zondag 27 juli 2025
Home Blog Pagina 480

Internationale BMW GS Trophy rijdag 7: Nederland herpakt zich op finaledag

0

De week is voorbij gevlogen en vandaag wordt uitgemaakt wie zich de nummers 1, 2 en 3 mogen noemen van de GS Trophy. De dag begint benauwd en plakkerig en er bestaat een kans dat het gaat regenen. Dat zou het best wel eens een interessante dag kunnen maken vandaag. Maar eerst een goed ontbijt en koude koffie waarvan je de laatste slok zeker moet overslaan wil je niet de hele dag met een gore nasmaak in je mond lopen.

Bekijk de video van de finaledag

Rit door de hel

We rijden vandaag een halve dag waarvan 60 km offroad, maar dan ook wel heel veel technische offroad. Hellingen, keien, rivierbeddingen en diepe geulen zijn het decor van deze dag. Om een indruk te geven hebben we over een stuk van 1,5 km maar liefst een half uur gedaan. Onze marshall heet Jenny, ze komt uit Engeland. Het is een aardige vrouw die goed kan rijden maar helaas niet zulke lange benen heeft als Nederlanders. Het team moet dus regelmatig even te hulp schieten bij he afstappen, maar altijd komt het goed. We zien veel motorrijders en begeleiders stranden, maar uiteindelijk komt iedereen uit die anderhalve kilometer hel. Met de finish in zicht, besluit Remy nog even zijn BMW neer te leggen waardoor er een stuk van zijn koppelingshendel afbreekt. Dat kost natuurlijk de nodige strafpunten en daar zit eigenlijk niemand op te wachten. Wel zijn we het erover eens dat de rit van vandaag supergaaf was zeker een mooie afsluiter betekende van de BMW GS Trophy.

Na de tankstop, die zoals je weet altijd voor de nodige onrust zorgt, en een koffie rijden we door naar het basekamp voor de grote finale. Iedereen heeft z’n BMW is volgetankt zodat elk teamlid een BMW heeft met hetzelfde gewicht. En dat is wel zo eerlijk tijdens de finale.

Zuid-Afrika vliegt!

Het parcours lijkt simpel: over het strand rijden. Maar het is wel de BMW GS Trophy, dus bestaat de uitdaging uit een gemeen keienpad langs zee, single tracks en kort werk. Het is de bedoeling dat de deelnemers achter elkaar aan rijden. Willem bijt het spits af, gevolgd door Mike en dan Remy. Ze beginnen met enkele singletracks en vliegen dan het strand op. Alle drie gaan goed over de lastig te nemen stenen. Dan volgt een stuk waar ze enkele korte bochten moeten draaien, opnieuw met veel losse keien. Willem legt helaas de motorfiets neer, maar herpakt zich snel en kan zijn weg vervolgen. Mike en Remy blijven op dit stuk ook met moeite overeind, maar blijven gelukkig rijden. Op wat voetjes aan de grond na – strafpunten! – bereiken ze allemaal het strand. Die levert geen problemen op en ze halen de eindstreep zonder problemen. De mannen zijn niet geheel tevreden omdat ze wat steken hebben laten liggen. Daar heb ik er heel andere mening over, omdat ik de andere teams heb zien rijden. TeamNL mag trots zijn op zichzelf! Duitsland, Engeland en Zuid-Afrika vliegen over het parcours, met name Zuid-Afrika gaat als een malle en weet een heel snelle tijd neer te zetten.

Opwinding

Toch brengt de uitslag nog de nodige opwinding teweeg: Nederland heeft de 3e plaats gescoord met de fotocontest en zijn in de grote finale, waarvan ze dachten dat het niet zo goed ging, maar liefst vierde geworden! Door deze prestaties stijgt TeamNL naar de zesde plaats in het eindklassement. In het linker rijtje dus! Mannen, dat hebben jullie goed gedaan!

Video en foto opdracht: derde plaats
Finale: vierde plaats
Eindklassement: zesde plaats!

Frankrijk: Authentiek sturen in Le Coin Perdu

0
Slingeren boven de kloof van Le Drac

Er zijn bergen, heuvels, valleien, vergezichten, leuke dorpen, fijne terrassen, hotelgarages waar ze ’s nachts je motor toedekken, ambachtelijke bieren, azuurblauwe stuwmeren, kastelen, afgronden, uitstekende croissants en bovenal onnoemelijk veel bochten. En toch rijden we er massaal voorbij: Matheysine.

Amper een kwartier onderweg en het asfalt duikt omlaag. De bochten laten zich perfect insturen. Links, rechts, links, rechts. De navigatie dirigeert me over een boogbrug en rechtsaf naar een weg die aan de rotswanden boven de afgrond lijkt te kleven. Op de bodem raast het water van Le Drac, een bergrivier die blauwgroen van kleur is dankzij het smeltwater van sneeuw en gletsjers uit de Franse Alpen.

Het is geen Gorges du Verdon, daarvoor is het traject te kort, maar wat rijdt het lekker zeg. Even naar de rand rijden en afstappen voor een blik in de diepte en weer door. Over smalle wegen. Door heuvelachtig terrein dat omringd wordt door de hoge bergen van Les Écrins, de Vercors en het Dévoluy-massief. Dit is bovendien de perfecte habitat voor mijn reisgenoot, de Moto Guzzi V85 TT. Maar daarover later meer.

Ik rijd door de Matheysine, een onbekende streek die samen met de Trièves, het doel is van deze ontdekkingstocht. Onder motorrijders zijn Corps en La Mure misschien nog bekende namen dankzij de Route Napoléon die er doorheen gaat, maar verder dan deze populaire N85 kijkt nauwelijks iemand. Iedereen is gefocust op het volgen van de route die de Franse koning-keizer-admiraal aflegde na zijn ballingschap op Elba. Deze keer doe ik het anders.

Terwijl de Guzzi de ene na de andere bocht messcherp afvinkt, vraag ik me af waarom hier zo weinig motorrijders zijn. Of beter gezegd, waarom er zo weinig mensen zijn. Conclusie: het ontbreken van een buitencategorie toeristentrekker. Er is geen topmuseum, berg met historische beklimmingen, reusachtig pronkkasteel of bergpas met 48 haarspeldbochten. De streek is zelf de grootste attractie en dat verkoopt wat lastiger. Dat moet je ervaren.

Rijdend van het ene naar het andere leuke dorp voelt dat steeds meer als een groot pluspunt. Ik rijd alleen en krijg het idee van een soort expeditie. Alsof er nog geen motorrijder is geweest. Het sfeervolle stadje Mens brengt me terug op aarde. Bij een terras in het centrum staan twee motoren. Dat blijken locals te zijn die brood komen halen en voor de terugweg naar goed Frans gebruik een koffie drinken bij Café des Sports.

‘Route Napoleon?’, zo vraagt local Michel. ‘Die is voor de toeristen. Je moet op de bonnefooi kriskras tussen de kleine dorpen door rijden. C’est genial!’

Pretpas

Een goed advies sla je niet in de wind. Dus volgen de verstilde dorpen elkaar in hoog tempo op. Mens, Le Perrier, l’Alley, Saint-Maurice-en-Trièves en Le Monestier-du-Percy. Soms ligt zo’n dorp er leeg en verlaten bij, een tikje in verval zelfs. Soms zijn de huizen opvallend mooi geconserveerd en gerestaureerd. Vaak met dank aan mensen die in de afgelegen streek komen wonen op zoek naar een minder complex bestaan.

Op het pleintje van Prébois maak ik een praatje met wijnboer Samuel en zijn collega Max. Beiden komen uit de streek. Max is altijd gebleven, maar Samuel is na een jarenlange carrière als technicus in de filmindustrie teruggekeerd naar zijn geboortegrond. ‘Je verdient op het platteland minder geld, maar hebt een rijker leven’, zo luidt zijn wijze les.

Rijden over kleine weggetjes. De V85 TT houdt ervan. En ik ook. Liefst met de rijmodus op Sport. Niet om daarmee de straatstenen uit het wegdek te trekken, maar omdat de standaardmodus ook voor toeristisch doorrijden te tam is. In de Sport-stand heeft de Guzzi echter de bite die het rijden met een allroad zo lekker maakt.

Voorbij het leuke dorp Clelles – stop bij Le Bistrot de la Place voor een dagschotel – gaat de route verder over de uitlopers van de Vercors. Het is er prachtig. De weg wendt en keert met aan de horizon voortdurend die langgerekte supersteile rotswand. Er bovenop ligt het plateau van de Vercors. Zoals gezegd zijn er geen reusachtige bergpassen in Matheysine en Trièves, maar de Col de l’Arzelier staat garant voor een boel rijplezier, een echte pretpas: bijna negen kilometer lang, goed voor 513 hoogtemeters en met de top op 1.156 meter. Ik schakel een versnelling terug en gooi het gas wat verder open.

De pashoogte aantikken, afdalen en weer omhoog. In de heuvels aan de overkant staan twee fraaie viaducten recht boven elkaar. Ze zijn eind negentiende eeuw gebouwd voor de treinen die kolen vanuit de regio naar het noorden transporteerden. In La Motte-d’Aveillans kun je een museum bezoeken over de mijnbouw. Het toeristentreintje dat nu over de spoorlijn tuft maakt er een stop voor het naar de belvédère klimt met droomuitzicht op de stuwmeren.

Die meren zie ik vanaf de hooggelegen weg ook gewoon vanuit het motorzadel. Ze zijn exotisch blauw. Het slotstuk van de dag is spectaculair en eindigt met de motor in de stalling en de mens op het terras.

Handen aan het stuur

Vroeg op. Om op te warmen neem ik een bergpas die strikt genomen niet in de Matheysine ligt, maar daar wel eindigt: Col de la Morte op 1.368 meter. Even een paar haarspeldbochten rijden, 1.000 hoogtemeters maken en de ogen figuurlijk dicht in het lelijke skistation. Eenmaal over de top neemt de natuur de wereld weer stevig in handen.

Op advies van een plaatselijke motorrijder die ik gisteren in La Mure trof, heb ik Le Désert in mijn route opgenomen. Het is een doodlopend dal, maar naar verluidt erg mooi en bijzonder. Onderweg passeer ik gehuchten en geitenboeren, kapelletjes en een camping. Hoe verder ik het zijdal in rijd, hoe smaller het asfalt wordt en hoe hoger en grootser de bergen. Onderweg kom ik precies nul auto’s of motoren tegen. Zelfs geen fietsers of wandelaars. In deze rust zet ik de Guzzi in de derde versnelling en kijk ik uitgebreid om me heen.

Het dal zwaait de wereld uit met een paar heerlijke bochten en dan stopt de weg. Eindpunt Le Désert, een gehucht, een handvol huizen, een hameau, zeggen ze hier. Waar het asfalt ophoudt, beginnen de machtige bergen van het Parc National des Écrins met ruige natuur en toppen die tot én net over de 4.000 meter gaan. Het is het domein van steenbokken, adelaars, gieren, gemzen en talrijke beschermde reptielen, bloemen en planten. Bij het barretje ben ik als motorrijder ook een zeldzame soort, naar Le Désert komen vooral wandelaars.

Ik stuur de V85 TT terug het dal uit naar een verscholen pas: Le Col de Parquetout op 1.395 meter. Het grootste gevaar schuilt in de combinatie van een supersmal weggetje, matig wegdek en de mooiste vergezichten als afleidende factor… Handen aan het stuur! Concentreren. Concentreren! Als de route aan de andere kant van de col overgaat in een fatsoenlijke asfaltweg laat ik de motor ontspannen uitrollen naar een bar aan het stuwmeer Lac du Sautet.

Het is ondertussen gemeen warm geworden. De overgang naar de zuidelijkste Alpen doet zich voelen. De Middellandse Zee ligt hemelsbreed maar zo’n 150 kilometer verderop. Motor aan de kant, laarzen open en doet u mij maar een literfles water, s’il vous plaît.

5X Stoppen

La Mine Image
Een museum over de mijnbouw in de streek. Het is deels gevestigd in voormalige mijngangen, zodat je een goed idee krijgt van het dagelijks werk. Info: www.mine-image.com.

Le Bistrot de la Place
Ongedwongen adresje in Clelles. Je zet de motor voor de deur op het pleintje en kijkt wat de pot schaft. Meestal is er keuze uit twee gerechten. Veel producten komen van de eigen boerderij of bevriende boeren in de omgeving. Ook geliefd bij de locals. Info: www.lebistrotdelaplace.fr.

Brasserie Matheysine
Blond, bruin, IPA. Het zijn maar enkele soorten bier die in deze brasserie op ambachtelijke manier worden gebrouwen. Gezellig terras erbij met in het weekend kleine hapjes. Prima plek aan het eind van de middag. Of om gewoon een paar flessen in de motorkoffers mee te nemen. Info: www.brasseriematheysine.fr.

Distillerie La Salettina
Naar oud kloosterrecept wordt de beroemde Liqueur La Salettina gestookt. Inclusief museumpje en shop. ‘Het recept werd in 1864 door een apotheker teruggevonden’, aldus derde generatie likeurmaker Raoul Attanasio. Info: www.salettina.com.

Plage de Savel
Doe een zwembroek in je koffers, want ook in de bergen kan het warm worden. Zeker als je zo zuidelijk bent. Lekker toch? Afkoelen met een duik in een bergmeer. Eenvoudig te bereiken: Plage de Savel en het Grand Lac de Laffrey.

Kaal, Grillig en woest

Als ik – uitgerust, afgekoeld en bijgetankt – de motor wil starten voor de laatste lus van de dag, is mijn standaard enkele centimeters diep in het asfalt gezakt. Hoezo warm? Met de Motor Guzzi weer rechtop is het met temperaturen boven 35 graden Celsius verleidelijk om naar het hotel in Corps te rijden. Maar aan de overkant van het stuwmeer staan die prachtige bergen van het Dévoluy-massief. Kaal, hoog, grillig, woest. Bovendien belooft een front van donkere wolken regen en verkoeling. Ach, waarom ook niet? Omhoog.

Op zoek naar de Col du Noyer. Deze is 1.664 meter hoog en doorklieft het massief. De klim is geweldig, de rit over de hoogvlakte ook en op het deel dat tussen de rotsen ligt, krimp je als motorrijder tot het formaat XXXS. Er vallen een paar druppels op mijn vizier, maar het wegdek is nog altijd droog genoeg om soepel door te rijden.

De afdaling eindigt bij de Route Napoléon en het schuimende water van Le Drac. Linksaf gaat het naar Corps, waar mijn bed voor komende nacht staat. Ik draai de weg op en geef stevig gas. Mijn onderkomen Hôtel de la Poste is een achttiende-eeuws relais, destijds gebouwd als rustplaats voor koetsiers en een plek om van paarden te wisselen. In de garage staan vandaag meer pk’s dan driehonderd jaar geleden.

Als ik ’s avonds met een bord en biertje op het terras aan de Route Napoléon zit, komen er tientallen motoren voorbij. Ik gun ze allemaal een paar dagen authentieke motorpret in Matheysine. Er zou een bord met een pijl erop moeten hangen: knijp in die Brembo’s, hier moet je zijn!

De reis

De streken Matheysine en Trièves liggen op zo’n 900 kilometer vanaf Utrecht. Je kunt het gebied goed combineren met bijvoorbeeld de Vercors of de zuidelijke Alpen.

Overnachten

Wij sliepen tot tevredenheid bij Logis Hôtel Murtel in la Mure met prima kamers, een goed restaurant en een afdak voor de motoren. Fijn: kamers met balkon. Info: www.logishotels.com.

Ook waren we een nacht te gast bij Hôtel de la Poste in Corps. Op het terras zit je direct aan de Route Napoléon. De kamers zijn klassiek, wat bijdraagt aan het historische gevoel van dit hotel. Verrassing: de motoren in de garage worden ’s nachts toegedekt met een dekentje tegen het stof. Info: www.hotel-poste-corps.com.

Informatie

www.matheysine-tourisme.com; www.trieves-vercors.fr; www.alpes-isere.com; www.france.fr.

Routes downloaden

Column Boudewijn Geels: Herman (1)

0
Column Boudewijn Geels

Al twintig jaar is de rug van het boek prominent zichtbaar in mijn boekenkast. Toen ik besloot met de schenker ervan, motormaat E., op reis te gaan naar Egypte, dacht ik: nu ga ik dat pronkstuk van mijn collega-columnist eindelijk ook maar eens lézen.

In een hangmat in Marsa Alam kijk ik naar het omslag. ‘De kus in de nacht’, is de titel. Auteur: Herman Brusselmans. Op de voorzijde een tekening van een man op een motorfiets. Maar gaat het boek ook echt over motorrijden? E. wist het in 2002 ook niet. ‘Ik zag de naam van de auteur en die motor en dacht: die is voor Bou!’

Wat steekwoorden uit de beschrijving op de achterzijde: ‘Vriendschap’, ‘regendansen’, ‘de troost der fantasie’, ‘Louis Armstrong’, ‘seksualiteit’, ‘het toerisme op het water’, ‘ijsberen en neerzitten’, ‘de toekomst van Chiquita en Kawasaki’, ‘onderhuidse beestjes’ en ‘gesloten bloemenwinkels’. Weinig richtinggevend dus. Dat, plus de kloeke omvang van 614 pagina’s, heeft er twee decennia voor gezorgd dat ik het lezen van deze ‘onherroepelijke mijlpaal der letteren’ (aldus nogmaals de achterflap) telkens voor me uitschoof.

Voortaan in één blad staan met Herman Brusselmans, toen ik het jaren geleden hoorde, maakte mijn ego een sprongetje. Dol was ik op dat soepele voor-de-vuist-weg-proza, dat droogkloterige gezwam. Zijn stijl proberen te kopiëren is zinloos; ik zou niet eens bij de langharige Triumph-adept in de buurt komen. Wel denk ik altijd: zou Herman míjn columns ook lezen? Waarna steevast meteen het besef indaalt: natuurlijk niet Geels! Daar heeft zo’n sterauteur het veel te druk voor.

Hoewel, Herman heeft het maatschappelijke tij niet mee. Wie satirische columns over zangeres Shirma Rouse en prinses Amalia schrijft, waarin ook bepaalde lichaamskenmerken van deze Bekende Nederlanders ter sprake komen, kan zomaar zijn Nieuwe Revu-column kwijtraken, ondervond hij in 2020. ‘De onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans beledigt overschatte personen uit de wereldgeschiedenis’, stond er telkens bij, om het satirische gehalte te benadrukken. Maar dat donderde niet. Exit Brusselmans.

In dit prachtblad is hij gelukkig still going strong. Ik hield zelfs rekening met Herman toen ik niet lang geleden een nieuwe tweewieler uitzocht. Het mocht geen Triumph zijn, want, zo vond ik, die zijn Hermans domein. Mede daarom rij ik nu op een Kawasaki Z1000SX. Geen spijt van, prima motor, maar omdat verboden vruchten nu eenmaal het lekkerst smaken, kijk ik bij elk bezoek aan een motorzaak of ik ergens een Triumph ontwaar, waar ik dan een paar minuten gelukzalig op ga zitten contempleren over wat had kunnen zijn.

Maar nu lig ik dus in mijn Egyptische hangmat, met ‘De kus in de nacht’ op mijn nog bleke buik. Als ik de eerste zin van de proloog lees, herinner ik me opeens dat ik tien jaar geleden ook een poging heb gewaagd. Er staat: ‘Ik heb alweer niks te melden, en dat zal ik doen in een pagina of 600 à 650, we zullen zien’.

‘Zou jij een roman zo durven beginnen?’, vraag ik aan E., die in de belendende hangmat bungelt. Hij haalt z’n schouders op. ‘Wat is de volgende zin?‘ Ik: ‘Komt-ie: “Ik liep over straat. Samen met mij geen enkel konijn. Achter de horizon gloorde de kim. De zon scheen als grotendeels onbekende materie die me geen reet interesseert”.’

‘Hm’, bromt E., ‘bijzonder. Nu maar hopen dat het snel over motoren gaat. Heb je daar al enig zicht op?’

Ik sla willekeurig aan het bladeren. ‘Op pagina 25 lees ik iets over een “nieuw Japans motormerk, Yaka”.’

E., grinnikend: ‘Zie je nou wel!’

Maar ik vertrouw het nog niet helemaal. Op plechtige toon: ‘I’ll keep you posted…’

Wordt vervolgd.

INTERMOT 2022: programma, data en tickets

0

Tentoonstellingen, prijsuitreikingen, testritten, shows, live technische gesprekken en nog veel meer, inclusief eten en tatoeages. Van het door de INTERMOT voorgestelde menu krijg je beretrek. Hier is een snel voorgerecht om je voor te bereiden op deze grote motorshow….

INTERMOT 2022

Aftellen naar de 2022 editie van INTERMOT, dit jaar gepland – in Keulen, uiteraard – van 4 tot 9 oktober. Met zo’n 500 merken en exposerende bedrijven uit 29 verschillende landen en duizenden bezoekers die in de beurshallen worden verwacht, zal de show, daar zijn we meer dan zeker van, niet teleurstellen. Hier volgt een korte ‘samenvatting’ van de vele activiteiten die al gepland zijn.

Tentoonstellingen en displays

Naast de voorproefjes en nieuwigheden die worden tentoongesteld en gepresenteerd door de belangrijkste merken uit de sector, waaronder Benelli, BMW, Energica, Honda, Kawasaki, KTM, Voge, Piaggio en Suzuki, kun je ook interessante speciale tentoonstellingen, shows en diverse highlights op het gebied van motorfietsen en scooters kunnen bijwonen – en in sommige gevallen zelfs aan deelnemen. Zo zal in hal 7 de grote speciale tentoonstelling Custom van INTERMOT, georganiseerd door het tijdschrift Custombike, te zien zijn. Er staan talrijke specials in de verschillende categorieën zoals Medium Power (waaronder scooters, bromfietsen en lichte motorfietsen), Café Racer, Chopper, Bobber, Cruiser, Roadster, Dirt-Bikes, Race-Bikes, Factory Customs en Radical in prachtig vormgegeven decors. Ook kun je technische onderwerpen bespreken met collega’s in de informele sfeer van de Custom Lounge, maar ook – eveneens in Hal 7 – genieten van de speciale tentoonstelling ‘Wrap my ride’. Zo leer je alles wat er bij komt kijken om professioneel motorfietsen te wrappen, maar ook helmen en koffers.

Speciale show 125

De Special Show 125, georganiseerd door het tijdschrift Motorrad, presenteert de complete wereld van 125cc-motorfietsen, van benzine tot elektrisch, cross/supermoto, street/naked, bromfiets/scooter, maar ook specials zoals caféracer, flattrack en chopper. En op het 125cc-circuit zal het mogelijk zijn om alle tentoongestelde modellen te testen, zelfs zonder rijbewijs. Jongeren van ten minste 15 jaar oud mogen hieraan deelnemen, mits vergezeld zijn van een volwassene. Beschermende kleding zal uiteraard ter plaatse worden verstrekt.

Live technische gesprekken

De INTERMOT Stage, de grote evenementenhal, wordt ingericht in hal 8 en biedt plaats aan live technische gesprekken met topberoemdheden, influencers en experts uit de motorwereld. Hier worden ook buitengewone motorfietsen gepresenteerd en diverse prijsuitreikingen plaatsvinden. Een ‘bonte mengeling van luisteren, ontdekken en verwonderen’ -zo stellen de organisatoren het ons althans voor -, waarbij ook de prijs ‘Motorfietsvrouw van het Jaar’ van het vaktijdschrift Bike und Business wordt uitgereikt, op hetzelfde podium op 5 oktober. En wie in de tussentijd een nieuwe tatoeage wil laten zetten of zijn baard wil laten bijwerken, kan terecht in de tattoo- en barbershop van INTERMOT in hal 7.

Tickets: prijzen en waar te koop

Tickets voor INTERMOT 2022 zijn nu al te koop in de Ticket Shop op de officiële website. Er zijn verschillende mogelijkheden: het dagticket kost 20 euro, het gereduceerde ticket (voor studenten, 65-plussers, gehandicapten, vrijwilligers) 8,50 euro en het ticket voor kinderen tussen 12 en 17 jaar kost slechts 5,50 euro. Je kunt ook kiezen voor een tweedaags ticket voor 26 euro of voor een seizoenskaart voor 35,50 euro, waarmee je ook toegang krijgt tot andere evenementen.

International BMW GS Trophy rijdag 6: Michael stort in!

0

Na een perfecte middag op het strand gisteren, waar iedereen heeft kunnen zwemmen en op het strand heeft geslapen starten we met de één laatste dag. Omdat we weer op zeeniveau zitten, is het rond 06.00 uur al warm en benauwd. Dus dat beloofd wat voor vandaag. Er staat ons een lange dag van 250 km te wachten, waarvan ruim 130 km offroad. We rijden vandaag weer terug naar het eerste basecamp waar we zes dagen geleden begonnen. Daar rijden we morgen ook de finale. Zoals je hebt kunnen zijn, liggen de posities in het klassement nog lang niet vast. Ze veranderen per dag.

Bekijk ook de video van rijdag 6

De eerste uitdaging van vandaag lijkt een simpele: benzine tanken. Elke dag weer is dat een flinke klus om één pomp iedereen te laten voorzien van benzine. Dat lukt ook nooit, want de eerste pomp is na een par motorfietsen al door zijn voorraad benzine heen. Dan dienen de berijders van de overige motorfietsen verder te zoeken. Gelukkig vinden wij er snel een.

Geblinddoekt een parcours rijden

Na een kort stukje rijden, volgt de eerste opdracht. Geblindoekt een parcours ’rijden’ terwijl je teammaat instructies geeft via de Sena intercom. TeamNL bespreekt de techniek en besluit dat Willem degene is die instructies gaat geven. Remy rijdt het parcour en Mike – moet wel op de motor zitten – houdt verder zijn mond om Remy niet in de war te brengen. De start van de proef is minder. In plaats van naar rechts stuurt Willem zijn teammaat naar links gestuurd. Daarom moet Remy een flinke bocht maken om weer terug op de beoogde lijn te komen. Nadat hij door de poortjes is gereden, is het tijd om te keren in de ‘garagebox’. Helaas lukt het hem niet om de motor in de box te krijgen, maar weet vervolgens wel het juiste spoor te vinden. Door de instructies van Willem wordt Remy het parcours uitgeleid. De heren zijn niet heel tevreden, maar misschien maken ze het goed op de tweede opdracht.

De BMW GS Trophy hakt er in

Over een stoffige weg met asfalt afgewisseld met offroad bereiken we de lunchlocatie én de plaats waar TeamNL aan de tweede opdracht kan beginnen. Die is deze keer niet gecompliceerd, maar gebaseerd op pure kracht. TeamNL moet een zware INEOS-auto voorttrekken. Remy rent met zijn lange benen direct naar de auto om deze in z’n vrij te zetten, zodat Mike en Willem de auto kunnen voortrekken. En dat doen ze netjes in een vrij snelle tijd. Daarna stort Mike in elkaar . Kennelijk hakt de BMW GS Trophy er bij hem toch wel in. Na een snelle check door de artsen wordt er niks bijzonders geconstateerd. Hij is gewoon een beetje vermoeid, maar dat hoort ook bij de GS Trophy. Trouwens, bij Remy zie je het slaapgebrek ondertussen ook wel in zijn ogen branden en dat uit zich tot wat foutjes tijdens het rijden. TeamNL moet nog een dag scherp en heel blijven!

Schitterende vergezichten

We vervolgen de route door het Albanese landschap dat in de zon ligt te stoven en rijden een schitterende weg door het Nationaal park Divjakë Karavasta. De weg is een zandweg met allemaal heuvels en die kun je ook zien als springbulten. Zoals alle dagen in Albanië worden we vergezeld van schitterende uitzichten over het water waarin vele eilandjes liggen. Na het avondeten is het weer wachten op de score van vandaag.

Opdracht 1: 11e plaats
Opdracht 2: 4e plaats
Tussenklassement: 9e plaats

Internationale BMW GS Trophy 2022 Albanie: Rijdag 6 – Video

0

Rijdag 6 inmiddels voor de teams in de BMW GS Trophy. Met dit keer 250km voor de boeg waarvan 150km offroad en twee challenges.

Moto Guzzi V7 Stone Special Edition

0
Moto Guzzi V7 Stone Special Edition

Op de GMG – Giornate Mondiali Moto Guzzi, de “Moto Guzzi werelddagen”, wordt een speciale uitvoering onthuld van de V7 Stone. Een pittig voorkomen en nog krachtigere prestaties dankzij de speciale ‘Shining Black’ livery, de rode details en de nieuwe arrow uitlaat.

De Moto Guzzi V7 is een motorfiets met een sterk en authentiek karakter die zich altijd heeft weten te onderscheiden als motorfiets die zich makkelijk laat customizen, wat een grote verscheidenheid aan mogelijkheden biedt. Minder dan twee jaar na het debuut in het voorjaar van 2021, wordt nu op de Moto Guzzi Werelddagen de eerste volledig nieuwe versie onthuld van de V7 Stone. De nieuwe Moto Guzzi V7 Stone Special Edition – met een uitgesproken dynamisch karakter.

De Moto Guzzi V7 Stone Special Edition stapt af van de typische matte kleuren van de Stone-versie om zich te hullen in het glanzende Shining Black, dat op de tank verrijkt is met graphics met rode details die herinneren aan de stilistische traditie van de sportievere modellen van Moto Guzzi. Sportiviteit wordt ook nog eens onderstreept door de rood gelakte schokdemperveren en de contrasterende rode stiksels van het zadel van dit model. De speciale editie is ook nog eens herkenbaar aan een plaatje op de riser.

De set-up omvat ook de “bar end” achteruitkijkspiegels, die de Stone Special Edition nog gestroomlijnder en dynamischer maken en de tankdop van zwart geanodiseerd massief aluminium. De aanpassingen vindt je ook in de 850 twin van Moto Guzzi, met kopdeksels in een gloednieuwe grafietkleur en gasklephuiskappen van zwart geanodiseerd aluminium.

Het meer ‘gespierde’ aspect van de Moto Guzzi V7 Stone Special Edition wordt benadrukt door het Arrow-uitlaatsysteem met Moto Guzzi gemerkte eindstukken. Dit uitlaatsysteem verhoogt ook de prestaties. Zowel qua vermogen, dat van 48 naar 49 kW (66,5 pk) bij 6700 tpm stijgt. Als het maximumkoppel dat nu van 73 Nm naar 75 Nm bij 4900 tpm stijgt. De Arrow-uitlaten van de Special Edition worden ook beschikbaar als accessoires voor alle Moto Guzzi V7’s.

U vindt de Moto Guzzi V7 Stone Special Edition vanaf oktober al voor €11.799 in de showroom bij de officiële dealer. Voor meer specificaties verwijzen wij u graag door naar de officiële prijslijst.

Droomreis Balkan: avontuur door de wildste delen van Europa

0

De ogen van Edelweiss-tourguide Alex Schneider beginnen te glimmen als je hem vraagt naar de bijzonderheden van de Balkan Adventure. Zijn Balkan Adventure, want Alex kent deze reis van twee weken door de wildste delen van Europa door en door. ‘Echt avontuur kan zo dichtbij zijn!’ zegt hij enthousiast. ‘Heel Europa is ontwikkeld en in kaart gebracht. Maar de Balkan heeft nog bergen zonder naam, ongetemde beken en wolven en beren, die door de soms 3.000 meter hoge en afgelegen bergketens zwerven. En daartussen liggen de wegen, paden en trails die al dat moois aan elkaar rijgen.

Ze doorkruisen de wildernis en bezorgen ons veel rijplezier; per slot van rekening is dit een adventure-tour!’ Alex moet glimlachen omdat zo’n reis nog bestaat in Europa. ‘Maar adventure-tour betekent niet dat je je niet kunt onderdompelen in de cultuur van landen waar we doorheen rijden. Het Rila klooster in Bulgarije, de enorme orthodoxe kathedraal in Belgrado of het fort in Sisak; je weet niet wat je zit. Voor de keuken van de Balkan nemen we ook ruim de tijd. Lokale lekkernijen als Ćevapčići, Pljeskavica of Trilece-taart laat je toch niet onberoerd? Adventure-tour betekent wel dat je voorbereid moet zijn op een intense rit over wegen die soms uitdagend kunnen zijn. Breng een avontuurlijke en open geest mee. En een ruime portemonnee, we je krijgt te maken met niet minder dan zeven verschillende valuta’s… Als dat niet ouderwets reizen door Europa is!’ En weer moet Alex glimlachen.

Lees hier meer over droomreis Balkan.

Over Edelweiss Bike Travel

Sinds 1980 organiseert Edelweiss Bike Travel motorreizen in stijl. De reizen staan synoniem voor kwaliteit, betrouwbaarheid, deskundigheid en know-how. Niet voor niets hanteren ze het motto ‘The best ride there is’. Ruim 46.000 motorrijders zullen dat beamen.

Lees hier alles over Balkan Adventure Unpaved.

Tourdata

14– 27 mei 2023
9 – 22 september 2023

Multitest Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro vs. Kawasaki Z650RS vs. Triumph Bonneville T120 Black

0
Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro vs. Kawasaki Z650RS vs. Triumph Bonneville T120 Black

Individualiteit is het modewoord dat een leven buiten de maatschappij legitimeert. Als echte karakterkoppen nemen wij daarom het zelfbeschikkingsrecht eens letterlijk en rijden op onze eigen manier naar de oceaan met de drie karaktervolle retro-motorfietsen: de Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro, Kawasaki Z650RS en de Triumph Bonneville T120 Black.

Tekst en fotografie: MotorradNews

Momenteel klagen veel mensen over vermeende inbreuken op hun privacy en vrijheden. Het dragen van een mondmasker was voor enkelen een veeg teken van beknotting. Maar het idee van een overheid die z’n onderdanen in de gaten houdt, krijgt steeds meer vat op het denken van mensen. Je kunt het zien zoals je wilt, maar één ding is zeker: motorrijders voelen zich al lange tijd een gemarginaliseerde groep in de maatschappij, ook al rijden er nu meer dan een half miljoen motorfietsen (op onze wegen of staan ze in onze schuurtjes geparkeerd?). Het historisch hoogste aantal motorfietsen ooit brengt helaas geen hogere mate van sociale acceptatie met zich mee. Is dit misschien te wijten aan het feit dat voor velen een gemotoriseerde tweewieler synoniem is met individuele vrijheid?

Vergelijkingstest Benelli Leoncino 800, CFMoto 700 CL-X, Kawasaki Z650RS en Yamaha XSR700

Als emotioneel product belichaamt een motorfiets zeker altijd de houding van zijn eigenaar; niemand rijdt immers op een motorfiets die hij of zij niet mooi vindt. Deze gemotoriseerde uiting van individualiteit bloeit soms zo ver op dat het voertuig tussen de benen van de berijder het laatste stukje van de puzzel van een zelf geconstrueerde persoonlijkheid wordt – samen met een geruit hemd en een driedagenbaard. Toegegeven, we begeven ons nu op dun ijs, want met de vergelijking van de drie neo-klassiekers die we hier presenteren, zouden we onszelf bloot kunnen stellen aan dezelfde beschuldiging. Als we niet drie zulke stabiele, op zichzelf staande personages waren.

Bagageproblemen

Met veteraan Guido, nieuwkomer Thomas en mijzelf (Til) hebben we drie nogal verschillende vertegenwoordigers van de trendy nieuwe-oude-generatie bijeengebracht – de Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro, Kawasaki Z650RS en Triumph Bonneville T120 Black – voor een uitgebreide testrit om de geneugten van twee wielen te verkennen. Het is ’s morgens al behoorlijk warm en niemand van ons wil een rugzak op om vervolgens met een zweterige rug te rijden door gebrek aan ventilatie. We nemen dus lichte bagage meenemen, die helaas minstens zo zweterig blijkt te zijn als de eerdergenoemde rugzakken. Niemand hoeft te sterven in schoonheid op de klassiekers, maar de ontwerpbeperkingen voor een coherente look zijn opmerkelijk: de dubbele uitlaatdemper van de Ducati, die zo mooi naar boven is gebogen, laat alleen ruimte voor een kleine zijtas aan de linkerkant. Voor de Kawasaki – zonder bevestigingspunten is een ‘Tie Hook and Bracket Kit’ is verkrijgbaar voor 82,15 euro als accessoire – is er alleen ruimte voor een kleine zadeltas. En op de Triumph binden we twee op maat gemaakte motortassen uit de aftermarket aan. Maar vergeet niet dat de Triumph-catalogus ook oplossingen biedt.

Glorieuze tijden

Vraag: wie pakt welke? Guido is de snelste en slingert zijn been over de Japanse motorfiets. Hij houdt duidelijk vooral van het uiterlijk, dat gebaseerd is op de Z650-B1 van 1971. De metallic groene lak in Candy Emerald Green, samen met de gouden meerspaaks gegoten velgen, maakt van de Z een spetterende motorfiets. De suggestie van een Ducktail aan de achterzijde, samen met de druppelvormige tank, maakt de hommage aan de voorvader uit 1977 compleet. Alleen de korte uitlaatdemper onder de motorfiets is een stijlbreuk. Ik vraag me af of de jonge Guido toen al aan motorfietsen dacht. Thomas is de jongste van ons trio. Hij is sportief geconditioneerd en voelt zich aangetrokken door het geel van de Ducati. Het is onwaarschijnlijk dat de jongeling zich de stamvader van zijn keuze zal herinneren. De Italiaan viert de 50ste verjaardag van de luchtgekoelde Desmo V2, die Ducati voor het eerst gebruikte in 1971 in de 750 GT, als een speciaal model. De Giallo Ocra-lak, het iconische en historische Ducati-logo van Giugiaro dat doet denken aan de jaren zeventig, de strakke achterkant, het bruine zadel en de hoog opgehangen tassen brengen samen met het verhoogde stuur en de genopte banden klassieke scramblerflair teweeg. Zelf rij ik op de meest klassiek gestileerde Bonneville, als je het zo kunt noemen. De twee peashooter-dempers en de stijlvolle stereo-schokbrekers achteraan steken iets verder naar achteren dan de twee andere klassieke collega’s. De fijn geribbelde cilinders onder de ‘ingedeukte’ drop tank met kniestukken passen naadloos in de tijdlijn. Ondanks de slim weggewerkte vloeistofkoeling waan je je terug in de Roaring Sixties, toen swashbuckling lads op dergelijke modellen van café naar café scheurden en de Londense North Circular Road onveilig maakten. Hoewel ik mijzelf als de meest ervaren van ons trio beschouw, heb zelfs ik geen herinnering aan die glorieuze tijden.

Vlag in de wind

Omdat de geboortedatum slechts één regel op de identiteitskaart is en de aanwezigheid van zulke verleidelijke motorfietsen het kind in de man wakker maakt, willen zelfs wij oude rotten het weten: hoe klinken ze? En dus gunnen we ons, voor we op weg gaan, dit pleziertje en drukken de ene na de andere startknop in en genieten met gesloten ogen van de geluidsvariaties van de zo verschillende ontwerpen, die allemaal op twee cilinders zijn gebaseerd. De dikke Bonneville-twin brult de 270 graden bas uit beide dempers, zijn pulsen kalmeren de zenuwen en zorgen voor afstand van de hectiek van het dagelijks leven. Het geluid van de rechterkant van de scrambler is merkbaar levendiger, de demo Vau Due-pats uit de cilinders babbelen bijna opdringerig luid naar achteren. Verder naar voren mengt een onmiskenbare mechanische component van het luchtgekoelde blok zich in de Italiaanse symfonie en overstemt de ingehouden grom van de Japanse tweecilinder-in-lijn. De klassieke, tegengesteld draaiende motor met 180 graden ontstekingsinterval klinkt op zich best emotioneel, maar in het zicht van de twee akoestische zwaargewichten wedijvert hij stationair draaiend tevergeefs om aandacht. Pas later, wanneer de gashendel wordt aangehaald vanuit z’n drie in het onderste toerengebied, brult de Kawasaki uit z’n luchtfilterkast als een bronstige eland. Dat brengt in de eerste plaats gevoelens van geluk teweeg bij de rijder, want die krijgt nauwelijks weerwoord van z’n omgeving.

De eerste kilometers door de stad zijn – hoe kan het anders – een kwelling en omdat het klaarmaken van de bagage al veel tijd in beslag heeft genomen, kiezen we eerst voor de snelweg. Zoals je je kunt voorstellen, is dit op geen enkele motorfirts een pretje, althans niet boven de maximumsnelheid. Je kunt harder, maar je hoeft het niet te doen. Trouwens, de martelende tegenwind is het minst vervelend op de Kawasaki, de scrambler-rijder wappert bijna als een vlag in de wind. Na het niet erg vreugdevolle, maar niettemin kilometerslange intermezzo zijn we blij met het bochtige asfalt dat ons dichter bij onze bestemming brengt.

Bologna Vau

Op het bochtige asfalt neemt Thomas het voortouw met de Ducati en speelt in de eerste kilometers de imponerende kwaliteiten van het hoge en brede stuur uit. Rechtop zittend met zijn bovenlichaam licht voorovergebogen naar het bijna rechte stuur dirigeert hij de 1100 even krachtig als moeiteloos door krappe en lange bochten. Ondanks het 18-inch voorwiel draait de Ducati soepel en met een aangename precisie door de bochten. Zelfs in zeer krappe haarspeldbochten hoeft de rijder zich niet hoeft in te spannen. Ondanks het grove profiel heeft de Pirelli MT 60 RS bijna dezelfde grip als pure wegbanden; alleen in het laatste deel van de hellingshoek schuurt de voorband wat onhandig over het asfalt. De 1100 voelt zich in topvorm in het golvende terrein en zet de toon met vertrouwen, precisie en een royale hellingshoek.

Tenminste zolang de grond half begaanbaar is. De USD-voorvork en de mooi afgestelde schokdemper reageren goed op oneffenheden, maar worden daarna snel hard, wat verraadt dat de bedenkers van de Scrambler graag op racecircuits hebben gereden en niet op een mulle ondergrond. De voorkant van de Ducati kan volledig worden afgesteld, de schokdemper in veervoorspanning en uitgaande demping voor een meer barmhartige verwerking van de gaten in verwaarloosde landweggetjes.

De basis voor het sportieve tempo is de Bologna Vau, die met z’n brede powerband kan laten zien wat-ie in huis heeft: zelfs bij lage toerentallen duwt het blok met de typische V2-punch uit 1079cc-cilinderinhoud en schiet hij uit de bocht met een verve die je armen doet strekken. Wie het uiterste uit het 89pk-blok wil halen, kan de sportieve Active-rijmodus instellen met af-fabriek ingestelde parameters voor tractiecontrole en ABS, en indien nodig, weg racen bij zijn collega’s. Deze rijdynamiek gaat gepaard met krachtige lastwissels, die op den duur vervelend en pas in de Journey-modus acceptabel zijn. Maar voor het hier aanwezige trio is dit nog steeds ruim voldoende voor de hoofdrol. De zesversnellingsbak met korte schakelwegen is ook gemaakt voor sportieve rijders, hoewel de bak wel een beetje knokig schakelt.

Wanneer het er hard aan toe gaat, vallen de radiaal geschroefde Brembo-monoblokken op door hun ijskoude efficiëntie en fijne dosering. Een laatwerkend ABS zorgt voor goede vertragingswaarden, daarbij geholpen door de stabiele voorvork, die zelfs bij extreem remmen niet dood veert. De edele Bolognees belichaamt de sportieve aanpak bij elke gelegenheid.

Fijne geest uit Japan

Vergeleken met de cilinderinhoud en de prestaties van de Kawasaki-tweecilinder is de fijne geest uit Japan van een lagere klasse en is de prijs bijna tot anderhalf gereduceerd. Zoals we allemaal weten, doet dat er niet toe als het op ware liefde aankomt, maar in de harde realiteit van de portemonnee, is het een ander verhaal. Maar de Z lokt ook met onbetwiste karaktervoordelen. Zo blijft de centraal gesplitste ronde led-koplamp met de wat goedkoop ogende chromen ring gevaarlijk groot oplichten in de Italiaanse, ronde spiegels, ondanks een achterstand van 10 pk. Dit wordt niet in de laatste plaats mogelijk gemaakt door Guido’s rijkwaliteiten, die de 649cc-inhoud echt uit het blok wringt. Uit pure opwinding tilt hij regelmatig het voorwiel op, terwijl de Italiaan steeds bereid om op het achterwiel te gaan staan.

Vergelijkingstest: BMW S 1000 R vs. Ducati Streetfighter V2 vs. Suzuki GSX-S1000 vs. Yamaha MT-10

De 68 pk van het tegengesteld draaiende blok kan alleen door de rechterpols worden getemd; de Kawasaki ziet af van elektronische verfijningen. Dat is begrijpelijk, want de respons en de vermogensafgifte zijn voorbeeldig, en er zijn geen onaangename veranderingen in lastwissels, zelfs niet bij ongevoelige rijders. Aan de andere kant mist de twin een beetje pit in het onderste toerengebied; pas als de krukas vanaf ongeveer 3.000 toeren wordt rondgedraaid, schiet de groene motorfiets kwiek vooruit.

Boven in toeren veroorzaakt de wat rauw lopende krachtbron tintelende trillingen in de handen. Maar met het soepele en precieze schakelen en de soepele koppeling is het voor Guido gemakkelijk om de zes-en-een-half in de optimale sweet spot te houden.

Purisme viert ook hoogtij in het chassis: afgezien van de wat onhandig verstelbare veerpoot achteraan, zijn er geen instelmogelijkheden. Dit is geen probleem, want de RS laat blijken dat een goede standaard afstelling beter kan zijn dan vele alternatieven. Met 187 kilo biedt de lichtste retro-vertegenwoordiger een heerlijke rijervaring met lichtvoetig draaien en schakelen, ook al voelt het heel smalle stuur vreemd als je overstapt op de ‘breedgestuurde’ Ducati. Met name de voorvork zorgt voor een zeer responsief rijcomfort, maar toch is de Kawasaki ook niet vies van een stevig tempo. De banden passen bij deze eigenschap – Dunlop’s straat-sportieve Roadsport 2 rolt neutraal en met veel grip. De Z rolt ook op een zeer gemakkelijk te hanteren 160-achterband die om wat voor reden dan ook uit de mode is geraakt. De Nissins met dubbele zuiger in het voorwiel hebben geen problemen met het lichte gewicht en de rijdynamiek en het effect komt precies overeen met de uitgeoefende handkracht. Daar komt nog een gevoelig ABS-systeem bij dat de stoppers op een bijna sportieve manier bijstaat.

Geruststellende Britse puls

De zwevende remklauwremblokken op de Bonneville geven een heel andere invulling aan hun taak. In het begin maken de remblokken slechts voorzichtig contact met de remschijven; pas bij een hogere druk van de hand vertragen ze steeds heviger en zeer doeltreffend. Het ABS-systeem grijpt relatief laat in, maar niet buitensporig. Tot zover begrijpelijk, alleen bij het remmen onder hellingshoek is er een merkbaar oprichtmoment dat het vertragen bemoeilijkt. Ter verdediging van de Britse motorfiets moet worden vermeld dat hij minder sportief is dan het Italiaans-Japanse duo – ondanks de zijn naam, die herinnert aan de wereldrecords van Triumph op het gelijknamige zoutmeer aan het eind van de jaren vijftig.

Zijn rotsvaste constructie met een centraal buizenframe, een tweearmige achterbrug van staal en klassieke stereo-vering, samen goed voor 236 kilo, knaagt begrijpelijkerwijs aan de rijdynamiek en zet een blijvende rem op mijn ambities. De 80 pk van de 270 graden-twin zorgen zelfs in de scherpere ‘Road’ van de twee rijmodi niet voor een asfaltverscheurende acceleratie, maar het vette koppel van 105 Nm, dat al bij een nonchalante 3.500 toeren beschikbaar is, staat garant voor stampende kracht onderin het toerengebied. Met veel vliegwielmassa suggereert de Bonneville een rijstijl die allesbehalve toergeoriënteerd is; ver doorhalen in toeren is hier niet nodig en helpt ook helemaal niet. Zodra de naald van de toerenteller de verticale stand heeft bereikt, is het raadzaam voorzichtig te schakelen om de massa niet een klein sprongetje vooruit te laten maken. De versnellingsbak zelf schakelt perfect, maar de koppeling grijpt alleen in de laatste millimeters aan.

Voor de rest gedraagt de motorfiets zich voortreffelijk soepel met een geruststellende puls die mijn hartslag vanzelf overneemt. Lui schakelend en met oog voor momentum houd ik de twee sportievelingen redelijk in het vizier, ook al is de 18-inch Pirelli Phantom Sportscomp niet bepaald een toonbeeld van lichtvoetigheid. Er is een duidelijke impuls nodig om van richting te veranderen. Als het nog platter gaat, wijzen het vroege schrapen van de onderdelen enerzijds en het zacht afgestemde chassis mild wiebelen en slingerend mij op het ware doel van deze Triumph: plezierrijders verwennen met superieure rijeigenschappen en een hoog rijcomfort, zelfs op een ruw wegdek, dankzij gevoelig reagerende veerelementen. Als je met ons mee zou rijden, zou je ook spoedig overgeven aan het leven van alledag en de Ducati en Kawasaki gewoon uit het zicht laten verdwijnen.

Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro vs. Kawasaki Z650RS vs. Triumph Bonneville T120 Black

Ook in de wetenschap dat de twee collega’s veel eerder een pauze zullen nemen. Het bescheiden verbruik van 4,8 liter, in combinatie met de tank van 14,5 liter, maakt de grootste actieradius mogelijk. Bovendien blijft de klassieke zithouding op het goede zadel ook tijdens lange ritten goed te verdragen. Zou Thomas langer zijn, zou hij merken dat de zitpositie op de Scrambler uiteindelijk zijn tol eist door de krappe kniehoeken en de vereiste buiging naar het stuur. Tanktechnisch gezien zit de Kawasaki er tussenin. Maar met twaalf liter in de tank en met een verantwoord brandstofverbruik van 4,4 liter, noteert de RS toch de kleinste actieradius.

Duotest MV Agusta Superveloce 800 vs. Triumph Speed Triple 1200 RR

Hoe dan ook, we komen allemaal op ongeveer hetzelfde tijdstip op onze bestemming aan en zijn we bovenal euforisch van het motorplezier. Oké, veel anderen gaan tijdens een lang weekend misschien naar een echte zee, maar wij zijn bewust de andere kant opgegaan. Mainstream past gewoon niet bij ons en onze motoren: onze zee is gewoon het strand aan de Biggesee in het Sauerland.

Conclusies

Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro

De nieuwste aanwinst van het Ducati-submerk belichaamt de genen van het Italiaanse bedrijf ten volle: de magnifieke luchtgekoelde Desmo-twin zet de toon. Dit blok voldoet net zo goed aan sportieve ambities als het in verschillende standen verstelbare, strak afgestelde chassis. De voordelen van dit concept komen pas goed tot hun recht als je de motorfiets opzweept. Als je gewoon wilt rondcrossen of een ritje wilt maken, misschien zelfs met z’n tweeën, moet je elders kijken.

De goede uitrusting, met bijvoorbeeld ABS in bochten, configureerbare rijmodi en led-verlichting rondom, heeft zijn prijs, die met 17.390 euro ook een zekere exclusiviteit met zich meebrengt.

Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro.

Kawasaki Z650 RS

Geen van deze motoren raast zo behendig en lichtvoetig voort als de Z. Zijn lichtste gewicht, 17-inch wielen met straat-sportieve banden en actieve ophanging maken speciale ritjes over landwegen tot een licht verteerbaar genoegen, ook al bereiken het comfortabele chassis en de zachte remmen verrassend snel hun grenzen. Ondanks de inmiddels lang gebruikte constructie is de minst sterke tweecilinder van dit trio voldoende krachtig voor sportieve tweewielergenoegens. Het feit dat de Kawasaki grotendeels elektronische ondersteuning mist, wordt ruimschoots goedgemaakt door zijn gemakkelijk te besturen aard. En door het feit dat het veruit de goedkoopste – v.a. 9.299 euro – motorfiets op de markt is.

Kawasaki Z650 RS.

Triumph Bonneville T 120 Black

Veel authentieker dan dit wordt het niet, want Triumph kan echt teruggrijpen op z’n eigen geschiedenis met de Bonneville. Terwijl ze traditie simuleren, hebben ze op een slimme manier veel hedendaagse technologie geïntegreerd in de aloude look. De huidige versie zal echter geen heethoofden meer in vuur en vlam zetten; in plaats daarvan suggereren het op toeren afgestemde karakter van de 1,2-liter motor, het comfortabel afgestelde chassis en de ontspannen accommodatie van de bemanning een ontspannen rijstijl. Grote pluspunten zijn de topafwerking en het goede uitrustingsniveau, plus een lange lijst van accessoires, van de middenbok tot bagagetassen en valbeugels. Maar dat heeft ook z’n prijs: € 15.795,-.

Triumph Bonneville T 120 Black.

Geometrie

Het sportieve ontwerp van het Ducati-zadel past prima bij het brede stuur. De krappe kniehoeken kunnen voor langere motorrijders tijdens langere ritten beslist pijnlijk zijn. Duopassagiers voelen zich erg verloren achterop het zadel.

Bij de Kawasaki is de korte afstand tussen het zadel en de voetsteunen verantwoordelijk voor de sportieve touch, terwijl de positie van het bovenlichaam vrij rechtop is bij het vasthouden van het smalle stuur. Ondanks de zeer goede integratie van de berijder heeft de duopassagier het minder naar z’n zin.

De Triumph wordt gekenmerkt door een bijzonder royale ruimte. Het bijna rechte zadel biedt zowel de berijder als de duopassagier een comfortabele zitplaats met ontspannen kniehoeken en een recht bovenlichaam. Bij het accelereren bieden de ver naar voren geplaatste steunen weinig steun.

Vermogen, koppel en remmen

Geen verrassing: de krachtige Desmo-Due trekt onstuitbaar weg vanuit het midden, de Z wil graag opgejaagd worden en de Britse twin zweeft een beetje in het luchtledige. Grote verrassing: de zeer efficiënte Triumph-rem, die nog beter afremt dan de radiale remklauwen van de Scrambler.

Ducati Scrambler 1100 Tribute Pro vs. Kawasaki Z650RS vs. Triumph Bonneville T120 Black

Honda onthult spannende tweecilinder voor de komende Hornet

0

Naarmate de ontwikkeling vordert onthult Honda beetje bij beetje de Hornet Concept. In mei werden de ontwerpschetsen getoond en nu is het motorblok onthuld. Een volledig nieuwe 755cc paralleltwin met Unicam 8-klepstiming systeem.

Interessante technisch informatieblad

De technische gegevens zijn interessant: opgegeven worden een maximumvermogen van 92 pk (67,5 kW) bij 9.500 tpm en een maximumkoppel van 75 Nm bij 7.250 tpm. Maar cijfers zijn maar cijfers. Veel werk heeft Honda verricht aan het karakter van het motorblok, met als doel het verkrijgen van een ‘punchy’ en tegelijkertijd krachtig koppel bij lage en middelhoge toerentallen. Met zo’n karakter krijg je een motorfiets die in alle omstandigheden gemakkelijk te benutten is. Voor nog meer karakter werd gekozen voor een 270° krukas, met een onregelmatige ontstekingsinterval, voor nog meer uitgesproken persoonlijkheid.

Er valt nog veel te ontdekken over dit project, maar in de tussentijd vertelde Fuyuki Hosokawa, Test Project Leader voor de ontwikkeling van het Hornet Concept, die eerder de leiding had over de ontwikkeling van de CBR1000RR Fireblade, ons er meer over. ‘De Hornet is altijd een heel speciale motorfiets voor Honda geweest,’ zegt hij. ‘De opwindende, verslavende prestaties zijn altijd hand in hand gegaan met superieure rijeigenschappen. Voordat we aan dit project begonnen, hebben we lang en diep nagedacht over wat voor prestaties we de rijder wilden bieden. We wisten dat het van essentieel belang was om de typische vinnigheid van de Hornet in het hoge toerengebied te behouden, maar tegelijkertijd wilden we, als een nieuwe generatie Hornet voor de moderne tijd, dat de motorfiets ook een echt substantiële koppelsensatie zou leveren. Ons doel is ook altijd geweest om de rijeigenschappen te combineren met maximale wendbaarheid en handling, zodat elk moment van rijden, zelfs in de stad, echt plezierig en bevredigend is.’

Fuyuki Hosokawa, test project leader van de Honda Hornet, stond ook aan de wieg van de Honda Fireblade.

‘Om het soort prestaties en wendbaarheid te bereiken dat we wilden, wisten we dat we een volledig nieuwe ‘korte slag’ tweecilindermotor met een 270 graden-krukas moesten ontwikkelen. Dit type krachtbron zou niet alleen dat soort koppel in de hoge toeren ontwikkelen, maar ook een aanzienlijk koppel in het lage en middelhoge toerengebied, wat ideaal is voor zowel stadsritten als sportief versnellen uit bochten.’