Jarno Zaffelli, geen naam die bij velen meteen een belletje zal doen ringkelen. Tot gister. Het circuit van Zandvoort werd onthuld en circuitontwerper Jarno Zaffelli kwam veelvuldig in het nieuws. Al in 2014 spraken wij met deze Italiaanse architect. Lees hieronder het interview.
Het lijkt zo eenvoudig. Pak een pennetje of potloodje, wit vel papier erbij en tekenen maar. Binnen de kortste keren heb je de contouren van een gaaf circuit te pakken. Tenminste, dat denk je. In de werkelijkheid blijkt het toch een iets complexere zaak te zijn. Jarno Zaffelli geeft uitleg.
Video: Dit worden de kombochten van Zandvoort
Jarno Zaffelli reisde de gehele wereld rond om zo veel
mogelijk circuits te bezoeken en vooral om ze van dichtbij te kunnen bestuderen.
Dat alles om zijn ultieme doel te bereiken: zelf de pen ter hand nemen om
racebanen te ontwerpen. De Italiaan, al van kinds af aan fan van auto- en
motorraces, kan sinds enkele jaren zijn brood verdienen als circuitontwerper.
Dat Zaffelli zich in een vrij beperkte beroepsgroep kan scharen, heeft hij
vooral te danken aan het feit dat-ie op grondige wijze te werk gaat als hij een
baan op ‘papier’ zet. De Milanees gebruikt daarvoor een geheel andere methode
dan gevestigde namen in deze tak van ‘sport’. Toverwoorden zijn simulators en
het zelf ontwikkelde DroCAS.
Eerste maal
Eind april van dit jaar werd een droom van Zaffelli
verwezenlijkt doordat de MotoGP neerstreek in Argentinië. Het strijdtoneel
aldaar, Autodromo Termas de Río Hondo, is namelijk door hem ontworpen en voor
de eerste maal kon de Italiaan aanhoren hoe de rijders zijn creatie beleefden.
En dat was louter positief, vooral te danken aan de snelle lay-out en het uitdagende
bochtenwerk. Maar buiten het feit dat Zaffelli een mooi circuit kan tekenen,
komt er volgens hem meer bij kijken om een baan te creëren. “Ik heb jarenlang
vele banen bestudeerd en uiteindelijk koos ik mijn favoriete circuits. Ik
probeerde vooral te begrijpen waarom dat zo was: wat zorgde ervoor dat ik die
banen juist het leukst vond? Het bleek vaak vooral te komen door de snelheid, wat
altijd een enorme uitdaging is. Objectief waren het vaak helemaal niet de
mooiste gedeeltes van het circuit, maar door de combinatie van snelle en
vloeiende bochten wordt het toch gezien als het gaafste stuk. Mijn focus lag
daar de afgelopen tien jaren op, en ik heb op die manier een eigen filosofie
ontwikkeld op het gebied van circuits ontwerpen.”
Die denkwijze kon Jarno Zaffelli voor de eerste maal tentoonspreiden in Argentinië. Hoewel er al een circuit lag, gebouwd in 2007, werd dat flink op de schop genomen om er een GP-waardige baan van te maken. Die taak kreeg Zaffelli’s Studio Dromo toebedeeld. Op geheel eigen wijze ging hij aan de slag om een prachtig circuit in het noorden van Argentinië neer te leggen, maar het bleek moeilijk te zijn om eigenaar Hector Farina te overtuigen van het beoogde resultaat. Het circuit moest namelijk grondig verbouwd worden en het bleek voor Farina een moeilijk proces te zijn om afscheid te nemen van zijn vorige baan. “Gelukkig maakte het rondje wandelen over het nieuwe circuit uiteindelijk alles goed. Hij liep daar met een grijns van oor tot oor. Dat was voor mij voldoende om te weten dat hij uiterst tevreden was over de ontstane situatie.”
Hoe Leeuwarden in 1947 de motorsport terugbracht naar Nederland
Eigen ontwikkeling
Zaffelli is een uitzondering op de regel wat betreft circuits ontwerpen. Hij gebruikt moderne technologieën om een baan te laten herrijzen, iets wat vrij uniek is in zijn wereld. De reden erachter is simpel, want door zijn zelf ontwikkelde systemen kan hij de veiligheid op het circuit verhogen. Zaffelli: “Ik begin wel op papier, maar al snel ga ik aan de slag op de computer en mijn simulators. Zo kan ik gelijk de proef op de som nemen op mijn getekende circuits. Het is allemaal zeer geavanceerd en ik zit daarmee op het niveau van simulators die ze ook gebruiken bij Formule 1-teams.” Op die wijze kan er direct bekeken worden wat er veranderd moet worden aan de baan. “Als ik het geen leuke baan vind en dus niet tevreden ben, ga ik gelijk de lay-out verbeteren. Als het ontwerp eindelijk naar mijn zin is, ga ik de veiligheid calculeren.”
“Ik heb meer dan zesduizend crashes van de MotoGP geanalyseerd.”
Dat gebeurt met DroCAS. Dit systeem ontwikkelde Zaffelli
in 2007 en gebruikt hij om veiligheidsanalyses per simulator uit te voeren. “Ik
heb meer dan zesduizend crashes van de MotoGP geanalyseerd en die heb ik
verwerkt in dit systeem. Dat doe ik in combinatie met de lay-out van het
circuit, de machines waarop gereden wordt, de snelheid en nog een hoop
parameters. Dat alles zit in mijn calculatieprogramma en daardoor kan ik
voorspellen waar de rijders zullen vallen. Het voordeel daarvan is dat ik kan
weten waar we veiligheidsmaatregelen moeten treffen, zoals grindbakken, hekken
of uitloopmogelijkheden. Het voordeel is tevens dat we precies weten hoe lang
bijvoorbeeld de grindbak moet zijn, iets wat weer gunstig is om te weten voor de
kosten van de circuitbouw. Mijn calculaties laten namelijk zien waar een rijder
eventueel kan belanden als hij op een voorspelbare manier crasht.” Zaffelli
laat zien wat DroCAS op Termas de Río Hondo had voorspeld. In totaal vielen er
36 valpartijen te noteren tijdens het GP-weekend en dat was exact het aantal
dat het systeem had voorzien. “Er zijn momenteel geen andere circuitontwerpers
die op dezelfde manier werken. Sommigen gebruiken nog wel de calculatie van de
FIA (internationale autosportbond, JvO), maar die verschillen enorm met mijn
werkwijze die vooral toegespitst is op motoren. Daarnaast gaan zij ervan uit
dat een F1 met vier wielen blokkeert en dan de baan verlaat, maar het gebeurt
natuurlijk ook regelmatig dat de auto een lekke band krijgt of dat de vering
kapotgaat. Dan krijg je een totaal ander beeld. Andere ontwerpers zijn dan ook
niet in staat om dezelfde resultaten op het gebied van veiligheid te boeken als
ik met DroCAS.”
Een voorbeeld van een veiligheidsaanpassing die Zaffelli
doorvoerde op Termas de Río Hondo was een snelle sectie waar de banden aan de
linkerzijde te koud zouden blijven, waardoor er op die plek aanzienlijk meer crashes
veroorzaakt zouden zijn. “Uit de simulator die specifiek naar de banden kijkt,
kwam dit probleem bovendrijven. We hebben daarom een aanpassing moeten doen, om
alsnog de warmte in de band te houden. Dat was niet zozeer nodig voor de
MotoGP, maar wel voor de gewone circuitrijders dankzij de combinatie van minder
goede banden en ervaring.”
Niet meer vliegen
Doordat Studio Dromo behoorlijk veel moderne technieken
gebruikt, wordt Zaffelli steeds vaker ingeschakeld. Vooral ook door bestaande
circuits, om aanpassingen door te voeren. Zo werkte hij al voor verschillende
Italiaanse banen, zoals Misano, Mugello en Imola. Vaak gaat het om veiligheidstechnische
uitdagingen, waarvoor een oplossing nodig is. Zaffelli wordt daarvoor gevraagd,
aangezien hij op dat gebied veel kennis in huis heeft door DroCAS. “In Imola
hebben we een nieuwe situatie gecreëerd bij bocht achttien, Rivazza. De aanloop
daarnaartoe is snel en loopt steil naar beneden; men kan aan de binnenzijde
terechtkomen. Om ervoor te zorgen dat de motoren niet op de baan terugkomen, wat
zeer gevaarlijk is, ligt daar dus een gravelbak. Alleen was dit nog niet veilig
genoeg, omdat de motoren vrij gemakkelijk de lucht in gegooid werden. Dat moest
voorkomen worden, maar ze wisten niet zo goed hoe. Stootkussens waren eveneens
te gevaarlijk en uiteindelijk kwamen we tot een andere oplossing. We gebruiken
nu halverwege een andere grindsoort, die veel lichter is, waardoor de motor
veel dieper in de materie zakt en niet meer kan gaan rondvliegen. Het is
uiteindelijk nog niet de ideale situatie, maar de veiligheid is er wel op
vooruitgegaan. Dat is het belangrijkste.” De eerste valpartijen op die plek
voldeden aan de calculaties die Zaffelli uitvoerde. De gecrashte motoren stopten
dertig procent eerder dan voorheen en vlogen niet meer alle kanten op dankzij
het zachtere grind.
Buiten veiligheid en lay-out moet een circuitontwerper aan veel meer zaken denken, zoals waar het medisch centrum, de controletoren en de paddock komen te liggen. Hoe leg je de servicewegen neer en hoelang doen baancommissarissen en medisch personeel erover om bij hun ‘slachtoffers’ te komen? “Je moet inderdaad een volledig beeld hebben van het circuit, alles behoort te kloppen. Ook hier gebruik ik weer mijn simulators voor. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan de plaatsen voor baanpersoneel en cameramannen. Waar behoor je die te plaatsen, zodat ook zij veilig hun werk kunnen uitvoeren? Plus: kunnen ze snel genoeg op de plek van de crash komen? Ook dat zijn belangrijke punten die ik meeneem in de ontwerpfase. Door mijn calculaties kan ik precies zien waar ze horen te staan. Bij Termas de Río Hondo klopte dat perfect en daarna ben ik ook gevraagd om de juiste situatie te berekenen voor Donington Park. Ook daar staat het baanpersoneel nu op betere, veiliger plekken.”
“Ze wachten net zolang met aanpassingen tot er een crash is.”
Ondanks de goede resultaten met zijn systemen blijft het
een probleem voor Zaffelli om mensen te overtuigen van zijn moderne technieken,
aangezien dit totaal iets nieuws is op het gebied van circuitontwerpen. “Ook in
Italië had ik vijf jaar nodig om circuiteigenaren ervan te overtuigen mijn
systemen te gebruiken. En nog gebruikt niet iedereen ze. Het blijkt niet heel
gemakkelijk te zijn om ze te overtuigen en vertrouwen te kweken. Ik ga naar ze
toe, laat zien hoe ik werk en dan wachten ze net zolang met aanpassingen totdat
er een crash is en men begint te klagen over de situatie. Dan willen ze
uiteindelijk wel samenwerken, maar dat hadden ze eigenlijk eerder moeten doen.”
Langdurige processen
Door de nieuwe wijze waarop Jarno Zaffelli te werk gaat, ligt er een mooie toekomst op hem te wachten. Tenminste, als de circuits zijn aanpak leren kennen. “Termas de Río Hondo was uiteraard goede promotie voor me, zeker omdat zij ook zeer enthousiast zijn over de baan, zowel de circuiteigenaar als de GP-coureurs. Hopelijk opent dat deuren en kan ik meerdere nieuwe GP-circuits ontwerpen.” Deels heeft dat ook te maken met politiek, weet Zaffelli als geen ander. “Als een bepaald land graag Formule 1 wil hebben en er nog geen circuit is gebouwd, wordt die opdracht uitbesteed aan Hermann Tilke (een bekende Duitse circuitontwerper, JvO). Zo werkt het daar. In de MotoGP overigens niet. Hier gaat een promotor aan de slag met een circuitontwerper om uiteindelijk naar Dorna te kunnen gaan met een mooi plan. Daar liggen dus nog wel kansen. Men moet vooral weten dat er niet alleen een Duitse variant is, maar ook een Italiaanse.” Buiten GP-banen om werkt Zaffelli ook aan kleinere projecten, zoals het nieuw te verrijzen circuit dat in Pontedera komt te liggen, ten oosten van Pisa. “Vaak zijn het langdurige processen, vooral om een vergunning te ontvangen om daadwerkelijk te starten met de bouw. Ik heb vaak genoeg een circuit ontworpen dat uiteindelijk niet werd uitgevoerd. Dat loopt dan vast op de vergunning. Gelukkig is dat bij Pontedera, dat vooral nationaal gebruikt gaat worden, nu niet het geval en kunnen we het plan gaan realiseren. Hopelijk is het eind 2015 gereed om te gebruiken.” Voor deze baan deed Zaffelli overigens ideeën op door goed te kijken naar het Nederlandse Zandvoort. “Daar ben ik onlangs gaan kijken en dat is zeker een bron van inspiratie. Door zulk soort banen goed te analyseren kun je weer verder kijken om bepaalde onderdelen te verwerken in je eigen circuits.”