, bruggen en een goed terras aan het water van de Queich. Dat vind je in het hart van Annweiler bij Eiscafé Eiswerk. De motor zet je er bijna voor de deur. Informatie: www.cafe-escher.de.

  • Oberhofen

Bij Reuters Holzappel ga je niet voor de snelle hap, maar voor een lekkere lange avond vol verse streekproducten en regionale wijn. Het is gevestigd in een oude wijnboerderij uit 1742 met binnenplaats. Informatie: www.reuters-holzappel.de.

Reisinformatie

Erheen

De Pfalz ligt op 4,5 uur rijden vanaf Utrecht, via de Autobaan 61 tot voorbij Koblenz en Worms. Wie de hele regio wil verkennen, kiest het best een verblijfplaats in het centrum, tussen Neustadt en Landau. Het meest levendige stadje is Neustadt en voor rust en sfeer kun je terecht in Rhodt of Sankt Martin.

Overnachten

Hoewel de Pfalz geen hippe toeristische regio is, heeft de bezoeker volop keuze. Van luxueuze topklassehotels tot eenvoudige onderkomens op de boerderij. Wie zich wil onderdompelen in de wijnsfeer, boekt een kamer op een wijngoed (www.landsichten.de). Bij motorrijders is Gutshof Ziegelhütte in Edenkoben een geliefd adres (www.gutshof-ziegelhuette.de).

Eten en drinken

In de Pfalz wordt Duits met een knipoog Frans gekookt. Bijkomend voordeel is het prijsniveau dat beslist onder dat van Nederland ligt. Steeds populairder: werken met producten uit de streek zoals wijn, noten, vijgen, appels en biologisch vlees.

Informatie

* www.pfalz.de; met informatie over de hele regio.

* www.germany.travel; is de officiële site van het Duits Verkeersburo in Amsterdam.

* www.deutsche-weinstrasse.de; over het gehele traject.

* www.suedlicheweinstrasse.de; over het zuidelijke deel van de route.

2022 Ducati Panigale V4S: de eerste vragen na de test

0
Ducati Panigale V4S 2022 eerste vragen

Als beeldhouwende edelmannen zijn de ingenieurs bij Ducati aan het werk gegaan met de 2022 Panigale V4. Fijnslijpen hier, beetje bijwerken daar. Steeds maar beter, lichter en sterker. Het resultaat is een nieuwe superbike die op 101 punten is gepolierd om de veeleisende klanten tevreden te houden. Of veeleisende journalisten, zoals wij. Smiley. We vragen Motor.NL-redacteur Gijs Gilis naar zijn eerste indruk van de nieuwe Ducati Panigale V4S.

Ben je weer verwend?

Gijs Gilis: “En nog niet een klein beetje. Ducati heeft het circuit van Jerez afgehuurd opdat wij ons gedurende vijf sessies konden uitleven als kleine kinderen. Maar dan wel serieuze kinderen, want dit is geen machine om zonder (race)handschoenen aan te pakken. 215 pk en een rijklaargewicht van 195 kg. Daar kun je al eens mee thuiskomen.”

Een beetje meer power dus dan de vorige versie, maar zijn er nog andere dingen veranderd?

“Een hele waslijst. Ducati wilde de Panigale vooral makkelijker berijdbaar maken, voor elk type piloot. Daarvoor hebben ze onder andere de benzinetank en het zadel anders getekend, zodat je er steviger op zit. De winglets zijn nieuw voor een betere aerodynamica. De zijpanelen krijgen meer groeven voor een betere koeling, met zelfs een gleufje voor de koeling van de quickshiftersensor. Het zit ‘m ook in de details.”

Wij houden van details. Ga door.

Gilis: “Een leuke is ook nog het ledlampje dat blinkt om op te schakelen, en nu sneller reageert. Of de nieuwe Track EVO Info Mode. Dat systeem houdt alles bij wat je doet en laat bijvoorbeeld het lampje van de tractiecontrole, wheelie control, ABS,…  branden als je die elektronica gebruikt, zodat je het kunt aanpassen in je volgende circuitsessie. Erg slim en het werkt heel precies.”

Hoe vertaalt zich dat in de praktijk? Ofte, hoe rijdt hij?

“Wel, in de voormiddag reden we op een nat Jerez. Dat is met 150 pk (in de regenmodus) en een V4 S van 30.190 euro (NL: 34.890 euro) geen makkelijke opgave. Namiddag was de baan droog, kon het gas erop en mochten we proeven wat 215 pk doet met een mens. Indrukwekkend. Om nog maar te zwijgen van de remmen en de bochtenstabiliteit.”

Da’s een kwestie van stevig vasthouden!

Gilis: “Als je dat maar weet. Fysiek is het een echte uitputtingsslag. En dan denk je dat je een beetje aan het pushen bent, komen daar ineens Johann Zarco en Jorge Martin je buitenom over de curbstones voorbijgevlogen alsof je stilstaat. Het is op dat moment dat je twee dingen beseft: die gasten kunnen pas écht het volle potentieel uit zo’n (identieke) Panigale halen, en je staat mentaal weer mooi met je twee voetjes op de grond.”

Zie maar dat je vliegtuig morgen ook twee voetjes op de grond zet, dan zijn wij ook blij.

Over de top: Frankrijk in 15.000 bochten

0

Braaf vertier is er niet bij op wat we zelf hebben gedoopt tot ’route des géants’. Desolate, hoogvlakten, kolkende gorges en meedogenloze ravijnen. Een louterende krachttoer. Omdat het leven van regelen en rekenen snakt naar tegenwicht. Onderaan deze pagina kan de route worden gedownload.

Beleving man, daar gaat het om.’ Motormaat Rob  –  een CV zonder diploma’s, maar bomvol levenswijsheid  – drukt het me op het hart: ‘Geld geeft maar schijnzekerheid, man. Je laatste houten jas die heeft geen zakken. We gáán.’

Noorwegen: de mooiste wegen boven de poolcirkel

Dat het Frankrijk wordt, daar zijn we het snel over eens. Het land is zo’n beetje de grootste potverteerder van Europa, volgens de rekenmeesters van de EU. Maar wat ze er niet bij vertellen is dat geen volk in Europa zich kan meten met de Fransen als het gaat om de kwaliteit van leven. De dorpskruidenier houdt stand en waar vind je zo’n instelling als Le Tabac? Die verkoopt de krant, buskaartjes, gokbiljetten voor de paardenrennen, zakmessen van Opinel, de duvel en zijn ouwe moer. En de uitbater is een praatpaal voor de eenzamen en zielenpoten. Kan geen maatschappelijk werker tegenop. In al die duizenden dorpen die zijn uitgestrooid over het onmetelijke platteland zindert een levenskunst die wij ergens begin jaren zestig zijn kwijtgeraakt. Frankrijk dus, in vijf dagen, 1.246 km verdeeld over 1.500 bochten.

Grenoble – Le Palud sur Verdon – 272 km

Ze noemen hem de Franse Route 66 en hij is legendarisch: de Route Napoléon, De RN85, van Grenoble naar de Côte ‘d Azur.

Grenoble ligt op maar dik 200 meter hoogte, zuidwaarts prikken geweldenaars van 2.900 m in het wolkendek.

Een stel opgeschoten pubers in een witte Porsche hebben de vroege zaterdagochtend gekozen om onze kentekenplaten op te schuren met de voorbumper. De redding komt van een kaasboer, achter wiens sleep van busje-met-kaaswagen alles opstroopt. De V-Strom 1000 neemt genoegen met een subtiel rukje aan de gashendel om de karavaan het nakijken te geven.

En dan gaan we begrijpen waaraan de RN85 zijn reputatie dankt. Net als je de motor talloze keren op zijn linker- en rechterflank richting asfalt hebt gedrukt, zwier je een lange bocht in om lekker snelheid te maken. Links hooggebergte, rechts dartelt een beek met de weg op. Rook van houtstook kietelt de neus.

Het brandstoflichtje doorbreekt de cadans met nerveus geknipper, maar een pomp duikt pas dik een half uur later op, in Corps.  ‘Oh-la-la la nouvelle modèle’, mompelt een motocycliste, terwijl hij rond de V-Strom draait. Met zijn zwartleren jekkie, witte jethelm & pilotenbril kan het niet anders of hij heeft iets moois onder zijn kont. Een Norton 961 café racer, jawel,  in zilvergrijs en zwart. Hij is bezig met een tour de samédi: vroege start in Grenoble, slingeren naar Antibes aan de Côte, duik in de Middellandse Zee, tijdens het opdrogen een Gauloise op het strand en terug. Kom dan maar eens aan met je rond IJsselmeer.

Na Gap blijft de koosnaam Route Napoléon, maar N85 wordt D1085. Klink ons te snel. En op de kaart oogt hij als een ventweg van autoroute A51. Dat kan beter. Via het stuwmeer van Serre-Ponçon – grillig en onwaarschijnlijk blauw – strijken we de col na col vlak als Digne-Les-Bains opduikt. Een kuuroord voor wie last heeft van ik-weet-niet wat. Oudelullenstadje, vermoeden we, opgesmukt en ingedut.

Als  een verbodsbord opduikt voor caravans en campers, wat doe je dan? Juist. De D20, van Digne naar nergens,  is een karrenspoor, geasfalteerd, dat wel. Geen tien meter loopt rechtuit; bochten waarin dat je terug moet naar één. Veel hoger dan één passant per uur ligt de verkeerscirculatie hier niet.

Dan gaat het crescendo naar Castellane. Mooie balans tussen lekker doorknallen en scherp sturen. De locals buiken uit van de lunch, tussen 12.00 en 15.00 uu. Het asfalt is voor ons.

Een snoepje ligt nog voor ons: de Gorges du Verdon.  De Franse variant van de Grand Canyon. Het lijf zweet, de oren suizen. De Gorges nú helemaal nuttigen voelt als het wegklokken van een exclusieve champagne na een avond zwaar bieren. In Le Palud sur Verdon, een ‘Asterixdorpje’ waar de Canyon wijkt voor een groene vallei, houden we het voor gezien.

Bochten 9

Landschap 8

Snel rijden 7

Uitzichten 7

Le Palud sur Verdon – Nimes 222 km

Zondagochtend vroeg, te vroeg voor zondagsrijders om ons het genot van de Canyon ontnemen. Inrijden kun je vergeten. Je duikt hier meteen het meest verbluffende stukje ravijn in. Nietig ben je hier, als een mug op een tafelblad. Links onzichtbaar diep de Verdon, rechts rotswanden, steil, hoog en van een onverbiddelijk massiviteit. Het gas terug, de gezichten op verbazing.

Terwijl Parijs dik honderd jaar terug gonsde van de vooruitgang met zijn metro en Eiffeltoren, wist niemand nog van het bestaan van de  Canyon. Op geen kaart te vinden. De enigen die er ooit in afdaalden waren mannen die hier bukshout  – hard als staal –  oogsten, waaruit ze pétanqueballen sneden. Pas in 1905 drongen tot Frankrijk de eerste berichten door overterra incognita, toen geologen met doodsverachting per kano de Verdon afschuimden. In achtertuin van de modaine Cote ‘d Azur lag een wereld van geen mens het bestaand kende! Tot 1947, toen de eerste weg werd geopend, bleef dit wonderlijke land potdicht voor de wereld.

De kloof wordt nauwer en donkerder als het Lac de St. Croix in flitsen blauw oplicht na elke  rechterbocht. Het gefluister van de V-strom resoneert hier raspend en rauw tussen de rotswanden. En dan de apotheose: de kloof wijkt alsof een gordijn wordt opgetrokken. Links kolkt de Verdon zijn laatste stuiptrekkingen, rechts snijdt het blauw van het Lac de St. Croix het land open.

Het plateau van Valensole golft zwoel in kloeke rijen Lavendel. Een verademing na het korte sturen, de afgekapte blik en de hoogfrequente opwinding van de Verdon. Door het middelgebergte van de Lubéron, slingeren we naar Lourmarin. Provençaals tot in de straatklinkers. Een dorp van waar de Deux Chevaux roffelt, de muziek van George Brassens klinkt en de lucht zwaar is van de Gauloises.

Toerisme Duitsland: Bundesstraße 96 (B96)

We schuiven de Alpilles binnen, het Luilekkerland van Zuid-Frankrijk, met zijn olijf- en amandelboomgaarden. Alles op aangenaam miniatuurformaat. Het zoemt, krekelt en kirt in de bermen. De zon zakt al richting horizon en de cicaden roekelen erop los.
Aan de rafelrand van Arles zoeken we de ophaalbrug op die van Gogh schilderde. Een replica op een plek waar zich ’s avond geheid zaken afspelen die het daglicht niet verdragen. Maar je staat hier wel in voetsporen van de schilder. In 1889 draaide de gekwelde kunstenaar in Arles door na zwaar drankgebruik. In Arles stond hij bekend als een drankzuchtige eigenheimer die in de rosse buurt, destijds rond het station, hoertjes bezocht.
Nimes, de eerste stad van échte omvang na Grenoble, is doorleefd, ongepolijst en van de menselijke maat. Het volk flaneert hier over de Esplanade Charles de Gaulle, waar de tweeduizend jaar oude Romeinse arena tegenaan schurkt.  Op de terrassen van de boulevards rond het oude stadshart drinkt het werkvolk na kantoortijd zijn pastis. De avond zet stil in met zware luchten.

Bochten 8

Landschap 9

Snel rijden 8

Uitzichten 10

Nimes –  Millau  211 kilometer

In Quissan jaagt de regen ons uit het zadel. We schuiven aan bij dorpelingen die onder de luifel van de Bar Tabac de dag stukslaan  met krasloten. Zeker weten hier dat de eerste pastis vloeit voordat de klok twaalf slaat. De gps kan de boom in: dik twintig kilometer rechtuit is genoeg geweest. We duiken de garrigue in: het kreupelhout waar heel Zuid-Frankrijk onder bedekt ligt. Steeneiken en vliegdennen en stekelstruiken is alles wat wil groeien in deze gortdroge grond. We belanden op de ‘Route des Verries’, de route van de glasblazers. Ze moesten wat hier, want het karige voedsel dat de natuur hier geeft, moet je van de rotsen schrapen. Schaarse gehuchtjes doorbreken de totale verlatenheid. Het asfalt zweet damp, nevelslierten omsnoeren het Iers aandoende land.
Via de Gorges de La Vis klimmen slingeren via een haarspeld omhoog naar de Cause de Larzac. Dit is het land van de Grand Causses, de geblakerde hoogvlakten. Nergens is Frankrijk zo dun bevolkt als hier. Het weerbarstige klimaat kent er alleen extremen: snoeiheet van het late voorjaar tot in de herfst. En ’s winters stolt het leven hier onder sneeuw en vorst. Al honderd jaar terug ontvolkten de Causses. Overgebleven zijn excentriekelingen, milieufreaks en bioboeren, die over de rand van het reguliere leven zijn gevallen. Mannen als José Bové, bioboer en antiglobalist,  en een locale held, sinds hij de McDonalds van Millau in de fik stak. Een protest tegen de globalisering, genetisch gemanipuleer en de overheersing door de agromultinationals. Daar kun je mee aankomen, op deze desolate hoogvlakten.

Ineens wijkt de aarde en staan de voorwielen aan de rand van een bizar gat: Cirque de Navacelles, het keteldal dat geldt als een van de meest wonderlijke landschappen van Frankrijk. Diep beneden het dorp Navacelles, alleen bereikbaar via een haarspeldweg. Het bord ‘Route dangereuse et difficile’ moet automobilisten ervan weerhouden af te dalen. De Vis deelt het paradijsje in die verre diepte van het keteldal in tweeën. De noordoever is het departement Gard, zuid ligt in Hérault. Frankrijk, jawel.
De arcaden op het dorpslein van Nant brengen redding als de regen schuimend over het asfalt stuitert. Het leren jack wordt een zeem, in drie minuten tijd. Een verzopen Duitser op een BMW R100 rolt het dorp binnen en sluit aan. Als hij zijn helm afzet zie we een zwaarlijvige variant op  Harry, de knecht van Derrick. De grond dreunt van de donderslagen en de nacht lijkt in te vallen. Overnachtingsplek Millau is nog maar 30 km … maar wel via het viaduct dat het Tarndal overspant. Een uitzinnig bouwwerk dat lijkt te zweven. ‘Harry’ mompelt wat over het gevaar van de bliksem. ‘Wir fahren auf Gummi’s. Harry. Tschüss.’  Grootspraak om het gemoed te sussen. Bovenop het viaduct verzadigen we de ‘zeem’ met een paar liter angstzweet als het land aan alle kanten flitst en dondert, remlichten opgloeien, remmentrucks gieren en sissen en de wind de brugtuien van boomstamdikte lijkt te vieren. Soms sta je als motorrijder met één been in de hel.

Bochten 9

Landschap 10

Snel rijden 8

Uitzichten waar je voor afstapt 10

Millau – Orange 251 km

De dag begint met klamme kilte van een helm die ruikt naar natte hond. En de ‘zeem’ omsluit het lijf als een duikerspak als we uit het Tarndal haarspeldend omhoog klimmen naar de volgende hoogvlakte, de Causse Noir. De hoogvlakten liggen hier als soepborden tegen elkaar, gescheiden door dalen onwaarschijnlijk diepe dalen. Halverwege de klim is het zicht als uit een vliegtuigraampje: beneden een wattige wereld van wolken. De Causse Noir is zwart van de donkere bossen. Een totaal andere wereld dan de weerbarstige Causse de Larzac, die zo door zon en vorst is geteisterd dat er geen boom tot wasdom lijkt te komen. Aan de andere kant van het ‘soepbord’ bij Le Rozier, slingeren we het Tarndal weer in. De rivier kolkt hier door nauwe engten, zo nauw dat het waterpeil hij bij zware regenval binnen een half voor zomaar tien meter stijgt.

De zintuigen gaan op scherp als we de volgende hoogvlakte op klimmen: de Causse Méjean. We kwamen voor de bochten, jawel, maar deze klim geeft de Michelinkaart als ‘gevaarlijk en ‘moeilijk begaanbaar’. Een korte, onwaarschijnlijk steile klim, zonder vangrail. We moeten het doen met een in de steentijd gestapeld keienmuurtje tot kniehoogte. De rechterbocht rijden we onderin zijn één, zo traag dat de motor richting asfalt wil. Geen tegenliggers, dat is mazzel.

Boven wanen we ons in Wales: groene bollingen en dalen, bezaaid met vaalgrijze stenen; de Causse Méjean. Vriendelijker, lichter en zachtaardige dan de Larzac en Noir. We kwamen voor de bochten zeker, maar na de zenuwslopende haarspelden is dit land een feest. De rijwind droogt  de ‘zeem’ en het hoofd zingt, de aangename bijvangst van rijgenot.

Bij Ales worden we de ‘ beschaving’  in geslingerd: langere bochten en en in cultuur gebracht land. Via ingenieus sluizenwerk over de Rhône rollen we Orange binnen.

Bochten 10

Landschap 10

Snel rijden 7

Uitzichten 10

Orange – Grenoble 288 km

Orange, de frivole stad van de avond, is bij het ontwaken streng geworden: rugzakscholieren haasten zich naar de bushalte, het werkvolk kijkt streng voor zich uit. De Mont Ventoux beklimmen we op via de zuidflank. De ‘Kale Berg’  werkt als een magneet op wielerfreaks. Maar de Ventoux is killing, want gaat alleen maar omhoog. Geen moment hersteltijd voor de gemartelde benen. Lange bochten  zijn voor de motor een feest. Voorbij de boomgrens rollen we door een maanlandschap. De wind rukt aan de schouders, de vizieren klappen dicht. Een rukkerige wind tackelt de V-Strom op de top van zijn jiffy, als we afstappen voor het uitzicht… Krasje op de koffer en de het uiteinde van de koppellingshendel wordt geamputeerd. Souvenirtje voor thuis. De afdaling naar Malaucène is hemels.

Vaison-La-Romaine is gepland voor de koffiestop, maar het hoofd staat op doorrijden. Nyons dan maar, de stad van Musée Moto. Ik was er een jaar of vijftien terug. Een pracht van een privé collectie, dik honderd stuks met Harley, BMW, Peugeot. Nimbus en Moto de France. Die laatste, een Franse kloon van de BMW R60, wil ik maat Rob, levenslang al BMW-freak, laten zien. De verbaasde jonge vrouw op het Bureau de Tourisme doet met een blik vol ongeloof navraag bij haar oudere bazin. ‘Musée Moto?’ Al minstens tien jaar gesloten… Meewarig kijken ze ons na.

Intiem land, op de doorsteek van Nyons naar Die. Zachte, viltgroene olijfgaarden te midden van de wijngaanden. Ten noorden van de rivier de Drôme is het over met de cypressen, cigales, vliegdennen van de okergele Provence. Dit noordelijker land is frisser, groener en ritselt van populier en berk. Weg is de hectiek van het zuiden, weg de lome warmte.

Hier begint de Vercors, het wonderlijke bergmassief tot aan Grenoble. Het land van canyons, waar de zon fel oplicht op de bergkammen. Verlaten wegen met overzichtelijke, lange bochten. Spectaculair, maar zonder de krampachtigheid van het korte sturen. Het tijdsbesef is weg, honger en dorst, de houten kont, we voelen het niet meer. Grenoble doemt op. Via de laatste van de  1.246 km  en 1.500 bochten schieten we Grenoble in. De tijdsbesef is weg, het geheugen ongeordend. Het is goed.

Bochten 10

Landschap 10

Snel rijden 7

Uitzichten 10

Download de route