Een Eddie Lawson replica in Kawasaki-typisch groen op basis van een kleine Honda Monkey? Dat past niet echt bij elkaar, zou je denken. Maar het is zeker origineel en technisch interessant. Eddie Lawson is een voormalig Amerikaans motorcoureur. Lawson won in de jaren 1981 en 1982 het Amerikaans Superbike-kampioenschap op een Kawasaki Z1000.
Vork, veerpoten en remsysteem zijn opgewaardeerd. Eén remschijf op de voor- en achterwielen doet recht aan het grotere motorvermogen. Het hoogtepunt is de versterkte achterbrug met onderbalk – net als de grote. Race-uitlaten van Over of Kerker zijn een must, maar zelfs daarmee klinkt de eencilinder niet als een viercilinder Kawasaki. Prachtig om te horen en te zien in de video. De mini-Lawson replica’s in de video en op de foto’s zijn twee verschillende.
Met zeven nieuwe lanceringen gepland tussen begin september en eind november, zal Ducati het superdruk hebben als het haar 2023 line-up aan het publiek onthult. Wij geloven dat een van deze onthullingen deze vernieuwde Streetfighter V4 zal zijn.
De veranderingen die te zien zijn op deze spy foto’s zijn niet noodzakelijkerwijs wereldschokkend. Op het eerste gezicht hebben de zijpanelen een vreemde grijze kleur en de satijnzwarte tank past niet bij de rest van de motorfiets; is hier echt veel nieuws te zien? Bij nadere inspectie zijn er enkele aanwijzingen dat dit zeker de volgende-generatie Streetfighter is.
Het onafgewerkte uiterlijk van de tank en het zijpaneel van de carrosserie zijn de sleutel tot het herkennen van veranderingen. Net zoals de originele Streetfighter V4 onderdelen overnam van de Panigale V4 superbike, leent de herziene 2023-versie weer van zijn volgeladen zus, die vorig jaar een aantal subtiele, maar belangrijke wijzigingen kreeg. Deze omvatten een nieuwe brandstoftank met een extra 0,3 liter inhoud en een meer ergonomisch verfijnde vorm. En dat is precies wat de zwartgelakte unit op dit prototype 2023 Streetfighter V4 is.
De geschulpte uitsparingen van de tank zijn het weggevertje – op deze foto’s glanzen ze in het zonlicht. Ze zijn niet aanwezig op de huidige Streetfighter V4, maar zijn wel te zien op de nieuwste Panigale V4. De grijze zijpanelen aan weerszijden van de tank – die er op deze testfiets uitzien alsof het 3D-geprinte onderdelen zijn – hebben dezelfde vorm als op het huidige model, maar moeten aan de binnenranden worden aangepast om ze te laten passen bij de opnieuw ontworpen, grotere brandstoftank.
Wetende dat de 2023 Streetfighter V4-tank afkomstig is van de huidige Panigale V4, is het niet onwaarschijnlijk dat een aantal van de andere wijzigingen die een jaar geleden zijn doorgevoerd op de Panigale ook worden doorgevoerd in het naked model. Het 1103cc-blok van de Panigale kreeg voor 2022 een aantal upgrades voor de elektronica, met een minuscule toename van het vermogen, maar belangrijker is dat het oliesysteem en de uitlaat opnieuw zijn ontworpen. Het piekvermogen van de huidige Streefighter is echter al een geclaimde 208 pk, dus verwacht geen enorme toename voor de 2023-versie.
De overbrengingsverhoudingen van de Panigale zijn ook gewijzigd voor 2022, waardoor de eerste tot en met vijfde versnelling korter is dan voorheen, terwijl de zesde versnelling langer is geworden voor extra topsnelheid. Het is logisch om zoveel mogelijk onderdelen te delen met de Streetfighter, dus verwacht dat deze overbrengingsverhoudingen worden overgenomen door de naked bike voor 2023, zij het met een kortere eindoverbrengingsverhouding om de nadruk te leggen op acceleratie in plaats van topsnelheid.
Wat betreft het chassis is het ook logisch dat de Streetfighter V4 zoveel mogelijk onderdelen overneemt van de Panigale, dus de aangepaste geometrie die de superbike voor 2022 kreeg – inclusief een fractioneel hogergeplaatste swingarmscharnierpunt om squat bij accelereren te verminderen – zou ook moeten worden overgenomen op de naked bike van 2023. Het verbeterde instrumentenpaneel, met extra modi, zal ook zeker van de Panigale naar de Streetfighter verhuizen.
Visueel zal het wat moeilijker zijn om de nieuwe Streetfighter van de vorige, omdat kenmerken zoals koplamp en achterzijde ongewijzigd zijn, maar uit deze foto’s blijkt dat de dubbele wings nog groter zijn dan voorheen.
Deze foto’s tonen wat wij denken dat het basismodel van de Streetfighter V4 is, met een 43mm-Showa BPF voorvork, een Sachs-achterschokdemper en lichtmetalen wielen met vijf Y-vormige spaken. Er zal ook zeker een Streetfighter S komen, met Öhlins elektronisch geregelde vering (waarschijnlijk opgewaardeerd naar de NPX 25/30-voorvork van de Panigale S in plaats van de NIX 30s van de bestaande Streetfighter S) en gesmede lichtmetalen driespaaks velgen. Tot slot, logica dicteert dat de top-Streetfighter SP, met carbon wielen, Brembo Stylema-remklauwen en een groot aantal exotische onderdelen, in de voetsporen van de Panigale zal treden door te veranderen in een SP2-versie, met dezelfde verbeteringen.
De opwarming van de aarde wordt met de dag erger en de omgevingstemperaturen breken records. Maar hoe hou je je hoofd een beetje koel, die door een zwarte helm is gevat bij een temperatuur van 31 graden? Er is een oplossing, weliswaar ietwat onorthodox. De draagbare nekkoeler van het Japanse bedrijf Thanko.
Hoewel het bedrijf zich niet specifiek richt op motorrijders, geloven wij dat het de klus aardig kan klaren, zo niet goed. De koeler richt zich namelijk op het verlagen van de lichaamstemperatuur door de dikke bloedvaten in de nek af te koelen. Deze worden meestal onbedekt gelaten tijdens het rijden en komen in direct contact met hitte en zonneschijn. Als fervent motorrijder weet je ook dat in de hitte rijden met een col of zoiets geen doen is.
Natuurlijk is er de belangrijke vraag of de nekkoeler er niet afvliegt bij hoge snelheden, en wij denken dat het verstandig zou zijn om hem aan de kraag van de jas te bevestigen met een klein klittenbandje. Dit zou hem ook op hobbelig terrein op zijn plaats houden.
De koeler weegt 210 gram met de batterij erbij en gaat bijna twee uur mee. Bovendien kun je hem via de type-C-poort ook aan een grotere batterij koppelen, waardoor hij meer dan 5 uur meegaat in de ‘strong’-modus.
Volgens de Japanse publicatieAutoby.jp (die het product testte), deed de Thanko Neck Cooler zijn werk heel goed en koelde hij de nek efficiënt. Het team testte hem echter met een jethelm en het is onduidelijk of hij even doeltreffend is in het geval van een integraalhelm.
Voor wat het waard is, de nekkoeler is zeker het proberen waard als je gewoon niet meer tegen de hitte kunt. Oh, en voor slechts 36 euro (5.000 Yen), ex verzendkosten is het ook geen al te grote investering. Maar of de nekkoeler nog op tijd in Nederland arriveert, is zeer de vraag. Geruststellende gedachte: de zomer van 2023 wordt misschien nog wel warmer en dan heb jij de nekkoeler al in huis. Te koop viaAmazon.
Op 13 augustus hebben de organisatoren van de Bonneville Motorcycle Speed Trials officieel aangekondigd dat het evenement van 2022 is afgelast. De speed trials van dit jaar zouden oorspronkelijk plaatsvinden van 28 augustus tot en met 1 september. Door overstromingen op de Bonneville Salt Flats is de BMST, het FIM Land Speed World Records en het AMA Land Speed Grand Championship officieel afgelast voor 2022.
Voor degenen die het weer boven de USA niet hebben gevolgd, in het kort: een eerste zware storm zette de vlakte onder water. Daarna stormde er nog een hele zwik stormen over de vlakte met nog meer overstromingen tot gevolg. Op 12 augustus hebben de organisatoren vanuit de lucht de toestand waargenomen. Toen bleek dat het hele parcours onder water stond. De volgende dag trokken de organisatoren de laarzen aan en waadden over de track om metingen te verrichten. Ze stelden vast dat de overstromingen over de hele lengte van de track varieerden tussen 102 en 254 mm. Conclusie: geen wedstrijden dit jaar.
Wanneer Can-Am haar offroad- en onroadkrachten bundelt, ontstaat er iets als de Can-Am Ryker Rally. Een driewieler die naast wat stoere, uiterlijke opsmuk ten opzichte van een standaard Ryker een heel belangrijk extraatje heeft: een Rally-modus. Zwaar offroaden is niet aangeraden met de Ryker, maar een vlakke, bijna gladgestreken gravelondergrond kan wel een oplossing bieden. ‘Hallo speedwayclub Helzold, we hebben eens een vraagje.’
Fotografie: Bert Claes
Speedway is een sport die vooral in de Scandinavische landen geweldig populair is. Ovalen stadions zitten tjokvol met enthousiaste toeschouwers die genieten van het bijzondere spektakel. In Nederland en België is de sport minder populair, hoewel die nog steeds beoefend wordt. Zo ligt er een speedwaypiste in Heusden-Zolder (Belgisch Limburg) waar eigenaar Benny ons enthousiast onthaalt. Na een uitleg over de historie van de speedway en het huidige gebruik ervan, hijsen we ons in onze motorkledij. Vandaag hebben we de piste voor ons alleen, dus we moeten ons niets aantrekken van regels, beperkingen of andere rijders. Gewoon gas geven en kijken of die Rally-modus wat extra plezier toevoegt aan de Ryker. Bij de standaard Ryker bots je nogal snel op de ingrijpende elektronica (tractie- en stabiliteitscontrole) die voorkomt dat je over de kop gaat bij het te snel nemen van een bocht. Dat is ergens jammer, want het neemt de speelsheid van de Ryker weg, maar aan de andere kant is het ook prima dat het systeem zo goed werkt, want er zouden anders nogal wat ongelukken mee gebeuren. De Rally-uitvoering laat extra slip toe op het achterwiel als je de Rally-modus selecteert. De elektronica staat dan nog niet helemaal uit, maar er is wel meer speelruimte. Verder heeft de Can-Am Ryker Rally onder andere grovere rallybanden, prachtige witte velgen mét centerlock, bescherming aan de voorzijde, handkappen, spatborden, een Akrapovic-uitlaat, aangepaste KYB HPG-ophanging met meer veerweg… Het resultaat is geslaagd, want de look is anders en vooral nóg specialer dan de standaard Ryker. Heb je bij die laatste de keuze tussen een 600 of 900cc-blok, dan krijg je in de Rally altijd de 900cc-driecilinder. Die Rotax-motor is goed voor 82 pk, wat niet bijzonder veel is voor zo’n grote cilinderinhoud. Bovendien is het geheel gekoppeld aan een CVT-transmissie. We zijn dus vooral benieuwd of de machine voldoende kracht heeft om al driftend over de speedway te gaan.
Extra verstevigingen aan de neus voor de Rally-uitvoering.Da’s nog eens detailwerk; centerlock-wielen!Het stuur is verstelbaar in de diepte.De KYB-HPG-veren zijn viervoudig instelbaar met de handige rode draaiknop.Een mooie Akra kan natuurlijk niet ontbreken. En standaard op de Rally.
Lichaamswerk
De bediening van de Can-Am Ryker Rally is simpel. Je geeft gas zoals met een normale motor en er is enkel een voetrem aan de rechterkant die zorgt voor werking op de drie wielen. Het gebrek aan een remhendel rechts is in het begin wel even wennen, vooral omdat je voet niet getraind is om fijnzinnige remmanoeuvres uit te voeren. Tenminste, niet de onze. Op de speedway hebben we die rem sowieso niet nodig, dus dat scheelt.
Het stuur en de pedalen kunnen zonder materiaal naar voren en achteren verschoven worden. Dat is een handige feature die ook op de standaard Ryker zit, waardoor je op zoek kunt naar je ideale rijpositie. In ons geval zoeken we op de speedway een zo sportief mogelijke positie, dus met alles helemaal naar voren. Dat werkt hier het best, want er komt redelijk wat lichaamswerk bij kijken. Voor we kunnen beginnen, nog de laatste en belangrijkste stap; de Rally-modus activeren. Daar is geen specifieke knop voor, dus je moet het weten. Maar het is de onderste – symbool- en tekstloze – knop naast het infoscherm die je enkele seconden in moet houden. Let’s go!
Al meteen in de eerste bocht slagen we erin om enkele meters te driften. Maar net op het punt dat je in een ‘comfortabele’ drift komt, hakt de elektronica in om een eind aan je stofwolk te maken. Oké, misschien wat agressiever proberen in de volgende bocht. We sturen wat harder in en geven plots veel gas, maar het heeft een averechts effect. We belanden vol in onderstuur, terwijl de stabiliteitscontrole er alles aan doet om niet richting zijwand te rijden. Dit werkt ook niet. Maar wat als we ons lichaam mee in de strijd gooien? We proberen het nogmaals, terwijl we zo hard mogelijk naar links op het afgeronde zadel leunen en ons rechterbeen bijna strekken tot op het uiteinde van de voetsteun. Op foto ziet het er alvast goed uit, aldus fotograaf Bert die zijn duim omhoog steekt, en het voelt bovendien veel aangenamer en stabieler. Maar toch is de drift nog te kort en te ongecontroleerd. Er is dus nog wat werk aan de winkel.
Koorddansen
Benny, eigenaar van speedwayclub Helzold, komt ons wat tips geven die vooral voor motorrijders handig zijn, maar op de Ryker hebben die weinig effect. We blijven zoeken naar de sleutel tot driftsucces, want je voelt dat het potentieel in de machine zit om hier een stofwolk vanjewelste af te schieten. Wat als we nu eens wat zachter met de gashendel omgaan? De beperkende factor blijft immers de elektronica die ons op het rechte pad probeert te houden. Met uiterste precisie gaan we op zoek naar het punt nét voor dat gebeurt. Zacht met het gas en zacht met insturen. Wat blijkt? Het werkt! De drifts worden langer en beter, en het vertrouwen in onze rijkunsten en de machine groeien ronde na ronde. De ene bocht lukt al wat beter dan de andere en het is continu zoeken naar die fijne lijn. Alsof je aan het koorddansen bent. Niet dat we dat al ooit hebben gedaan, maar het lijkt ons een goede vergelijking… Hoe dan ook, als je eenmaal op die dunne lijn komt en er ook op kunt blijven gedurende enkele seconden, dan voelt dat werkelijk fantastisch.
Iets wat minder fantastisch voelt na een kwartier op de speedway, zijn de linkerarm en -bil. Die eerste moet zich namelijk in een gedrongen positie plooien waar die nog nooit heeft ingezeten, terwijl je linkerbil al je bovenlichaamsgewicht op zich krijgt geduwd. Afzien hoor, dat speedwayracen.
Toch geven we er nog niet de brui aan. We hebben nog wat tijd over, de achterband ziet er nog prima uit en we krijgen zowaar toeschouwers in het stadion. Nu kunnen we moeilijk anders. Ronde na ronde proberen we onze drifttechniek te perfectioneren. Dat lukt aardig, en we hebben het gevoel dat we tegen het plafond zitten van de mogelijkheden van de Can-Am Ryker Rally. Althans, met deze standaardinstellingen van de Rally-modus. Zou je de elektronica volledig kunnen uitzetten, is er nog veel meer moois mogelijk. Op de openbare weg of asfalt is het maar al te goed dat het systeem zo werkt, want de Can-Am Ryker Rally kan soms listig uit de hoek komen of onverwachtse dingen doen bij spoorvorming of wegen in slechte staat. Maar hier op de speedway, waar er veel meer ruimte is om fouten te maken en waar er meer gegleden wordt, zou de elektronica gerust helemaal uit kunnen. Het zal niet makkelijk zijn om de machine de baas te blijven, maar dat er strepen getrokken kunnen worden, mag duidelijk zijn. De driecilinder is er in ieder geval krachtig genoeg voor en ook de cvt-versnellingsbak reageert direct, dus zonder veel vertraging, op je gasinput.
Speedway-modus
Het zou nog een idee kunnen zijn voor Can-Am: een Speedway-modus. Volledig op eigen risico. Of waarom geen raceklasse oprichten? Laat Ryker Rally’s met uitgeschakelde elektronica het opnemen tegen elkaar op een speedway. Spektakel gegarandeerd en bovendien een boost voor de speedwaysport. Op Helzold wordt er al gereden met sidecars en karts, dus Rykers zouden prima kunnen passen. Daarbij heb je geen startveld van twintig deelnemers nodig, want met vier machines heb je al genoeg om een race te vullen. Bovendien ligt de technische vaardigheid en dus de instapdrempel een stuk lager dan met een motorfiets. Hoe dan ook, het toont aan dat de Can-Am Ryker Rally een machine is die meer kan dan je aanvankelijk denkt. Het driewielige concept van Can-Am gedraagt zich uitstekend op de weg en is door de jaren heen goed bijgepunt en verfijnd, maar het is op zachte offroadwegen en op iets als een speedway dat de driewielige duivel pas helemaal uit zijn doosje komt.
Speedway zelf meemaken? 28 augustus op Heusden-Zolder
Op zaterdag 27 en zondag 28 augustus vindt er op de speedway van Helzold de Golden Helmet plaats. Beleef de spanning en sensatie en sta versteld van de ultieme driftcontrole van de speedwayracers. Op zaterdag vinden de trainingen plaats, met gratis entree. Op zondag de wedstrijden, en dan betaal je € 17,- voor een ticket. Onder de 16 jaar mag gratis naar binnen. Kom je van ver? Dan is er ook een camping waar je kunt overnachten. Of een hotel in de buurt… Meer info: www.speedwayclubhelzold.be
In 1976 introduceerde Kawasaki de KZ650-viercilinder (ook wel Z650 genoemd) om te concurreren met de populaire 750cc-klasse. Ondanks het nadeel van de 650 cc gaf Kawasaki’s volledig nieuwe blok en chassis de KZ een kans om te strijden met de beoogde concurrentie: Honda CB750, Suzuki GS750 en de Yamaha XS750.
Om de prestaties van de Z650 te bewijzen, organiseerde Kawasaki een extreme uithoudingstest in Daytona in de hoop in 24-uurs het gemiddelde snelheidsrecord van de 750-klasse te verbeteren. Gelukkig waren er toen al camera’s aan het draaien, die de [ogibg vastlegden.
Een klein team van rijders nam om de beurt plaats in het zadel in een poging om in 24 uur een zo groot mogelijke afstand af te leggen. Slechts minimale wijzigingen aan de motorfiets waren toegestaan, zodat de testmotoren niet wezenlijk verschilden van de productieversie. De twee Z650-testmotoren hadden een vergrote brandstoftanks, enkele wijzigingen aan de carrosserie, een verlaagd stuur, circuitbanden en nog enkele andere wijzigingen.
Spoiler alert: de Z650 versloeg de 750’s met een 24-uurs gemiddelde snelheid van 188,2 km/u. Beide motoren voltooiden de test en een andere testmotor, The Rabbit genaamd, pakte nog een paar records in een zes uur durende test die meer modificaties toestond. De Z650 werd een van de populairste motorfietsen van zijn tijd, en hij genoot van een vrij lange productiecyclus die ook enkele cruiser-achtige varianten omvatte.
Vandaag is de Z650 een betaalbare klassieker uit de jaren 70. De verschillende modellen zijn niet zo duur als de oudere van de Z1 en Z1-afgeleide modellen. Dit betekent ook dat ze vaak worden gebruikt voor ombouw en er zijn voldoende onderdelen om ze op te waarderen als dat je ding is. Potentiële kopers worden wellicht aangemoedigd door het feit dat twee zorgvuldig geprepareerde exemplaren bijna 24 uur lang op volle toeren hebben gedraaid. Kawasaki’s recordpoging heeft wellicht een soortgelijk effect gehad op kopers, die in 1976 een blik wierpen op de motorfietsen die toen beschikbaar waren.
Vijftig jaar later vertelt de Z650RS ons dat Kawasaki nog steeds aan de KZ650 denkt.
2022 was een belangrijk jaar voor Kawasaki’s retro-georiënteerde RS-gamma. Het vlaggenschip, de Z900RS, vierde de 50e verjaardag van de Z1 met een verbluffende, Fireball-kleurstelling. De speciale kleurstelling was echter niet de enige toevoeging aan het Z900RS-gamma, want Kawasaki introduceerde ook de opgewaardeerde 2022 Z900RS SE-variant. Toch ontbrak het de RS-serie aan een echt instapmodel en de 2022 Z650RS vulde die leegte op.
Na zo’n bewogen 2022 kunnen we Kawasaki niet verwijten dat ze het in 2023 rustig aan doet en de RS-reeks keert grotendeels ongewijzigd terug voor het nieuwe modeljaar. Te beginnen met de Z650RS, de klassiek gelijnde motorfiets behoudt zijn iconische Candy Emerald Green-lak, maar voegt een nieuwe Metallic Spark Black toe aan het repertoire. Aan de oppervlakte is de Z650RS nog steeds goed voor Kawasaki’s vloeistofgekoelde 649cc-paralleltwin die goed is voor 67 pk en 63,2 Nm-koppel.
Hoger op de ladder volgt de Z900RS dezelfde tactiek, ook met de op de Z1 geïnspireerde Candy Tone Blue-lak uit 1975, die in 2022 opnieuw werd gebruikt. Kawasaki’s designteam koppelt deze nieuwe lakoptie in 2023 echter aan de nieuwe Metallic Diablo Black/Metallic Imperial Red. Uiteraard levert de 948 cc vier-in-lijn nog steeds 109,5 pk bij 8.500 tpm en een koppel van 98 Nm-koppel bij 6.500 tpm, waardoor de vintage-esthetiek van het model hand in hand gaat met moderne prestaties.
Hoewel de 2023 Z900RS SE dezelfde straatgetunede viercilinder overneemt, onderscheidt het model zich van de rest met een Öhlins S46-achterschokdemper en een herziene voorvering. Brembo M4.32-voorremklauwen, Brembo-remschijven en staalomvlochten remleidingen moedigen rijders aan om het rijtempo wat op te voeren.
In tegenstelling tot de basis Z900RS en Z650RS krijgt de SE in 2023 geen nieuwe graphics, maar de Metallic Diablo Black is net zo opvallend als vorig jaar, vooral met de bijpassende gouden wielen.
Er is een romantische ziel voor nodig om van een zijspan te houden. En ook een partner met een heel bijzondere geestdrift. Het lijkt moeilijk deze kenmerken te verenigen, want zijspannen zijn in Nederland een steeds zeldzamere verschijning. Daarbij zijn ze vaak duur én hebben weinig merken een zijspan in hun gamma, tenzij je je wendt tot zijspanbouwewers.
Het merk Mash heeft ervoor gekozen zich te onderscheiden met een origineel gamma. Het Franse merk heeft al weer een tijdje het zijspan in zijn gamma. Het begon in 2017 met het model Family Side, een ingetogen zijspancombi die in 2021 gezelschap kreeg van de Force. Deze was geïnspireerd op militaire voertuigen.
Klasse en onbetaalbare charme
De formule die verbeelding en betaalbare prijzen combineert, lijkt te werken: in augustus introduceert Mash de Black Side. De combinatie is gebaseerd op de Force, maar wekt heel andere emoties op met zijn elegante en onmiskenbaar vintage look. Een grote maar open zijspan met een opening aan de zijkant om het instappen te vergemakkelijken. Achteraan vind je een grote koffer en op de motorfiets een traditionele Earles-vork. De wielen zijn 18″, de zitting heeft twee aparte zittingen en de brandstoftank heeft rubberen kniestukken voor grip en bescherming van de lak. De zwarte kleurstelling met verchroomde onderdelen geeft de Black Side een zekere klasse en onbetaalbare charme.
Niet bovenmatig veel pk’s
De Mash Black Side wordt aangedreven door een eenvoudig eencilinderblok van 445 cc met enkelvoudige, bovenliggende nokkenassen en is luchtgekoeld. Het blok levert 28,5 pk, wat niet bovenmatig veel is, maar genoeg voor motorrijders die voor het eerst kiezen voor een zijspancombinatie. Immers is het rijden op een zijspan geen kattenpis. En de prijs is nog beter: de grens van 10.000 euro ligt binnen het bereik van de meeste motorrijders.
Zo zal de kleine Bonneville eruit zien, de Triumph met de minste inhoud die in samenwerking met Bajaj tot stand is gekomen. De motorfiets zal vooral zijn weg vinden naar Aziatische landen, India en Zuid-Amerika.
Samenwerking met Bajaj
Zoals bekend is de motorfiets ontwikkeld door Triumph in samenwerking met zijn Indiase partner Bajaj. De kleine Triumph heeft het uiterlijk dat de andere ‘klassiekers’ van het Britse merk. Er zijn wel concessies gedaan aan de moderne tijd: lichtmetalen wielen, upside-down vorken (zonder afstelling), de vorm van de uitlaat die beslist niet vintage is en het ontwerp van de koplamp is dan wel rond, maar ook zeer actueel. Het is een motorfiets die nostalgische snaren moet beroeren, maar tegelijkertijd een jonger en misschien iets minder dandy publiek moet aanspreken. En daarin lijkt de Triumph te slagen.
De ontwerpers hebben slimme oplossingen gebruikt, zoals de aanwezigheid van vinnen op het vloeistofgekoelde cilinderblok en de discrete plaatsing van de radiator tussen de framebuizen. Zoals het een motorfiets betaamt met een vintage sfeer valt ook de enkele schokdemper achteraan niet overdreven op, dankzij de geluiddemper die rechts het gat tussen wiel en spatbord opvult. Het valt nog te bezien of hetzelfde gebeurt aan de rechterkant of dat, zoals het lijkt, de uitlaat een twee in één is en er dus aan de linkerkant geen geluiddemper is. De remmen zijn schijfremmen op beide wielen, de verlichting is led en het achterlicht is geïntegreerd in de carrosserie.
Wordt het 250 of 500 cc?
Over het blok is niets bekendgemaakt, maar het is duidelijk dat het om een parallel-twin met dubbele bovenliggende nokkenassen gaat. Volgens geruchten zou de cilinderinhoud tussen 250 en 500 cc bedragen. Voor al het andere zullen we moeten wachten op de officiële presentatie, maar dat zal nog even duren. Te oordelen naar het vrij vergevorderde afwerkingsniveau van het prototype zou de definitieve versie al op de najaarsshows kunnen worden getoond.
De Motocross of Nations, voorheen de Motorcross der Naties, is het wereldkampioenschap voor landenteams. De rijders gaan er niet naar toe voor hun team, maar voor hun land. Bij een wedstrijd in Europa gaat ieder op eigen gelegenheid, maar bij een overzeese landenwedstrijd zorgt de nationale bond voor het transport van de motoren. Tot nu toe is de Motocross of Nations zes keer buiten Europa verreden. In 1999 was het Braziliaanse Indaiatuba de locatie. In het krat de Kawasaki van Remy van Rees, de Suzuki van Leon Giesbers en de Husqvarna van Willie van Wessel. Het Nederlandse trio leek op weg naar de tweede plaats, maar door valpartijen in de laatste race eindigden ze buiten het podium.
Foto-info
Fotograaf
Jan Boer
Jaar
1999
Onderwerp
MXcoN Indaiatuba
Wetenswaardigheid
De Motocross of Nations wordt dit jaar verreden in het weekend van 24 en 25 september in het Amerikaanse Red Bud, Michigan. Nederland heeft goede herinneringen aan deze baan, want vier jaar geleden eindigden Jeffrey Herlings, Glenn Coldenhoff en Calvin Vlaanderen daar achter Frankrijk als tweede. Coldenhoff en Vlaanderen maken ook nu weer deel uit van het Nederlandse team. Kay de Wolf is de rijder voor de MX2-categorie. Op papier een ijzersterk team. Kunnen ze de zege van 2019 in Assen herhalen?
Motor.nl gebruikt cookies om jouw ervaring op onze website zo goed mogelijk te maken. Hiervoor hebben we een aantal cookies nodig. Veel lees en kijkplezier!
Functionele cookies
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.